HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN HET SLOTBAL DER MARTINS DINSDAG 16 APRIL 1929 DERDE BLAD No. 3810 SPOORREISJES. Er zijn menschen (en misschien meer dan wij wel denken) die soms zoo genoeg krijgen van de eentonigheid van het dagelijksch be staan dat zij wel naar het spoorwegstation zouden willen gaan en op goed geluk af in den eersten trein stappen, zonder te weten waar zij zouden belanden; deze onzekerheid is dan juist de groote aantrekkelijkheid van het geval. Dat kan! Maar alleen met een perronkaartje want de controleur zou zoo'n reiziger die heelemaal geen plaatsbewijs ver- toonen kan, anders al dadelijk niet doorlaten. Vervolgens kun je de oogen dichtdoen en in een coupé stappen, volmaakt onzeker of je zult vertrekken in de richting Den Haag of in de richting Noord-Scharwoude. In de richting, zeg ik, want .die plaatsen zelf bereik je nooit. Lang van te voren heeft een con ducteur, die wel dienstvoorschriften maar geen fantasie heeft, je al naar je kaartje ge vraagd en wanneer je dan het perronkaartje durft vertoonen of dat maar liever achter wege laat, heeft de conducteur je al op het perron gedaagd en je voor den chef gesleept, die haring of kuit wil hebben en verlangt te weten waar je heenreist. Waag het dan eens te zeggen, dat je het niet weet en ook niet weten wilt en hij haalt subiet een zenuw arts, die je onderzoekt vooral in de rich ting Noord-Scharwoude bestaat die mogelijk heid overvloedig. Probeer het dus maar liever niet en blijf braaf bij je dagelijksch werk. al verveelt je dat ook buitengewoon. De zekerheid is ook wat. Dergelijke vluchtplannen plagen mij niet meer, maar ik heb wel een kinderlijk genoe gen in reizen, al is het niet verder dan tot Uitgeest. Je ziet er weer eens andere men schen en ongewone tafreeltjes en kunt in een trein op het oogenblik van vertrekken zitten wachten zonder zelfverwijt dat je niets uitvoei"t. Ik moest dan per trein naar Zaandam en telde daarbij verschillende klei ne merkwaardigheden op. In de eerste niaats, dat het station tp Amsterdam er na de laatste uitbreiding voor de reizigers niet prettiger op geworden is. Vroeger wist je precies, waar de treinen in de richting Hilversum, Utrecht, Haarlem en de Zaanstreek vertrokken. Naderhand zijn die op de meest fantastische manier door het station verspreid, als erwten in een mandje. Je kunt het tweede, derde, vierde of vijfde perron moeten hebben (het eerste bijna nooit, dat gereserveerd schijnt te wor den voor den chef, het personeel en hunne kinderlijke spelen), maar wanneer de trein van laat ons zeggen 14.10 naar Haarlem van het derde'perron is vertrokken, bestaat er niet de minste zekerheid, dat die van 14.25 dat voorbeeld volgen zal. Integendeel is de kans groot, dat die trein dan de voor keur geeft aan perron II of perron IV. Sedert de Hollandsche Spoor en de Staats spoor elkaar gevonden en door het uitscha kelen van de concurrentie er een ambtelijk bedrijf van gemaakt hebben is die practische perronregeling "an vroeger vervangen dooi de ingewikkelde bovengenoemd, waarschijn lijk onder de leus: als een regeling eenvou dig is, zou het lijken alsof 't spoorwegwezen geen kunst was. Nu, als ingewikkeldheid wel kunst is, moeten wij. die perron-aanduiding hartelijk bewonderen, want naast de gedruk te plakkaten zijn beschreven strooken aan geplakt, die de gedrukte mededeelingen hoe zal ik zeggen weer terugnemen, veranderen of verbeteren. Als bijvooi'beeld op het ge drukte biljet wordt vei-zekerd, dat trein 16.15 van perron H vertrekt, heb je net nog den tijd om daarheen te rennen en komt hijgend en blazend op perron II, precies vroeg genoeg om te zien, dat je trein op dat moment van perron I afrijdt; ga je dan het biljet weer nazien, dan staat inderdaad op een met blauw polood geschreven mededeeling te lezen, dat trein 16.15 „vandaag" vertrekt van peri'on I. 