H. D. VERTELLINGEN FLITSEN STADSNIEUWS FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 16 APRIL '929 (Nadruk verbodes; auteursrecht voorbehouden.) Auto-Pech f Pat drentelde huiverig heen en v?eer en teek bezorgd naar de lucht, waaruit reeds eenige druppels vielen. Nu moest het nog gaan regenen ook! Zou ze maar niet naar huis gaan? ?4aar de gedachte aan haar ouders, doe vermoedelijk wel aan 't vechten zouden zijn, en de schreeuwende kinderen, deed Pat besluiten om maar liever een beetje nat te worden. Daar brak al een hevige glet- bui los. Pat's kleeren, die toch al niet te dik waren werden in een oogenblik doorweekt. Zoekend keek ze rond naar een schuilplaats, maar zag niets dan een eenzamen auto. Met een snelheid die verklaarbaar was, in haar doorweekten toestand, rende ze erop af, ruk te het portier open en verdween. Ze zakte behagelijk in de zachte kussens neer. Dat was haar nog nooit overkomen. Stel je voor, Slimme Pat uit Londen's allerminste achter buurt in een auto. Doordat ze echter erg ver moeid was viel ze bijna onmiddellijk in slaap en ontwaakte pas toen de auto in vollen gang was. Verschrikt staarde ze om zich heen. Lieve hemel, waar ging ze nu naar toe. Bij het licht van een voorbijgaande lantaarn zag ze twee zwarte schaduwen voor zich zitten. On getwijfeld hadden ze niet bemerkt dat ze een passagier vervoerden. Pat vond het 't beste om maar te wachten tot de auto stopte en dan stilletjes er uit te glippen. De auto ver minderde de vaart en door een plotselingen impuls gedreven dook Pat op den vloer neer. Ze leunde met haar rug tegen de bank aan. Daar maakte de auto een scherpe bocht en Pat greep zich angstig vast. Ze voelde den houten wand achter zich wijken en tuimelde in een ledige ruimte. Half versuft kroop ze weer overeind en tastte in het rond. Ze stootte met haar voet tegen een hard voor werp aan en trok het haastig naar zich toe. Het was een zak gevuld met.... inbrekers- werktuigen. Een geknars van remmen en de auto stop te. Pat legde haastig den zak neer en kroop in den versten hoek van de ruimte. Daar werd het vak al geopend en de zak werd er uit gehaald. Pat doorleefde angstige minu ten en herademde pas toen ze het portier van den auto hoorde sluiten. Ze besloot om maar in het vak te blijven wachten tot de inbrekers terug kwamen en intusschen een middel te bedenken om ze erin te laten loopen. Ze strekte zich een beetje makkelijker uit in haar nauwe schuil plaats en luisterde ingespannen of" ze nog geen voetstappen hoorde. Daar kwamen inderdaad menschen aan. Ze waren het hoor! Het portier werd geopend en Pat hoorde öe stemmen van haar onvrij willige ontvoerders. „Een gemakkelijk karweitje Jim". „Ja", antwoordde de ander lachend, „en een goede buit". Het vak werd weer geopend en Pat voelde dat een zware koffer tegen haar aan geduwd werd. Ze hield zich echter doodstil en was dolblij toen de heeren inbrekers weer weg gingen. Even later was de auto weer op gang en Pat kroop uit haar nauwe schuil plaats. Ze kwamen in een drukker gedeelte van de stad en de auto moest door een verkeers opstopping langzamer rijden. 'Ze opende zachtjes het portier en ging op de treeplank staan. Daarna stak ze een grooten spijker dwars door den band en mengde zich tus- schen de vooioijgangers. Terwijl de bestuurder vloekend stopte, ren de Pat naar de dichtstbijzijnde poütiepost. Nog hijgend deed ze haar verhaal en gevolgd door een half dozijntje agenten, plus een in specteur, bereikte ze de plaats des onheils, waar ze den auto nog aantrof, terwijl een der inbrekers een reserveband aan het om leggen was. in een oogenblik waren ze geboeid en de kostbare inhoud van deia auto aan den eige naar teruggegeven. Dat Pat ook geen nadeel van deze gebeurtenis had spreekt vanzelf. VOOR DEN POLITIE RECHTER. Broederliefde. Zijn broer