EEN VERWAARLOOSD HOOFDSTUK UIT DE
GESCHIEDENIS VAN DE FILM
De wetenschappelijke film
en het werk der pioniers.
De arbeid van den heer
J. C. Mol en Multifilm.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
LANGS DE STRAAT
ZATERDAG 1 JUNI 1929
VIJFDE BLAD
De heer J. C. Mol hij het microscopisch opnemingsapparaat. Men lette op het ingé-
wikkeld lenzensysteem waardoor het licht van de bron naar het microscopisch veld
wordt gebracht
Een verwaarloosd hoofstuk, voorwaar, In de
geschiedenis van de bioscoop en de film, is
het gedeelte dat de wetenschappeppelijke
film behandelt. Verwaarloosd niet alleen door
het publiek dat zijn aandacht liever
wijdde aan de chronique scandaleuze van
Hollywood, doch verwaarloosd ook door de
wetenschappelijke wereld, die te lang zeer
sceptisch gestaan heeft tegenover dit onder
werp. Te lang. Gelukkig heeft die weten
schappelijke wereld zich grootendeels be
keerd en thans richt zij haar fronsend
aangezicht somwijlen belangstellend naai
de pioniers, die dikwijls kampend met alle
tegenspoeden die men een uitvinder nu een
maal in den weg legt, rustig hun gang gaan.
Een pionier is zonder twijfel de heer J. C.
Mol, de- directeur van Multifilm aan het
Spaarne; door harden gestagen arbeid, en
meer nog, onverwoestbaar idealisme, is hij
er in geslaagd, zich een eerste plaats te ver
overen in de rijen van hen die zich bezig
houden met de wetenschappelijke film.
Groote kapitalen had hij niet tot zijn be
schikking, evenmin een reclamecampagne
zooals de groote filmmaatschappijen die
middels een vernuftig systeem, gebaseerd op
de zucht naar sensatie, kunnen benutten.
Zijn ..sterren" waren microben en bacillen,
kristallen, bloed- en waterdruppels. Zijn toe
stellen bouwde hij zelf voor een deel, com-
bineerende het opnemingsapparaat met het
microscoop. Een boek zou er te schrijven zijn
over dezen aanvankelijken arbeid, van al
deze experimenten, die eindelijk geleid heb
ben tot zoo wonderbaarlijke resultaten. Wij
moeten ons echter in dit bestek benerken en
leiden u-dus dadelijk in tot de feiten:
Voor den leek wordt de beteekenïs van de
wetenschappelijke film het duidelijkst als hij
de microfilms van den heer Mol_aanschouwt.
Op het groote projectiedoek voor hem, ont
vouwt zich in heel zijn geheimzinnige
schoonheid het doelbewuste leven van de
organismen in een druppel slootwater; voor
zijn verraste oogen ziet hij den strijd van de
witte bloedlichaampjes tegen de onzuiver
heden in het bloed, ziet hij de strooming van
het protoplasma in plantendeelen. En van
welk een onuitsprekelijke decoratieve zij het
dan ook toevallige schoonheid is de vor
ming van kristallen, gezien door het micros
coop, weergegeven op" het doek. Lijnen, hoe
ken, segmenten schieten en schuiven door
en over elkaar. Bloemen van de grilligste
vormen ontluiken en lossen zich op in sterren,
arabesken en schichten.
Wie de Leeuwenhoeckfilm gezien heeft,
behoudt daaraan een herinnering voor het
leven, en een intense bewondering voor dezen
geleerde, die met zijn primitief microscoop,
waarvoor hij de lensjes sleep uit zandkorrels,
Het ontbloeien van een papaverbloem,
lang voordat de menschen droomden van het
bestaan van de onzichtbare milliarden, de
ijverende, strevende wereld van het kleine
ontdekte en beschreef.
