BUITENLANDSCH OVERZICHT 3 OVEREENSTEMMING ONDER DE GEALLIEERDE FINAN CIEELE EXPERTS. EEN MERKWAARDIG ARTIKEL VAN GRAAF BETHLEN. GEMENGD NIEUWS HET JUBILEUM VAN DEN EIFFELT0REN. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 22 MEI 1929 DERDE BLAD De punten waarop het vergelijk met de Duitschers stranden zal. Dat de Hongaarsche gemoederen ten zeerste bewogen heeft. T BELANGRIJKSTE NIEUWS Gisteren blijken de besprekingen van de financieele experts eindelijk tot een resul taat te hebben geleid. Vaz Dias meldt al thans dat de vertegenwoordigers der gealli eerde mogendheden na een vergadering van twee uren de door Schacht gemaakte reser ves hebben onderzocht alsmede de regeling van de onderlinge verdeeling der Duitsche betalingen. Daarna werd overeenstemming bereikt. Men stelde den tekst vast van een brief aan de Duitsche delegatie. Men is dus over het doode punt ten aanzien van de verdeeling der betalingen heen. Maar wat zal Duitschland nu doen? Men Js het er in financieele kringen bijna over eens dat Schacht eenige punten zal opwer pen die hij onaannemelijk voor zijn land zal noemen. Deze punten zullen naar alle waarschijnlijkheid ontleend worden aan eenige amendementen die Duitschland zal willen verwerpen. In deze amendementen wordt namelijk een regeling getroffen, waar door het mogelijk zal zijn dat Oostenrijk en Hongarije hun betalingen schorsen. Boven dien neemt men aan dat men Schacht zal verzoeken een aparte post op te nemen voor de marken en wel boven de annuïteit van 2050 millioen mark. Dit zijn eenige, voor Duitschland pripci- pieele bezwaren die naar alle waarschijnlijk heid tot gevolg zullen hebben dat de Duitsche delegatie het rapport der geallieerden in zyn geheel zal verwerpen. Een artikel van den Hongaarschen mi nister-president Bethlen in de Dépêche de Toulouse, heeft zeer veel opzien gebaard, omdat de graaf daarin op breeden grondslag en op eigen houtje een gedurfd systeem van buitenlandsche politiek ontwikkelt. Bethlen constateert dat de betrekkingen tusschen Hongarije en Frankrijk steeds beter worden. Er was een tijd, dat deze zeer ge spannen waren, doordat men in Frankrijk geloofde, dat men in Hongarije bankbiljet ten van de Banque de France vervalscht had en doordat men in Frankrijk met wan trouwen het Hongaarsche streven naar her ziening van het Verdrag van Trianon gade sloeg, evenals de Hongaarsche konings kwestie. Nu heeft Hongarije in den afge- loopen herfst een arbitrage- en vriendschaps verdrag met Polen gesloten, wat voor Hon garije voornamelijk daarom van belang is, omdat Polen met zijn goede betrekkingen met Frankrijk en Roemenië als bemiddelaar tusschen Hongarije en deze landen kan op treden. Maar om goede betrekkingen met Frankrijk te bereiken, moet Frankrijk er rekenschap van geven dat Hongarije ten op zichte van den opbouw van den Europeeschen vrede een constructief element is. Omtrent het koningsvraagstuk schrijft Bethlen dat er nog heel wat tijd overheen zal moeten gaan, voor de Hongaarsche regeering het tijdstip om deze kwestie te bespreken, gekomen zal achten. Volgens Bethlen achten breede lagen van het Hongaarsche volk het een gerust stellend idee, dat aan het hoofd van den staat een gekozen regent staat, die tot zijn dood deze functie zal vervullen. Deze verstrekkende uitlatingen hebben de Hongaarsche gemoederen dermate bewogen dat de commissie voor buitenlandsche poli tiek uit de Kamer bijeengeroepen werd. Zij zal het artikel aan den toets van de critiek moeten onderwerpen en van Graaf Bethlen aanvullende verklaringen moeten zien los te krijgen. Zaleski