H. D. VERTELLINGEN
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 6 MEI 1929
(Nadruk Ter bode» 5 auteursrecht voorbehouden,)
'De oude doos
door A. K.
Het is al jaren lang gewoonte dat ik ge
durende den schoonmaaktijd mijn vriendin
v/at heip. Zij heeft met haar woelig gezin
volop werk, ik heb tijd over en kan dien zoo
doende nuttig besteden. En het is deze om
standigheid die het volgende verhaal het
licht doet zien.
Natuurlijk nam ik niet zoo'n groot deel
van die schoonmaak voor mijn rekening. Het
bepaalde zich tot het opruimen van wat
kasten en laden, voor welk werk zL) moeilijk
tijd kon vinden. Al een paar jaar had ik in
haar linnenkast een oude cartonnen doos
zien staan en er mij over verwonderd dat dat
ding daar stond. Toen zei ik niets, maar toen
door langdurigen omgang, onze vertrouwe
lijkheid ook grooter was geworden, poogde ik
eens op een heel bescheiden manier te weten
te komen wat het eigenlijk beteekende.
„Zeg Ans, nou zie ik al enkele jaren die
oude doos in je linnenkast, zullen we dat
ding nu maar eens weggooien?" vroeg ik
haar.
Zij stond met den rug naar mij toegekeerd
en antwoordde niet.
„Je hebt waarachtig de ruimte in je kast
wel noodig", ging ik voort, terwijl ik de doos
op ae tafel zette.
Langzaam draaide zij zich om. Zij had
tranen in de oogen. Direct zag ik, dat mijn
vermoeden gegrond was. Er zat natuurlijk
een geschiedenis aan vast, en zij, buitenge
woon gevoelig schepseltje, had bijzondere re
denen om zoo zuinig op die doos te zijn.
Onder hevig snikken nam ze de doos op
en zette haar weer op dezelfde plaats. „Neen,
Marie, die doos mag niet weg. Nooitnooit
mag die weg!"
Zij was geheel ontdaan, maar kwam spoe
dig tot zich zelf. „Och", zei ze, „je moet me
maar wat toegeven. Je weet hoe ik ben en
begrijpt ook wel dat er bijzondere redenen
zijn waarom ik mij zoo dwaas aanstel".
„Nou"t> hernam ik, „dan blijft alles zooals
het is, hè? De doos blijft op haar plaats"
„Ik kan het ie nu niet vertellen, Marie. Ik
zou er werkelijk de kracht niet voor hebben.
Later mag je het wel weten. Vi-aag mij dan
maar eens naar de historie".
„Neen", antwoordde ik, „ik zal wel wijzer
zijn. Als je al zoo van streek bent over deze
paar woorden, wat moet er dan wel niet ge
beuren als het een heel verhaal wordt?"
Zij lachte. „Och, ja ik ben natuurlijk weer
wat raar geweest, en stel me aan of 't jouw
schuld is. Maar heusch ik meen niets
kwaads. Ik zal later de kracht wel eens heb
benals er eens een rustig oogenblikje
is. O, het is gauw verteld; maar nu kwam
de herinnering zoo onverwachts.... het
overviel mij zoo".
En later vertelde zij werkelijk. Het was op
een middag dat wij bij elkander zaten. Toen
begon zij: „Je hebt laatst van mij een toe
zegging gekregen dat ik je de geschiedenis
van die doos zou vertellen".
Ik zag dat zij strijd voerde én diep be
wogen was.
„Laat het maar rusten", zei ik. „Het zal je
moeite kosten en zwaar vallen".
„Neen, nu moet het. Ik heb nu wel kracht
genoeg. Je bent de eènlge die het zal we
ten".
Toen kwam'het volgende:
„Je weet, dat mijn ouders in Indië hebben
gewoond en mijn zuster en ik daar geboren
zijn. Mijn vader had daar een goede betrek
king en zoodoende konden mijn. ouders zich
een zekere weelde veroorlooven. Zij overdre
ven echter niets en bleven eenvoudig leven.
„Zooals de meeste Europeesche families
was er een baboe in huis, belast met de zorg
voor de kinderen. Een lieve goede ziel, met
haar eerlijk hart bijzonder aan ons huis
gezin gehecht. Geestelijk was zij weinig ont
wikkeld, maar onbetwist eerlijk en trouw.
