H. D. VERTELLINGEN
nMantet-L
costume
IC* a 4*» 4
77
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
VAADTFM'S nAf.RT.AD
MAANnAC 24 APR'L 1924
(Nadrak verboden; entcmrarecht vooröebonden.)
door JET LEBER.
Lize's wraak.
De zomerhitte trilde boven de kleurrijke
bloemen van den rustigen landelijken tuin,
maar in de schadu van den noteboom hing
een weldadige koelte.
„Wat lijkt de stad hier ver weg, hè?" zei
Annie, behagelijk-lui achterover leunend.
„Ja", zei Myra, „dit lijkt de heele wereld".
„Een complimentje voor degenen, die nu
om je heen zijn", zei Max en keek haar
glimlachend aan.
Ze glimlachte terug, zonder Iets te zeggen
en een poos zwegen ze alle drie. Toen porde
Annie ineens verschrikt haar broer aan:
„Max, is het niet hoog tijd om Lize van de
halte te gaan halen?"
„Ja, het wordt langzamerhand tijd" zei hij
onverschillig. Even keek hij naar Myra.
„Ik geloof niet, dat mijn verloofde vroeger
zoo kalm was, als hij me ging afhalen, na
een paar weken afwezigheid!" tartte ze.
„Die ging jou ook halen!" Langzaam ging
hij heen.
Dc beide vriendinnen bleven achter. „Ik
geloof niet, dat hij erg verliefd is", zuchtte
Annie. „Zij schijnt zijn aanzoek geprovoceerd
te hebben. Toch is het een aardig meisje,
mooi, elegant, jong
Myra staarde voor zich uit. .'"e hoorde de
stemmen van haar beide dochtertjes, die
met Annie's kinderen in den boomgaard
speelden en ze dacht aan haar man, die
hard werkte in de groote benauwde stad, ter
wijl zij zoo luierend-genietend met de kin
deren en haar vriendin logeerde op het bui
ten van Annie's moeder. Ach, ze had hem
Immers eerlijk geschreven, hoe aardig ze
Annie's broer vond, die hier ook zijn vaean-
tie doorbracht, nadat hij pas geslaagd was
voor zijn artsexamen. In zijn beantwoordend
schrijven had haar man nog plagerig naar
hem geïnformeerd en ze had teruggeschre
ven: „Maak je niet bezorgd, hij is ruim tien
jaar jonger dan ik en pas verloofd met een
heel jong verpleegstertje, maar hij is aardig
en ik ben nog geen oude vrouw in zijn oogen,
gelukkig;"Ze had zich niets te verwij
ten, ze keken graag naar elkaar, ze praatten
graag met elkaar, maar altijd was Annie er
bij geweest en dat had hun niet gehinderd.
Maar nu zou dat vreemde meisje die heer
lijke harmonie komen verstorenMax zou
niet meer naar haar omzien....
Op de wandeling van de autobus naar huis
vernam Lize, dat ze niet de eenige logé was
-op het buiten van haar aanstaande schoon
moeder.
„O, dat lijkt me wel gezellig", zei ze op
gewekt. „Een troepje kinderen, een paar
oudere dames
„Myra is niet oud", zei Max.
„Myra, wat een gekke naam", zei ze ge
prikkeld. „Noem je haar bij den naam? Ken
je haar al lang?"
„Pas een paar dagen".
Ze vond hem zoo stil en strak en hij had
nog niet eens naar haar nieuwen hoed geke
ken! Ze begon een opgewonden verhaal over
een voorval uit het ziekenhuis, maar hij
remde: „Geen ziekenhuis-verhalen, zeg, we
hebben nu vacantie!"
En ze dacht wrevelig: „Myra! Net een
naam voor een vrouw, die mooi en jong wil
schijnen en hot niet meer is! Hoe vind je
mijn nieuwen hoed?" tartte ze.
Gerustgesteld zag ze de bewondering in
zijn oogen,
Lize en Myra deden vriendelijk tegen elkaar
en amicaal. Lize moest toegeven, dat Myra
gezellig en vroolijk was en nog mooi ook voor
haar leeftijd. Wat hinderde het tenslotte,
dat Max graag met haar praatte in den
familiekring? Ze had hem vaak genoeg al
leen voor zich en het was aardig van Myra,
dat ze altijd weigerde, als Max haar vroeg of
ze ook mee ging roeien of fietsen. Myra liet
ze kalm samen trekken. Het was haar bedoe
ling niet, hen van elkaar te verwijderen en
ze gunde Lize haar vrijerijtjes, nu het bleek,
dat Max in den familiekring even graag met
haar praatte als vóór Lize's komst.
