H. D. VERTELLINGEN nMantet-L costume IC* a 4*» 4 77 STADSNIEUWS FEUILLETON. Helen's Juweelen VAADTFM'S nAf.RT.AD MAANnAC 24 APR'L 1924 (Nadrak verboden; entcmrarecht vooröebonden.) door JET LEBER. Lize's wraak. De zomerhitte trilde boven de kleurrijke bloemen van den rustigen landelijken tuin, maar in de schadu van den noteboom hing een weldadige koelte. „Wat lijkt de stad hier ver weg, hè?" zei Annie, behagelijk-lui achterover leunend. „Ja", zei Myra, „dit lijkt de heele wereld". „Een complimentje voor degenen, die nu om je heen zijn", zei Max en keek haar glimlachend aan. Ze glimlachte terug, zonder Iets te zeggen en een poos zwegen ze alle drie. Toen porde Annie ineens verschrikt haar broer aan: „Max, is het niet hoog tijd om Lize van de halte te gaan halen?" „Ja, het wordt langzamerhand tijd" zei hij onverschillig. Even keek hij naar Myra. „Ik geloof niet, dat mijn verloofde vroeger zoo kalm was, als hij me ging afhalen, na een paar weken afwezigheid!" tartte ze. „Die ging jou ook halen!" Langzaam ging hij heen. Dc beide vriendinnen bleven achter. „Ik geloof niet, dat hij erg verliefd is", zuchtte Annie. „Zij schijnt zijn aanzoek geprovoceerd te hebben. Toch is het een aardig meisje, mooi, elegant, jong Myra staarde voor zich uit. .'"e hoorde de stemmen van haar beide dochtertjes, die met Annie's kinderen in den boomgaard speelden en ze dacht aan haar man, die hard werkte in de groote benauwde stad, ter wijl zij zoo luierend-genietend met de kin deren en haar vriendin logeerde op het bui ten van Annie's moeder. Ach, ze had hem Immers eerlijk geschreven, hoe aardig ze Annie's broer vond, die hier ook zijn vaean- tie doorbracht, nadat hij pas geslaagd was voor zijn artsexamen. In zijn beantwoordend schrijven had haar man nog plagerig naar hem geïnformeerd en ze had teruggeschre ven: „Maak je niet bezorgd, hij is ruim tien jaar jonger dan ik en pas verloofd met een heel jong verpleegstertje, maar hij is aardig en ik ben nog geen oude vrouw in zijn oogen, gelukkig;"Ze had zich niets te verwij ten, ze keken graag naar elkaar, ze praatten graag met elkaar, maar altijd was Annie er bij geweest en dat had hun niet gehinderd. Maar nu zou dat vreemde meisje die heer lijke harmonie komen verstorenMax zou niet meer naar haar omzien.... Op de wandeling van de autobus naar huis vernam Lize, dat ze niet de eenige logé was -op het buiten van haar aanstaande schoon moeder. „O, dat lijkt me wel gezellig", zei ze op gewekt. „Een troepje kinderen, een paar oudere dames „Myra is niet oud", zei Max. „Myra, wat een gekke naam", zei ze ge prikkeld. „Noem je haar bij den naam? Ken je haar al lang?" „Pas een paar dagen". Ze vond hem zoo stil en strak en hij had nog niet eens naar haar nieuwen hoed geke ken! Ze begon een opgewonden verhaal over een voorval uit het ziekenhuis, maar hij remde: „Geen ziekenhuis-verhalen, zeg, we hebben nu vacantie!" En ze dacht wrevelig: „Myra! Net een naam voor een vrouw, die mooi en jong wil schijnen en hot niet meer is! Hoe vind je mijn nieuwen hoed?" tartte ze. Gerustgesteld zag ze de bewondering in zijn oogen, Lize en Myra deden vriendelijk tegen elkaar en amicaal. Lize moest toegeven, dat Myra gezellig en vroolijk was en nog mooi ook voor haar leeftijd. Wat hinderde het tenslotte, dat Max graag met haar praatte in den familiekring? Ze had hem vaak genoeg al leen voor zich en het was aardig van Myra, dat ze altijd weigerde, als Max haar vroeg of ze ook mee ging roeien of fietsen. Myra liet ze kalm samen trekken. Het was haar bedoe ling niet, hen van elkaar te verwijderen en ze gunde Lize haar vrijerijtjes, nu