H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
STADSNIEUWS
rt
LANGS DE STRAAT
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 14 MEI 1929
(Nadruk Terbodenj auterui-»recht roorbehoudfm.)
door W.
Wachten
Nu was zij ver weg van hem, en zij wist
dat hij nu wachten zou, verslagen en ellen
dig, en toch niet aanvaardend wat zij hem
gezegd had: dat zij niet meer van hem hield.
Ze zag hem zitten, gebogen, met het hoofd
tusschen de handen geklemd, met oogen, die
somber voor zich uitstaarden in verbeten
woede over zijn noodlot. En diep in hem zou
nog een sprankje hoop gloren, en het zou
later en later worden, en zij zou .niet komen.
„Zeg nu niets., beslis nu nietsen van
avond, kom of schrijf memaar laat me
niet wachten".
Niet willen aanvaarden had hij, al had ze
het in haar wanhoop en onmacht luid op
móeten zeggen: dat ze niet van hem hield.
Steeds had hij de beslissing uitgesteld en
herhaald: „Vanavonden laat me niet
wachten, in Godsnaam, ik hou te veel van
je". En hij had zijn hand over de tafel naar
haar toegeschoven.... En terwijl haar hart
bijna barstte van ellende en medelijden, en
ze zoo vuvig verlangde om die eenzame hand
in de hare te nemen en te liefkozen en er
wat troostends mee te doen, terwijl ze wist
dat hij haar liefhad en ze bezig was zijn
liefde te verwerpen, had ze die hand laten
liggen, een eenzame hand op een leege tafel.
Want ze wist, dat ze, doordat ze hem 't groo-
te niet kon geven, het recht op die kleinig
heden had verbeurd.
En hier zat ze nu te wachten waarop?
Op de vervulling van een waan misschien,
en daarginds wachtte hij op haar, op een
brief van haar. En ze zou niet komen, en hij
zou geen brief van haar krijgen. Omdat ze
niet kon. „Je wilt niet van me houden", had
hij smartelijk gezegd en ze had haar heele
hart in opstand voelen komen. Niet willen!
Ze wilde, wilde, met haar heele hart en haar
heele ziel; maar als je armen niet wilden,
niet anders kónden dan hem wegduwen; als
je, toen hij je kuste, alleen maar zijn oogen
kon zien, die te dringend in de jouwe keken,
en je moest je gezicht wegrukken, waar bleef
dan je willen? Als je wel verlangen kon,
maar niet naar hem; als je verlangde naar
een paar veilige armen en een hand, die je
over je haar zou strijken als je even moest
uithuilen van louter geluk, dan kon je niet
anders dan je verzetten tegen een paar ar
men, die je omklemden tot je niets voelde
dan pijn en weerzin.
En het verlangen was er, en hij was er, en
nu wachtte hijen nu wachtte zij, alle
bei verlangend en ze kon niet. O, nu de trap
af te kunnen stormen, en de straten door
en naar hem toe, en te weten dat ?ijn armen
zacht zouden zijn, en zijn oogen stil-begrij-
pend. Dat ze zijn handen zou kunnen stree-
len en zacht met haar lippen liefkoozen en
dat ze samen diep-in zouden weten, dat 't
nu goed was. Dat ze over zijn haar zou
kunnen strijken en zijn gezicht tusschen
haar handen nemen en eindelijk door hem
gekust worden, eindelijk en eindeloos
En omdat 't niet kon, omdat haar ver
langen en hij niet bij elkaar hoorden, daar
om wachtten zij tweeën nuO, de mach-
teiooze opstand tegen je eigen hart. en je
eigen krankzinnige dwaasheid, waarmee je
voor een waan misschien je geluk liet glip
pen. en 't geluk van een ander.
Wachtenhij op jouen jij op
O God, laat ik niet miin heele leven hoevm
wachten, martelend en wreedik kan
bijna niet meer....
VOGELS EN BLOEMEN IN DE WATERLEI
DINGDUINEN.
Een mooie excursie der Natuur
historische vereeniging.
Onder leiding van den heer Cornet trokken
25 leden der afdeeling Haarlem van de Néd.
Natuurhistorische vereeniging op den rnooien
voorjaars-Zondag de duinen der Amster-
damsche Waterleiding in. Doel was „vogel
waarneming".