Het ligt voor de hand dat dergelijke films
voor het onderwijs van onschatbare waarde
kunnen zijn. Van meer algemeen nut voor de
school zijn echter de films op het gebied van
plant-, dier- en aardrijkskunde. Men denke
maar eens aan 'n reis- en expeditiefilm, of
voor de geschiedenis, aan de groote en goede
historische films. Ook voor het onderwijs in
werktuigkunde, en voor het demonstreeren
van de werking van machines," zooals bijvoor
beeld de explosiemotor, heeft de cinema-
thographie haar groote waarde bewezen. De
teekenfilm heeft in dit opzicht goede dien
sten gedaan. Er zijn bijvoorbeeld interessan
te films dopr middel van teekeningen ver
vaardigd, over de beweging van geluidsgolven
en van atomen. Voorts dient het medisch
onderwijs vermeld te worden dat verrijkt kan
worden met geprojecteerde voorstellingen
van volledige ziekteverschijnselen en met
films van operaties. Vooral ten aanzien van
de laatste categorie heeft men reeds ver
rassende resultaten bereikt. De Duitsche on
derneming „Verlag Wissenschaftlicher Filme"
Het kristallisatie-proces van uranium nitraat
gezien door het microscoop.
heeft een archieflijst samengesteld van een
reeks operatiefilms, die zeer omvangrijk is.
De heer Mol die de belangen van deze on
derneming in ons land behartigt en ook met
haar samenwerkt schreef indertijd: De ope
ratiefilms zijn vervaardigd met medewerking
van de voornaamste autoriteiten op de ver
schillende gebieden in Duitschland en de
modernste hulpmiddelen der kinotechniek
zijn er bij toegepast. Waar noodig heeft men
gebruik gemaakt van vertraagde en versnel
de films, terwijl de chirurgische films zijn
vervaardigd met het speciale toestel, systeem
Dr. von Rothe, dat permanent in de operatie
kamer wordt ingebouwd en dat aan den zol
der hangend, boven de operatietafel wordt
aangebracht. Dit toestel beeldt alleen het
operatieterrein af, maar dit zeer vergroot,
zoodat de fijnste details der chirurgische
techniek zichtbaar zijn.
Deze resultaten zijn het gevolg van een in
tensieve samenwerking tusschen het „Médi-
zinisch-Kinematographisch Universitatsin-
stitut fiir Unterricht und Forschung" en de
daarbij aangesloten Universiteiten. Klinieken,
Laboratoria enz., eenerzijds en Verlag Wis
senschaftlicher Filme anderzijds. Vele voor
aanstaande geleerden verleenen bij het ver
vaardigen van deze films hun medewerking
en een tiental speciale-operatie-opname-
toestellen zijn in verschillende klinieken in
Duitschland ingebouwd en in gebruik. De
verkregen films circuleeren regelmatig dooi
de Duitsche artsenvereenigingen in den
vorm van de „Medizinische Filmwoche"
waarop de vereenigingen zich tegen een
matige vergoeding kunnen abonneeren. Dit
medische filmprogramma wordt gepubliceerd
en uitvoerig beschreven in het tijdschrift
„Medizin und Film", dat maandelijks ver
schijnt.
De film populariseert. Daarom is hij zoo
bij uitstek geschikt voor propagandistische
doeleinden. De Malaria-film van „Multifilm"
werd in bijna ieder plaatsje, ook in het klein
ste, van Noord-Holland vertoond- Op 't
oogenblik heeft men een propagandafilm
onder handen ter bestrijding der Diphterie.
En als wij eens een oogenblik den heer Mol
zelf aan het woord laten: „De zuiver weten
schappelijke film heeft groote waarde voor
de gemakkelijke uitwisseling van de resulta
ten van ingewikkelde proefnemingen. Nieuwe
proeven, waarbij dikwijls allerlei speciale
condities moeten worden in acht genomen,
kunnen worden gefilmd en ze vormen dan een
registratiemiddel bij uitnemendheid. Groote
waarde voor dit doel hebben verder de ver
traagde en de versnelde film, de eerste voor
de studie van allerlei langzaam verloopende
verschijnselen, bijv. plantenbewegingen, de
tweede voor de studie van zeer snelle bewe
gingen, die dan gemakkelijker kunnen wor
den geanaliseerd."