'Een groot station met hooge trappen is toch al een ramp voor alle menschen boven de 50 jaar, waarvan de meesten slecht ter been zijn, zonder dat de spoorwegmannen begrepen hebben, dat er voor deze mexxschen een flinke lift behoorde te wezen. Maar die perronaanwijzingen zijn bovendien nog vlak bij de trappen neergezet, zoodat de zenuw achtige en haastig door brillen turende men schen de andere reizigers bij de trapopening leelijk hinderen en door dezen op hun beurt gehinderd worden. Zoo gaat het, wanneer er geen concurren tie is. Dat kun je ook zien op de lijn Am sterdam—Helder aan het oude materiaal, verschoten kussens op de banken en wagen modellen van 't jaar nul. Aandoenlijk is daarentegen de zorg, waarmee een kellner van het buffetgebouwtje op het 4e peri-on de ruiten afstoft. Hoe vaak doet de brave man dat per dag? Merkwaardig is ook, dat op den trein waarvan een conducteur mij verzekerd heeft dat hij naar de Zaan gaat, rustig bor- dc-n hangen Haarlem—Zandvoort. Een derde bijzonderheid is, dat op het kasregister in het buffet van het 5de perron een verlaten pet ligt, met een gouden band er omheen. Is dit een symbool in den geest van: „pas op, d°. chef wil niet dat uit dit kasregister ge gapt wordt!" Hij is er zelf wel niet, maar hier ligt toch zijn pet. In de verte nadert de schelle stem van den krantenjongen. Helaas, hij roept de reeks van vroeger niet meer af. Het mag niet meer, er ontstond, heb ik vernomen, bloe dige concurrentie door. "Maar wat is een Ako die niet schreeuwt? Een doofstomme ka narie, een rad.io buiten bezetten tijd. Hoog stens steekt dê jongen zijn brutale snuit om den hoek van de coupé en fluistert hij be klemd vanwege het doodsgevaar: „de Lach, meneer? het Humoristisch Weekblad?" Achter hem aan komt zijn tweelingbroe der, de beheerder van den restauratiewagen. In zijn bedrijf is een groote verbetering ge komen, daar alles wat schilloos gegeten wordt, brood en zoo. netjes in papier ver pakt is. Hoe heb ik wel in vroeger dagen gegriezeld van zwarte vingers, die mij een broodje wilden toereiken het was inder daad te vreeselijk. En al kun je op een stof fig station onmogelijk je vingers schoon houden, toen heb ik toch gezegd: nee, laat maar" en een sinaasappel gevraagd, waar ik niet van hou. Maar er komt een eind aan mijn bespie gelingen. De chef steekt zijn waaier op. Wij vertrekken. Er er komt een wonderlijke ge dachte bij mij op, namelijk: „hoe gelukkig, dat de dames tegenwoordig geen waaiers meer gebruiken. Hoe vaak zouden anders buigende heeren, forensen en andere reizi gers in de balzaal niet opkijken om te zien. welke trein nu weer vertrekken gaat en of het misschien de hunne is. Zoo schikt de Natuur het alles ten beste. Toen de stationschefs met waaiertjes gingen werken, raakten die meteen in de balzaal uit de mode. J. C. P. HET TOONEEL. NIEUW NEDERLANDSCH TOONÈEL. ALLES VOOR DE KINDEREN. Tooneelspel in 3 bedrijven van Philip Reach. „Alles voor de Kinderen", het tooneelspel, dat gisteren op een abonnementsvoorstelling door het Nieuw Nedei'landsch Tooneel werd gespeeld, had door drie verschillende auteurs geschreven kunnen zijn: het begin door een modern voelend, ernstig schrijver, het mid dengedeelte door een braaf, ietwat sentimen teel mensch en het slotbedrijf door een grappenmaker, die het leven niet al te veel „au serieux" neemt. Dat drieledige in dit Amerikaansche stuk is er de groote zwak heid van. De eerste helft waarvoor de moderxx voelende, ernstige man verantwoordelijk is is verreweg het beste deel. De heer en mevrouw Ingals wachten met bijna aandoen lijke liefde met Kerstmis op hun kinderen. Al hun denken is voor de kinderen; voor de kinderen offeren zij alles op. Het is een alleraardigst, lief