Uit Haarlem s Gemeenteraad HAARLEM'S DAr,"T,AD VRIJDAG 10 MEI 1929 Zooals reeds in ons vorig nummer is ge meld, zijn in de raadsvergadering van Woensdagmiddag een groot deel der voorstel len met hamerslag afgehandeld. Toch is over het overige van de agenda hoewel die slechtsxlö punten telde! tot bijna 6 uur vergaderd. Maar dat kwam om dat er weer meer dan 1 1/2 uur aan de rond- yraag besteed werd. Hoeveel gebrekkigen zijn er te Haarlem? Het eerste punt waarover gediscussieerd werd was het voorstel van B. en W. om aan de Verbandscommissie een crediet van 500 te vcrleenen om een onderzoek in te stellen naar het aantal gebrekkigen in deze ge meente en naar de wijze waarop de zorg voor deze kan worden geregeld. De heer Castricum vroeg nadere toe lichtingen. Wethouder Roodenburg antwoordde, dat deze Verbandscommissie die het alge meen vertrouwen heeft, een onderzoek wil Instellen. Aan den raad zullen dan mededee- lingen worden gedaan, maar de raad is tot niets gebonden. De heer Wolzak vroeg of dan ook mede gedeeld kan worden wat door particulieren in deze gedaan zal worden. De heer Roodenburg: er is dcor par ticulieren voor dit doel (de zorg voor licha melijk gebrekkigen) al f 13000 bijeen ge bracht. Bovendien wordt nog steeds getracht dit kapitaal te vergrooten. Na deze toelichting verleende de raad het crcdiet. Betere huisvesting der Lichamelijke Opvoeding. De heer Peper besprak het voorstel van B. en.W. om een crediet van 8050 beschik baar to stellen voor het aanbrengen van verbeteringen in het gebouw voor den dienst der lichamelijke opvoeding (Kleine Hout weg). Hij vroeg namelijk eenige duizenden guldens meer voor dit doel beschikbaar te stellen, opdat dan de woning van den con cierge (die nu bij het aanhangige plan op gegeven is) behouden zal kunnen blijven. Wethouder Mr. Gerritsz beloofde, dat dit denkbeeld nader door B. en W. zal wor den overwogen. Geen rooilijn-slachtoffers, maar ook geen speculanten! De heer Castricum was niet tegen het Voorstel van B. en W. om (op voorwaarde dat door Ged. Staten het raadsbesluit tot vast stelling van een nieuwe rooilijn van de Ko ningstraat wordt goedgekeurd) voor 1600 24 M2. grond te koopen die voor een huis in de Koningstraat buiten de rooilijn ligt. Het Is evenwel de-eerste keer, dat B. en W. een voorstel doen om - grond - buiten een rooilijn gelegen aan te koopen. Vroeger moest zullce grond zonder eenige vergoeding door de be langhebbenden aan de gemeente afgestaan .worden. Maar het is noodig, dat B. en W. verkla ren, dat zij bij latere aankoopen zullen let ten op eventueele prijsstijgingen van huizen die gedeeltelijk buiten de rooilijn vallen. Anders wordt er gespeculeerd in het finan cieel nadeel der gemeente. Wethouder Mr. Gerritsz verzekerde, dat B. en W. daarop zeker het oog gevestigd zullen houden. i Een groot tekort op het grondbedrijf? Langdurig werd gesproken over het voor stel van B. en W. om 146.620 M2. grond tus- schcn den Vergierdeweg en den Rijksstraat weg (Haarlem-Noord) aan te koopen. De heer Van L i e m t meende dat het in bet belang van de gemeente is als de raad eerst eens precies weet hoe het staat met de resultaten van het Grondbedrijf. In het algemeen is spreker er nietop te gen om het grondbezit van de gemeente uit te breiden, maar dan moeten het gronden zijn, die de gemeente noodig heeft. Maar hier zijn het gronden die ver buiten de be bouwde kom liggen en die voorloopig niet bebouwd zullen kunnen worden, omdat daar voor nog niet eens een uitbreidingsplan