LETTEREN KUNST INGEZONDEN HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL. J. J. CREMER. EEN GLAS WATER. Comedie iu 5 bedrijven door Eiigène Scribe. Eenige jaren geleden heeft Cremer veel succes gehad met Scribe's „Bataille de Da mes". Dit vroeger succes ls zeken, de reden geweest, waarom het bestuur van Cremer dadelijk op het voorstel van den heer Hun sche is ingegaan om op de slotvoorstelling van dit seizoen nog eens een Scribe te bren gen. Maar Een Glas Water, dat gisteren gespeeld werd, heeft wel alle eigenschappen van verwikkelde intrigue, ouderwetsche mo nologen en ter zijdes, doch het mist den fij nen geest van Bataille de Dames. Het is lang niet zoo onderhoudotfid en amusant. Een Glas Water geeft een zelfe soort duel tus schen een man en een vrouw te zien hier de Hertogin van Marlborough en den Burg graaf van Bolingbroke geheeten als wij in Vrouwenstrijd tusschen de gravin d'Autre- val en de Montrichard meemaakten en som mige tooneelen zooals de terugkomst van <ien pas ontsnapten Masham doen zoo sterk aan de geschiedenis van Henri de Fla- vigneul denken, dat het soms schijnt, of Scribe zich herhaalt! Maar in Een Glas Wa ter hebben wij louter intrigue; het is niet meer dan een spelletje van knoopen draaien en weer loswikkelen; de Fransehe geest van den Scribe uit Bataille de Dames is vrijwel geheel zoek cn het verwonderde mij dan ook niet, dat er bij deze comedie gisteren slechts tweemaal zegge tweemaal op een heelen avond gelachen werd! En dat bij een zoo goed „lachsch" publiek als van Cre mer! Die koninginnen, hertoginnen, burggra ven en markiezen van Scribe hebben eigen lijk niets menschelijks; het zijn louter too- neelpoppen, die voor speelscènes te zorgen hebben 1 En die speelscènes. zijn in Een Glas Water niet overvloedig. Feitelijk hebben wij z.e alleen aan het slot van I en IV; de rest is eigenlijk niet anders dan laat ik maar weer zeggen knoopendraaierljVooral I was als Inleiding erg langdradig en ook het slotbedrljl miste vrijwel actie! Men denkt bij Scribe vooral in de laatste twee bedrijven herhaaldelijk aan de opera, wat niet be paald voor dezen wel heel sterk verouderden schrijver.een compliment genoemd kan wor den. Toch zou ik niet graag iets kwaads wil len zeggen over de keuze van „Een Glas Water", Deze comedie w.as eens een bekend reper toire-stuk van ,alle tooneelgezelsccliappen in Europa en het is altijd aardig zoo'n oud parade-paardje weer eens opgetuigd te zien! Het geeft je een inzicht in een voorbijen tijd, in den smaak van onze grootouders en wanneer het zooals hier een zuiver spe cimen is van een geheele soort, dan heeft zulk een- opvoering zelfs eenigszins histori sche waarde. Zoo'n opvoering geeft in ieder geval een 'afwisseling! We zijn op het tooneel langzamerhand zoo verburgerlijkt, dat we 'ons mét Koninginnen én hertogin nen nauwelijks meer op ons gemak gevoe len! Zoo'n enkelen keer willen wij toch ook wel v/eer eens zooals onze grootouders in d.e komedie gewoon waren aan het hof verkeeren. Maar zoo'n stuk vraagt een heel aparten «speelstijl. In gedachten zie je in zulke rollen als van de koningin en de hertogin mevrouw Kleine—Gartman en de vroegere comedienne Sophie de Vries! Wat zouden de léden van Cremer van .zoo'n stuk terecht brengen, vroegen wij oios niet zonder eenige zorg af. Laten wij hier maar dadelijk zeggen, dat het ons zeer is meegevallen. Hunsche heeft met de hoofdpersonen op één uitzonde ring na heel wat bereikt en ik wil wel be kennen dat ik zulk spel in een dergelijk ouderwetsch en moeilijk tooneelstuk aller minst van dilettanten nog had verwacht. De bezetting der hoofdrollen, van de konin gin, de hertogin, Abigail en Bolingbroke w.as voor liefhebbers zelfs uitstekend te noe men en zoo kregen wij een opvoering, die behalve in de figuratie Scribe alle recht deed wedervaren. Bakker was Bolingbroke, de intrlgeerende