„Wat de reden er voor was weet ik niet,
maar bij mijn ouders kwam de gedachte op
om een lange vacantle te nemen naar Hol
land. Toen baboe dit vernam kwamen in dit
eenvoudige hoofd al dadelijk plannen op om
mee te gaan. Het leek haar zoo vanzelf spre
kendimmers mevrouw moest toch hulp
hebben voor de kinderen! Met klem bracht
INGEZONDEN MEDEDELL1NGEN
a 60 Cts. per regel.
li/aaKfir* VTOtrl, CÏAAU
li/tt, Xc 'y
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS,
door
JAQUES FUTRELLE.
10)
De uitwerking van deze mededeeling op
den inspecteur en de detectives was elec-
trisch. Zelfs de Engelschman was van zijn
stuk gebracht.
„Goeie genade!" zei hij en
„En nou ben je zeker van plan te zeggen
dat mijn zoon mijn zoon die gestolen
heeft, hè?" zei John Gaunt spottend
Brokaw Hamilton maakte even een be
weging en er kwam een lichte blos op zijn
bleek gezicht.
Er heerschte een gespannen stilte, de
detectives wachtten zwijgend op wat volgen
zou, de twee millionairs keken elkaar aan.
Tenslotte richtte Brokaw Hamilton zijn blik
op den inspecteur.
„Ik wensch nog een aanklacht in te dienen
tegen Samuel Keats Gaunt", zei hij koud.
„Ik beschuldig hem van den diefstal van
de aan mijn dochter toebehoorende juwee
len ter waarde van vijftig duizend dollar!"
De geleerden hebben uitgemaakt, dat
twee geluiden soms stilte kunnen geven.
Dat natuurkundig wonder scheen John
Gaunt te overkomen. Twee kreten van woe
dende verontwaardiging trachten tegelijker
tijd te ontsnappen, met het resultaat dat hij
volkomen stom was stom, met wagen
wijd open mond.
„Mijn docher Helen", vervolgde Hamil
ton's stem rustig, „gaf ze aan hem ln be
waring. Nu ontkent hij dat. Er kan maar
één gevolgtrekking gemaakt 'worden: hij
heeft ze gestolen V
mijn vader haar onder het oog dat het
lang niet vast stond dat de familie naar
Indië terug zou gaan, maar zij bleef bij haar
meening. Zij moest meekon later wel al
leen teruggaan.
„En wij kwamen ln Holland. Mijn vader
werd al spoedig deelgenoot in een zaak, zoo
dat al ongeveer vast stond dat de familie
niet naar Indië terug zou keeren.
„En baboe bewees haar diensten zooals
vroeger, tot groote geruststelling van mijn
mosder, want je moet maar gerust aanne
men dat wij geen gemakkelijke jonge da
mes waren.
„Ik geloof van mijzelf dat ik werkelijk
oen onhebbelijk, ongehoorzaam en lastig por
tret was. Wild en woestnu ja, je weet
wel, echt, ondeugend en onhandelbaar, in
tegenstelling van mijn zuster, die wel wat
rustiger en kalmer was. Met het ouder wor
den werd het er niet beter op. En baboe was
toch zoo bezorgd voor mij- Onvermoeid wees
zij mij op mijn fouten, mijn gedrag op school
was zóó.zóó, ik was niet netjes op mijn
kleeren, kortom ik bezat zoowat alle on
deugden die noodig waren om mijn verzorg
ster wanhopig te maken. Ja, ik zal haar veel
leed gedaan hebben en toch hield ik zoo
veel van haar. Het meeste verdriet had zij
geloof ik omdat ik zoo slecht at. Dat ging
vrij ongeregeld, hoewel dit aan mijn gezond
heid en levenslust niets afdeed. Ik at geen
vleesch en eieren, niets van wat zij zoo noo
dig vond om mij flink en sterk te maken.
Intusschen was de tijd gekomen dat wij
naar het gymnasium zouden gaan en werd
besloten de dienstbetrekking van baboe te
beëindigen, omdat er nu toch werkelijk geen
behoefte meer was aan haar hulp. En zij
berustte, hoewel nooit aan iemand bekend
zal worden hoeveel verdriet het haar deed.