is vast gesteld. Daarom moet de gemeente voor zichtig zijn. Er zijn pessimistische verwach tingen over de resultaten van het Grondbe drijf. Kunnen B. en W. niet een accountant belasten met een onderzoek naar de resul taten van het grondbedrijf? Waarom moe ten wij wachten tot het volgend jaar? Dan is er een verplichte taxatie, maar die onze kerheid duurt dan nog te lang. Ais het waar is. dat er dan een tekort zal zijn van 8, 9 of 10 ton, dan zal dat veel in vloed hebben op onze gcmccntefinanciën, want wij moeten dat tekort dan in 5 jaar dekken, I'er jaar dus misschien 2 ton uit dc gewone inkomsten. Als dat zoo is wij ho pen van harte dat later zal blijken dat die verwachtingen te ongunstig zijn geweest dan zal het moeilijk zijn om te blijven vol staan met de 1 1/2 pet. eigen belasting. Er is in de commissie van Openbare Wer ken gezegd, dat het hier een weiland betreft mot een boerderij. Maar later is spreker ge bleken. dat de grond slecht en dat de boer derij bouwvallig is. De man die nu het land in huur heeft, ziet van verdere huur af. Dit zou dus een schadepost voor de gemeente worden. De commissie is niet volledig inge licht geworden. De grond die B. en W. nu willen koopen is veel te duur. Toen de eige naars het'hoorden dat de gemeente bereid was 2 gulden te be!alen. hebben zij gejuicht. Haarlem heeft bovendien dozen grond niet noodig. Er zijn «P dit oogenblik bij de gemeente 190 H.A. grond beschikbaar die on middellijk als bouwterrein uitgegeven kun nen worden. De heer Klein wees er op. dat de ge meente verleden week gronc" in Haarlem- Noord gekocht heeft voor 0.60 per M2. De woningbouwvereniging ,St. Bavo" kocht in dezelfde omgeving loor 0.75 grond die bouwrijp was. Hoe is de grond waarvoor nu f 2 betaald moet worden? Is die ook bouw rijp? Is or bovendien uitgekeken of de grond niet valt onder dc zoogenaamde Kringen- wet. De heer De Breuk vond ook dat deze grond die zoover buiten de bebouwde kom ligt, te duur is. De heer Joost en merkte op. dat de re deneeringen van de hecreu van Liemt en de (Zitting van Woensdagmiddag 8 Mei), Breuk niet juist zijn. 30 jaar geleden werd op dezelfde v/ijze gedebatteerd over aankoop van terreinen die nu de buitenwijken der stad uitmaken. De gemeente moet steeds zooveel mogelijk grond aankoopen, om de grondpolitiek in handen te hebben. De heer van Liemt zoo vervolgde de heer Joosten bracht nu ook de algemeene politiek van het grondbedrijf ter sprake. Nu wordt er ge alarmeerd, dat er een tekort zou zijn van 800.000. Maar feiten zijn niet genoemd. Laten de heeren daarmee nu eens voor den dag komen. Hoe komen zij in eens zoo ze nuwachtig? Jaar op jaar is door spreker be toogd, dat het gewenscht is, om de positie van het grondbedrijf wat veiliger te stellen, door geen overwinst op de rente te leggen. Maar toen waren de heeren, die nu zoo schreeuwen, daarvoor doof Het is een onjuist denkbeeld om nu aan een accountant te willen opdragen een rap port te geven over de financieele positie van het grondbedrijf. Alles komt aan op de vraag op hoeveel de deskundigen nu de gronden schatten die indertijd gekocht zijn. Een ac countant heeft daarvan evenwel geen ver stand. De heer Wolff verklaarde, dat het uit het verslag van het Grondbedrijf moeilijk aan te toonen is, dat er een groot tekojt is, maar als men de complexen eens na gaat, vergelijkt wat de grond indertijd gekost heeft en wat hij nu vermoedelijk waard is, dan is met zekerheid niet te zeggen, dat er groote stroppen zijn. Er is eigenaardig ge