HAARLEM'S DAGBLAD
Mijn bezoek aan een Russische
gevangenis.
LETTEREN EN KUNST.
HET AFGELOOPEN TOONEELSEIZOEN.
BIOSCOOP
ZATERDAG 1 JUNI 1929
ZESDE BLAD
Hoe de Sovjet tegen de misdaad optreedt.
Het leven in een Moskousche gevangenis.
Door JAMES E. ABBE,
den bekenden schrijver over Rusland.
De Sokolnihi-Gevangenis te Moskou.
Na drie maanden in een hötel in Moskou
doorgebracht te hebben, ontdekte ik als 't
ware op het laatste oogenblik ëen gevange
nis, die bijna even goed aan mijn doel had
kunnen beantwoorden.
„Een gevangenis te Moskou". Het klinkt
somber. Dat zou geen plaats zijn om den
mensehen te vragen te glimlachen en vrien
delijk te kijken, terwijl ik hun beeltenis op
de gevoelige plaat vastlegde. Toen ik toe
stemming kreeg, niet alleen om zulk een
gevangenis te bezoeken, maar ook om er
foto's te maken, zeide ik tot mij zelf: „Hier
zal ik zeker ijzingwekkend materiaal vinden!"
Maar het binnenkomen van de gevangenis
was niet afschrikwekkend en deed niet den
ken aan vuilheid en folterkamers. Er waren
weliswaar tralies voor de vensters maar de
met sneeuw bedekte toegang leek veel op
den toegang naar een gastvrij en geriefelijk
logement. Maar: ik zou mij niet laten mis
leiden door een eersten gunstigen indruk!
Toen ik aan den directeur werd voorge
steld, een tamelijk jeugdig uitziend man met
een joviaal voorkomen, vroeg ik mij af hoe
de inrichting wel zou zijn, aan het hoofd
waarvan zóó iemand stond.
Hij stelde mij voor aan iemand, die
Engelsch sprak en dien ik voor zijn assistent
hield en wij begonnen onzen rondgang. De
assistent legde mij onderwijl uit dat in deze
gevangenis het denkbeeld voorzat dat de
mentaliteit van de gevangenen als 't ware
vernieuwd moest worden zoadat zij bij het
verlaten van het gebouw de nietigheid van de
misdaad en de voordeelen van het commu
nistisch burgerschap zouden inzien.
Ik was niet weinig verbaasd, in den loop
van het gesprek te vernemen dat deze
„assistent" zelf een gevangene was.
Er waren geen afzonderlijke cellen, maar
zalen, waarin 40 of 50 gevangenen woonden.
Er waren tafels, waaraan mannen zaten te
lezen, te schrijven en schaak te spelen. De
meesten van hen rookten cigaretten. Ik werd
voorgesteld als „Kameraad Abbe" en ik voel
de mij weldra thuis en op mijn gemak.
Wij gingen van het eene gebouw naar het
andere. In de zaal waar tooneelvoorstellin-
gen worden gegeven was een orkest aan het
repeteeren. in een andere, keinere kamer
gaf een gevangene aan eenige mede-gevan
genen les in het Duitsch.
Er was een cantine waar de gevangenen
versnaperingen konden koopen, die niet op
het dagelijksch menu voorkwamen, verder
ook cigaretten en kleeren. Iedere gevangene
kleedt zich zooals hij dat wenscht, er bestaat
geen voorgeschreven gevangeniskleeding.
Daar alle gevangenen acht uur per dag in
winkels werken en voor hun diensten betaald
worden, hebben zij altijd over wat geld te
beschikken om inkoopen te doen.
Er waren er eenigen, die niet konden lezen
ten schrijven en les kregen van een gevangene.
Er was ook een tooneelclub.
In een kamer zag ik een schaakbord op
de tafel, met de stukken er op alsof een
partij schaak door de een of andere oorzaak
was afgebroken. Dit was inderdaad de lang
zaamste partij, die ooit ter wereld is gespeeld.
Deze gevangenis speelde tegen een andere
gevangenis: per telefoon! Eén' zet per dag!