„Het denkbeeld van de scheiding leek mij
verschrikkelijk. Zij bood niet den minsten
tegenstand. Misschien verlangde zij ook wel
naar haar land en familie terug. De zorg
voor haar levensonderhoud nam mijn vader
op zich. Een familie die terugkeerde zou haar
in gezelschap meenemen. Met haar goedvin
den werd alles behandeld en de tijd van ver
trek bepaald.
„En toen gebeurde er iets. Baboe teekende
protest aan tegen den tijd van vertrek naar
Amsterdam die op 's morgens acht uur be
paald was. Zij stelde voor een paar uur later
te gaandan waren de kinderen naar
school en zou het afscheid niet zoo zwaar
zijn. Men eerbiedigde haar wensch.
,,'s Avonds voor het laatst in familiekring,
verzocht zij mijn vader haar een gulden te
geven. „Maar baboe, je weet dat dat alles
geregeld is, je hebt geen geld noodig", „Ik
weet het mijnheer, maar ik wou het toch zoo
graag. Heusch ik zal er niets slechts mee
doen en wat ik niet noodig heb zal ik u te
ruggeven. Ik zal er u blijvend dankbaar voor
zijn". Zij kreeg haar gulden.
„Laat ik het mijzelf niet moeilijk maken.
Zij vertrok, het geheele huisgezin in een
droevige stemming achterlatende. Ik was
verslagen. Alle lust ontbrak mij. 's. Avonds
in mijn kamertje snikte ik mijn leed uit, en
werkelijk ik dacht het nooit te boven te ko
men. Ik nam mij heilig voor, in het vervolg
naar baboe's wil te leven, en begon "al dade
lijk met mijn kamertje wat te regelen. Toen
ik wat kleeren die op een stoel lagen wilde
opbergen vond ik daaronder weggeborgen
een doosde bewuste doos. En wat was er
in? Er lagen tien eieren in, en een briefje,
door baboe gekrabbeld: „Voor juffrouw Ans,
om sterk te worden". Een ander briefje be
vatte vijftien centen met deze bijvoeging:
„Dit heb ik over van den gulden".
„O, Marie wat heb ik toen gehuild, wat
heb ik ontzettend gehuild over deze lieve
daad van dat goede menschje. Ik was toch
altijd zoo ongehoorzaam en heb haar vree-
selijk veel leed en verdriet gedaan. En dit
deed ze voor mij!"
De vertelster kreeg het te kwaad en was
aan het eind van haar krachten.
„Ik heb de eieren eerlijk opgegeten en nu
weet je wat die doos beteekent. Een lieve
herinnering aan een mij dierbaar mensch.
Mijn huisgenooten hebben mij eerlijk ge
spaard. Zij hebben nooit gespot met mijn
afscheid cadeau. Mijn man kent de geschie
denis niet; hij zou er mee spotten en dat zou
ik niet kunnen verdragen. En nu is 't uit.
Niet erg belangrijk hè? Voor jou tenminste
niet. Het is baboe goed gegaan. Enkele jaren
geleden is zij gestorven, gelukkig zonder ma-
terieele zorgen te hebben gekend".
En hier was mijn vriendin aan het einde.
Het verhaal vond ik zóó treffend, dat ik
haar en mijzelf heilig beloofde de oude doos
te zullen eerbiedigen.
John Gaunt's gezicht werd purper, hij
deed een krampachtige poging om zijn
tegenstander bij de keel te grijpenmet
de uiterste wilsinspanning beheerschte hij
zich.
„Inspecteur, als u mij een paar mannen
wilt meegeven", ging Mr. Hamilton opgewekt
voort, „zal mijn dochter hen met genoegen
nadere informaties verschaffen. En tusschen
twee haakjes, die diamanten ketting, die u
bij den gevangene vond, kan niet van mijn
dochter zijn. Ze heeft er geen. Goeden
avond".
De deur ging open en weer dicht, hij was
weg. De beide detectives Cunningham en
Fallon volgden hem
Een minuut later ging John Gaunt ook
weg. Detective Bailey keek Dexter vragend
aan, toen John Gaunt naar de deur liep,
en Dexter knikte. In zijn woedebui had de
kolenmagnaat gansch en al de arme Skeets
vergeten, die opgesloten zat in zijn cel met
zijn oor tegen de tralies gedrukt, zijn ge
zicht stralend van hoopvolle verwachting.