zat In een cel in het Politiebu reau en hij gunde hem zóó van harte de vrij heid dat hij een poging waagde om hem te bevrijden. Daarom klom hij in den nacht van 18 op 19 Maart over een hek in de Wijn gaardstraat en arriveerde via een afvoer pijp op de achterplaats van het Politiebu reau. Vandaar ging hij de cellengang in en opende de luikjes van de cellen, tot dat hij in één cel zijn broer ontdekte en met hem kon spreken. Hij had een ijzerzaag meegenomen maar die was hem van geen nut, Tenslotte werd hij door een agent opge merkt en gearresteerd. Hij wist zich nu van de geheele zaak niets meer te herinneren. Het bleek dat bij in den tijd van 6 jaar al 8 straffen had ondergaan. Hen kreeg er nu voor zijn bevrijdingspo ging nog een straf bij: nl. één maand gevan genisstraf. Hij vond het „niet veel". Een vrij ongewone uiting voor een verdachte! Vrijgesproken. Een chauffeur van dc Brockway Mij. liet zich op 'n Maandag ziek melden. Maar des avonds stapte hij als passagier in een Brockwaybus, waarin hij een controleur aan trof. „Hé", zei deze, „ik dacht dat je ziek was?" En hij maakte rapport van het geval. Het gevolg van een en ander was dat de con troleur zich den volgenden dag ten huize van den chauffeur vervoegde om zijn uni form, kaartjes en het geld dat hij nog moest afdragen, te halen. Daarna zouden de relaties tusschen den chauffeur en de maatschappij worden afgebroken. De man moest nog afdragen voor een waarde van f 155 aan kaartjes en f 14.51 aan INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cts. per regel. hm* T-Urn-Zc/c*. geld. Maar dit geld weigerde hij te geven. Hij kreeg nog loon van de Maatschappij en zou de zaak wel op het kantoor komen regelen. Dit heeft hij echter nooit gedaan en toen een poging van den directeur der Brockway om tot een minnelijke schikking te komen, mis lukt was, werd een aanklacht wegens ver duistering ingediend. Aan de politie had verdachte verklaard, dat hij het geld te eigen bate had aangewend, maar dat hij niet de bedoeling had gehad het te verduisteren. Het O.M. eischte f 25 boete of f 25 dagen hechtenis, maar de Politierechter achtte op zet tot verduistering niet bewezen en sprak den man vrij. Arme hond! Bij een vechtpartij ln de Jansstraat in den nacht van 9 op 10 Maart gebeurde het dat J. V. weigerde zich op bevel van de recher cheurs, die hadden ingegrepen, in een be paalde richting te verwijderen. Een politiehond liep bij dit geval eenige ernstige steken op. zoodat hij bloedend ver wond werd. Het getuigenverhoor wees uit, dat V. een stekende beweging had gemaakt naar den hond en later was een dolkmes bij het terrein van den strijd gevonden. Verdachte ontkende nu, met dit mes ge stoken te hebben; hij had het alleen opge raapt. Het was door een van de vechters naar hem toe gegooid. „Maar de rechercheurs moeten mij altijd hebben", zei V. „En dat komt doordat eens twee rechercheurs aan mij gevraagd hebben: „Weet je nog wat voor ons?" en ik toen ge antwoord heb: „Zoek zelf maar! Jullie zijn politiemannen!" De eisch luidde 3 weken gevangenisstraf en de Politierechter vonniste conform dien eisch. Kalkoenen gestolen. Op 13 Maart werden des nachts twee van de 11 kalkoenen uit den Hertenkamp gesto len. De twee mannen, die zich aan deze dief stal hadden schuldig gemaakt, en de eene, die op den uitkijk had gestaan, moesten Maandag voor den Politierechter verschij nen, maar één was maar gekomen. Hij kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De beide anderen, van wie de één een allesbe halve schoon strafblad had, kregen onder scheidenlijk 1 maand gevangenisstraf en f 35 boete of 25 dagen hechtenis. HAARLEMSCHE JONGEMANNEN- YEREEN1GING Zaterdagavond hield de Haarlemsche Jongemannenvereeniging haar 74e jaarver gadering in het gebouw in de Margaretha- straat. Nadat de avond