tooneeltje, als eerst Hugh, de oudste zoon en dan later in uitgelaten vreugde Bradley, de tweede en Lois, het dochtertje, met vacantie thuis komen. Het is, of het tooneel plots ge vuld wordt met louter jeugd en zonnig ge luk en dit tafereeltje wat uitbundig maar met groote hartelijkheid en overtuiging door de leden van 't Nieuw Nederlandsch Tooneel werd gespeeld was zoo aantrekkelijk, dat heel de volle zaal meeleefde en meege noot met de vreugde van deze goede, brave ouders. Maar dan komt voor, vader en moeder Ingals al heel spoedig de teleurstelling. De kinderen, op wie zij met zoo'n aandoenlijke liefde hebben gewacht, zijn anders dan de ouders. Vader en moeder nemen slechts een heel klein deel in van hun denken; de kin deren zien hen zelfs bijna geheel over het hoofd. Na de eerste hartelijke ontmoeting, bestaan vader en moeder nauwelijks nog voor hen. Zij denken louter aan zich zelve en voelen niet eens hoe wreed zij zijn, wan neer zij den eersten avond hun ouders reeds alleen laten. Vader en moeder Ingals zitten aan het slot van I weer met hun beiden aan tafel alsof zij geen kinderen hebben precies als in het begin. Het was een schrijnend tooneeltje, dat ons veel voor de volgende bedrijven verwachten deed. Want in dit simpel tooneeltje lag heel de tragiek vaxx twee ouders, die op een gegeven oogenblik tot de ontdekking komen, dat zij ondanks al hun liefde en oooffering hun kinderen gaan verliezen. Wij dachten niet anders dan dat de Amerikaansche schrijver op dit waarlijk zeer mooie en algemeen mensche- lijke gegeven., zijn stuk zou bouwen en het eerste tafereel van II versterkte ons in die gedachte. De brave Ingals, zwaar en grof beleedigd door zijn „werkgever", neemt ten einde raad ontslag uit zijn betrekking, waardoor hij niet meer in staat is zijn kinderen als 'tot nu toe financieel t:. steunen. Wij wachtten nu als het ware op het conflict, dat de schrijver zoo uitvoerig had voorbereid. Toen het doek voor het derde tafereel weer opging en de kinderen verschenen, was de atmosfeer voor het conflict als geschapen en wij meen den niet anders dan de kinderen in hun moderne zelfzucht tegenover de ouders te zullen zien staan. Hierop was heel het stuk immers met bijna wreede consequentie ge bouwd. Maar dat o.urfde Reach blijkbaar niet aan en hij reikt de pen op dat oogen blik over aan den tweeden, den sentimen- teelen schrijver met het medelijdend hart. Die houdt veel te veel van de twee bi-ave ouders om hun dat verdriet aan te doen en hij gaat absoluut onverschillig voor den opzet en de voorbereiding van zijn collega in I op eens een heel andere richting in. Hij pleegt wanneer hij Hugh, Bradley en Lois geheel onvei'wachts de partij vaxx den vader laat kiezen en hen van hax'telooze egoïsten xh liefhebbende kinderen verandert artistiek geweld aan het stuk, maar hij komt daaimee tegemoet aan den smaak van het Amerikaansche publiek, dat van een zoo pijnlijk en wreed conflict als tusschen ouders en kinderen men denke eens, wat onze Heijermans van zulk een gegeven zou hebben gemaakt! niets moet hebben. En te oordee- len naar het zeer geestdriftig applaus na II is het wel zeker, dat ook de Haarlemmers Reach dankbaar waren, dat hij zich na het tweede tafereel bedacht en den braven Ingals voor het grootste verdriet gespaard had. Na de pauze gaf Reach plotseling aan allen ernst de brui en reikte hij de pen aan een derde over, die het leven geheel van den luchtigen kant opneemt. Die wist blijkbaar heelemaal niet, hoe hij met het geval aan moest en maakte er maar 'n grapje van. Toen bleef er van het eigenlijke conflict niets en van het heele stuk bitter weinig over. Maar het grootste deel van het publiek gaat vol daan naar huis, want de brave Ingals is „ge borgen" en van den pijnlijken strijd tusschen ouders en