die juist in Boedapest ver toeft heeft inmiddels aan een journalist verklaard dat hij bereid is alles te doen wat de verhouding tusschen Frankrijk en Hon garije kan verbeteren. Bethlen's verklaringen zijn wel de moeite waard. Het is moeilijk om te weten te komen wat achter zijn woorden schuilt. Hierbij zijn immers zeer vele factoren in aanmerking te nemen: Bethlen's vriendschap met Mus solini, Rothermere's inmenging in de Hon gaarsche politiek, de koningskwestie (men heeft Rothermere zelfs wel eens een can- didaat genoemd) enz. Met belangstelling mag men de verrich tingen van de bovengenoemde kamercom missie tegemoet zien. F. A. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Het vraagstuk dezer dagen in Engeland. Zooals men weet, zal de algemeene ver kiezing voor het Lagerhuis door een groot aantal driehoeksverkiezingen gekenmerkt zijn, d.w.z. waarbij candidaten van drie par tijen elkaar bestrijden. Het zijn er in het ge heel 444. In 26 andere gevallen bevechten zelfs vier candidaten elkaar. Enkele conservatieven en arbeiders be strijden elkaar in 70 districten, conservatie-, ven en liberalen in 16 en arbeiders en libe ralen in 14 districten. Zoowel Baldwin, de eerste-minister, als de liberale leider Lloyd George moeten zich voor het eerst aan een driehoeksverkiezing onderwerpen en Ramsay MacDonald, de leider der arbeiderspartij, heeft een liberaal, een conservatief en een communist tegen over zich. Zoons, dochters en vrouwen van bekende politici zijn onder de candidaten, aldus de N. R. Crt. Oliver Baldwin, de zoon van den eerste- minister is, gelijk reeds gemeld, candidaat van de arbeiderspartij. Ramsay MacDonald's zoon is ook candi daat van de arbeiderspartij. De zoon en de dochter van Lloyd George zijn door de liberalen candidaat gesteld en twee zoons van Arthur Henderson zijn voor de arbeiderspartij in het veld gekomen. Sir Francis Acland, de liberale oud-minis ter, en zijn zoon zijn beiden candidaten van de liberalen. Walter Runciman en zijn vrouw zijn libe rale candidaten en Oswald Mosley en zijn vrouw Lady Cynthia zijn candidaten der ar beiderspartij. Rossé burgemeester van Colmar. Rossé, de bekende autonomist, is met 25 van de 30 stemmen tot burgemeester van Colmar gekozen. De Sovjet-Unie en andere Staten. Rykof, voorzitter van den raad van volks commissarissen aer sovjet-unie, heeft in zijn rapport op het sovjetcongres der unie o.a. verklaard De sovjet-regeering volgt een onverander lijke vredespolitiek en streeft er steeds naar de economische betrekkingen met andere staten uit te breiden. Van de afzonderlijke landen heeft Duitsch land het eerst de noodzakelijkheid van uit breiding ingezien. Door het verleenen van een crediet aan de sovjet-unie zijn de Duitsche regeering en Duitsche economische kringen er in geslaagd de sovjet-unie en Duitschland voor een zekere periode te regelen. De eco nomische overeenkomst die onlangs is on derteekend, en de conventie nopens den vorm van arbitrage, bewijzen, dat de betrek kingen tot Duitschland op de basis van wederzijdsch voordeel zijn gevestigd en zon der twijfel ook in de toegomst verder uitge breid zullen worden. De enkele misverstan den, welke zijn voorgekomen, werden gelukkig bijgelegd. Verder meldt de N.R.Ct.: Rykof wees er op, dat het Engelsche eco nomische leven, vooral de uitvoerhandel, door de breuk met de sovjetunie en door het gemis van een normaal ontwikkelde basis in den loop van twee jaar een buitengewoon groote schade heeft geleden. Nopens de economische betrekkingen met de Vereenigde Staten zei Rykof, dat deze