Een schidwacht met de bajonet op het
geweer stond bij den ingang van elk gebouw,
maar de gevangenen kwamen en gingen zon
der dat 9e schildwacht hen aanriep.
Men deelde mij mede dat zekere gevange
nen wier antecedenten daar aanleiding toe
geven, nu en dan een dag vrij krijgen omj
de stad in te gaan.
Ik uitte de veronderstelling dat al 'deze
gevangenen waren veroordeeld voor het een
of ander weinig beteekenend vergrijp. Maar
dit bleek niet zoo te zijn. Vijf en zeventig
percent van hen waren moordenaars en dezen
worden niet als zulke groote misdadigers
beschouwd als diegenen, die geld van het
gouvernement hadden gestolen. De eenige
moordenaars die de doodstraf krijgen in
Rusland zijn die welke een moord begaan
hebben om geld machtig te worden. De ge
vangenisstraf voor ieder misdrijf blijft ove
rigens beperkt tot 10 jaar, daar de Sovjet
gevangenisautoriteiten van oordeel zijn dat
iedere misdadiger in dat tijdsverloop kan
„gecorrigeerd" worden.
Ik sprak met een gevangene op een afstand
van den opzichter, zoodat deze ons niet kon
hooren en ik vroeg hem mil eerlijk te zeg
gen of de behandeling der gevangenen inder
daad zoo goed was als zit onp'ervlakkig leek.
Hij verzekerde mij dat dit werkelijk het
geval was. Ik gaf hem te verstaan dat iede"*
systeem toch wel aanleiding kan geven tot
critiek en ik vroeg hem wat hij verkeerd
vond in het in deze gevangenis gevolgde
systeem. Hij was op zee geweest en een van
de weinige vreemdelingen: een Duïtseher. Hii
sprak onmiddelliik ziin afkeuring uit over
het gebrek aan discipline in de gevangenis.
Mijn vrouw, die mij bij dit bezoek verge
zelde werd door de gevangenen met eerbied
behandeld. Toen wij eenige dagen later te
rugkwamen om foto's te maken, overhandig
de een der gevangenen haar een brief, dien
zij nog als een souvenir bewaart. Ik licht er
Een toegang tot de gevangenisBij avond.
dezen zin uit: „Misschien beseft u niet wat
het beteekent voor iemand, die in de ge
vangenis verblijft, een dame uit een andere
wereld te ontmoeten. Vandaag zal ik begin
nen met Engelsch te leeren."
Het was eenigszins een teleurstelling voor
mijn vrouw dat de man niet nog wat verder
was gegaan en zich had voorgenomen een
beter leven te gaan leiden maar hij deed
blijkbaar liever geen haastige beloften, die
hij toch niet kon nakomen!
Het laatste wat de directeur ons zeidee,
toen wij afscheid namen was dat, als ik na
een jaar of tien zou terugkomen, ik misschien
zou zien dat de schildwachten geheel waren
afgeschaft en dat het systeem om op het
eergevoel der gevangenen te werken dan tot
het uiterste zou zijn doorgevoerd.
Ik vroeg hem, een kamer voor mij open te
houden.
(Nadruk verboden).
Een gevangeniscourant. Deze courant wordt
eens per week door de gevangenen gedrukt
en uitgegeven. Zij bevat algemeen nieuws en
berichten die betrekking hebben op het le
ven in de gevangenis.
De gevangene die den brief aan mevr. Abbe
schreef. (De artistieke achtergrond wordt
gevormd door een décor van het gevangenis"
theater).
HET TOONEEL.
HET ATELIER.
LE PcCHEUR D'OMBRES.
Tooneelspel in 4 bedrijven door Jean Sarment
De keuze van Le Pêcheur d'Ombres
door Het Atelier toont wel duidelijk, dat bij
veel overeenkomst er toch ook een groot ver
schil is met de H. T. C., waarvoor de opvoe
ring gisteren in den Schouwburg aan den
Jansweg werd gegeven. Het streven van dit
Haagsche liefhebberijgezelschap is blijkbaar
niet enkel gericht op amusement maar op
ernstige tooneelspeelkunst.