„Hij zal natuurlijk wel niet wegloopen".
merkte Dexter op zijn zwaarwichtige Engel-
sche manier op. „en bovendien kunnen we
nog niets tegen hem bewijzen. Eigenlijk zijn
we bezig dit zaakje op te knappen als een
stelletje ezels. In Scotland Yard zou zoo iets
anders gaan, hoor! Daar kakelen we het
kleine beetje, dat we te weten zijn gekomen,
niet over aan iedereen, die maar luisteren
wil".
De auto van John Gaunt suisde weg in een
geweldige regenbui.
„Brokaw Hamilton weet verdraaid goed, dat
Sammy die juweelen niet heeft gestolen",
deelde hij aan de duisternis mee in termen,
die gekruid werden met van tijd tot tijd
een kernachtig woord. „Hij kon de verleiding
om mij een hak tc zetten, gewoonweg niet
weerstaan".
Een lange stilte. Hij vindt zeker, dat die
DE ROODVONK-EPIDEMIE IN
HAARLEMMERMEER.
MAATREGELEN TER BESTRIJDING.
Men schrijft ons uit Hoofddorp:
De gezondheidscommissie voor Haarlem
mermeer volgt den laatsten tijd met eenige
bezorgdheid het verloop en de enorme toe
neming van het aantal roodvonkgevallen in
de gemeente.
In de eerste 3 maanden van 1929 werden
reeds meer dan 40 gevallen geconstateerd
tegen 66 over het geheele jaar 1928.
Vooral te Nieuw-Vennep en ofgeving doen
zich de laatste maanden buitengewoon veel
gevallen voor.
De thans heerschende epidemie is nog niet
kwaadaardig, maar hierin kan een ongun
stige verandering komen en daarom is een
gevaar voor de volksgezondheid verre van
denkbeeldig.
De gezondheidscommissie heeft zich nu tot
Dr. Doijer, inspecteur van de Volksgezond
heid te Hilversum gewend om met dezen
maatregelen ter bestrijding van deze besmet
telijke ziekte te beramen.
De commissie is nu voornemens om bin
nenkort een openbare vergadering te beleg
gen waarin Dr. Doijer een bestrijdingsmethode
zal behandelen die in verschillende gemeen
ten, ook in de naaste omgeving, met groot
succes is toegepast.
In deze vergadering, die vermoedelijk te
Hoofddorp zal worden gehouden en voor
iedereen toegankelijk zal zijn, zal Dr. Doijer
alle gewenschte inlichtingen geven en indien
mogelijk een en ander met lantaarnplaatjes
illustreeren.
DE TOESTAND VAN HET GEMEENTE-
PERSONEEL.
De afdeeling Haarlem der Nederlandsche
Landelijke Federatie van Overheidspersoneel
hield Vrijdagavond een openbare vergadering
in gebouw „Caecilia".
De voorzitter, de heer G. van Bilderbeek,
concludeerde uit de slechte opkomst, dat de
vergadering als protest tegen de houding van
directeuren van gemeentebedrijven en B.
en W. mislukt is.
De heer Van Bilderbeek besprak daarna
de 45-urige werkweek. Spreker critiseerde
de houding van wethouder Reinalda als
voorstander van de 48-urige werkweek in
het georganiseerd overleg. Hij hoopte, dat
de revolutionaire organisatie eenmaal sterk
genoeg zal zijn om de 45-urige werkweek te
herwinnen.
Verder hekelde de heer Van Bilderbeek den
gang van zaken bij de personeelsformatie.
In tegenstelling met de .andere organisaties
ging de syndicalistische niet accoord met
de politiek van B. en W. Den directeur van
Openbare Werken verweet spr. machtsmis
bruik, omdat hij geen rekening houdt met
de ten stadhuize geuite wenschen. En spr.
begrijpt niet, dat de organisaties niet tegen
deze sabotage optreden. Ook hielden, volgens
spreker, verschillende directeuren de per
centages voor overwerken, geheel buiten
het georganiseerd overleg om. Spr. is er van
overtuigd, dat als het personeel .eens gaat
optreden de directeuren zich wel tien maal
bedenken zullen.
Na den heer Van Bilderbeek sprak de al
gemeen voorzitter C. J. Priem, uit Amster-
dam.