Gehoord werden: nachtegaal, fitis, leeuwe
rik, het sjirpen van de sprinkhaanrietzan-
ger, de melodieuse wulpenroep. Voorts wer
den waargenomen: tapuit, ringmusch, to
renvalk, boompieper, wulp en stern. Nesten
van de wulp, met 4 eieren en ook twee nesten
van de griel met twee eieren werden ge
vonden. De schuwe grielen, waarvan er in
ons land een 20 paren broeden, konden bij
het tweede nest onder het opvliegen goed
worden waargenomen.Verder zagen we nes
ten van vink, eend en onder een duindoorn
lag reeds een gespikkeld ei van het bontbek-
pleviertje. Aschgrauwe kiekendieven vlogen
voorbij, bonte pieten of scholeksters poseer
den op duintopjes.
De botanici vonden morietjes, maanvaren,
voorjaarsvroegeling, handelaartjes enz. Ja-
cobsvlindertjes fladderden rond, een hout
rups werd buitgemaakt, hagedissen een
fraai groen mannetje en grijsachtiger wijfje
lieten zich bewonderen.
Een prachtig geslaagde tocht, waarvan de
leden met mooie indrukken om vijf uur huis
waarts keerden.
40 JAAR BIJ DE POST.
De heer J. P. Haanschoten, Inspecteur der
P. T. T. te Haarlem, zal 16 Mei den dag her
denken, waarop hij vóór 40 jaar bij het
Staatsbedrijf der P. T. T. in dienst trad. Na
de rangen surnumerair, commies en hoofd
commies te hebben doorloopen, werd hij 1
Juli 1922 benoemd tot inspecteur te Amster
dam. Na verplaatsing van het inspectie
bureel van Amsterdam naar Haarlem op 1
December 1925 oefent hij zijn functie te
Haarlem uit.
■LNGkZUNDLN a 6i) Cts.
per repel.
DE ACTIE IN DE BINNENBEURTVAART.
Door den Centralen Bond van Transport
arbeiders werd Zondag in het gebouw de
Centrale een vergadering gehouden, onder
voorzitterschap van den heer A. Mars. ter
bespreking van de in te zetten landelijke ac
tie in het Blnnenbeurtvaartbedrijf.
Vooral voor de hier ter stede gevestigde
binnenbeurtvaartbedrijven zal deze actie van
beteekenis zijn, daar het bij deze algemeene
actie niet alleen gaat om het loonpeil be
langrijk verhoogd te krijgen, maar vooral
om de vele overuren die men. in het bijzon
der tijdens het bloembollentijdperk maakt;
in den vervolge uitbetaald te krengen. Ver
der uitbreiding der vacantie en een vaste re
geling der diverse sociale beDalingen.
Op de binnen enkele dagen te Utrecht te
houden landelijke vergadering zal aange
drongen worden om vooral voor den arbeids
tijd en het uitbetalen der overuren actie te
voeren.
CABARET-A VOND VAN „HERMAN
HEUERMANS".
De serre van „Dreefzicbt" heeft die intimi
teit. die voor een cabaretavond zoo goed past.
Dat bleek de cabaret-avond .die de Haarlem-
sche Tooneelvereeniging „Herman Heijer-
mans" Zaterdag tot slot van het seizoen gaf.
Daar trad op de heer Henk Smal, humorist
excentriek met Hollandsche liedjes en moo-
pen die insloegen. Deze humorist heeft er in
derdaad slag van om zijn publiek te boeien.
Er zit pit in zijn vertelsels, waarvan hij er
ook op rijm voordraagt, en hij weet ze op
een aardige manier te declameei-en. Ook zijn
English Songs zijn goed. Veel succes had zijn
vacantie op ..Rheinland Madel", zijn rijm van
den Ouden Rentenier, het lied „Haast je lang
zaam". De heer Cor Baan zorgde voor een
passende pianobegeleiding.
Voorts werd de avond gevuld door zang
van het duo W. A. Hensen tenor, en mej. T.
v. Waard, sopraan, dat, door mej. T. Krijnen
op de piano begeleid, zeer apprecieerens-
waardig'e kunst gaf. Zoo was „Weenen danst
weer", gezongen in passend costuum een
groot succes. Evenzoo het kusduet uit de
Geisha en de samenspraak „Algemeene
Dienstplicht'.
