BUITENLANDSCH OVERZICHT
3
OVEREENSTEMMING ONDER DE GEALLIEERDE FINAN
CIEELE EXPERTS.
EEN MERKWAARDIG ARTIKEL VAN GRAAF BETHLEN.
GEMENGD NIEUWS
HET JUBILEUM VAN DEN EIFFELT0REN.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 22 MEI 1929
DERDE BLAD
De punten waarop het vergelijk met de
Duitschers stranden zal.
Dat de Hongaarsche gemoederen ten
zeerste bewogen heeft.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS
Gisteren blijken de besprekingen van de
financieele experts eindelijk tot een resul
taat te hebben geleid. Vaz Dias meldt al
thans dat de vertegenwoordigers der gealli
eerde mogendheden na een vergadering van
twee uren de door Schacht gemaakte reser
ves hebben onderzocht alsmede de regeling
van de onderlinge verdeeling der Duitsche
betalingen. Daarna werd overeenstemming
bereikt.
Men stelde den tekst vast van een brief
aan de Duitsche delegatie.
Men is dus over het doode punt ten aanzien
van de verdeeling der betalingen heen.
Maar wat zal Duitschland nu doen? Men
Js het er in financieele kringen bijna over
eens dat Schacht eenige punten zal opwer
pen die hij onaannemelijk voor zijn land
zal noemen. Deze punten zullen naar alle
waarschijnlijkheid ontleend worden aan
eenige amendementen die Duitschland zal
willen verwerpen. In deze amendementen
wordt namelijk een regeling getroffen, waar
door het mogelijk zal zijn dat Oostenrijk en
Hongarije hun betalingen schorsen. Boven
dien neemt men aan dat men Schacht zal
verzoeken een aparte post op te nemen voor
de marken en wel boven de annuïteit van
2050 millioen mark.
Dit zijn eenige, voor Duitschland pripci-
pieele bezwaren die naar alle waarschijnlijk
heid tot gevolg zullen hebben dat de Duitsche
delegatie het rapport der geallieerden in
zyn geheel zal verwerpen.
Een artikel van den Hongaarschen mi
nister-president Bethlen in de Dépêche de
Toulouse, heeft zeer veel opzien gebaard,
omdat de graaf daarin op breeden grondslag
en op eigen houtje een gedurfd systeem van
buitenlandsche politiek ontwikkelt.
Bethlen constateert dat de betrekkingen
tusschen Hongarije en Frankrijk steeds beter
worden. Er was een tijd, dat deze zeer ge
spannen waren, doordat men in Frankrijk
geloofde, dat men in Hongarije bankbiljet
ten van de Banque de France vervalscht
had en doordat men in Frankrijk met wan
trouwen het Hongaarsche streven naar her
ziening van het Verdrag van Trianon gade
sloeg, evenals de Hongaarsche konings
kwestie. Nu heeft Hongarije in den afge-
loopen herfst een arbitrage- en vriendschaps
verdrag met Polen gesloten, wat voor Hon
garije voornamelijk daarom van belang is,
omdat Polen met zijn goede betrekkingen
met Frankrijk en Roemenië als bemiddelaar
tusschen Hongarije en deze landen kan op
treden. Maar om goede betrekkingen met
Frankrijk te bereiken, moet Frankrijk er
rekenschap van geven dat Hongarije ten op
zichte van den opbouw van den Europeeschen
vrede een constructief element is. Omtrent
het koningsvraagstuk schrijft Bethlen dat er
nog heel wat tijd overheen zal moeten gaan,
voor de Hongaarsche regeering het tijdstip
om deze kwestie te bespreken, gekomen zal
achten. Volgens Bethlen achten breede lagen
van het Hongaarsche volk het een gerust
stellend idee, dat aan het hoofd van den
staat een gekozen regent staat, die tot zijn
dood deze functie zal vervullen.
Deze verstrekkende uitlatingen hebben de
Hongaarsche gemoederen dermate bewogen
dat de commissie voor buitenlandsche poli
tiek uit de Kamer bijeengeroepen werd. Zij
zal het artikel aan den toets van de critiek
moeten onderwerpen en van Graaf Bethlen
aanvullende verklaringen moeten zien los te
krijgen. Zaleski die juist in Boedapest ver
toeft heeft inmiddels aan een journalist
verklaard dat hij bereid is alles te doen wat
de verhouding tusschen Frankrijk en Hon
garije kan verbeteren.