het bleek, dat Max in den familiekring even graag met haar praatte als vóór Lize's komst. Maar op den duur ging het Lize hinderen, dat elk plannetje van haar moest uitgaan, elk ongestoord samen-alleenzijn door haar moest worden bewerkt. Na het eten, als ze popelde om met hem weg te gaan, den lom merrijken tuin in of naar een rustig hoekje in een ongebruikte kamer, bleef hij het liefst INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct« per regel. nog wat natafelen met de dames en onder het sigaretten rooken gingen hun woorden vlug en pittig over en weer. Ze wou meedoen, lize, maar verzonk tegen haar zin in een mokkende zwijgzaamheid. Tegen Myra's vlot ten, pikanten geest kon ze niet op. Dan legde ze haar hoofd tegen zijn schouder, openlijk haar recht op hem toonend en hij streek soms langs haar korte krulhaar, maar zijn oogen gingen naar Mvra, zijn woorden, zijn glimlach waren voor Myra! Op een avond voelde ze haar machteloos heid grooter nog dan anders. Er was iets tartends in Myra's koninklijke gestalte, iets fascineerends in haar glanzende oogen, het bloed tintelde warm onder haar donkere huid. Lize voelde zich juist dien dag wat moe en schuilde bleek en tenger weg in een groo te clubfauteuil. Ze hadden allebei van Max een groote donkerroode roos uit den tuin gekregen, maar deze kwam op Myra's japon beter uit en hij noemde haar „Carmen"! Alsof de naam Myra al niet erg genoeg was! Ze voelde zich zoo verwaarloosd, dat ze den tuin inging, hopend dat Max haar weldra zou volgen. Maar een uur later vond Annie haar vergeten en schreiend onder den notenboom. Boos ging Annie naar haar broer toe. „Ma::, je verwaar loost Lize schandelijk! Ze zit al een uur al leen in den tuin!" „Zij is weggeloopen", zei hy koel, maar hij ging nu toch naar zijn verloofde toe. De beide vriendinnen bleven alleen. „Je moet hem niet zoo aan je binden, Myra" ver weet Annie. „Doe ik speciaal iets om hem te binden?" stoof Myra op. Ze maakte de roos los van haar japon en zette haar in een vaasje. „Ik kan het niet helpen, dat hij me Carmen noemt, misschien komt het door de roos, hier is ie". Op de bank onder den noteboom viel een heftige scène voor. Maar Max bleef koel on der Lize's verwijten en beschuldigingen. Hij zei, dat ze ongemotiveerd jaloersch was en wilde geen kwaad van Myra hooren. Toen hij wilde heengaan trok ze hem smeekend naar zich toe. „Wat ben je nog een kind", zei hij en kuste haar beschermend. Nu ze geen vat op Max had. zou ze Myra eens doen gevoelen, dat ze zich belachelijk aanstelde, door jong te willen doen, terwijl ze niet jong meer was, zij, met haar al half volwassen dochters, haar te forsche gestalte en de enkele grijze draden door haar zwarte haren heen. En toen Max twee dagen weg ging om een dokter van een naburig dorpje te vervangen, bedacht ze haar wraakplan. Ze had al eens haar bewondering geuit voor Annie's keurige weelderige garderobe. En toen Max weg was, zei ze: „Zeg, Annie, mag ik die japonnen nu eens aantrekken? Dan speel ik voor mannequin en houden we vanavond mode-show!" Ze gaven toe en toen de kinderen dien avond naar bed waren, installeerden Myra, Annie en haar Moeder zich in de huiskamer voor de mode-show. Het duurde lang eer Lize verscheen. Aan Annie's toilettafel; be werkte ze zich zorgvuldig met stift en fouge en poeder, wat ze van Max nooit mocht en ze wist handig de japonnen zoo te drapee- ren, dat ze als voor haar gemaakt schenen. Ze bekeek zichzelf goedkeurend in de spie gel: ze moesten haar wel mooi vinden, mooi enjong!" Achtereenvolgens kwam ze in de verschil lende japonnen binnen, die ze