Le Pêcheur d'OmbresLouis van Gaste
ren heeft gemeend den titel onvertaald te
moeten laten, omdat hij er in het Hollandsch
geen passend equivalent voor kon vinden.
Der „Schatten-Fischer", zooals de Duitschers
het hebben vertaald, geeft de beteekenis
slechts ten deele weer en ook het Hollandsche
woord „De Schaduwenzoeker' zou het Fran-
sche Le Pêcheur d'Ombres, dat voor dit stuk
een dubbele beteekenis heeft, slechts onvol
komen dekken. Vandaar de Fransche titel
van dit in het Hollandsch vertaalde tooneel
spel.
Het is een vrij ingewikkeld pathologisch
geval, dat Jean Sarment in Le Pêcheur d'Om
bres behandelt. Een jonge man is door een
teleurgestelde liefde zoo in zijn geestvermo
gens geschokt, dat hij zijn geheugen kwijt is.
Hij is zich zijn ziektetoestand volkomen be
wust. hij weet. dat hij abnormaal is en
spreekt over zich zelf aks over een ziel-zieke.
Zijn moeder besluit in haar wanhoop tot een
krachtmiddel. Zij vraagt het meisje, dat de
oorzaak is geweest van zijn ziekte, te logee-
ren, in de hoop, dat hij in den omgang met
haar door een schok zich alles weer zal gaan
herinneren en zijn geheugen terug zal krij
gen. Maar zoodra Nelly in het huis is geko
men, voelen wij ook het conflict-, dat ©r
dreigt. Want Jean heeft een ouderen broer
René en men zou al een vreemde in
den schouwburg moeten zijn om niet dadelijk
te begrijpen, dat, wanneer het geheugen bij
den zieke terugkeert, deze broer tusschen
hem en het meisje zal staan.
Het doorzichtige van dezen opzet zou een
der zwakste kanten van het stuk hebben
kunnen worden, wanneer het Sarment niet
ware gelukt lit conflict op boeiende en dra
matische wijze uit te werken. Als de twee
broeders tegenover elkander staan in den
strijd om het meisje, weet René den twijfel
weer in het hart van Jean te doen op
komen. Hij verwart zijn geest door het te
doen voorkomen, a.sof Nelly een ander is dan
net meisje dat hij eens lief heeft gehad. Hij
stort hem in zijn ziekte terug. Maar als hij
bemerkt, dat zij ook nooit voor hem zal zijn.
omdat zij den broer alleen lief heeft, komt
de wroeging, doch dan is het te laat. Jean
is weer „le pêcheur a' ombrss" geworden, de
man, die schaduwen zoekt en het einde is
een verlossend pistoolschot dat den geestes
kranke de rust, den broer de eeuwige on
rust brengt.
Of het ziekteproces zooals Sarment het
ons in zijn stuk geeft, te aanvaarden is. zou
een psychiater moeten beslissen. He voel mij
op dat terrein volkomen leek. Voor mij
blijft alleen de beoordeeling van het stuk
als drama. En lan moet ik zeggen dat het
zeer ongelijk van waarde is. Naast uitsteken
de gedeelten staan zeer zwakke fragmenten
Jean is heel knap geteekend. In zijn lang
zame bewustwording en het aan weer terug
storten in het duister is ongetwijfeld een
stérk dramatisch element. En ook de broer
is in zijn jalouzie onmiddellijk te aanvaar
den. In het conflict tusschen de twee broers
is Sarment op zijn best en bet tooneel tus
schen Jean en René in III is ongetwijfeld
het sterkste deel van het drama. Dat derde
bedrijf maakte ook door het zeer knappe
en fascineerende spel van de twee mannen
de meeste impressie.