in de laatste twee jaar zich systematisch hebben ontwikkeld. Een duruzame en grootere uitbreiding dezer betrekkingen stuit af op het gemis aan normale betrekkingen. De betrekkingen met Frankrijk zijn niet boven het peil gekomen, waarop zij in 1927 bij het vertrek van Rakowski zijn blijven staan. De betrekkingen tusschen de sovjetunie en Italië ontwikkelen zich normaal, met uitzon dering van de ratificatie van het Parijschs protocol nopens het zoogenaamde recht van Roemenië op Bessarabië, welk recht Italië aan Roemenië toekent. Nopens de betrekkingen met Polen ver klaarde Rykof, dat de actie van Poolsche leiders, de anti-Russische campagne der Poolsche bladen en andere feiten bewijzen, dat de Poolsche regeering het Moskousche protocol niet als basis tot vestiging en ont wikkeling van vriendschappelijke betrek kingen met Sovjet-Unie beschouwt. Een groot-Duitsche republiek. Te Eisenach heeft, naar het W. B. meldt, een groote betooging plaats gevonden van republikeinsche vereenigingen, welke werd tot een manifestatie van de groot-Duitsche repubilek, Duitsch-Oostenrijk inbegrepen. Aanwezig waren o.a. de Pruisische minister van Binnenlandsche Zaken Grzesinski en de Oostenrijksche oud-bondskanselier Renner. De vorzitter, de democratische rijksdagafge vaardigde dr. Haas. verklaarde in verband met de hulpverleening door Frankrijk bij de noodlanding van de Zeppelin, dat deze geest van wederzij dsche hulpvaardigheid de bin nen- en buitenlandsche politiek van Europa tot zegen zal worden. Minister Grzesinki betoogde tenslotte, dat de bijeenkomst de beteekenis heeft gekre gen van een betuigenis voor den aemocrati- schen Volksstaat, afgezien van elke partij politiek. SPANJE'S GROOTE TENTOON STELLING GEOPEND. BARCELONA, 20 Mei (N.TJU De inter nationale tentoonstelling te Barcelona is bij prachtig weer plechtig geopend. De koning en koningin werden door Primo de Rivera en alle ministers, autoriteiten, leden van het diplomatieke corps en talrijke buitenlandsche veitegenwoordigers begroet. De president der tentoonstelling, de bur gemeester van Barcelona en Primo de Ri vera hielden redevoeringen. Deze laatste wees op het bijzondere^-feit dat Spanje thans twee tentoonstellingen te Sevilla en Barce lona, heeft georganiseerd. Daarna verklaarde de koning de tentoon stelling voor geopend. HERRTOT TOCH BURGE MEESTER VAN LYON. Herriot is ondanks het feit, dat de socia listen, na de jongste gemeenteraadsverkie zing, de meerderheid in den raad bezitten, toch tot tot burgemeester van Lyon geko zen, nadat bij de tweede stemming de socia listen hun candidaat hadden teruggetrok ken. Bij de eerste stemming waren er op den socialistischen candidaat 27 stemmen uitge,- bracht tegen 23 op Herriot; de socialisten verklaarden, dat hun tot de radicalen ge richte eisch den post van den waarnemenden burgemeester over te nemen, was afgewezen en dat zij onder deze omstandigheden de verantwoordelijkheid voor het stadsbestuur niet meer konden aanvaarden. Na de ver kiezing van Herriot, die was mogelijk ge worden, doordat de 27 gemeenteraadsleden blanco stemden, las een socialistisch raadslid een scherpe verklaring voor, waarin Herriot werd verweten, dat hij openlijk op zich ge nomen verplichtingen had geschonden door de burgemeestersfunctie op zich te nemen. Herriot wees dit verwijt af, aldus de N. R. C., er op wijzende, dat de socialisten, dank zij hun meerderheid in den gemeente raad, den burgemeesterspost hadden kunnen aanvaarden zoo zij hadden gewild. POLA NEGRI WEER NAAR LONDEN. (Van onzen Londenschen correspondent.) Pola Negri is