TWEEDE KAMER.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 10 MEI 1929
VIJFDE BL\D
ENGELAND NEEMT SCHERP STELLING TEGEN
YOUNG'S PLANNEN.
Het zal nooit de gevraagde cessies
kannen doen.
GROOTE BELANGSTELLING VOOR DE REDE VAN COLIJN.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS
t Belangrijkste Nieuws geeft heden geen
aanleiding tot commentaar.
Owen Young's plannen.
PARIJS, 8 Mei (V. D.) Volgens het verdee-
lingsplan van Owen Young zou, naar van
Fransche zijde verluidt, Engeland afstand
moeten doen van zijn schuldvorderingen tot
een bedrag van 600 millioen, waardoor zijn
schulden geheel gedekt zouden blijven. Bel
gië zou zich dan tevreden moeten stellen met
een verlaging zijner vorderingen tot op een
bedrag van 690 millioen, terwijl het aan
deel van Frankrijk zou moeten dalen tot
4.2 milliard en dat van Italië tot 600 mil
lioen. De geallieerde schulden zouden echter
in vollen omvang in stand blijven.
Engeland zeer pessimistisch.
LONDEN, 8 Mel (V. D.) In antwoord op een
vraag, welke heden in het Britsche Lager
huis aan den minister van financiën gesteld
is inzake de onderhandelingen in de herstel
commissie, verklaarde de onderstaatssecre
taris van het departement van financiën,
Samuel, dat de kanselier van de schatkist op
het oogenblik niet in staat is nadere inlich
tingen te verstrekken, doch overweegt of hij
morgen hiertoe zal kunnen overgaan.
Het departement heeft eerst heden bijzon
derheden aangaande het nieuwe verdeelings
plan van Owen Young ontvangen, welke mo
menteel nog moeten worden onderzocht. De
ongunstige indruk, dien de eerste berichten
hebben gewekt, heeft zich nog versterkt: in
alle kringen wordt nadrukkelijk herhaald,
dat Engeland nooit de in genoemd plan voor
ziene concessies zal kunnen doen. Aan den
anderen kant legt men er den nadruk op,
dat de weigering een verandering der verdee-
lingsquota te overwegen geenszins de schip
breuk der conferentie beteekent en dat de
pogingen om tot een oplossing te geraken,
onverminderd zullen worden voortgezet.
Ook de avondbladen nemen scherp stelling
tegen het Amerikaansche plan.
Interventie van Owen Young
te Washington?
lONDEN, 9 MM (V.D.) De Farijsche
uitgave van de „New York Herald" bericht,
dat de Amerikaansche ambassade te Parijs
een telegram heeft gezonden aan de Ameri
kaansche regeering te Washington, waarin
er op zou worden gewezen, dat de positie
vanOwen Young zeer moeilijk wordt, in
dien hij niet eenige toezeggingen zou kunnen
doen, bijv. in den vorm van een vermin
dering der Amerikaansche eischen. Dit be
richt van de „New York Herald" wordt
voorloopig nog van geen enkele andere zijde
bevestigd. In Sommige kringen wordt de
juistheid ervan ten zeerste betwijfeld, aan
gezien de lataste dagen "gebleken is, dat de
herhaaldelijk opduikende geruchten omtrent
tegemoetkomingen van Amerikaansche zijde
steeds weer onjuist waren, terwijl Owen
Young en Pierpont Morgan geen enkele vol
macht van hun regeering hebben, terwijl
het ook zoo onwarschijnlijk is, dat de re
geering der Vereenigde Staten juist op het
oogenblik haar standpunt zou wijzigen.
"Tsjang Kai-sjek president
van China.
•TANKING, 8 Mei (Reuter). Het centrale
bestuur heeft 24 leden gekozen, die een cen-
tralen oppersten raad zullen vormen, waar
van Tsjang Kai-sjek voorzitter is, wat feite
lijk wil zeggen, dat Tsjang gekozen is tot
president van de republiek.
