Het Paleis voor Volksvlijt totaal afgebrand. De geheele Amsterdamsche brandweer in actie 46e Jaargang No. 14055 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdag?»! Donderdag 18 April 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week 1027*6. met Geïllusteerd Zondagsblad 0.32. Per 3 maardenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeentel 3.5754. Franco per post door Nederland 3 8754. Losse nummers ƒ0.06. GcilL Zondagsblad per 3 maanden f 0-5754. franco per post. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenapaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15C54 Redactie 10S0O Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN: 1—5 regels 1.75. elke regel meer 0.35. Reclames 70.60 per rcgeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels 0.6(\ elke regel meer ƒ015, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes (Woensd. en Zaterd.) 1—4 regels 10 25, elke regel meer ƒ0.10. uitsl. i contant Gratis Ongevallenverzekering voor Weekatonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongesckiktkeid en Overlijden I 600.-, Verlies van Hand, Voet ol Oog 1 4C0.-, Cuim I 250.-, Wijsvinger 1150-, Elke andere vinger I 50-, Arm- of Beenbreuk 1100- DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN. EERSTE BLAD HAARLEM, April Paleis voor Volksvlijt. t „Als massa was het niet slecht. Er zat wel een groote greep in. En als je nou praat over stedebouwkundige oplossingen: dat was er een. Het sloot het Frederiksplein mooi af, het domineerde die g-oote ruimte, het paste goed aan bij de Sarphatistraat en de Wete ringschans, de groote zijstraten". Dit zei de architect, wiens deskundige mee ning ik vanmorgen vroeg over wijlen het Paleis voor Volksvlijt, in den afgeloopen nacht door het vuur verwoest. Er kwam wel meer bij. „Ja, de détails, dat geef ik je toe, die waren nu volkomen ver ouderd. En het ding had groote practische nadeelen. 't Was een van de eerste groote bouwwerken in ijzereonstructie. Allemaal ijzer en glas. Copy van het Crystal Palace. Echt ingenieurswerk, in de eerste plaats op sterkte en duurzaamheid berekend. Maar 's zomers binnen smoorheet, en "s winters koud en tochtig. En dat gegolfde plaatijzer vinden we nu leelijk, geeft een loods-achtig idee, maar toen het indertijd als iets nieuws werd toegepast vonden de menschen het prachtig: een geweldig werk, een grootsch tentoonstellingsgebouw. Ik geef alweer toe: het zag er altijd haveloos uit, het werd nooit goed onderhouden Naast den vermaarden naam van Sarphati droeg 't Paleis dien van Cornelis Outshoorn, oorspronkelijk ingenieur bij de H. IJ. S. M., die het schiep. Hij leefde van 18121875, hij bouwde het Paleis in de jaren 18551867, en het was zijn hoofdwerk. Deze Outshoorn heeft overigens heel wat belangrijke gebou wen uit dien tijd op zijn naam staan. De oude stations van Amsterdam en Den Haag. later het Amstel Hotel, de Witte Sociëteit in Den Haag, de Buiten Sociëteit in Arnhem. De kunsthistoricus Henri Evers getuigt van hem dat hij een man van uitgesproken ta lent was, ondanks het onvaste en uiteenloo- pende karakter van zijn werk. Het lijkt in derdaad haast onbegrijpelijk dat dezelfde man het Amstel Hotel, de Witte en het Paleis yoor Volksvlijt heeft gebouwd. In elk geval moet van het Paleis getuigd worden dat het een zeer populair gebouw was, en gebleven ls tot zijn einde. De Am sterdam-bezoekende plattelanders plachten het met eerbied te beschouwen, en vonden het misschien veel mooier dan het Rijksmu seum, en zeker dan het Paleis op den Dam. Daarom zal de ondergang van dit gebouw wellicht nog grooter opschudding in den lan de teweegbrengen dan die van het Leidsche Stadhuis, ofschoon dat oneindig hooger kunstwaarde