H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 16 APRIL '929
(Nadruk verbodes; auteursrecht voorbehouden.)
Auto-Pech
f Pat drentelde huiverig heen en v?eer en
teek bezorgd naar de lucht, waaruit reeds
eenige druppels vielen. Nu moest het nog
gaan regenen ook! Zou ze maar niet naar
huis gaan? ?4aar de gedachte aan haar
ouders, doe vermoedelijk wel aan 't vechten
zouden zijn, en de schreeuwende kinderen,
deed Pat besluiten om maar liever een beetje
nat te worden. Daar brak al een hevige glet-
bui los. Pat's kleeren, die toch al niet te dik
waren werden in een oogenblik doorweekt.
Zoekend keek ze rond naar een schuilplaats,
maar zag niets dan een eenzamen auto. Met
een snelheid die verklaarbaar was, in haar
doorweekten toestand, rende ze erop af, ruk
te het portier open en verdween. Ze zakte
behagelijk in de zachte kussens neer. Dat
was haar nog nooit overkomen. Stel je voor,
Slimme Pat uit Londen's allerminste achter
buurt in een auto. Doordat ze echter erg ver
moeid was viel ze bijna onmiddellijk in slaap
en ontwaakte pas toen de auto in vollen
gang was.
Verschrikt staarde ze om zich heen. Lieve
hemel, waar ging ze nu naar toe. Bij het
licht van een voorbijgaande lantaarn zag ze
twee zwarte schaduwen voor zich zitten. On
getwijfeld hadden ze niet bemerkt dat ze een
passagier vervoerden. Pat vond het 't beste
om maar te wachten tot de auto stopte en
dan stilletjes er uit te glippen. De auto ver
minderde de vaart en door een plotselingen
impuls gedreven dook Pat op den vloer neer.
Ze leunde met haar rug tegen de bank aan.
Daar maakte de auto een scherpe bocht en
Pat greep zich angstig vast. Ze voelde den
houten wand achter zich wijken en tuimelde
in een ledige ruimte. Half versuft kroop ze
weer overeind en tastte in het rond. Ze
stootte met haar voet tegen een hard voor
werp aan en trok het haastig naar zich toe.
Het was een zak gevuld met.... inbrekers-
werktuigen.
Een geknars van remmen en de auto stop
te. Pat legde haastig den zak neer en kroop
in den versten hoek van de ruimte. Daar
werd het vak al geopend en de zak werd er
uit gehaald. Pat doorleefde angstige minu
ten en herademde pas toen ze het portier
van den auto hoorde sluiten.
Ze besloot om maar in het vak te blijven
wachten tot de inbrekers terug kwamen en
intusschen een middel te bedenken om ze
erin te laten loopen. Ze strekte zich een
beetje makkelijker uit in haar nauwe schuil
plaats en luisterde ingespannen of" ze nog
geen voetstappen hoorde.
Daar kwamen inderdaad menschen aan.
Ze waren het hoor! Het portier werd geopend
en Pat hoorde öe stemmen van haar onvrij
willige ontvoerders.
„Een gemakkelijk karweitje Jim".
„Ja", antwoordde de ander lachend, „en
een goede buit".
Het vak werd weer geopend en Pat voelde
dat een zware koffer tegen haar aan geduwd
werd. Ze hield zich echter doodstil en was
dolblij toen de heeren inbrekers weer weg
gingen. Even later was de auto weer op
gang en Pat kroop uit haar nauwe schuil
plaats.
Ze kwamen in een drukker gedeelte van
de stad en de auto moest door een verkeers
opstopping langzamer rijden. 'Ze opende
zachtjes het portier en ging op de treeplank
staan. Daarna stak ze een grooten spijker
dwars door den band en mengde zich tus-
schen de vooioijgangers.
Terwijl de bestuurder vloekend stopte, ren
de Pat naar de dichtstbijzijnde poütiepost.