de namen van exotische parfums of van uitheemsche vrou wen gaf of een omschrijving van eigen be denksel. Haar houding varieerde met de ja ponnen, ze liep geaffecteerd, overdreven ele gant, of hooghartig, canailleus of coquet. De dames bewonderden haar gul. „Ik wist niet, dat je zoo'n tooneelspeelsterstalent had", zei de oude mevrouw en Annie lachte om de fantastische namen, die haar dood gewone japonnen kregen: rêve d'amour, peau de diable, zeemeermin, enz. Myra keek in spanning naar de vertooning. Mooi en ele gant was Lize ongetwijfeld en benijdens waardig jong. Haar fijn, wat te scherp ge zichtje had telkens een andere uitdrukking. Er was iets in den hooghartigen fel'en blik, waarmee ze opzettelijk over de aanwezigen heen zag, dat Myra het gevoel gaf, als had Lize nog een ander doel dan een onschuldig tijdverdrijf. Maar schijnbaar onbezorgd maakte ze haar waardeerende opmerkingen, als de anderen. Toen kwam de creatie „Carmen", in rood en zwart, met roode rozen in het corsage en in het haar. De „mannequin" maakte enkele uitdagende vlugge danspassen en staarde toen, als lokkend, naar een bepaald punt. Om den kleinen rooden mond trok een lachje van triomf, toen ze even naar Myra keek. Myra bloosde. Het was stellig geen toeval, dat Lize den naam „Carmen" koos. Ze ge bruikte dezelfde rozen, die Myra dien avond droeg, toen Max haar uit de grap „Carmen" noemde. En wilde ze met haar dansen laten zien, dat zij, Myra, niet vlug genoeg meer dansen kon voor een „Carmen"? „Nu moesten we maar eens eindigen", zei de oude mevrouw, die naar haar feulleton verlangde. „Nog eens", zei Lize, weggaand. Toen ze terugkwam, had ze, inplaats van een mondain toilet, een grauwe wollen ja pon aan, een oude japon van de oude dame, die Myrd eens op een killen regenachtigen avond aangetrokken had, toen ze naar den moestuin waren gegaan om de slakken van de koolbladen te verwijderen. Ze had een regenhoed van Myra opgezet die haar niet flatteerde en ouder deed schijnen en ze had zich overdreven dik gemaakt. Plomp en ouwe lijk liep ze de kamer door. „De vrouw van veertig jaar", noemde ze haar creatie. Myra applaudisseerde mee met de ande ren. Ze zou niemand laten merken, dat ze begrepen had! Nadat Myra den halven nacht had wakker gelegen om op wederwraak te zinnen viel ze pas in slaap, toen het bes'uit genomen had, zich niet langer tusschen Max en Lize te plaatsen en naar huis terug te keeren. Aan de ontbijttafel lag een brief van haar man en ze deed alsof haar besluit een ge volg was van dien brief. „Mijn man smeekt ons om terug te ko men. Hij verlangt te erg naar ons", zei ze. Maar Max' teleurstelling, toen hem bij zijn thuiskomst Myra's naderend vertrek werd meegedeeld, was haar toch een kleine vol doening. „We hebben ons best zonder je geamu seerd, Max", zei ze. „Lize heeft zoo leuk voor mannequin gespeeld, hè Lies?" Lize verborg haar gezicht tegen Max' schouder en antwoordde niet. Spijtig be dacht ze, dat Myra niet eens haar wraak be grepen had! EEN NIEUWE PRECARIO- VERORDENING. DE OPBRENGST ONGEVEER GELIJK. De Hooge Raad heeft bij arresten d.d. 26 Januari en 2 November 1927 beslist, dat voor de heffing door de gemeente, overeenkomstig art. 238 der gemeentewet, van gelden voor het gebruik of genot voor den openbaren dienst bestemde gemeentewerken het noodig is, dat dit gebruik of genot in overeenstem ming zij met de „bestemming" van dat ge meentewerk. Met betrekking tot gemeentegrond als in het onderhavige geval bedoeld, moet zooda nig genot of gebruik dus zijn in overeen stemming met de verkeersdoeleinden van den weg. Dit wordt uitdrukkelijk