GEDO ZILVER nMantel-L costume* 29 STADSNIEUWS FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 22 APRIL 1929 VIERDE BLAD JONGEREN VREDES ACTIE. De gewestelijke conferentie Haarlem. Het rassenvraag' stuk en het imperialisme. Heel wat leden van de Jongeren Vredes Actie uit Noord- en Zuid-Koiland, doch ook uit andere deelen des lands, hebben de ge westelijke conferentie bijgewoond welke Za terdag en Zondag gehouden is in gebouw „Caecilaa" te Haarlem. Op deze conferentie is door drie personen gesproken over het im perialisme en over het rassenvraagstuk voornamelijk met betrekking tot Neder- landsch Oost-Indië oftewel Indonesië. De voorzitter van de groep Kennemerland, de heer Hein van Wijk opende Zaterdagmid dag de conferentie met een inleiding tot het geen hier behandeld zou worden. Prof. D. van Hinloopen Labbeiton die Zaterdagavond zou spreken, bleek verhinderd te zijn, in zijn plaats sprak de Javaan Tabrani, die er aller eerst op wees. dat het de plicht is van iede- ren Indonesiër om voor zijn natie te getui gen. Hij bestreed de meeningen van de hee- ren prof. Treub en Colijn die in de verschil len tusschen de cliverse volkeren in Neder- landsoh Oost-Indië overwegende bezwaren zien tegen het tot stand komen van een een held, een Indonesische eenheid. Hij noemde dit een reactionaire, conservatieve, impe rialistische beschouwing. En, de Nederlan ders besturen de Indische volkeren als Inlan ders. niet als Javanen. Batakkers, Soenda- ■neezen en Amboneezen. Wij, aldus spreker, ontkennen de verschil len niet tusschen de Indonesische volkeren, maar zij zijn geen bezwaar voor de verwe zenlijking der Indonesische eenlieidsgedach te. De omstandigheden van te staan onder Nederlandsche opperheerschappij wettigt volgens spreker het bestaan van die een heidsgedachte. Zelfs het beliooren tot ver schillende rassen geeft geen grond aan de bewering dat een nationale eenheid niet kan ontstaan. „Le désire d'être ensemble" maakt een natie tot een natie. Ook verschil win godsdienst en verschillen in zeden en ge woonten kunnen volgens spreker geen belet sel opleveren. Uitvoerig behandelde Tabrani nog de taalkwestie, waarbij hij er op wees, dat men het eenheidsbesef wil aankweeken door een algemeene inlandsche taal mét Ma- leisch als voe-rmiddel. Ten slotte resumeerde spreker, dat de Indonesiërs doordrongen zijn van liun plicht te strijden voor nationale vrijheid. Vrede op aarde is volgens hem on mogelijk zoolang er vrije en onvrije volken zijn, het is dwaas 'vrede te willen hebben, zoolang men doelbewust de volkeren verdeelt in heerschers en „onrijpen". Zondagmorgen werd de conferentie voort gezet met een rede van mevrouw Henriëtte Roland Holst—Vau der Schalk over „Rassen- strijd en imperialisme". Het imperialisme, aldus begon spreekster haar betoog, is een kwestie die ons allen ten nauwste aangaat. De wereld is in sommige opzichten een eenheid geword-en, alles wat er gebeurt, hoe ver ook van ons vandaan, doet zijn invloed op ons gelden. Imp erialis- me en rassenstrijd bestaan reeds zeer lang, doch ze hadden vroeger niet dien invloed op het leven als thans. En het Romeinsche im perialisme bij voorbeeld is niet met het hui dige te vergelijken. Spreekster behandelde vervolgens de ver veroveringen van Portugeezen, Spanjaarden, Nederlanders, Engelschen en Amerikanen in de laatste eeuwen. De botsing tusschen de twee culturen: de Europeesche en de primi tieve kon laatstgenoemde veelal niet ver dragen en zij ging ten onder door de hooger staande Europeesche cultuur. Ten aanzien van de verhouding tusschen de Europeesche en Aziatische culturen zeide 'spreekster, dat deze tegenvoeters zijn en de komende cultuur" kan alleen groeien bij verzoening