RAADSELS
BRIEVENBUS
WILDE TOM.
Tom heette eigenlijk Tom de Wilde
maar omdat hij zoo'n vreeselijk ruw
en onbesuisd heerschap was, nad
men zijn naam omgedraaid en zoo
kwam het dat iedereen hem Wilde
Tom was gaan noemen
Het gekke echter van dezen bij
naam is, dat het woordje „wild" niet
eoo erg onaangenaam klinkt, ja, neel
eerlijk gezegd vond Tom het wel leuk
dat men hem zoo noemde. En toch
werd or met datzelfde woord steeds
weer de nadruk gelegd op zijn lee-
Ujkste ondeugd!
Is wild zijn een ondeugd?
En of! Het maakt natuurlijk wel
verschil of men erg wild is of slechts
een klein beetje, maar leelijk is net
altijd. Iemand die wild is, is ook on
voorzichtig en roekeloos en welk een
ellende hebban twee mcnsclie-
lijke eigenschappen al in de wereld
gebracht?
Als Tom zijn moeder eens een kop
je of een bordje moest aanreiken
liet hij het vallen. Als hij ergens een
boodschap moest doen, trok hij
meestal de schel uit de deur en stond
dan met den knop in zijn handen
beteuterd te kijken. Moest hij een
briefje schrijven als grootvader ja
rig was, floep, dan ging de Inktpot
over het tafelkleed. Altijd gebeurde
er iets.
Kwam Tom's moeder met een
Behaal van haar mooiste servies dooi
de gang, vast en zeker was het dat
Tom tegen haar aanbonsde. Werd
de kamer opgeruimd en zette men
de planten even op den grond, Tom
viel over den mooien palm. Het was
zoo erg, dat men Wilde Tom heele-
maal behandelde alsof hij nog een
heel klein kind was.
's Morgens kreeg hij zijn ooter-
hammen op een tinnen bord en zijn
melk In een tinnen kroes. Maar dat
was nog niet genoeg! Hij kreeg cok
nog een slabbetje omvoor het
morsen! Zijn moeder sneed de bo
terhammen voor hem in kleine
stukjes, want Je begrijpt, als Tom
een mes in handen kreeg, gebeurden
er natuurlijk ongelukken.
Als jullie nu zoo behandeld werden
thuis, zou je dat natuurlijk heel erg
vinden, maar zoo dacht Tom er mei
over. Integendeel, hij vond het ge
weldig goed allemaal, want, zoo zei
hij, als er nu wat gebeurt hin
dert het niets. Maar één ding was er.
wat Tom z"o 's morgens, bij het
ontbijt, toch niet prettig vond. Dut
waren dc oogen van zijn vader!
Hè, als moeder hem zijn slabbe
tje voordeed en zijn zuigelingens.-r-
vies voorzette, kon zijn vader hem
toch zoo raar aankijken. Zoo vree
selijk minachtend, weet Je, net alsoi
o. het is erg om het te zeggen,
maar Toch dacht het werkelijk dik
wijls maar net alsof hij liever zou
willen dat hij Tom's vader niet was.
Dan durfde Tom bijna niet meer óp
te zien van zijn bord en dan werd
hU zoo verdrietig, dat hij byna niet
meer eten kon. En als hij dan zoo stil
zat. zei vader nog opeens tot over
maat van ramp:
„Schiet op met Je boterham, Tom,
of moeten we Je misschien nog voe
ren ook....r
Dan slikte Tom maar snel alles
door en zei niets meer. Na het ont
bijt ging Annie in de gang haar
manteltje aantrekken en haar muts
opzetten endan ging zij ge'ijk
met vader weg. Vader bracht haar
dikwijls tot vlak bij school. Tom niet,
nooit. Hij ging alleen; vader wilde
hem niet mee hebben; hij was te
wild!
Met de handen in zijn zakken en
zijn pet scheef op zijn hoofd ging
hij dan even later de deur uit.
Meestal was hij zoo terneergeslagen,
dat hij vergat moeder goedendag te
wenschenMaar moeder maakte
hem daarover geen standje, zij was
het al gewend!
Maar weet Je, wat nu juist zoo
vreemd was met wilde Tom?
Nauwelijks was hij op straat of hij
was alles vergeten. Zijn zuigelingen-
servies, zijn slabbetje, ja zelfs de
minachtende oogen van zijn vader!