Maar daarnaast staat veel, dat ik minder
kan waardeeren. Nelly is zwak geteekend en
ik heb van dit meisje maar een zeer vagen
indruk gekregen. En bepaald mis-teekend is
de bisschop, een in dit stuk totaal overbodige
persoon. De tooneelen tusschen Monseigneur
en de moeder vielen er telkens geheel uit en
hielden de dramatische handeling nu en dan
zelfs storend op. Heel dat verhaal aan de
moeder, waarom hij bisschip was geworden,
stond buiten eenig verband van het con-
fltct. En het was eigenlijk ook heel naïf.
ja zelfs een beetje dwaas. Aan het slot ver
gat deze bisschop zelfs volkomen zijn pries
terlijke plicht door aan een stervende de
laatste sacramenten te onthouden.
Trouwens, die heele slotscène met den
stervenden Jean, was puur melodrama.
Waarom moest Jean nog op het tooneel
worden gesleept! En wat te zeggen van het
spel met den revolver? Dat was alles zoo
doorzichtig en opzettelijk, dat men bijna
geneigd was over het voetlicht heen te roe
pen: „Neem Jean dien revolver af! Daar
komen straks nog ongelukken van!"
Neen, wanneer ik dit stuk van Sarment
nog eens voorbij mijn geestesoog laat gaan,
dan moet ik zeggen, dat wij toch dikwijls zeer
dicht bij het melodrama stonden, ook met
heel dat pathologisch geval van Jean, al er
ken ik, dat het in sommige tooneelen heel
knap is verwerkt.
Le Pêcheur d'Ombres stelt aan de spelers
zeer hooge eischen en het was een verras
sing te zien, hoe althans twee van dit nieuwe
Haagsche liefhebberijgezelschap volkomen
aan die eischen voldeden. Men zal zeker zeer
weinig dilettanten in ons land vinden, in
staat de ontzaglijk zware rol van Jean te
spelen. Zelfs beroepsacteurs zouden er moeite
mee hebben. Het spel van den heer H. G.
Tersteeg was wel het meest Interessante en
verblijdende van dezen avond! Hij stond heel
ver boven zijn omgeving, al wist de heer
Nijenbandring de Boer René hem dan
ook in de groote scène van III zeer knap
te naderen.
Deze Jean was een geesteskranke en tegelijk
een dichterlijke jonge man! Dat was het
zeer knappe van deze merkwaardige creatie.
Voortreffelijk wist hij ons het „afwezige",
het aldoor dwalende van dezen zieken geest
te suggereeren. Dat starende telkens in zijn
blik, dat vluchtige in zijn bewegingen, dal
gesaccadeerde in zijn spreken, het behoorde
alles bij deze figuur. En prachtig was zijn
overgang tot het bewust-worden. Toen werd
hij werkelijk een ander, toen zag men en
hoorde men in 't spreken de genezing van
dezen jongen man op het tooneel. Zeer knap
en sterk dramatisch was hij ook in het groo
te tooneel met zijn broer, waarbij alleen een
wat onvoldoende plastiek nu en dan bewees,
dat hij geen geroutineerd tooneelspeler was.
Maar zijn hoogtepunt bereikte hij aan het
slot van EU, als de twijfel weer zijn geest
binnensluipt en waarlijk ontroerend was hij,
toen hij gebroken daar neerzat met het ge
dicht in zijn hand. Het was moeilijk in de
zen speler een dilettant te herkennen.
De heer Nycnbandring de Boer gaf uitste
kend tegenspel in de groote scène in III en
wist ook overigens de figuur van René den
man, die hunkert naar het geluk aanneme
lijk te maken. Er was een gelukkige contrast
werking tusschen den dichterlijken, zwakken
Jean en den wat plompen, gezonden René!
De twee dames hadden naast deze twee
sterk spelende mannen een moeilijke taak.
Er was in hun beider spel zoowel in hun
loopen als hun handenspel iets gemanië
reerds, dat in dit drama nu en dan wat
hinderde. Nelly bracht haar distinctie en de
charme van de jeugd mee op het tooneel,
maar het was duidelijk te merken, dat de rol
de speelster weinig houvast bood. Ook de
moederrol leek mij niet bepaald geëigend voor
de actrice, die wij er gister in zagen.
