POSTZEGELRUBRIEK
RUILRUBRIEK
RAADSELS
TE LAAT.,.!
Peter was het zoontje van den
dokter. Zijn yader was een zeer def
tig heer ea zijn moeder een zeer def
tige dame en eigenlijk was Peter dus
wel een deftig jongetje. Hij kroeg
een zeer goede en dure opvoeding,
leerde al vroeg andere talen spreken
en wist zich aan tafel zoo keurig
netjes te gedragen, dat niemand het
hem verbeteren kon. Peter's vader
dacht, dat het maar het beste zou
wezen, als Peter ook dokter werd,
maar zijn vrouw vond dat dit be
roep niet erg geschikt was voor haar
zoontje.
,.Zie je, man," zeide zij dan tot den
dokter, „Peter heeft een groot ge
brek: hij komt altijd en overal te
laat! En voor een dokter is zooiets
natuurlijk niet mogelijk! De men
schen zouden al dood zijn voor hij
op bezoek kwam!"
En zoo was het. Peter was een
knappe jongen en ook een heel
brave jongen, maar van tijd had hij
geen begrip. Als hij met zijn vriendje
afsprak 's middags om half drie te
zullen komen, kwam hij om nalf vier
en vond het dan nog niet eens noo-
dig om zijn verontschuldigingen
aan t,e bieden, 's Morgens stond hij
altijd vijf minuten te laat op, daar
door kwam hij ook vijf minuten te
laat aan het ontbijt en vijf minu
ten te laat op schooL
En al die narigheid kwam alleen
omdat hij 's avonds precies vijf mi
nuten te laat naar bed ging. En dat
kwam omdat hij vijf minuten te
laat aan zijn huiswerk begonnen
was, zoodat hij niet op tijd Klaar
kon komen. En zoo was het altijd cn
overal en met alles: Peter was te
laat!
Vader en moeder zeiden er al niets
meer van. Zij hadden de hoop opge
geven om deze ondeugd bij hun
zoontje uit te roeien. Had Peter nu
niet zulke bijzonder deftige ouders
gehad, dan zou hij misschien van
zijn vader wel eens een duchtig
pak slaag gekregen hebben en mis
schien zou dit hem wel een weinig
veranderd hebben. Maar de dokter
Wilde zijn zoontje niet slaan en zol-
de altijd: „Hij zal door schade en
schande wijs moeten worden."
Het duurde heel lang, eer Pecei
wijs werd.
Weet ge, hoe dat kwam? Wel, heel
eenvoudig. Al de menschen uit zijn
omgeving wenden aan zijn leeiijK
gebrek en leerden er rekening mee
houden. Zelfs de onderwijzer op
school wist dat Petertje vijf minuten
te laat kwam en dat hij hem daar
om vijf minuten moest laten nablij
ven. De goede man deed niets anders
meer om zijn leerling te verbeteren,
het hielp immers toch niets. Sprak
hij iets af met zijn vrienden of ken
nissen dan dachten deze oij zichzelf:
„Ik zal maar-op een half uurtje
later rekenen, want op tijd komt hij
toch niet!"
En zoo kwam het dat Peter niet
wijzer werd.
Zou hij nu een dokter kunnen
worden? Neen natuurlijk niet. want
een dokter is iemand die steeds voor
zijn patiënten klaar moet staan en
steeds overal zoo vlug mogelijk moet
wezen. Wat moest hij dan worden,
als hij groot was?
En nu kun je lang of kort denKen,
maar een geschikt beroep voor Pet er-
is niet te vinden, want wat je ook
ln de wereld voor werk hebt, Je moet
steeds zorgen dat je op tijd bent.
Iemand die altijd te laat komt, kan
men nergens gebruiken.
Het zag er dus niet zoo heel pret
tig uit voor Peter, maar gelukkig
was er nog één onder al de men
schen. die hem kenden, en die pro
beerde zoo goed zij kon hem te ver
beteren. Dat was mevrouw Meriing,
de moeder van Peter's vriend Ge
rard, het zoontje van een notaris.
Zij vond het toch zoo verschrikke
lijk dat haar zoontje eiken Woens
dag- en Zaterdagmiddag zoo lang
op zijn vriend moest wachten, dat
zij zich vast voorgenomen had daar
verandering in te brengen. En zij
verzon een mooi plan.