Nog hijgend deed ze haar verhaal en gevolgd
door een half dozijntje agenten, plus een in
specteur, bereikte ze de plaats des onheils,
waar ze den auto nog aantrof, terwijl een
der inbrekers een reserveband aan het om
leggen was.
in een oogenblik waren ze geboeid en de
kostbare inhoud van deia auto aan den eige
naar teruggegeven. Dat Pat ook geen nadeel
van deze gebeurtenis had spreekt vanzelf.
VOOR DEN POLITIE
RECHTER.
Broederliefde.
Zijn broer zat In een cel in het Politiebu
reau en hij gunde hem zóó van harte de vrij
heid dat hij een poging waagde om hem te
bevrijden. Daarom klom hij in den nacht
van 18 op 19 Maart over een hek in de Wijn
gaardstraat en arriveerde via een afvoer
pijp op de achterplaats van het Politiebu
reau. Vandaar ging hij de cellengang in en
opende de luikjes van de cellen, tot dat hij in
één cel zijn broer ontdekte en met hem kon
spreken. Hij had een ijzerzaag meegenomen
maar die was hem van geen nut,
Tenslotte werd hij door een agent opge
merkt en gearresteerd.
Hij wist zich nu van de geheele zaak niets
meer te herinneren.
Het bleek dat bij in den tijd van 6 jaar al
8 straffen had ondergaan.
Hen kreeg er nu voor zijn bevrijdingspo
ging nog een straf bij: nl. één maand gevan
genisstraf. Hij vond het „niet veel". Een vrij
ongewone uiting voor een verdachte!
Vrijgesproken.
Een chauffeur van dc Brockway Mij. liet
zich op 'n Maandag ziek melden. Maar des
avonds stapte hij als passagier in een
Brockwaybus, waarin hij een controleur aan
trof.
„Hé", zei deze, „ik dacht dat je ziek was?"
En hij maakte rapport van het geval.
Het gevolg van een en ander was dat de con
troleur zich den volgenden dag ten huize
van den chauffeur vervoegde om zijn uni
form, kaartjes en het geld dat hij nog moest
afdragen, te halen. Daarna zouden de relaties
tusschen den chauffeur en de maatschappij
worden afgebroken.
De man moest nog afdragen voor een
waarde van f 155 aan kaartjes en f 14.51 aan
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
hm* T-Urn-Zc/c*.
geld. Maar dit geld weigerde hij te geven. Hij
kreeg nog loon van de Maatschappij en zou
de zaak wel op het kantoor komen regelen.
Dit heeft hij echter nooit gedaan en toen een
poging van den directeur der Brockway om
tot een minnelijke schikking te komen, mis
lukt was, werd een aanklacht wegens ver
duistering ingediend.
Aan de politie had verdachte verklaard,
dat hij het geld te eigen bate had aangewend,
maar dat hij niet de bedoeling had gehad
het te verduisteren.
Het O.M. eischte f 25 boete of f 25 dagen
hechtenis, maar de Politierechter achtte op
zet tot verduistering niet bewezen en sprak
den man vrij.
Arme hond!
Bij een vechtpartij ln de Jansstraat in den
nacht van 9 op 10 Maart gebeurde het dat
J. V. weigerde zich op bevel van de recher
cheurs, die hadden ingegrepen, in een be
paalde richting te verwijderen.
Een politiehond liep bij dit geval eenige
ernstige steken op. zoodat hij bloedend ver
wond werd. Het getuigenverhoor wees uit, dat
V. een stekende beweging had gemaakt naar
den hond en later was een dolkmes bij het
terrein van den strijd gevonden.
Verdachte ontkende nu, met dit mes ge
stoken te hebben; hij had het alleen opge
raapt. Het was door een van de vechters naar
hem toe gegooid.
„Maar de rechercheurs moeten mij altijd
hebben", zei V. „En dat komt doordat eens
twee rechercheurs aan mij gevraagd hebben:
„Weet je nog wat voor ons?" en ik toen ge
antwoord heb: „Zoek zelf maar! Jullie zijn
politiemannen!"