dezer beide culturen. Toen de machines het werk van de arbei ders overnamen, kwam er behoefte aan af zetgebied en een vraag naar grondstoffen. De groote mogendheden hebben de wereld toen onder elkaar verd eeld, zij die meen en cïat zij tekort gedaan zijn leggen er zich niet bij neer, zoodat, aldus spreekster, het impe rialisme een voortdurende bron van gevaar is daar men steeds botsingen tusschen de im perialistische mogendheden kan vreezen. Er komt, volgens spreekster, dan ook geen vrede over de geheele wereld, wanneer men het im- 1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cis. per regel. perialisme niet bestrijdt, wie vrede wil moet het einde van de imperialistische periode t willen. Mevrouw Roland Holst wijdde nog uit over rassenonderdrukking als gevolg van 't imperialisme. Deze werkt volgens spreker in hoofdzaak met suggestie, het suggereeren van minderwaardigheid is 't eenige machts middel dat een ras er onder houdt. Slechts de arbeidersklasse kan volgens spreekster's meening uit haar idealen van sociale gelijk heid en wereldvrede de In-acht putten om de door t imperialisme onderdrukte volkeren te helpen om vrij te worden. Na den gezamenlijken maaltijd sprak de In donesische student Mohammed Hatta. Het wezen van de koloniale verhouding is vol gens spreker een delicate kwestie, er zit lief de in en haat, men vindt er de tragedie van de botsing. Uit de koloniale verhouding, uit het feit dat 't eene land wingewest is van het andere vloeien de conflicten voort. De vrij heidsbeweging is volgens spreker niet te stui ten, de houding van de machthebbers zal be palen hoe zij zich zal openbaren. Waar vol gens spreker vrijheid van de koloniën alleen te bereiken is door geweid, moeten de Indo nesiërs komen tot georganiseerde machts vorming. Na de rede van Mohammed Hatta is men gekomen tot de oprichting van een anti-im perialistische werkgroep, waarbij zich onge veer twintig jonge menschen aansloten. De heer Hein van Wijk heeft vervolgens de con ferentie gesloten. HET AFSCHEID VAN DS. VAN LEEUWEN. dacht spr. de Jong-Hervormden en het jeugdwerk in de wijk. Spr. eindigde met het brengen van een groet aan de collega's in den ring en aan de Broeders uit andere gemeenten met wie hij in de „Week der Gebeden" mocht samen werken. Na het dankgebed en nadat de gemeente had gezongen Psalm 25 7 voerde ouderling J. Delfos het woord. Deze bracht in herinne ring dat Ds. van Leeuwen de gemeente bijna 2 jaar heeft mogen dienen. De gemeente dankt u, vervolgde spr., voor al den arbeid hier verricht en wensent u alles goeds toe in de gemeente die ge straks gaat dienen. Ge hebt hier een lichtende streep getrokken, die nog lang van uw werk hier zal spreken. Spr. deed voorts uitkomen hoe de belang stellende aandacht van Ds. van Leeuwen had allerlei arbeid op sociaal- en staatkundig gebied. De gemeente ziet u noode gaan, al dus spr. tenslotte. Ze bidt u toe, dat uw ar beid in Den Haag in alle ozpichten moge ge zegend zijn. Op verzoek van den heer Delfos werd den scheidenden predikant staande toegezongen het laatste gedeelte van Gezang 96 (gewij zigd). Nadat door Ds. van Leeuwen daar voor met een enkel woord was gedankt, ein digde hij den dienst met het uitspreken van de zegenbede. VLcuA£*UI. ij Ds. L. J. van Leeuwen predikant bij de Ned. Herv. Kerk alhier, die het beroep naar Den Haag heeft aangenomen in de vacature Ds. W. L. Weiter, heeft Zondagavond in de Groote of St. B.avokerk zijn afscheid ge predikt. Vanavond, zoo zeide spr. in het inleidend woord tot de predicatie, gevoel ik me vreemd te moede. Natuurlijk omdat het een afscheid is. Nu gaat werkelijkheid worden, waarmede mijn gedachten zich de laatste weken hebben bezig gehouden. Vier