bezat en bovendien vele kunst schatten bevatte. Er zijn honderdmaal meer menschen in ons land die het Paleis voor Volksvlijt uit eigen aanschouwing kenden, dan die het Leidsche Stadhuis hadden ge zien. En duizendmaal meer menschen heb ben het eerste bezocht: bij tentoonstellin gen, concerten, tooneel- en operavoorstellin gen. Als tentoonstellingsgebouw deed het nog veel dienst, al was het te klein geworden voor de groote jaarlijksche exposities. De tijd waarin b.v. de automobieltentoonstellingen er gehouden worden ligt al ver achter ons. En de schouwburgzaal was koud, ongezel lig, unheimisch. Maar waar moeten Bouw meester en Buziau met hun succes-revue naar toe? Flora is ook pas in vlammen op gegaan, en Amsterdam heeft nu geen enkel groot revue-theater meer behalve Carré, dat ook verre van ideaal is, maar dat nu wel gouden dagen tegemoet zal gaan. De Ita- liaansche Opera zal er ook wel dienen te gaan spelen. Maar waar moet Saalborn naar toe, met zijn Nieuw Nederlandsch Tooneel? Saalborn, die ons zooveel werkelijk prachtigs gegeven heeft, die juist aan zijn honderdste opvoering van „De Getemde Feeks" toe is, en die nu op deze totaal onverwachte wijze weer wordt gedupeerd? Het pad van tooneel- leiders gaat nimmer op rozen, maar dit is wel een heel erg voorbeeld van de macht van het noodlot. Als de gemeente Amsterdam dacht, dat met het afstemmen in den Raad van den Museumschouwburg het schouwburgvraag- stuk voorloopig van de baan was, kan zij deze meening vandaag wel herzien. Het is nu urgenter dan ooit. Maar zeker is het door de verwoesting van het Paleis voor Volksvlijt minder ingewikkeld geworden, en men zal nu wel tot een snel besluit tot bouw van een nieuwen grooten schouwburg kunnen komen. Dit is een erg zakelijk-gestelde beschou wing, en ik moet eerlijk bekennen dat ik geen droeve grafrede op het Paleis kan hou den. Mijn sympathie gaat uit naar de gedu- peerde kunstenaars, die hun schouwburg kwijt zijn, maar het lijkt mij voor Amster dam een groote verbetering als op dit be langrijke punt van de hoofdstad een waar lijk mooi modern gebouw zal verrijzen. „Als massa" zal dat ongetwijfeld ook goed zijn. „De groote greep" zal er evenzeer in tot uiting kunnen komen. Wij bezitten in de ar chitectuur kunstenaars, die bewezen hebben dat zij tot grootsch-opgezetten bouw volko men in staat zijn. Het Paleis had naar mijn meening iets goedkoops, lawaaigs, kermis achtigs, droeg ondanks zijn vervaarlijke ijzerconstructuur het karakter van een tij delijk tentoonstellingsgebouw, had niet ge noeg rust, niet genoeg waardigheid, en paste niet in het karakter van een Hollandsche stad door zijn vervelooze haveloosheid. R. P. Het woord is aan Clausewitz Men kan in de filosofie van den oorlog nooit het principe van gematigdheid brengen zon der een domheid te begaan. EIND DER REIS. Dreunend, denderend en snuivend, In den morgen zonneschijn Glijdt langs glanzend'smalle staven, De internationale trein; Met zijn rookpluim en de vuurgloed, Ziedend in zijn ijzren kaak, Lijkt hij op een grijnzend grooten Door den mensch getemden draak; In zijn machtig slangenlichaam, Van geen onheil zich bewust, Bij 't eentonig lied der rad'ren, Wordt de mensch in slaap gesust;' Grimmig glijdt het machtig monster, Door het pas ontwakend land, Slaafs gehoorzaam aan de leiding, Van een enkle menschenhand; Plots een helsche schok, een kraken, Scheuren, kreunen en gegiL Dood, ontzetting en verwarring, De Parijsche trein staat stil; Tal van dooden en gewonden. Liggen als de prijs der wraak. Van den doof hem zelf geschapen Voor den mensch te sterken draak. P. GASUS. DE HAARJ EMSCHE STRAAT BELASTING. EN DE GEANNEXEERDE BEWONERS VAN HEEMSTEDE. DE GEMEENTE HAARLEM IN HET ONGELIJK