Maar op den duur ging het Lize hinderen,
dat elk plannetje van haar moest uitgaan,
elk ongestoord samen-alleenzijn door haar
moest worden bewerkt. Na het eten, als ze
popelde om met hem weg te gaan, den lom
merrijken tuin in of naar een rustig hoekje
in een ongebruikte kamer, bleef hij het liefst
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct« per regel.
nog wat natafelen met de dames en onder
het sigaretten rooken gingen hun woorden
vlug en pittig over en weer. Ze wou meedoen,
lize, maar verzonk tegen haar zin in een
mokkende zwijgzaamheid. Tegen Myra's vlot
ten, pikanten geest kon ze niet op. Dan legde
ze haar hoofd tegen zijn schouder, openlijk
haar recht op hem toonend en hij streek
soms langs haar korte krulhaar, maar zijn
oogen gingen naar Mvra, zijn woorden, zijn
glimlach waren voor Myra!
Op een avond voelde ze haar machteloos
heid grooter nog dan anders. Er was iets
tartends in Myra's koninklijke gestalte, iets
fascineerends in haar glanzende oogen, het
bloed tintelde warm onder haar donkere
huid. Lize voelde zich juist dien dag wat moe
en schuilde bleek en tenger weg in een groo
te clubfauteuil.
Ze hadden allebei van Max een groote
donkerroode roos uit den tuin gekregen, maar
deze kwam op Myra's japon beter uit en hij
noemde haar „Carmen"! Alsof de naam Myra
al niet erg genoeg was! Ze voelde zich zoo
verwaarloosd, dat ze den tuin inging, hopend
dat Max haar weldra zou volgen. Maar een
uur later vond Annie haar vergeten en
schreiend onder den notenboom. Boos ging
Annie naar haar broer toe. „Ma::, je verwaar
loost Lize schandelijk! Ze zit al een uur al
leen in den tuin!"
„Zij is weggeloopen", zei hy koel, maar hij
ging nu toch naar zijn verloofde toe.
De beide vriendinnen bleven alleen. „Je
moet hem niet zoo aan je binden, Myra" ver
weet Annie.
„Doe ik speciaal iets om hem te binden?"
stoof Myra op. Ze maakte de roos los van
haar japon en zette haar in een vaasje. „Ik
kan het niet helpen, dat hij me Carmen
noemt, misschien komt het door de roos,
hier is ie".
Op de bank onder den noteboom viel een
heftige scène voor. Maar Max bleef koel on
der Lize's verwijten en beschuldigingen. Hij
zei, dat ze ongemotiveerd jaloersch was en
wilde geen kwaad van Myra hooren. Toen
hij wilde heengaan trok ze hem smeekend
naar zich toe.
„Wat ben je nog een kind", zei hij en kuste
haar beschermend.
Nu ze geen vat op Max had. zou ze Myra
eens doen gevoelen, dat ze zich belachelijk
aanstelde, door jong te willen doen, terwijl
ze niet jong meer was, zij, met haar al half
volwassen dochters, haar te forsche gestalte
en de enkele grijze draden door haar zwarte
haren heen. En toen Max twee dagen weg
ging om een dokter van een naburig dorpje
te vervangen, bedacht ze haar wraakplan.
Ze had al eens haar bewondering geuit
voor Annie's keurige weelderige garderobe.
En toen Max weg was, zei ze: „Zeg, Annie,
mag ik die japonnen nu eens aantrekken?
Dan speel ik voor mannequin en houden we
vanavond mode-show!"
Ze gaven toe en toen de kinderen dien
avond naar bed waren, installeerden Myra,
Annie en haar Moeder zich in de huiskamer
voor de mode-show. Het duurde lang eer
Lize verscheen. Aan Annie's toilettafel; be
werkte ze zich zorgvuldig met stift en fouge
en poeder, wat ze van Max nooit mocht en
ze wist handig de japonnen zoo te drapee-
ren, dat ze als voor haar gemaakt schenen.