werkt met cijfers om tekorten zooveel moge lijk te bedekken. Er zijn gronden voor 1.70 per M2. gekocht in Haarlem-Noord, die voor j 2.50 in het grondbedrijf zijn ingebracht. De heer Reinalda: volkomen fantasie, gebrek aan kennis. Zoo komen dergelijke ge ruchten in de wereld.... De heer Wolff: ik houd vol, dat de boek waarde van bepaalde gronden meermalen opgevoerd is om tekorten op andere gronden weg te werken. Af te keuren achtte spreker het ook dat aan de Commissie van Open bare Werken onjuiste inlichtingen zijn ge geven. De heer Visser: Ik zou gaarne van den wethouder van financiën weten of hij zijn belasting-politiek veilig acht bij deze grond politiek. Een incident. Wethouder Mr. Gerritsz keurde het af, dat de heer Wolff de uitlating van den heer van Liemt, dat aan de commissie geen vol ledige inlichtingen zouden zijn gegeven, reeds dadelijk als een feit aanneemt. De heer van Liemt moet als voorzitter van de op één na grootste raadsfractie, voorzichtig zijn met zulke uitlatingen te doen en ook niet telkens zonder grond gissingen doen over een mogelijk tekort op het grondbedrijf. Waar blijft op zoo'n manier het prestige van zoo'n voorzitter De heer Van Liemt: mijnheer de voor zitter la,at u dat toe, ik vind zoo'n uitlating ongehoord Wethouder Gerritsz: Ik bedoel hier mede niets persoonlijks, maar wat ik ge zegd heb, houd ik vol. Het is onverantwoor delijk van een voorzitter van een groote raadsfractie om over eventueele groote te korten te spreken waarvan nog niets vast staat, omdat dit in het nadeel van de finan cieele positie der gemeente is. Er is over een eventueel tekort v,an het Grondbedrijf nog niets te zeggen. Dat kan pas na een nieuwe taxatie van den grond geconstateerd worden. Ik heb evenwel ge heel andere verwachtingen over de resul taten van het Grondbedrijf dan de heeren van Liemt en Wolff. De heer van Liemt: Ik verwacht met belangstelling het antwoord van den wet houder van financiën op de vraag van den heer Visser! De heer Gerritsz gaf een uiteenzetting van het gebeurde in de Commissie van O. W. Er zijn geen onjuiste inlichtingen gegeven die aantijging is absoluut onwaar. Er moet nu f 2 voor den grond betaald worden en nu zijn de heeren blijkbaar ontstemd, omdat gebleken is. dat eenige jaren geleden dezelfde gronden voor f 0.75 zijn verkocht. Maar de vraag is nu alleen: is die grond nu f 2 waard. Ik meen van wel! De grond is even boven de bestaande bebouwing aan de Maasstraat, dus niet zoo veel van de bewoonde streek af. Aan den heer Klein antwoordde de wet houder dat deze grond duurder betaald moet worden dan de grond die verleden week gekocht is, omdat hij niet onder de Kringen- wet valt. De wethouder van financiën Mr. Slin- genberg wilde ook iets zeggen over de positie van het grondbedrijf. Er is al meer malen verondersteld, dat er een tekort zal zijn, maar dat is nog door niets bewezen. Dit wil evenwel niet zeggen, dat spreker verzekeren kan, dat er geen tekort zal zijn! Maar het is onjuist om nu al te schermen met eventueele tekorten van 8 of meer ton. Misschien ligt de waarheid in het midden. (Gemompel: dus de wethouder van finan ciën verwacht een tekort van 4 ton op het grondbedrijf). Hoe groot het eventueele tekort zal zijn is pas vast te stellen als de taxateurs in 1930 hun werk verricht hebben. Bij den heer Wolff bestaai een misverstand er zijn geen gronden tegen een hooger be drag in het grondbedrijf gebracht dan waar voor ze gekocht zijn. De heer Wolff heeft een feit genoemd, namelijk dat gronden