Op een goeden dag ging zij op vi
site bij den dokter en daar hield zij
een lang gesprek om den dokter te
overtuigen hoe noodig het was dat
Peter eens een poosje onder vreem
de oogen kwam.
„Ziet U, dokter," zoo sprak zij, „Uw
zoontje zal nooit veranderen als
iedereen in huis hem zijn gang laat
gaan. Stuurt hem nu eens een
maand bij ons te logeeren, dan zul
len mijn man en ik ons best doen
hem dat eeuwige te laat komen af
leeren
Het duurde heel lang eer de dok
ter het besluit nam toe te stemmen,
want de brave man hield heel veel
van zijn jongen en vond het een
nare gedachte hem niet in huis te
hebben. Maar tenslotte werd hij. het
met mevrouw Merling eens. Peter
zou voor ditmaal niet mee naar bul
ten mogen als de dokters-familie
met vacantie ging en voor een paar
weken zou hij zijn intrek nemen bij
zijn vriend Gerard in het huis van
den notaris.
Jullie kimt Je voorstellen hoe
vreemd Peter stond te kijken, toen
zijn vader hem dit besluit mede
deelde. Een kreet van spijt liet hij
liooren toen het hem duidelijk werd,
dat hij in de stad moest blijven,
terwijl zijn ouders met vacantie
naar buiten gingen. Dat was nog
nooit gebeurd en in het eerst leek
het wel of hij wilde gaan huilen om
dezen tegenslag, maar gelukkig wist
hij zijn tranen in te houden, zoodat
vader niets aan hem kon merken.
Een paar 'weken later ging Peter
op een goeden dag met een bundel
tje schoolboeken onder den arm
naar het huis van den notaris om er
den eersten nacht te slapen
Zijn kleeren waren dien middag al
gebracht en hij moest zorgen om
zes uur, precies op tijd voor het mid
dagmaal, aanwezig te zijn. Zijn
ouders zouden den volgenden dag
■reeds vroeg ln den morgen de stad
verlaten.
Om tien minuten over zes belde
Peter bij het huis van notaris Mer
ling aan. Het dienstmeisje deed hem
open en liet hem in de gang. Toen
Peter echter door wilde loopen in
het hem zoo bekende huis, hield zij
hem echter tegen en zeide:
„Gaat U hier maar even zitten om
te wachten, jongenheer Peter, de
familie is op het oogenblik aan ta
fel....!"
En tegelijk duwde zdj hem op een
bank in de gang.
Daar zat hij! De familie was aan
tafelMaar zou het meisje dan
niet weten dat hij ook ten eten ge-
noodigd was? Waarom liet zij hem
dan niet binnen? Maar hoe Peter
ook dacht en wat hij zich afvroeg, de
ware oorzaak begreep hij niet. En
die lag toch voor de hand niet waar.
Hij was tien minuten te laat!
Langer dan een half uur zat hij
zoo in de gang, toen eindelijk het
diemstmeisjï kwam zeggen, dat hij
binnen kon gaan. Vriendelijk
lachend werd hij door mevrouw
Merling begroet en ook de notaris
was zeer aardig voor hem.
„Wat ben je laat Peter? Hoe komt
dat zoo, Jongen? vroeg mevrouw
guitig.
„Ik heb al dien tijd in de gang ge
zeten, mevrouw!" klaagde Peter, „het
meisje wilcle mij niet binnen laten
omdat U aan tafel was!"
„Natuurlijk, dat hoort ook zoo! Ik
zei je toch dat we om zes uur het
middagmaal gebruikten, nietwaar?
Zorg dus voortaan maar dat je op
tijd bent, jongen, net als thuis!" zei
mevrouw spottend.
Peter zweeg en begreep na een
uurtje, dat hij dien avond geen eten
meer zou krijgen. Dat moesten va
der en moeder eens weten, dacht hij,
dan zouden zij hem dadelijk hier
weghalen! Maar dat hij zich hierin
vergiste wist hij natuurlijk niet!
Dien avond hield Peter zich aan
genaam bezig met zijn vriend Ge-
raid, alhoewel hij doorloopend een
hongerig gevoel in zijn maag waar
nam. Hij hield zich echter flink en
zeide niets, maar hij nam zich voor
op te passen dat hij voortaan zijn
maaltijd niet mis zou loopen. Va
cantie hebben en honger lijden ging
niet samen, vond hij.