Ze bekeek zichzelf goedkeurend in de spie
gel: ze moesten haar wel mooi vinden, mooi
enjong!"
Achtereenvolgens kwam ze in de verschil
lende japonnen binnen, die ze de namen van
exotische parfums of van uitheemsche vrou
wen gaf of een omschrijving van eigen be
denksel. Haar houding varieerde met de ja
ponnen, ze liep geaffecteerd, overdreven ele
gant, of hooghartig, canailleus of coquet.
De dames bewonderden haar gul. „Ik wist
niet, dat je zoo'n tooneelspeelsterstalent
had", zei de oude mevrouw en Annie lachte
om de fantastische namen, die haar dood
gewone japonnen kregen: rêve d'amour, peau
de diable, zeemeermin, enz. Myra keek in
spanning naar de vertooning. Mooi en ele
gant was Lize ongetwijfeld en benijdens
waardig jong. Haar fijn, wat te scherp ge
zichtje had telkens een andere uitdrukking.
Er was iets in den hooghartigen fel'en blik,
waarmee ze opzettelijk over de aanwezigen
heen zag, dat Myra het gevoel gaf, als had
Lize nog een ander doel dan een onschuldig
tijdverdrijf. Maar schijnbaar onbezorgd
maakte ze haar waardeerende opmerkingen,
als de anderen.
Toen kwam de creatie „Carmen", in rood
en zwart, met roode rozen in het corsage en
in het haar. De „mannequin" maakte enkele
uitdagende vlugge danspassen en staarde
toen, als lokkend, naar een bepaald punt. Om
den kleinen rooden mond trok een lachje van
triomf, toen ze even naar Myra keek.
Myra bloosde. Het was stellig geen toeval,
dat Lize den naam „Carmen" koos. Ze ge
bruikte dezelfde rozen, die Myra dien avond
droeg, toen Max haar uit de grap „Carmen"
noemde. En wilde ze met haar dansen laten
zien, dat zij, Myra, niet vlug genoeg meer
dansen kon voor een „Carmen"?
„Nu moesten we maar eens eindigen", zei
de oude mevrouw, die naar haar feulleton
verlangde.
„Nog eens", zei Lize, weggaand.
Toen ze terugkwam, had ze, inplaats van
een mondain toilet, een grauwe wollen ja
pon aan, een oude japon van de oude dame,
die Myrd eens op een killen regenachtigen
avond aangetrokken had, toen ze naar den
moestuin waren gegaan om de slakken van
de koolbladen te verwijderen. Ze had een
regenhoed van Myra opgezet die haar niet
flatteerde en ouder deed schijnen en ze had
zich overdreven dik gemaakt. Plomp en ouwe
lijk liep ze de kamer door.
„De vrouw van veertig jaar", noemde ze
haar creatie.
Myra applaudisseerde mee met de ande
ren. Ze zou niemand laten merken, dat ze
begrepen had!
Nadat Myra den halven nacht had wakker
gelegen om op wederwraak te zinnen viel ze
pas in slaap, toen het bes'uit genomen
had, zich niet langer tusschen Max en Lize
te plaatsen en naar huis terug te keeren.
Aan de ontbijttafel lag een brief van haar
man en ze deed alsof haar besluit een ge
volg was van dien brief.
„Mijn man smeekt ons om terug te ko
men. Hij verlangt te erg naar ons", zei ze.
Maar Max' teleurstelling, toen hem bij zijn
thuiskomst Myra's naderend vertrek werd
meegedeeld, was haar toch een kleine vol
doening.
„We hebben ons best zonder je geamu
seerd, Max", zei ze. „Lize heeft zoo leuk voor
mannequin gespeeld, hè Lies?"
Lize verborg haar gezicht tegen Max'
schouder en antwoordde niet. Spijtig be
dacht ze, dat Myra niet eens haar wraak be
grepen had!
EEN NIEUWE PRECARIO-
VERORDENING.
DE OPBRENGST ONGEVEER GELIJK.
De Hooge Raad heeft bij arresten d.d. 26
Januari en 2 November 1927 beslist, dat voor
de heffing door de gemeente, overeenkomstig
art. 238 der gemeentewet, van gelden voor
het gebruik of genot voor den openbaren
dienst bestemde gemeentewerken het noodig
is, dat dit gebruik of genot in overeenstem
ming zij met de „bestemming" van dat ge
meentewerk.