kinderen is gelukkig niets gekomen, Er is op de wex-eld al strijd genoeg niet waar? waarom moeten wij het in den schouwburg dan ook nog meemaken. Ieder op het tooneel is tevreden en gelukkig, als het scherm valt en het publiek is het met hen mede! De leden van het Nieuw Nederland's Tooneel hebben dit Amerikaansche stuk over het algemeen levendig en kleux-rijk ge- speeld. Het was nu en da« zoo Amerikaansch druk op het tooneel, dat-»'ij, kalme Hollan ders, er moe van werden. Het beste deel van den avond was voor Magda Janssens, die in de rol van de moeder iets voortreffelijks gaf. Vooral in haar stille spel dat is de deugd der werkelijk grooten had zij oogen- blikken van ontroererxde innigheid. Oscar Tourniaire doet men geen dienst om hem rollen als die van Mr. Bernard Ingals op te dragen. Tourniaire is een van onze beste blijspel-spelers, maar in een tooneelspel als „Alles voor de kinderen" manifesteert hij bijna op pijnlijke wijze in al zijn bewegin gen, dat hij zich in zulk werk niet op zijn gemak gevoelt. Johan Gobau die wel wat een erg oud zoon was voor een vader als Tourniaire Ben Lucius en Miep van den Berg waren de kinderen en zij waren dat vooral Ben Lucius en Miep van den Berg met groote levendigheid en uitbun digheid. Marie Meunier was de oma, de oude vrouw, die door den schrijver was uit gekozen om in III alles in het reine te bren gen en voor een gelukkig slot te zorgen. Zij speelde deze oude dame wel wat heel erg vlak! Waar zijn de actrices gebleven voor de oude-damesrollen? Het publiek heeft merkbaar genoten van dit Amerikaansche stuk. Het succes was uit bundig en de heer Van Hees kan dus dank baar zijn, dat hij „Alles voor de kinderen" voor een abomxements-voorstelling heeft uitgekozen. J. B. SCHUIL. BALLETAVOND VAN TILLY SILON MET DE H. O. V. Evenals het vorig jaar zal Tilly Silon Dinsdag 23 April een balletavond geven in den schouwburg Jansweg, met medewerking van de H. O. V. Publiek en pers waren het vorig jaar vol lof over de prestaties van het ballet en de verzorging van de costuums. Ook in andere plaatsen, o.a. Amsterdam, Den Haag, Gouda, Arnhem, mocht Tilly Silon met haar ensemble veel succes oogsten. Door de Nederlandsche Damesvereeniging te Brussel is zij uitgenoodigd om eenige matinees te geven. Dinsdag zal onder meer uitgevoerd worden een ballet ixit de Opera „Prince Igor" van Borodine, Casse Noisette van Tschaikowsky en verder werken van Saint Saens, Sibelius, Beethoven, Rachmaninoff. Alle wex-ken worden door het orkest geac compagneerd onder leiding van Marinus Adam, tweede dirigent der II. O. V. DE NOORDELIJKE UITGANG AAN HET STATION. WORDT EINDELIJK IN GEBRUIK GESTELD. In het orgaan van den Algemeenen Han dels en Kantoorbediendenbond komt een artikel voor over het openstellen van den Noordelijken uitgang van het Station, het welk na herhaalden aandrang van het Ge meentebestuur binnenkort zal geschieden. Aan dit artikel ontleenen we het volgende: Eenige jaren geledén 'hebben wij actie ge voerd om den noordelijken uitgang van het Haarlemsche station, die er wel is. doch pot dicht, geopend te krijgen. Er waren toen be zwaren bij de Spoox"wegdirectie. Natuurlijk zijn die bezwaren er; de Spoox-wegdix-ectie in ons land heeft altijd bezwaren als er verbeteringen worden aangebracht. Waarschijnlijk lagen hier de bezwaren in de salariskosten voor het pex-soneel, dat met de bediening van dezen uitgang zou moeten worden belast. En toch is hier een sterk be lang voor hen, niet het minst voor de foren sen, die ten noorden van het station wonen. De Spoorwegdix-ectie schijnt er nu wat op gevonden te hebben. Er komt in het station een coiffeur en een sigarenwinkel. Met de huur, die beiden moeten opbrengen, schij nen nu de kosten voor de openirxg van den noordelijken uitgang te moeten worden be