REUZEN DER VROEGERE DIERENWERELD. DEVROOLIJKEKANT BIOGRAPHIEEN IN EEN NOTEDOP HET OEUVRE. Uitgestorven diersoorten. De "bloeddorstige Allosaurus r Het is beleend dat op onze oude aarde dui zenden jaren, geleden dieren leefden, die thans geheel uitgestorven zijn en die even merk waardig waren om hun kolossale grootte als om hun vreemd uiterlijk. Door 't vinden van overblijfselen, skeletten of deelen van skelet ten. van deze reuzen der vroegere dierenwe reld is men er in geslaagd de meeste van aeze giganten der oudheid weer „op te bouwen", te reconstrueerem en in vele musea van natuur lijke historie ook in Hagen beck's Tierpnrk kunnen de bezoekers thans zulke recon structies bewonderen en zich een denkbeeld vormen van de afschrikwekkende monsters, die over de geheele aarde in grooten getale voorkwamen, toen de wereld nog jong was. Langen tijd heeft men bij voorbeeld niet ge weten hoe de Iguanodon er heeft uitgezien, onaar door de ontdekking van de overblijfse len van drie en twintig exemplaren te Bor- nessart in België is men er nu tamelijk goed van op de h/óogte. Het tandstelsel van den Iguanodon wees uit dat dit reusachtige dier een reptiel van planten leefde. Als het dier op zijn achterpooten stond (zie de afbeel ding) gesteund door zijn gTooten, dikken staart, met zijn betrekkelijk kleine voorpooten en kleinen kop omhooggeheven of naar voren gebogen, moet hij er uit hebben gezien als een reusachtige kangoeroe. Ongetwijfeld be woog hij zich echter waggelend voort, net als een eend, in plaats van door een aantal spron gen, terwijl zijn staart achter hem aan sleep te en zijn korte voorpooten misschien van tijd Ifcot tijd gebruikt werden tot steun. De Iguanodon was ongeveer 4.20 M. hoog en Öe lengte was 7.50 M. De Brontosaurus, Atlantpsaurus en Dlplodo- feua, die 80 voet lang of nog langer waren, zou den nooit, deze grootte hebbeai kunnen berei ken, indien zij geen graseters waren geweest. Het waren logge dieren, langzaam in hun be wegingen, stompzinnig en weerloos. Deze pian- iteneters werden dikwijls het slachtoffer van bloeddorstige vijanden, zooals de Allosaurus en de Megalosaurus. Dat waren de leeuwen en tijgers uit deze lang vervlogen tijden, maar ze waren oneindig veel groofcer en bezaten veel meer kracht. Naar alle waarschijnlijkheid was de Allo saurus ongeveer 40 voet lang. Het dier had, In vergelijking met zijn grootte, slanke en holle beenderen, hetgeen op lichtheid en kracht duldt. Uit den vorm van de achterpooten en de dikte van den staart blijkt dat hij zich voortbewoog als de kangoeroe, dus met spron gen. De voorpooten hebben zeker niet kunnen dienen voor ondersteuning van het-lichaam, want zij waren, in verhouding tot de 'est, be lachelijk klein. Maar het zullen grijphaken zonder weerga zijn geweest. Wanneer de Al losaurus tot den aanval overging op een 80 voet. langen Brontosaurus, opende hij waar schijnlijk den aanval met een reusachtlgen sprong, greep zijn slachtoffer vast met zijn f zij was met dc nachtboot aangekomen en afgestapt in het Hotel Verseput te Middel burg. Daar was zoo'n schat van 'n plafond in het eetzaaltje, hadden ze haar gezegd en je kon daar zoo goed ontbijten, bovendien was er 'n schat (such a dear I) van 'n keu kenmeisje, met 'n paar van die prachtige Spaansch-Zeeuwsche oogen, schattig (love ly), die als model wonderful zou zijn. Een paar dagen later ontdekte zij de Abdij, vond het hotel, dat daar in de buurt lag, nog schattiger. De keien vooral waren daar op dien binnenhof zoo