GESTELD, j Toen in Mei 1927 een gedeelte van de ge meente Heemstede bij Haarlem werd ge voegd, is in de raadsvergadering van Haar lem uit den aard van de zaak bepaald, dat op dat geannexeerde gebied de belasting- verordeningen van Haarlem toepasselijk waren, dus ook de verordening op de straat belasting. In verband daarmede werden de bewoners van het vroegere, nu geannexeer de Heemstede over 1927 aangeslagen in de straatbelasting en wel met ingang van 1 Mei. Deze legden zich raarbij, evenwel niet neer, aangezien diegenen als belastingschuldig worden aangemerkt, die op 1 Januari van het dienstjaar in de kadastrale leggers zijn aangewezen als hebbende eenig zakelijk recht of genot van de voor straatbelasting in aan merking komende eigendommen. Dit was evenwel het geval niet met de bedoelde per sonen, omdat zij op 1 Januari 1927 op die leggers (van Haarlem) nog niet voorkwa men. Tal van personen, die in de termen vie len, hebben zich dus bij den Raad van Be roep voor de directe belastingen te Haarlem persoonlijk of gezamenlijk tegen den aan slag in de straatbelasting verzet. De Raad van Beroep heeft dezer dagen uitspraak gedaan in dezen zin, dat de aanslag ten on rechte is opgelegd en dus door den Raad van Beroep wordt vernietigd. Het gemeentebestuur heeft de gelegenheid om van deze beslissing in hooger beroep te gaan. Nader vernemen wij, dat de vraag of het gemeentebestuur van deze beslissing in hoo ger beroep zal gaan, nog niet in het college van B. en W. aan de orde geweest is. VOOR DE AGENDA verwijzen wij naar de tweede pagina van dit blad. GROOT GEVAAR VOOR OMLIGGENDE HUIZEN. EEN ONTZAGWEKKEND NACHTELIJK SCHOUWSPEL. De Amsterdamsche brandweer stond nim mer zoo machteloos als hedennacht, toen zij zich voor de ontzaglijke taak gesteld zag, den brand in het Paleis voor Volksvlijt te bestrijden, die omstreeks kwart vóór drie in den westervleugel was uitgebroken. Uit alle brandweerkazernes reden de motor- en ladderwagens weg, op hun tocht naar het Frederiksplein door de luide signalen de nachtrust van menigeen storende. Geen wonder dat vooral in den omtrek duizenden uit hun sjaap gewekt werden en naar het groote plein snelden, waar een schouwspel geboden werd, zoo schitterend van aanblik, zoo emotioneel, als bij aien- schenheugenis in Amsterdam nog nimmer te zien was. Met loeiend geweld sloegen ae vlammen reeds een kwartier nadat de brand ontdekt was door het gebouw. Vermoedelijk is het vuur ontstaan in de keuken van het Paleis-restaurant vlak bij de peristyle, althans was de brand aanvan kelijk het hevigst in het restaurant, van waar spoedig de schouwburgzaal werd aan getast. Ook was in een minimum van tijd het vuur doorgevreten tot in de tooneelzaal, waar de vlammen in de geweldige ruimte vrij spel hadden en hoog oplaaiden tot in den glazen koepel. Het leek wel of deze koepel schitterend geïllum neerd was. Vanuit de hoogte werd een lichte gloed verspreid, die vrijwel in de geheele stad zichtbaar was. Een schitterend schouwspel. Zoo machteloos als de brandweer stond tegenover de niets ontziende woeste vuur zee, zoo onmachtig zal wellicht ook elke journalist blijven in het beschrijven van den indruk dien dezen brand gaf. De schoonste kleurschakeeringen werden bij het vlammengeweld ten toongespreid. Nu eens zag men, wanneer in de tentoonstel lingszaal een deel van het plafond was neer gekomen, donkerrood gekleurde vlammen opstijgen. Dan weer verrieden groene vlam men in den koepel dat het vuur zich door het zink een weg had gebaand, maar over- heerschend was het lichtroode vuur, dat overal zichtbaar was. De geweldige hitte die van de vuurzee uit straalde. noodzaakte een ieder op een be hoorlijken afstand te blijven. Daar komt bij dat