In de pauze werd een verloting gehouden,
terwijl de prachtige „Columbia-Kolster" van
Dreefzicht tusschen de bedrijven door „Ich
küsse Ihre Hand, Madame", de stem van
Josefine Baker of andere muziek liet klinken.
De plaats aan de piano werd later inge
nomen door den heer J. v. d. Nieuwenhof,
terwijl een trio den heelen avond muziek
maakte, ook op het bal, dat er het laat
ste niet het minst geanimeerde deel van
vormde.
DE TOEWIJZING DER OMROEPGOLVEN.
Nederland's aandeel, en
waarom België er drie
heeft gekregen.
De heer Dubois heeft in zijn quaLiteit van
vertegenwoordiger der omroepvereenigingen
te Genève een overzicht gegeven van de ge
schiedenis der toewijzing van omroepgolven.
Dit geschrift is in de vergadering van het
comité van omroepvereenigingen besproken
en werd Zaterdagavond uitgezonden meldt
het Hbld.
Na een beschouwing over de toewijzing der
omroepgolven wordt geconcludeerd, dat Ne
derlands aandeel in de te verdeelen golven
grooter is dan waarop het recht had.
Gezien het verlangen der omroepvereeni
gingen naar minstens één lange golf, kon
moeilijk een andere keus gedaan worden dan
thans is geschied, ook al in verband met
oudere aanspraken van andere landen op
andere golven dan de 1875.
België zegt men heeft drie golflengten
gekregen. Inderdaad, maar zijn 3de is een
z.g. gemeenschappelijke golf, waarvan er ook
een of meer ter beschikking staan van Ne
derland. Ten tweede dientv>men niet te ver
geten dat België een twee-talig land is.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen bij:
Lamme, Spaarne 92, abonnement N.Z.H.T.,
Troost, Vrouwehekstraat 36, armband; Geer
vliet, Saenredamstraat 14, idem; Oldenburg,
Nagtzaamstraat 33, beursje; Jordaan, Vrou
wehekstraat 31, ceintuur v. jongenspakje;
Smit, Dr. Schaapmanstraat 33, collier met
hanger; Albers, Jan Steenstraat 39, koperen
dop: Brugwachter, Catharijnebrug, giek v.
bootje; v. Wateren. L. Costerstraat 1, hand
schoen; Bur. van Politie, Smedestraat, hand
schoenen; v. Velden, Bakenessergracht 75, in
signe; Willemse, Pres. Steijnstraat 135, re
genjas; v. Leeuwen, Bakkerstraat 47, stofjas;
Leeveld, Drappenierstraat 9 rood, kettinkje;
v. Dijk, Hagestraat 27, kussen; Kennel Fauna,
wit-grijze kat, gebracht door: Kan, Oost In-
dischestraat 22; grijs-witte kat, gebracht
door: Dijkstra, Eschdoornstraat 6; zwarte kat
gebracht door Mooy, Jordensstraat 10; Geer
vliet, Saenredamstraat 14, kettinkje; Zijlstra
Kenaustraat 8c, medaillon; Postkantoor, Ged.
Oudegracht, parapluie en sleutels; de Klerk,
Reitzstraat 17 rood, sleutel; Herzog, Caste-
leijnstraat 10, tasch met inhoud; Spruit,
Thomsonlaan 27, taschje met inhoud; Snoek,
Leidscheplein 56, rijwielbelastingmerk; Bur.
van Politie, Smedestraat, rijwiel; Kuipers,
Borskistraat 14, rozenkrans in étui; Toornen,
Boschlaan 6 (Bloemendaal) zweep.
Terug te bekomen bij W. van der Werff,
Javalaan 33, een sigarenkoker. W. Luiten,
Camplaan, een handschoen, A. Willemse,
Groenendaal, een paar motorhandschoenen.
P. Qolders, Raadhuisplein 34, een jong hond
je, R. Los, Borneostraat 45, een rijwielbelas
tingmerk. Van den Berg, Zuiderstraat 26 rood
Haarlem, een vermoedelijk gouden broche,
Jorritsma, Postlaan, een roodbruine kat;
Van der Weiden, Bleekersvaartweg 41, een
pet. Van Zanten. Lombokstraat 30, een zil
veren kinderarmbandje. A. Guldemont,
Bronsteeweg 34, een blauwe studentenmuts.
