Uit Haarlem s Gemeenteraad
HAARLEM'S DAr,"T,AD
VRIJDAG 10 MEI 1929
Zooals reeds in ons vorig nummer is ge
meld, zijn in de raadsvergadering van
Woensdagmiddag een groot deel der voorstel
len met hamerslag afgehandeld.
Toch is over het overige van de agenda
hoewel die slechtsxlö punten telde! tot
bijna 6 uur vergaderd. Maar dat kwam om
dat er weer meer dan 1 1/2 uur aan de rond-
yraag besteed werd.
Hoeveel gebrekkigen zijn er
te Haarlem?
Het eerste punt waarover gediscussieerd
werd was het voorstel van B. en W. om aan
de Verbandscommissie een crediet van 500
te vcrleenen om een onderzoek in te stellen
naar het aantal gebrekkigen in deze ge
meente en naar de wijze waarop de zorg voor
deze kan worden geregeld.
De heer Castricum vroeg nadere toe
lichtingen.
Wethouder Roodenburg antwoordde,
dat deze Verbandscommissie die het alge
meen vertrouwen heeft, een onderzoek wil
Instellen. Aan den raad zullen dan mededee-
lingen worden gedaan, maar de raad is tot
niets gebonden.
De heer Wolzak vroeg of dan ook mede
gedeeld kan worden wat door particulieren
in deze gedaan zal worden.
De heer Roodenburg: er is dcor par
ticulieren voor dit doel (de zorg voor licha
melijk gebrekkigen) al f 13000 bijeen ge
bracht. Bovendien wordt nog steeds getracht
dit kapitaal te vergrooten.
Na deze toelichting verleende de raad het
crcdiet.
Betere huisvesting der
Lichamelijke Opvoeding.
De heer Peper besprak het voorstel van
B. en.W. om een crediet van 8050 beschik
baar to stellen voor het aanbrengen van
verbeteringen in het gebouw voor den dienst
der lichamelijke opvoeding (Kleine Hout
weg). Hij vroeg namelijk eenige duizenden
guldens meer voor dit doel beschikbaar te
stellen, opdat dan de woning van den con
cierge (die nu bij het aanhangige plan op
gegeven is) behouden zal kunnen blijven.
Wethouder Mr. Gerritsz beloofde, dat
dit denkbeeld nader door B. en W. zal wor
den overwogen.
Geen rooilijn-slachtoffers,
maar ook geen speculanten!
De heer Castricum was niet tegen het
Voorstel van B. en W. om (op voorwaarde dat
door Ged. Staten het raadsbesluit tot vast
stelling van een nieuwe rooilijn van de Ko
ningstraat wordt goedgekeurd) voor 1600
24 M2. grond te koopen die voor een huis in
de Koningstraat buiten de rooilijn ligt. Het
Is evenwel de-eerste keer, dat B. en W. een
voorstel doen om - grond - buiten een rooilijn
gelegen aan te koopen. Vroeger moest zullce
grond zonder eenige vergoeding door de be
langhebbenden aan de gemeente afgestaan
.worden.
Maar het is noodig, dat B. en W. verkla
ren, dat zij bij latere aankoopen zullen let
ten op eventueele prijsstijgingen van huizen
die gedeeltelijk buiten de rooilijn vallen.
Anders wordt er gespeculeerd in het finan
cieel nadeel der gemeente.
Wethouder Mr. Gerritsz verzekerde,
dat B. en W. daarop zeker het oog gevestigd
zullen houden. i
Een groot tekort op het
grondbedrijf?
Langdurig werd gesproken over het voor
stel van B. en W. om 146.620 M2. grond tus-
schcn den Vergierdeweg en den Rijksstraat
weg (Haarlem-Noord) aan te koopen.
De heer Van L i e m t meende dat het in
bet belang van de gemeente is als de raad
eerst eens precies weet hoe het staat met de
resultaten van het Grondbedrijf.