door den voorzitter was geopend en eenige muzieknummers door het ensemble Hogenbirk waren ten gehoore gebracht en enkele liederen door mej. B. de Vries waren gezongen hield Ds. P. Veen, uit Utrecht, voorzitter van het Nederlandsch Jongelingsverbond, een feestrede. Spr. v:aarschuwde in zijn opgewekt maar ernstig woord tegen de sleur, die alle werk en ook het vcreenigings- en kerkelijk leven bedreigt. De jonge menschen van tegenwoordig too- nen over het algemeen veel te weinig bewo genheid ten opzichte van het "lot van hun kameraden. Er is een geweldig tekort aan geestdrift en aan toewijding. De menschen willen zich niet meer inspannen; zij zitten vast aan de techniek, die alles zoo gemakke lijk maakt. Van die techniek moeten de menschen weer worden losgemaakt en daar is het jongemannenwerk voor. „Bezint u voor uw taak", aldus spr., „dit brengt vanzelf tot bezinning op de methode. En daarbij moet er dan vooral rekening mee worden gehouden dat het oude moet aanpas sen bij de dingen van dezen tijd". Maar wat er ook verandere, steeds moe ten m het jongenswerk deze drie dingen be waard blijven; vriendschap, Bijbelstudie en gebed. Spr. vestigde verder de aandacht op de groote waarde van het kampeeren en wekte de aanwezige jongelui op, te trachten zoo veel mogelijk andere jongelui in hun kring te krijgen. De avond werd verder gevuld met muziek, zang en voordrachten. De Directëür der vereeniging, Ds. G. J- Waardenburg, sprak een slotwoord. Onder de aanwezigen waren cle heer Roo- denburg, wethouder en Ds. C. Veen, emeri tus-predikant bij de Ned. Herv. Gemeente alhier. KINDERVREUGD. Dit jaar zal het 25 jaar geleden zijn, dat deze vereeniging onder de bewoners van de Leidschebuurt werd opgericht met het doel om te komen tot het organiseeren van St. Nicolaasfeesten. Er is een feest-commissie gevormd (be staande uit de heeren M. de Vendt, voor zitter; Joh. J. IJkel, secretaris en mevr- IJzendoorn—Vellinga, penningmeesteresse) die zich tot B. en W. heeft gewend, met verzoek, om zich met inteekenlijsten tot de bewoners van het Leidsche kwartier te mo gen wenden, om bijdragen te verzamelen om dit 25-jarig jubileum op waardige wijze te kunnen vieren, niet alleen voor de kinderen, doch ook door een feest te organiseeren, waarvan de ouders met hunne kinderen kunnen profiteeren. JUBILEUM AAN DE CENTRALE WERKPLAATS Donderdag 18 April zal de heer N. Valk den dag herdenken, dat hij 25 jaar geleden in dienst trad bij de Centrale Werkplaats Voor den. heer Valk, die de laatste jaren tot baas is opgeklommen zal de dag ongetwij feld niet onopgemerkt voorbijgaan. MANNENKOOR CAECILIA. Dit Mannenkoor geeft Donderdag 25 April zijn voorjaars-concert, met medewerking van het Knapenkoor „Klein Caecilia", onder directie van den heer Nico Hoogerwerf. Als solisten werken mede de bekende zanger Louis van Tulder met werken van Mozart en Claude Debussy en dé jonge Haarlemsche violist Jan Hoeben, met werken van Handel, Corelli en Mendelssohn. De begeleiding is in handen van onzen stadgenoot den Heer Jac. Bijster. Het mannenkoor opent het concert met Ecce auomodo moritur, in memoriam wijlen den heer P. van Ooy, in leven eerevoorzitter der vereeeniging. Verder werken van Schu bert, Octave Isorë en het monumentale werk van L. F. Brandts Buys „Deus est nostra lux". Het knapenkoor zingt o.m. eenige werkjes van Cath. van Rennes. Met elkaar een interessant programma, hetwelk een mooien avond doet verwachten. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij; Turk, Oudeweg 77, drukwerk; v. Zandbergen, Julianapark 04, hond (kinderspeelgoed)Antonisse, Gasthuis laan 159, handschoen; Martenot, Bosch- en Vaartstraat 5, hangertje; Hartman, KI. Hei ligland 18, mandje bloemen; v. Wijk, Am sterdamstraat 3a, merkletter Bureau van po litie, Smedestraat, kinderportemonnaie; Uchtmann, Parklaan 96, portemonnai'e met inhoud: v. Meeuwen, Oosterduinweg 253, Aer- denhout, parapluie; Toepoel, Wilsonplein 3, z.g. studentenpet; Muusse, Ruychaverstraat 26 zw., Tekenschrift; Plantinga, Timorstraat 93, rijwielbelastr'ngmerk, sleutel en mes; Eeltjes, Judith Leijsterstr. 