Crisisstemming bij 't Duitsche
spoorwegpersoneel
BERLIJN, 7 Mei. De drie bij het collec
tieve contract betrokken organisaties van
het personeel der Duitsche Rijksspoorwegen
hebben een onderlinge bespreking gehouden,
waarbij onder de oogen werd gezien, of de
staking onmiddellijk zou worden uitgeroepen
dan wel de voorkeur moest worden gegeven
aan aanvaarding van het regeeringsvoorstel
tot arbitrage. Met het oog op de draagwijdte
van het te nemen besluit werd overeengeko
men, eerst nogmaals overleg te plegen met
de vakbonden van het personeel der poste
rijen en andere staatsbedrijven.
Hevige gevechten bij Canton
HONGKONG, 8 Mei. Naar wordt gemeld
worden er hevige gevechten geleverd langs
de spoorlijn Canton-Kowloen tusschen de
Kwangsitroepen en nationalistische troepen
uit Canton. Het spoorwegverkeer is verbro
ken.
De plaatselijke bladen melden, dat de
Kwangsi-troepen Sjiloeng hebben ingeno
men en thans naar Canton oprukken.
De nationalistische autoriteiten te Sjang
hai hebben bevel gekregen munitie, ijzer en
staal, bestemd voor Feng Joe-sjiang aan te
houden.
Te Hankau is een matroos van de Britsche
kanonneerboot „Tem" vermoord. (Reuter).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a fiOi Cts per regel.
Schor als 'n raaf? Neem
LAKEROL-PASTILLES 50 ct. p. doos.
Bij alle Apothekers en Drogisten.
BELANGRIJKE REDE VAN
COLIJN.
ZEER ERNSTIGE WAARSCHUWING
AAN GENèVE.
De heer Colijn, aldus de N.R.C., begon ter
Geneefsche economische conferentie een rede
met een korte opmerking over de landbouw
crisis, waarbij hij verklaarde zich aan te
sluiten bij die leden van den oeconomischen
Volkenbondsraad, die het verlangen uitdruk
ten dat er een enquête zal worden in het
leven geroepen omtrent de oorzaken van de
landbouwcrisis en de middelen tot verbete
ring daarvan en dat er vaste betrekkingen
tot stand komen tusschen de landbouwkrin-
gen en de oeconomische organisatie van den
Volkenbond. Ofschoon de heer Colijn het zeer
betwijfelde of men thans den Volkenbond
deze vraag zou moeten doen, achtte hij toch
een enquête en een nauwere samenwerking
in dezen zin zeer gewenscht. Hierna ging de
heer Colijn over tot bespreking van den al-
gemeenen toestand waarin de oeconomische
Volkenbondsraad zich op het oogenblik be
vindt. Hij meende te kunnen zeggen, dat
zich een vrij levendig gevoel van ontevre
denheid en van teleurstelling heeft open
baar gemaakt. In het algemeen blijkt men
van oordeel, dat de resultaten, die verkre
gen zijn ten gevolge van de aanbevelingen
der oeconomische wereldconferentie van
1927 niet bevredigend zijn geweest en dat
de vooruitzichten nog minder bemoedigend
zijn-
Men zou het jaar 1927 kunnen kenschetsen
als het jaar dat onbetwistbaar de neiging
tot hoogere invoerrechten heeft tot stilstand
gebracht. In het jaar 1928 is er geweest een
zekere stabilisatie, zonder groote beweging
in een of andere richting maar in 1920 is
men vol zorg en 'angst in dezen zin dat
de waarschijnlijkheid van verhooging der
tarieven grooter schijnt dan mogelijk heden
van een tariefsverlaging.
Wij bevinden ons dus, zei Colijn, in een
zeer ernstigen toestand.
Wanneer men uit een enkel plam om de
tarieven te verhoogen reeds geheel andere
en betreurenswaardige resultaten verkrijgt,
dan is het duidelijk dat de werking van een
verhooging van de invoerrechten in een land
geheel en al ons in de slechte richting zal
laten bewegen. De heer Gérard had volkomen
gelijk toen hij er op wees, dat de beweging
van dezen aard onmogelijk zou worden ge
maakt voor de landen die anders bereid
zouden zijn een grootere handelsvrijheid te
bevorderen.
Waar gevaar bestaat, wat moet, vroeg
de heer Colijn dan onze houding zijn? Zyn
antwoord was: wij moeten voortgaan te
strijden tegen een dergelijke beweging, niet
door een bepaald land in staat van beschul
diging te stellen voor hetgeen het van plan is
te doen, doet of gedaan heeft, maar wy
moeten ernergiek herhalen, met alle beschik
bare krachten, dat de aanbevelingen van de
oeconomische wereldconferentie juist zyn.