on der Schoten voor f 1.70 zijn gekocht, die tegen f 2.50 in het grondbedrijf zijn gebracht Maar vermoedelijk hebben er dan ophoogin gen plaats gehad. De heer Wolff: Neen, dat is niet zoo! De heer Slingenberg: Ik zal in elk geval de zaak nader onderzoeken. Wat de opmerking van den heer Joosten betreft, moest spreker antwoorden, dat het grondbedrijf, als het goed geëxploiteerd wordt een rente van 5 1/2 pet. moet kunnen dragen. Grondexploitanten moeten in dezen tijd" wel 9 pet. betalen. Iets anders is het evenwel of de grond van ons grondbedrijf spoedig genoeg wordt omgezet. De heer Van Liemt: dat is het juist! De her Slingenberg: B. en W. heb- de laatste maanden meermalen en zeer ernstig over de grondpolitiek gesproken. Op spoed bij den omzet van den grond zal zoo veel mogelijk worden gelet. Als wij dat doen, dan moeten wij een goed en gezond grond bedrijf krijgen. B. en W. zijn bereid om aan een accoun tant een onderzoek op te dragen over den boekhoudkundigen kant van het grondbe drijf. Maar daarbij wordt niets over het financieele resultaat bekend, want dat zal pas blijken bij de taxatie in 1930. De prijs van f 2 voor dezen grond is aan den hoogen kant, maar deze grond is aan f 2 waard dan de grond die verleden week voor f 0.60 is gekocht. Het is evenwel noodig, dat de grond zoo gauw mogelijk bouwrijp wordt gemaakt. (Geroep: „dat is het juist!" Verder: „het staat ook niet in het voorstel van B. en W. dat het de bedoeling is 10 jaar te wach ten met het in exploitatie brengen!) De Voorzitter: dat is een prachtig moment om het hierbij te laten! Algemeen werd dit goedgevonden. Het voorstel van B. en W- werd daarop aangenomen met 27 tegen 9 stemmen. De Precario-verordening werd aangehouden. De heer Van Liemt stelde voor om dit punt aan te houden om deze verordening eerst te kunnen zenden aan de rechtsge leerde commissie. Wethouder Slingenberg zei, dat B. en W. er geen bezwaar tegen hebben om deze zaak nog een zitting uit te stellen. Ook wil len B. en W. nog wel het advies der Rechts geleerde Commissie inwinnen, hoewel dit geen strafverordening is. Verder zei Mr. Slingenberg, dat het nood wetje inzake de Precario ingevolge het be kende arrest van den Hoogen Raad al door de Tweede Kamer is aangenomen. De Eerste Kamer zal ook met spoed werken, zoodat het noodwetje wellicht binnen 2 weken al tot wet verheven zal zijn. Dan is de eigenlijke aanleiding voor het voorstel van B. en W, tot wijziging van de Precario-verordening vervallen, zoodat de zaak dan nog eens nader bekeken kan worden. De heer Joosten vond geen aanleiding om de verordening in handen te stellen van de rechtsgeleerde commissie. Eerder is er aanleiding om advies van de financieele commissie in te winnen. (Geroep: dan van de beide commissies!) Mr. B ij v o e t betoogde, dat er bij de ver ordening verschillende rechtsquaesties aan de orde komen. Er is dus reden om de rechts geleerde commissie te hoorem De Voorzitter: Er bestaat eenig mis verstand. Wij hebben geen rechtsgeleerde commissie, maar een commissie voor straf verordeningen. De rechtskundigheid van onze commissie (ik zit er zelf in) laat evenwel wat te wenschen over. Tenslotte werd het voorstel tot aanhouding zonder stemming aangenomen. Het reglement voor de Schoonheidscommissie. De heer Visser maakte eenige opmer kingen over het door B. en W. ingediende reglement voor de Schoonheidscommissie. Hij vond het eigenaardig, dat in de toelichting van B. en W. over leeken gesproken wordt, waarmede dan bedoeld zijn