De lezer zal zich met eenige verbazing af
vragen welke de redenen zijn van het feit,
dat een zoo belangrijke tak van de film
industrie bijna kwijnen moet, tengevolge van
gebrek aan belangstelling.
De heer Mol gaf ons van dit euvel de vol
gende verklaring:
„De vervaardiging van de cultureele
film, is een terrein waarop allerlei voet
angels en klemmen liggen. In de eerste plaats
is zij betrekkelijk weinig rendabel, dit schijnt
op het eerste gezicht in tegenspraak met de
zich ontwikkelende belangstelling voor de
cultureele film, maar men moet niet ver
geten dat de belangstellende kringen meestal
weinig kapitaalkrachtig zijn, het zijn in den
regel onderwijs-instellingen, vereenigingen
op het gebied der volksontwikkeling, enz., die
relatief over weinig geldmiddelen beschikken.
Bovendien is het aantal belangstellenden nog
betrekkelijk klein. Door deze moeilijkheden
wordt de fabricatie van cultureele films
uiteraard beperkt. Daarbij komt nog dat de
techniek moeilijk is, omdat men zich moet
bewegen op zoovele gebieden, er zijn allerlei
speciale toestellen en hulpmiddelen noodig die
vaak kostbaar zijn en soms maar éénmaal
worden gebruikt. Voor een speciale onder
neming op dit gebied is het bovendien bijna
onmogelijk om allerlei terreinen van weten
schap te bestrijken. Men zou moeten be
schikken over vele goed ingerichte labora
toria, operatiekamers, ziekenzalen, een groote
staf van vaklieden, een sterrewaclit en nog
vele andere speciale laboratoria. Dit is voor
een particuliere onderneming niet mogelijk
en vele wetenschappelijke opnemingen kun
nen slechts door specialisten in hun eigen
laboratorium worden verricht. O )k opnamen
bijv. als de vogelfilms van den heer Burdet
zouden door geen enkele inrichting commer
cieel kunnen worden vervaardigd. Dergelijke
opnamen zijn slechts mogelijk als iemand
die over een combinatie van eigenschappen
beschikt, in dit geval vogelkennis en kino-
technische kennis, van het maken van der
gelijke opnamen zijn levenswerk maakt, zoo
als dit hier het geval is."
De leiders van de Multifilm hebben vele
schoone plannen die ook om de bovengenoem
de redenen, niet zoo heel spoedig tot uitvoe
ring zullen komen. Successievelijk zullen zij
echter tusschen het winstgevender werk
door, ter hand genomen worden. Dan zal men
in de eerste plaats de verfilming van Dr.
Thijsse's werk „Uit sloot en Plas" voltooien.
Hiervoor zijn reeds eenige opnemingen ge
maakt. Dr. Thijsse verleent zelf zijn mede
werking.
Gereed ligt een ontwerp voor een film over
Swammerdam, die op dezelfde leest geschoeid
zal zijn als de vermaarde Leeuwenhoeck-film
doch in het bijzonder zal handelen over het
leven der insecten.
Met medewerking van den heer A. Meilink
is men bezig aan een werk over de bewegin
gen van - planten, hierbij moet uitsluitend
gebruik worden gemaakt van de versnelde
film.
Dergelijke bezigheden nemen ontzaggelijk
veel tijd in beslag. Soms moeten de vervaar
digers maanden of jaren wachten op geschikt
materiaal. Zij zijn immers afhankelijk van
allerlei omstandigheden die men nu eenmaal
niet dwingen kan, wij noemen slechts bij
wijze van voorbeeld, de wisseling der seizoe
nen. Reeds gedurende twee jaar wei-ken de
heer Mol en zijn helpers aan de film 1rDo
wonderen van een waterdruppel" die immers
telkens weer voor uitbreiding vatbaar blijkt.