als eens vroeger naar Londen gekomen. Maar toen kwam zij om Bernard Shaw te polsen over de verfilming van Ceasar en Cleopatra. Nu komt zij naar Londen om er de rol van „hostess" te vervul len, gastvrouw in haar eigen huis. Zij heeft dat huis gehuurd in een van de deftige buur ten van de stad. Het is een oud home twee honderd jaar, eens een geschenk van koning Karei H aan een van zijn vriendinnen. Pola erkent dat het wat klein is. „Maar" zegt zij „het is groot genoeg om er Mr. Shaw en Mr. Wells, eenige kunstenaars en menschen die goed kunnen zingen en goed muziek kunnen maken te ontvangen." Pola Negri wil niet concurreeren tegen die andere Londensche gastvrouwen, die een paarhonderd menschen van geld- en geboorte-aristocratie in haar prachtige huizen ontvangen en meteen last krijgen van de ongenoode gasten, die in de massa verloren gaan. Neen, haar soirees zullen hoogstens door een dozijn personen worden bezocht, niet van de aristocratische maar van de intellectueele en artistieke elite. Dit wordt Pola's ontspanning. „Want", zegt zij. „het filmbestaan is zeer inspannend in dien men het ernstig neemt en er in wil sla gen. en afleiding van dezen aard heb ik noo- dig". En zij heeft haar Londensche woning ge meubeld met stukken uit haar onvervalscht aristocratisch „chateau" in Frankrijk. POLITIE-AUTO'S IN VER MOMMING. (Van onzen Londenschen correspondent.) De afgeloopen week pleegden dieven, van auto's voorzien, twintig diefstallen. Zij de den het in het volle daglicht met druk ver keer van publiek vaak om hen heen. En zij ontkwamen gemakkelijk met- hun buit. Dat zij aldus straffeloos hun kwaad kunnen doen, wordt nu toegeschreven aan het feit, dat zij de politie-auto's goed kennen, buiten hun werkingsfeer blijven en ze kunnen ont- loopen. Toen deze dieven met auto's voor het eerst driest begonnen op te treden, werd de politie toegerust met auto's die snel kon den rijden en snel op gang konden komen. De wagens droegen de teekenen van hun dienst en afkomst op hun uiterlijk. Boven dien beantwoordden de misdadigers den zet van de politie met het gebruik van wagens, die nog sneller gingen en nog sneller op gang konden komen. De ervaring leert. En de politie-autoriteiten hebben er nu wat an ders op gevonden. Zij zoeken het nu niet meer in een grooter aantal paardekrachten, ofschoon zij die niet geheel veronachtza men, maar in camouflage. De oude taktische regel, dat men moet zien, zonder zelf gezien te worden en dat men moet naderen zonder opgemerkt te worden, zal nu in praktijk wor den gebracht. De nieuwe politie auto's zullen er uitzien als taxi's of als onschuldige vrachtwagens. In hun dak is een antenne verborgen; in het inwendige een radio-ont vangtoestel, dat berichten over diefstallen, door Scotland Yard van het hoofdbureau uitgezonden, zal ontvangen. De surveillee- rende politie-te-voet, die onraad speurt of diefstal waarneemt, kan onmiddellijk naar de allerwege opgerichte politie-telephoonpos- t;n gaan om het hoofdbureau van Scotland Yard te waarschuwen. En de patrouilleeren- de politie-taxi's of politie-vrachtwagens krijgen het nieuws onmiddellijk, en kunnen binnen een paar seconden nadat het vergrijp is geconstateerd ter plaatse zijn. De dieven zijn misschien nog bezig met hun euvel- werk en vermoeden niet dat de onschuldige bedrijfsauto, die nadert tusschen vele ge lijksoortige auto's, een vehikel is dat hen mee zal nemen naar het bureau, na de roofpartij te hebben belet. Zoo althans stelt Scotland Yard zich voor dat het een einde zal kun nen maken aan de straffeloos gepleegde dief stallen