maal heb ik den band met een gemeente gebroken, ging spr. voort, maar nimmer na er zoo kort te hebben ge arbeid als hier. Na lang bidden en na zoeken naar den weg des Heeren heb ik het beroep naar Den Haag aangenomen. Bij mijn heengaan uit deze gemeente zijn er niet de ontelbare herinneringen, hier is niet een breede schaar van oud-leerlingen. Hier en daar is slechts een herinnering. Hiel en daar maar een draad van intieme herin nering. Dit afscheid zal daarom niet staan in het teeken van het gevoelige, dat vaak het afscheid kenmerkt. Voor mij persoonlijk is het echter een ontzaglijke gebeurtenis in mijn leven. Het korte zijn ln deze gemeente maakt dat dit afscheid niet is gekenmerkt door het pikante, dat vaak' aan een afscheid is ver bonden. Tusschen een groot 'deel van u en mij bestaat alleen de band van den Dienaar des Woords en de gemeente. Laat me daarom nog eenmaal in uw midden het Wpord Gods mogen bedienen. Als tekst koos spr. daarna- 2 Timotheus 2 8.: „Houd in gedachtenis, dat Jezus Chris tus uit de dooden is opgewekt,, welke is uit de zade Davids, naar mijn Evangelie". Spr. schetste het tekstwoord als een af scheid van Paulus, maar ook als een woord dat heel het Evangelie in den geconcentreer- den vorm bevat. Het Evangelie dat ik u ge predikt hebt, deed Paulus opmerken aan Timotheus. Dat mag ik hem nazeggen, ge tuigde spr., in bescheidenheid. Met belijde nis van tekortkoming mag ik zeggen dat ik toch niet anders dan dat Evangelie, hetwelk Paulus heeft gebracht, heb getracht in uw midden uit te dragen. Voortgaande ontvouwde spr. den rijkdom van het tekstwoord, deed hij opmerken hoe het alles bevat. Maar ook vermaande hij de gemeente ernstig steeds in gedachtenis te houden dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt, ook dat te doen door steeds ge trouw naar de kerk te gaan. Aan het einde der predicatie bracht spr. allereerst een groet aan zijn collega's, met wie hij, ook bij verschil van inzicht, toch met wederzijdsche waardeering van elkander aangenaam mocht samenwerken. Inzonder heid mocht spr. in de wijk met Ds. van Paassen en in ander opzicht met Ds. Poot samenwerken. God moge u allen sterken en zegenen zeide spr. Voorts wendde spr. zich tot den lcerkeraad, die, aldus spr., in een groote gemeente een geweldige taak heeft. God moge u bij de ver vulling van die taak wijsheid en bemoediging schenken. Na zich gericht te hebben tot de J collectanten en allen die in eenigerlei bedie- ning staan, bracht spr. een bijzonderen groet aan de wijkbewoners. Het wijkbestuur dankte spr. voor den verrichten arbeid. Verder ge- ONDERWIJS-ZAKEN. EEN NIEUWE R.-KL SCHOOL IN HAARLEM-NOORD. Het R. K. kerkbestuur voor Haarlem-Noord (Oud-Schoten) had een verzoek gedaan om de bestaande school aan de Kerklaan uit te breiden. Na overleg met het gemeentebestuur is evenwel gebleken, dat die school niet ver groot kan worden in verband met het uit breidingsplan der gemeente. Daarom is nu het plan gemaakt om een andere school te bouwen op een terrein in de omgeving van den Rijksstraatweg. Deze nieuwe school komt dan voor de Rijnstraat op een terrein achter de R.K. kerk, ten Noorden van de Jan GiJ- zenvaart. Het moet een school worden voor 270 leerlingen, met 7 leslokalen en een gym nastieklokaal. Eerst was ook door het kerk bestuur op een vergaderlokaal gerekend, maar daartegen hadden B. en W. bezwaar. De kosten zijn met inbegrip van meubi- leerling te ramen op 114.000. B. en W. stel len voor de gevraagde medewerking voor de zen sehoolbouw te verleenen. In verband met dit schoolplan en het voornemen van 't kerkbestuur om ter plaat se ook een Zusterhuis te bouwen, stellen B- en W. voor detail 12 van uitbreidingsplan eenigszins