Bethlen's verklaringen zijn wel de moeite
waard. Het is moeilijk om te weten te komen
wat achter zijn woorden schuilt. Hierbij
zijn immers zeer vele factoren in aanmerking
te nemen: Bethlen's vriendschap met Mus
solini, Rothermere's inmenging in de Hon
gaarsche politiek, de koningskwestie (men
heeft Rothermere zelfs wel eens een can-
didaat genoemd) enz.
Met belangstelling mag men de verrich
tingen van de bovengenoemde kamercom
missie tegemoet zien.
F. A.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Het vraagstuk dezer dagen in
Engeland.
Zooals men weet, zal de algemeene ver
kiezing voor het Lagerhuis door een groot
aantal driehoeksverkiezingen gekenmerkt
zijn, d.w.z. waarbij candidaten van drie par
tijen elkaar bestrijden. Het zijn er in het ge
heel 444. In 26 andere gevallen bevechten
zelfs vier candidaten elkaar.
Enkele conservatieven en arbeiders be
strijden elkaar in 70 districten, conservatie-,
ven en liberalen in 16 en arbeiders en libe
ralen in 14 districten.
Zoowel Baldwin, de eerste-minister, als de
liberale leider Lloyd George moeten zich
voor het eerst aan een driehoeksverkiezing
onderwerpen en Ramsay MacDonald, de
leider der arbeiderspartij, heeft een liberaal,
een conservatief en een communist tegen
over zich.
Zoons, dochters en vrouwen van bekende
politici zijn onder de candidaten, aldus de
N. R. Crt.
Oliver Baldwin, de zoon van den eerste-
minister is, gelijk reeds gemeld, candidaat
van de arbeiderspartij.
Ramsay MacDonald's zoon is ook candi
daat van de arbeiderspartij.
De zoon en de dochter van Lloyd George
zijn door de liberalen candidaat gesteld en
twee zoons van Arthur Henderson zijn voor
de arbeiderspartij in het veld gekomen.
Sir Francis Acland, de liberale oud-minis
ter, en zijn zoon zijn beiden candidaten van
de liberalen.
Walter Runciman en zijn vrouw zijn libe
rale candidaten en Oswald Mosley en zijn
vrouw Lady Cynthia zijn candidaten der ar
beiderspartij.
Rossé burgemeester van
Colmar.
Rossé, de bekende autonomist, is met 25
van de 30 stemmen tot burgemeester van
Colmar gekozen.
De Sovjet-Unie en andere
Staten.
Rykof, voorzitter van den raad van volks
commissarissen aer sovjet-unie, heeft in zijn
rapport op het sovjetcongres der unie o.a.
verklaard
De sovjet-regeering volgt een onverander
lijke vredespolitiek en streeft er steeds naar
de economische betrekkingen met andere
staten uit te breiden.
Van de afzonderlijke landen heeft Duitsch
land het eerst de noodzakelijkheid van uit
breiding ingezien. Door het verleenen van een
crediet aan de sovjet-unie zijn de Duitsche
regeering en Duitsche economische kringen
er in geslaagd de sovjet-unie en Duitschland
voor een zekere periode te regelen. De eco
nomische overeenkomst die onlangs is on
derteekend, en de conventie nopens den
vorm van arbitrage, bewijzen, dat de betrek
kingen tot Duitschland op de basis van
wederzijdsch voordeel zijn gevestigd en zon
der twijfel ook in de toegomst verder uitge
breid zullen worden. De enkele misverstan
den, welke zijn voorgekomen, werden gelukkig
bijgelegd.
Verder meldt de N.R.Ct.:
Rykof wees er op, dat het Engelsche eco
nomische leven, vooral de uitvoerhandel,
door de breuk met de sovjetunie en door het
gemis van een normaal ontwikkelde basis in
den loop van twee jaar een buitengewoon
groote schade heeft geleden.
Nopens de economische betrekkingen met
de Vereenigde Staten zei Rykof, dat deze
in de laatste twee jaar zich systematisch
hebben ontwikkeld. Een duruzame en grootere
uitbreiding dezer betrekkingen stuit af op
het gemis aan normale betrekkingen.