De eisch luidde 3 weken gevangenisstraf en
de Politierechter vonniste conform dien
eisch.
Kalkoenen gestolen.
Op 13 Maart werden des nachts twee van
de 11 kalkoenen uit den Hertenkamp gesto
len.
De twee mannen, die zich aan deze dief
stal hadden schuldig gemaakt, en de eene,
die op den uitkijk had gestaan, moesten
Maandag voor den Politierechter verschij
nen, maar één was maar gekomen. Hij kreeg
een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3
maanden met een proeftijd van 3 jaar. De
beide anderen, van wie de één een allesbe
halve schoon strafblad had, kregen onder
scheidenlijk 1 maand gevangenisstraf en
f 35 boete of 25 dagen hechtenis.
HAARLEMSCHE JONGEMANNEN-
YEREEN1GING
Zaterdagavond hield de Haarlemsche
Jongemannenvereeniging haar 74e jaarver
gadering in het gebouw in de Margaretha-
straat.
Nadat de avond door den voorzitter was
geopend en eenige muzieknummers door
het ensemble Hogenbirk waren ten gehoore
gebracht en enkele liederen door mej. B. de
Vries waren gezongen hield Ds. P. Veen, uit
Utrecht, voorzitter van het Nederlandsch
Jongelingsverbond, een feestrede.
Spr. v:aarschuwde in zijn opgewekt maar
ernstig woord tegen de sleur, die alle werk
en ook het vcreenigings- en kerkelijk leven
bedreigt.
De jonge menschen van tegenwoordig too-
nen over het algemeen veel te weinig bewo
genheid ten opzichte van het "lot van hun
kameraden. Er is een geweldig tekort aan
geestdrift en aan toewijding. De menschen
willen zich niet meer inspannen; zij zitten
vast aan de techniek, die alles zoo gemakke
lijk maakt. Van die techniek moeten de
menschen weer worden losgemaakt en daar
is het jongemannenwerk voor.
„Bezint u voor uw taak", aldus spr., „dit
brengt vanzelf tot bezinning op de methode.
En daarbij moet er dan vooral rekening mee
worden gehouden dat het oude moet aanpas
sen bij de dingen van dezen tijd".
Maar wat er ook verandere, steeds moe
ten m het jongenswerk deze drie dingen be
waard blijven; vriendschap, Bijbelstudie en
gebed.
Spr. vestigde verder de aandacht op de
groote waarde van het kampeeren en wekte
de aanwezige jongelui op, te trachten zoo
veel mogelijk andere jongelui in hun kring
te krijgen.
De avond werd verder gevuld met muziek,
zang en voordrachten.
De Directëür der vereeniging, Ds. G. J-
Waardenburg, sprak een slotwoord.
Onder de aanwezigen waren cle heer Roo-
denburg, wethouder en Ds. C. Veen, emeri
tus-predikant bij de Ned. Herv. Gemeente
alhier.
KINDERVREUGD.
Dit jaar zal het 25 jaar geleden zijn, dat
deze vereeniging onder de bewoners van de
Leidschebuurt werd opgericht met het doel
om te komen tot het organiseeren van St.
Nicolaasfeesten.
Er is een feest-commissie gevormd (be
staande uit de heeren M. de Vendt, voor
zitter; Joh. J. IJkel, secretaris en mevr-
IJzendoorn—Vellinga, penningmeesteresse)
die zich tot B. en W. heeft gewend, met
verzoek, om zich met inteekenlijsten tot de
bewoners van het Leidsche kwartier te mo
gen wenden, om bijdragen te verzamelen om
dit 25-jarig jubileum op waardige wijze te
kunnen vieren, niet alleen voor de kinderen,
doch ook door een feest te organiseeren,
waarvan de ouders met hunne kinderen
kunnen profiteeren.