het voortdurend in zoo hevige mate vonken regende, dat verblijf in de nabijheid gevaren met zich bracht. Toch was voor de brandweer een moeilijke taak weggelegd waar het gold te voorkomen, dat het huizen complex in de Galerij, zoowel aan den kant van het Oosteinde als aan dien van het Westeinde eveneens ten prooi van het vuur zou vallen. Groot gevaar voor de omgeving. Er dreigde voor deze huizen die inmiddels door de bewoners ontruimd werden, groot gevaar. De brandweer had vooral op de huizen op den hoek van het Oosteinde haar aandacht gevestigd, daar de vlammen met onweerstaanbare kracht door den Westen wind in die richting werden voortgedreven. Bovendien moest de brandweer er op be dacht zijn, dat de huizen aan het Frederiks plein en aan de Oostzijde den geweldigen vonkenregen niet konden doorstaan. Op de daken hadden hier brandwachts gewapend met emmers water post gevat, en telkens wanneer hier een daklijst vlam vatte en daar weer ander gevaar dreigde, konden zij terstond blusschen. Het asphalt dat reeds een verdachte kleur kreeg, werd nu en dan natgespoten. Een brandstoffenbergplaats in de nabije Maarten Jsz. Costerstraat was bijna in de vlammenzee opgegaan wanneer niet spoedig de brandweer eenige stralen op den door vonken veroorzaakten brand had gericht. Zooals men begreep, was het Paleis voor Volksvlijt niet meer te redden. Het reusachtige paleis ingestort. Als een kinderbouwwerk ls het reusachtige paleis ineen gestort- Een half uur nadat de brand was ontdekt stortte reeds met een ontzettend geraas de kleine koepel die het dak versierde, met de dakbedekking van de tooneelzaal naar beneden. Het woeste element had toen echter nog geen vat gehad op de tooneelruimte, die door een brandseherra was afgesloten, en waarin het regenscherm, waarop de brand weercommandant de heer Gordijn terecht zeer trotsch is, geruimen tijd nuttig werk heeft gedaan. Later moest ook dit gedeelte van het ge bouw er aan gelooven. Onafgebroken hield het vlammen- en vonken vuurwerk aan en het lawaai der instortingen was gedurende het eerste uur niet van do lucht. De koepel stort m. Het machtigste moment was om kwart voor vier; toen zonk met een geweldigen slag de groote glazen koepel ineen, waarop het groote beeld met een fakkel in de hand tot het laatste toe had stand gehouden. Nu was de geheele schepping van dr. Sar phati ten doode opgeschreven. De winkels die aan den Weel. "jde nt 'n 't gebouw waren ondergebracht, namelijk een lunchroom, een sigarenmagazijn en comes- tibleszaak zijn ook aan het vuur ten prooi gevallen. In de Stadhouderskade lag de drijvende stoomspuit Jan van der Heyde die den ge- heelen nacht meer dan 40 stralen naar den brand leidde, amechtig te puffen. De brand wachts waren genoodzaakt, met ijzeren pla ten hun gelaat te beschermen, tegen de v- schrikkelijke hitte van de hoogoplaaiende vlammen. Na dit grootsche moment volgde slag op slag, als werden donderbussen en voetzoekers afge'aten. Met een ongelooflijke snelheid zette het losgekomen element zijn vernielend werk voort. Slechts een ruïne over. Toen omstreeks 5 uur in den ochtend de hevigheid van het vuur was afgenomen en de plaats, waar eens het machtige Paleis voor Volksvlijt had gesatan, was te benade ren, kon worden vastgesteld, dat slechts een ruïne was overgebleven. Alleen het tooneel was overeind blijven staan en ook de peristyle bleek aan de vlammen nog weerstand te heb ben kunnen bieden. Overigens ls er van het Paleis niets meer over. De tooneel- en de tentoonstellingszaal Hierboven drie foto's, door onzen fotograaf hedenmorgen genomen, die een indruk geven van de geweldige verwoesting. (Zie verder nog de foto-pagina.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1