Wij moeten herhalen, dat de andere politiek
volstrekt een dwaalpolitiek is en dat de oeco
nomische wereldconferentie de welvaart van
alle volkeren op het oog had en dat de toe
passing van de beginselen ook inderdaad aan
de wereld geven zullen wat de wereld, ervan
gehoopt had.
De heer Colijn vreesde echter uit de ge
houden redevoeringen van de voorgaande
dagen te mogen opmaken dat zekere aarze
ling zelfs ook gekomen is bij de leden van
den Volkenbondsraad, en dat verschillende
leden zich afvroegen of de slag niet reeds
verloren was.
De heer Colijn stelde echter de vraag op
wat voor grond de aarzeling gebaseerd kan
zijn. Heeft men argumenten laten hooren
die bewijzen, dat de aanbevelingen van de
oeconomische wereldconferentie verkeerd
zijn? Is iemand er in geslaagd om ons te
overtuigen dat het onmogelijk zal zijn om
onze aanbevelingen te verwezenlijken? Het is
waar, de heer Colijn erkende het, dat de be
weging in de goede richting veel langzamer
gegaan is dan menigeen van de leden van
den oeconomischen volkenbondsraad ver
wacht had, maar dat kan geen reden zijn
om défaitist te worden. Integendeel, na den
waarheid gezegd te hebben, moeten wij der
vijand het hoofd blijven bieden. De vijand,
dat zijn de krachten van protectie die gaan
deweg terrein winnen, niemand heeft echter
ooit een slag van beteekenis gewonnen zon
der een harden strijd te hebben moeten door
staan Wij hebben geen enkele reden om ons
over te geven aan 'n gevoel van teleurstelling,
omdat de gebeurtenissen niet zoo snel in
onze richting gaan als wij gehoopt hadden.
Wij zijn hoeders, wakers voor de aanbevelin
gen der oeconomische wereldconferentie, wij
gelooven in zijn beginselen op het tegen
woordige uur evengoed, als toen. Wij hebben
den plicht deze beginselen te verdedigen met
alle krachten waarover wij kunnen beschik
ken.
Wij zijn verplicht dit ook te doen met het
oog op den Volkenbond. In meer dan één
land neemt reeds het prestige van den Vol
kenbond af. Sommige spotten over den geest
van Genève en over de molen van woorden,
waar men vele redevoeringen houdt maar
geen enkele daad volbrengt. Zoo is de toe
stand.
Nadat de heer Colijn over den Volkenbond
op Industrieel gebied had gesproken, zeide
hij nog:
Een belangrijk punt van werkzaamheid is
de bestudeering van de bestrijding van de
indirecte of administratieve protectie. Deze
soort van protectie bestaat nog altijd te veel,
ofschoon de Volkenbondsconferentie over de
vereenvoudiging van de douane-invoerrech
ten van 1923 eenige van deze protectie-maat-
regelen-uit den weg heeft kunnen ruimen.
Het was echter zeer gewenscht, indien, dank
zij de bestudeering van het oeconomisch
volkenbondscomité, een conventie zou kun
nen tot stand komen, waarbij al deze maat
regelen van verkapte protectie zouden ver
dwijnen.
De heer Colijn eindigde dit gedeelte van
zijn beschouwingen met de verklaring, dat
wat hij aan de aandacht van het oecono
mische comité aanbeval weinig uiterlijke
glans heeft, niet in staat Is tot de verbeel
ding van het publiek te spreken, maar hij
gelooft dat de jacht naar waandenkbeelden
zeker minder nuttig zou zijn dan het meer
gematigde doch des te practischer program
ma dat hij hier geschetst had.
Tenslotte sprak de heer Colijn als voorzit
ter van de conferentie voor de afschaffing
der in- en uitvoerverboden nog eenige woor
den waarin hij wees op de beteekenis van
deze conventie.
WAT SINCLAIR IN DE
GEVANGENIS DOET.
De petroleummagnaat Harry Sinclair, die
thans bezig is een gevangenisstraf van drie
maanden „op te knappen" en in de gevange
nis onmiddellijk als apotheker te werk werd
gesteld, omdat hij dertig jaar geleden aan
de universiteit van Kansascity in de genees
kunde heeft gestudeerd, heeft den gevange
nisdokter bij een kleine operatie bijgestaan,
aldus de Tel.