JUBILEUM AAN DE CENTRALE
WERKPLAATS
Donderdag 18 April zal de heer N. Valk
den dag herdenken, dat hij 25 jaar geleden
in dienst trad bij de Centrale Werkplaats
Voor den. heer Valk, die de laatste jaren tot
baas is opgeklommen zal de dag ongetwij
feld niet onopgemerkt voorbijgaan.
MANNENKOOR CAECILIA.
Dit Mannenkoor geeft Donderdag 25 April
zijn voorjaars-concert, met medewerking
van het Knapenkoor „Klein Caecilia", onder
directie van den heer Nico Hoogerwerf. Als
solisten werken mede de bekende zanger
Louis van Tulder met werken van Mozart en
Claude Debussy en dé jonge Haarlemsche
violist Jan Hoeben, met werken van Handel,
Corelli en Mendelssohn. De begeleiding is in
handen van onzen stadgenoot den Heer Jac.
Bijster.
Het mannenkoor opent het concert met
Ecce auomodo moritur, in memoriam wijlen
den heer P. van Ooy, in leven eerevoorzitter
der vereeeniging. Verder werken van Schu
bert, Octave Isorë en het monumentale werk
van L. F. Brandts Buys „Deus est nostra
lux". Het knapenkoor zingt o.m. eenige
werkjes van Cath. van Rennes.
Met elkaar een interessant programma,
hetwelk een mooien avond doet verwachten.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij; Turk, Oudeweg 77,
drukwerk; v. Zandbergen, Julianapark 04,
hond (kinderspeelgoed)Antonisse, Gasthuis
laan 159, handschoen; Martenot, Bosch- en
Vaartstraat 5, hangertje; Hartman, KI. Hei
ligland 18, mandje bloemen; v. Wijk, Am
sterdamstraat 3a, merkletter Bureau van po
litie, Smedestraat, kinderportemonnaie;
Uchtmann, Parklaan 96, portemonnai'e met
inhoud: v. Meeuwen, Oosterduinweg 253, Aer-
denhout, parapluie; Toepoel, Wilsonplein 3,
z.g. studentenpet; Muusse, Ruychaverstraat 26
zw., Tekenschrift; Plantinga, Timorstraat 93,
rijwielbelastr'ngmerk, sleutel en mes; Eeltjes,
Judith Leijsterstr. 44, zakje met sleutels.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1423
DE VETER
Je merkt dat do ve
ter van een van je
schoenen los is ge
raakt
besluit om er nu
niets aan te doen, je
bent toch zco thuis j
dat daan van het
ding maakt je ze
nuwachtig en je pro
beert het balanoee-
rende te verhelpen
dat balanceeren valt
niet mee en dan die
pakken enfin het
moet maai- wachten
misschien dat het
tegen die lantaarn
bete:* gaat maar
daar komt mevrouw
Jansen aan
dat staat eigenlijk
wel een beetje gek, i
dan maar weer liever
doorloopen
de schoen gaat bijna
uit, dan maar eens
vooral verhelpen
en nu is de veter nog
gebroken en moet je
toch met een uitslof-
fenden schoen naar
huis
(Nadruk verboden.)
DE „HEINRICH PODEUS".
ZIT NOG VAST OP HET STRAND.
Een dezer dagen werd een bericht ver
spreid dat de „Heinrich Podeus", het ten
Zuiden van Zandvoort gestrande stoom
schip, bij vloed schommelde. Verwacht zou
dus mogen worden, dat hij spoedig in staat
zou zijn het ruime sop te kiezen.
We hebben daarom nog eens de wandeling
naar de „Heinrich Podeus" ondernomen en
geconstateerd, dat de zee al flink hoog zal
moeten komen wil zij het schip aan alle
kanten bereiken, zoodat dus momenteel van
schommelen geen sprake was.