Bekker, Amaryllislaan 2, een portemonnaie
met inhoud. Bureau van politie, Raadhuis
straat, twee sleutels.
MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL.
67 leerlingen behaalden het einddiploma
en vonden dadelijk een passenden werkkring
voor zoover zij n-iet in militairen dienst moes
ten of verder studeeren.
De cursus 19281929 begon met 386 leer
lingen. V.an deze leerlingen zijn 58 in het
bezit van het einddiploma eener H.B.S. met
5-j. c. of van het einddiploma Gymnasium
B. De leerlingen zijn afkomstig uit 69 Neder-
landsche Gemeenten, 7 uit Nederl. Oost-Indië
efi één uit West-Indië; één heeft de Bel
gische, één de Duitsche, één de Engelsche,
én de Oostenrijksche en één de Tsjechische
nationaliteit.
Er werden 56 excursies gehouden, waaron
der vier naar het buitenland. De bibliotheek
en verzamelingen breidden zich uit.-
Met de inrichting van een eenvoudig la
boratorium voor bedrijfstechnische onder
zoekingen op het gebied van de metaalbe
werking werd "en aanvang gemaakt. Het
„Steunfonds" ter bevordering van het onder
wijs aan de M.T.S. te Haarlem gaf hiervoor
een moderne draaibank ten geschenke.
In overeenstemming met het rapport van
de commissie uit de leden, belast met het
nazien van de rekeningen en verantwoor
dingen Over 1928 de lxeeren J. v. d. Ban, H.
J. Cramer en Mr. J. H. J. Simons) werd de
penningmeester, de heer P. van Thiel, ge
dechargeerd voor het dienstjaar 1928, onder
dankbetuiging. Tot lid v.an de commissie tot
het nazien van de rekeningen en verant
woording over 1929 werden gekozen de heeren
H. J. Cramers, J. W. van Santé Jr. en J.
Stolp Jr., tot plaatsvervangende leden de
heeren J. C. Geyl, dïpl. ing. P Lugt en J.
J. Thöne.
Inplaats van den heer C. H. Teschmacher
die als bestuurslid aan de beurt van aftreden
was, werd gekozen de heer F. A. Smit Kleine
te Overveen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1433
LENTE IN DEN KELDER
Moeder heeft ge
vraagd of vader eens
in den kelder wil
gaan kijken wat er
met de schoonmaak
zoo op het eerste ge
zicht lijkt het een
hopelooze taak
dat hout kan niet ge
mist worden, dat
moet allemaal in el
kaar geslagen worden
en netjes opgestapeld
vader's aandacht
wordt afgeleid door
de vraag, hoe lang
die kolen in den vol
genden winter zullen
meegaan
en dan moeten al die
oude kranten en tijd
schriften worden op
geruimd en verkocht
I bloempotten, verroes-
te kettingen enz. i
moeten die nu be
waard worden of
I niet?
en als hij dan naar
al die spinnewebben
aan de wanden en
zoldering kijkt
I lijkt het maar beter
I om er niet aan te be-
I ginnen.
(Nadruk verboden.)
De Deftige
Dit is het Langs de Straatje van den Def
tige, die kippen hield. Voor zoover de Def
tige zich langs de straat bewoog was het
weliswaar aan geen enkel onderdeel zijner
statige persoonlijkheid ook maar in eenig
opzicht te bemerken, dat hij kippen hield,
maar er is de laatste weken genoeg gebeurd
om een onthulling over deze omstandigheid
zijns levens te rechtvaardigen. Zij, die om
dat zij woonden in dezelfde straat, den Def
tig zeer deftig wisten, kenden hem overigens
slechts van op een afstand. En dat hij kip
pen hield, wisten alleen zijn allernaaste bu
ren. In de conversatie van de straat was de
Deftige steeds slechts passief betrokken.
Zelfs over het weer had met den Deftige
nooit iemand uit de straat een woord gewis
seld. ja, nu het weer de laatste weken beslist
onder A. P. gebleven was, was er voor den
Deftige zelfs niet de minste aanleiding ge
weest om zich met de menschen uit zijn
straat te onderhouden over deze hoogst be
langrijke zaak.
Indien dus in het vervolg zal blijken, dat
hij toch niet geheel buiten de weer-conver-
satie bleef, dan kan dat niet anders aan
nemelijk gemaakt worden, dan door het te
beschouwen in verband met zijn kippen.