Met betrekking tot gemeentegrond als in
het onderhavige geval bedoeld, moet zooda
nig genot of gebruik dus zijn in overeen
stemming met de verkeersdoeleinden van
den weg. Dit wordt uitdrukkelijk gezegd in
het arrest van 2 November 1927. Aan het
slot van genoemd arrest vermeldt de Hooge
Raad toch, dat er mogelijk wel gevallen
denkbaar zijn, waarin men mag aannemen,
dat door het hebben van een balkon, uit
hangbord enz. boven de openbare straat,
hetzij in verband met andere inrichtingen,
hetzij in verband met de bijzondere plaat
sing, wel gebruik wordt gemaakt of wordt
genoten van de openbare straat, overeen
komstig hare verkeersdoeleinden, doch dat
de gemeente in dergelijke gevallen daarom
trent in de verordening een omschrijving
moet geven. In het algemeen kan worden ge
zegd, dat boven openbaren gemeentegrond
uitstekende tot „reclame" bestemde en ge
bezigde voorwerpen met de openbare wegen
niet in eenigerlei verband staan en evenmin
ten goede komen aan het verkeer daarop of
aan de gebruikers daarvan, zoodat de be
trokken voorwerpen niet meer als belasting
objecten kunnen worden aangemerkt, de ge
heven rechten derhalve niet meer zijn te
rangschikken onder de in art. 238 der ge
meentewet genoemde gelden en dus niet
langer met belastingen zijn gelijk te stellen.
De Haarlemsche precarioverordening dient
in den door den Hoogen Raad bedoelden zin
een wijziging te ondergaan. B. en W. vermee-
nen echter onder de aandacht van den Raad
te moeten brengen, dat inmiddels is inge
diend een wetsontwerp tot herziening van de
gemeentewet, waarin is opgenomen een wij
ziging van art. 23.8 terzake precariorechten.
Deze wijziging houdt in, dat aan art. 238 bo
vengenoemd een zinsnede wordt toegevoegd,
waarbij het mogelijk is ook rechten te hef
fen, wanneer het gebruik of genot van de
gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen
afwijkt van de gewone bestemming.
Deze aanvulling in het betrokken wetsar
tikel beoogt voorziening te treffen in de na-
deelige gevolgen, voor de gemeente ontstaan
door het meergenoemde arrest van den Hoo
gen Raad van 2 Nov. 1927.
Van de gelegenheid tot wijziging der ver
ordening vermeent het College van B. en W.
tevens gebruik te moeten maken om de be
trokken verordening in haar geheel te her-
2letL Het is toch in de praktijk noodzakelijk
gebleken, dat de thans geldende verorde
ning (vastgesteld op 31 Jan. 1917) in menig
opzicht wijziging behoeft.
Voor vele objecten is geen tarief van
heffing opgenomen, een meer systematische
indeeiing der verordening is noodig, terwijl
in verschillende gevallen meer gelijkheid in
heffing moet worden gebracht. In het bij
zonder wijzen B. en W. op het ontbreken van
een dagtarief, hetgeen bij het heffen van
rechten voor het in gebruik nemen van ge
meentegrond voor tijdelijk opslaan of bergen
van materialen tot onbillijke aanslagen leidt.
Volgens art. 1, letter A, der thans geldende
verordening wordt b.v. voor het innemen
van openbaren gemeentegrond gedurende
slechts één dag eenzelfde recht van 0.20
per M2. geheven als bij het innemen van ge
meentegrond gedurende een week.
Invoering van het dagtarief geeft in ver
houding tot het korter of langer gebruik van
gemeentegrond een meer evenredigen aan
slag. Door degenen die voor de uitoefening
van hun beroep of bedrijf slechts korten tijd
het gebruik van gemeentegrond behoeven, is
een heffing van 0.20 per M2. voor één dag
m meerdere gevallen inderdaad een onbillij
ke last te noemen. Dit tarief vermeenen B.
en W. tot de helft te moeten terugbrengen.
Om een meer stelselmatige regeling, bene
vens een meerdere gelijkheid in heffing te
verkrijgen, is voorts uitgegaan van de ge
dachte, dat voor objecten, welke voor den
openbaren dienst het meest hinderlijk zijn,
een hoogere belasting wordt gevorderd, dan
voor kleinere en minder beletsel veroorza
kende voorwerpen.