In het algemeen is spreker er nietop te
gen om het grondbezit van de gemeente uit
te breiden, maar dan moeten het gronden
zijn, die de gemeente noodig heeft. Maar
hier zijn het gronden die ver buiten de be
bouwde kom liggen en die voorloopig niet
bebouwd zullen kunnen worden, omdat daar
voor nog niet eens een uitbreidingsplan is
vast gesteld. Daarom moet de gemeente voor
zichtig zijn. Er zijn pessimistische verwach
tingen over de resultaten van het Grondbe
drijf. Kunnen B. en W. niet een accountant
belasten met een onderzoek naar de resul
taten van het grondbedrijf? Waarom moe
ten wij wachten tot het volgend jaar? Dan
is er een verplichte taxatie, maar die onze
kerheid duurt dan nog te lang.
Ais het waar is. dat er dan een tekort zal
zijn van 8, 9 of 10 ton, dan zal dat veel in
vloed hebben op onze gcmccntefinanciën,
want wij moeten dat tekort dan in 5 jaar
dekken, I'er jaar dus misschien 2 ton uit dc
gewone inkomsten. Als dat zoo is wij ho
pen van harte dat later zal blijken dat die
verwachtingen te ongunstig zijn geweest
dan zal het moeilijk zijn om te blijven vol
staan met de 1 1/2 pet. eigen belasting.
Er is in de commissie van Openbare Wer
ken gezegd, dat het hier een weiland betreft
mot een boerderij. Maar later is spreker ge
bleken. dat de grond slecht en dat de boer
derij bouwvallig is. De man die nu het land
in huur heeft, ziet van verdere huur af. Dit
zou dus een schadepost voor de gemeente
worden. De commissie is niet volledig inge
licht geworden. De grond die B. en W. nu
willen koopen is veel te duur. Toen de eige
naars het'hoorden dat de gemeente bereid
was 2 gulden te be!alen. hebben zij gejuicht.
Haarlem heeft bovendien dozen grond
niet noodig. Er zijn «P dit oogenblik bij de
gemeente 190 H.A. grond beschikbaar die on
middellijk als bouwterrein uitgegeven kun
nen worden.
De heer Klein wees er op. dat de ge
meente verleden week gronc" in Haarlem-
Noord gekocht heeft voor 0.60 per M2. De
woningbouwvereniging ,St. Bavo" kocht in
dezelfde omgeving loor 0.75 grond die
bouwrijp was. Hoe is de grond waarvoor nu
f 2 betaald moet worden? Is die ook bouw
rijp? Is or bovendien uitgekeken of de grond
niet valt onder dc zoogenaamde Kringen-
wet.
De heer De Breuk vond ook dat deze
grond die zoover buiten de bebouwde kom
ligt, te duur is.
De heer Joost en merkte op. dat de re
deneeringen van de hecreu van Liemt en de
(Zitting van Woensdagmiddag 8 Mei),
Breuk niet juist zijn. 30 jaar geleden werd
op dezelfde v/ijze gedebatteerd over aankoop
van terreinen die nu de buitenwijken der
stad uitmaken. De gemeente moet steeds
zooveel mogelijk grond aankoopen, om de
grondpolitiek in handen te hebben. De heer
van Liemt zoo vervolgde de heer Joosten
bracht nu ook de algemeene politiek van
het grondbedrijf ter sprake. Nu wordt er ge
alarmeerd, dat er een tekort zou zijn van
800.000. Maar feiten zijn niet genoemd.
Laten de heeren daarmee nu eens voor den
dag komen. Hoe komen zij in eens zoo ze
nuwachtig? Jaar op jaar is door spreker be
toogd, dat het gewenscht is, om de positie
van het grondbedrijf wat veiliger te stellen,
door geen overwinst op de rente te leggen.
Maar toen waren de heeren, die nu zoo
schreeuwen, daarvoor doof
Het is een onjuist denkbeeld om nu aan
een accountant te willen opdragen een rap
port te geven over de financieele positie van
het grondbedrijf. Alles komt aan op de vraag
op hoeveel de deskundigen nu de gronden
schatten die indertijd gekocht zijn. Een ac
countant heeft daarvan evenwel geen ver
stand.