Integendeel het schip zit aan landzijde vrij
diep in het zand en als er niet te groote
tegenslagen komen, zal het toch wel gerui-
men tijd duren voordat het in staat zal zijn te
vertrekken.
Zondag hebben ondanks het trieste weer,
weer zeer velen een wandeling naar het
schip ondernomen.
De „Heinricih Podeus" is in dezen voortijd
zeker een attractie voor Zandvoort.
OVER KAMPEN EN KAMPEEREN
Dr. C. Spoelder spreekt over kampen en
kampeeren op Woensdagavond 17 April in
het Kennemer Lyceum voor de Vrijz. Christ.
Jeugd Centrale.
ARBEIDSCONTRACT METAAL
INDUSTRIE.
Er gaat door de pers een mededeelmg, over
de door de Nederlandsche Algemeene Ver
eeniging van electro-technisehe werkgevers,
afd. Rotterdam en de R.-K. Vereeniging van
werkgevers in electro-technisehe bedrijven
St. Anthonius te Rotterdam met de samen
werkende metaalbewerkersbonden gevoerde
onderhandelingen over het collectief ar
beidscontract. Daarin wordt gesproken van
een in een door de werkgevers met de be
sturen van de metaalbewerkersbonden ge-
holuden vergadering, gedane belofte, wolke
belofte later gebroken zou zijn. De bestuur
ders van de werkgeversverenigingen stellen
er prijs op te verklaren, dat mededeelingen
over een verbroken belofte geheel onjuist
zijn, omdat geen enkele bindende belofte is
afgelegd. De besturen van de werkgevers
verenigingen kunnen in dergelijke thans
weersproken berichten niet anders zien, dan
een bewuste poging om een zekere stemming
te wekken, waarvan thans wel reeds kan
worden gezegd, dat het een rustige afdoe
ning van de betreffende zaak niet bevor
dert. Zij meenen voorloopig, met deze ver
klaring te kunnen volstaan.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 cent.
per regel.
GEMENGD KOOR „POLYHYMNIA".
Door bovengenoemd koor zal op Zondag 21
dezer in de Gemeentelijke Concertzaal een
gecombineerd concert worden gegeven met
de verenigingen „Crescendo" uit Noord-
Scharwoude, „Zanglust" en A Capella kóor
„Crescendo" beiden uit Amsterdam, alle
staande onder leiding van den heer Willem
Hespe.
Ook het kinderkoor „Polyhymnia" zal zijn
medewerking verleenen.
HET GRONDBEDRIJF.
Het terrein gelegen an het Santpoorter-
plein, waarop is gebouwd de HJ3.S. B met 5-
j. c-, behoort tot het gemeentelijk grondbe
drijf. Een besluit tot terugneming van dat
terrein uit gemeld bedrijf behoort derhalve
door den raad te worden genomen. De te
rugneming dient te worden geacht te zijn
geschied met ingang van 1 Mei 1927.
De waarde van het terrein groot pl.m. 3995
M2. is overeenkomstig de verordening be
treffende het gemeentelijk grondbedrijf ge
schat op 63.000.
B. en W. stellen voor bedoeld terrein te
gen deze waarde uit het gemeentelijk grond
bedrijf terug te nemen.
31)
Naar bet Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME.
Het is vreemd dat er niets van de an
dere juwee.len Is ontdekt, ging Lord Stair
yoort.
Dat is niet zoo heel vreemd, meende de
hertog. Ze worden natuurlijk verborgen
gehouden, tot de dieven denken, dat de zaak
in het vergeetboek is geraakt. Dan zal men
trachten ze te verkoope*\ waarschijnlijk in
Holland. In Amsterdam zijn schatrijke dia
manthandelaren.
Het lijkt me nog zoo kort geleden dat
ik de beide medaillons thuisbracht, zei Lord
Stair peinzend.
Waar is dat tweede medaillon gebleven,
papa, dat van moeder zelf?
Ik weet het niet, was het antwoord.