Kippen waren zijn lust en zijn leven. Als
hij om twaalf uur thuis kwam om het noen
maal tot zich te nemen, dan was zijn eerste
gang naar de rumoerige bevolking van het
aan zijn vrouw 'r bloemenliefae ontworstel
de deel van hun stadstuintje en voor hij zich
om 1 uur begaf naar zijn zaken gold zijn
gang al evenzeer dit Mekka.
Het zou geen nut hebben deze zeer intieme
dingen uit het leven van den Deftige aan
de openbaarheid prijs te geven, indien er
niet een factor in was, die voor de onthullin
gen van zoo essentieel belang is, dat wij
hem niet verzwijgen mogen.
De Deftige namelijk, was behalve een sta
tig ook een zuinig man. Hoewel het hem zeer
onwelvoeglijk leek om zich langs de straat te
vertoonen met een anderen dan een dophoed
beschouwde hij het als goede huiselijke ge
woonte om wanneer hij zijn hoofd binnen
het kippenhok stak om te speuren naar den
dagelijkschen elervoorraad, dan wel naar de
symptomen van pip aan de penveeren bij
zijn cochinchina's, een oude Panamahoed te
dragen, mede gezien en dit is weer een
chose intime. die wij slechts voor den goeden
gang van zaken publiek maken zijn zeer
schaarschen haargroei. Een Panama, die
voor dat doel nog best mee kon al was hij
wat verschoten in het zenith van den bleek
gelen bol.
Rest ons om het verband duidelijk te ma
ken tusschen de kippen het weer en den
Panama en dat is eenvoudig genoeg, in aan
merking nemend, dat de Deftige na zijn da
gelij ksche inspectie immer zeer gepresseerd,
was, aangezien tram en zaken wachtten.
Het was meer een hoogtij-dag geweest voor
de kippen dan voor de lente. De Deftige had.
wel een dozijn eieren geraapt en het was
heel laat geworden. Hij had in haast zijn
jas met het bontkraag je aangeschoten en in
haast spoedde hij zich naar de zaken.
Toen was het, dat de menschen, met wie
hij nooit in conversatie was getreden zich tot
hem wendden met de in verband met boven
geschetste weersomstandigheden wat zon
derlinge vraag of hij het zoo warm had. En
met de opmerking „dat hij zeker ook den,
zomer voelde naderen, al kon je er in de na
tuur nog weinig van zien". Of had hij het
voorjaar in zijn bol?
In het begin had de Deftige die opmer
kingen nog niet vreemd gevonden. O, zeker,
hij moest er v/el opgeruimd uitzien, want hij
dacht aan zijn eitjes. Een dozijn had hij er
nog nooit gehad.
„U verwacht zekep»vandaag nog wel een
zonnetje", zei de juffrouw van het hoekje,
die hij heelemaal niet kende, omdat de straat
op dien hoek veel minder deftig was dan de
zijne. Maar vanwege het dozijn antwoordde
hij en zei: „Nee juffrouw, dat nou juist niet,
er zal wel sneeuw komen". Dat de juffrouw
lichtelijk verbaasd keek merkte hij niet.
Ach, hij merkte eigenlijk niets, zelfs niet
toen de conducteur in de tram gezegd had:
„Nou we kregen zeker vandaag nog mooi
weer" en een schalksche oude juffrouw daar
op geantwoord had, dat één zwaluw nog
geen zomer maakt
Niets,vóór de noodzaak om zijn fel
sten concurrent te groeten hem de volledige
debacle zijner deftigheid deed bewust wor
den in dat eene moment, dat hij greep in de
volte van een rafeligen Panamahoed, met
verschoten lint.
Sindsdien zijn eenige dagen de gordijnen,
gesloten gebleven in hét huis van den Defti
ge. alsof hij zich schaamde en gisteren zelfs
stond er een verhuiswagen voor de deur....
Daar hoeft u nu niets kwaads van te den
ken, want des Deftigen vrouw hield schoon
maak en ze kreeg nieuwe meubeltjes in de
voorkamer, van een rijken oom, die dood ge
gaan was.
K. P.
'NGEZONDEN MEDEDEELiNGEN a OÜ centa
per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJOR1SSTRAAT 16
TELEFOON No. 10756
VAMPYR STOFZUIGERS F 98.-
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS.