De heer Wolff verklaarde, dat het uit
het verslag van het Grondbedrijf moeilijk
aan te toonen is, dat er een groot tekojt is,
maar als men de complexen eens na gaat,
vergelijkt wat de grond indertijd gekost
heeft en wat hij nu vermoedelijk waard is,
dan is met zekerheid niet te zeggen, dat er
groote stroppen zijn. Er is eigenaardig ge
werkt met cijfers om tekorten zooveel moge
lijk te bedekken. Er zijn gronden voor 1.70
per M2. gekocht in Haarlem-Noord, die voor
j 2.50 in het grondbedrijf zijn ingebracht.
De heer Reinalda: volkomen fantasie,
gebrek aan kennis. Zoo komen dergelijke ge
ruchten in de wereld....
De heer Wolff: ik houd vol, dat de boek
waarde van bepaalde gronden meermalen
opgevoerd is om tekorten op andere gronden
weg te werken. Af te keuren achtte spreker
het ook dat aan de Commissie van Open
bare Werken onjuiste inlichtingen zijn ge
geven.
De heer Visser: Ik zou gaarne van den
wethouder van financiën weten of hij zijn
belasting-politiek veilig acht bij deze grond
politiek.
Een incident.
Wethouder Mr. Gerritsz keurde het af,
dat de heer Wolff de uitlating van den heer
van Liemt, dat aan de commissie geen vol
ledige inlichtingen zouden zijn gegeven,
reeds dadelijk als een feit aanneemt. De
heer van Liemt moet als voorzitter van de
op één na grootste raadsfractie, voorzichtig
zijn met zulke uitlatingen te doen en ook
niet telkens zonder grond gissingen doen
over een mogelijk tekort op het grondbedrijf.
Waar blijft op zoo'n manier het prestige van
zoo'n voorzitter
De heer Van Liemt: mijnheer de voor
zitter la,at u dat toe, ik vind zoo'n uitlating
ongehoord
Wethouder Gerritsz: Ik bedoel hier
mede niets persoonlijks, maar wat ik ge
zegd heb, houd ik vol. Het is onverantwoor
delijk van een voorzitter van een groote
raadsfractie om over eventueele groote te
korten te spreken waarvan nog niets vast
staat, omdat dit in het nadeel van de finan
cieele positie der gemeente is.
Er is over een eventueel tekort v,an het
Grondbedrijf nog niets te zeggen. Dat kan
pas na een nieuwe taxatie van den grond
geconstateerd worden. Ik heb evenwel ge
heel andere verwachtingen over de resul
taten van het Grondbedrijf dan de heeren
van Liemt en Wolff.
De heer van Liemt: Ik verwacht met
belangstelling het antwoord van den wet
houder van financiën op de vraag van den
heer Visser!
De heer Gerritsz gaf een uiteenzetting
van het gebeurde in de Commissie van O. W.
Er zijn geen onjuiste inlichtingen gegeven
die aantijging is absoluut onwaar. Er moet
nu f 2 voor den grond betaald worden en
nu zijn de heeren blijkbaar ontstemd, omdat
gebleken is. dat eenige jaren geleden dezelfde
gronden voor f 0.75 zijn verkocht. Maar de
vraag is nu alleen: is die grond nu f 2 waard.
Ik meen van wel! De grond is even boven
de bestaande bebouwing aan de Maasstraat,
dus niet zoo veel van de bewoonde streek
af.
Aan den heer Klein antwoordde de wet
houder dat deze grond duurder betaald moet
worden dan de grond die verleden week
gekocht is, omdat hij niet onder de Kringen-
wet valt.
De wethouder van financiën Mr. Slin-
genberg wilde ook iets zeggen over de
positie van het grondbedrijf. Er is al meer
malen verondersteld, dat er een tekort zal
zijn, maar dat is nog door niets bewezen.
Dit wil evenwel niet zeggen, dat spreker
verzekeren kan, dat er geen tekort zal zijn!
Maar het is onjuist om nu al te schermen
met eventueele tekorten van 8 of meer ton.
Misschien ligt de waarheid in het midden.
(Gemompel: dus de wethouder van finan
ciën verwacht een tekort van 4 ton op het
grondbedrijf).
Hoe groot het eventueele tekort zal zijn
is pas vast te stellen als de taxateurs in 1930
hun werk verricht hebben.