te wijzigen. HUISVESTING BUITENGEWOON L. O. Het gebouw aan de Ged. Oude Gracht no. 131, waarin de schooi no. 1 voor buitenge woon lager onderwijs gevestigd is, voldoet (zooals B. en VV. aan den raad schrijven) reeds lang niet meer aan de eischen, welke men voor een dergelijke school stellen moet, terwijl de ruimte alleszins ontoereikend is. B. en W. meenen een oplossing gevonden te hebben in de aanwijzing voor genoemde school van het gebouw aah het Prinsen Bol werk no. 3 (waarin tot voor kort de Hoogere Burgerschool B met 5-j. c. gevestigd was). Dit gebouw zal echter eerst belangrijk ver bouwd moeten worden, terwijl tevens ver meerdering van het aantal lokalen noodza kelijk zal zijn. Zij hebben ter'zake overleg gepleegd met den Inspecteur van het buiter gewoon lager onderwijs,'die zich met de voorloopige plan nen kon vereenigen, waarna aan den Direc teur van Openbare Werken opdracht gege ven is tot het opmaken van een ontwerp- bestek en teekeningen. Voor deze werken wordt een crediet van .140.000 gevraagd. HANDENARBEID De Vereeniging tot stichting en instand houding van scholen met den Bijbel heefi 977.50 gevraagd voor aanschaffing van meubelen en leermiddelen om op de school aan de Bakenessergracht_het vak handen arbeid te kunnen invoeren. Volgens art, 2 der L. O. wet kan aan lagere scholen onderwijs in „handenarbeid" worden gegeven; dat vak is dus „facultatief". Daargelaten de wenschelijkheid om dit facultatieve vak te doen onderwijzen aan genoemde school wat niet te onzer be oordeeling is hebben B. en W. zich de vraag gesteld of het aangevraagde bedrag niet te hoog is, zoodat daarmede ae normaie eischen aan het geven van lager onderwijs ie stellen, niet zouden worden overschreden. Het gevolg een een conferentie met het schoolbestuur is, dat met een bedrag van 800 volstaan kan worden. EEN NIEUWE OPENBARE SCHOOL IN HET AMSTL'RDAMSCHE KWARTIER Het raadbesluit van 25 Juli 1928 tot stich ting van een schoolgebouw met 7 klasseloka- lcn en een gymnastieklokaal op een terrein, gelegen ten Oosten van de Hieronymus van Alphenstraat verkreeg de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. INGEZONDEN MFDFDF.EL1NCFN n 60 Cu p*r rcircl dank zij een goed verzorgde tafel, gedekt met het voor elk gerecht pas sende tafelzilver. De moderne mensch behoeft zich niet meer te behelpen, zooala vroeger met massief zilver zooveel voorkwam. Een complete col lectie GERO-ZILVER geeft in het gebruik meer voldoening en is hij aanschaffing belangrijk goedkooper. O hAM^TBA Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. 36) Ik? Waarom zegt u dat? Waarom zou ik dit weten? Omdat, zei Ethel glimlachend, terwijl ze de bevende handen van juffrouw Grey in de hare nam als ik het goed heb geraden u mijn moeder's kamenier bent, Phoebe As- kern! Ik uw moeder's kamenier? O neen, dui zendmaal neen! riep juffrouw Grey. Toen zweeg ze plotseling. Wees niet bang, zei Ethel als u wer kelijk Phoebe Askern is en iets in me zegt dat ik gelijk heb, dan heeft u niets te vreezen! Zelfs als u voor de verleiding bezweken is en iets heeft weggenomen dat aan mijn moe der behoorde, we zullen u ailes vergeven ter- wille van haar. Ik ben Phoebe Askern niet. Nu niet meer. maar eens was u Phoebe Askern. Alles bewijst het, mijn vader zegt dat Phosbe groot en blond was en u is blond of schoon u uw haren donker geverfd had. Ter- wille van mijn moeder, vertel me de waar heid. Geef me tijd om te denken, mijn hoofd barst. Ethel zou nooit vergeten hoe de gevangene met een gebaar van namelooze wanhoop haar hoofd tegen den muur legde. Marguerite trachtte te bedenken wat er zou gebeuren als ze bleef ontkennen, dat ze Phoebe Askern was. Dan zouden ze hun on derzoek voortzetten