Nog voor hij op school kwam had hij
al een gat ln zijn kous of een buil op
zijn hoofd. Tom was wild en hij bleer
wild!
Het was Zaterdagmiddag *n na
tuurlijk gingen Tom en zusje naar
buiten om te spelen. Tom had een
leuk wagentje, dat net zoo kon wor
den voortbewogen als een Vliegende
Hollander. Razend snel kon hij er
mee over den weg rijden. Annie was
bang voor het wagentje, zij hield
meer van kalme vermaken en heel
gelukkig gevoelde zij zich altijd als
Tij met haar pop in den poppenwa
gen zachtjes langs den berm kon
loopen. Ach, zij hield ook zooveel van
haar popje. Zij had het gekregen
toen zij twee jaar was en nu had zij
het nog en ze was al bijna zeven
Pas nog had zij met Moes samen
een prachtig dekentje gemaakt, zoo
mooi en zoo lekker warm, dat pop
bijna niets anders deed dan slapen
als zij in haar wagen lag. Wel een
week lang had Annie 's avonds de
draadjes wol aan elkaar geknoopt en
telkens had moeder haar geholpen
a!s er weer een stukje gehaakt moest
worden. Toen het dekentje klaar
was had zij het met een echt zijden
lapje gevoerd en nu was het zoc
prachtig, dat zij eigenlijk nog liever
de voering dan het haak- en knoop-
werk boven lag
Samen gingen Tom en Annie op
stap dien middag, maar wilde Tom
had al spoedig genoeg van zijn zusje.
Hij sprong op zijn kar en reed weg.
Nu, eerlijk gezegd, kon het Annie
niet veel schelen wat hij ging doen.
Zij begon haar pop èen prachtig ver
haaltje te vertellen en wandelde in-
tusschsn rustig langs den weg, ter
wijl zij nu en dan even stil" stond om
een bloempje uit het gras weg: te
plukken om straks aan moeder te
geven voor het kleine, vaasje.
Tom was al aan het eind van den
weg en keerde nu om. Razend snel
kwam hij voorbij stuiven terwijl hij
lachend naar zijn zusje riep ,.A
hoei!" En even daarna kwam hij
weer terug en suisde opnieuw voor
bij, net zoo lang tot het hem ging
vervelen. Toen verzon hij een aar
digheidje. Telkens als hij wear langs
kwam deed hij even een rukje aan
zijn stuur, precies alsof hij Annie
wilde overrijden. Het meisje schrok
natuurlijk hevig en toen zij merkte
dat haar broer het eiken keer op
nieuw deed, was haar plezier be
dorven. Zij riep, dat Tom toch moest
ophouden, straks zou hij haar wer
kelijk raken, maar wilde Tom aeed
alsof hij niets hoorde en ging rustig
voort zijn zusje te plagen. Eindelijk
begon hij in een grooten cirkel om
haar heen te rijden en kwam met
eiken kring steeds dichter bij. Annie
snikte het uit van angst en nep on
eens weg. Zij durfde niet meer on
haar plaats te blijven.
Wilde Tom schreeuwde liet uit
van pret, maar op hetzelfde oogen-
blik raakte hij zusjes' poppenwa
genHet dekentje werd een h°el
eind meegesleurd en de pop zelf vicJ
met zulk een smak op den grond dol
het mooie hoofdje in scherven viel
Arme Annie!
Haar gezichtje was wit van schrik
en de tranen stokten in haar keel.
Stil raapte zij haar popje op, legae
het in haar wagentje en ging terug....
naar huis. Een eind verder op den
weg vond zij het in flarden ge
scheurde dekentje. Toen kon zij zich
niet meer inhouden en 'n paar mi
nuutjes later kwam zij huilend van
verdriet bij Moeder binnen loopen
Moeder gevoelde een groot mede
lijden met haar dochtertje, maar
nog erger vond vader het gebeurde.
Hij pakte Annie op en zeide troos
tend:
„Ach, meisje, je popje kon nog wel
gemaakt worden en het dekentje zal
moeder nog wel eens opnieuw haken!
Het ergste van alles is Wilde Tom
zelf; hij is zoo'n rakker dat ik niet
weet wat ik met hem moet doen.
Maar straks zal ik hem eens onder
handen nemen
En toen zei Annie nog:
„Neen, vader, doet U hem maar
niets, want misschien kon hij het
niet helpen!"