Voor zooveel mogelijk zijn de weektarieven
op 5 maal het dagtarief, de maandtarieven
op 3 maal het weektarief en het jaartarief
op 10 maal het maandtarief gesteld.
De opbrengst volgens de nieuwe verorde
ning, zoo zeggen B. en W. zal vrijwel gelijk
blijven aan die volgens de thans vigeerende
verordening.
Aan de verordening ontleenen wij, dat voor
het in gebruik nemen van gemeentegrond
voor het tijdelijk bergen of schoonmaken
van een rij- of voertuig per jaar 25 bere
kend wordt. Voor een motorrijtuig bestemd
voor openbaar middel van vervoer 9.
Voor een benzinepomp moet 100 per jaar
betaald worden.
Het tarief voor een inrij blijft op 12 per
jaar gehandhaafd.
GEMEENTERAAD.
Er wordt een vergadering van den Raad
der gemeente Haarlem gehouden op Donder
dag 2 Mei 1929 des namiddags ten 1 1/2 ure,
in de Statenzaal Prinsenhof.
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen stukken
(liggen ter inzage).
2. Balans enz. 1928 Keuringsdienst van
Waren.
3. Balans enz. 1928 Woningbouwvereniging
„Huis ter Cleeff'.
4. Verhooging voorschot R.-K. Coöperatie
ve Woningbouwvereniging „St. Jozef" G.A.
5. Inbreng perceelen bouw- en weiland in
het Grondbedrijf.
6. Verzoekschrift Ver. „Groen van Prinste-
rer" bouw school in het noordelijk deel der
gemeente.
7. Verzoekschrift R.-K. Parochiaal Kerk
bestuur „St. Bavo" verlcenen medewerking
bouw bijzondere school Kerklaan 49.
8. Aankoop grond ten oosten Vergierde-
weg.
9. Verbetering Nassaubrug.
10. Bouw school openbaar lageronderwijs
nabij van Zeggelenstraat.
11. Beschikbaarstelling gelden bouw twee
scholen Voorbereidend' L.O.
12. Verbouw perceel Prinsen Dolwerk 3 tot
schoolgebouw voor B. L. O.
13. Verhooging crediet uitbreiding open
baar slachthuis (ijsfabriek c.a.)
14. Bouw woning enz. Algemeene Begraaf
plaats Kleverlaan.
15. Verbetering woonwapenkamp Oudeweg.
16. Wijziging verordening keuring van
waren.
17. Benoeming:
a. deskundige schatting lokaliteiten Drank
wet.
b. lid Plaatselijke Commissie van Toezicht
Middelbaar Onderwijs.
c. onderwijzeres school 34 (Overtonstraat)
d. reserve-onderwijzeres buitengewoon la
ger onderwijs.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN
Terug te bekomen bij: Termetz, Schoter-
vostpaü 6, beursje, Bur. v. Politie, Smede-
straat, leesboek, Verbeek, Kinkerstraat 7, bal,
Stroofcman, L. Wijngaardstraat 28rd., étui
met teekengereedschap, Ballus, Bankastraat
45, ganglooper. v. d. Made, Gen. de Wetstraat
41, mondharmonica, Hoogerbeets, Amster-
damschevaart 24rd„ portemonnaie met inh.
Peters, Regulierstraat 26, portemonnaie met
inh„ Laatstra, Kokstraat 6rood, portemon
naie met inhoud. Hooglugt, Hagestraat 6,
pakje met inhoud, Schuilenburg, A. L Dij-
serinckstraat 27, pet, Mooiweer, Alb. Thijm-
straat 14, rijwielbelastingmerk, Houweling,
Z. Brouwerstraat 41, ring, Woud, P. Kies-
straat 41, zakmes, v. Veen, v. 't Hofstraat 81,
GEM. AVONDSCHOOL VOOR NIJVER-
HEIDSONDERWIJS
Vrijdagavond had aan de Gem. Avond
school voor Nijverheidsonderwijs aan de
Raaks de bevordering plaats van de leerlin
gen en de uitreiking van de diploma's aan
die leerlingen der 5e klas die een voldoend
eindexamen hadden afgelegd. Tegenwoordig
waren directeur en leeraren, alsmede Ir. P. J.
van Voorst Vader, voorzitter van de sub
commissie van toezicht. Laatstgenoemde
nam het woord en beschouwde het als een
voorrecht de jongelui te mogen toespreken
en feliciteeren. Maar hij wenschte allereerst
een woord van lof te doen hooren voor direc
teur en leeraren. Hij begreep dat het voor
de jongelui na zwaar dagwerk een heele
prestatie was om geregeld de lessen bij te
wonen, doch na zulk een inspanning is de
voldoening des te grooter. Hij spoorde aan
om te blijven studeeren en wenschte den ge
slaagden succes in het verdere leven.