en op de een of andere manier zouden ze wellicht iets begrijpen en heel haar jarenlange opoffering zou ver geefs geweest zijn! Als ze aan den anderen kant voor Phoe be Askern bleef doorgaan en bekende dat ze het medaillon had gestolen, dan zouden ze haar allerlei vragen doen, vragen die haar tot wanhoop zouden brengen. Wat moest ze in hemelsnaam doen? Midden in dezen woesten chaos van ge dachten hoorde ze de heldere stem van haar dochter: Wees toch niet bang om alles te vertellen. Wat u ook gedaan moogt hebben, we zullen u om moeder's wil vergeven en we zullen een aardig rustig huisje voor u zoeken en u helpen zoolang u leeft, maar zeg me de waarheid, laat me niet langer in deze vreeselijke spanning. Langzaam keerde de vrouw haar gelaat van den muur. Ik heb nagedacht, zei ze maar ik moet blijven zwijgen. Ik kan u niets meer zeggen. Ik kan u niet vertellen of ik Phoebe Askern ben of niet. Ik bevestig het niet en ontken het niet. Laat me uit uw leven ver dwijnen! riep ze hartstochtelijk. U kunt maar één ding voor me doen: laat mé alleen en vergeet me! HOOFDSTUK LI. Ethel wist niet meer wat ze zeggen moest, alles had ze nu beproefd. Plotseling schoot haar een nieuwe gedachte te binnen en ze zei: juffrouw Grey, ik heb gefaald in mijn opdracht. Nu heb ik nog één verzoek aan u. Wilt u mijn vader, lord Stair, niet toestaan u te bezoeken? Er kwam een blik als van een opgejaagd dier in de oogen van no. 44. Door den Directeur van openbare werker, zijn plannen voor den bouw ontworpen. waarmede de commissie van bijstand in hei beheer der openbare werken zich kan ver eenigen. Alvorens deze plannen verder te doen uit werken, vragen 3. en W. den raad, onder be schikbaarstelling van de benoodigde gelden ad 125.930 (rond) zijn goedkeuring daaraan te hechten. IIET VOORBEREIDEND ONDERWIJS Bij raadsbesluit van 19 Dec. 1928 werden B., en W. gemachtigd bestek én voorwaarden vast te stellen voor den bouw van scholen voor voorbereidend lager onderwijs aan ds Ternate(Ceram-)straat, en aan de Marnlx- straat en om de aanbesteding te doen hou den; voorts om daarna een aanvrage tot hef toestaan van de gelden aan den Raad in te dienen. Het bestek en de plannen zijn intusschen gereed gekomen; de Cdlnmissie van bijstand ln het beheer der Openbare Werken en de Commissie van advies in zake voorbereidend lager onderwijs kunnen zich er mede veree nigen. Bij nader Inzien komt het B. en W. echter beter voor, de aanbesteding pas te houden, nadat de noodige gelden ter beschikking zijn gesteld en de vereischte machtiging van Ge deputeerde Staten is verkregen; het is dan niet aioodig den termijn, binnen welken na de aanbesteding de gunning moet plaats hebben, op langer dan 30 dagen te stellen, hetgeen de inschrijvingssommen gunstig zal beïnvloeden. De kosten van de te bouwen school aan de Ternate(Ceram) -straat worden geraamd op 83.000,— en van die aan de Marnlxstraat op (rond) 89.300.onder de ramingen zijn begrepen de kosten van den grond eii van het meubilair. B. en W. stellen voor f 175.300 ter be schikking te stellen. DE COÖPERATIE „DE EENDRACHT IN 1928. Uit het in druk verschenen 24e jaarver slag, dat over 1928, van de Coöperatieve Verbruikers Vereeniging „De Eendracht" U.A. citeereh wij: Op 31 December 1928 was in dienst der vereeniging een personeel van 57 personen, waarvan op het kantoor 7, op de bakkerij 39, afdeeling kruideniers- en grutterswaren 10 en in algemeenen dienst 1. Het bestuur loste een aanzienlijk bedrag af aan volgestorte aandeelen. Bij de laatste statutenwijziging is het aandeel vervallen. Bij het getal van 2742 leden kwamen 234 nieuwe, door bedanken, vertrek, overlijden en ontzetting bedraagt het aantal thans 2777. Herinnerd wordt