Maar vader en moeder keken
strak voor zich. Zij wisten heel goed
dat Tommet je het wel kon helpen,
erger nog, dat hij het misschien wel
met opzet gedaan had! En zoo za
ten zij nog toen Tom lachend bin
nen kwam en luid riep:
„Halio, waar is zus?"
Maar dadelijk bedaarde zijn pret
toen hij zag dat vader zusje op den
knie had en haar popje in de han
den hield. Daar zou wat broeien,
dacht hij!
Het scheen echter, dat vader niet
eens heel boos was. Hij keek Tom
een poosje ernstig aan en toen....
glimlachte hij.
„Hoort eens, Tom!" sprak hij ein
delijk, „dat popje hier, heert je
zusje vijf jaar lang gehad en da
gelijks heeft zij er mede gespeeld.
Nooit heeft het een schrammetje
zelfs opgeloopen en hoe mooi de
kleertjes altijd waren weet je zelf
ook wel. Nu heb jij het kapoc ge
maakt! Dat vind ik zoo dapper en
heldhaftig van je, dat ik besloten
heb je bijnaam „Wilde Tom" te ver
anderen in „Tom de Held". Van nu
af zullen je moeder en Annie je zoo
noemen. Wat mijzelf betreft: ik
spreek liever heelemaal niet meer
tegen je. Je bent mij te heldhaftig]
Ennehet zal ook maar beter
zijn, dat jij niets meer tegen mij zegt.
Begrepen?"
Tom knikte. Hij had het begre
pen. Hij had het zelf zoo goed be
grepen, dat hij stilletjes naar bo
ven ging om een deuntje te nunen.
Tom de Held
Dat zij hem nu voortaan zoo zou
den noemen; vreeselijk vond hij het,
want hij begreep maar al te goed,
dat het eigenlijk beteekende: Tom de
grootste lafaard!
Maar veertien dagen later vond
Tom dien bijnaam al niet eens zoo
erg meer. Er was iets, dat veel erger
was!
Vader, die niet meer tegen hem
sprak
Wel tien keer op een avond wil
de hij vader iets zeggen, maar'als hij
begon: „Vatrof hem zulk
een strengen blik, dat hij opeens
weer wist, dat hij Tom de Held was,
die niet eens met zijn vader mocïxt
praten
O, lieve help, waf werd Tom daar
verdrietig onder. Het werd zoo erg
met hem, dat hij ten laatste des
avonds in zijn bed lag te huilen en
dadelijk 's morgens, als hij wakker
werd, ook. En het ergste van alies
was, dat het vader blijkbaar neelt-
maal niet kon schelen en.... moe
der ook niet. Alleen Annie, die h;.d
wel medelijden met hem.
„O, Annie," zuchtte Tom eens,
„wanneer zal vader nu weer eens
veranderen?"
„Neen Tom." antwoordde het ver
standige meisje, „je moet vragen
wanneer jij eens zal veranderen!"
En daarmede sloeg zij den spij
ker op den kop!
Gelukkig was Tom zoo verstan
dig om dat te begrijpen en, hoewel
het hem ln den beginne moeite kost
te. langzamerhand veranderde hij
ook. Zijn verdriet was trouwens
zoo erg, dat hij eigenlijk heelemaal
geen lust meer had in wilde en ru
moerige spelen. Het liefst zat hij stil
te lezen of met Annie te fluisteren
en tersluiks keek hij dan telkens
naar vader.
Maar opeens op een pracntigen
Zondagmorgen kwam er een cmd
aan zijn smart. Hij was nog boven
toen hij plotseling vaders zwaiu
stem van onder den irap hoorde
roepen: „Tom!"
Met een schreeuw vloog Tom naar
beneden. Daar stond vader, met zijn
hoed op en den wandelstok bij zien...
„Ga mee, Tom, we gaan wande
len
En Tom zette vlug zijn pet op en
ging mede! En buiten in het stille
bosch liep hij alleen naast zijn
vader en daar kreeg hij eigenlijk
pas het standje, niet boos, gelukkig,
maar toch wel zoo, dat hij net zijn
leven lang niet meer vergeten heeft.
Tom is tenminste een heel andere
jongen geworden! Zijn wilde en
lompe streken heeft hij afgelegd en
al Is hij dan nu nog lang geen moe
ders papkindje, hij is nu toch wel
zoo, dat hij iets doen kar. zonder a1-
tijd ongelukken te veroorzaken. En
ookeet hij tegenwoordig van
een gewoon bord en drinkt hij uit
een gewoon kopje!