Deze constateerde een gewijzigde opvat
ting van de bourgeoisie ten opzichte van de
ax-beidersklasse, gelijk prof. Casimir haar
schetste, nog wel in „De Telegraaf". Alleen,
de arbeider beseft zelf zijn positie nog niet.
De arbeiders laten zich nog knechten. De
8-urendag is door de werkgevers slechts tot
een schijn-verbetering gemaakt, omdat de
arbeid intensiever werd. Spr. keurde den in-
dustrieelen vrede, het toegeven bij het over
leg met de werkgevers, af. Hij gispte de let-
terzifterij, die B. en W. van Haarlem z.i.
hebben toegepast.
Wat betreft de Contlnu-arbeiders, waarvan
de levensstandaard hooger is dan van de dag
arbeiders, wordt door B. en W., aldus spre
ker, getornd aan de arbeidsvoorwaarden. De
nadeelen van den onvermijdelijken nacht
en Zondagsarbeid moeten gedragen worden
door hen, die er verantwoordelijk voor zijn
en dat zijn B. en W.
Spreker schetste, hoe B. en W. verdeeld
heid onder de arbeiders brengen door j,a-
louzie. Hij wenschte grooter solidariteit on
der de arbeiders en minder dienen van per
soonlijke belangen. Tenslotte beval hij dus
samenwerking aan met alle kameraden.
De heer Van Bilderbeek oefende daarna
nog critiek op de wijze waarop het Geor
ganiseerd Overleg concessies doet ten aan
zien van de vacantieregeling. Hij zeide het
Georganiseerd Overleg door onderlinge ver
deeldheid van geenerlei waarde te achten.
Daarna sloot hij de vergadering.
wandelende vuurtoren van een dochter van
hem te goed is voor mijn zoon! Als ik zeker
wist, dat hij dat werkelijk vindt dan zou
ik dan zou ik allemachtig, ik zou
Sammy dwingen met haar te trouwen, alleen
om hem dwars te zitten!"
Weer een stilte. „Da's nog zoo'n gek idee
niet!Als die twee eens trouwden! Zijn
en mijn geld bij mekaar! Ik zou de geld-
koning van de heele aarde zijn!.... Hé daar,
kijk uit, ezel!"
Dit laatste toen de auto even slipte en
langs den modderigen weg een uitstapje
maakte in de richting van een voetganger,
die langzaam voorbbaggerde in den regen.
Alleen een behendige sprong redde hem
van een aanrijdingHet was de Havik!
Het over tweeën toen Brokaw Hamilton
naar zijn kamer ging. De detectives waren
weg en Helen's opstandige hart had rust
gevonden in den slaap.
„Helen houdt van Skeets Gaunt, dus ze
zou met hem net zoo goed gelukkig kunnen
worden als met iemand anders".
„Behalve haar geluk zou het mijJohn
Gaunt is minstens honderd millioen waard,
en hij is geweldig onnoozel. Die kan ik best
inpikken!En als ik het niet doe, doet
iemand anders het toch!"
„Het is misschien een slecht begin om
Skeets Gaunt te beschuldigen van den dief
stal van die juweelen, maar.... misschien
ook niet!"
„Hoe kan die jonge idioot iets afweten
van den kouseband van de Gravin van Salis
bury? Ik zal mijn eigen detective eens aan
het werk zetten!"
HOOFDSTUK VII.
Skeets Gaunt zit veilig en wel in zijn cel
en daar zal hij voorloopig nog wel blijven
dus laat ons afscheid nemen van dezen
roezemoezigen nacht en de geheimenissen,
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
HET JAARVERSLAG.
Wij ontvingen het jaarverslag over 1928
van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Haarlem en omstreken, waaraan
het volgende is ontleend.
Omtrent de Kon. Ned. Hoogovens en Staal
fabrieken kan worden medegedeeld, dat de
ontwikkeling van de ruwijzer-markt ongun
stig is gebleven.
De afzet van hematiet naar- Frankrijk on
dervindt veel nadeel van het op 16 Maart
1928 verhoogde invoerrecht. Voor teer en
teerproducten was de markt gunstig, sinds
het voorjaar zijn de prijzen echter aanmer
kelijk gedaald.