Om klokslag half tien zei de nota
ris:
„Naar boven jongens en slapen!
Morgenochtend om zes uur ontbijten
en om half zeven komt een automo
biel voor. Dan gaan we ter a ere van
jullie vacantie een fijn ritje maken."
Dat klonk als muziek! Gerard
sprong op, gaf zijn moeder een kus
en verdween. En Peter? Ja, natuur
lijk, hij had nog wel vijf minuutjes
willen opblijven maar in het roem
de huis gevoelde hij zich niet zoo
op zijn gemak en bovendien werkte
het voorbeeld van Gerard aansteke
lijk. Ook hij gaf dus een slap handje
aan den heer en mevrouw Merling
en begaf zich ter ruste.
Prompt zes uur, den volgenden
morgen, zat de familie Merling aan
het ontbijt. Peter alleen, ontbrak
op het appel. Niemand vroeg naar
hem en niemand riep hem.... De
wijzer van de klok ging al maar ver
der, totdat om vijf minuten voor
half zeven twee deuren in de kamer
tegelijk open gingen. Door de eene
deur kwam Peter binnen en door de
andere het dienstmeisje om de tafel
af te nemc-n.
„Zoo, langslaper," lachte mevrouw
Merling, „schiet maar gauw op met
aankleeden want aanstonds komt de
auto. Voor ontbijten is geen tijd
meer."
En wederom moest Peter het zich
laten welgevallen, dat er een maal
tijd aan hem voorbij ging. Hij had
zijn jas nog niet aan. toen de auto
reeds voorkwam en als hij niet snel
naar buiten was geloopen, zou men
werkelijk zonder hem vertrokken
zijn. Maar nu was hij er gelukkig
nog net bij en voort ging het, langs
de stille buitenwegen, naar Nijme
geneen heerlijk autotochtje.
Peters plezier was echter niet
groot. De arme jongen rammelde
van den honger. Hij had nu al se
dert den vorigen dag 1 uur niets
meer gegeten en hij vroeg zich af of
mevrouw Merling niet begreep, dat
hij ook eten moest hebben. Bah, wat
waren die menschen akelig op den
tijd! Als Je een minuut te laat was
kreeg je geen eten. Zouden zij zoo
voor zichzelf ook zijn? Enfin, mis
schien kwamen zij nooit te laat.
Omstreeks twaalf uur kwam men
aan in een prachtig Geldersch dorp,
dat geheel verscholen lag in het
dichte dennenbosch. De notaris liet
den chauffeur stoppen en gaf aan
Gerard en Peter verlof, een half uur
tje door het bosch te dwalen.
„Maar denk er aan!" sprak hij
vermanend, „om half één eten wij
hier hoor. Wie er niet is, krijgt
niets!"
Peter's gezicht klaarde bij het
hooren van deze woorden op. Geluk
kig er kwam een kansje, dat hij wat
eten kreeg. Stil slenterde hij naast
Gerard het bosch in en wel iwin-
tigmaal vroeg hij zijn vriend hoe
Iaat het was. Toen deze eindelijk
zeide: kwart over twaalf, keerde
Peter zich ©ogenblikkelijk om en
sprak:
„Laten we teruggaan, Gerard, an
ders komen we te laat!"
En ditmaal was Peter op tijd!
Mevrouw Merling knipoogde naar
haar man!
Drie weken lang bleef Peter bij de
familie Merling en al dien tijd werd
er tusschen hem en mevrouw een
stille strijd gestreden, waarin ten
slotte mevrouw zegevierde....
Toen eindelijk de dokter met zijn
vrouw in de stad terug kwam en
dadelijk mevrouw Merling aan de
telefoon riep om te vragen hoe zijn
zoon het maakte, antwoordde de
kordate vrouw lachend:
„Peter! O, dat ls een schat van
een jongen. Den geheelen dag vraagt
hij hoe laat het is, of het al tijd is
voor het eten, of hij nog niet naar
bed moet, hoe laat of hij moet op
staan. Kortom het is echt een Jon
gen van de klok
En zoo was het werkelijk! Peter
had de lesjes in het huis van den
notaris zoo goed ter harte genomen,
dat het ten laatste not was, alsof hij
altijd zoo geweest was. Als het er op
de klok om spande werd hij angstig,
dat hij te laat zou zijn en die angst
is hem voortaan zijn geheele leven
bij gebleven. Ook later toen hij dok
ter was. Toen kon het hem welis
waar niet zoo veel schelen of hij te
laat voor het eten was, maar bij zijn
patiënten wilde hij steeds precies op
tijd zijn en in geen geval te laat!