44, zakje met sleutels. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1423 DE VETER Je merkt dat do ve ter van een van je schoenen los is ge raakt besluit om er nu niets aan te doen, je bent toch zco thuis j dat daan van het ding maakt je ze nuwachtig en je pro beert het balanoee- rende te verhelpen dat balanceeren valt niet mee en dan die pakken enfin het moet maai- wachten misschien dat het tegen die lantaarn bete:* gaat maar daar komt mevrouw Jansen aan dat staat eigenlijk wel een beetje gek, i dan maar weer liever doorloopen de schoen gaat bijna uit, dan maar eens vooral verhelpen en nu is de veter nog gebroken en moet je toch met een uitslof- fenden schoen naar huis (Nadruk verboden.) DE „HEINRICH PODEUS". ZIT NOG VAST OP HET STRAND. Een dezer dagen werd een bericht ver spreid dat de „Heinrich Podeus", het ten Zuiden van Zandvoort gestrande stoom schip, bij vloed schommelde. Verwacht zou dus mogen worden, dat hij spoedig in staat zou zijn het ruime sop te kiezen. We hebben daarom nog eens de wandeling naar de „Heinrich Podeus" ondernomen en geconstateerd, dat de zee al flink hoog zal moeten komen wil zij het schip aan alle kanten bereiken, zoodat dus momenteel van schommelen geen sprake was. Integendeel het schip zit aan landzijde vrij diep in het zand en als er niet te groote tegenslagen komen, zal het toch wel gerui- men tijd duren voordat het in staat zal zijn te vertrekken. Zondag hebben ondanks het trieste weer, weer zeer velen een wandeling naar het schip ondernomen. De „Heinricih Podeus" is in dezen voortijd zeker een attractie voor Zandvoort. OVER KAMPEN EN KAMPEEREN Dr. C. Spoelder spreekt over kampen en kampeeren op Woensdagavond 17 April in het Kennemer Lyceum voor de Vrijz. Christ. Jeugd Centrale. ARBEIDSCONTRACT METAAL INDUSTRIE. Er gaat door de pers een mededeelmg, over de door de Nederlandsche Algemeene Ver eeniging van electro-technisehe werkgevers, afd. Rotterdam en de R.-K. Vereeniging van werkgevers in electro-technisehe bedrijven St. Anthonius te Rotterdam met de samen werkende metaalbewerkersbonden gevoerde onderhandelingen over het collectief ar beidscontract. Daarin wordt gesproken van een in een door de werkgevers met de be sturen van de metaalbewerkersbonden ge- holuden vergadering, gedane belofte, wolke belofte later gebroken zou zijn. De bestuur ders van de werkgeversverenigingen stellen er prijs op te verklaren, dat mededeelingen over een verbroken belofte geheel onjuist zijn, omdat geen enkele bindende belofte is afgelegd. De besturen van de werkgevers verenigingen kunnen in dergelijke thans weersproken berichten niet anders zien, dan een bewuste poging om een zekere stemming te wekken, waarvan thans wel reeds kan worden gezegd, dat het een rustige afdoe ning van de betreffende zaak niet bevor dert. Zij meenen voorloopig, met deze ver klaring te kunnen volstaan. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 cent. per regel. GEMENGD KOOR „POLYHYMNIA". Door bovengenoemd koor zal op Zondag 21 dezer in de Gemeentelijke Concertzaal een gecombineerd concert worden gegeven met de verenigingen „Crescendo" uit Noord- Scharwoude, „Zanglust" en A Capella kóor „Crescendo" beiden uit Amsterdam, alle staande onder leiding van den heer Willem Hespe. Ook het kinderkoor „Polyhymnia" zal zijn medewerking verleenen. HET GRONDBEDRIJF. Het terrein gelegen an het Santpoorter- plein, waarop is gebouwd de HJ3.S. B met 5- j. c-, behoort tot het gemeentelijk grondbe drijf. Een besluit tot terugneming van dat terrein uit gemeld bedrijf behoort derhalve door den raad te worden genomen. De te rugneming dient te worden geacht te zijn geschied met ingang van 1 Mei 1927. De waarde van het terrein groot pl.m. 3995 M2. is overeenkomstig de verordening be treffende het gemeentelijk grondbedrijf ge schat op 63.000. B. en W. stellen voor bedoeld terrein te gen deze waarde uit het gemeentelijk grond bedrijf terug te nemen. 