Haar talent wij hebben dat bij de H.T.C.
herhaaldelijk met vreugde mogen consta-
teeren ligt meer in geestige typeering.
Toch was er in het spel der twee dames
zeer veel goeds, al kwam het dan ook in
tegenstelling met dat der twee heeren niet
boven verdienstelijk dilettantisme uit.
De bisschop, die van Jean Sarment al heel
weinig priesterlijks had meegekregen, zou er
bij gewonnen hebben, als de speler hem wat
meer kleur hadde gegeven.
Een vertooning dus, die evenals het
stuk ongelijk in waarde was, maar die
voor dilettanten toch op een lang niet gewoon
peil stond, dank zij vooral het zeer knappe ge
voelige en tevens hoogst intelligente spel van
den heer Tersteeg!
Het succes waaraan in niet geringe mate
de regisseur, de heer Van Gasteren, die ook
vcor de goedklinkende vertaling had gezorgd
zijn deel had was heel groot! Veel bloe
men en hartelijk applaus.
J. B. SCHUIL.
VOLKS- EN SCHOOL VOORSTELLINGEN.
INGEZONDEN MEDSDEELINGEN
a 60 Cl*, per regel.
PORTRET-
TEEKENINGEN
ook naar photo'a
J.ROTGANS
LAPLACE3TRAAT -T?
AMSTERDAM-OOST
Schreven wij in ons vorig artikel, dat de
abonnementen der goedkoope voorstellingen
weinig of geen invloed op het bezoek der ge
wone tooneelavonden hebben gehad, van de
volksvoorstellingen kunnen wij dat onmo
gelijk zeggen. Het waren juist de geregelde
bezoekers der volksvoorstellingen, die het
eerst voor de goedkoope abonnementen in
schreven en 't was dus de voorzien, dat 't be
zoek der volksvoorstellingen belangrijk zou
terugloopen. Dat is dan ook het geval ge
weest. Het bezoek der volksvoorstellingen,
dat in de laatste jaren toch reeds sterk was
verminderd, was dit jaar slechter dan ooit,
het was zelfs per avond gemiddeld 100 ten
achter bij het vorige seizoen en dat terwijl
er toch slechts 11 volksvoorstellingen werden
gegeven tegen 15 in vroegere jaren. Slechts
éénmaal, bij Eva Bonheur men ziet. hierin
de nog steeds groote aantrekkingskracht van
de namen Heij ex-mans en mevrouw de Boer
was de Stadsschouwbui-g bij een volks-
vooi-stelling uitverkocht, maar er waren ook
avonden, waarop de zaal zelfs ondanks de
abnormaal lage prijzen nog niet half vol
was. Een bewijs alweer van de stelling, die
ik herhaaldelijk in deze rubriek heb ver
kondigd, dat zelfs de sterkste verlaging der
prijzen, het publiek, wanneer het eenmaal
aan die prijzen gewend is, niet in den
schouwbux-g brengt.
De vraag rijst, of wij in Haarlem na de
invoering der goedkoope abonnementsvoor -
stellingen door moeteix gaan met het geven
van volksvoorstellingen als tot heden Is ge
daan! Een sterke behoefte dat is dit sei
zoen nu wel duidelijk gebleken bestaat er
niet naar. Wanneer volksvoorstellingen
zooals dit jaar op enkele avonden is ge
beurd door nauwelijks 300 personen wor
den bezocht, kan men moeilijk zeggen, dat
er bij het publiek een drang is naar volks
voorstellingen. Het lijkt mij wel tijd deze
kwestie eens nader onder de oogen te zien,
want men vergete niet, dat slecht bezochte
volksvoorstellingen de gemeente veel geld
kosten. En zoo bloeiend zijn de financiën van
Haarlem nu niet, dat het geld behoeft te
worden weggesmeten!