heerlijk midden- eeuwch en zij trok er dus heen. Met suite! Dat wil zeggen: James Pears, de oude butler, die altijd mee op reis ging en voor de bagage en de kaartjes en het bespreken van kamers zorgde. Dat maakte de reisjes nu juist niet goedkooper, want als Pears bij 'n chef de réception binnentrad en wachtte, totdat deze" hooge heer de vijf of zes telephoonlijnen had neergesmeten en naar den eisch de sprekers en spreeksters aan de andere helft van de lijn had weg- gesnauwd met het stereotype^pas de place madame, of full-boarded; sorry sir, of met 25 doekjes er om als het een erg hooge oome was, dan stuitte hij ten slotte op Pears, die hoog boven zijn boord uit naar den man stond te. kijken, onverstoorbaar, onmerkbaar minachtend glunderend, maar met *11 ijzigheid, die zelfs den meest ge- affaireerden hótelchef ten slotte den indruk gaf, dat dit toch wel een afgezant van zeer goeden huize moest zijn. Verder was er 'n juffrouw, die veel ge reisd had, Duitsch (the most horrible inven tion in the world), Fransch, tien woorden Ital'aansch en wat Hollandsch kon praten, en tevens als lectrice dienst deed, als haar meesteresse spleendagen had. Ten slotte was er de kamenier. Er zouden 'n paar speciaal Zeeuwsche ge vallen worden geschilderd en daarvoor was Zoutelande, na een paar weken van prélimi naire stappen, gekozen. Zoutelande had zijn bizondere aantrekkelijke bekoring. Of feite lijk zag ze niets in dat Zoutelande, maar de bevolking was er zoo aantrekkelijk, zoo charming". Dc kinderen vooral waren, lo verslindt zijn prooi. van lange klauwen voorziene vingers en beet hem dan vervolgens voortdurend in het bene dengedeelte van zijn nek. Er zijn wervels uit de ruggegraat van den Brontosaurus gevon den, waarin diepe groeven gemaakt waren, naar alle waarschijnlijkheid door de tanden van den Allosaurus. Een buitengewoon merkwaardig dier was ook de Draak met den Eendensnavel of Tra- chodon, een Dinosauriër die een lengte bei-eik- te van 10 M. en een hoogte van 4 M. Het dier moet er wel als een draak uitgezien hebben, hoewel als een vrij onschuldige. Zijn lichaam schijnt bedekt geweest te zijn met onregelma tige beenplaten, waarover hoornschubben la gen, zooals bij de hediendaagsche krokodillen, maar dan onregelmatiger. De Trachodon schijnt min of meer een waterbewoner ge weest te zijn. Hij bewoog zich te land voort vely. Schatten waren het en die zou zij dan ook ten paneele brengen. Maar 'n klein tikje hulpe en leiding had de lady wel zeer gaarne. De juffrouw, Miss Evans, zou dus eens uitkijken naar 'n ge- schikten Meester. Zij deed als haar ge vraagd was, zocht te Middelburg en in Domburg en vond daar ter plaatse een. be kwaam artist, die wel genegen was om de Engelsche dame 'n beetje voort te helpen en les te geven. De artist kwam in Hotel de Abdij, besprak de wenschen van de goede lady, besprak de condities, bleef lunchen, besprak verder het plan de campagne en zoo begon dan de opzet te groeien. „Ik ga nooit uit. als de wind Noord ls, I never! Dan ls alles zoo scherp en hard. Dat doe ik principieel nooit, never". „Very well" zei de Meester, „dan doen we dat niet". Toen de wind gunstig was voor een aan val op Zoutelande, werden de noodlge pre paratieven in voorstudie genomen. De Meester werd met een telegrammetje ultgenoodlgd om de zaak te bespreken en te blijven eten. Hij kwam, bleef eten, be sprak de voorstellen en de amendementen daarop grondig en vertrok 's avonds weer naar Domburg Den volgenden dag zou het dan plaats