31) Naar bet Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Het is vreemd dat er niets van de an dere juwee.len Is ontdekt, ging Lord Stair yoort. Dat is niet zoo heel vreemd, meende de hertog. Ze worden natuurlijk verborgen gehouden, tot de dieven denken, dat de zaak in het vergeetboek is geraakt. Dan zal men trachten ze te verkoope*\ waarschijnlijk in Holland. In Amsterdam zijn schatrijke dia manthandelaren. Het lijkt me nog zoo kort geleden dat ik de beide medaillons thuisbracht, zei Lord Stair peinzend. Waar is dat tweede medaillon gebleven, papa, dat van moeder zelf? Ik weet het niet, was het antwoord. Ja, tante Phamer beweert altijd dat je moeders kamenier, Phoebe Askern, ermee vandoor is gegaan. Het kan natuurlijk ook zijn dat het verloren is geraakt bij het spoor weg-ongeluk. We weten niet of je moeder het dien middag van het ongeluk droeg. Het vreemde van de geheele geschiede nis is, dat de vrouw niets wil zeggen. Heb je een belooning uitgeloofd Fulke? Neen, nog' niet, wat het. antwoord. We hadden altijd nog hoop dat juffrouw Grey zou spreken. Als ik in jouw plaats was zou ik een groote bclooning uitloven grcot genoeg om een van de bende in verzoeking te bren gen. Er werd een belooning van vierhonderd pond uitgeloofd voor ieder die inlichtingen zou kunnen geven over de gestolen juwee- len. HOOFDSTUK XLIV. Het mysterie van de Neatli-juweelon had tot nu toe met alle pogingen van Scotland Yard gespot. Mr. Barton was van liet begin overtuigd geweest van juffrouw Grey's schuld en zoo zeker van zijn zaak, dat hij in geen enkele andere richting nasporingen had gedaan. Hij kende verschillende dievenbenden en wist dat twee of drie hunner hun grootsten slag hadden geslagen met behulp van vrou wen. Maar al zijn pogingen bleven vruchte loos.... de juweelen kon hij niet achterhalen. De eenige oplossing leek hem nu naar Cla- vering te gaan en de zaak nog eens grondig te onderzoeken. Mr. Barton was een meester in de kunst van vermommen. Hij nam onder den naam van Arthur Carten als veehandelaar zijn in trek in de „Clavering Arms" trok er iederen da" op uit, praatte met de boeren uit den omtrek en won al spoedig het vertrouwen van den herbergier Hill. In de gelagimmer hoorde hij menig gesprek»over den hertog en hertogin van Neath, maar scheen er weinig belang in te stellen. Twee jonge boeren waren eens op een avond bezig te praten over paarden. Ik heb nooit iemand gezien die zooveel verstand had van paarden als die Londen- schen sinjeur, die hier zoo lang geweest is, Hill. Ja, hij had verstand van heel wat din gen, was hot antwoord. Ik voor mij ben niet zoo verzot op die heeren uit Lfonüen. Maar hij was toch hier om een boerde rij te koopen? zei de ander. Dat beweerde hij tenminste. Ik heb hem nooit recht vertrouwd, zei een kleine man, die zwijgend het gesprek had aangehoord. Hij was mij te mooi! De meisjes hier dachten er anders over, maar hij scheen alleen te geven om dat aar dige kamenlertje van het kasteel. Is hij hier later nooit terug geweest? Neen, en ik heb een idee dat we hem ook nooit terug zullen zien, meende de her bergier. Mr. Carten, de veehandelaar, mengde zich in het gesprek. De herbergier lichtte hem in: We heb ben hetover een mijnheer uit Londen, een knappe jonge vent; hij logeerde hier het vorige jaar. Hij was hier in den tijd van den diefstal; als ik mij goed herinner ging hij dienzelfden avond weg. Carter's