aan de voorbereidin gen tot stichting van een winkel aan het Brouwersplein. Een commissie werd benoemd voor de stichting van een weduwenfonds, voor het personeel. De premie zal deels door het be stuur, deels door de werknemers worden ge dragen. De uitkomst der exploitatie van de bak kerij geeft als nette-overschotcijfer aan 52.104,84:; of 17,86 dat is 3,26 meer dan het vorig boekjaar. Aan de verbruikers kan een uitkeering worden gedaan van 13,10 Eenmaal in het boekjaar werden de broodprijzen verlaagd. Het omzetcijfer van de afdeeling Krulde- nlets- en Grutterswaren bedroeg ln het °f- geloopen jaar 201.050,99:;, het netto-over schot 9.648,92 aan de afnemers kan wor den uitgekeerd 3,74%. Over deze afdeeling is men niet tevreden, zij is uiterst moeilijk vruchtbaar te exploiteeren. Het bedrag aan geleverde brandstoffen bedroeg 37.488,88 en aan geleverde dokens 8.335,99. In 1928 werd in de spaarkas ge stort 78.572,71 Ys. Het verslag sluit met een uitgebreide opgave van cijfers betreffende de exploitatie. Een buitengewone ledenvergadering van do Coöperatieve Verbruikersvereeniglng „Do Eendracht" U. A. wordt gehouden Donderdag 25 April in het gebouw van den Protestan tenbond. Op de agenda staat „Wijziging sta tuten en huishoudelijk i-eglement. Daarna wordt de jaarvergadering gehou den. De agenda vermeldt o.a. verkiezing van een voorzitter, wegens periodiek aftreden van den heer L. Modoo, verkiezing van twee bestuursleden wegens aftreden van C. J. Pij pers en G. Zweers, verkiezing van 5 leden van den ledenraad, aftredende A. Nicman. W. A Nieman, H. C. Prikker en A. Wijkhuizen en wegens bedanken van het lid M. de Braai. Voorts een voox'stel van het lid J. F. van Emmerik en 25 anderen om op de eerstvol gende jaarvergadering te behandelen eon voorstel om aan een afgestorven lid of diens erven uit te keeren een zoo nabij komend juist bedrag van de bezittingen van de ver eeniging. BIJDRAGEN AAN SCnOOï BESTUREN OF VEREENIGINGEN B. en W. stellen den raad voor, voor de bij dragen aan schoolbesturen of verccnlgingen in andere gemeenten, bedoeld In art. 7. 2e lid der „Verordening Buitengewoon Lager On derwijs Noord-Holland", ter beschikking van 3. en W te stellen een bedrag van f 400, be houdens nadere financieele regeling betaal baar op den post volgno. 573a der gemeente- begrooting voor 1929, luidende: „Bijdrage aan schoolbesturen of vereenigingon in an dere gemeenten bedoeld in art. 7, 2e lid, der „Verordening Buitengewoon Lager Onderwijs Noord-Holland", INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct» prr regel. Mijn vader, ging Ethel voort, is zacht en vriendelijk. Hij heeft ook groot leed ge kend. Laat hij u bezoeken, juffrouw Grey! Lord Stair me hier komen bezoeken? klonk het heesch. Ze had moeite om staande te blijven. Ik ben er zeker van, dat zelfs als u mij niet kunt vertrouwen, u hem zult vertrou wen. Mijn eenig vertrouwen is op den Hemel. Maar waarom wilt u niet dat lord Stair u komt opzoeken? Ik dring er op aan, omdat ik weet dat u hem zult vertrouwen. En hij heeft zelf gewenscht om u op te zoeken, maar ik dacht dat het béter was dat ik ging. Ik ik dacht dat ik een beetje invloed had en dat u mij zoudt vertrouwen. Ik kan lord Stair hier niet ontvangen, riep de vrouw heftig en ik wil hem niet ontvangen. Als hij hier zou komen, zou ik het niet overleven! ze hield op, bang zich door haar woorden te zullen verraden. Ik kan hier niemand ontvangen in dit huis van schande, in deze kleeren. Als u nog eenig medelijden voor me hebt overgehouden breng dan lord Stair niet hier. Maar waarom is u toch zoo bang om hem te zien Ik weet zeker dat hij heel vriendelijk zal zijn. Ds gevangene beheerschte zich, ze voelde dat haar