De directeur der school, de heer Bauer,
sprak zijn groote blijdschap er over uit, dat
de leerlingen hun werken met succes be
kroond zagen. Met weemoed herdacht hij
nog den leerling Gerstenberger, die helaas
door een noodlottig ongeluk het leven had
verloren en anders ongetwijfeld tot de geluk
kigen zou behoord hebben. Hij spoorde de
jongelui aan zich te specialiseeren, opdat zij
niet, als de ongeschoolde arbeider, een on
derdeel van de machine zouden blijven, en
sprak de hoop uit, dat de school een steen
tje bijgedragen zal hebben tot vergrooting
van de arbeidsvreugde en dus verhooging
van de levensvreugde.
CHRISTELIJK LYCEUM.
Tot gecommitteerden bij de eindexamens
der litterair-economische afdeeling zijn door
het bestuur behoudens goedkeuring van den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen benoemd de heeren:
A. Engelgeer, hoofd van den Accountants
dienst der Rijks Directe Belastingen te Haar
lem,
Mr. O. E. G. Graaf van Limburg Stirum,
ambtenaar van het O. M. bij de kantonge
rechten te Amsterdam, wonende te Bloemen-
daal,
Prof. Dr. A. A. van Schelven, hoogleeraar
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam,
wonende te Haarlem,
Jhr. Dir. M. F. van Lennep, emeritus-pre
dikant te Bentveld-
ARBEIDERS REISVEREENIGING.
Door het bestuur der afdeeling Haarlem
van de Arbeiders Reisvereeniging is het vol
gend programma voor de maand Mei vast
gesteld geworden:
Zaterdag 4 Mei avondwandeling tot hetj
beluisteren van den nachtegaal naar Kraan
tje Lek. Samenkomst 11 uur 's avonds Groote
Markt.
Zondag 12 Mei. Groote dagwandeling door
Leyduin en staatsboschbeheer naar Noord-
wijk. Samenkomst 's morgens 10 uur, Groote
Markt.
Zondag 26 Mei bezoek aan den Stads-
Kweektuin, 's morgens 10 uur bij den tuin.
Zondag 2 Juni autotocht naar het Troel
stra-oord te Beekbergen. Vertrek Haarlem
's morgens 7 uur terug pl.m. 's avonds 10 uur.
Zondag 9 Juni bezoek aan Thijsse's hof
te Bloemendaal.
UITGAAN.
„SCHOON SCHIP".
Woensdag i Mei geeft het Ver. Rotter-
damsch-Hofstad-Tooneel (Directeur Cor v,
d. Lugt Melsert) de' laatste voorstelling in
dit seizoen te Haarlem. Dien avond zal heb
nieuwe stuk van Fred. Lonsdale „Schoon,
schip" vertoond worden. Het. is een' zeden-
komedie in drie bedrijven, die bij de pre
mières te 's-Gravenhage en Rotterdam veel
succes had. De hoofdrollen worden vervuld
door Louis Gimberg, Fie Carelsen, Louis van
Gasteren, Henry van Merle e.a. Regie: Her
mann Schwab.
Van Lonsdale werden bij dit gezelschap
reeds met veel succes gespeeld: Mrs. Cheney's
Verdwijning, Drie weken op proef, De Ko
ninklijke weg e-a.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
AMSTERDAM
Nieuwendijk 225/229
UTRECHT
Oude Gracht 151
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS.
4)
door
JACQUES FUTRELLE.
De vinger d-v tijd had in die zes jaar heel
wat hoofdstukken in zijn boekje geschreven
hoofdstukken van ontbering en armoede,
die toch niet voor niets waren geschreven,
want de tijd had ook wel eén paar dingen
uitgevvischt; en tenslotte was de politie zijn
spoor bijster geraakt en niet hangende
pootjes teruggekeerd. En nu, nu het geheugen
van zekere vijanden van hem wel een beetje
onder het stof zou zijn geraakt, durfde de
Havik terugkeeren naar het tooneel van
zijn vroegere triomfen de groote, glinste
rende, onmeedoogendc stad New York om
or de schade van al die jaren in te halen.