belangstelling was gewekt. Deze jonge man was vertrokken op den avond van den diefstal. Deze woorden hadden hem ge- .troffen. Waarom had hij nooit tevoren hoo- ren spreken over dezen jonge man uit Lon den? Maar hij zei verder niets en luisterde naar het gesprek van de anderen. Hij hoorde hoe jaloersch Michael Hands was geweest! Een van de aanwezen meende dat een meisje wel gek moest wezen om een vent als Nesbitt te stellen boven Michael Hands. De naam Nesbitt was den detective onbe- kend. Doch dit beteekende niets. De man kon honderd namen hebben! Hij luisterde aandachtig verder. De jonge boer, die het eerst had gespro ken over Carles Nesbitt was aan het woord. Hij had verstand van paarden, maar van een boerderij wist hij niets. Ik geloof nooit dat hij een raap van een wartel kon onderscheiden. Toen hij mij vertelde dat hij een boerderij wou koopen, heb ik hem in zijn gezicht uitgelachen. Ik heb ook altijd gedacht dat er iets an ders achter stak, zei de herbergier. Maar waarom zou hij dan hier gekomen zijn als het niet was, zooals hij zei om een boerderij te koopen? vroeg de andere boer. Het is moeilijk om over zaken van een ander mensch te oordeelen. Waarvoor hij hier kwam, wist hij waarschijnlijk alleen zelf. Toen liep het gesprek over andere dingen, maar de detective had genoeg gehoord. Waarom had men hem dit niet eerder ver teld? Hij vroeg zich af of ooit iemand Char les Nesbitt en juffrouw Grey samen had ge zien. Het was mogelijk dat deze twee samen den diefstal op hun geweten hadden. Zij heeft hem binnengelaten en de wacht gehouden, terwijl hij de sofa openbrak, zei hij bij zichzelf. Zoo moet het zijn. Mr. Barton besloot nog een paar dagen in Clavering te blijven, voor mogelijke verdere informaties en dan naam Londen te gaan. Hij deed zijn uiterste best. Soms scheen het alsof hij een spoor vond, dan weer tasttte hij ge heel in het duister. Hij schreef den hertog: Het moest wel duizend pond zijn. Maar hoewel de hertog de premie tot dat bedrag verhoogde, kwam er nog steeds geen licht in de zaak. HOOFDSTUK XLV. Zij is zeker niet het gewone type van de vrouwen, die wij hier krijgen zei ds direc trice van de gevangenis tot den predikant. Ze hadden het over „no. 44". Als we ooit een dame hier hebben gehad, is zij er een. U schijnt, een goeden nadruk van haar te hebben, zei 'dc predikant. En met reden. Ze is hier in September van het vorige jaar gekomen, nu is het Juni, en we hebben nooit den minsten last met haar gehad! Ik heb het gevoel, dat, als we de gevangenis-deuren voor haar zouden openen, het haar niet eens zou kunnen schelen om vrij te zijn. Dat is al heel wonderlijk, zei de predi kant lachend. En toch is het waar. Een vrouw kan een vrouw misschien beter begrijpen. Ik geloof, dat er een groot mysterie in haar leven is. En ze is zóó vriendelijk tegen de andere ge vangenen, dat die haar letterlijk aanbid den. Het is jammer, zei de predikant, dat de worm zelfs knaagt aan den schoonsten vruchtboom. Ze is een goede vrouw, ging de direc trice voort. Dikwijls als ik in haar cel kom, vind ik haar geknield, haar indruk is dan volkomen als van iemand die veel ver driet, maar toch vrede heeft. Ik geloof, zei de predikant vriendelijk dat u haar door een te rooskleurigen bril bekijkt. En hiermee nam hij afscheid. Het gebeur de niet dikwijls dat de verstandige directrice zoo onder den indruk was gekomen van een gevangene. Toen het haar van deze no. 44 volgens de voorschriften was afgeknipt, had men ge merkt, dat het geverfd was en van nature een prachtig goudblonde kleur had. Het verbaast me, had de gevangene ge zegd dat het niet allaiig grijs is gewor den. Toen ze een paar maanden in de gevan genis was geweest was er een uitdrukking van diepen vrede in haar mooie oogen geko men. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6