Sinclair stond om vijf uur op; zijn ontbijt
bestond uit havermout, ham, eieren en kof
fie.
Binnenkort zullen twee gedetineerden ge-
executeerd worden. De door een wit doek
aan het oog onttrokken electrische stoel is
op een podium opgesteld en is duidelijk
zichtbaar aan het einde van het vertrek
waar de millionnair zijn ontbijt nuttigde.
BINNENLAND
MYSTERIEUSE MOORDAANSLAG
BIJ BUSSUM.
Een oude heer levensgevaarlijk
met een stok geslagen.
DE DADER AANGEHOUDEN?
Woensdag ls op den Bussumer grintweg
tusschen Bussum en Hilversum een geheim
zinnige moordaanslag gepleegd meldt de
N. R. Ct.
Eenige fietsers vonden omstreeks half vijf
op het rijwielpad een ouden heer liggen met
den hoed over 't hoofd geslagen en met be
bloed gezicht. Zij hielden een auto aan, waar
in juist dr. Esveld uit Bussum zat. Deze vond
de schedelwonden van zoodanigen aard dat
hij het slachtoffer naar de Majellastichting
te Bussum bracht, hoewel de man den wensch
uitte, naar zijn woning aan den 's-Graven-
landschen weg te Hilversum te worden ge
bracht. Het was de heer Perk uit Hilversum.
Hij vertelde dat hij, terwijl hij op het rij
wielpad wandelde, opeens twee slagen op
zijn hoofd voelde. Hij zag twee fietsèrs snel
wegrijden van wie één een naar schatting
20-jarige jongen is geweest, die een gebo
gen stok in den vorm van een hockeystick
droeg. Dr. Weiten, chirurg van de Majella
stichting, constateerde dat de twee diepe
schedelwonden van levensgevaarlijken aard
waren. De patient raakte in het ziekenhuis
buiten bewustzijn en toen hij na een uur
weer bij was gekomen, kon hij aan de politie
slechts vage verklaringen geven. Vast schijnt
evenwel te staan, dat roofzucht niet de drijf
veer van den aanslag kan zijn geweest om
dat er geen poging is gedaan om hem te be-
rooven.
De heer Perk is 68 Jaar en ongehuwd.
Woensdagavond was de toestand nog zeer
zorgwekkend. De politie van Bussum en Hil
versum zocht met politiehonden den om
trek af.
Als dader van den aanslag ls de 19-Jarige
C. P., metselaar, te Hilversum, aangehouden.
Over de motieven van zijn daad wilde hij
zich nog niet uitlaten. Er is nog een tweede
persoon aangehouden, die als getuige in deze
zaak zou moeten optreden. Maar voorloopig
bewaart hij ook nog het stilzwijgen.
DE NIEUWE DIRECTEUR VAN HET WIL
HELMINAGASTHUIS TE AMSTERDAM
Tot directeur van het Wllhelmina-Gasthuis
te Amsterdam als opvolger van dr. J. Kuiper,
heeft de raad dier gemeente benoemd den
heer W. F. Veldhuijzen, arts, leider der afd.
Volksgezondheid van den Amsterdamschen
Geneeskundigen en Gezondheidsdienst.
DE MOORD TE GROOTEGAST.
DE OVERWEGINGEN VAN HET
VONNIS.
Aan de overwegingen van het vonnis der
rechtbank te Groningen, waarbij Yje Wijk-
stra veroordeeld werd tot levenslange ge
vangenisstraf, ontleent het Hbld. het volgen
de:
Ten aanzien van den veldwachter Meijer
heeft de rechtbank moord aangenomen. Ten
aanzien van de veldwachters v. d. Molen,
Hoving en Werkman qualificeerde zij het
misdrijf als doodslag.
De rechtbank vond geen termen om te
voldoen aan het verzoek van verdachte'
raadsman om onderzoek te doen instellen
naar verdachte's geestvermogens waartoe
de rechtbank noch in de persoon van ver
dachte, noch in hetgeen ter terechtzitting
is gebleken of aangevoerd, voldoenden grond
vond. Zij neemt aan, dat verdachte terzake
van het bewezene is strabaar, waar geen om
standigheden zijn gebleken, welke de straf
baarheid zouden uitsluiten.