Of ik dan tegen het instituut der volks
voorstellingen ben? Integendeel, ik ben er
een warm voorstander van, doch alleen van
volksvoorstellingen die werkelijk cultureele
waarde hebben. Maar dat kan men van
voorstellingen als van De Spooktrein. De
Hofslachter, Juffrouw Kerkmuis en zelfs van
Overschotje moeilijk zeggen. Ik meen mij te
herinneren, dat dit de oorspronkelijke bedoe
ling van de volksvoorstellingen ook was, ja,
ik weet nog, dat in het begin door sommigen
werd gezegd, dat op volksvoorstellingen het
beste nauwelijks goed genoeg was, maar
langzamerhand heeft men dit principe vrij
wel los gelaten en zijn de volksvoorstellingen
niet anders dan voorstellingen tegen abnor
maal lage prijzen geworden, die de gemeente
veel geld kosten en door het publiek nauwe
lijks worden gewaardeerd.
Zijn dergelijke voorstellingen nog noodig,
nu door de invoering der goedkoope abonne
menten een ieder in de gelegenheid is voor
de som van 2,40 gld. voor zes van zulke voor
stellingen in te teekenen?
Ik voor mij zie de bedoeling van het In
stituut der volksvoorstellingen heel anders
en ik weet, dat het ook door anderen oor
spronkelijk zóó is gezien! Wanneer de ge
meente elk jaar eenige duizenden guldens
voor volksvoorstellingen uittrok welk be
drag dan niet meer, zooals nu, op de exploitatie
van den schouwburg' zou mogen drukken
zou dit geld zeer zeker wèl zijn rente opleve
ren. Maar dan ook uitsluitend voorstellingen,
welke cultureele waarde hebben, en geen
Kerkmuisjes, Spooktreinen en Hofslachters
meer! Die kan men ook op de goedkoope
abonnementsvoorstellingen genieten, welke
voorstellingen met een heel ander doel zijn
ingevoerd en waarvoor bij de keuze enkel
het motto: „elck wat wils" geldt. Wanneer
de gemeente gelden voteert om het volk te
ontwikkelen, om het werkelijk schoonheid te
brengen, kan men dit niet anders dan toe
juichen. Maar het kan nooit de bedoeling
zijn, dat de gemeente geld uitgeeft om som
mige lieden *n goedkoop, pleizierlg uitgange
tje te bezorgen. Want men denke niet, dat die
voorstellingen al staan ze niet als een af-
zonderlljke post op de begrootlng de ge
meente geen geld kosten. Die kosten zijn te
vinden in een grooter te kort van de schouw
burg-exploitatie.
Wat ik dus zou willen? De uitgaven der
volksvoorstellingen voortaan niet meer laten
drukken op de exploitatie-rekening van den
Stadsschouwburg, doch hiervoor een afzon
derlijken post uittrekken op de gcmcentebe-
grootlng! Niet veel volksvoorstellingen bij
voorbeeld 8 ln een Jaar maar dan op die
voorstellingen ook het allerbeste zonder te
■letten op de kosten, zooals tot nu toe ge
schiedt, wel moét geschieden om het verlies
van den schouwburg xxiet al te groot te
maken. Voorstellingen dus als van De Ge
temde Feeks, Midzomernachtsclroom. Pauius
onder de Joden, Cyrano de Bergerac. De Man
die de klappen krijgt. De Blauwe Vogel van het
Geluk, St. Joan, alle stukken dietot nu toe nooit
voor volksvoorstellingen in aanmerking kon
den komeix, omdat ze ,.t® duur" waren. En
natuurlijk ook minder kostbare stukken, zoo
als ze t^t nu toe gegeven zijn als Nora,
Eva Bonheur en Het Graf vaxx den onbeken
den Soldaat mits ze kunstwaarde hebben
en ze den smaak van het volk veredelen.
Want hierop komt het in dezen tijd van
wansmaak aan! Wanneer voor dergelijke
volksvooi-stellingen eenige duizenden guldens
werden uitgetrokken, dan zou dat geld even
nuttig besteed zijn als dat, wat voor de
H.O.V., de Stadsbibliotheek, het Frans Hals
museum en andere cultureele doeleinden
wordt uitgegeven! Men schrikke hiervan niet
terug, want die gelden woruen nu reeds toch
immers ook voor volksvoorstellingen doo: de
gemeente betaald, alleen het gebeurt nu op
een verkeerde manier!