En zoo kan iedereen uit dit ver
haal leeren, dat het een gekke ge
woonte is om altijd nog vijf minuut
jes met iets te willen treuzelen als
het niet hoog noodig is! Een gewoon
te, die men gemakkelijk af kan lee
ren en die als men haar getrouw
blijft, ons veel last en ongemak be
zorgen zal!
VLIEGER.
In dezen tijd zoeken de Jongens
den vrijen wind op om hun mooien
vlieger (een fijne pijl zooals die hier
genoemd wordt) op te laten. Wat een
voldoening, als daar hoog in ae luent
je vlieger staat, de helle kleuren
schitterend in de zon. Vooral wan
neer je hem zelf hebt gemaakt. We
zullen daarom gezamenlijk eens een
vlieger maken, een stevigen, die een
stootje kan verdragen.
We bekijken eerst figuur 1, De
voornaamste steun van den vlieger
is een platte lat (a). Aan de uitein
den hiervan wordt een klein gleuf je
gesneden. Verder hebben we noodig
een bamboe stokje of wilgentak van
gelijke lengte (b) Hierin snijden we
vier gleufjes, de plaatsen waar we
de touwtjes bevestigen. In het mid
den binden we 'n touwtje (c), waar
mee de stok boven op de lat wordt
gebonden. Nu gaan we cie boog
spannen en binden tevens 't span
touw (d) aan de lat vast, terwijl we
de uiteinden van den boog nogmaals
met een touw (e) verbinden langs
den onderkant van de lat. "Ve heb
ben nu een stevig geraamte gekre
gen, dat we met een stuk slevig pa
pier beplakken. We laten het over
al 2 c_M. oversteken voor het om-
plakken. Met helle kleuren of ge
kleurd papier wordt 'de vlieger ver
sierd (Zie fig. 2).
Aan de zijkanten en het eind van
de staart maken we papieren kwas
ten. We nemen daarvoor een strook
papier, knippen dat gedeeltelijk in,
om 't daarna in elkaar te rollen (Zie
fig. 3).
Nu nog het lange touw fan den
vlieger bevestigd (zie fig. 4) en hij
is gereed om op te stijgen.
HONGARIJE.
VTH.
❖y
i~af
/O/(/>-*
/Aio/
IL
4 li SOj
De twee zegels, welke ik de vorige
week 't laatst behandelde (maaiers
type met witte waardecijfers in ge
kleurde rechthoekjes), werden in 't
zelfde jaar (1917) overdrukt met:
„Jözsef föherezeg vezérez-redes hadi
klallitasa - 1 korona", ter gelegen
heid van een weldadigheidstentoon
stelling te Budapest, zocdat we krij
gen: 1 korona op 10 filler (rood) en
1 korona op 15 filler (violet). Groot
te van de vakjes 2.8 bij 2.4 c.M.
In 1918 verscheen wederom een
nieuwe serie, waarvan de laagste
waarden de beeltenis vertoonen van
keizer Karl kijkende naar links en de
twee hoogste waarden die van kei
zerin Zita naar rechts. Beiden zijn
met de kroon getooid, terwijl de
naam naast de beeltenis staat ver
meld. De waarden zijn: 10 filler
trood), 15 filler (violet), 20 filler
(donker bruin), 25 filler (blauw), 40
filler (olijf), en 50 filler (violet).
Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.4 c.M.
In hetzelfde jaar verschenen de
eerste zegels voor de vliegpost. Het
zijn twee zegels groot formaat van
de serie 191617 met den opdruk
„Repülö Posta" en een nieuwe waar
de n.l. 1 kr. 50 filler op. 75 filler
(blauw ëh blauwgroen) en 4 kr. 50
filler op 2 kronen (bruin en geel
bruin). Grootte van de vakjes 2.4 bij
3.5 c.M. Zie voor de indeeling het
schetsje.