De rijtuigen- en spoorwagensfabricage
kenmerkte zich in het begin van 1928 door
verschillende orders op zeer korten levertijd,
waardoor groote bedrijfsdrukt-e ontstond en
tijdelijk meer arbeiders in dienst moesten
genomen worden. In Augustus en September
volgde een scherpe terugslag. Maar in Sep
tember kwamen nieuwe orders binnen. Het
gevolg was een weder op volle kracht werken
van het bedrijf en het aannemen van een
50-tal arbeiders.
De scheepsbouw-industrie was gedurende
1928 van meer orders voorzien dan in 1927.
De prijzen lieten in het algemeen geen winst
toe.
In de machine-industrie was de toestand
in 1928 in het algemeen niet ongunstig. De
bedrijfsdrukte in de ijzergieterij was in 1928
iets grooter dan in 1927.
De algemeene toestand in de kunstzand-
steenindustrie was in 1928 nog slechter dan
in 1927. De kunstzandsteenfabriek „Arnoud"
te Hillegom heeft door een zeer ver doorge
voerde mechanisatie de dalende prijzen
grootendeels kunnen opvangen.
Over het bouwbedrijf wordt gezegd dat
het zich in 1928 kenmerkte door een vrijwel
voortdurend te kort aan werk. Bij het
eigenlijke aannemersbedrijf werd zeer wei
nig werk op de publieke markt gebracht. In
het timmerlieden- en metselaarsbedrijf was
de hoeveelheid werk, die particulieren heb
ben laten verrichten, zeer matig.
In de particuliere bouwnijverheid of eigen
bouw is het overcompleet aan huizen voor
den gegoeden middenstand bedenkelijk groot
geworden, waardoor het te vreezen is, dat
de hoop op een bescheiden winst voor velen
op een belangrijk verlies zal uitloopen.
De toestand in de cacao- en chocolade
industrie is in het algemeen gunstig. De
margarine-omzetten hebben zich in 1928 in
stijgende lijn bewogen. Zeer bevredigend is
de gang van zaken in het zeep- en parfu-
meriebedrijf.
Over het algemeen mag worden vastge
steld dat de boekdukkerijen zeer regelmatig
van opdrachten waren voorzien. Maar de
financieele resultaten waren dikwijls
vooral voor de kleinere bedrijven onvol
doende, als gevolg van den zwaren concur
rentiestrijd. Levering ver beneden kostprijs
kwam herhaaldelijk voor.
In den graanhandel kenmerkte zich de
tarwe door groote prijsschommelingen.
Door de steeds dalende prijzen kochten de
verbruikers slechts het hoogst noodzake
lijke. Een korte opleving gaven in Juli
aankoopen voor Russische rekening die ech
ter spoedig ophielden.
In 1928 bleef de geldmarkt vrijwel voort
durend op één peil. Het particulier disconto
handhaaft zich om en bij 4 1/2 pet; het wis
seldisconto der Ned. Bank bleef onveranderd
4 1/2 pet.
De prolongatie-rente varieerde tusschen
3 1/2 en 5 1/4 pc.t. De provinciale bankinstel
lingen hebben over den gang in hun bedrijf
niet te klagen. Ook in Haarlem was de toe
stand op bankgebied gunstig.
In het algemeen moet over den toestand i
van de winkelbedrijven ongunstig worden
gerapporteerd. Een algemeene klacht geldt
het misbruik dat van het houden van uit-
verkoopen wordt gemaakt. Men dringt aan
op een wettelijke regeling, zooals elders
bestaat.
De te IJmuiden met de haringvïsscherij
bereikte resultaten staken niet ongunstig
af, bij die van de andere reederijplaatsen.
De bloembollerihandel gaf in 1928 bevre
digende resultaten. De totaal-uitvoer van
bloembollen, bol-, knol- en wortelgewassen
steeg van 39,332 tot 42,645 ton. De omzet
van de Coöp. Vereen. „Centrale Aalsmeer-
sche Velling", vermeerderde in 1928 met
ruim f 1.300.000.
HET KINDERKOOR „INTER NOS" NAAR
ZANDVOORT.