Saddy Heinz leefde nog; hij zou daar be
ginnen met nieuwe kleeren en een goede
schranspartij.
In zijn dagen van glorie was de Havik
één van de eersten in zijn vak geweest. Hij
had glimlachend, stoutmoedig en onophou
delijk gestolen, maar altijd met het scherp-
on-^erscheidende oog van den kunstenaar, en
hij had minachtend zijn neus opgehaald voor
den bult van een gewonen ordinairen dief. In
die dagen waren juweelen zijn specialiteit
geweest dat wil zeggen de juweelen van
anderen en nu was het zoover met hem
gekomen, dat hij zijn maaltijden uit keuken
ramen moest gappen.
Het kwetste zijn aesthetisch gevoel. In
vroeger dagen had hij een paar apparte
menten in een groot hotel bewoond, nu liep
hij te zoeken naar een leeg huis, waar hij
misschien, ergens op een zacht plekje op den
grond zou kunnen slapen.
In vroeger dagen had hij, als George
Harrington Leegh een vooraanstaande positie
ingenomen in de voorname kringen van de
wereldstad; hij was lid van een dozijn clubs
geweest en een welkome gast bij vele deftige
families; nu was de eenige plaats, waar hij
zeker welkom zou wezen, een cel.
Niemand was meer dan hij doordrongen
van het feit, dat hij heel diep was gevallen.
Zijn roekeloosheid, die de politie van de heele
wereld verhaasd had doen staan en zijn on
berispelijke manieren, waren verdwenen,
tegelijk met zijn dubbelen naam; en de
Havik was een armzalig, vervallen wezen
geworden, dat opschrikte van iedere stem, en
verbleekte bij een onverwachten voetstap.
Bijna zes jaar lang had hij dit leven ge
had, tot hij in wilden opstand tegen de
kleurlooze eentonigheid van zijn bestaan was
gekomen. Hij was een natuur, die behoefte
had aan rijkdom en weelde, hij zou het erop
wagen en trachten de luxe, waarnaar hij
smachtte, te heroveren!
Het was hem eens gelukt waarom niet
voor een tweeden keer?
De Havik was nu lichamelijk in betere
conditie dan ooit. De overtollige dikte, die
het goede leven in de dagen van George
Harrington Leigh veroorzaakt had, was ver
dwenen, hij was nu slank, met een bijna
jongensachtige gestalte, lenig, krachtig en
gespierd. Gebouwd als een stalen brug. Het
gezicht onder de stoppelige bruine baard was
nog jong, zijn haar was dik, om zijn lippen
speelde nog de oude, onschuldige glimlach,
en zijn oogen keken nog even naïef als vroe
ger. Vrees voor herkenning, zelfs door zijn
besten, intlemsten vijand, had bij zijn plan
nen weinig gewicht In de weegschaal ge
legd. Zes jaar waren voorbij gegaan. Uiter
lijk was er weinig gelijkenis meer tusschen
hem en den man dien detective Meredith had
gekend den uiterst gedistingeerden George
Harrington Leigh. De Havik bleef plotseling
midden op den weg staan om de hemel te
te danken voor het feit, dat er geen enkele
fotografie van hem bestond zelfs geen ge
woon kiekje. Het was niet de eerste keer,
dat hij de hemel voor hetzelfde feit zijn
dank betuigd had ten tijde van zijn ver
dwijning, toen er over de heele wereld een
verzoek om opsporing verspreid was en nie
mand een fot'o van hem bezat, alleen maar
een beschrijving. En het was een prachtstuk
van een beschrijving uit iedere tien man
nen zouden er minstens drie aan beantwoord
hf"Yben.
Zijn overpeinzingen werden plotseling ge
stoord door het gepuf van een motor, en de
Havik ging snel op zij. De auto scheen
juist om den hoek van den weg te staan,
achter een paar dichte, groene struiken; en
toen hij verder ging, zag liij het roode ach
terlicht wegschieten in de richting van de
hel-verlichte stad in de verte. Hij kon nog
juist het nummer in zich opnemen 1234.