Naar aanleiding van 't antwoord
op de vraag van C. Hündling over
geperforeerde zegels ontving ik van
een lezer uit Bennebroek de opmer
king dat dit antwoord tot misver
stand aanleiding kan geven. Daarom
zal ik er iets uitvoeriger op ingaan.
De meeste geperforeerde zegels,
die de kinderen in bezit hebben, zijn
door handelskantoor of bank van
een kenteeken voorzien. Er bestaan
echter ook officieele perforaties. Zoo
bijv. vele Hongaarsche zegels, die
geperforeerd zijn met drie gaatjes in
den vorm van een driehoek; Beler-
sche zegels met een E; Australische
zegels met O. S. Wanneer jullie een
of andere geperforeerde zegel bezit
en je twijfelt of de perforatie offi
cieel is, dan kun je bij mij de noodlge
inlichtingen bekomen.
S.
Rustenburgerlaan 23.
EEN GRAPJE.
Meester vroeg eens: „Vertel op,
Piet, hoe ga je van Zwolle naar Ba
tavia?"
Piet: „Eerst met den trein over
Utrecht naar Rotterdam, meneer!"
Meester: „Goed, maar hoe dan
verder?"
Piet: „Ii\ Rotterdam ga ik op de
boot uti Iaat het verder maar aan den
kapitein over, want die weet den weg
beter dan ik!"
RUBRIEKERTJES-LIJST.
731. Lucle van Wijk, oud 10 jaar,
732. Theo van Wijk, oud 8 jaar,
beiden v. d. Vinnestraat 8z.
733. Michiel Jansen, oud 11 Jaar,
Geweerstraat 9.
734. Marianne v. Drlel Krol, oud 8
jaar, woonplaats?
735. Engeltje Stam, oud 9 jaar,
Vroomst raat 1.
736. Betsy Mulder, oud 8 jaar, Kla-
renbeekstraat 35 rood.
737. Rina v. d. Boogaard, oud 9 jaar
Barendsestraat 58rd.
738. Annie Lukkien, oud 6 jaar,
Obistraai 33.
739. Piet Verhagen, oud 11 Jaar
Leidschevaart 20.
740. Annie Arendsen, oud? Brou
wersplein 28rood.
Annie mag Woensdag een verras
sing komen halen.
741. Milly v. Such telen v. d. Haere,
oud 11 jaar,
742. Elly v. Suchtelen v. d. Haere,
oud 12 jaar, beiden Mamixstraat 20.
743. Mar iet je Meier, oud 7 jaar,
Vogelenzang.
744. Gerard Wesseling, oud 7 jaar,
Jan Nieuwenhuizenstraat 22.
JUFFERTJE WILDZANG, Fran-
kenstraat 47, heeft 14 Havermout-
punten, 6 Pelikaantjes, 2 Amstel-
penningen, 14 Kwatta-sterretjes, 4
Wijbert-bonnen, 9 Huiskamerpl.,
1 Huiskamerpl.bon, 7 Roodbandpl.
Dit alles wil ze ruilen voor Sunlight
of Sickeszbonnen. Ruiltijd dagelijks.
DANSERESJE, Ged. Oude Gracht
106, heeft 23 Lux-bonnen, 29 Kwat
ta-sterretjes, 1 bon Neurenberger
57 C. 1 Batschari clgaret, 2 Huiska
merpl. b. 8 Texelpl. 5 Miss Blanche.
Voor de Luxebonnen vraagt ze Sun-
light-strooken. Voor de andere
vraagt ze Sickesz en Meco bonnen.
J. C. CRAMER. Nieuwe Gracht wil
een lief jong poesje weggeven. Wie
't hebben wil, mag het komen halen.
CATIIRDNTJE, Zijlweg 109 rood.,
heeft Sunlight en Vimcartons, Ka
merplantbonnen en van Nellesbon-
nen.Dit alles wil ze ruilen voor Am-
stelpenningen. Ruiltijd Zaterdag van
27 en Maandag van 68.
JAN MULDER, Krelagestr. 26 rood
vraagt of er nog enkele jongens van
11—13 jaar mee willen doen met zijn
voetbalelubje?