Bij den heer Wolff bestaai een misverstand
er zijn geen gronden tegen een hooger be
drag in het grondbedrijf gebracht dan waar
voor ze gekocht zijn. De heer Wolff heeft
een feit genoemd, namelijk dat gronden on
der Schoten voor f 1.70 zijn gekocht, die
tegen f 2.50 in het grondbedrijf zijn gebracht
Maar vermoedelijk hebben er dan ophoogin
gen plaats gehad.
De heer Wolff: Neen, dat is niet zoo!
De heer Slingenberg: Ik zal in elk
geval de zaak nader onderzoeken.
Wat de opmerking van den heer Joosten
betreft, moest spreker antwoorden, dat het
grondbedrijf, als het goed geëxploiteerd
wordt een rente van 5 1/2 pet. moet kunnen
dragen. Grondexploitanten moeten in dezen
tijd" wel 9 pet. betalen. Iets anders is het
evenwel of de grond van ons grondbedrijf
spoedig genoeg wordt omgezet.
De heer Van Liemt: dat is het juist!
De her Slingenberg: B. en W. heb-
de laatste maanden meermalen en zeer
ernstig over de grondpolitiek gesproken. Op
spoed bij den omzet van den grond zal zoo
veel mogelijk worden gelet. Als wij dat doen,
dan moeten wij een goed en gezond grond
bedrijf krijgen.
B. en W. zijn bereid om aan een accoun
tant een onderzoek op te dragen over den
boekhoudkundigen kant van het grondbe
drijf. Maar daarbij wordt niets over het
financieele resultaat bekend, want dat zal
pas blijken bij de taxatie in 1930.
De prijs van f 2 voor dezen grond is aan
den hoogen kant, maar deze grond is aan
f 2 waard dan de grond die verleden week
voor f 0.60 is gekocht. Het is evenwel noodig,
dat de grond zoo gauw mogelijk bouwrijp
wordt gemaakt.
(Geroep: „dat is het juist!" Verder: „het
staat ook niet in het voorstel van B. en W.
dat het de bedoeling is 10 jaar te wach
ten met het in exploitatie brengen!)
De Voorzitter: dat is een prachtig
moment om het hierbij te laten!
Algemeen werd dit goedgevonden.
Het voorstel van B. en W- werd daarop
aangenomen met 27 tegen 9 stemmen.
De Precario-verordening werd
aangehouden.
De heer Van Liemt stelde voor om dit
punt aan te houden om deze verordening
eerst te kunnen zenden aan de rechtsge
leerde commissie.
Wethouder Slingenberg zei, dat B. en
W. er geen bezwaar tegen hebben om deze
zaak nog een zitting uit te stellen. Ook wil
len B. en W. nog wel het advies der Rechts
geleerde Commissie inwinnen, hoewel dit
geen strafverordening is.
Verder zei Mr. Slingenberg, dat het nood
wetje inzake de Precario ingevolge het be
kende arrest van den Hoogen Raad al door
de Tweede Kamer is aangenomen. De Eerste
Kamer zal ook met spoed werken, zoodat het
noodwetje wellicht binnen 2 weken al tot
wet verheven zal zijn. Dan is de eigenlijke
aanleiding voor het voorstel van B. en W,
tot wijziging van de Precario-verordening
vervallen, zoodat de zaak dan nog eens nader
bekeken kan worden.
De heer Joosten vond geen aanleiding
om de verordening in handen te stellen
van de rechtsgeleerde commissie. Eerder is
er aanleiding om advies van de financieele
commissie in te winnen.
(Geroep: dan van de beide commissies!)
Mr. B ij v o e t betoogde, dat er bij de ver
ordening verschillende rechtsquaesties aan
de orde komen. Er is dus reden om de rechts
geleerde commissie te hoorem
De Voorzitter: Er bestaat eenig mis
verstand. Wij hebben geen rechtsgeleerde
commissie, maar een commissie voor straf
verordeningen. De rechtskundigheid van onze
commissie (ik zit er zelf in) laat evenwel
wat te wenschen over.
Tenslotte werd het voorstel tot aanhouding
zonder stemming aangenomen.
Het reglement voor de
Schoonheidscommissie.