De betrekkingen met Frankrijk zijn niet
boven het peil gekomen, waarop zij in 1927
bij het vertrek van Rakowski zijn blijven
staan.
De betrekkingen tusschen de sovjetunie en
Italië ontwikkelen zich normaal, met uitzon
dering van de ratificatie van het Parijschs
protocol nopens het zoogenaamde recht van
Roemenië op Bessarabië, welk recht Italië
aan Roemenië toekent.
Nopens de betrekkingen met Polen ver
klaarde Rykof, dat de actie van Poolsche
leiders, de anti-Russische campagne der
Poolsche bladen en andere feiten bewijzen,
dat de Poolsche regeering het Moskousche
protocol niet als basis tot vestiging en ont
wikkeling van vriendschappelijke betrek
kingen met Sovjet-Unie beschouwt.
Een groot-Duitsche republiek.
Te Eisenach heeft, naar het W. B. meldt,
een groote betooging plaats gevonden van
republikeinsche vereenigingen, welke werd
tot een manifestatie van de groot-Duitsche
repubilek, Duitsch-Oostenrijk inbegrepen.
Aanwezig waren o.a. de Pruisische minister
van Binnenlandsche Zaken Grzesinski en de
Oostenrijksche oud-bondskanselier Renner.
De vorzitter, de democratische rijksdagafge
vaardigde dr. Haas. verklaarde in verband
met de hulpverleening door Frankrijk bij de
noodlanding van de Zeppelin, dat deze geest
van wederzij dsche hulpvaardigheid de bin
nen- en buitenlandsche politiek van Europa
tot zegen zal worden.
Minister Grzesinki betoogde tenslotte, dat
de bijeenkomst de beteekenis heeft gekre
gen van een betuigenis voor den aemocrati-
schen Volksstaat, afgezien van elke partij
politiek.
SPANJE'S GROOTE TENTOON
STELLING GEOPEND.
BARCELONA, 20 Mei (N.TJU De inter
nationale tentoonstelling te Barcelona is
bij prachtig weer plechtig geopend.
De koning en koningin werden door Primo
de Rivera en alle ministers, autoriteiten,
leden van het diplomatieke corps en talrijke
buitenlandsche veitegenwoordigers begroet.
De president der tentoonstelling, de bur
gemeester van Barcelona en Primo de Ri
vera hielden redevoeringen. Deze laatste
wees op het bijzondere^-feit dat Spanje thans
twee tentoonstellingen te Sevilla en Barce
lona, heeft georganiseerd.
Daarna verklaarde de koning de tentoon
stelling voor geopend.
HERRTOT TOCH BURGE
MEESTER VAN LYON.
Herriot is ondanks het feit, dat de socia
listen, na de jongste gemeenteraadsverkie
zing, de meerderheid in den raad bezitten,
toch tot tot burgemeester van Lyon geko
zen, nadat bij de tweede stemming de socia
listen hun candidaat hadden teruggetrok
ken. Bij de eerste stemming waren er op den
socialistischen candidaat 27 stemmen uitge,-
bracht tegen 23 op Herriot; de socialisten
verklaarden, dat hun tot de radicalen ge
richte eisch den post van den waarnemenden
burgemeester over te nemen, was afgewezen
en dat zij onder deze omstandigheden de
verantwoordelijkheid voor het stadsbestuur
niet meer konden aanvaarden. Na de ver
kiezing van Herriot, die was mogelijk ge
worden, doordat de 27 gemeenteraadsleden
blanco stemden, las een socialistisch raadslid
een scherpe verklaring voor, waarin Herriot
werd verweten, dat hij openlijk op zich ge
nomen verplichtingen had geschonden door
de burgemeestersfunctie op zich te nemen.
Herriot wees dit verwijt af, aldus de N.
R. C., er op wijzende, dat de socialisten,
dank zij hun meerderheid in den gemeente
raad, den burgemeesterspost hadden kunnen
aanvaarden zoo zij hadden gewild.
POLA NEGRI WEER NAAR
LONDEN.
(Van onzen Londenschen correspondent.)