Ja, tante Phamer beweert altijd dat je
moeders kamenier, Phoebe Askern, ermee
vandoor is gegaan. Het kan natuurlijk ook
zijn dat het verloren is geraakt bij het spoor
weg-ongeluk. We weten niet of je moeder het
dien middag van het ongeluk droeg.
Het vreemde van de geheele geschiede
nis is, dat de vrouw niets wil zeggen.
Heb je een belooning uitgeloofd Fulke?
Neen, nog' niet, wat het. antwoord.
We hadden altijd nog hoop dat juffrouw
Grey zou spreken.
Als ik in jouw plaats was zou ik een
groote bclooning uitloven grcot genoeg
om een van de bende in verzoeking te bren
gen.
Er werd een belooning van vierhonderd
pond uitgeloofd voor ieder die inlichtingen
zou kunnen geven over de gestolen juwee-
len.
HOOFDSTUK XLIV.
Het mysterie van de Neatli-juweelon had
tot nu toe met alle pogingen van Scotland
Yard gespot. Mr. Barton was van liet begin
overtuigd geweest van juffrouw Grey's
schuld en zoo zeker van zijn zaak, dat hij
in geen enkele andere richting nasporingen
had gedaan.
Hij kende verschillende dievenbenden en
wist dat twee of drie hunner hun grootsten
slag hadden geslagen met behulp van vrou
wen. Maar al zijn pogingen bleven vruchte
loos.... de juweelen kon hij niet achterhalen.
De eenige oplossing leek hem nu naar Cla-
vering te gaan en de zaak nog eens grondig
te onderzoeken.
Mr. Barton was een meester in de kunst
van vermommen. Hij nam onder den naam
van Arthur Carten als veehandelaar zijn in
trek in de „Clavering Arms" trok er iederen
da" op uit, praatte met de boeren uit den
omtrek en won al spoedig het vertrouwen
van den herbergier Hill. In de gelagimmer
hoorde hij menig gesprek»over den hertog en
hertogin van Neath, maar scheen er weinig
belang in te stellen.
Twee jonge boeren waren eens op een
avond bezig te praten over paarden.
Ik heb nooit iemand gezien die zooveel
verstand had van paarden als die Londen-
schen sinjeur, die hier zoo lang geweest is,
Hill.
Ja, hij had verstand van heel wat din
gen, was hot antwoord. Ik voor mij ben
niet zoo verzot op die heeren uit Lfonüen.
Maar hij was toch hier om een boerde
rij te koopen? zei de ander.
Dat beweerde hij tenminste.
Ik heb hem nooit recht vertrouwd, zei
een kleine man, die zwijgend het gesprek
had aangehoord. Hij was mij te mooi!
De meisjes hier dachten er anders over,
maar hij scheen alleen te geven om dat aar
dige kamenlertje van het kasteel. Is hij
hier later nooit terug geweest?
Neen, en ik heb een idee dat we hem
ook nooit terug zullen zien, meende de her
bergier.
Mr. Carten, de veehandelaar, mengde zich
in het gesprek.
De herbergier lichtte hem in: We heb
ben hetover een mijnheer uit Londen, een
knappe jonge vent; hij logeerde hier het
vorige jaar. Hij was hier in den tijd van den
diefstal; als ik mij goed herinner ging hij
dienzelfden avond weg.
Carter's belangstelling was gewekt. Deze
jonge man was vertrokken op den avond van
den diefstal. Deze woorden hadden hem ge-
.troffen. Waarom had hij nooit tevoren hoo-
ren spreken over dezen jonge man uit Lon
den? Maar hij zei verder niets en luisterde
naar het gesprek van de anderen. Hij hoorde
hoe jaloersch Michael Hands was geweest!
Een van de aanwezen meende dat een meisje
wel gek moest wezen om een vent als Nesbitt
te stellen boven Michael Hands.