De heer Visser maakte eenige opmer
kingen over het door B. en W. ingediende
reglement voor de Schoonheidscommissie. Hij
vond het eigenaardig, dat in de toelichting
van B. en W. over leeken gesproken wordt,
waarmede dan bedoeld zijn niet-architecten.
Die aanduiding is evenwel zeer eigenaardig.
Voorts achtte hij het niet juist, dat raads
leden uitgesloten worden van een benoeming
tot lid der Schoonheidscommissie. Bovendien
achtte hij het beier, dat de leden der com
missie niet door B. en W. maar door den
gemeenteraad worden benoemd.
Een andere wenschelijkheid is om hooger
beroep van een beslissing der Schoonheids
commissie bij den raad open te stellen.
Wethouder Gerritsz zei, dat de Schoon
heidscommissie adviseert aan B. en W.. Als
iemand het niet eens is met de beslissing
van B. en W. is er beroep bij den raad mo
gelijk. Juist daarom moeten er geen raads
leden in de commissie zitten. Met „leeken'
is alleen bedoeld niet-architecten, maar die
qualificatie staat niet in de verordening,
maar alleen in de toelichting.
Een voorstel van den heer Visser om
het ook mogelijk te maken dat raadsleden
in de Schoonheidscommissie worden be
noemd werd niet ondersteund. Wel waren
er heeren die zijn aipendement steunden om
de commissie te laten benoemen door den
raad en niet door B. en W.
Wethouder Mr. Gerritsz pleitte daarop
voor een benoeming door B. en W. De raad
heeft toch altijd het interpellatie-recht als
controle op B. en W. Het geldt hier een
proef en nu is het heter om eventueele be
schouwingen over personen die in de com
missie zullen zitting hebben, niet in den
raad te houden.
De heer Visser handhaafde zijn amen
dement.
De raad verwierp het evenwel met 29 tegen
7 stemmen.
De heer Castricum meende dat een
presentiegeld van f 6 voor leden der commis
sie niet noodig is. Er zullen wel Haarlemmers
zijn die dit werk in het belang der gemeen
te willen doen zonder betaling.
Wethouder Gerritsz was overtuigd, dat
er dan ook wel goede leden te vinden zijn,
maar de f 6 zijn bedoeld als een vergoeding
'voor de kosten die de leden moeten maken,
niet als een betaling voor hun werk.
Het amendement Castricum om geen
presentiegeld te geven werd verworpen met
31 tegen 7 stemmen.
Een benoeming.
Tot leeraar in de Fransche taal en letter
kunde aan het Gem. Lyceum werd met al
gemeene stemmen benoemd Drs. S. Elte te
Hilversum.
INTERPELLATIES.
De autobussen.
De heer K e e s e n wees er op, dat hij in
dertijd vragen gesteld heeft over de stads
autobussen. Er is nu een rapport der Tram
commissie voor de raadsleden ter inzage ge
legd, waarin betoogd wordt, dat voorloopig
de autobuslijnen nog niet definitief vastge
steld moeten woraen. Maar, zoo zei spreker,
wij moeten de zaak nog eens in den raad be
handelen. Vele bewoners der buitenwijken
hebben er belang bij. Bovendien moeten wij
er voor waken, dat de stadsautobussen ge
combineerd worden met de interlocale auto
buslijnen, want dan is er kans, dat wij onze
zeggingschap verliezen evenals bij de tram.
De heer Koppen zei, dat lijn I verlegd
is moeten worden in verband met den burg
gen bouw. Maar er moet op gelet worden dat de
buitenwijken niet uitgeschakeld worden van
het autobusverkeer Het geldt hier een groot
gemeentebelang.
Wethouder Mr. Gerritsz zei, dat het
niet de bedoeling is om met de definitieve
1 vaststelling der autobuslijnen te wachten tot
de lijnen rendabel zijn. Dan zou men mis
schien nog heel lang moeten wachten! Bin
nenkort zullen B. en W. met een definitief
voorstel tot den raad komen. Dit moet even
wel wachten tot de Schoterweg en de
Cronjéstraat weer bereden kunnen worden.