gezegd in het arrest van 2 November 1927. Aan het slot van genoemd arrest vermeldt de Hooge Raad toch, dat er mogelijk wel gevallen denkbaar zijn, waarin men mag aannemen, dat door het hebben van een balkon, uit hangbord enz. boven de openbare straat, hetzij in verband met andere inrichtingen, hetzij in verband met de bijzondere plaat sing, wel gebruik wordt gemaakt of wordt genoten van de openbare straat, overeen komstig hare verkeersdoeleinden, doch dat de gemeente in dergelijke gevallen daarom trent in de verordening een omschrijving moet geven. In het algemeen kan worden ge zegd, dat boven openbaren gemeentegrond uitstekende tot „reclame" bestemde en ge bezigde voorwerpen met de openbare wegen niet in eenigerlei verband staan en evenmin ten goede komen aan het verkeer daarop of aan de gebruikers daarvan, zoodat de be trokken voorwerpen niet meer als belasting objecten kunnen worden aangemerkt, de ge heven rechten derhalve niet meer zijn te rangschikken onder de in art. 238 der ge meentewet genoemde gelden en dus niet langer met belastingen zijn gelijk te stellen. De Haarlemsche precarioverordening dient in den door den Hoogen Raad bedoelden zin een wijziging te ondergaan. B. en W. vermee- nen echter onder de aandacht van den Raad te moeten brengen, dat inmiddels is inge diend een wetsontwerp tot herziening van de gemeentewet, waarin is opgenomen een wij ziging van art. 23.8 terzake precariorechten. Deze wijziging houdt in, dat aan art. 238 bo vengenoemd een zinsnede wordt toegevoegd, waarbij het mogelijk is ook rechten te hef fen, wanneer het gebruik of genot van de gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen afwijkt van de gewone bestemming. Deze aanvulling in het betrokken wetsar tikel beoogt voorziening te treffen in de na- deelige gevolgen, voor de gemeente ontstaan door het meergenoemde arrest van den Hoo gen Raad van 2 Nov. 1927. Van de gelegenheid tot wijziging der ver ordening vermeent het College van B. en W. tevens gebruik te moeten maken om de be trokken verordening in haar geheel te her- 2letL Het is toch in de praktijk noodzakelijk gebleken, dat de thans geldende verorde ning (vastgesteld op 31 Jan. 1917) in menig opzicht wijziging behoeft. Voor vele objecten is geen tarief van heffing opgenomen, een meer systematische indeeiing der verordening is noodig, terwijl in verschillende gevallen meer gelijkheid in heffing moet worden gebracht. In het bij zonder wijzen B. en W. op het ontbreken van een dagtarief, hetgeen bij het heffen van rechten voor het in gebruik nemen van ge meentegrond voor tijdelijk opslaan of bergen van materialen tot onbillijke aanslagen leidt. Volgens art. 1, letter A, der thans geldende verordening wordt b.v. voor het innemen van openbaren gemeentegrond gedurende slechts één dag eenzelfde recht van 0.20 per M2. geheven als bij het innemen van ge meentegrond gedurende een week. Invoering van het dagtarief geeft in ver houding tot het korter of langer gebruik van gemeentegrond een meer evenredigen aan slag. Door degenen die voor de uitoefening van hun beroep of bedrijf slechts korten tijd het gebruik van gemeentegrond behoeven, is een heffing van 0.20 per M2. voor één dag m meerdere gevallen inderdaad een onbillij ke last te noemen. Dit tarief vermeenen B. en W. tot de helft te moeten terugbrengen. Om een meer stelselmatige regeling, bene vens een meerdere gelijkheid in heffing te verkrijgen, is voorts uitgegaan van de ge dachte, dat voor objecten, welke voor den openbaren dienst het meest hinderlijk zijn, een hoogere belasting wordt gevorderd, dan voor kleinere en minder