burggraaf, die zelfs den meest verwarden knoop weet los te draaien. Hij speelde deze rol fijn en puntig, al stel lk mij dezen burggraaf nog -aristocratisch er voor. In een dergelijk stuk wreken de klein ste fouten in de uitspraak, welke men an ders nauwelijks meer opmerkt, zich dadelijk! Wij hoorden nu telkens, dat èn de burg graaf èn de hertogin niet alijd correct spra ken het zit hier meer in de spraakgebre ken dan in het niet zuiver Hollandsch spre ken -- en dit was wel heel jammer omdat juist Bakker en Cor Visser het best en het zuiverst wisten te zeggen! De tekst van Scribe kwam bij deze twee geheel tot zijn recht, waardoor het duel tusschen den burg graaf en de hertogin in het volle licht steeds kwam te staan Het was een genoegen deze twee goede krachten zooals in II tegen over elkander te zien en het applaus na deze scène was dan ook volkomen verdiend! Cor Visser heeft in de rol van de hertogin weer eens getoond welk een goede speelkracht zij as! Zij wist aan deze tegenstandster van Bolingbroke alle relief te geven! Ook in haar standen en gebaren gaf mej. Visser dikwijls iets zeer goeds. Van allen speelde zij met Bakker het meest in den Scribe-stijl! Van mejuffrouw Let Berendes kunnen wij zeg gen, dat zij werkelijk Koningin was en flat is zeker geen geringe lof! Zij wist in haar spel in II ook zeer goed het languissante, het vermoeide van de zich vervelende vorstin te brengen en haar gezichtje was aldoor expressief Een enkele keer zeifs te veel, zoo- als in het tooneel wanneer de hertogin haar. voor hot eerst, over Masham spreekt en zij ons dadelijk te sterk verried welk 'n plaats deze garde-officier in haar hart innam. In de grootte speelscène ontwikkelde zij kracht cn bleef toch wat mevrouw Kleine altijd van haar leerlingen verlangde ..digne". Haar wat overdreven spel met den waaier werd op den duur nog al vermoeiend en maakte wat veel den indruk van zich een houding ge ven. Frlsch en lief was Jeanne de Groot, een actrlcetje met werkelijk talent voor in- génue! Zij bracht de bekoorlijke jeugd mee op het tooneel en had daarom reeds van den begin af gewonnen spel. Hadden nu deze drie vrouwen maar een geliefde gehad, die den strijd waard was ge weest. Van dezen Masham kunnen wij dat onmogelijk zeggen) Hij miste precies alle zwier en charme, die het verklaai-baar had den moeten doen zijn, dat dn'e vrouwenhar ten er door in lichte laaie komen to staan! Deze Masham was wel de heel zwakke stee in de voorstelling van gisteren. Waarom Schinkel niet voor deze rol genomen? Al heeft deze speler niet meer. den leeftijd voor jeune premier, hij heeft in zijn spel toch VRIJDAG 26 APRIL 1929 elegance en zwier, zooals duidelijk bleek in zijn entrees als ceremoniemeester. Een voorstelling dus, die in de hoofdrol len alleszins geslaagd kan worden ge noemd! Maar die in de figuratie het spijt me dit te moeten zeggen vrijwel geheel - mislukte. Wanneer de lords en la- dies -verschenen, was het telkens, of het oude operakoor van Van der Linden of van de Itallaantjes weer was herleefd en wij wachtten als het ware op den zang. Het ballet kregen wij tenminste, maar ik kan moeilijk zeggen, dat de gratie van het me nuet mij gisteren veroverd heeft! En o, o, wat waren in dat bedrijf vele en storende regiefouten. Ik verkeer niet dagelijks aan het hof, maar ik kan mij moeilijk voorstel len, dat een lakei een koningin een stoel achter haar rug weg zal nemen, zoodat een hofdame H. M. moet waarschuwen: „Pas op, Mevrouw, val niet!" Dit was als trou wens al het gesleep met de stoelen en ta fels, dat geheel onnoodig was geweest, wanneer men in IV staande had gespeeld en de stoelen en tafel reeds dadelijk in het fond had gezet nog erger zondigen tegen de etiquette dan de fout met het glas wa ter! Het deed ook wel heel vreemd aan, dat de gezant van Frankrijk tusschen stoelen sjouwende lakeien door zijn