taald. Commercieel, wat? Maar enfin, als de uitgang nu maar spoedig opengaat. PROMOTIE IR. B. BöLGER. Op Maandag 29 April a.s. promoveert oxxz: stadgenoot, Ir. Bouwe Bölger, aan de Tech nische Hoogeschool te Delft, tot doctor in de Technische Wetenschap oo een proefschrift, getiteld: „Organisatorische verhoudingen tusschen werkgevers en arbeiders". Het proefschrift draagt de opdracht: „Aan mijn vrienden Noback exx De Graaff" en wordt uitgegeven door de Firma H. D. Tjeenk Willink- gn Zoon, alhier. DE BLINDEN TE HAARLEM In het verslag van de Blindencommissie, opgenomen ixx het Nazorg-verslag voor Haar lem over 1928 lezern wij: 5 Januari 1928 werd de Blindencommissie geïnstalleerd. Uitvoerig wordt de werkwijze der commis sie geschetst, en de werkinrichting voor de blinden beschreven. Begonnen werd met de te werk stelling van 5 bitode mamnen. Voor 1929 werd op deze begx-oottog eeax bedrag van f 10.000 uitgetrokken. Na een sei-ieus onder zoek bleken er einde 1928 te Haarlem 41 vrouwen-blinden exx 27 m a rm en - bitoden te zijn, 31 hunner hadden de financieele hulp van de Bltodencommissie niet noodig, 16 hebben ondex-steuning ontvangen. In totaal bedragen de uitgavexx voor de blinden thaxxs ongeveer f 20.000 per jaar. 18 Augustus 1928 werd de stichting ,3Un- deixfonds" opgericht- De bijlage verstrekt interessante gegevens over de blinden te Haarlem. OUITSCHLAND'S PLANNEN VOOR DE OER LUCHT IN EUROPA. Vliegboot tegen Zeppelin. VRAAGSTUKKEN VAN INTERNATIONALE SAMENWERKING. Door Martin Wronsky. (DIRECTEUR VAN DE DUITSCHE Ll'FT ÏLYNSA, DE GROOTE DUITSCHE LCCHT- V AARTCOMBINATIE.) De luchtvaartmaatschappijen in alle lan den hebben een gemeenschappelijk doel: grenzen te overschrijden, vastelanden nxet vastelaxxden exx economische centra met eco nomische ceixtra te verbindexx exx coixxnxuni- catie over steeds grooter stukken land en zee mogelijk te maken. De Duitsclxe lucht vaart, evenals die in alle andere landen, heeft ook dit doel, nxaar natuurlijk vragen axxclve omstandigheden ook en axxdere wijze vaxx behaxxdeling. In het begin was ae Duitsche luchtvaart beperkt tot het eigen laxxd. Deze bepei'king leidde tot een groote uitbreiding van bin- nexxlandsch luchtverkeer eix wat eerst als een nadeel werd beschouwd bleek op den duur een voordeel te zijn. Het stelde ons in staat ons luchtverkeer tot een graad van volmaaktheid op te voeren die in geen enkel ander land bereikt is en het xxxaakte de luchtvaart populair. Financieele steun van de Duitsche staten, districten en genxeexxtexx veroorloofde ons talrijke proefnemingen te doen en technische exx economische verbe teringen tot stand te brengexx. Duitschland heeft geen militaire macht, die op alge- meene kosten onderhouden wordt en dus moesten alle kosten voor ontwikkeling dei- luchtvaart gedragen worden door de lucht vaartmaatschappijen, die niets hadden kun nen doen zonder den steun van autoriteiten en kapitalisten. De zoogenaamde over-ont- wikkeling vaxx onze binneixlandsche lucht lijnen is in ieder geval slechts tijdelijk. Wij weten dat sommige van de kortere lijnen zullen opgeheven worden, maar wij weten ook dat vele van deze .in een werkelijke be hoefte voox-zien en behoudeix zullen blijven. Het is duidelijk dat wij moeten vliegen over oceanen en continenten, daar het voor naamste voordeel van het vliegexx de snel heid is, dat toeneemt in belang, naarmate de afstaxxd die moet worden afgelegd groo ter is. Wij begonnen daarom zoo spoedig mogelijk met onzexx internatioixaleix dienst en wel met de lijn Amsterdaxxx—Berlijn, xxiet alleen omdat Amsterdam het nxeest nabij gelegen handelscexxtrum voor ons is en het gemakkelijkst te bereiken maar ook omdat wij van het begin of plannen hadden voor een luchtdienst Londen—Berlijn. Deze dienst heeft nu verscheideixe jareix gewerkt