Toen werd zijn aandacht getrokken doqr
iets, dat voor hem op het oogenblik van
veel meer belang was een bordje met
„Te huur", dat aan een tuinhekje gespijkerd
was. Daar was blijkbaar een leeg huis
waar hij kon overnachten.
Een eind van den weg af, doken de donkere
omtrekken op van iets, dat waarschijnlijk
een oud heerenhuis was, omringd door hooge
zwiepende boomen. Na één snellen blik om
zich heen sprong de Havik over het lage
hekje heen en sloop door de donkerste ge
deelten van den tuin naar huis. Zijn scherpe
oogen zeiden hem, dat dc voordeur dicht
gespijkerd was en dat al de luiken gesloten
waren. Ook al goed. Hij zou er aan den
achterkant wel In zien te komen. Er zou wel
ergens een raam niet goed gesloten zijn
en anders wist hij nog wel een ander
middeltje.
Hij voelde even aan de paar latten, die
kruislings over de achterdeur gespijkerd
waren. Ze zaten los. Hij trok en ze vielen
op den grond. Hij probeerde de deurknop,
draaide er aan en de deur ging zachtjes
open. Een halve minuut stond hij luisterend
in de duistere hal te staren; het eenige ge
luid dat hij hoorde was het kraken en
kreunen van de boomen boven hem. Hij
ging binnen en herkende dadelijk de muffe
lucht van een onbewoond huis. Toen sloot
hij de deur achter zich.
De Havik bewoog zich absoluut geluidloos,
want dat was één van de eerste vereischten
voor zijn vak, dus van het oogenblik af
waarop hij de deur open duwde totdat
hij bijna aan het einde van de hal was ge
komen, was er geen geluid hoorbaar geweest
geen voetstap geen geschuifel niets
Zijn linkerhand, die langs de muur gleed,
kwam bij een open deur. Hij ging de kamer
binnen, en deed drie of vier stappen naar
voren, terwijl hij trachtte de duisternis te
doorboren. Het was er koud, maar in allen
gevalle beter dan buiten. Alles was beter
dan
Plotseling bleef hij stil staan. Daar, op
dezelfde hoogte als zijn oogen, recht voor
hem uit en op niet meer dan anderhalven
meter afstand, zag hij een klein gloeiend
puntje het uiteinde van een brandende
sigaret, van waar uit de rook langzaam om
hoog krinkelde. De Havik verbleekte in het
donker en met zijn blik gericht op dat ééne
lichtpuntje sloop hij heel voorzichtig achter
uit. Als hij maar kon ontsnappen! Hij scheen
wel heel zachtjes te zijn binnengekomen,
als de man met ae sigaret hem niet ge
hoord had. Weer glipte hij onhoorbaar ach
teruit de deur moest daar ergens, vlak
achter hem zijn toen klonk er opeens
een harde bons en de Havik voelde, hoe
hij zijn evenwicht verloor. Zijn hoofd kwam
met een slag tegen de muur aan, en hij
viel languit op den grond.
Verdere voorzichtigheid was overbodig. Hij
krabbelde overeind, schopte den stoel, waar
hij over gevallen was, weg en holde hals
over kop tegen den muur op. De val had alle
riohtingsgevoel in hem verdoofd. Hij zocht
de dein- in een andere richting en kwam
weer tegen den muur terecht. Zonder verder
nog een enkele poging te wagen liet hij zich
voorover vallen.
„Schiet niet!" riep bij.
Nu zou er een algemeene verwarring ont
staan van hollende voeten en haastig aan
gestoken lichten en angstige opwinding, die
hem gelegenheid zou geven tot ontsnappen.
Hij wachte met ingehouden adem. Maar er
gebeurde niets. Weer die doodelijke stilte
een stilte, die een bijna verlammende angst
in hem deed opkomen. Tenslotte hief hij
verwonderd zijn hoofd op en keek om zich
heen. Daar. recht voor hem. zag hij weer het
gloeiende puntje van de sigaret, even on
bewegelijk als te voren.
Zijn vrees begon langzaam aan nlaats te
maken voor nieuwsgierigheid. Waarom ?e-
beurde er niets? Een doofstomme zou zelfs
al dat lawaai gehoord hebben.
„Nou, gebeurt er nog iets?" vroeg hy aan
de duisternis.
(Wordt vervolgd..