Pola Negri is als eens vroeger naar Londen
gekomen. Maar toen kwam zij om Bernard
Shaw te polsen over de verfilming van
Ceasar en Cleopatra. Nu komt zij naar
Londen om er de rol van „hostess" te vervul
len, gastvrouw in haar eigen huis. Zij heeft
dat huis gehuurd in een van de deftige buur
ten van de stad. Het is een oud home twee
honderd jaar, eens een geschenk van koning
Karei H aan een van zijn vriendinnen. Pola
erkent dat het wat klein is. „Maar" zegt zij
„het is groot genoeg om er Mr. Shaw en Mr.
Wells, eenige kunstenaars en menschen die
goed kunnen zingen en goed muziek kunnen
maken te ontvangen." Pola Negri wil niet
concurreeren tegen die andere Londensche
gastvrouwen, die een paarhonderd menschen
van geld- en geboorte-aristocratie in haar
prachtige huizen ontvangen en meteen last
krijgen van de ongenoode gasten, die in de
massa verloren gaan. Neen, haar soirees
zullen hoogstens door een dozijn personen
worden bezocht, niet van de aristocratische
maar van de intellectueele en artistieke elite.
Dit wordt Pola's ontspanning. „Want", zegt
zij. „het filmbestaan is zeer inspannend in
dien men het ernstig neemt en er in wil sla
gen. en afleiding van dezen aard heb ik noo-
dig".
En zij heeft haar Londensche woning ge
meubeld met stukken uit haar onvervalscht
aristocratisch „chateau" in Frankrijk.
POLITIE-AUTO'S IN VER
MOMMING.
(Van onzen Londenschen correspondent.)
De afgeloopen week pleegden dieven, van
auto's voorzien, twintig diefstallen. Zij de
den het in het volle daglicht met druk ver
keer van publiek vaak om hen heen. En zij
ontkwamen gemakkelijk met- hun buit. Dat
zij aldus straffeloos hun kwaad kunnen
doen, wordt nu toegeschreven aan het feit,
dat zij de politie-auto's goed kennen, buiten
hun werkingsfeer blijven en ze kunnen ont-
loopen. Toen deze dieven met auto's voor
het eerst driest begonnen op te treden, werd
de politie toegerust met auto's die snel kon
den rijden en snel op gang konden komen.
De wagens droegen de teekenen van hun
dienst en afkomst op hun uiterlijk. Boven
dien beantwoordden de misdadigers den zet
van de politie met het gebruik van wagens,
die nog sneller gingen en nog sneller op
gang konden komen. De ervaring leert. En
de politie-autoriteiten hebben er nu wat an
ders op gevonden. Zij zoeken het nu niet
meer in een grooter aantal paardekrachten,
ofschoon zij die niet geheel veronachtza
men, maar in camouflage. De oude taktische
regel, dat men moet zien, zonder zelf gezien
te worden en dat men moet naderen zonder
opgemerkt te worden, zal nu in praktijk wor
den gebracht. De nieuwe politie auto's zullen
er uitzien als taxi's of als onschuldige
vrachtwagens. In hun dak is een antenne
verborgen; in het inwendige een radio-ont
vangtoestel, dat berichten over diefstallen,
door Scotland Yard van het hoofdbureau
uitgezonden, zal ontvangen. De surveillee-
rende politie-te-voet, die onraad speurt of
diefstal waarneemt, kan onmiddellijk naar
de allerwege opgerichte politie-telephoonpos-
t;n gaan om het hoofdbureau van Scotland
Yard te waarschuwen. En de patrouilleeren-
de politie-taxi's of politie-vrachtwagens
krijgen het nieuws onmiddellijk, en kunnen
binnen een paar seconden nadat het vergrijp
is geconstateerd ter plaatse zijn. De dieven
zijn misschien nog bezig met hun euvel-
werk en vermoeden niet dat de onschuldige
bedrijfsauto, die nadert tusschen vele ge
lijksoortige auto's, een vehikel is dat hen mee
zal nemen naar het bureau, na de roofpartij
te hebben belet. Zoo althans stelt Scotland
Yard zich voor dat het een einde zal kun
nen maken aan de straffeloos gepleegde dief
stallen door misdadigers met auto's. Het is
een goed plan.... waarop arglistige misdadi
gers wellicht ook weer een tegenzet hebben.