niet-architecten. Die aanduiding is evenwel zeer eigenaardig. Voorts achtte hij het niet juist, dat raads leden uitgesloten worden van een benoeming tot lid der Schoonheidscommissie. Bovendien achtte hij het beier, dat de leden der com missie niet door B. en W. maar door den gemeenteraad worden benoemd. Een andere wenschelijkheid is om hooger beroep van een beslissing der Schoonheids commissie bij den raad open te stellen. Wethouder Gerritsz zei, dat de Schoon heidscommissie adviseert aan B. en W.. Als iemand het niet eens is met de beslissing van B. en W. is er beroep bij den raad mo gelijk. Juist daarom moeten er geen raads leden in de commissie zitten. Met „leeken' is alleen bedoeld niet-architecten, maar die qualificatie staat niet in de verordening, maar alleen in de toelichting. Een voorstel van den heer Visser om het ook mogelijk te maken dat raadsleden in de Schoonheidscommissie worden be noemd werd niet ondersteund. Wel waren er heeren die zijn aipendement steunden om de commissie te laten benoemen door den raad en niet door B. en W. Wethouder Mr. Gerritsz pleitte daarop voor een benoeming door B. en W. De raad heeft toch altijd het interpellatie-recht als controle op B. en W. Het geldt hier een proef en nu is het heter om eventueele be schouwingen over personen die in de com missie zullen zitting hebben, niet in den raad te houden. De heer Visser handhaafde zijn amen dement. De raad verwierp het evenwel met 29 tegen 7 stemmen. De heer Castricum meende dat een presentiegeld van f 6 voor leden der commis sie niet noodig is. Er zullen wel Haarlemmers zijn die dit werk in het belang der gemeen te willen doen zonder betaling. Wethouder Gerritsz was overtuigd, dat er dan ook wel goede leden te vinden zijn, maar de f 6 zijn bedoeld als een vergoeding 'voor de kosten die de leden moeten maken, niet als een betaling voor hun werk. Het amendement Castricum om geen presentiegeld te geven werd verworpen met 31 tegen 7 stemmen. Een benoeming. Tot leeraar in de Fransche taal en letter kunde aan het Gem. Lyceum werd met al gemeene stemmen benoemd Drs. S. Elte te Hilversum. INTERPELLATIES. De autobussen. De heer K e e s e n wees er op, dat hij in dertijd vragen gesteld heeft over de stads autobussen. Er is nu een rapport der Tram commissie voor de raadsleden ter inzage ge legd, waarin betoogd wordt, dat voorloopig de autobuslijnen nog niet definitief vastge steld moeten woraen. Maar, zoo zei spreker, wij moeten de zaak nog eens in den raad be handelen. Vele bewoners der buitenwijken hebben er belang bij. Bovendien moeten wij er voor waken, dat de stadsautobussen ge combineerd worden met de interlocale auto buslijnen, want dan is er kans, dat wij onze zeggingschap verliezen evenals bij de tram. De heer Koppen zei, dat lijn I verlegd is moeten worden in verband met den burg gen bouw. Maar er moet op gelet worden dat de buitenwijken niet uitgeschakeld worden van het autobusverkeer Het geldt hier een groot gemeentebelang. Wethouder Mr. Gerritsz zei, dat het niet de bedoeling is om met de definitieve 1 vaststelling der autobuslijnen te wachten tot de lijnen rendabel zijn. Dan zou men mis schien nog heel lang moeten wachten! Bin nenkort zullen B. en W. met een definitief voorstel tot den raad komen. Dit moet even wel wachten tot de Schoterweg en de Cronjéstraat weer bereden kunnen worden. B. en W. zullen er wel voor waken dat de gemeente zeggingschap houdt over autobus lijnen. Het is met de autobuslijnen iets an ders als met de tram. B. en