Overwegende, dat de maximumstraf, op
het bewezen verklaarde gesteld, is levens
lange gevangenisstraf en de officier van
justice heeft gerequireerd, dat de verdachte
tot die straf zal worden veroordeeld, heeft
de rechtbank zich met den grootsten ernst
afgevraagd of zij d^ze straf, de zwaarste
die het Wetboek van Strafrecht kent. behoort
op te leggen. Zij beantwoordt die vraag be
vestigend.
De daden, door verdachte begaan, zijn
toch dermate afschuwelijk, dat de rechtbank
zich verplicht acht tegenover deze daden te
stellen de zwaarste straf, welke in deze kan
worden opgelegd en daarmede deze verwach
te die in staat bleek zulke daden te bedrij
ven, voor goed uit de maatschappij te ver
wijderen.
DE WAAGTOREN TE ALKMAAR.
Herstelling van het Carillon.
De heer J. Vincent, klokkenist van
het Koninklijk Paleis te Amsterdam,
schrijft ons het volgende:
„Zooals men in de verschillende dag
bladen heeft kunnen lezen, zal het
carillon van den Waagtoren te Alk
maar een belangrijke herstelling on
dergaan.
Reeds in 1927 bracht de burgemees
ter mij een bezoek en verzocht mij.
eens een onderzoek te willen instellen
naar dit carillon.
Welke rechtgeaarde Nederlander
kent niet ..het Aikmaarsche Carillon
met zijn ruitertjes"? Wanneer de heer
lijke zomerdagen vele landgenooten,
maar ook een groot aantal bultenland-
ders, die daar vooral de beroemde
Kaasmarkt komen bezoeken, naar Alk
maar lokken, hetzij voor een boottocht,
hetzij voor 't doorbrengen van vacantia
te Bergen of omstreken, altijd zal hun
eerste gang zijn naar „den Waagtoren
met zijn ruitertjes".
Het is dan aardig om te zien hoe
tientallen vaders en moeders hun kin
deren opmerkzaam maken op de plaats
waar de ruitertjes uit zullen komen, en
niet zoodra begint het Carillon te spe
len, of uit al die kelen hoort men:
„kijk, kijk, daar komen ze!"
De tand des tijds echter heeft ook
aan dit carillon geknaagd, en toen ik
dan ook met den burgemeester en den
directeur van Publieke werken een on
derzoek instelde, kwamen wij tot de
treurige ontdekking dat heel wat her
steld en vernieuwd zal moeten worden. De
toren dateert van 1599; hij werd in dat jaar
voltooid door Corn. Pietersz.
Onder den trans is een overdekte opening
(deurtjes die opengaan) en daaruit komen
de ruitertjes te voorschijn, die bij eiken
slag éénmaal rondgaan; een figuur in Ro-
meinsche kleederdracht blaast dan telkens
op zijn hoorn.
Reeds vroeger moet daar ter plaatse een
kleine daktoren hebben gestaan die in 1541
werd vervangen door een nieuwen toren,
waarin elf klokken tot een voorslag werden
opgehangen.
In den nieuwen Waagtoren (de thans be
staande dus) werden deze klokken overge
bracht. Men voegde er nog enkele nieuwe
bij, welk aantal in 1600 tot 18 stuks werd
vergroot, behalve de slagklokken.
In 1671 werd aan Pierre Hemon opgedra
gen om 32 nieuwe klokken te leveren. Bij
onderzoek wenschte deze meester echter, om
de klokken goed te kunnen plaatsen, dat vier
stijlen uit den toren zouden worden geno
men, waar de vroede vaderen weinig zin in
hadden en waarop de onderhandeling dan
ook afstuitte.
In 1687 wendde het Stadsbestuur zich tot
Claude Frem, die voor den Waagtoren 35
klokken goot, welke echter na onderzoek
werden afgekeurd.
Nu kreeg de Antwerpsche klokkengieter
Melchior de Haze opdracht om die klokken
te gieten. Dit werd aangenomen.
Ook voor de Groote Kerk te Alkmaar
kreeg dezelfde gieter toen opdracht, een
klokkenspel van 31 klokken te gieten.
Het nieuwe carillon in den Waagtoren werd
toen voor het eerst bespeeld op 28 Augustus
1688.