En zoo gaat de strijd tusschen gezag en mis
daad voort.
Enkele herinneringen.
Onze Parijsche correspondent schrijft ons:
Waarom zou in dezen tijd, nu ieder mensch
die 25 jaar lang een zelfde baantje vervulde
recht heeft op een jubileum, een voorwerp
niet mogen worden gehuldigd? En vooral
wanneer het een voorwerp geldt, eenig in zijn
genre en nimmer door iets geëvenaard: Eif-
feltoren. Veertig jaren lang. ondanks de he
vigste stormen welke om zijn stalen kop
woedden, ondanks de welgeteld 943 bomaan
slagen welke op hem zijn gepleegd, heeft hij
kranig stand gehouden en vervulde hij da
gelijks zijn plichten. Niet alleen tegenover de
duizenden vreemdelingen, die zich dagelijks
tegen zijn steile flanken laten opsjorren om
van het eerste of tweede terras te genieten
van een schitterend panorama, maar ook te
genover de honderd duizenden die nimmer
het grootste Parijsche monument zagen doch
die hem 's avonds hoorden, wanneer van den
top concerten worden uitgezonden.
Het is veertig jaar geleden dat de Eiffel-
toren voltooid werd, dat de Fransche inge
nieur Eiffel enkele vrienden, die steeds ver
trouwen toonden in zijn onderneming, uit-
noodigde voor een lunch in het kleine appar
tementje op 300 meter boven den beganen
grond, daar waar hij een klein woninkje
voor zich had gereserveerd. We zouden ons
nu moeilijk Parijs zonder Eiffeltoren kunnen
voorstellen, en de vervaardiger heeft gelijk
gekregen toen hij beweerde, dat er binnen
kort een tijd zou komen dat deze geweldige
toren enorme diensten zou bewijzen. En was
het dan ook niet een beetje dwaas dat men
in een stad, waar men misschien al te
licht iedere verdienste huldigt, nooit iets
had gedaan voor Eiffel, wiens naam toch be
roemd is over de heele wereld? Na veertig
jaar eerst is men op de gedachte gekomen
om dit tekort goed te maken en is in tegen
woordigheid van den onderstaats-secretaris
van Posterijen een klein borstbeeldje van
Eiffel onthuld aan den voet van zijn mees
terwerk. Het was niet een groote plechtig
heid, er waren maar heel weinig menschen
toen 't beeldje vervaardigd door Bourdette,
werd onthuld, maar officieel heeft Parijs
aan toch zijn plicht gedaan. We zullen u niet
eens de toespraak resumeeren welke de be
windsman hij deze gelegenheid hield; er is
de Eiffeltoren, die méér zegt dan een officieel
woord, en waar Eiffel tijdens zijn leven nooit
iets anders dan miskenning heeft gevonden
en spot en hoon en tegenwerking, waar nie
mand in zijn werk wilde gelooven, daar is
het maar beter om dergelijke plechtigheden
een beetje onopgemerkt te laten voorbij
gaan. Want dat alles is nog te kort geleden;
er zijn nog te veel getuigen. Ik herinner me,
jaren geleden Eiffel eens te hebben gezien.
Een stijve, strenge kop, met bittere trekken
om den mond, type van den man die veel
trieste ervaringen heeft gehad. Zoo ook heeft
de beeldhouwer hem voorgesteld. Twee jaar
geleden in het departement Ardèche vertoe
vend zagen we zijn eerste werk een stalen
hangbrug over de Rhone. En hoewel die brug
al bijna zeventig laar oud was waren er nu
nog menschen die zich er over verwonder
den dat het gevaarte stand hield. Staal, dat
moest immers afknappen
En toen we nu bij de onthulling, onopge
merkt alsof hij met de heele plechtigheid
nagenoeg niets te maken had, den zoon van
Eiffel aantroffen, toen leek ons dit wel een
bijzondere gelegenheid om hem eens iets te
vragen over zijn beroemden vader. Spontaan
heeft hij ons gevraagd om mee te komen
naar zijn woning. En als we tegenover elkaar
zitten in makkelijke fauteuils, ver van de
officieele plechtigheid, dan begint de zoon
van Eiffel onwillekeurig van zelf te praten
over de bittere ervaringen welke de groote
ingenieur heeft gekend, en welke van zelf
een schaduw hebben geworpen op het be
staan van héél een gezin, dat meeleefde met
het werk, dat na veertig jaar eerst werd er
kend.