beletsel veroorza kende voorwerpen. Voor zooveel mogelijk zijn de weektarieven op 5 maal het dagtarief, de maandtarieven op 3 maal het weektarief en het jaartarief op 10 maal het maandtarief gesteld. De opbrengst volgens de nieuwe verorde ning, zoo zeggen B. en W. zal vrijwel gelijk blijven aan die volgens de thans vigeerende verordening. Aan de verordening ontleenen wij, dat voor het in gebruik nemen van gemeentegrond voor het tijdelijk bergen of schoonmaken van een rij- of voertuig per jaar 25 bere kend wordt. Voor een motorrijtuig bestemd voor openbaar middel van vervoer 9. Voor een benzinepomp moet 100 per jaar betaald worden. Het tarief voor een inrij blijft op 12 per jaar gehandhaafd. GEMEENTERAAD. Er wordt een vergadering van den Raad der gemeente Haarlem gehouden op Donder dag 2 Mei 1929 des namiddags ten 1 1/2 ure, in de Statenzaal Prinsenhof. Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededeelingen en ingekomen stukken (liggen ter inzage). 2. Balans enz. 1928 Keuringsdienst van Waren. 3. Balans enz. 1928 Woningbouwvereniging „Huis ter Cleeff'. 4. Verhooging voorschot R.-K. Coöperatie ve Woningbouwvereniging „St. Jozef" G.A. 5. Inbreng perceelen bouw- en weiland in het Grondbedrijf. 6. Verzoekschrift Ver. „Groen van Prinste- rer" bouw school in het noordelijk deel der gemeente. 7. Verzoekschrift R.-K. Parochiaal Kerk bestuur „St. Bavo" verlcenen medewerking bouw bijzondere school Kerklaan 49. 8. Aankoop grond ten oosten Vergierde- weg. 9. Verbetering Nassaubrug. 10. Bouw school openbaar lageronderwijs nabij van Zeggelenstraat. 11. Beschikbaarstelling gelden bouw twee scholen Voorbereidend' L.O. 12. Verbouw perceel Prinsen Dolwerk 3 tot schoolgebouw voor B. L. O. 13. Verhooging crediet uitbreiding open baar slachthuis (ijsfabriek c.a.) 14. Bouw woning enz. Algemeene Begraaf plaats Kleverlaan. 15. Verbetering woonwapenkamp Oudeweg. 16. Wijziging verordening keuring van waren. 17. Benoeming: a. deskundige schatting lokaliteiten Drank wet. b. lid Plaatselijke Commissie van Toezicht Middelbaar Onderwijs. c. onderwijzeres school 34 (Overtonstraat) d. reserve-onderwijzeres buitengewoon la ger onderwijs. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN Terug te bekomen bij: Termetz, Schoter- vostpaü 6, beursje, Bur. v. Politie, Smede- straat, leesboek, Verbeek, Kinkerstraat 7, bal, Stroofcman, L. Wijngaardstraat 28rd., étui met teekengereedschap, Ballus, Bankastraat 45, ganglooper. v. d. Made, Gen. de Wetstraat 41, mondharmonica, Hoogerbeets, Amster- damschevaart 24rd„ portemonnaie met inh. Peters, Regulierstraat 26, portemonnaie met inh„ Laatstra, Kokstraat 6rood, portemon naie met inhoud. Hooglugt, Hagestraat 6, pakje met inhoud, Schuilenburg, A. L Dij- serinckstraat 27, pet, Mooiweer, Alb. Thijm- straat 14, rijwielbelastingmerk, Houweling, Z. Brouwerstraat 41, ring, Woud, P. Kies- straat 41, zakmes, v. Veen, v. 't Hofstraat 81, GEM. AVONDSCHOOL VOOR NIJVER- HEIDSONDERWIJS Vrijdagavond had aan de Gem. Avond school voor Nijverheidsonderwijs aan de Raaks de bevordering plaats van de leerlin gen en de uitreiking van de diploma's aan die leerlingen der 5e klas die een voldoend eindexamen hadden afgelegd. Tegenwoordig waren directeur en leeraren, alsmede Ir. P. J. van Voorst Vader, voorzitter van de sub commissie van toezicht. Laatstgenoemde nam het woord en beschouwde het als een voorrecht de jongelui te mogen toespreken en feliciteeren. Maar hij wenschte allereerst een woord van lof te doen hooren voor direc teur en leeraren. Hij begreep dat het voor de jongelui na zwaar dagwerk een heele prestatie was