entree aan het hof moest maken! Neen, dat was alles heel onverzorgd en slordig en kon den toets der kritiek 'niet doorstaan. Maar door het spel der hoofdpersonen heeft deze voorstelling toch bekoord en ver diend succes gehad! En hieraan zullen wij dus gaarne blijven denken. Aan het slot kwam de voorzitter van Cre mer de heer Kruyshoop ten tooneele en hij huldigde spelers en regisseur met hartelijke woorden en voel bloemen. Het tooneel werd ten slotte een groote bloementuin en toen de nestor van de vereeniging, de heer Van Looy de in dit jaar behaalde medailles aan het vaandel hechtte en de muziek het Wilhel mus inzette, was er de ware feeststemming, welke zeer veel beloofde voor de samenkomst in „Modern", waar de prijswinnaars nog eens ter deg-e gelauwerd zijn! Hoe er gewerkt wordt bij Cremer, het bleek uit de mededee- ling van „den heer Kruyshoop dat er dit sei zoen alleen 83 avonden gerepeteerd was. En het is ook gebleken uit de prachtige resulta ten, welke Cremer dit jaar in zeer moei lijke wedstrijden heeft bereikt. Waarlijk, de hulde aan den regisseur den heer Hunsche en aan Henk Bakker, de ziel van Cremer, was volkomen verdiend. J. B. SCHUIL. HET ARBEIDERSTOONEEL SPEELT MOLIèRE „De ingebeelde zlelcc" bij „Voor uitgang". Zooals voorzitter Mol Donderdagavond in den Schouwburg Jansweg zei bij de finale, mevrouw L. SandersHerzberg is als regis seuse de wel zeer geapprecieerde groote kracht van „Vooruitgang", maar ook zijn wij het. eens met de regisseuse zelf als haar niet de voilé overgave teri diénste stond van alle leden, dan bereikte zij niet het hooge peil waarop de Arbeidersvereniging nu staat, dan kon de vereeniging geen program ma's laten drukken met. „De Ingebeelde Zieke" er op, en nog veel minder met aan kondiging als „Voor het eerst door dilettan ten opgevoerd", 't Klinkt vreemd-eigenlijk, de klassieke Molière bij het arbejderstooneei, maar 't was zoo vreemd niet. Molière's blijspel valt in den volkstoon en als het verouderd was zou Molière niet meer klassiek zijn. Zooals wij zeiden, op de opvoering viel niet af te dingen. Namen vermeldde met programma niet, maftr de speler cile de hoofdrol van Argan den „malado Imaginaire" gaf, leefde die rol ook. Wij konden in hem den gezond-zieke zien, het ziek zijn gaf hij niet te overdre ven, maar zijn optreden had toch overigens het lijdende, dat een figuur als deze moet kenmerken. Hij had een lieve dochter in Angélique, gespeeld met een coquet gevoel van eigenwaarde, goed tegenspel gevend aan alle partijen, die daarvoor in aanmerking kwamen. Wij noemen: den dokterszoon Thomas Diafoirus, leuk getypeerd en daar door van onweerstaanbaren invloed op den lachlust bij de talrijke bezoekers vooral wan neer hij zweeg maar ook in de prompt gezeg- ae versregelen. Dan den minnaar Cléant,e, wat stijf soms, wat ook aan de rol ligt, maar juist intoneerend, vooral in de serenade, en beschaafd van uitspraak. Béline, de vrouw van Argan, was goed getroffen, en de wel wat grove grollen van Toinette, de meid liet een beweeglijk speelster alle recht weervaren. Overdrijving was er gelukkig niet m, het schonk amusante oogenblikken. De kleinere rollen, van Louidon, het doch tertje, Bóralde, den broer, Diafoirus, den dokter, Purgon, den huisdokter, Fleurant, den apotheker en Bonnefoi, den notaris wa ren naar evenredigheid goed bezet. Het spreken bij „Vooruitgang" is zeer zui ver en als ook dit het werk is van mevrouw Sanders, dan heeft zij de haar tot slot aan geboden bloemen wel dubbel en dwars ver diend. MUZIEK. MANNENKOOR „CAECILIA" Het beroemde vierstemmige motet „Ecce quomodo moritur Justus" van Jacob fiandl (15501591), ter nagedachtenis van den on langs overleden eerevoorzitter van „Ceacilia", P. van Ooy uitgevoerd, en in eerbiedige stilte aangehoord, deed aan het begin van het concert dc gedachten een oogenblik verwij len bij hen die ons