W. zullen de bui tenwijken zooveel mogelijk in het autobus- verkeer betrekken. De heer Castricum drong nog eens op spoed aan. Over een speelveldje. Op vragen van den heer Van Kessel, deelde Mr. Gerritsz mede, dat het speelveldje bij het tuindorp bij Overveen (geen of ficieel speelveld) niet aan de jeugd ontno men zal worden voor een ander terrein be schikbaar is. De heer Peper had, zooals onze lezers reeds weten, het verzoek gedaan om vragen te mogen stellen tot B. en W.over de uitzet ting van een gezin uit de woning Burgwal 83 E en de ter zake door B. en W. getroffen maatregelen (de vrouwen in het Kippen hok) en tot den Burgemeester als hoofd der politie betreffende het optreden van de po litie op Zondag 5 Mei tegen een troepje zin gende jongelieden in de Amsterdamsche buurt. Wat de eerste vraag, dus de mouwen in het kippenhok, betreft, verwees Mr. Gerritsz naar zijn uiteenzetting van het gebeurde in de pers. Het was geheel de wil der betrokken vrou wen dat zij zoo lang in het kippenhok zijn gebleven. B. en W. wisten niet dat de huis boedel op den Burgwal op straat stond. Da delijk toen de heer Peper spreker met het gebeurde in kennis gesteld heeft, is ge tracht maatregelen te nemen. De heer Peper: er zijn zooveel ambte naren in dienst der gemeente, dat B. en W. tijdig hadden moeten, ^veten wat er voorge vallen was. B. en W. hadden de vrouwen desnoods tegen hun wil uit het kippenhok moeten halen. De vrouwen zaten daar, ter wijl er een vuurtje in een open teil gestookt werd, waardoor er natuurlijk brandgevaar bestond. Het gold hier een vrouw van 71 jaar en een niet normale dochter De heer Oversteegen: Had de Gem. Geneeskundige dienst in deze niet kunnen ingrijpen om de menschen die gedegene reerd zijn te beschermen tegen zich zelf? Mr. Gerritsz wilde niet nog eens een uiteenzetting van het gebeurde geven. Dan zou het moeilijk zijn om dezelfde sobere woorden te gebruiken als tegenover de pers. Wat de tweede vraag de verstoorde optocht aangaat, vroeg de Voorzitter aan den raad of die prijs stelde op een antwoord op de vragen van den heer Peper. Vele heeren geven bevestigend antwoord. De Voorzitter gaf daarop een opsom ming van het Zondag gebeurde De politie is opgetreden omdat bij dezen optocht zonder toestemming van den burgemeester doeken zijn ontrold. Er is ook een politie-agent die dit beletten wilde, omver geloopen. Tenslotte zijn de doeken eerst wel opgeborgen, maar later is er toch weer een doek ontrold. Dit heeft aanleiding gegeven tot het opnieuw in grijpen van de politie. De deelnemers aan den optocht hadden dit natuurlijk aan zich zelf te wijten. De heer Peper zei dat er In de pers van het gebeurde verschillende van elkaar afwij kende mededeelingen zijn gedaan. De Com missaris heeft de lezing van het politierap port volgehouden, maar welke lezing was nu precies juist? Spreker heeft reden om te zeggen, dat de politie en nu ook de burge meester het gebeurde niet juist heeft voorge steld. Er was geen reden voor de politie om op te treden zooals zij nu gedaan heeft. De politie is zoo fel geweest, dat een persoon, die kalm uit de R. K. kerk kwam en bij het rel letje bleef kijken, zoo door een agent werd aangevallen, dat hij gepoogd heeft aan dien agent zijn sabel te ontrukken. Het tragische is bovendien, dat iemand door de politie aan gehouden is die vroeger al eens voorwaarde lijk veroordeeld is. Het gevolg zal nu wellicht zijn, dat hij onaangenaamheden krijgt met de justitie. Deze jeugdgroep deed niets anders dan