Het kinderkoor „Inter Nos" bestaande uit
de afdeelingen Haarlem-Noord en Haarlem-
Centrum, dirigent de heer Jan Booda, zal
wederom deelnemen aan het Nationaal Con
cours te Zandvoort, 26 Mei. Het hoopt, daar
het verleden jaar in de tweede afdeeling een
eerste prijs behaalde, thans uitkomend m de
eerste afdeeling ook daar een prijs machtig
te worden.
die hij veroorzaakt heeft. Laten we Broad
way eens nemen op een zonnigen Juni-
morgen om acht uur.. De trottoirs, nog klets
nat van de hevige regens van den afge-
loopen nacht, liggen te glinsteren onder
de voetstappen van de vele duizenden men-
schen, die zich naar hun dagelijksche bezig
heden haasten; over den rijweg rolt een
eindelooze stroom van voertuigen.
„Daar zijn we bij de zeven en veertigste
straat. Laten we even stilstaan om dien on-
ophoudelijken stroom voorbij te zien gaan,
een stroom van bedelaars en bankiers en
straatwerkers en millionairs, van wipneuzen
en arendsneuzigen; van eerlijke werkers en
dieven. De eeuwigdurende stroom kabbelt
voort. Zoo nu en dan zien we een vroolijk
gekleed en keurig geschoeid winkelmeisje.
De winkelmeisjes zijn nergens zoo goed ge
kleed als in New York.
Ergens in die haastige, dringende menigte
moet de Havik zijn. Aha, daar is hij, met
zijn stoppeligen baard, zijn bleeke gezicht,
doodmoe van het loopen, maar niettegen
staande dat alles is er een gloed van vol
doening in zijn oogen. Hij heeft blijkbaar
geen aangenamen nacht gehad een nacht
in den regen, want zijn versleten jas is nog
nat en zijn grove schoenen zijn doorweekt.
En hij is hongerig ook, niettegenstaande
het feit. dat hij in zijn zakken een fortuin
van vijf en zeventig duizend dollar aan
juweelen heeft.
Het was zes jaar geleden, dat de Havik
Broadway gezien heeft zes lange magere
jaren en nu haalde hij zijn hart op.
Zijn bestemming was daddy Heinz in de twee
en dertigste strait; bij daddy Heinz ozu hij
een ontbijt vinden, en een bad, en nieuwe
kleeren en een bed. De naaste weg naar al
die luxe liep Langs Seventh Avenue, maar
de Havik koos een anderen weg. In plaats
daarvan ging hij Broadway in. Zijn goeie
ouwe Broadway! Zijn neus deed zich te
TRAMVRAAGSTUKKEN.
ONTLASTING VAN HET VERKEER OP,
HET STATIONSPLEIN.
Eenige dagen geleden deelden wij mede,
dat er toenadering is te constateeren tus
schen het gemeentebestuur en de tramöirec-
tie, waardoor de kans zeer groot geworden,
is, dat binnenkort verschillende reeds lang
hangende tramvraagstukken opgelost zullen
worden.
Onze lezers weten ook reeds, dat het de
bedoeling is om de tram HeemstedeSoen-
daplein dan niet meer door de Smedestraat
te laten loopen, maar door Jansstraat en
Jansweg. De tram gaat dan dadelijk naar 't
viaduct, waardoor het verkeer op het Sta
tionsplein belangrijk ontlast zal worden.
Het Stationsplein zou nog meer ontlast
kunnen worden als de tram Soendapiein
Heemstede niet onder het Jansweg-, maar
onder het Kruiswegviaduet zou doorgaan.
De reizigers zouden dan moeten instappen
op den hoek Kruisweg-Stationsplein. Het
nadeel is evenwel, dat dan het Kennemer-
plein, dat pas geasphalteerd is, weer geheel
opgebroken zou moeten worden. Toen verle
den jaar nog met asphalteeren op dat plein
begonnen moest worden, is het werk neg
even stop gezet om over de wenschelijkheid
van een veranderden tram-aanleg te beraad
slagen. Omdat de partijen toen nog te ver
van elkaar stonden, is niet verder gezocht
om op die manier een oplossing te zoeken.
Wij herinneren er nog eens aan, dat wij
reeds indertijd het denkbeeld geopperd heb
ben om voor de trams een tunnel aan te leg
gen tusschen Kennemerplein en het Stations
plein. De trams zouden dan daardoor kunnen
rijden waardoor het verkeer onder de via
ducten belangrijk ontlast zou worden.
Het voordeel daarvan zou zijn, dat de pas
sagiers voor het Station zouden in- en uit
stappen.