ANNIE v. EGMOND, Waldeck Pyr-
montstraat 18, heeft 35 Roodbandpl.
en 2 Hillespunten, 1 Meco-punt, 1
Haust Beschuitbon, 1 Karnemelk-
zeeppl., 34 Bensdorppunten en 22
Kwatta-sold. Dit alles wil zij ruilen
voor Sickeszbonnen. Punt tegen
punt.
(Deze raadsels zijn ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden cmder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I.
'(Leeftijd 10 jaar en ouder,)
1. (Ingez. door Hagenaar.)
Strikvragen.
a. Welke zon geeft licht noch
warmte.
b. Wie is de grootste ijzervreter?
2. (Ingez. door Jupiter.)
Verborgen schuilnamen.
a. Wie is Bram Hiellantsu?
b. Wie is Ant Stillerbr?
c. (Ingez. door Hagenaar. Wie is
Rene Tafrotj?
d. Wie is Jet Ooroek,?
e. Wie is Daan Rannejet?
f. Wie is Han Lassrf?
g. Wie is Norl Pooes?
3. (Ingez. door Appeltje.)
Zet achter een verkorte meisjes
naam een voorwerp om vloeistoffen
in te doen en ge krijgt een slakken -
soort.
4. (Ingez. door Prikkebeen),
Verborgen beroepen.
a. Wat doet Cato Usdor?
b. Wat doet Toon Vesreschever?
c. Wat doet Jan Siltouer?
d. Wat doet Rie Dogleto?
e. Wat doet Ellie Rijswerrel?
f. Wat doet Roel Bemk?
g. Wat doet Sien Pruset?
h. Wat doet Bart Kenbakk?
i. Wat doet Roel Sehoetems?
5. (Ingez. door Goudhartje.)
Ik ben een Rubriekertjesnaam van
15 letters.
1 2 3 4 is een huisdier.
1 3 5 12 is een vrucht.
7 8 10 11 is iets, waar dames be
lang in stellen.
7 8 9 10 11 12 zeggen we dage
lijks in huis.
13 14 15 is een verkleinwoord.
6 2 2 13 is een vrucht.
6. (Ingez. door Snelvoetje.)
Ik ben een aardig gezegde van 53
letters of 14 woorden.
26 27 28 29 30 31 is een werkwoord
20 21 22 staat in een kast.
1 24 25 25 23 is een meisjesnaam.
34 42 is koud.
4 5 6 is een lidwoord.
39 40 41 42 43 44 zit op een pan.
50 51 52 53 is een lichaamsdeel.
21 47 48 49 doet moeder wel in 't
eten.
Met een 45 44 45 spelen kinderen
graag.
13 7 8 is een verkorte Jongensnaam.
Door de 11 15 16 17 10 8 kijkt men
naar buiten.
9 14 12 is een muzieknoot.
Een 23 38 35 leidt naar de stad.
36 4 5 5 is een drank.
Met een naald en een 37 33 21
21 18.
2 9 21 is een meisjesnaam.
4 3 5 6 is een andere naam voor
waim.
12 13 14 14 15 wordt gebakken.
19 25 24 is iedereen.
32 33 34 35 36 is een vorm van
krijgen.
38 19 42 43 44 45 ligt op pannen en
kannen.
46 47 52 50 is niet dicht.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Hagenaar.)
Neem uit onderstaande plaatsen
telkens één letter, zoodat ge een
schuilnaam krijgt.
Den Haag, Utrecht. ÏJmulden,
Lisse, Scheveningen, Wijhe, Naaiden
2. (Ingez, door Margriet) Strik
vragen.
a. Het is grijs, grauw of hemels
blauw,
Het heeft geen kop of staart.
Hoe kan grijs, grauw, of hemels
blauw,
Gaan zonder kop of staart?
b. (Ingez. door Wenda.)
Wat wordt een neger, als hij ln
zout water valt?
c. (Ingez. door Frans Hals.)
Wie kan dit lezen?
De boer had een kalf en de moeder
van den boor was ook de vader van
het kalf.
d. (Ingez. door Hagenaar.)
Welk gemak bevalt het minste?
e. Welke raad is overbodig?
f. Welk woord volgt op een vraag?
g. (Ingez. door Groenling.)