wat andere jeugdgroepen elke week doen. Er is niets onbehoorlijks gedaan. De schuld van het conflict ligt geheel bij de politie die ontactisch opgetreden is. Tenslotte diende de heer Peper twee mo ties in: Moties. lë. De raad der gemeente Haarlem, gehoord de besprekingen, van meening, dat het ontacti sche optreden der politie tegenover een aantal te zamen wandelende jongelieden op Zondag 5 Mei 1929 aan de Hofdijk- straat, de oorzaak was van de daarop „gevolgde onaangenaamheden, spreekt zijn ontstemming uit over dit op treden. 2e. De raad der gemeente Haarlem, van oordeel, dat de door de politie te treffen orde-maatregelen voor alle groe pen der bevolking gelijk moeten gelden, dat gezamenlijke wandelingen van een aard als sinds geruimen tijd in de ge meente toegelaten worden, ook voortaan zonder verhindering zullen kunnen moeten plaats vinden, gaat over tot de orde van den dag. De eerste motie werd alleen ondersteund door den heer Oversteegen. Dit was dus on voldoende. De tweede motie werd algemeen ondersteund De Voorzitter verklaarde nog eens, dat er doeken in den optocht meegevoerd zijn. Dat is verboden. Van andere organisa ties wordt het ook niet geduld. De heer Castricum zei, dat al waren het hier jongelui van 18 jaar en jonger, de kinderen toch niet zoo onschuldig bleken als door den heer Peper nu wordt voorgesteld. Er was een „kind" dat aan een agent zei: ,hier ben ik, steek mij maar". De heer Reinalda zei, dat het juist is, dat geen optochten met ontplooide banieren gehouden mogen worden, zonder verlof van den burgemeester. Maar de agenten moeten zich niet zoo gauw zenuwachtig maken. Er komen nu verkiezingsdagen, dan moet ook wat tactisch opgetreden worden. Niet al les moet als „een optocht" aangezien wor den De Voorzitter: Wat is de grens? Bo vendien gold het hier een optocht van 120 personen. De heer Oversteegen: Wat is er tegen zulke optochten met banieren. Wij zijn nog ver van de revolutie af De heer Peper gaf toe, dat in het alge meen de politie te Haarlem bezadigd op treedt. Maar dat was geen reden om er nu van af te wijken. De Voorzitter: Ik sluit de discussie. Geroep: En de tweede motie. De Voorzitter^ Volgens mij is dio met algemeene stemmen aangenomen, nie mand heeft zich daartegen verklaard. De Precariorechten en „Koninginnedag" Wethouder Mr. Slingenberg deelde mede, in antwoord op de vragen van den heer Reinalda in de vorige vergadering gedaan, dat door B. en W. geen precario rechten zijn geheven van de staanplaatsen voor kermisvermakelijkheden op Julianadag. De terreinen waren gratis beschikbaar ge steld aan de vereeniging „Koninginnedag". De pachter heeft er geen winsten op ge maakt, hij heeft alleen zelf een draaimolen kosteloos kunnen plaatsen, wat neerkomt op een winst van f 100. De heer Reinalda achtte het onjuist, dat door B. en W. aan de vereeniging „Ko ninginnedag" vrijstelling was gegeven van belasting in den vorm van Precario. Alleen de gemeenteraad heeft de bevoegd heid om zoo iets te doen. Hoe motiveeren B. en W. die handelwijze? Mr. Slingenberg erkende, dat de heer Reinalda theoretisch gelijk heeft. Maar zoo theoretisch mogen wij de zaak niet bekijken Wij hebben hier immers een semi-publiek- rechterlïjke instelling. (Geroep: wat nu?) Het gemeentebestuur heeft den plicht den verjaardag van de leden van het Vorsten huis te vieren. De taak is gedeeltelijk over gedragen aan de vereeniging „Koninginne dag". De ontvangen f 1600 zijn door de ver eeniging besteed om 'n kinderfeest te vieren. Er is