Mijn vader legde zich speciaal toe op de
constructie van stalen bruggen, en ik herin
ner me dat hij me meermalen heeft gezegd,
hoe hij na het bouwen van het viaduct van
Gabarit het eerst op de gedachte was geko
men van den toren. HU was getroffen door
het weerstandsvermogen. Hij zette het plan
op papier, cijferde, rekende alles over, liet
zijn plannen aan beroemde collega s zien,
maar niemand geloofde hem. De moeilijkste
tijd brak aan. 's Avonds laat kwam hij thuis,
doodmoe, gebroken door de tegenwerking van
alle zijdenmaar zijn geweldige energie
en het vertrouwen dat hij in zich zelf had
zetten hem over alles heen.
En het lawaai dat de kunstenaars maak
ten?
Ja. dat vooral trok hij zich erg aan.
Talrijke artisten stelden te zamen een pro
test op, om te trachten dat men mijn vader
zou beletten om zijn toren van driehonderd
meter hoogte te bouwen. Ze beweerden dat
het Parijs zou ontsieren. De eerste onder
teekenaar was Francois Coppée. En mijn ar
me vader, die Coppée zoo bewonderde dat
hij, om Coppées werken te kunnen koopeu»
avond aan avond er wat bij trachtte te ver
dienen als figurant in de Comédie fran
chise.... Toen de kunstenaars tenslotte den
strijd opgaven kwamen anderen om te be
weren dat het het werk van een gek was, dat
het geldverknoeien zou zijn, want dat zoo'n
toren toch niet het minste nut kon hebben.
Ook zij hebben ongelijk gekregen. Anderen
weer beweerden dat honderden werklui zeker
eerst hun hals moesten breken alvorens
mijn vader tot hc'...ere inzichten zou komen...
Enfin, tegenwerking van alle kanten.... en
dat prikkelde hem zoo dat hij nu vaster dan
ooit was besloten om door te zetten. Het
voetstuk, geheel van basalt stond er, en toen
ontbrak geld om verder te gaan. Tenslotte
vond mijn vader ook dat kapitaal, en zoo
heeft de bouw drie jaren geduurd. Toen het
eerste terras er was schreeuwde de heele
vakpers dat het een onmogelijkheid was om
een tweede étage te bereiken. Volgens de
deskundigen zou het heele gevaarte eerst
daags naar beneden komen, en huizen
rondom verpletteren. De vrees was zelfs zoo
groot, dat niemand meer in de buurt van
„den toren van 300 meter' 'wilde wonen. Nog
erger werd het kabaal, toen het tweede ter
ras er was en mijn vader energiek ver*
klaarde voort te zullen bouwen. Maar nim
mer ook zal ik dien avond vergeten, nu veer
tig jaar geleden, toen ik aan de hand van
mijn vader 's avonds den toren ging zien,
zooals hij daar stond, klaar, voltooid, in ben
gaals licht gehuld, en hoe tientallen dui
zenden een bewonderend „ah!" lieten hoo-
ren. We verdrongen ons tusschen de me
nigte, net alsof we gewone toeschouwers wa
ren die niets met den toren hadden te ma
ken, en we hoorden rondom ons niets dan
woorden van bewondering voor den vervaar
diger van het monument. En ik herinner me
mijn heele leven, hoe mijn vader me toen
optilde.... hetgeen geheel overbodig was, want
ik was nog wel heel klein, maar de toren stak
boven alles uit,... hetgeen hij alleen deed om
zelfs voor mij zijn ontroering te verbergen....