om geregeld de lessen bij te wonen, doch na zulk een inspanning is de voldoening des te grooter. Hij spoorde aan om te blijven studeeren en wenschte den ge slaagden succes in het verdere leven. De directeur der school, de heer Bauer, sprak zijn groote blijdschap er over uit, dat de leerlingen hun werken met succes be kroond zagen. Met weemoed herdacht hij nog den leerling Gerstenberger, die helaas door een noodlottig ongeluk het leven had verloren en anders ongetwijfeld tot de geluk kigen zou behoord hebben. Hij spoorde de jongelui aan zich te specialiseeren, opdat zij niet, als de ongeschoolde arbeider, een on derdeel van de machine zouden blijven, en sprak de hoop uit, dat de school een steen tje bijgedragen zal hebben tot vergrooting van de arbeidsvreugde en dus verhooging van de levensvreugde. CHRISTELIJK LYCEUM. Tot gecommitteerden bij de eindexamens der litterair-economische afdeeling zijn door het bestuur behoudens goedkeuring van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen benoemd de heeren: A. Engelgeer, hoofd van den Accountants dienst der Rijks Directe Belastingen te Haar lem, Mr. O. E. G. Graaf van Limburg Stirum, ambtenaar van het O. M. bij de kantonge rechten te Amsterdam, wonende te Bloemen- daal, Prof. Dr. A. A. van Schelven, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, wonende te Haarlem, Jhr. Dir. M. F. van Lennep, emeritus-pre dikant te Bentveld- ARBEIDERS REISVEREENIGING. Door het bestuur der afdeeling Haarlem van de Arbeiders Reisvereeniging is het vol gend programma voor de maand Mei vast gesteld geworden: Zaterdag 4 Mei avondwandeling tot hetj beluisteren van den nachtegaal naar Kraan tje Lek. Samenkomst 11 uur 's avonds Groote Markt. Zondag 12 Mei. Groote dagwandeling door Leyduin en staatsboschbeheer naar Noord- wijk. Samenkomst 's morgens 10 uur, Groote Markt. Zondag 26 Mei bezoek aan den Stads- Kweektuin, 's morgens 10 uur bij den tuin. Zondag 2 Juni autotocht naar het Troel stra-oord te Beekbergen. Vertrek Haarlem 's morgens 7 uur terug pl.m. 's avonds 10 uur. Zondag 9 Juni bezoek aan Thijsse's hof te Bloemendaal. UITGAAN. „SCHOON SCHIP". Woensdag i Mei geeft het Ver. Rotter- damsch-Hofstad-Tooneel (Directeur Cor v, d. Lugt Melsert) de' laatste voorstelling in dit seizoen te Haarlem. Dien avond zal heb nieuwe stuk van Fred. Lonsdale „Schoon, schip" vertoond worden. Het. is een' zeden- komedie in drie bedrijven, die bij de pre mières te 's-Gravenhage en Rotterdam veel succes had. De hoofdrollen worden vervuld door Louis Gimberg, Fie Carelsen, Louis van Gasteren, Henry van Merle e.a. Regie: Her mann Schwab. Van Lonsdale werden bij dit gezelschap reeds met veel succes gespeeld: Mrs. Cheney's Verdwijning, Drie weken op proef, De Ko ninklijke weg e-a. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. AMSTERDAM Nieuwendijk 225/229 UTRECHT Oude Gracht 151 EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS. 4) door JACQUES FUTRELLE. De vinger d-v tijd had in die zes jaar heel wat hoofdstukken in zijn boekje geschreven hoofdstukken van ontbering en armoede, die toch niet voor niets waren geschreven, want de tijd had ook wel eén paar dingen uitgevvischt; en tenslotte was de politie zijn spoor bijster geraakt en niet hangende pootjes teruggekeerd. En nu, nu het geheugen van zekere vijanden van hem wel een beetje onder het stof zou zijn geraakt, durfde de Havik terugkeeren naar het tooneel van zijn vroegere triomfen de groote, glinste rende, onmeedoogendc stad New York om or de schade van al die jaren in te halen. Saddy Heinz leefde nog; hij zou daar be ginnen met nieuwe