door misdadigers met auto's. Het is een goed plan.... waarop arglistige misdadi gers wellicht ook weer een tegenzet hebben. En zoo gaat de strijd tusschen gezag en mis daad voort. Enkele herinneringen. Onze Parijsche correspondent schrijft ons: Waarom zou in dezen tijd, nu ieder mensch die 25 jaar lang een zelfde baantje vervulde recht heeft op een jubileum, een voorwerp niet mogen worden gehuldigd? En vooral wanneer het een voorwerp geldt, eenig in zijn genre en nimmer door iets geëvenaard: Eif- feltoren. Veertig jaren lang. ondanks de he vigste stormen welke om zijn stalen kop woedden, ondanks de welgeteld 943 bomaan slagen welke op hem zijn gepleegd, heeft hij kranig stand gehouden en vervulde hij da gelijks zijn plichten. Niet alleen tegenover de duizenden vreemdelingen, die zich dagelijks tegen zijn steile flanken laten opsjorren om van het eerste of tweede terras te genieten van een schitterend panorama, maar ook te genover de honderd duizenden die nimmer het grootste Parijsche monument zagen doch die hem 's avonds hoorden, wanneer van den top concerten worden uitgezonden. Het is veertig jaar geleden dat de Eiffel- toren voltooid werd, dat de Fransche inge nieur Eiffel enkele vrienden, die steeds ver trouwen toonden in zijn onderneming, uit- noodigde voor een lunch in het kleine appar tementje op 300 meter boven den beganen grond, daar waar hij een klein woninkje voor zich had gereserveerd. We zouden ons nu moeilijk Parijs zonder Eiffeltoren kunnen voorstellen, en de vervaardiger heeft gelijk gekregen toen hij beweerde, dat er binnen kort een tijd zou komen dat deze geweldige toren enorme diensten zou bewijzen. En was het dan ook niet een beetje dwaas dat men in een stad, waar men misschien al te licht iedere verdienste huldigt, nooit iets had gedaan voor Eiffel, wiens naam toch be roemd is over de heele wereld? Na veertig jaar eerst is men op de gedachte gekomen om dit tekort goed te maken en is in tegen woordigheid van den onderstaats-secretaris van Posterijen een klein borstbeeldje van Eiffel onthuld aan den voet van zijn mees terwerk. Het was niet een groote plechtig heid, er waren maar heel weinig menschen toen 't beeldje vervaardigd door Bourdette, werd onthuld, maar officieel heeft Parijs aan toch zijn plicht gedaan. We zullen u niet eens de toespraak resumeeren welke de be windsman hij deze gelegenheid hield; er is de Eiffeltoren, die méér zegt dan een officieel woord, en waar Eiffel tijdens zijn leven nooit iets anders dan miskenning heeft gevonden en spot en hoon en tegenwerking, waar nie mand in zijn werk wilde gelooven, daar is het maar beter om dergelijke plechtigheden een beetje onopgemerkt te laten voorbij gaan. Want dat alles is nog te kort geleden; er zijn nog te veel getuigen. Ik herinner me, jaren geleden Eiffel eens te hebben gezien. Een stijve, strenge kop, met bittere trekken om den mond, type van den man die veel trieste ervaringen heeft gehad. Zoo ook heeft de beeldhouwer hem voorgesteld. Twee jaar geleden in het departement Ardèche vertoe vend zagen we zijn eerste werk een stalen hangbrug over de Rhone. En hoewel die brug al bijna zeventig laar oud was waren er nu nog menschen die zich er over verwonder den dat het gevaarte stand hield. Staal, dat moest immers afknappen En toen we nu bij de onthulling, onopge merkt alsof hij met de heele plechtigheid nagenoeg niets te maken had, den zoon van Eiffel aantroffen, toen leek ons dit wel een bijzondere gelegenheid om hem eens iets te vragen over zijn beroemden vader. Spontaan heeft hij ons gevraagd om mee te komen