wel wat voor te zeggen voor de rede neering, dat de raad in de zaak gekend moet worden. Het is nu precies gegaan als in 1928. Toen zat de heer Reinalda in het college van B. en W. Hij heeft toen niet geprotesteerd. De heer Reinalda: Er is toen nooit zoo'n besluit genomen. Ik weet er althans niet van De heer Slingenberg: Het is wel zoo! De heer Groenendaal: De raad mocht het niet weten. Mr. Slingenb e r g: Daartegen protes teer ik! De raad mag alles weten! Ik pro testeer er ook tegen, dat er zooveel critiek geoefend wordt op de vereeniging „Ko ninginnedag". Wij moeten de vereeniging dankbaar zijn, dat zij de feesten organi seert. Ik breng de vereeniging daarvoor hulde, (applaus). De heer Reinalda stelde «vast dat door hem geen critiek geoefend is op de vereeni ging „Koninginnedag". De afstraffing die de wethouder ons wou toedienen slikken wij niet, die was niet aan ons adres verdiend. Er moet tegen geprotesteerd worden dat deze vereeniging wordt voorgesteld als een semi- publiekrechterlijke instelling. Elk jaar wordt een subsidie aan de ver eeniging gegeven. Is dit niet voldoende, dan moet meer gevraagd worden. Maar het is onjuist, dat de gemeente haar precario rechten op gemeentegronden afstaat. Komt Koninginnedag die f 1600 te kort, dan had men die aan den raad moeten vragen. Wethouder Mr. Gerritsz stelde vast, dat hij de meening van mr, Slingenberg niet deelt dat „Koninginnedag" een semi-pu- bliekrechterlijke instelling is. De heer Klein vond het vreemd dat het den heer Reinalda als wethouder inder tijd ontgaan is, dat de vereeniging „Ko ninginnedag" gronden kreeg zonder preca- rio-rechten. De socialistische vereenigingen hebben ook wel terreinen van de gemeente in gebruik gekregen voor feesten. Zijn toen precariorechten betaald? (Geroep: Dat waren geen openbare ge meentegronden De heèr Peper vroeg hoe het kan zijn, dat B. en W. de gronden gratis ter beschik king hebben gesteld van „Koninginnedag", terwijl de heer Slingenberg het de vorige week niet wist. De heer Castricum meende, dat het juister geweest was, als B. en W. een voor stel aan den raad gedaan hadden om de vereeniging „Koninginnedag" vrij te stellen van precariorecht. Bovendien is er nu bijna een volledige kermis gekomen en dat is ab soluut ongewenscht. Wethouder mr. Slingenberg zei ten slotte namens B. en W. dat zij in het ver volg zulke vrijstellingen in den raad zullen brengen. De raad heeft daarop recht, maar er is dit keer gehandeld op het voetspoor van vorige keeren. Daarmede eindigde het debat. Tenslotte zij nog gemeld, dat alle raadsle den aanwezig waren. De heer Heidstra die bij de opening der vergadering afwezig was, kwam om half drie. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL HTURDERSVEREENIGING „DE HAARLEMSCHE WONING STICHTNIG". Door de Buurders-Vereeniging „De Haar- lemsche Woningstichting" werd Maandag avond de 6e jaarvergadering gehouden. Ver schillende ingekomen klachten en grieven der bewoners van de woningen der stichting werden behandeld. Het bestuur zeide toe deze zoo spoedig mogelijk bij het bestuur der stichting aanhangig te zullen maken en uit naam der bewoners aan te dringen op de noodige verbetering. Verder werd in het bestuur eenige ver andering gebracht. Het is nu als volgt samen gesteld: De heer Zegerius, voorzitter. Eireira 2de voorzitter, Rijbroek 1ste penningmeester, van Es 2de penningmeester, mevr. Boerigter secretaresse en verder de heeren Veen, Hoft en Martens,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10