in den loop der jaren' ontvielen Schuberts „Liebe" riep ze naar het leven terug. Zoowel in dit koor werkje als in het daarop volgende „die Nacht" vindt men de geniale melodiek van den grooten zanger; ondanks hun eenvoudigen bouw zijn ze toch lang niet gemakkelijk te zingen, want dc vaak onverwachte en meestal zeer open liggende modulaties zijn soms zeer gevaar lijk. Zoo lukte in „Liebe" de uitwerking naar Ges gr. t. niet volkomen, doch het evenwicht was spoedig hersteld en een mooi slot met een prachtige lage Es vormde de bekroning. In „die Nacht" hadden we gelegenheid het beschaafde falset-zingen der tenoren te be wonderen. Als altijd bij „Caecilia" wei-den er gedurende den avond nog vele andere staal tjes van fraaien koorzang gegeven. Indien ik een aanmerking mag maken geldt deze niet het zingen, doch wel de keuze der kooiwcr- ken. Met het zuiver muzikale genot was het, ,wat den koorzang bétreft, na dc drie boven genoemde werkjes gedaan. „Deus est nostra lux" van den beroemden mannenkoorfabri kant Ludwig Felix Brandts Buys heeft geen enkel bewijs dat de Muzen den maker, die bij zijn geboorte de voornamen van Beet hoven en Mendelssohn kreeg, gewiegd en op het voox-hoofd gekust hebben. Het draagt alle kenmerken van een concoursnummer voor een hooge afdeeling, waarin de innerlijke leegte door gezochte moeilijkheden is volge stopt. Zoetige strooplikkerij wisselt af met blufferige uitvallen en de slotindruk, na de 18 minuten die de uitvoering vaxi het werk in beslag neemt is: „gelukkig, dat het voor bij, en zonder ongevallen afgeloopen is." Het slotnummex- van het programma, „Soir d' Eté", scène chorale van Octave Isore, is al niet veel beter, alleen is de zoetige bana liteit daar nog sterker ln vertegenwoordigd dan ixx het stuk van Brandts Buys. Ik zal den lezer niet vervelen met al de aanteeke- ningen die ik in mijn programma bij deze compositie gemaakt heb, maar wil mij ver oorloven dit op te merken: een koor als Caecilia, welks voortreffelijke vocale hoe danigheden ten volle bekend zijn, behoeft werkelijk niet door het zingen van minder waardige stukken zijn zang-virtuositeit te toonen en kan met het eenvoudigste koor werkje, dat echte muzikale waarde bezit, een schoonen indirnk maken. Ik zeg dit met de beste bedoelingen voor Caecilia en in de overtuiging van de opvoedende kracht die er van goed geschoolden zang als die van Caecilia kan uitgaan. Solisten waren Louis van Tulder en Jan Hoeben. Van Tulder di'oeg een aria uit „Daviade penitente" van Mozart mooi. doch niet indrukwekkend voor; later gaf hij zich in „Les Cloches" en „Romance", twee vroegere werkjes van Debussy, uit het jaar 1887 af komstig ten volle en vertolkte deze poëzie met fijnen smaak en Fransehe gratie. „Nuit d' Etoiles" van Debussy, dat volgde, moest wegens het enorme succes herhaald worden. Jacob Bijster illustreei'de de zangen aan de piano fijnzinnig en alleszins uitmuntend en deelde in den bijval. Niet minder goed secondeerde Bijster den. violist Jan Hoeben, die blijkbaar steeds zijn spel ontwikkelt; hij had echter ter demon stratie daarvan althans vóór de pauze met één der beide uitgevoerdé werken kunnen volstaan; na de Sonate van Handel geleken de Variaties van Córelli haast eindeloos, hoewel ze door béide spelers zeer verdien stelijk werden gespeeld. De keuze van zijn nummer na de pauze, het eerste deel uit Mendelssohns Vioolconcert, leek me ook niet gelukkig: dit deel behoort zonder onderbi'e- king in het volgende over te gaan. Een of twee kleinere, concertstukjes, b.v. een melo dieus en een virtuoos zouden mij geschikter geleken hebben. Hoeben speelde het overbe kende werk technisch zeer knap, doch muzi kaal nog vrij onsamenhangend en het scheen mé voor Bijster geen gemakkelijke taak om al de grillige temposprongen van den vlolist te volgen. Hoeben moge zich, door veel te gaan hooren, muzikaal