opwinding haar zou verraden. Is u misschien bang dat mijn vader u herkennen zal, vroeg Ethel. Herinnert uw vader zich Phoebe As kern? Ja, ze was groot en blond, zegt hij en of schoon hij haar niet zoo heel dikwijls zag, zou hij haar gezicht herkennen. Hij zou haar gaarne zien, omdat hij denkt, dat zij meer weet van de laatste uren van mijn moeder. Een zachter licht kwam in de oogen van Marguérite. AMSTERDAM NicuwcndUk 225 229 UTRECHT Oude Gracht 151 Denkt hij dan lady Stair? Ja, hij denkt eigenlijk altijd aan haar, zij was de eenige vrouw die hij ooit heeft liefgehad. Als u Phoebe Askern is, dan weet u zelf wel hoe lief hij haar had en wat een troost het voor hem zou zijn u te zien om van u te hooren of u bij haar was toen ze stierf. Zeg niets meer, ik kan het niet meer dragen, snikte de gevangene. Het eenige dat ik u kan zeggen is, dat ik lord Stair niet kan ontvangen. O, ik wou dat ik dood was Er klonk zulk een diepe wanhoop In haar stem, dat Ethel er van schrok. Ik zal er niet meer over spreken, zei ze, maar moet ik u hier nu zoo achterlaten? Vergeet mij. Ik haat mezelf dat ik u zoo veel leed moest doen. Laat me nu alleen ik bid het u. En toe, beloof me niet meer terug te komen. Als ik uit de gevangenis ontslagen word, ga ik naar Amerika, zoodat ik dan ge heel uit uw leven verdwijnen zal. Vergeet mij en al het vei-driet dat ik u heb aangedaan. Tranen kwamen in Ethel's donkere oogen. Het doet mij pijn, zei ze maar ik zal doen zooals u verlangt. Juffrouw Grey's gezicht ontspande zich. Ze deed een stap naar Ethel toe. U is een hertogin, zei ze en ik een arme gevangene. Er is een groote afstand tusschen ons, maar wilt u voor een oogenblik dezen afstand ver geten? Het is de laatste koer dat wij elkaar zullen ontmoeten, de laatste keer dat ik uw gezicht zal zien, dat voor mij het licht van mijn leven is geweest. Mag ik u kussen voor wij scheiden? Ethel was diep bewogen. Ze ging naar de vrouw toe en sloeg de armen om haar heen, terwijl haar oogen vochtig werden. Ik kwam om u te helpen en nu moét ik u nog nog zoo dikwijls aan ongelukkiger achterlaten dan lk u vond. Ik 1 kan de gedachte niet verdragen dat wij el kaar nooit meer terug zullen zien. Ik weet niet waarom mijn hart zoo aan u hangt, ik weet niet waarom ik van u houd, maar ik voel mij onweerstaanbaar tot u aangetrok ken. De belde vrouwen kusten elkaar. Ik zal dit oogenblik niet vergeten, fluis terde de gevangene. Ga nu, ik heb u ge kust, ik wensch niets meer! Ga, ik ben aan het einde van mijn kracht, adieu! Adieu, herhaalde Ethel, maar het woord bestierf haar op de lippen en toen ze do cel verliet voelde ze een verdriet zóó diep en hevig, als ze nog nooit in haar leven gekend had. Toen de deur van de cel weer was geslo ten, viel de gevangene snikkend voor het smalle bed op haar knieën. Dit was baar in nigste vreugde en het grootste verdriet. Haar kind hield van haar! Ze had haarmogen kussen; de herinnering aan dit oogenblik zou haar nooit verlaten. Toen de directie oenlgen tijd later In de cel kwam vond ze Marguerite bewegingloos op den grond liggen. Ze legde de tengere gestalte op het harde bed en zond om een dokter. Haar toestand verergerde; .dagen lang zweefde de zieke tusschen leven en dood. Doch haar stervensuur was nog niet geko men. Langzamerhand herstelde ze, maar toen ze weer geregeld kon denken, scheen een nieuwe anast zich van haar meester te hebben gemaakt. Wat moest ze doen als lord Stair haar kwam opzoeken? Hij zou haar zeker herkennen, en wat dan? Z!jn bezoek moest lot eiken prijs verhinderd worden. Juffrouw Grey verzocht om een onderhoud met een van de regenten van de gevangenis, kapitein Mayne. CWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13