hebben. Maar de Meester telephoneerde uit Dom burg, dat hij niet geslaagd was, Waarop het plan nog werd uitgesteld. Hij kwam lunchen om verslag te doen. Twee dagen later echter zou Zoutelande worden geattaqueerd. De voorbereidingen waren behoorlijk ge slaagd en de oomarsch kon plaats hebben. Een der moeilijkste onderdeelen van he* plan van aanval, het desnoods in eigendom overnemen, doch (als het kon!) liever ro<r huren van een badkoets, was door den Meester tot een goed einde gebracht. Er was 'n ruime badkoets, feitelijk zoo'n ouderwetsche babbelkoets, die ze'n eindje het water in reden, en waar je dan in kon zitten praten zonder het. strand te zien gehuurd met bok compleet, tegen 'n civiel prijsje. op de achterpooten, weer als de Kangoeroe, De voorpooten zullen wel weinig gebruikt zijn; zij dienden misschien om voedsel naar den bek te brengen en om nu en dan het voorge deelte van het lichaam- te steunen. Onder het zwemmen werd het lichaam voortgestuwd door de golfvormige beweging van den langen en ontzaglijk kxachtigen staart. De groote achterpooten geleken op die der vogels en droegen slechts drie teenen met zwemvliezen. Het dier was verder voorzien van een kolossa le» eendensnavel. De kaken bevatten een won derlijk kauwtoestel en men heeft alleen in de bovenkaak meer don 2000 afzonderlijke tan den geteld. Deze tanden waren buitengewoon goed geschikt om gras, riet en waterplanten mede af te snijden, die de Trachodon waar schijnlijk met zijn zonderlingen tandeloozen snavel aan de voorzijde der kaken beetpakte. De Mosasaurus was een reusachtige „zee slang". Het is waarschijnlijk dat het dier, dat een langgerekten, slangachtigen vorm en pok als de slang naar binnen gebogen tanden had, oorspronkelijk op het land woonde en langzame: hand naar het water overging, tot eindelijk zijn hagedisachtige ledematen een pagaai-vorm aannamen. De soort, waar van men denkt dat zij eerst alleen in Europa voorkwam, kon zich toen over de geheele we reld verspreiden. De Iguanadon aan zijn middagmaal. Twee dagen later was het weer goed, er gingen wolken door de lucht en het was 'n beetje „hazy", dat wil zeggen er hing 'n trillende ietwat vochtige damp over het landschap, precies zooals men dat hebben moest voor 'n Dutch picture, waar je den toon in wilde leggen. En toen had de uittocht plaats. Er kwa men met de lady zelf meegerekend negen menschen bij te pas. I. De lady. n. De juffrouw, Miss Evans, die als tolk vooral onmisbaar was. m. De Meester voor de hulpe en *n enkel streekje hier en daar. IV. De man Pears voor de bediening en het poids. V. De knecht voor den blek van de babbel koets, pokken-Piet genaamd. VI. De chauffeur van de auto waarin gezeten waren de lady, de miss, de Meester en Pears, die naast den sub VI genoemden chaufeur zat. VU. In een tweede auto kwam uit Middel burg mee een als solide en beslist knap te boek staand photograaf, met VUL een jongen, die z'n bullen en hokus- pokus aandroeg en weer Inpakte. IV. De chauffeur van de sub VU reeds genoemde auto. Het trof zoogezegd uitmuntend, dat de toon er was, de lucht werd doorsluierd door dien ragfijnen, zeer ijlen damp, die In Dutch pistures altijd zoo'n „wonderful" effect maakt iets wat je bij Noordenwind absoluut mist. De babbelkoets met den eigenaar van der> biek, de zeer betrouwbare pokken-Piet (om dat hij 'n beetje van de pokken geschonden was en geen gelegenheid had gevonden om dat weer eens bij te laten puimen) was al eerder op stap gegaan en stond al te wachten