Een lezer geeft in overweging om als een
maal voor alle tramlijnen normaal spoor in
gevoerd zal worden, de trams aldus te doen
loopen:
Lijn Heen: Soendapiein, Kennemerplein,
Kruisweg.
Terug: Jansweg, Kennemerplein.
Lijn II: Heen: Bloemendaal, Staten Bol
werk, Kruisweg, Stationsplein.
Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten
Bolwerk, Bloemendaal.
Lijn HE: Heen: Overveen, Statenbolwerk,
Kruisweg, Stationsplein.
Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten'
Bolwerk, Overveen.
Lijn IV: Heen: Leidschevaart, Kenaüpark,
Rozenstraat, Stationsplein.
Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten
Bolwerk, viaduct Kenaupark, Leidsche
vaart.
Het voordeel daarvan zou zijn, dat het ge
heele tramverkeer in een richting zou gaan.
Op het Stationspein zou slechts.... één
spoor behoeven te liggen! Desnoods zou voor
een eventueel wachtende tram dan nog een
stukje doodspoor gelegd kunnen worden. On
der de viaducten zou dan het één richting-
verkeer toegepast kunnen worden. Op deni
Kruisweg Noord-Zuid, op den Jansweg Zuid-
Noord.
Het is bekend, dat er tusschen de gemeen
te en de tramdirectie onderhandeld wordt
over het invoeren van normaal-spoor op alle
tramlijnen.
Die beslissing moet in elk geval genomen]
worden voor het Stationsplein geasphalteerd
zal worden. Het denkbeeld van dezen lezer is
zeker nadere overweging waard. Het nadeel
is evenwel, dat het viaduct bij het Kenau
park, zooals het thans is, ongeschikt is voor
tramverkeer. Daar zou een verbetering noo
dig zijn.
RERUM NOVARUM-DAG.
In afwijking van vorige jaren, zal dit jaaf(
het Rerum Novarum-feest niet op Hemel
vaartsdag worden gehouden, doch op Zondag
23 Juni. Er zal een groote openlucht-de
monstratie plaats hebben in het Brongebouw
Pater Borromaeus de Greeve en de heer A.
C. de Bruijn, lid der Tweede Kamer en
voorzitter van het R.K. Werkliedenverbond,
zullen spreken. De harmonie „Euphonia'*
van Overveen zal een concert geven.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
AMSTERDAM UTRECHT
Nieuwendijk 225/229 Oude Gracht 151
goed aan den geur ervan. Het leven was
de moeite waard, als het hier geleefd kon
worden!
Zoo ging hij verder, door Broadway, langs
den gapenden ingang van de Metropolitan
Opera, langs het gebouw van de „Herald".
In de vier en dertigste straat bleef hij plot
seling belangstellend naar iets staan kijken.
Een meisje had zijn aandacht getrokken
een meisje met rood haar! Iets in de manier
waarop het stralende zonlicht lichtvonkjes
in haar haar had getooverd, herinnerde hem
aan het visioen in het raam van den vorigen
avond en hij bleef staan om haar na te
kijken totdat ze verdween in de menigte.
Hij wist,-dat het iemand anders moest zijn,
maar het wekte herinneringen bij hem
op.
Vrouwen hadden nog nooit een rol van
eenig belang gespeeld in het bestaan van
den Havik. Hij had hen altijd min of meer
als levende kieerenhangers beschouwd, wier
eenige bezigheid het was zichzelf op te
sieren met linten en kant, en juweelen!
Dat was het punc waar zijn interesse voor
vrouwen altijd begonnen en geëindigd wras
bij de juweelen! Maar het voorjaar wekt
wel eens meer dergelijke gedachten op bij
jonge menschen; en het was Juni. De Havik
besefte plotseling dat hij, om de één of
andere- reden, die hem zelf onbekend was,
het vrouwelijk geslacht plotseling van een
ander standpunt was gaan bezien. En die
verandering had plaats gehad op dat oogen-
blik, toen hij zich in de duisternis tegen een
muur drukkend, een glimpje opgevangen had
één glimpje maar!van een aardig
meisjesgezichtjeHet was werkelijk een
prachtige nacht geweest een nacht, die
vol was geweest van sprookjesachtige ge
beurtenissen.
(Wordt vervolgd.)