verdiepen en ook trachten uiterlijk wat rustiger te spelen; schoone qualiteiten heeft zijn spel reeds wel; het komt er op aan ze verder te ontwikke len, om mettertijd een eervolle plaats in te nemen. K. DE JONG. HAARLEM'S R. K. MANNENKOOR. Een kooruitvoering in de bovenzaal van het Gem. Concertgebouw is zeker wel een unicum. Niet alleen omdat de zaal slechts een heel beperkt aantal toehoorders kan be vatten en het podium in verhouding tot de oppervlakte der zaal te hoog is gebouwd voor een mannenkoor, maar vooral omdat de acoustiek inzonderheid voor het mannen koor précair is. Het R.K. Ma.nnenkoor en zijn directeur Jan Nibbering moeien dus wel een goede reden hebben gehad, de uitvoering toch hier te doen plaats hebben. Zoo men hing aan dezen datum, was die keuze dra be paald; het feit deed zich n.l. voor, dat dezen avond in Haarlem alle zalen waren bezet. Maar op een zal van kleinen omvang was het R.K. Mannenkoor toch wel aangewezen. Ik zal u zeggen, waai'om, of beter nog, den voox-zitter der propagandacommissie, den heer Bouwmeester zal ik aan het woord laten, al spijtJiet me, dat ik van zijn uitstekend ge kozen toespraak geen stenografisch verslag heb. In warme bewoordingen bepleitte hij het goed recht van een mannenkoor, waaraan louter Katholieken meewerken. De litera tuur immers is zóó uitgebreid en zóó goed verzorgd, dat het wel verwondering mag wekken, hoe in. een stacr als Haarlem een zoodanig koor nog niet sinds lang bestaat. Nu is, zooals de heer Bouwmeester opmerk te, dit koor alsnog de baby onder de man- nenzangvereenigingen. En dien jeugdigen leeftijd in aanmerking genomen, weten nog slechts weinigen van bijn bestaaix. Voor een gx-oote zaal zou dus alsnog de toeloop van belangstellenden ontbreken, en zoo was men aangewezen op cleze beperkte ruimte. Die toeloop moet natuurlijk grooter worden, en wijl nu eenmaal de baby altijd vertroeteld wordt, hoopte spr. dat het in dit geyal ook zou gebeuren; men hoefde slechts te teekenen het biljet, dat voor de nieuwe donateusr was pasklaar gemaakt. Bijzonder legde hij nog den nadruk op het px-aedicaat R.K., waaraan streng de hand zou woi-den ge houden. Neutrale vereenigingen zijn er ge noeg, een R.K. is er niet een enkele en die is het eerste. Nu, wij hebben de baby hartelijk bewon derd; alleen schx-eeuwt hij niet hij zingt. Want om de lastige beeldspx-aak te laten varen Jan Nibbering heeft eer van zijn werk. Een flink bezet koor van eerste teno ren heeft zich in den zeer korten tijd, dat het koor bestaat, een wijze van zingen eigen gemaakt, die tot goéde dingen moet leiden. Zorgvuldig is bij de mannen een goed falset gekweekt, waaraan ook de tweede tenoren een rustige fundatie geven. Zoo nu ook in de toekomst de baritons zich blijven hoeden voor groote lees holle klankgevixxg, is de weg gebaand die met zekerheid leidt ïxaar de moeilijke, maar loonende kunst van dexx polyfonen zang. Dat is de kunst der goede kerkmuziek, de kunst niet der accoorden, maar der melodie. Tot nu toe lag het er toe, zich nog niet aan dezen veeleischenden koorzang te wagen, exx zoo zagen we het programma alsnog gevuld door stukken van Roeske, Karei Haram, Ja cob Hamel. Twee werken slechts wezen ixx andere richting, het goed geschreven „Do- minus regit xxxe" (Ps. 22) en het pittige, leu ke sl*ik dat onlangs in Zandvoort voor de tweede afdeeling verplichte opgaaf was: Jos. de Klerks „De Conducteur". Het Latijxx- sche koor, van de hand vaxx J. Vollaerts, S. J., bezorgde in de 3e afd. aan deze jonge ver eeniging den eersten prijs (en 2en directeurs- prijs). De noten zien er niet zoo heel moeilijk uit, maar de sfeer der muziek is niet zoxxder goede directie en niet zonder eexi goede wijze van zingen te benaderen. Dat de indruk al leszins bevredigend was, houdt geen geringe lof in voor het jonge koor, dat naar ik ver nam thans met dezelfde krachten werkte