Als de Meimaand in 't land is, kun
nen we beginnen onze éénjarige Dloe-
men te kweeken. We behoeven ons
nog niet zoo heel erg te haasten, daar
we bijna altijd een koud voorjaar
hebben, 't Zaad ligt dan in den grond
te verkleumen, terwijl 't bij warm,
malsch weer na een paar dagen reeds
ontkiemt.
Voor we de bloemen afzonderlijk
behandelen, eerst nog enkele alge-
meene opmerkingen.
De bloemplanten zijn meerendeel
teerder, dan de groenten en eischen
dan ook meer zorg. Zware grond
moet vermengd worden met bladaer-
de, turfmolm of iets dergelijks. Voor
bloemen is zware bemesting geen
vereischte, daar de planten anders
meer blad dan bloem geven en ora
de laatste is het toch begonnen.
Zaai vooral niet op beschaduwde
plaatsen, daar de planten dan ijl
opgroeien en slecht bloeien.
Zaaien is lang niet ieders werk;
het moet met beleid geschieden. Het
beste is oo regel te 7-alen. wat voor
al bij het wieden een groot gemak
is. 't Valt dan veel gemakkelijker
de zaadplanten van het onkruid te
onderscheiden, wat vooral in het
begin soms heel moeilijk is.
Het zaad mag natuurlijk niet
b'.oot blijven liggen; het moet mes
wat aarde bedekt worden. Over het
algemeen geldt als regel, dat het
zaad met zoo'n laagje aarde bedekt
moet worden als de korrels dik zijn.
Heel fijn zaad behoef je dus niet
met aarde te bedekken; het is dan
voldoende na de zaaiing den grond
aan te drukken. Het gezaaide wordt
heel luchtig ingeharkt en daarna
met den platten kant van de schop of
met de vlakke hand aangedmkt. Als
de zaden op verschillende diepten m
de aarde komen, zuilen ze onregelma
tig ontkiemen en krijgen we dus
planten van verschillende grootte.
Dit werkt zeer nadeelig, vooral, voor
de laatkomers, die door de anderen
1 worden overvleugeld.
Direct na het zaaien mag niet ge
goten worden... Het ls echter zeer ge-
wenscht vóór 't zaaien uitgedroogden
grond meermalen flink te begieten.
Bij langdurige droogte kan het noo-
dig zijn het opkomen te bespoedigen
door af en toe eens te sproeien. Je
begrijpt dat dit heel voorzichtig
moet geschieden.
Over het uitdunnen en verplanten
van zaadplantjes zal ik wel 't een en
ander vertellen, als het zoover ls.
In den loop van den zomer zal ik
verschillende planten behandelen,
doch geef nu alvast wat namen van
éénjarige bloemen, ook geschikt ais
snijbloem. De getallen achter de na
men geven ongeveer de hoogte van
de'plant aan.
Zonnebloem (Helianthus hoog pl.m.
2 c.M.) Helianthus cucumerlfollus
(kleine bloemen 1.50) Calliopsis (1 M.)
Cosmos Bipinnatus (Cosmea pl.m. 1
M.) Korenbloem (Centaurea, gewone
soort 0.60) Centaurea imperialis xéen
der mooiste zomerbloemen 0.50) Pa
paver Rhocas (enkelbloemig 0.50)
Pioenpapaver (dubbelbloemig C.50)
IJsland papaver (Papaver nudicaule,
overblijvend 0.30). Scabiosa (0.75)
Zinnia elegans (0.60) Struisveder as
ters, Komeet asters, China asters
(enkelbloemig 0.40) Goudsbloem
(Gallendula officinalis 0.30) Satijn-
bloem (Dimorphoteca 0.25). Slaap
mutsjes (Eschscholtzia 0.25) Afrika
nen (Tagetes, hoog 0.50, laag 0.25)
Oost-Indische kers zonder ranken
(Tropaeolum majus nanun, 0.25)
Heb je veel niimte probeer dan
eens Japansch Sierbloemenmengsel
samengesteld uit vele verschillende
soorten mooibloelende zomerbloe
men en eenlge slergrassen.
TUINIER
MIJN HERBARIUM.
Zijn er al plantenliefhebbers(sters)
bezig een pers te maken om dezen
zomer te beginnen met het drogen
van planten voor hun (haar) her
barium?