De naam Nesbitt was den detective onbe-
kend. Doch dit beteekende niets. De man
kon honderd namen hebben! Hij luisterde
aandachtig verder.
De jonge boer, die het eerst had gespro
ken over Carles Nesbitt was aan het woord.
Hij had verstand van paarden, maar
van een boerderij wist hij niets. Ik geloof
nooit dat hij een raap van een wartel kon
onderscheiden. Toen hij mij vertelde dat
hij een boerderij wou koopen, heb ik hem in
zijn gezicht uitgelachen.
Ik heb ook altijd gedacht dat er iets an
ders achter stak, zei de herbergier.
Maar waarom zou hij dan hier gekomen
zijn als het niet was, zooals hij zei om een
boerderij te koopen? vroeg de andere boer.
Het is moeilijk om over zaken van een
ander mensch te oordeelen. Waarvoor hij
hier kwam, wist hij waarschijnlijk alleen
zelf.
Toen liep het gesprek over andere dingen,
maar de detective had genoeg gehoord.
Waarom had men hem dit niet eerder ver
teld? Hij vroeg zich af of ooit iemand Char
les Nesbitt en juffrouw Grey samen had ge
zien. Het was mogelijk dat deze twee samen
den diefstal op hun geweten hadden.
Zij heeft hem binnengelaten en de wacht
gehouden, terwijl hij de sofa openbrak, zei
hij bij zichzelf. Zoo moet het zijn.
Mr. Barton besloot nog een paar dagen in
Clavering te blijven, voor mogelijke verdere
informaties en dan naam Londen te gaan. Hij
deed zijn uiterste best. Soms scheen het alsof
hij een spoor vond, dan weer tasttte hij ge
heel in het duister. Hij schreef den hertog:
Het moest wel duizend pond zijn.
Maar hoewel de hertog de premie tot dat
bedrag verhoogde, kwam er nog steeds geen
licht in de zaak.
HOOFDSTUK XLV.
Zij is zeker niet het gewone type van de
vrouwen, die wij hier krijgen zei ds direc
trice van de gevangenis tot den predikant. Ze
hadden het over „no. 44". Als we ooit een
dame hier hebben gehad, is zij er een.
U schijnt, een goeden nadruk van haar
te hebben, zei 'dc predikant.
En met reden. Ze is hier in September
van het vorige jaar gekomen, nu is het Juni,
en we hebben nooit den minsten last met
haar gehad! Ik heb het gevoel, dat, als we
de gevangenis-deuren voor haar zouden
openen, het haar niet eens zou kunnen
schelen om vrij te zijn.
Dat is al heel wonderlijk, zei de predi
kant lachend.
En toch is het waar. Een vrouw kan een
vrouw misschien beter begrijpen. Ik geloof,
dat er een groot mysterie in haar leven is.
En ze is zóó vriendelijk tegen de andere ge
vangenen, dat die haar letterlijk aanbid
den.
Het is jammer, zei de predikant, dat
de worm zelfs knaagt aan den schoonsten
vruchtboom.
Ze is een goede vrouw, ging de direc
trice voort. Dikwijls als ik in haar cel
kom, vind ik haar geknield, haar indruk is
dan volkomen als van iemand die veel ver
driet, maar toch vrede heeft.
Ik geloof, zei de predikant vriendelijk
dat u haar door een te rooskleurigen bril
bekijkt.
En hiermee nam hij afscheid. Het gebeur
de niet dikwijls dat de verstandige directrice
zoo onder den indruk was gekomen van een
gevangene.
Toen het haar van deze no. 44 volgens de
voorschriften was afgeknipt, had men ge
merkt, dat het geverfd was en van nature
een prachtig goudblonde kleur had.
Het verbaast me, had de gevangene ge
zegd dat het niet allaiig grijs is gewor
den.
Toen ze een paar maanden in de gevan
genis was geweest was er een uitdrukking
van diepen vrede in haar mooie oogen geko
men.
(Wordt vervolgd.).