als op den wedstrijd, een unicum zeker in het koorleven. Ook van „De Conducteur" werd een goed klinkende vertolking gegeven, en daar zijn waarlijk de voetangels en klemmen, zooals in een concourswerk usantie is, niet aan de oppervlakte gelegd. Klankvol, kloek, werden de andere stuk ken gezongen. En al is aan dit koor nog niet elk een volleerd zanger, al wordt de adel van den toon nog hier en daar „getrübt" door onjuisten aanzet en door een te veel naar- buiten-zingen, zoo is, geziexx het trouwe re- petitiebezoek, en het goede voorbeeld der vele waarlijk goede stemmen, met ernstige studie een mooi geheel te bereiken. Ook bij de tweede bassen, die ik xiog niet noemde, zijn stemmen waarop is te bouwen. Wij dur ven voorspellen, dat. uit dit jonge koor iets goeds zal worden. Ook aan de uitspraak (de goede klankge- ving houdt dit reeds in) is zorg besteed, en de intenties van den dirigent Jan Nibbering worden naar behooren opgevolgd. Een vol gende uitvoering wachten we met belang stelling af. Solistisch werkte aan deze uitvoering me de de heer Charles Mol, pianist te Haarlem. Zijn programma bevatte welklinkende na men, maar noch in Chopins Impromptu in Fis, noch in de Phantasie-Impromptu, min der nog in het Scherzo in b klein gaf hij kla- vierkxinst die „uit de verf" kwam. Ontoerei kende rechterhand-techniek, een paar ge- heugenfeilen (zoo b.v. bij 't Scherzo in het Molto pixx lento een tonika-harmonle instee van een dominant) wezen er op, dat een voordracht-ln-de-concertzaal dezer werken vooralsnog niet is gerechtvaardigd. Zijn goe de zijde is: uitgesproken zin voor het canti- lenespel, dié bij Liszt mocht leiden tot waar deering. Er werd vlot afgewerkt, zoodat dit concert om tien uur was beëindigd. Een voorbeeld ter navolging. G. J. KALT. LOUIS BOUWMEESTER SPEELT WEER BINNENKORT. Met nieuwe décors en costunms. Naar wij vernemen treedt de heer Louis Bouwmeester reeds 7 Mei weer op te 's-Gra- venhage in Scala met geheel nieuwe déaors .en costuuxns. Van het verlies der oude bij 'den' brand van het Paleis voor Volksvlijt heeft het gezelschap zich dus gelukkig spoe dig kunnen herstellen. Het zal in September te Haarlem in het Gemeentelijk Concertge bouw optreden. De contracten en andere pa pieren van waarde liggen nog onder de puin hoop en. HET ARBEIDSCONTRACT IN DE BOUWVAKKEN. EEN CONTRACTLOOS TIJDPERK? Ér is reeds medegedeeld dat de onder handelingen tusschen de vertegenwoordigers der samenwerkende, arbeidersorganisaties in het bouwbedrijf met den Alg. Patrooxxs- bond, de neutrale werkgeversorganisatie, welke, aanvankelijk resultaat beloofden, na dat men op den grondslag van een com promis tot overeenstemming gekomen was, ten slotte toch vastgeloópen zijn. De Ned. Rlï. Bond van Bouwpatroons, waarmede reeds een contact aangegaan is, maakte, be zwaar tegen een gesplitste invoering der vacantie, hetgeen de Alg. Patroonsbond wenschte. De arbeidersorganisaties meldden boen dez8 werkgeversorganisatie het compro mis niet meer te kunnen verdedigen in de ledenvergaderingen, doch alsnog werd nadèr overleg gevraagd. De Patroonsbond, zoo meldt „De Bouwer" thans, heeft een nieuwe conferentie ge weigerd, doch medegedeeld een collectieve arbeidsovereenkomst voor den tijd van twee^ jaar aan te willeu gaaxi op de voorwaarden als in het compromis was aangegeven. Het orgaan, van den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond verklaart, dat het compromis niet meer be stond van het oogenblik af, dat de R.K. Bond van Bouwpatroons zich beriep op het reeds met deze patroonsorganisatie afgesloten con tract. Onze vertegenwoordigers hebben bij de onderhandelingen met den Alg. Patroonsbond voor de bouwbedrijven, zoo wordt gezegd, uitdrukkelijk het voox-behoud gemaakt, dat aanvaarding van het compromis mede af- hanklikej was van de overeenstemming in dezen, met det partij waarmede reeds een