Veel is er in de natuur nog niet te
beieven. 't Koude voorjaar is oor
zaak, dat alles heel langzaam ont
luikt, doch wanneer eenmaal de
warmte komt, gaat 't hard. Wie dan
zijn oogen de kost geeft, ziet hoe rijk
de flora van Kennemerland ls.
Heiaas zijn er nog velen, die hier
misbruik van maken. Die plukken
en plukken maar raak, alles wat ze
tegen komen. Ze wllien een bouquet-
;.e mee naar huis nemen, doch ver
geten hoeveel natuurschoon zij ver
nielen. Alles wat zij wegplukken, is
niet alleen voor een ander, doch ook
voor henzelf verloren, want vooral
bij warm weer is 't bouquet je reeds
lang slap en verflenst voordat ze
thuis zijn. Hoe vaak gebeurt t dan
ook niet, dat we op de wandeling
bossen afgeplukte bloemen vertranï
op den weg zien liggen. De echte
natuurliefhebber ergert zich hier
aan. Wil die van een of andere plant
een exemplaar bewaren, dan plukt
hi.i er één, bewaart die in een plan
tenbus en laat de rest met rust.
Ik weet niet of 't jullie wel eens
ls ongevallen hoe bijv. op Hemel
vaartsdag de prachtige meidoorns
en vogelkers in onze omgeving vor-
dén vernield. De mooie bloesems lok
ken velen aan en met geweld worden
Ce takken van de boomen geruk:.
Veel natuurschoon wordt daardoor
bedorven, terwijl de afgerukte takken
den volgenden dag vaak reeds met
een vuilnisman worden meegegeven.
"j Mooie is er al a^, terwijl de geur
in huis alles behalve aangenaam ls.
Hoevelen hadden van die pracht nog
niet kunnen genieten, wanneer ze
aan de boomen waren gebleven.
Daarom: Waakt voor onze mooie
omgeving. Doe ln de eerste plaats
zelf niet aan dit vandalisme mee en
tracht anderen er van af te houden.
t Is niet mijn bedoeling elke week 'n
beschrijving te geven van in '6 wild
groeiende planten. Zco nu en dan
zal ik er eens een paar behandelen
en wanneer de bloemenweelde op
zijn grootst is, organlseeren we bij
voldoende deelname eens een excur
sie om tezamen wat planten onder
de loupe te nemen. In deze rubries
maak ik dat wei bekend.
Tot de vrosgbloeiers behooren o.a.
Kiein hoefblad. (Tussilago Tartara)
familie Samengesteldbloemigen
(Composieten). Een algemem voor
komende plant, die bloeit vóór de
bladeren komen. De tamelijk dikke
stengel is met roodachtige schub
ben bezet. De bloemkroon is goud
geel en gelijkt eenigszins op de
paardebloem. De bladeren zijn hart
vormig, hoekig, ongelijk gecand en
van onderen witviltig. Bloeitijd
MaartApril. (Zie fig. 1).
lis) fam. Samengesteldbloemigen
(Composieten). Deze plant is niet zoo
algemeen. Ze komt o.a. voor aan den
Julianaweg bij 't viaduct van den
spoorweg Overveen. Kijk maar eens
of je daar onder tegen den spoor
dijk niet de lange bruin- tot rood
achtige bloemtrossen ziet. Ze bloeit
ook voor de bladeren verschijnen.
Deze hebben ongeveer idenzell'don
vorm als die van klein hoefblad, doch
zijn reusachtig groot. De plant groeit
op moerassige plaatsen of aan sloot
kanten. In de stadskweekerij ls ze
ook te bewonderen. Bloeitijd Maart
April. (Zie fig.2)
Rustenburgerlaan 23.
VERBETERING.
't Verhaaltje in een der vorige
nummers was niet van Ans van der
Llulj, maar van ANS v. d. SLUIJS.
De raadselprijzen voor de maand
April zijn bij loting ten deel geval
len aan:
KNAGELIJNTJE. BLOEMENFES.
AMICO en DE KLEINE BOUWER,
die ze Woensdag 8 Mei bij mij mogen
komen halen. Denk om mijn veran
derd adres MARNIXSTRAAT 20.
(Deze raadsels zijn ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELÏNG I.
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Michael Strogoff.)
Ik ben een land in Amerika van
6 letters. Doe er 4 letters af, dan
blijven er elf over.
2. (Ingez. door Rosette.) Verbor
gen beroepen.
a. Wat doet Teun Corduc?
b. En Lea Kermker"
3. (Ingez. door Hagenaar.)