B. en W. zullen er wel voor waken dat de
gemeente zeggingschap houdt over autobus
lijnen. Het is met de autobuslijnen iets an
ders als met de tram. B. en W. zullen de bui
tenwijken zooveel mogelijk in het autobus-
verkeer betrekken.
De heer Castricum drong nog eens
op spoed aan.
Over een speelveldje.
Op vragen van den heer Van Kessel, deelde
Mr. Gerritsz mede, dat het speelveldje
bij het tuindorp bij Overveen (geen of
ficieel speelveld) niet aan de jeugd ontno
men zal worden voor een ander terrein be
schikbaar is.
De heer Peper had, zooals onze lezers
reeds weten, het verzoek gedaan om vragen
te mogen stellen tot B. en W.over de uitzet
ting van een gezin uit de woning Burgwal
83 E en de ter zake door B. en W. getroffen
maatregelen (de vrouwen in het Kippen
hok) en tot den Burgemeester als hoofd der
politie betreffende het optreden van de po
litie op Zondag 5 Mei tegen een troepje zin
gende jongelieden in de Amsterdamsche
buurt.
Wat de eerste vraag, dus
de mouwen in het kippenhok,
betreft, verwees Mr. Gerritsz naar zijn
uiteenzetting van het gebeurde in de pers.
Het was geheel de wil der betrokken vrou
wen dat zij zoo lang in het kippenhok zijn
gebleven. B. en W. wisten niet dat de huis
boedel op den Burgwal op straat stond. Da
delijk toen de heer Peper spreker met het
gebeurde in kennis gesteld heeft, is ge
tracht maatregelen te nemen.
De heer Peper: er zijn zooveel ambte
naren in dienst der gemeente, dat B. en W.
tijdig hadden moeten, ^veten wat er voorge
vallen was. B. en W. hadden de vrouwen
desnoods tegen hun wil uit het kippenhok
moeten halen. De vrouwen zaten daar, ter
wijl er een vuurtje in een open teil gestookt
werd, waardoor er natuurlijk brandgevaar
bestond. Het gold hier een vrouw van 71 jaar
en een niet normale dochter
De heer Oversteegen: Had de Gem.
Geneeskundige dienst in deze niet kunnen
ingrijpen om de menschen die gedegene
reerd zijn te beschermen tegen zich zelf?
Mr. Gerritsz wilde niet nog eens een
uiteenzetting van het gebeurde geven. Dan
zou het moeilijk zijn om dezelfde sobere
woorden te gebruiken als tegenover de pers.
Wat de tweede vraag
de verstoorde optocht
aangaat, vroeg de Voorzitter aan den
raad of die prijs stelde op een antwoord op
de vragen van den heer Peper.
Vele heeren geven bevestigend antwoord.
De Voorzitter gaf daarop een opsom
ming van het Zondag gebeurde De politie is
opgetreden omdat bij dezen optocht zonder
toestemming van den burgemeester doeken
zijn ontrold. Er is ook een politie-agent die
dit beletten wilde, omver geloopen. Tenslotte
zijn de doeken eerst wel opgeborgen, maar
later is er toch weer een doek ontrold. Dit
heeft aanleiding gegeven tot het opnieuw in
grijpen van de politie. De deelnemers aan
den optocht hadden dit natuurlijk aan zich
zelf te wijten.
De heer Peper zei dat er In de pers van
het gebeurde verschillende van elkaar afwij
kende mededeelingen zijn gedaan. De Com
missaris heeft de lezing van het politierap
port volgehouden, maar welke lezing was nu
precies juist? Spreker heeft reden om te
zeggen, dat de politie en nu ook de burge
meester het gebeurde niet juist heeft voorge
steld. Er was geen reden voor de politie om
op te treden zooals zij nu gedaan heeft. De
politie is zoo fel geweest, dat een persoon, die
kalm uit de R. K. kerk kwam en bij het rel
letje bleef kijken, zoo door een agent werd
aangevallen, dat hij gepoogd heeft aan dien
agent zijn sabel te ontrukken. Het tragische
is bovendien, dat iemand door de politie aan
gehouden is die vroeger al eens voorwaarde
lijk veroordeeld is. Het gevolg zal nu wellicht
zijn, dat hij onaangenaamheden krijgt met
de justitie.