Welke twee meisjes vormen samen
een geurige specerij?
3. (Ingez. door Wipneusje.)
Wie kan van deze som den heer
lij ksten avond van 't jaar maken?
2X s en 2 X i en 3 X n en 1 X t
en 3 X a en l X c en 1 X 1 en 2 X o
en 1 X v en 1 X d.
4. (Ingez. door Juffertje Schrijf-
graag)
Ik ben een Rubriekertjesnaam van
10 letters.
1 6 7 ls niet dichtbij.
12345671s een insect.
8 9 10 komt voor in sprookjes.
9 3 ls versterkend.
5 6 is een lidwoord.
9 10 4 is een getal.
2 3 4 5 6 is een boom.
5. (Ingez. door Clara Tromp.)
Neem uit onderstaande Rubrleker-
tjesnamen telkens één letter, zoodat
ge een nieuwen Rubriekertjesnaam
krijgt.
Bloemenelfje, Violenbloempje, Ap
pelmootje, Fabrieksmonteurtje, Piet
Hein, Prinses Libelle, Don Frederik,
Tilburgertje, Juffertje Schrijfgraag.
6. (Ingez. door Goudsterretje.)
Mijn geheel bestaat uit 12 letters
en is een plaats op Zuid-Beveland.
1 2 3 4 is een jongensnaam.
9 10 11 12 ligt op 't strand.
7 6 5 Ls een deel van den hals.
12 10 8 dragen zoowel jongens als
meisjes.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING I.
1. Mexico.
2. a. Conducteur, b. Kleermaker.
3. Berliner Bol.
4. a. Het woord fout. b. De echo.
c. Basalt, d. Tweedracht, e. Muziek
noten.
5. Strenge heeren regeeren niet
lang.
0. Kwinkslag.
AFDEELING II
1. Geertruldenberg.
2. Zevenster.
3. Pinksterfeest.
4. Lamp.
5. Beverwijk.
6. Bloemendaal.,
Goede oplossingen ontvangen van:
De kleine Violist 6 De kleine Vogel
vriend 6 Dorus Rijkers 5 Berliner
Bol 5 Paddestoeltje 5 Witte van
Haemstede 6 Teekenaarsber 6 Roset
te 6 Snibbelaartje 6 Goudsbloem 3
De kleine Jager 6 Bloze Kriekske 6
Danseresje 4 Een naamlooze 6 Bloe-
menfee 6 Jupiter 6 Juffertje Wild
zang 4 Wenda 5 Juffertje Lachlust 4
Darwintulp 5 Roodwangetje 0 Don
Frederik 6 Pioenroos 6 Tilburgerrje
6 Korstjesknager 3 Baby Peggy 6
Floris V 6 Turnstertje 6 Jerry 4
Annie van Egmond 5 Draaitol 6 Le
zeresje 5 De kleine Lord 5 Knage-
lijntje 5 Interieur 5 Zonnestraaltje
6 Goudhartje 4 Violetta 6 De Schip-
perin 4 Zwartkijkertje 4 Schaatsen
rijder 5 Dierenvriendje 6 Graaf Lo-
dewijk 4 Katuil 3 Attalanta 4 Hage
naar 6 Zangvogeltje 6 Amico 6 Mi
mosa 6 Juffertje Schrijfgraag 6 Sa-
timie 6 Mariannetje 5 Damiaatjs 6
Papavertje 6 De kleine Bouwer 5
Blauwoogje 5 Wipneusje 6 Gouds
bloem 6 Roomsoes 6 Krielkip 5 Krul-
lebol Stellhaar 6 Sarina 6 Brillanï-
ster 6 Mannetje 6 Vogelvrouwtje 6
Mimi Poesekat 6 Poesenmoedertje 5
Boschwachter 4 Duizendschoontje 6
't Kloppertje 5 Goudmuiltje 4 Snib
belaartje 6 Theeroosje 5 Frans Hals
4 De Woudlooper 6 Annie Lukkien 4
RompeLtoeltje 4 Zonsondergang 5
Margriet 4 Pelikaan 4 Dwingeland 4
Witmuis 4 Craco 5 Heliante 6 Vlln-
derfee 5 Duizendschoontje 6 Bril-
lantster 6 Boschviooltje 4 Helpster
tje C Zwartoogje 6.