Ik ben een Rubriekertjesnaam var
11 letters.
1 10 11 is het tegenovergestelde
van hol.
10 is een uitroep.
6 7 7 6 is niet ja.
1 2 3 6 is de hoofdstad van Zwit
serland.
4 7 7 8 gebruikt de schoenmaker.
6 5 7 8 ls een lichaamsdeel.
9 10 11 is rond.
4. (Ingez. door Goudhartje. Strik
vragen.
a. Welk woord schrijven zelfs
knappe menschen altijd verkeerd?
b. (Ingez. door Hagenaar.)
Wie houdt altijd het laatste wcord?
c. Welke steen heeft twee stem
men?
d. Welke dracht moet worden afge
schaft?
e. Welke noten worden niet ge
geten?
5. (Ingez. door Zilverlokje.)
Ik ben een spreekwoord van 29 let
ters.
16 17 18 19 25 is een jongens
naam.
1 2 3 4 5 29 23 26 1 is een andere
naam voor vlechten.
25 24 23 22 is een getal.
14 15 20 is een viervoetig dier.
6 7 9 26 is een kleur.
8 27 28 is een verkorte jongens
naam.
21 7 10 11 is het tegenovergestelde
van op.
13 12 12 13 is niet ja.
6. (Ingez. door Juffertje Wildzang)
Mijn geheel is een geestige zet en
bestaat uit 9 letters.
9 8 4 9 is bijna in alle huizen.
1 2 3 4 is een vloeibaar metaal.
7 8 is in kast en tafel.
5 4 8 7 hoort men na schieten.
6 7 8 9 is een ander woord voor klap
AFDEELÏNG II.
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Tooneelspeelstertie)
Zet achter een meisjesnaam een
boom en daarachter iets, dat men in
bergstreken moet zoeken, en ge
krijgt? een plaats in Noord-Brabant.
2. Ingez. door Poesenmoedertje
Neem uit onderstaande Rubrieker-
tjesnamen telkens één letter, zoo
dat ge een nieuwen schuilnaam
krijgt.
Eikeltje, Roodborstje, Roetkopje,
Sarina, Krielkip, Mimi Poesekat, Pe
likaan, Pioenroos, Roomsoes.
3. (Ingez. door Huishen.)
Mijn geheel bestaat uit 13 letters
tn is een feest.
1 2 3 4 is een deel van je hand.
12 13 10 8 staat aan den hemel.
12 6 2 4 4 10 3 doet de naaimachine
9 7 10 5 6 is prettig.
13 11 12 13 stond vroeger ln een
stoof.
4. (Ingez. door Danseresje.)
Ik ben in alle huizen en besta uit
4 letters.
Neem mijn laatste letter weg en
ik ben een viervoetig dier. Neem nog
een letter weg en ik ben een deel van
een tafel.
5. (Ingez. door Goudhartje.i
Haal uit de volgende plaatsnamen
telkens één letter, welke letters sa
men een dorp bij Haarlem moeten
vormen.
Beverwijk, Utrecht, Veendam, As
sen, Roermond, Steenwijk, Broek op
Langedijk, Alkmaar.
6. (Ingez. door Draaitol.) Kruis-
raadsel.
x
X
X
x
x
xxxxxxxxxxx
X
X
X
x
X
Zet op den Isten regel een mede
klinker.
Zet op den 2den regel een boom.
Zet op den derden regel een visch
Zet op den 4den regel knechten in
livrei.
Zet op den 5den regel een boot,
die door stoom vooruit gaat.
Zet cp den 6den regel een mooi
dorp bij Haarlem.
Zet op den 7den regel een boom
waaraan bessen groeien.
Zet op den 8sten regel damp, die
uit zee komt.
Zet op den 9den regel iets, waar
we Aardrijkskunde van loeren.
Zet op den lOden regel een huis
dier.
Zet op den llden regel een mode
klinker.
Van boven naar. beneden en van
links naar rechts moet je den naam
van het mooie dorp bij Haarlem
lezen.
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELÏNG I.
1. Wilgenroosje.
2. a. Het water, want 't draagt do
zwaarste schepen, b. een sinaasappel,
c. radijs, matrijs, d. oorijzer, e. oor
vijgen, f. beide zijn moeilijk orn in
te nemen. g. kat. h. Alva, i. nicotine.