en, zooals wij trouwexxs venvacht hadden, is het een van de belangrijkste van onze interna tionale lijnen gewordexx. Gedurexxde de allerlaatste jaren hebben de handelsvliegdiensten op het vasteland vaxx Europa zich dermate ontwikkeld dat er bijna geen belangrijk economisch centrum zoxxder luchtlijn is. Wij hebbexx ons aaxxdeel in deze ontwikkeling gehad en verdere uit breiding voor verbindingen met andere werelddeelen staan op het programma, maar eerst moeten nog eenige moeilijk heden worden overwoixnen. Het vraagstuk van het internationaal luchtverkeer heeft een econonxischen, een technisclxen en een politieken kant- Nadat de xxoodzakelijkheid vaxx eeix luchtlijix voor handelswerkexx Ls vastgesteld, komen de technische deskundigexx aan het woord. In het eerste stadium van de aviatiek moesten zij oxxtdekken waar vliegen nxogelijk was en daarna nxoestexx zij machines leverexx die geschikt waren voor algenxeexxe verkeers- doeleinden. De politieke kant die min of meer met de beide andere sanxenhangt nxoet tegelijkertijd in aanmerkixxg genomen wordexx. Wij hebben een systeem van medewer- kiixg en wederkeerigheid in het leven ge roepen, dat ons ixx staat stelt saixxeix te werken met luclxtvaartnxaatschappijeix in bijxxa alle Europeesche landen: Groot-Brit- taixixië. Frankrijk, Italië, Zweden, Denemar ken, Oostenrijk, Hongarije, Nederland, Tsje- choslowakije enz. Ons grondbeginsel is altijd geweest wedijver met de luchtvaartnxaat- schappijexx ixx andere landen te vernxijdexx en met die maatschappij samen te werken. De reden hiervoor is dat het vliegen nog niet als een „zaak is te beschouwexx. Alle lucht vaartmaatschappijen teren op subsidies van de landen waarin zij gevestigd zijn en dit zal waarschijixlijk zoo xxog wel eenige jarexx doorgaan, daar de maatschappijen haar tarieven niet kunnen verhoogen, die al tamelijk hoog zijn. Het zou niet fair zijn, het geld van den Duitschen belastingbeta ler te gebruiken om te concurreeren met ondernemingen die ook in stand gehouden worden door openbare fondsen ixx de ver schillende landen. Wij hebben daarom ge tracht liever met die ondernemixxgen een boixdgexxootschap aan te gaan dan nxet haar te wedijveren en zoo hebben wij dexx voor uitgang bevorderd, volgens het principe „veiligheid boven alles." Deze methode is de juiste geblelceix. Onze relaties met feitelijk alle landen zijn uitstekend en de zakexx wei den gedreven ixx een werkelijk vriendscliap- pelijken geest. Als voorbeeld wil ik onze re laties met de Imperial Airways in Engeland noemen. Wij begonnen met oxxze respectieve machines beurtelings langs de gehecle lijn te laten vliegexx exx dit ik ook de methode die wij toepasten ixx de meeste der bovenge noemde landen, maar later verdeelden wij de lijnen en nu vliegen Duitsche machines tusschen Berlijn, Amsterdam en Londen en Engelsche tusschen Londen en Keulen. De ontvangsten worden bij elkaar gelegd en verdeeld zonder ingewikkeld contract. WIJ regelen al onze zakexx door gewone corrcs- pondexxtie en dit is nu al gedurende ver- scheldexxe jaren zoo gegaan. Zooals uit het voorgaande is op te maken zijn wij xxiet uit op te snelle uitbreiding. Alles wat nog in Europa kan worden ge daan is het intexxser maken van liet verkeer en zoi-g'en voor meer comfort. Wij geven de voorkeur aaxx ontwikkeling, daarbij steeds de hoogere belangen van de luchtvaart in het oog houden. Wij hebben intusschen heel wat goed werk in Europa gedaan en wij zien uit ïxaar dexx dag waax-op wij geregelde dien sten zullen hebben naar Zuid-Amerika en dan naar Noord-Amerika en daarxxa onze lijnen zullen verlengen naar Moskou, Tokio exx het verre Oosten in samenwerking met de belanghebbende volken. Een bijzondex-e attractie van oxxze bestaaxxde lijn naar Mos kou is de geregelde nachtdienst op de