Een groot euvel, waarvan de strijders voor
de wetenschappelijke film veel te lijden
hebben is de slechte organisatie. Gelukkig is
hierin verbetering gekomen, sedert de oprich
ting der internationale leerfilm-organisatie,
die een catalogus samenstelt waarin alles wat
op het merkwaardige gebied van de cultu
reele films bestaat wordt verwerkt. Ook de
overheid kan nog veel goeds verrichten. Men
neme Duitschland eens als voorbeeld: Bios
copen daar, die cultuurfilms op hun program
ma nemen krijgen een reductie op de ver
makelijkheidsbelasting. De rendabiliteit
neemt door grooter afname der producten
natuurlijk toe. Vrijdom van invoer, vrijdom
van keuringsrechten en dergelijke, zijn faci
liteiten die de wetenschappelijke film
zouden kunnen ten goede komen.
Deze causerie is beknopt en algemeen ge
houden. Wij hebben slechts eenige markante
punten gereleveerd. Achter „de coulissen"
van het wetenschappelijk filmatelier voeren
jfij u later wellicht nog eens. Voorloopig heb-
Het ontwikkelingsproces van een kikvoschei.
ben wij slechts uw belangstelling willen op
wekken voor een machtig interessant onder
deel van de filmindustrie. De pioniers van
deze branche werken in stilte. De regisszurs
van dit domein versmaden humbug en sen
satie. Zij verdienen geen millioenen. Zij wer
ken met het materiaal dat de natuur hun
schenkt. Zij vorschen en speuren, zij hebben
te kampen met vele moeilijkheden. Voorwaar
niet met grillige echt-scheidende stars, doch
zeker met even grillige, zij het vrij wat in
teressantere factoren. Zij analyseeren haar
fijn het leven van organismen wier gedra
gingen eertijds onnaspeurlijk waren, zij ont
leden den tijd, versnellen of verlangzamen
hem naar willekeur en maken zichtbaar wat
nimmer zichtbaar was.
F. A.
Storing op 4.
Er was storing op lijn vier. Goddank, want
er is niets zoo aardig als iets, dat buiten het
gewone omgaat.
Als alles op rolletjes loopt, en lijn vier op
z'n rails, dan is de mensch vervelend, maar
is er storing, dan komt hij los en verdiept
zich met z'n medemenschen in gissingen om
trent de oorzaak van het uitblijven van de
tram.
Waaruit volgens mij blijkt, dat bijna alle
menschen genietbaar zijn en ze niet als
stomme idioten langs elkaar heenloopen
willen, want bij de minste aanleiding zoeken
ze een praatje. Meer van die aanleidingen,
meer storingen e. d., en de Volkenbond wordt
een paskwil, omdat het menschdom de bin
dende banden al gevonden heeft.
Maar terzake, er was storing.
„Er is zeker storing", merkte een geduldi
ge juffrouw op, na een half uur wachten op
't Stationsplein.
„Nou staan ik hier toch al een uur, over-
dr:sf een tweede, iets minder geduldig, „t
is bar!"
„Kijk, daar hei-je-n'm, o nee, t ls Bloe-
mendaal. Kruipt asse slak. Je kan nog har
der loope",
„Condekteur, komt lijn vier vanavond nog?"
„Ja, die komt drekt", maakte die zich er
af en vluchtte naar vrienden onder de kap.
^Clest ook maar wat natuurlijk, weet er
ook niks van," zei de ongeduldige.
Eindelijk: lijn vier. Een klein hoeraatje
steeg op van den stations-vluchtheuvel. De
tram werd bestormd.
„Conducteur, we wachtten al op je", zei
klant één en offerde.
„Spijt me juffrouw, dat wist ik niet, dan
was ik eerder gekomen."
„Geen manier van doen, conducteur," vond
klant twee, en offerde.
„U kunt nog terug," wist de conducteur.
„Ik staan een uur," verviel de derde in her
halingen, en offerde.
„Ook daar komt u overheen," bemoedigde
de conducteur haar, „binnen zijn nog enkele
zitplaatsen."