naar zijn woning. En als we tegenover elkaar zitten in makkelijke fauteuils, ver van de officieele plechtigheid, dan begint de zoon van Eiffel onwillekeurig van zelf te praten over de bittere ervaringen welke de groote ingenieur heeft gekend, en welke van zelf een schaduw hebben geworpen op het be staan van héél een gezin, dat meeleefde met het werk, dat na veertig jaar eerst werd er kend. Mijn vader legde zich speciaal toe op de constructie van stalen bruggen, en ik herin ner me dat hij me meermalen heeft gezegd, hoe hij na het bouwen van het viaduct van Gabarit het eerst op de gedachte was geko men van den toren. HU was getroffen door het weerstandsvermogen. Hij zette het plan op papier, cijferde, rekende alles over, liet zijn plannen aan beroemde collega s zien, maar niemand geloofde hem. De moeilijkste tijd brak aan. 's Avonds laat kwam hij thuis, doodmoe, gebroken door de tegenwerking van alle zijdenmaar zijn geweldige energie en het vertrouwen dat hij in zich zelf had zetten hem over alles heen. En het lawaai dat de kunstenaars maak ten? Ja. dat vooral trok hij zich erg aan. Talrijke artisten stelden te zamen een pro test op, om te trachten dat men mijn vader zou beletten om zijn toren van driehonderd meter hoogte te bouwen. Ze beweerden dat het Parijs zou ontsieren. De eerste onder teekenaar was Francois Coppée. En mijn ar me vader, die Coppée zoo bewonderde dat hij, om Coppées werken te kunnen koopeu» avond aan avond er wat bij trachtte te ver dienen als figurant in de Comédie fran chise.... Toen de kunstenaars tenslotte den strijd opgaven kwamen anderen om te be weren dat het het werk van een gek was, dat het geldverknoeien zou zijn, want dat zoo'n toren toch niet het minste nut kon hebben. Ook zij hebben ongelijk gekregen. Anderen weer beweerden dat honderden werklui zeker eerst hun hals moesten breken alvorens mijn vader tot hc'...ere inzichten zou komen... Enfin, tegenwerking van alle kanten.... en dat prikkelde hem zoo dat hij nu vaster dan ooit was besloten om door te zetten. Het voetstuk, geheel van basalt stond er, en toen ontbrak geld om verder te gaan. Tenslotte vond mijn vader ook dat kapitaal, en zoo heeft de bouw drie jaren geduurd. Toen het eerste terras er was schreeuwde de heele vakpers dat het een onmogelijkheid was om een tweede étage te bereiken. Volgens de deskundigen zou het heele gevaarte eerst daags naar beneden komen, en huizen rondom verpletteren. De vrees was zelfs zoo groot, dat niemand meer in de buurt van „den toren van 300 meter' 'wilde wonen. Nog erger werd het kabaal, toen het tweede ter ras er was en mijn vader energiek ver* klaarde voort te zullen bouwen. Maar nim mer ook zal ik dien avond vergeten, nu veer tig jaar geleden, toen ik aan de hand van mijn vader 's avonds den toren ging zien, zooals hij daar stond, klaar, voltooid, in ben gaals licht gehuld, en hoe tientallen dui zenden een bewonderend „ah!" lieten hoo- ren. We verdrongen ons tusschen de me nigte, net alsof we gewone toeschouwers wa ren die niets met den toren hadden te ma ken, en we hoorden rondom ons niets dan woorden van bewondering voor den vervaar diger van het monument. En ik herinner me mijn heele leven, hoe mijn vader me toen optilde.... hetgeen geheel overbodig was, want ik was nog wel heel klein, maar de toren stak boven alles uit,... hetgeen hij alleen deed om zelfs voor mij zijn ontroering te verbergen.... Uit een lade kwam een album te voor schijn vol foto's van het bouwwerk in de ver schillende stadia van wording. „Kijk, dat- is mijn vader"... onderbrak onze gastheer