16)
door
JAQUES FUTRELLE.
En te midden van dit alles nestelt zich
het dorpje Satult, kalm en rustig een
oase in den woestijn van het heden. Zoo
af en toe dringt een vage echo door uit de
buitenwereld een auto. die binnen komt
stuiven en schel toeterend door de dorps
straat vliegt, een vliegmachine, die alle ge
moederen in opstand brengt. En voorbij Peg-
gotty Beach, bij Bass Cove, verheft zich een
mast voor de radio, als een soort van uit-
roepingsteeken in de geschiedenis van het
menschelljk kunnen.
En verder staat aan Minot's Redge een
vuurtoren als een zwijgende schildwacht
hoog boven alles uit. Ik kan de lichtflitsen
van mijn raam uit zien. Eén-twee-drle-vier,
is het signaal; de zeelieden noemen het het
,.Ik-hou-van-je" licht. „Ik hou van je!",
flitst hij over het golvende water de bin
nenkomende stoomboot tegemoet. ,.Ik hou
van ie!". zeg' hij tegen het schuchtere
meisje; „Ik hou van je!" straalt hij tegen
den zwoegenden jongen visscher, als hij de
bloedroode zonsondergang tegemoet vaart.
Hij staat daar als een baken, als een bood
schap aan ledereen. in den donkeren nacht.
En nu is het tooneel klaar de coulissen
staan waar zc wezen moeten het spel kan
beginnen!
HOOFDSTUK II.
Het was kapitein Barry nog nooit gegeven
geweest oin de grillen van de stadsmenschen
te doorzien en hun diepste gronden te be
grijpen. En waarom nou een meisje met
alleen een badpak aan, en een geweldige
massa kort rood haar daar in Bass Cove
twee kostelijke lange uren naar den opko
menden vloed kon zitten staren, ging boven
zijn pet. En er was nog wel Oostenwind!
Hij liet zlc-h villen, als hij snapte, wat iemand
er nou aan vond om rond te plassen in
water, dat niet veel warmer zou zijn dan het
ijs binnen in 'n ijskast hij liet zich villen
als hij dat snapte!
Op het groote strand van Peggotty Beach
was het meisje de eenige levende ziel. Van
zijn zonnig hoekje uit tusschen de bemoste
rotsen had de kapitein zoo af en toe eens
zijn nek omgedraaid om naar haar te kijken.
Nou moet u niet denken dat hij nieuws
gierig was, maar hij had haar daar al een
paar dagen gezien, en ze was een vreemde, en
het ergerde hem geweldig, dat er iemand in
Satuit was. die hij niet kende.
Want hij kende iedereen en hij wist alles
van iedereen af. Hij hield er zoo zijn eigen
manieren op na. om achter de belangwek
kende geheimen van zijn medemenschen te
komen.
Hij bepeinsde de situatie met steeds
groeiende ergernis, tot hij her- ten slotte
niet langer kon houden. Hij stond op. schud
de zijn pijp uit en liep langzaam naar het
meisje toe.
„Morrege!" groette hij.
Zc keek wei op bij die prozaïsche onder
breking van haar droomen. Bij die korte
beweging tooverde het zonlicht duizenden
lichtsprankels in haar haar en de blauwe
oogen namen de gebogen gestalte en liet
verweerde, gerimpelde gezicht met één blik
in zich op. Ze knikte, met een stralende
glimlach.
„Goeie morgen!" antwoordde ze.
„Heb u het niet koud?" en de kapitein
wierp een ongerusten blik op haar badpak
je.
„Koud?" Ze lachte en trachtte haar beenen
zedig onder zich te versteppen. „Op zoo'n
mooie dag? Ik heb hier gewoon twee uur
lang zitten staren naar de. prachtige kleu
ren van die rotsen aan den overkant. Die
twee groote zijn net leeuwen, vindt u niet?
En hebt u ooit zooveel tinten van rood en
blauw en groen bij mekaar gezien?"
Onmiddellijk wist de kapitein in welk
vakje ze thuis hoorde ze was er vast één
van dat artiestenvolkje. Die daasden alle
maal zoo. Hij kende dat soort menschen
hij had zelfs ruzie met ze geschopt over de
kleur van die zelfde rotsen. Hij bedankte er
voor. om daar nog eens over te beginnen.