Deze jeugdgroep deed niets anders dan
wat andere jeugdgroepen elke week doen. Er
is niets onbehoorlijks gedaan.
De schuld van het conflict ligt geheel bij
de politie die ontactisch opgetreden is.
Tenslotte diende de heer Peper twee mo
ties in:
Moties.
lë.
De raad der gemeente Haarlem,
gehoord de besprekingen,
van meening, dat het ontacti
sche optreden der politie tegenover een
aantal te zamen wandelende jongelieden
op Zondag 5 Mei 1929 aan de Hofdijk-
straat, de oorzaak was van de daarop
„gevolgde onaangenaamheden,
spreekt zijn ontstemming uit over dit op
treden.
2e.
De raad der gemeente Haarlem,
van oordeel, dat de door de politie te
treffen orde-maatregelen voor alle groe
pen der bevolking gelijk moeten gelden,
dat gezamenlijke wandelingen van een
aard als sinds geruimen tijd in de ge
meente toegelaten worden, ook voortaan
zonder verhindering zullen kunnen
moeten plaats vinden,
gaat over tot de orde van den dag.
De eerste motie werd alleen ondersteund
door den heer Oversteegen. Dit was dus on
voldoende. De tweede motie werd algemeen
ondersteund
De Voorzitter verklaarde nog eens,
dat er doeken in den optocht meegevoerd
zijn. Dat is verboden. Van andere organisa
ties wordt het ook niet geduld.
De heer Castricum zei, dat al waren
het hier jongelui van 18 jaar en jonger, de
kinderen toch niet zoo onschuldig bleken als
door den heer Peper nu wordt voorgesteld.
Er was een „kind" dat aan een agent zei:
,hier ben ik, steek mij maar".
De heer Reinalda zei, dat het juist is,
dat geen optochten met ontplooide banieren
gehouden mogen worden, zonder verlof van
den burgemeester. Maar de agenten moeten
zich niet zoo gauw zenuwachtig maken. Er
komen nu verkiezingsdagen, dan moet
ook wat tactisch opgetreden worden. Niet al
les moet als „een optocht" aangezien wor
den
De Voorzitter: Wat is de grens? Bo
vendien gold het hier een optocht van 120
personen.
De heer Oversteegen: Wat is er tegen
zulke optochten met banieren. Wij zijn nog
ver van de revolutie af
De heer Peper gaf toe, dat in het alge
meen de politie te Haarlem bezadigd op
treedt. Maar dat was geen reden om er nu
van af te wijken.
De Voorzitter: Ik sluit de discussie.
Geroep: En de tweede motie.
De Voorzitter^ Volgens mij is dio
met algemeene stemmen aangenomen, nie
mand heeft zich daartegen verklaard.
De Precariorechten en
„Koninginnedag"
Wethouder Mr. Slingenberg
deelde mede, in antwoord op de vragen van
den heer Reinalda in de vorige vergadering
gedaan, dat door B. en W. geen precario
rechten zijn geheven van de staanplaatsen
voor kermisvermakelijkheden op Julianadag.
De terreinen waren gratis beschikbaar ge
steld aan de vereeniging „Koninginnedag".
De pachter heeft er geen winsten op ge
maakt, hij heeft alleen zelf een draaimolen
kosteloos kunnen plaatsen, wat neerkomt op
een winst van f 100.
De heer Reinalda achtte het onjuist,
dat door B. en W. aan de vereeniging „Ko
ninginnedag" vrijstelling was gegeven van
belasting in den vorm van Precario.
Alleen de gemeenteraad heeft de bevoegd
heid om zoo iets te doen. Hoe motiveeren B.
en W. die handelwijze?
Mr. Slingenberg erkende, dat de heer
Reinalda theoretisch gelijk heeft. Maar zoo
theoretisch mogen wij de zaak niet bekijken
Wij hebben hier immers een semi-publiek-
rechterlïjke instelling. (Geroep: wat nu?)
Het gemeentebestuur heeft den plicht den
verjaardag van de leden van het Vorsten
huis te vieren. De taak is gedeeltelijk over
gedragen aan de vereeniging „Koninginne
dag". De ontvangen f 1600 zijn door de ver
eeniging besteed om 'n kinderfeest te vieren.