tel kens. En dan zagen we, boven op de hoogste ladders, op de gevaarlijkste punten, zwevend tusschen hemel en aarde, een klein poppetje in een werkmansblouse: ingenieur Eiffel, die zelf eiken dag het werk leidde en al zijn wis kunstige berekeningen verifieerde. Die balk voor balk, bint voor bint, schroef voor schroef den toren opbouwde, die zijn naam zou dragen, 't Is werkelijk niet overbodig dat men nu, na veertig jaren, nu Eiffel' voor spelling dat de toren eens ook van enorm nut zou zijn is uitgekomen, de nagedachte nis van Eiffel eert. Want, alle overwegingen van aesthetici ten spijt, ls er één bouwmees ter die meer voor den roem van een stad en voor den omroep van de Fransche gedachte heeft gedaan dan hij? HENRY A. TH. LESTURGEON. Parijs, Mei. DE HOEK GIERSTRAAT— DOELSTRAAT. MOET HET PAND GROOTE HOUT STRAAT 140 GEHEEL GESLOOPT WORDEN? Wij hebben reeds medegedeeld, dat B. en W. aan den gemeenteraad voorstellen om het pand Groote Houtstraat 140 (de vroe gere sigarenwinkel van wijlen den heer Lan- geveld). dat door de gemeente aangekocht is voor een verkeersverbetering op den hoek GierstraatDoelstraat, slechts gedeeltelijk af te breken. De situatie is daar aldus: Groote Houtstraat Gedeelte dat B. en W. willen sloopen. sqg Gedeelte dat B. en W. willen sparen om nog als winkel te kunnen verhuren. Naar wij vernemen is in de gemeente raadszitting van hedenmiddag te verwachten dat er stemmen zullen opgaan om niet op het voorstel van B. en W. in te gaan. Het is waar dat de gemeente, als het geheele pand wordt afgebroken, de f .50.000 die daarvoor betaald zijn, ook geheel kan afschrijven, ter wijl anders nog voor het winkelhuis, al is het klein, een flinke huur bedongen zal kunnen worden, maar toch wordt gemeend, dat het beter is hier heele en geen halve maatrege len te nemen. Als het huis geheel gesloopt wordt, zal een vrij gezicht» verkregen worden van de Houtstraat naar de Doelstraat. Dit is ongetwijfeld in het belang van het verkeer, terwijl bovendien de welstand daarmee be vorderd wordt, want het zal niet mooi zijn als alleen het winkelhuis als een puist voor uit steekt. De gc-meente heeft zoo hoorden wij re deneeren een maal f 50.000 voor de ver keersverbetering op dit punt beschikbaar gesteld, zoodat het beter is die ook ten volle tot hun recht te doen komen. OMZE GROENTJES |J =DlNSDAG j jpj DONDERDAG 1 1= ZATERDAG BENNEBROEK GOUDEN JCBÏLEUM VAN LEEN DE WINTER. Een bekende Bennebroeksche figuur, dé heer Leen de Winter, hoopt 3 Juni den dag te herdenken, waarop hU 50 jaar geleden ais loopjongen bij de firma Barnaart en Co. in dienst, kwam. Deze firma heette later Gene ral Bulb Company, thans is het de Holland- sclie Cultuur Maatschappij. De thans 62-ja- rige Jubilaris dien men prompt eiken morgen en avond naar en van zijn werk kan zien gaan, verricht zijn bezigheden nog steeds vol opgewektheid, zeer tot tevredenheid van zijn patroons, al willen natuurlijk de beenen niet zoo vlug meer mee, als vijftig jaar geleden. Dat is ook niet te verwonderen, want Leen liep vroeger dikwijls met een zwaar bevrach ten wagen met bollen naar Leiden of Noord- wijk. Na zijn zware dagtaak vond hij boven dien gedurende twintig jaar nog kracht om voor de Verschuor- Brants-stichting met een nortonpomp water op te pompen, een pres tatie, die hier wel genoemd mag worden. Wij twijfelen er dan ook niet aan of het zal De Winter op zijn gouden feest wel niet aan be langstelling ontbreken en men zal blijk ge ven zijn trouwe plichtsbetrachting naar waarde te schatten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9