Ziedaar in t kort een beschrijving van to
ren en klokkenspel.
De Burgemeester, de heer Wendelaar, de
directeur van Publieke Werken, de heer Mar-
DE WAAGTOREN
gadant, alsook de heer Hartog, opzichter
van Publieke Werken, interesseeren zich bij
zonder voor het carillon.
Dit jaar is dan ook op de begrooting een
som uitgetrokken om het handklavier enz. te
verbeteren, terwijl voor het a.s. Jaar een be
drag voor het mechanisch gedeelte op de
begrooting komt.
Het handklavier en pedaal zullen groo-
tendeels worden vernieuwd; twee klokken
(waarvan de ééne gebarsten en de andere
zeer valsch is) zullen door nieuwe worden
vervangen.
Het geheele stelsel van tuimelaars, dat zich
op het plat bevindt, zal gesloopt worden en
door het broekstelsel worden vervangen.
Alle klokken zullen van nieuwe klepels
worden voorzien, terwijl een 10-tal klokken
naar het midden van den toren zullen wor
den gebracht, opdat het geluid zich beter
naar alle kanten kan verspreiden.
Alvorens tot deze herstellingen over to
gaan, heeft de directeur van Publieke Wer
ken met mij een bezoek gebracht aan het
Paleis carillon te Amsterdam dat in 1924
onder mijn leiding door de firma Addicks te
Amsterdam is hersteld.
Dit bezoek gaf dan ook den doorslag om
het Aikmaarsche Waagcarillon evenzoo in te
richten.
Het werk ls opgedragen aan de firma Ad
dicks, Stadsuurwerkmaker te Amsterdam,
terwijl aan mij verzocht is, als adviseur ea
opzichter van de gemeente Alkmaar te fun-
geeren, welke opdracht door mij is aanvaard.
Omstreeks 15 Mei hoopt men met het werk
gereed te zijn. In de e.k. zomermaanden zul
len dan eenige concerten plaats hebben." j
(Reeds in deel van onze vorige oplaag op
genomen).
8 Mei.
Kleingoed. Het naderende einde. De Ouder
domswet in wijziging. Een Staatsverzekering»-
bedryf?
Het einde van de Kamerwerkzaamheid
nadert. Daarvan is een zeer zeker teeken, het
in comité-generaal behandelen van de ra
ming der voor de Tweede Kamer benoodigde
uitgaven in 1920. De Kamerleden zelve had
den voor dit comité-generaal heel weinig
aandacht. Het grootste deel der aanwezige
volksvertegenwoordigers troffen wij in de
wandelgangen. Maar de bodes bewaakten als
cerberus'sen de ingangen van de zaal. Elk
een. die niet Kamerlid is. wordt dan bekeken
alsof hij een samenzweerder van de ergste
soort is.
En toch de bespreking van de raming
had ditmaal heel weinig om het lijf. In 15
minuten was het comité-generaal afgeloo-
pen.
Daarna hamerstukken, twee dozijn. Voor
deze Kamer uiteengaat wil zij de plank der
onafgedane stukken zoo schoon mogelijk
maken. Schoon schip! Het zijn echter meest
de weinig belangrijke stukken, die worden
weggewerkt, de gebruikelijke naturalisaties,
onteigeningen en conclusies op particuliere
adressen. Bij deze conclusies behoorde die op
het adres van den heer ten Bokkel Huinink
te Zandvoort, die schadevergoeding vroeg
voor zijn voorbereidend werk ten behoeve
van de drooglegging der Friesche wadden
t. Z. van Ameland. Regeering en Kamercom
missie concludeerden: geen schadevergoe
ding. Ook behoorde bij de serie de conclusie
op het adres van den gepens. O. I.- hoofd
ambtenaar Hoekman om een z. L billijke
toepassing der bestaande bepalingen op de
bezoldigingsregeling der burgerlijke lands
dienaren in Indië. Kamer en regeering waren
van meening, dat de bestaande bepalingen
juist waren toegepast.
De overbrenging van een gedeelte Rijks
weg (jaagpad) langs het Noorder Spaarne
in voormalig Spaarndam in beheer en onder
houd bij de gemeente Haarlem lokte geen
discussie en evenmin stemming uit.