overeenstemming in dezen met' de partij waarmede de overeenkomst was getroffen. Daar deze overeenstemming niet kon worden verkregen, verviel dit compromis van zelf. Wij zijn nu voor wat de leden van den Alg. Potroonsbond voor de Bouwbedrijven betreft, eontractloos geworden, zegt het bestuur. Nu de neutrale werkgevers de onderhan delingen hebben afgebroken, wordt in het orgaan nog verklaard, dat de leden in geen geval onder slechter voorwaarden dan het door de organisatie als landelijke overeen komst ex-kende contract, dat met de R.K. patroons is agesloten, zullen mogen werken. B. A. N. S. Onder leiding van den voorzitter den heer L. J. W. Aveling hield de afdeeling Haar lem van den Boxxd' van Amstenaren in dienst bij de Nederl. Spoorwegen 24 April een ver gadering. Het hoofdbestuur was vertegenwoordigd door den heer Bosch, penningmeester. On danks vele verhinderingen door dienst en ziekte was de vergadering goed bezocht. De agenda vermeldde o.a. behandeling van de voox-stellexx der verschillende afdeelingen voor de bondsvergadering op 4 en 5 Mei te Maastx-icht en de vakgroepsvergaderingen op 12 Mei te Utrecht. De vergadering hechtte haar goedkeuring aan het beleid van het hoofdbestuxxr in 1928, alsmede aan de x-ekening en verantwoor ding 1928 en de begrooting voor. 1929 van den bondspenningmeester. I-Iet voox-stel Amsterdam om de assistenten van den stationsdienst toe te laten tot den B.A.N.S., wox-dt door I-Iaaiiem gesteixnd. De meeste belangstelling wekten de voor stellen voor vermeerdering van ixxkomsten en vei betering der standplaats-classificatie als ingevoerd door de Rijks-ambtenaren en de voorstellen tot verbetering der dienst en rusttijden-regeling. Het afdeelïngsbestuur kreeg opdracht voor deze zaken krachtig te ijveren. Voorstellen der afdeelingen Doi-drecht en Breda tot invoering van den vrijen Zater dagemiddag op alle bureaux der eerst-aan- wezende ambtenaren en fractie-depóts, von den steun bij do afdeeling Haarlem. Door enkele afdeelingen zijn voorstellen ingediend om te komen tot verplicht lid maatschap èencr spoorwegvakox-ganisatie. De afdeeling Haarlem kon deze voorstellen niet steunen en gaf heb bestuur opdracht deze aangelegenheid eerst te bestudeeren etS ter zijner tijd met een voorstel daarover te komen. De navolgende heeren worden be noemd tot afgevaardigden: Voor de Bonds vergadering te Maastricht de heeren Aveling en Francot, als plaatsevravnger de .heer Smit. Voor de vergadering van vakgroep I (technici), de heer Veen, voor die van vakgroep II (administratieven) de heer Aveling. VERGADERING VAN DEN VRIJHEIDS BOND. Donderdag hield de Liberale Staatspartij „de Vrijheidsbond" afdeeling Haarlem in de Nijverheid een ledenvergadering onder lei ding van den waarnemenden voorzitter, den. heer C. Sorgdrager. Bij de mededeelingen maakte deze de briefwisseling bekend, die gevoerd is met mr, H. A. Kindermann te Hilversum, voorzitter van den Kieskring Haarlem naa-r aanleiding van besprekingen, die deze buiten de afdeeling cm met .de le den persoonlijk gevoerd heeft. De vergade ring keurde de houding van mr. Kindermann ten dezen aangenomen tegenover het afdee lïngsbestuur ten sterkste af. De heer Sorgdrager bracht verslag uit van de 6 en 7 April te Arnhem gehouden alge- meene vergadering. In de vacature van den voorzitter, ont staan door het bedanken van mr. J. H. Schultz van Haegen kon nog niet voorzien worden. De oud-vooidztter, de heer C. Sorg drager zal zich voorloopig met het voorzit terschap blijven belasten. De propaganda-commissie werd aangevuld met enkele leden, nl. mejuffrouw C. S. Wee- nlnk, en den heer J. F. G. Bode, terwijl de heer Sorgdrager zich eveneens bereid ver klaarde om in de commissie zitting te ne men. De Commissie zal in den loop van het vereenigingsjaar zich zelf verder aanvulleru Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of nief geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR SCHOOL KINDEREN. De inschrijving van kinderen voor Vacan- tiebeziglxeden is begonnen. Eiken Zaterdag van 34 wordt zitting gehouden op verschil lende plaatsen der stad: In de Soendastraat (Haarlem-Noord). Op het Leidscheplein (centrum). In de Haarlemmerliedestraat (Haarlem- Oost) Bij die inschrijvingen kunnen allerlei in lichtingen gevraagd worden, tevens is er gelegenheid voor ouders, om hun bijdragen te storten, 't zij voor een of meer kinderen. Het comité krijgt dan contact met de ouders. Het heeft opgemerkt, dat velen van hen niet precies weten waar het om gaat. Er zal ge tracht worden ouderavonden te beleggen. De oud er-commissies zijn reeds aangeschre ven. Mevrouw Brandon-Groxidel heeft zich bereid verklaard uitleg van een en ander te geven in den vorm van een lezing en deze te verduidelijken met lichtbeelden. In de school Soendastraat 13 had reeds zulk een ouderavond plaats, die een groot succes, is geworden. Ook de ouders van. kin deren, die op christelijke scholen gaan noo- digen wi.i xüt. inlichtingen in te winnen en aan te dringen bij de schoolbesturen, om ouderavonden te beleggen op de wijze hier boven aaxigegeven. Binnenkort hopen wij definitieve mede deelingen te kunnen doen aangaande ter rein-leiders en -leidsters. Een moeilijk punt blijven de financiën. Een deel van het be- noodigde geld om voorloopig met 100 kin deren te beginnen, is bijeen, maar het is helaas het kleinste deeL Haarlem heeft dezen winter veel moeten geven, misschien kan en wil het ons comité ook nog bijstaan. Men dankbaarheid zullen we elk lidmaatschap begroeten, elke gift in ontvangst nemen. Namens het comité: H. J. KLEIN, voorzitter. L. BOERMA—BOERMA, secr., Boeken rodestraat 3. E. GEERTS, Engelzstraat 26, Giro-nummer 120733. Geachte Redactie, Zou het niet gewenscht zijn nu de groote vernieuwing van het Concertgebouw deze zomermaanden uitgevoerd wox-dt, ook eens de prijzen der garderobe en vooral die van de consumptie een klein kop koffie kost maar steeds 25 cent tófc dege te herzien; die prijzen zijn buitengewoon hoog voor een gemeentelijke exploitatie! P. Brederodeduin 24 April 1929, V.A.R.A.A.V.R.O.II.O.V. De heer van Waard voelt zich geroepen t.o. van het ingezonden stuk van Zwert- broek eenige opmerkingen te maken. Ten le. dat de subsidie aan de H.O.V. door alle belastingbetalers wordt meegedragen; dat is juist, maar daarom heeft de H. O. V. ook zorg te dragen dat zfj zich niet con tractueel verbindt aan de A.V.R.O. met de verplichting voor geen andere omroepver- eeniging te mogen optreden. Ten 2e. Het niet optreden voor een be paalde groep zooals de V.A.R.A. Zou den heer van Waard werkelijk gelooven dat de A.V.R.O. geen bepaalde groep is. Dan is hij toch zeker slecht op de hoogte en hoop ik dat het afdeelingsbestuur van de VA.RA. hem bij voorkomende gelegenheden 't week blad der V.A.R.A. eens toezendt waarin meer malen de algemeenheid van de A.V.R.O. is uitgerafeld. Ten 3e. Blijkt het dat de VA.R.A. van plan is medewerkers van de A.V.R.O. voor de microfoon te brengen en de V.A.R.A. vol gens den heer v. Waard speciaal program ma's samengestelt voor de ontwikkeling der arbeiders, wat dus een ex-kenning zou zijn dat de A.V.R.O. aan arbeidersontwikkeling doet. Is dexv heer van Waard niet al te onvoor zichtig met zijn meening op papier te zet ten. M.i. generaliseert hij of heeft hij sinds kort een radiotoestel. Hij zal toch niet dur ven beweren dat de uitzending van de Bredasche feesten der militahe academie of de stedenavonden maar eenigszins tot het ontwikkelingswerk behooren. Ik weet niet of de lieer van Waard zelf arbeider is, maar de modern georganiseerde ax-beiders houden er een ander soort ontwikkeling op na. - Den redacteur dankend voor de plaats ruimte, M. A. BRAAKENBURG,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10