te Zoutelande op den hoogen dijk. Die babbelkoets heb je noodig als je rustig wil werken. Je hebt dan geen zon op je doek en geen kijkers op je handen- En als het regent, heb Je evenmin dat gezanik met paraolu's. niet waar? Toen de hoofdmacht op den dijk aange- tuft kwam, in de eerste auto no. I, II. rf en IV, met VI, in de tweede a.uto vn en VUI met IX. stond de sub V genoemde pokken-Piet al te glunderen en zei de lady: „How guaat het met jouw?" Waarop zit je daar te wachten. Jantje? Ik heb daarnet mijn hond verkocht aan een Jongetje aan den overkant van het Spaarne. en nu wacht ik tot hij terug komt zwemmen. De zoon: Vader, hoe ver Is het, van hier naar Australië? De vader: Dat weet ik niet. De zoon: Dan hoop ik dat u morgen spijt zult hebben, als ik gestraft ben omdat u zoo dom bent. Dit is een harde wereld zooals de man zei", die op een bananenschil uitgleed. „Jan", zei zijn vrouw over de telefoon, „kom asjeblieft dadelijk thuis. Ik heb de stopcontacten van den stofzuiger en de radio door elkaar gehaald, en nu zuigt de loudspeaker al het behang van de muren". De bevolking van Italië bedraagt 41 mll- lioen zielen. Dat is dus waarschijnlijk 40 millloen plus Mussolini. Er ls onlangs voorspeld dat de wereld op 18 April zou vergaan. De hardnekkigheid waarmee deze voorspellingen geuit worden, niettegenstaande ze nooit uitkomen, ls be wonderenswaardig. Ontegenzeggelijk echter is iedere volgende voorspeller weer een beetje dichter bij de waarheid. Henry Ford zegt: Als Je ergens succes in wilt bereiken moet je van den groijd af be ginnen. Behalve als je zwemmen wilt leeren, Henry, denk er aan. De schrijver van een artikel over lucht vaart betoogt dat de mensch nu alles kan doen, wat een vogel kan. Behalve natuurlijk op zijn gemak boven op een telegraafdraad zitten. Het toppunt van zelfingenomenheid is, dunkt mij. wel bereikt door den man, die on langs op zijn verjaardag zijn moeder felici teerde. Iedereen schijnt een hekel te hebben aan de saxofoon zei dezer dagen een Engelsch rechter. Wij niet, wij haten alleen den man die het ding bewerkt. Wij lezen van een man, die dezer dagen op 96-jarigen leeftijd overleed, dat verscheidene dokters hem opgegeven hadder, toen hij 50 jaar oud was. Waaruit dus maar weer blijkt, dat de dok ters op den laneen duur gewoonlijk gelijk krijgen. Het ls net honderd jaar geleden merkt een dagbladschrijver op dat de mensch verbaasd staarde daar zijn eerste gaslamp. Heden ten dage kijkt hij alleen nog maar verbaasd naar zijn gasxekening. Eerste dief: „Geluk gehad Piet?" Tweede dief: „Nee, vannacht heb 1b 5 uur aan een safe gepeuterd. Toen ik 'm open had bleek het een moderne radio-installatie te zijn," „Geef mij maar een week van 5 dagen! En jij Sam?" „Man, geef mij niaar een week-end van 5 dagen!" De agent van politie heft zijn hand op. De dame zet haar wagen met een ruk stil. De agent van politie trekt zijn opschrijf boekje uit zijn zak en spreekt streng: „Dade lijk toen ik U den hoek om zag komen dacht 11c: „Op z'n minst 45." Dame (verontwaardigd): „U bent heel erg In de war. Die hóed maakt me zoo oud!" bij, waar hem werd opgedragen de bolwer ken in wandelparken te herschapen. Alge meen werd zijn werk gewaardeerd. En hij ging er mee door tot aan de vermoeienis van den ouden dag. Een zijner laatste werken is nog geweest het oudste deel van het Amster- damsche Vondelpark, waarvoor hij de onder handelingen gevoerd en het plan geteekend heeft, maar de uitvoering overliet aan zijn eenigen zoon. Louis