3. Frans Halsmuseum.
4. a. Haarlem, b. Overveen, c. Am
sterdam, d. Steenwijk, ef. Alk-*
maar, g. den 1-Iaag.
5. Na regen komt zonneschijn.
6. Oldenbarneveld.
AFDEELÏNG II.
1. a. Een spin kan wel spinnen,
maar een kat niet katten, b. Ijsbloe
men, c. Nog 10, want dc man heette
Elk, d. Vischschool, e. Manieren Tot
hij geen bouillon meer lustte, g. Dag
dief.
2. Wie het laatst lacht, lacht hel
best.
3. Draaitol.
4. Juffertje Wildzang.
5. Schemerlamp.
6. Lenteklokje.
Goede oplossingen ontvangen vin:
Chauffeur5 Wilgenroosje 6 Hage
naar 6 Marianne v. Driel Krol 3
Wilgenroosje 6 Berliner Bol 6 De
kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist
6 Napoleon 6 Juffertje Wildzang 6
I-Iageroos 6 Wilgenroosje 6 Wend a
6 Danseresje 2 Krullebol Steilhaar 6
Sarina 6 Capricornus 6 Libra 6 Rob
bedoes 6 De kleine Timmerman 5
Knagelijntje 6 De kleine Lord 0 Or
chidee 5
De kleine Jager 6 Papavertje 5
Vioolbloempje 5 Prinses Libelle 3 Een
naam'ooze 6 Krielkip 6 Plet Hein 6
Chauffeur 6 Een naamlooze 6 Leze
resje 4 Graaf Lodcv.ijk 5 Don Fre-
derik 6 Pioenroos 6 Roodwangetje 6
Tilburgertje 6 Bloemenfee 6 Inte
rieur 6 Zonnestraaltje 6 Draaitol 6
Dierenvriendje 6 Prinses Rozemond
4 Kurkenbreistertje 5 Wltmvis 6 Cta-
co 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Rosette
6 Boschwachter 6 Pelikaan (5 Dwin
geland 6 Brillantster 6 Katuil 5 Juf
fertje Schrijfgraag 6 Vllnderfee fi
Teekenaarster 6 't Kloppertje 8
Betsy Mulder 5 Korstjesknager 5 Mi
mosa 6 Melattie 5 Snibbe'.aartje 6
Roomsoes 3 De kleine Bouwer 3
Blauwoogje 6 De Woudlooper 6 Pad-
dsstoeltje 6 Een naamlooze 0 Zons
ondergang 5 Margriet 5 RompelstecI-
tje 5 Bloemenbindstertje 5 Goud
hartje 2 IJsmannetje 6 Vrouwtje
Ulebuut 6 Frans Hals 3 Obione 0 Ze
venster 6 Theeroosje 6
Brieven aan de Redactie van do
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG-
ZEEMAN. Marnixstraat 20.
In de bus gooien zonder aan
bellen.
DE KLEINE VIOLIST. JOUW
briefje ontving ik 't eerst, nu ben Je
ook nummer één in de Brievenbus.
Ja, ik ben een nummer achteruit
gegaan. Gelukkig maar, dat het
slechts een huisnummer Is, want we
moeten in stijgende lijn blijven.
Mijn dank voor Je goede wenschen
in mijn nieuw tehuis. Ik hoop, dat
ze vervuld zullen worden. Over den
wedstrijd zal ik nog een afzonderlijk
berichtje geven. Ik vergat over prlj-
7-m en tijd van inzending te praten.
Je bent op den goeden weg. Een
zwaluw keert in de Lente terug. Meer
zeg Ik niet.
DORUS RIJKERS. 't Doet me
olezier jongen, dat jij blij bent, dat
ik in de Marnixstraat woon. Verdere
msdedeelingen over den wedstrijd,
vind je in dit nummer. Ben jij bezig
eon boek te schrijven over een
luchtreis? Dat is me nog al wat. Als
'i af is. moet je het me maar eens
laten lezen. En hoe staat het met je
museum?
BERLINER EOL. Nog wel har
telijk gefeliciteerd met moeders
verjaardag. En wat heeft moeder wel
van je gekregen? Een mooi hand
werk? Wat aardig, dat Je voor ie
kleinen neef een pop breit. Daar zal
hij zeker blij mee zijn. Tot mijn spijt
kon ik je Ruil-aanvraag niet plaat
sen, omdat je geen adres opgaf.
WILLEM VAN DER L. Mijn dan*