kleeren en een goede schranspartij. In zijn dagen van glorie was de Havik één van de eersten in zijn vak geweest. Hij had glimlachend, stoutmoedig en onophou delijk gestolen, maar altijd met het scherp- on-^erscheidende oog van den kunstenaar, en hij had minachtend zijn neus opgehaald voor den bult van een gewonen ordinairen dief. In die dagen waren juweelen zijn specialiteit geweest dat wil zeggen de juweelen van anderen en nu was het zoover met hem gekomen, dat hij zijn maaltijden uit keuken ramen moest gappen. Het kwetste zijn aesthetisch gevoel. In vroeger dagen had hij een paar apparte menten in een groot hotel bewoond, nu liep hij te zoeken naar een leeg huis, waar hij misschien, ergens op een zacht plekje op den grond zou kunnen slapen. In vroeger dagen had hij, als George Harrington Leegh een vooraanstaande positie ingenomen in de voorname kringen van de wereldstad; hij was lid van een dozijn clubs geweest en een welkome gast bij vele deftige families; nu was de eenige plaats, waar hij zeker welkom zou wezen, een cel. Niemand was meer dan hij doordrongen van het feit, dat hij heel diep was gevallen. Zijn roekeloosheid, die de politie van de heele wereld verhaasd had doen staan en zijn on berispelijke manieren, waren verdwenen, tegelijk met zijn dubbelen naam; en de Havik was een armzalig, vervallen wezen geworden, dat opschrikte van iedere stem, en verbleekte bij een onverwachten voetstap. Bijna zes jaar lang had hij dit leven ge had, tot hij in wilden opstand tegen de kleurlooze eentonigheid van zijn bestaan was gekomen. Hij was een natuur, die behoefte had aan rijkdom en weelde, hij zou het erop wagen en trachten de luxe, waarnaar hij smachtte, te heroveren! Het was hem eens gelukt waarom niet voor een tweeden keer? De Havik was nu lichamelijk in betere conditie dan ooit. De overtollige dikte, die het goede leven in de dagen van George Harrington Leigh veroorzaakt had, was ver dwenen, hij was nu slank, met een bijna jongensachtige gestalte, lenig, krachtig en gespierd. Gebouwd als een stalen brug. Het gezicht onder de stoppelige bruine baard was nog jong, zijn haar was dik, om zijn lippen speelde nog de oude, onschuldige glimlach, en zijn oogen keken nog even naïef als vroe ger. Vrees voor herkenning, zelfs door zijn besten, intlemsten vijand, had bij zijn plan nen weinig gewicht In de weegschaal ge legd. Zes jaar waren voorbij gegaan. Uiter lijk was er weinig gelijkenis meer tusschen hem en den man dien detective Meredith had gekend den uiterst gedistingeerden George Harrington Leigh. De Havik bleef plotseling midden op den weg staan om de hemel te te danken voor het feit, dat er geen enkele fotografie van hem bestond zelfs geen ge woon kiekje. Het was niet de eerste keer, dat hij de hemel voor hetzelfde feit zijn dank betuigd had ten tijde van zijn ver dwijning, toen er over de heele wereld een verzoek om opsporing verspreid was en nie mand een fot'o van hem bezat, alleen maar een beschrijving. En het was een prachtstuk van een beschrijving uit iedere tien man nen zouden er minstens drie aan beantwoord hf"Yben. Zijn overpeinzingen werden plotseling ge stoord door het gepuf van een motor, en de Havik ging snel op zij. De auto scheen juist om den hoek van den weg te staan, achter een paar dichte, groene struiken; en toen hij verder ging, zag liij het roode ach terlicht wegschieten in de richting van de hel-verlichte stad in de verte. Hij kon nog juist het nummer in zich opnemen 1234. Toen werd zijn aandacht getrokken doqr iets, dat voor hem op het oogenblik van veel meer belang was een bordje met „Te huur", dat