Paul, die hem nog vele jaren opvolgde. In de Londensche salons zei ze dan ook, dat Hollandsch niet zoo heel moeilijk was' en dat ze zich vrij aardig met het volk kon onderhouden. Pokken-Piet begon met dadelijk aan den Meester te zeggen, dat er 'n tientje bij moest, want dat de weg 'n erge tegenvaller was gèweest. Dat zou wel terecht komen dacht de Meester, maar hij moest nu voorloopig zijn bek houden, want er moest nu gewerkt worden. Toen begonnen de pogingen tot de nadere aanraking met de inboorlingen. Deze weten ln Zeeland nu eenmaal reeds in hun tweede of derde jaar dat ze snoezig zijn, om te stelen, lovely, charmant, reizend. Dat weten ze best en dat het wat opbrengt dat weten ze ook. Er was door de sub I genoemde Engelsche dame last gegeven de bevolking 'n beetje in t gevlij te komen, 'n beetje op haar gemak te stellen, zoodat. ze niet zoo shy zouden zijn en wegloopen. Maar ze waren heelemaal niet schuw, vooral niet toen de miss. namens de vriendelijke dame, mak guldens begon te werken en de d<° „oyt naam van de vriendelukke lady" in de grijpsvingertjes van de schatten van honne- ponnetjes stopte. En het kostte heelemaal geen moeite om den lieven kleinen te beduiden, dat de „wriendelijke lady" hen als model wenschto te doen poseeren. Ja ze begreep zelf vol komen de draagkracht van de hun voorge spiegelde transactie, die hierop neerkwam, dat ze, als ze „mauwj stil" hadden gestaan later nog een gulden zouden krijgen. Nu spitste zich de ouverture meer en meer toe. De Meester was met de lady aan het vige- leeren, zooals pokken-Piet dat vrij oneerbie dig uitdrukte. De slanke arm van de lady tjes in zwaaiende gebaren, de duim vooral hevig naar voren tredend, over het land schap. De Meester klem een meter of drie den dijk op. zakte toen weer 'n meter of wa' naar beneden, trok toen nog 'n pas of wat achteruit. Nu kwam de Miss met het stoeltje van haar mevrouw aanzetten en plantte d»* den inmiddels door Pokken-Piet- gediri geerde babbelkoets. Houtskool werd aange reikt en de vriendelijke dame schetste in JOHAN DAVID ZOCHER. 1790—1870. Wie zou over onzen beroemden 19e eeuw- schen stadgenoot, J. D. Zocher beter kunnen vertellen dan onze Haarlemsche schrijfster mejuffrouw A. G. de Leeuw, in ruimen kring beter bekend als Geertruida Car eisen, dc vrouw, die op hoogen leeftijd nog in daad eu geschrift getuigt van ook haar groote liefde voor de tuinkunst en zich zoo een waardig kleindochter toont van den grootei^ tuin architect? Hieronder volgt hetgeen zij zoo bereid willig was ons omtrent hem ter hand te stellen: In de geschiedenis der Tuinarchitectuur wordt deze soms „de groote Zocher" en ook soms „J. D. Zocher Jr." genoemd; het laat ste omdat zijn vader, die hetzelfde vak be oefende. dezelfde doopnamen droeg. Maar waarschijnlijk omdat zijn vader reeds ont slapen was, toen hij, de zoon, zijn loopbaan op dat kunstgebied begon, heeft hij bij zijn handteekening nooit dat „Jr." gevoegd. Die vader moet reeds een man van zekere beteekenis in het vak zijn geweest. Hij bezat de toen nog kleine kweekerij Rozenhagen buiten de Nieuwpoort én is, onder geleide van een toenmaligen gezant naar Engeland geweest om daar de nieuwe wijze van wer ken te leeren kennen, die gaandeweg den naam van Landschapstijl gekregen heeft. De Fransche tijd speelde hem, als zoo vele anderen, noodlottige economische parten, zoodat het heele zaakje erg achteruit ging. Intusschen was de zoon Johan David be gonnen met zich op bouwkunst toe te leggen en had