Uit een lade kwam een album te voor
schijn vol foto's van het bouwwerk in de ver
schillende stadia van wording. „Kijk, dat- is
mijn vader"... onderbrak onze gastheer tel
kens. En dan zagen we, boven op de hoogste
ladders, op de gevaarlijkste punten, zwevend
tusschen hemel en aarde, een klein poppetje
in een werkmansblouse: ingenieur Eiffel, die
zelf eiken dag het werk leidde en al zijn wis
kunstige berekeningen verifieerde. Die balk
voor balk, bint voor bint, schroef voor
schroef den toren opbouwde, die zijn naam
zou dragen, 't Is werkelijk niet overbodig dat
men nu, na veertig jaren, nu Eiffel' voor
spelling dat de toren eens ook van enorm
nut zou zijn is uitgekomen, de nagedachte
nis van Eiffel eert. Want, alle overwegingen
van aesthetici ten spijt, ls er één bouwmees
ter die meer voor den roem van een stad en
voor den omroep van de Fransche gedachte
heeft gedaan dan hij?
HENRY A. TH. LESTURGEON.
Parijs, Mei.
DE HOEK GIERSTRAAT—
DOELSTRAAT.
MOET HET PAND GROOTE HOUT
STRAAT 140 GEHEEL GESLOOPT
WORDEN?
Wij hebben reeds medegedeeld, dat B. en
W. aan den gemeenteraad voorstellen om
het pand Groote Houtstraat 140 (de vroe
gere sigarenwinkel van wijlen den heer Lan-
geveld). dat door de gemeente aangekocht is
voor een verkeersverbetering op den hoek
GierstraatDoelstraat, slechts gedeeltelijk
af te breken.
De situatie is daar aldus:
Groote Houtstraat
Gedeelte dat B. en W. willen sloopen.
sqg Gedeelte dat B. en W. willen sparen om
nog als winkel te kunnen verhuren.
Naar wij vernemen is in de gemeente
raadszitting van hedenmiddag te verwachten
dat er stemmen zullen opgaan om niet op
het voorstel van B. en W. in te gaan. Het is
waar dat de gemeente, als het geheele pand
wordt afgebroken, de f .50.000 die daarvoor
betaald zijn, ook geheel kan afschrijven, ter
wijl anders nog voor het winkelhuis, al is het
klein, een flinke huur bedongen zal kunnen
worden, maar toch wordt gemeend, dat het
beter is hier heele en geen halve maatrege
len te nemen. Als het huis geheel gesloopt
wordt, zal een vrij gezicht» verkregen worden
van de Houtstraat naar de Doelstraat. Dit is
ongetwijfeld in het belang van het verkeer,
terwijl bovendien de welstand daarmee be
vorderd wordt, want het zal niet mooi zijn
als alleen het winkelhuis als een puist voor
uit steekt.
De gc-meente heeft zoo hoorden wij re
deneeren een maal f 50.000 voor de ver
keersverbetering op dit punt beschikbaar
gesteld, zoodat het beter is die ook ten volle
tot hun recht te doen komen.
OMZE GROENTJES
|J =DlNSDAG j
jpj DONDERDAG
1 1= ZATERDAG
BENNEBROEK
GOUDEN JCBÏLEUM VAN LEEN DE
WINTER.
Een bekende Bennebroeksche figuur, dé
heer Leen de Winter, hoopt 3 Juni den dag
te herdenken, waarop hU 50 jaar geleden ais
loopjongen bij de firma Barnaart en Co. in
dienst, kwam. Deze firma heette later Gene
ral Bulb Company, thans is het de Holland-
sclie Cultuur Maatschappij. De thans 62-ja-
rige Jubilaris dien men prompt eiken morgen
en avond naar en van zijn werk kan zien
gaan, verricht zijn bezigheden nog steeds vol
opgewektheid, zeer tot tevredenheid van zijn
patroons, al willen natuurlijk de beenen niet
zoo vlug meer mee, als vijftig jaar geleden.
Dat is ook niet te verwonderen, want Leen
liep vroeger dikwijls met een zwaar bevrach
ten wagen met bollen naar Leiden of Noord-
wijk.
Na zijn zware dagtaak vond hij boven
dien gedurende twintig jaar nog kracht om
voor de Verschuor- Brants-stichting met een
nortonpomp water op te pompen, een pres
tatie, die hier wel genoemd mag worden. Wij
twijfelen er dan ook niet aan of het zal De
Winter op zijn gouden feest wel niet aan be
langstelling ontbreken en men zal blijk ge
ven zijn trouwe plichtsbetrachting naar
waarde te schatten.