Er is wel wat voor te zeggen voor de rede
neering, dat de raad in de zaak gekend moet
worden. Het is nu precies gegaan als in 1928.
Toen zat de heer Reinalda in het college van
B. en W. Hij heeft toen niet geprotesteerd.
De heer Reinalda: Er is toen nooit
zoo'n besluit genomen. Ik weet er althans
niet van
De heer Slingenberg: Het is wel
zoo!
De heer Groenendaal: De raad mocht
het niet weten.
Mr. Slingenb e r g: Daartegen protes
teer ik! De raad mag alles weten! Ik pro
testeer er ook tegen, dat er zooveel critiek
geoefend wordt op de vereeniging „Ko
ninginnedag". Wij moeten de vereeniging
dankbaar zijn, dat zij de feesten organi
seert. Ik breng de vereeniging daarvoor
hulde, (applaus).
De heer Reinalda stelde «vast dat door
hem geen critiek geoefend is op de vereeni
ging „Koninginnedag". De afstraffing die
de wethouder ons wou toedienen slikken wij
niet, die was niet aan ons adres verdiend.
Er moet tegen geprotesteerd worden dat deze
vereeniging wordt voorgesteld als een semi-
publiekrechterlijke instelling.
Elk jaar wordt een subsidie aan de ver
eeniging gegeven. Is dit niet voldoende, dan
moet meer gevraagd worden. Maar het is
onjuist, dat de gemeente haar precario
rechten op gemeentegronden afstaat. Komt
Koninginnedag die f 1600 te kort, dan had
men die aan den raad moeten vragen.
Wethouder Mr. Gerritsz stelde vast,
dat hij de meening van mr, Slingenberg niet
deelt dat „Koninginnedag" een semi-pu-
bliekrechterlijke instelling is.
De heer Klein vond het vreemd dat het
den heer Reinalda als wethouder inder
tijd ontgaan is, dat de vereeniging „Ko
ninginnedag" gronden kreeg zonder preca-
rio-rechten. De socialistische vereenigingen
hebben ook wel terreinen van de gemeente
in gebruik gekregen voor feesten. Zijn toen
precariorechten betaald?
(Geroep: Dat waren geen openbare ge
meentegronden
De heèr Peper vroeg hoe het kan zijn,
dat B. en W. de gronden gratis ter beschik
king hebben gesteld van „Koninginnedag",
terwijl de heer Slingenberg het de vorige
week niet wist.
De heer Castricum meende, dat het
juister geweest was, als B. en W. een voor
stel aan den raad gedaan hadden om de
vereeniging „Koninginnedag" vrij te stellen
van precariorecht. Bovendien is er nu bijna
een volledige kermis gekomen en dat is ab
soluut ongewenscht.
Wethouder mr. Slingenberg zei ten
slotte namens B. en W. dat zij in het ver
volg zulke vrijstellingen in den raad zullen
brengen. De raad heeft daarop recht, maar
er is dit keer gehandeld op het voetspoor van
vorige keeren.
Daarmede eindigde het debat.
Tenslotte zij nog gemeld, dat alle raadsle
den aanwezig waren. De heer Heidstra die
bij de opening der vergadering afwezig was,
kwam om half drie.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
HTURDERSVEREENIGING
„DE HAARLEMSCHE WONING STICHTNIG".
Door de Buurders-Vereeniging „De Haar-
lemsche Woningstichting" werd Maandag
avond de 6e jaarvergadering gehouden. Ver
schillende ingekomen klachten en grieven
der bewoners van de woningen der stichting
werden behandeld. Het bestuur zeide toe deze
zoo spoedig mogelijk bij het bestuur der
stichting aanhangig te zullen maken en uit
naam der bewoners aan te dringen op de
noodige verbetering.
Verder werd in het bestuur eenige ver
andering gebracht. Het is nu als volgt samen
gesteld: De heer Zegerius, voorzitter. Eireira
2de voorzitter, Rijbroek 1ste penningmeester,
van Es 2de penningmeester, mevr. Boerigter
secretaresse en verder de heeren Veen, Hoft
en Martens,