En dan zou tevens een som moeten worden
gevoteerd voor 3 a 4 schoolmatinees! Dit kan
te eerder, omdat een groot deel van dit be
drag ten goede komt aan den schouwburg.
Waar men hier dus aan den eenen kant
geld uitgeeft, komt het op een anderen post
der begrooting op de exploitatie van den
schouwburg in de gemeentekas terug.
Want de praktijk wijst uit, dat op de school
matinees door den schouwburg zoo goed als
geen verlies wordt geleden. Doch het sys
teem, dat de stadsschouwburg de risico hier
van draagt, deugt niet! Het kan nu toch ge
beuren, dat bij minder goede bezetting der
zaal zooals dit jaar o.a. éénmaal het geval
is geweest, doordat het hoofd van een der
scholen op eens willekeurig besloot zijn leer
lingen niet te laten gaan de schouwburg
op een schoolmatinee verlies lijdt, wat op
den duur het zoo nuttig instituut der school
voorstellingen in gevaar zou kunnen brengen.
Wat zeer te betreuren zou zijn!
En nu ik het hier toch over de schoolvoor
stellingen heb, wil ik eens wijzen op de wen-
scheUJfcheid van meer contact tusschen de
directie van den schouwburg en do scholen
bij de keuze der stukken. De klacht toch van
den kant der leeraren en leeraressen die
mij meermalen gewerd dat dit contact
thans vrijwel totaal ontbreekt, lijkt mij niet
geheel en al ongegrond. Overleg van de
schouwburg-directie met een vaste commis
sie van leeraren en leeraressen der scholen
voor de schoolvoorstellingen kan niet anders
dan goed werken, al was het alleen maar,
dat door dit overleg de schoolautorlteiten
overtuigd zouden worden, dat veel, wat zij
als verlangens uitspreken, door de praktijk
geheel onuitvoerbaar is.
De keuze der stukken voor de schoolvoor
stellingen de enkele minder gelukkige
opvoering van Gloxiant en de Busken Blaser
door Utrechtsche dilettanten daargelaten
bewijst overigens, dat de heer Van Hees zijn
taak ook hierin met den grootsten ernst
opvat!
J. B. SCHUIL.
REMBRANDT THEATER.
Ivan Mosjoukine en Carmen
Boni in „Hoogverraad".
De in ons land hoe langer hoe meer goed
bekende Russische filmartist Ivan Mosjoukine
heeft in „Hoogverraad" met Carmen Boni de
hoofdrol in deze boeiende filmgeschiedenis.
Als prins Boris Koerbsky maakt hij in den
trein kennis met een lieftallig alleenreizend
jong meisje, dat aan het grensstation haar
pas kwijt raakt. Boris, die juist van zijn ver
loofde een schrijven heeft ontvangen, waar
in zij haar verloving met hem verbreekt, be
sluit het jonge meisje te helpen de grens
over te komen, door haar te laten doorgaan
voor zijn gemalin, hetgeen gemakkelijk gaat,
daar hij al een pas heeft, gesteld op zijn
naam en die zijner gemalin. De, door den
prins als tijdelijk bedoelde hulp dreigt tot
moeilijkheden te leiden, daar hij in St. Peters
burg opgezocht wordt door de officieren van
zijn regiment, die hem met zijn jonge vrouw
een feestelijke ontvangst willen bereiden. Ze
moeten nu hun rol van jong echtpaar nog
langer volhouden. Iets, waar zij in hun hart
geen van beiden bezwaar tegen hebben, daar
ze groote liefde voor elkaar hebben opgevat.