Een conversie-leening van 225 millioen
voor Indië ondervond algemeene instemming,
behoudens dat de Kamer den minister de
toezegging ontlokte bij weerkeerende lee-
ningsvoorstellen eerst het oordeel van den
Volksraad te winnen.
Bij een suppletoire Indische begrooting
legde Dr. Koningsberger de verklaring af,
dat. wanneer zenders voor radiotelegrafie en
radiotelefonie gebouwd worden in eigen be
heer, daarbij geen misbruik zal worden ge
maakt van patenten of octrooien, die aan
anderen, dan den Staat toebehooren. De
heer van Boetzelaer had vrees voor zoodanig
misbruik uitgesproken.
Aan den heer Hoogenboezem werd con
cessie verleend voor het exploiteeren van
een aardolieveld in West-Madoera. De heer
Cramer betoogde daarbij de wenschelijkheid
van staatsexploitatie, maar de minister meen
de, dat het vaststond, dat de kansen op
zulke winsten, dat staats-lngrijpen noodza
kelijk geacht moest worden, ai buitengewoon
gering waren. Deze overtuiging was gegrond
op een ambtelijk onderzoek.
De Kamer heeft vervolgens uitvoerig dé
wijzigingen in de Ouderdomswet besproken,
die Dr. Slotemaker had voorgesteld. Aller
eerst geven wij de hoofdpunten van deze
wijzigingen weer.
In de eerste plaats wordt het verzekerd
bedrag voor het ouderdomspensioen van
f 20.maximaal per week tot f 10.maxi
maal teruggebracht, maar anderzijds wordt,
naar analogie van de weduwenrente, die de
Invaliditeitswet kent, de gelegenheid tot het
sluiten van een verzekering voor weduwen-
pensioen tot een maximaal bedrag van
f 6.per week opengesteld.
De gelegenheid wordt voorts geboden oiri
bij het sluiten van een vrijwillige ouderdoms-
verzekering te bedingen, dat bij overlijden
van den verzekerde vóór den pensioenge
rechtigden leeftijd alle Jaarpremiëri, vermin
derd met één, zullen worden gerestitueerd.
Hierbij wordt natuurlijk een hoogere premie
geëischk
Het sluiten van vrijwillige verzekeringen
wordt voorts opengesteld voor die Nederlan
ders die geen ingezetenen des Rijks zijn.
In aansluiting aan dit alles wordt de wet
op de Rijksverzekeringsbank zoodanig gewij
zigd, dat het ouderdomsfonds in twee fond
sen wordt gesplitst. Het tweede omvat de
z.g^elfsupporting-verzekering de verzeke
ring tegen bruto-premle, waaraan het Rijk
dus niets bijdraagt.
De verschillende verzekerlngsdeskundigen
uit de Kamer spraken zich over dit alles uit.
De heer Kuiper sprak thans in tegen
stelling met de critiek, die hij steeds had
eenige woorden van lof om 's ministers al
gemeen sociaal beleid. Hij verdedigde het ont
werp met vuur. Hij zag daardoor een flinke
uitbreiding van het sociale werk der verzeke
ringswetten mogelijk worden. Een uitbreiding
die geenszins zou doen treden op het terrein
van het particulier verzekeringsbedrijf. Hij
kenschetste deze tred als volkomen verant
woord, wijl toch ook vroeger de Rijkspost
spaarbank ls ingesteld. Het scheen alsof ook
deze bank met het particulier bedryf zou
gaan concurreeren en toch was de bank
noodig in sociaal opzicht. Overigens wees
zoowel de heer Kuiper, als de heeren Smeenk
en Snoeck Henkemans er op, dat het parti
culier bedrijf zich tot dusverre de ouderdoms-
verzekering der kleinere menschen, van de
kleine zelfstandigen, de kleine middenstan
ders, niet heeft aangetrokken. Concurren-
tie-bedoelingen waren dus uitgesloten. Con
currentie is ook dóarom uitgesloten, wijl de
verzekeringsmaatschappijen altijd goedkoo-
per premies vragen dan de V.O.V. des Rijks.
Dit was de overtuiging van Mr. van Gijn.
Het was dus niet om dc concurrentle-over-
wegingen, dat de heer van GUn zeide met
den ontwerper zeker n i e t te kunnen mede
gaan, maar omdat hij principieele bezwaren