daarin succes. Bij een door Napoleon uitgeschreven prijsvraag voor jonge archi tecten verwierf hij een „prix de Paris"; en eenmaal te Parijs werkzaam won hij een „prix de Rome". Vooral het verblijf van een paar jaar in Italië (waar hij, door beroemde gebouwen uit te teekenen, en schilderijen te copieeren, in zijn onderhoud voorzag) liet. een schat van artistieke herinneringen in hem achter, die hem tot op zijn ouden dag lief waren. In t vaderland teruggekeerd, begon hij dus als architect te werken, en bouwde toen o.a.. de Amsterdamsche Beurs, bij welker opening Koning Willem I, naar hij nog gaarne aan zijn kleinkind placht te vertellen, hem persoon lijk de ridderorde van den Nederlandschen. Leeuw op de borst had gehecht. Bij de af braak van dit monumentaal gebouw is wel gebleken hoe stevig het in mekaar zat. Maar Zocher begon in te zien, eensdeels dat er in ons land een stemming begon op te komen tegen den door hem uit het zuiden meege- brachten Grieksch -Romeinsclien-Italiaan se hen bouwtrant en geestdrift voor den oud- Hollandsehen baksteenbouw, anderdeels dab er in de Tuinkunst, waarin zijn vader zijn wegbereider was geweest, een mooie'toe komst voor hem lag. Onderwijl had hij de ouderlijke kweeke rij vergroot en op dat terrein aan den Klop- persüigel een huis gezet, en was getrouwd met Mevrouw de Wed. Penninck Hoofd, geb- May. Zijn werkzaamheid strekte zich uit over verschillende provinciën; in de omstreken, van Haarlem, Utrecht, Gelderland legde hij tal van buitenplaatsen aan; en na 1830 kwam daar de ontmanteling van versterkte steden (Zie vervolg op de vorige kolom.) eenige brlede, korrelige lijnen den achter grond, de in een dijk weggedoken huisjes, 'n paar schuttingen ,wat doeken en kleeren, die op de lijn hingen. Toen werden eenige snijboonachtige halen door het landschap getrokken, daar zouden de lieverds (the dears) dan later in-gezet worden, de dansende schattige Walcheren- sehe schoolkindertjes. Nu stond de good lady op, de Meester, die toegekeken had, werd uitgenoodig plaats te nemen. Hij zou er de lucht en het duin even op brengen.) onderwijl zij dan de kinderen groepeerde voor de fieuurgroep. Pears kwam intusschen sandwiches aan bieden en een kop bouillon, meegebracht in de auto, deed het keurig in den vorm. De generaa'sche ging nu tot den photo graaf, nam de Miss mee, die tot de schare van op verdere fooien azende schatten zei, dat ze ln 'n kringetje moesten rond loopen hand aan hand. Waarna de photograaf Instelde, onder z'n doek kroop en mat z'n handen allerlei orders gaf aan den sub VUI genoemden Jongen. De chauffeurs sub VI en VU en IX ge noemd, die daar in het duin lagen te soezen werden er door den man Pears uit opge jaagd, om den toon niet te bederven. Toen na een paar uur de Meester de lucht, de duinen, de huisjes en den dijk er od had, en de photograaf met een stuk of wat opna men gereed was gekomen, werd verzamelen geblazen. Pokken-Piet kreeg z'n tientjes en reed weer naar Domburg. De eerste auto. waarin de lady, de M'ss, de Meester en Pears plus een chauffeur tufte weer naar Middelburg, eveneens de tweede auto, waarin de photograaf en diens helper. Ue la-*v werkte toen de enkele gegevens, die de Meester en de p'-otograaf mogehjk hadden kunnen aanbrengen in haar schil derij- Dancing schoo'girls in Ho"and tot een gelukkig ensemble uit en het oeuvre werd zeer geprezen. PIM PERNEL. (Nadruk verboden Een Idylle. Een eendsnavelig Dinosauruspaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 18