sectie tusschen Berlijn en Königsberg die het onzen passagiers mogelijk maakt in 36 uur van Londen naar Moskou te vliegen. Een nacht- diexxst is absoluut xxoodzakelljk. omdat deze de vliegmachine in staat stelt, met succes met den express-trein te concurreeren. Het voordeel van de groote snelheid in de lucht gaat verloren als de vliegmachine des nachts niet vliegen kan. De lijn Berlijn-Königsberg heeft bewezen dat een goed georganiseerde xxachtvliegdiexxst volmaakt veilig ls. De ge- heele quaestie is nu teruggebracht, wat de andere lijnen betreft, tot kapitaal om do routes te voorzien vaxx vuurtorens. Mijns inziens kumxen wij de waarde van den Zeppelin-tocht over den Atlantischen Oceaan niet naar waarde schatten zoo lang niet teixminste tien /an zulke tochten zijn gemaakt in tijden die ln een dienst regeling staan aangegeven. Lindbergh cn anderen hebben bewezen dat het mogelijk is over den Atlantischen Oceaan te vliegen, maar hun mooie prestaties behooren strikt gesproken tot het tei"rèin der sport. Wat wij noodig hebben is geregeld verkeer geconx- btoeerd met algeheele veiligheid. Dat is het vraagstuk dat de luchtvaartdeskundigen in bijna alle landen bezig houdt; daarvoor wordexx talrijke pogingen gedaan om over den oceaan te vliegen en zooveel proeven genomen. Ik denk dat de vliegboot de op lossing zal geven. Op de Internationale Luchtvaarttentoonstelling te Berlijn was een geweldig groote Rolxrbach die al ver schillende tochten over de open zee had ge maakt maar natxxurlijk zijn veel meer proeftochten noodig vóór veiligheid kan ge garandeerd worden. Zooals ik al zeide: de zaak heeft cok een politieken kant. Dit is gemakkelijk te be- gi"ijpetx' als wij bedenken dat, terwijl de open zee vrij is, de lucht dit niet is, omdat zij. onder de ixxternationale wet, behoort aan het land dat onder die lucht ligt. Het "is dus duidelijk dat internationale overeenkom sten noodig zijn voor het in het leven roepen van groote luchtlijnen. Gelukkig kunnen de hinderpalen vaxx politieken aard uit den weg wox-den geruimd door den vriendschappelijken geest die „ln de lucht" heerscht en die geheel berust op weder keerigheid. Toch ben ik bevreesd dat er een grcn3 zal komen aan de intei'nationale samen werking. Maar wij, in Duitschland, zijn be reid samen te werken met alle andere pio niers der luchtvaart, met het doel: te berei ken dat de volken der wereld elkaar beter verstaan. (Nadruk verboden). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CU. per regel. CLYSAIA Cl GARETTEi Een uitstervend, ras: balmoeders. Een van de vele verrassingen. Het balgesprek. Eenige impressies. DE LANGDURIGE DROOGTE. DRINKWATERGEBREK IN HAAR LEMMERMEER. Op die plaatsen ln Haarlemmermeer waai het buizennet van het Provinciaal Water leidingbedrijf nog niet gevonden wordt, be gint gebrek aan drinkwater te komen, vele regenputten zijn reeds geheel ledig. Het heeft om zoo te zeggen dit jaar nog niet geregend, zoodat gerust van een lang durige droogte kan worden gesproken. Er zullen nu ook van hen, die nog nalatig zijn gebleven om him woningen aan het water leidingnet te doen aansluiten, hoewel de buizen in hun nabijheid liggen, wel verzoe ken daartoe inkomen, want op zoo'n aan houdende droge periode hadden ze niet ge rekend. Er is nog zóó weinig gras de weilanden liggen er over 't algemeen nog kaal en dor bij dat de enkele veehouders, die hun vee ixx de welde hadden gebracht, de dieren weder op stal hebben gehaald. Er wordt sterk naar groeizaam weder verlangd. De landbouwers kunnen het voor hun lande rijen, met het oog op de teelt der gewassen, nog wel een poosje zonder regen stellen, maar de veehouders en de vele tuinders in den Haarlemmermeerpoider zien des te meer naar malsche regenbuien uit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9