aan een tuinhekje gespijkerd was. Daar was blijkbaar een leeg huis waar hij kon overnachten. Een eind van den weg af, doken de donkere omtrekken op van iets, dat waarschijnlijk een oud heerenhuis was, omringd door hooge zwiepende boomen. Na één snellen blik om zich heen sprong de Havik over het lage hekje heen en sloop door de donkerste ge deelten van den tuin naar huis. Zijn scherpe oogen zeiden hem, dat dc voordeur dicht gespijkerd was en dat al de luiken gesloten waren. Ook al goed. Hij zou er aan den achterkant wel In zien te komen. Er zou wel ergens een raam niet goed gesloten zijn en anders wist hij nog wel een ander middeltje. Hij voelde even aan de paar latten, die kruislings over de achterdeur gespijkerd waren. Ze zaten los. Hij trok en ze vielen op den grond. Hij probeerde de deurknop, draaide er aan en de deur ging zachtjes open. Een halve minuut stond hij luisterend in de duistere hal te staren; het eenige ge luid dat hij hoorde was het kraken en kreunen van de boomen boven hem. Hij ging binnen en herkende dadelijk de muffe lucht van een onbewoond huis. Toen sloot hij de deur achter zich. De Havik bewoog zich absoluut geluidloos, want dat was één van de eerste vereischten voor zijn vak, dus van het oogenblik af waarop hij de deur open duwde totdat hij bijna aan het einde van de hal was ge komen, was er geen geluid hoorbaar geweest geen voetstap geen geschuifel niets Zijn linkerhand, die langs de muur gleed, kwam bij een open deur. Hij ging de kamer binnen, en deed drie of vier stappen naar voren, terwijl hij trachtte de duisternis te doorboren. Het was er koud, maar in allen gevalle beter dan buiten. Alles was beter dan Plotseling bleef hij stil staan. Daar, op dezelfde hoogte als zijn oogen, recht voor hem uit en op niet meer dan anderhalven meter afstand, zag hij een klein gloeiend puntje het uiteinde van een brandende sigaret, van waar uit de rook langzaam om hoog krinkelde. De Havik verbleekte in het donker en met zijn blik gericht op dat ééne lichtpuntje sloop hij heel voorzichtig achter uit. Als hij maar kon ontsnappen! Hij scheen wel heel zachtjes te zijn binnengekomen, als de man met ae sigaret hem niet ge hoord had. Weer glipte hij onhoorbaar ach teruit de deur moest daar ergens, vlak achter hem zijn toen klonk er opeens een harde bons en de Havik voelde, hoe hij zijn evenwicht verloor. Zijn hoofd kwam met een slag tegen de muur aan, en hij viel languit op den grond. Verdere voorzichtigheid was overbodig. Hij krabbelde overeind, schopte den stoel, waar hij over gevallen was, weg en holde hals over kop tegen den muur op. De val had alle riohtingsgevoel in hem verdoofd. Hij zocht de dein- in een andere richting en kwam weer tegen den muur terecht. Zonder verder nog een enkele poging te wagen liet hij zich voorover vallen. „Schiet niet!" riep bij. Nu zou er een algemeene verwarring ont staan van hollende voeten en haastig aan gestoken lichten en angstige opwinding, die hem gelegenheid zou geven tot ontsnappen. Hij wachte met ingehouden adem. Maar er gebeurde niets. Weer die doodelijke stilte een stilte, die een bijna verlammende angst in hem deed opkomen. Tenslotte hief hij verwonderd zijn hoofd op en keek om zich heen. Daar. recht voor hem. zag hij weer het gloeiende puntje van de sigaret, even on bewegelijk als te voren. Zijn vrees begon langzaam aan nlaats te maken voor nieuwsgierigheid. Waarom ?e- beurde er niets? Een doofstomme zou zelfs al dat lawaai gehoord hebben. „Nou, gebeurt er nog iets?" vroeg hy aan de duisternis. (Wordt vervolgd..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10