„Hee Hein," zei plotseling een collega-con
ducteur, „je kan maar tot het Wilsonsplein,
verderop is geen stroom."
„In orrde,.... staat" salueerde de conduc
teur.
„Ja, en dan kom je maar lang de Raam-
vest terug", gijnde de collega verder, „en
dan zie ik je wel op de Groote Markt bij
Brinkmann. Dan salleme op de goeie afloop
drinke."
Gaan liever over Purremeren4"*Y
„Tot Wilsonsplein. conducteur?" „Da's af
zetterij. M'n geld terug."
„Mag ik de helft van m'n kaartje terug
geven? 't Kost zeker vijf cent."
„Menschen je maakt me zenuwezlek. Hoe
kan ik nou kaartjes verkoopen in zoo'n
bende, t Lijkent wel Maandagmarkt."
't Overige vee liep gedwee de tram in, en
ging zitten, in het bewustzijn van te
zijn afgezet voor een dubbeltje door lijn 4.
„Nou vooruit dan maar. dan gane me rije,"
zei de conducteur, na de laatste juffrouw z'n
dure kaartjes te hebben verkocht. „Dit is een
speesjaal zuug nach de ploempollevelde. Wil
sonsplein ausstappe".
En hij ging werkelijk, de tram, hij reed ons
voort.
Bij de Vestestraat had nog iemand den
treurigen moed om deze tram aan te klam
pen.
Wagenwijd opende de conducteur z'n deur.
„Komt u d'r maar in. Meneer, en loop u
maar drèkt door. U beat er zoo. Er zijn nog
enkele plaatsen balcon voor noppes",
We naderden het Wilsonsplein en enkelen
van ons leefden in de hoop. dat de conduc
teur net zou doen of hij niets merkte. Mis
schien dacht de tram er dan ook niet aan,
dat er geen stroom was verder.
IJdele hoop. Al langzamer reed hij en ein
delijk: stop.
„Aussteige, Damen en Herren", germani
seerde de voerman. „We zullen hem de rest
maar schenke. 't Is voor een liefdadig doel,
mot u maar denken. Voor kindere-herstel-
lingsoorde".
„Stuur die tram daar maar naar toe", gaf
'n meneer, die n<jg naar de Kwakel móest en
dies ontevreden was, den raad.
„An die tram mankeert niks, dat maggu
niet zeggen. De stroom deugt niet. Goeien-
avond en prettige wandeling verder".
HONDERD JAAR TROTTOIR.
De Par5jzenaars herdenken nu het eeuw
feest van het torttoir, dat in 1829 in de stra
ten van Parijs officieel werd ingevoerd. De
nieuwigheid vond haar oorzaak in het omni-
busverkeer, waarin men een gevaar voor den
voetganger zag. Men besloot daarom voor de
voetgangers ietwat verhoogde straten te ma
ken, waardoor ze van het wagenverkeer op
den hoofdweg werden gescheiden. Zoo ont
stond het trottoir, het welk al heel spoedig
odor andere groote steden werd nagevolgd.
Door het trottoir was de kans m,inder groot,
dat de wandelaars door de voorbijgaande rij
tuigen werden bespat. Dergelijke over-wc-
gingen hadden reeds vijf eeuwen vroege,r ge
leid tot het palveien van de straten, v^aarbij
Ptarijs weer het voorbeeld gaf. Mert vertelt
dat de eerste verbetering van dc straten te
Parijs een gevolg was van het f'sit, dat Lo-
dewijk de dikke, de zoon van Kc,ning Philips
II, door een varken werd gedood, dat zijn
paard tusschen de pooten liety. Daarop werd
het houden van varkens in de straten van
Parijs verboden en het mal/en van een pla
veisel bevolen.
Het automatische filmtoestel, systeem
Rothe, gebouwd in de operatiezaal. A. i: :t
steriel afgedekte schakelbord; B. Het voetpe
daal waarmede de chirurg het toestel in be
weging brengt. Men behoeft er, dan verder
niet meer naar om te kijken.