,.Je bent één van die nieuwe menschen
hè?" begon hij diplomatiek, terwijl hij schil
derachtig tegen een roeiboot ging leunen.
„Nieuwe menschen?" herhaalde het meis
je. „O ja. ja! We zijn hier pas een week.
Dit is onze eerste zomer hier".
Ze richtte zich op op haar gestrekte ar
men en keek hem aan met een zonderlinge
uitdrukking om haar mond, en een zedige
blik in haar blauwe oogen.
Instinctief voelde de kapitein, dat hij hier
al zijn handigheid en diplomatie zou moeten
ontplooien.
„Ên wat mag uws naam wel zijn?", vroeg
hij quasie-bescheiden.
„Mijn naam?" herhaalde ze. „Ik heet
Quain".
„Qua in?"
„Quain. ja Cicely Quain". Ze glimlachte
„Leuke naam hè?. Vindt u Cicely niet
leuk?"
„Dus u bent één van die menschen die
benne gaan wonen in het huis van dien
schrijver op Second Cliff?"
„Stepping Stones ja".
„Ik dacht altijd wel, toen hij het bouwde,
dat hij het nooit zou kunnen bolwerken.
Dat grijze vrouwspersoon is dan zeker je
ma, wat?"
„Die bejaarde dame met het witte haar
Is mijn moeder, ja".
„En die vent met z'n gele snor da's dan
zeker Je man?"
De blos op de wangen van het meisje werd
Iets dieper; haar neus rimpelde zich en ze
begon te lachen. Ze schudde haar hoofd, tot
kapitein Barry bijna verblind werd door het
geschitter van haar haar.
„Nee", zei ze, „ik ben niet getrouwd".
„Je broer dan?"
„Nee".
„Woont ie zoo maar samen met jullie?"
„Nee, hij logeert bij ons".
De kapitein ontplooide al zijn diplomatieke
talenten bij de volgende vraag:
„En hoe mag hij wel heeten?"
„Hij heet van Derp".
„Vanwat?"
„Van Derp Mr. August van Derp. Hij
komt uit Holland".
,,'n Hollander! Brrr! Daar moet ik niks
van hebben. D'r was es een Hollandsche kok
bij mij op 't schip. Kende niks van koken".
Hij streede zijn verwarde baard. „En waar
is je Pa? Dood?"
De diplomatieke inkleeding van die vraag
deed het meisje weer in lachen uitbar
sten. De kapitein keek nieuwsgierig op haar
neer, lichtelijk verwonderd. Donkere scha
duwen speelden over haar haar, het safier
van haar oogen veranderde in turkoos.
„Nee. Mijn; vader is in New York".
„Zeker een bankier?"
„Nee. Bij de spoorwegen".
„O! Ik heb ook es iemand bij de spoor
wegen gekend. Een machinist. Misschien
kent u hem wel?"
„Ik denk van niet?"
„Wat voor soort van baantje heeft je Pa
dan? Conducteur?"
Het kiezel achter hen kraakte, en zo
draaiden zich alle twee om. Een jonge man
kwam naar hen toe langs het strand, eeh
keurig gekleede jonge man, met lang haar
en een vreemd-verheugde uitdrukking in zijn
droomerige oogrn. Het meisje ging op haar
knieën liggen en- keek hem verbaasd aan.
„Skeets!" riep ze uit.
„Helen!"
„Wel, alle menschPlotseling begon
ze te lachen, sprong overeind en holde het
hellende strand af naar de zee.
„Helen!" Er lag een wereld van teleur
stelling in Skeets toon.
met haar hand, toen draaide ze zich om en
dook midden in een groote golf. Het duurde
meer dan een minuut voor ze weer verscheen
een heel eind verder, voorbij de branding,
en ze zagen haar met een kalme krachtige
slag de open zee inzwemmen. De twee man
nen stonden baar als met stomheid gesla
gen na te kijken.
„Ik la' me villen!" zei de kaptein.
„Verdraaid!" gromde Skeets.
Hun oogen ontmoetten elkaar.
„Waarom dee ze dat?"
„Natuurlijk omdat omdat ze een vrouw
is".
,,U noemde haar Helen, hè?"
„Nou, wat zou dat?"
..Ze had me verteld, dat ze Cicelyheet-.
te"4
(Wordt vervolgd.^