Na heel korten tijd besluiten ze in ernst te
trouwen. Door een toeval ontdekt Boris tot
zijn onuitsprekelijk verdriet, dat zijn aange
beden vrouwtje tot een nihilistenbende be
hoort en dat het een vooropgezet plan is
geweest, dat Boris op de spionne zou ver
liefd wordenDiepe wanhoop, niet alleen
van Boris maar ook van het vrouwtje, die be
kent, dat ze hem bedrogen heeft: waarin zij
echter eerlijk is. dat is in haar groote liefde
voor hem. De oniknooping van het drama wil
ik hier liever niet geven, het is beter, dat
men die zelf gaat zien. Maar het is zeer
spannend, vol romantiek, die. zooals men be
weert. zoo langzamerhand de wereld uit is,
maar desalniettemin op de film nog graag ge
noten wordt. De beide hoofdrollen worden
bijzonder mooi vertolkt. Carmen Boni weet
door een enkel klein, bijna onmei-kbaar
schrikgebaartje, door het even vertrekken
van haar mond, voor den opmerkzamen
toeschouwer al heel in het begin eenige aan
wijzingen te geven, dat ze niet het onschul
dige meisje is, waar Boris haar voor houdt.
In deze film komt. haar talent zeer goed tot
zijn recht- Het is een film, waarover men
voldaan is.
..De Cellist", de klucht in twee acten heeft
hartelijk doen lachen. Het. Rembrandt- en
het Polygoon's Hollandsch Niexiws interessee
ren. Door ziekte waren de „4 Merry Chanters"
verhinderd op te treden. Willy Derby nam nu
hun plaats in. Of we er bij verloren hebben,
wet ik niet, daar ik de „4 Merry Chanters"
nog niet gehoord heb, wel weet ik, dat we
van Wllly weer als gewoonlijk genoten heb
ben. Zijn liedjes en zijn voordracht vielen
reusachtig in den smaak van het publiek, dat
heel lang applaudisseerde op hoop van een
toegiftje, het mocht echter niet lukken.
Dezen keer weer een mooi programma!
LUXOR-THEATER.
Een indiscrete vtfouw en Ar-
gentijnsche hartstochten;
tezamen drie jaloersche
vrouwen.
Het begint met de ouverture Rosemündc en
wat kijkjes üx Bad Nauheim en dan worden
we deix ganschen avond tusschen jaloersche
dames geplaatst, en ei-varen wij dat jalousie
een even groote rol speelt in ons traditlonee-
le tranendal als liefde.
Het eerste deel van voornoemd tranendal
vinden we in de Pampa's van Zuld-Amerika
waar cabalero's en senorita's elkaar ontmoe
ten in het maanlicht, waar de hartstochten
fel zijn en de wetten der Pampa streng.
De intrigue van „Argentijnsche hartstoch
ten" is ingewikkeld zooals een goede intrigue
behoort te zijn en de regisseur en de scenario
schrijver weten handig al te gemakke
lijk misschien een oplossing te vinden voor
de verwarringen die ontstaan, doordat een
jongeling twee zusters tegenover hem krijgt
waarvan de een boven, de ander op den
„huwbaren" leeftijd is. Wie van de twee hij na
veel moeilijkheden tenslotte krijgt moogt ge
raden, maar ge doet beter deze goedgespeelde
film die bovendien uitmunt wat opneming
betreft in Luxor eens te gaan zien.
De tweede hoofdfilm behoort tot die altijd
onderhoudende, vermakelijke Duitsche come
dies. Wij zullen niet verklappen waar de echt
genoot des middags tusschen tweeën en drieën
is. daar draait het feitelijk om en we zullen u
evenmin het plezier over de amusante ont
knooping benemen door te vertellen hoe de
twee detectives hun. drie onderzoekingen tot
een goed einde brengen.
Verschillende bekende en goede filmspelers
vervullen de hoofdrollen, Jenny Jugo is de in
discrete vrouw, Maria Paudler eveneens ja-
loersch, Kurt Vespermann is fijn als altijd en
Falkenstein Ls weer de vrijgezel, dc „Lebe-
mann".
Carl Boese's regie is knap, er zijn heel moolo
trekjes in deze rolprent die scherp van foto is
en weer bewijst dat men in Duitschland zeer
goede amusementsfilms kan maken.
Het programma ls dus aan te bevelen, de
muziek vlot en het is koel ln Luxor op warme
avonden!.