MTA KI!
HAARLEMMER HALLETJES
BIOGRAPHIEEN IN
EEN NOTEDOP
„Asta Nielsen: Duitsch fabrikaat, mijnheer!" -
De ster van Herr Davidson. - De eerste waar
achtige kunstenares van het witte doek. - Waarom
thans haar enkele films beter zijn dan de vele
van vroeger. -
Asta Nielsen.
De vrouw.
Ik heb haar maanden geleden in één adem
genoemd met Greta Garbo en er zijn veel
punten van overeenkomst tusschen deze
vrouwen, die, beiden geboren in Skandinavië,
in heel hun wezen zoo weinig hebben van de
kalme, nuchtere menschen van het Noorden,
en die om andere redenen toch zooveel met
hun landgenooten gemeen hebben.
Asta Nielsen.
Greta Garbo, de blonde Zweedsche, die
indertijd zóó erg naar haar moeder en naar
haar land verlangde, dat ze de film wilde
.verlaten, heeft ons vaak geboeid, gefascineerd
door haar spel, dat vaak geen spel meer is.
Maar Asta Nielsen is anders.
Asta, die in vroeger jaren meer speelde
dan thans, wier films over heel de wereld
gedraaid werden, acteert zoo heel rustig
soms, zoo geweldig fel óok, haar spel is een
brok leven, en een film met Asta Nielsen
zien is een avond van intens genot.
Het komt tegenwoordig maar zelden voor,
dat we een film van Asta Nielsen te zien
kunnen krijgen, doch die gelegenheid moe
ten we dan ook aanpakken. Haar spel is
nog even aangrijpend als vroeger, ze is
iedere maal weer verrassend en het is feite
lijk een verzet tegen de huidige toestanden
in de filmwereld, dat maakt, dat Asta Niel
sen zoo weinig meer in de studio werkt.
In den tijd toen Herr Davidson kon zeggen
„Asta Nielsen? Dat is mijn ster! Duitsch
fabrikaat, mijnheer!" toen hij Asta „Ein Ge
schaft für die Welt" noemde, een interna
tionaal consortium stichtte voor de produc
tie van haar films uitsluitend, toen in korten
tijd zestig groote theaters gebouwd werden
om haar films behoorlijk uit te kunnen bren
gen, toen iederen dag anderhalf millioen
rnenschen in ongeveer zeshonderd bioscopen
Asta Nielsen op het witte doek zagen, ziet
tóen is zij mishandeld geworden door alle
mogelijke zwakke en slappe, gewrone-en en
verwrongen scenario's. Toen kreeg ze rollen
te spelen, die de producer voor haar uitkoos,
tóen zijn er wel eens Asta Nielsen-films op
de markt gekomen, die onbevredigend bleken,
wijl zij zelfs van die rol niets meer kon
maken.
Maar als Asta Nielsen nü in een film op
treedt. dan is het een goede, dan speelt ze
een rol die ze be-leven, die ze dóor-leven
kan.
Van al haar films herinner ik me slechts
twee goed: „De dood in Sevilla" en „Dirnen-
tragodie".
„De dood in Sevilla": zoo heeft Bizet zich
Carmen misschien gedroomd, zei eens een
Spaansche filmcriticus. Het is wonderlijk
zooals plots haar gelaat begint te leven, hoe
de hartstocht losbreekt, hoe haar oogen
schitteren, haar mond beeft, hoe haar lachen
opvlamt.
„Dirnentragödie": ruw, hard, in-droevig
ook. Wel nooit is het leven van de meisjes
van de straat zoo aangrijpend, zoo triest en
somber uitgebeeld. En hoe snijdend-fel is niet
die slotscène, waar direct na Asta's dood,
terwijl de menschen in de straat er over
praten, een bordje opgehangen wordt:
Kamers te huur. Het leven gaat zijn gewonen
gang, gaat voort, het was een brok er uit,
één zoo'n hopeloos vrouwenleventje.
En de meeste rollen van Asta Nielsen doen
haar het alledaagsche grauwe leed der
menschen uitbeelden. Toch is zij geestig
vaak, heeft zij in den tijd dat ze aan het
tooneel was wel komische rollen vervuld,
doch ook zij, de eerste die de menschen
deed beseffen, dat film niet een vulgair ver
maak voor kinderen en dergelijke eenvoudi-
gen van geest is, ook zij behoorde langen
tijd tot de „Abgestempelten", tot hen die
steeds maar weer eenzelfde soort rollen ver
vullen.
Asta's leven is moeilijk geweest.
'n Zwart type tusschen blonde zusjes, 'n
hartstochtelijk, droomerig kind naast de
vriendinnetjes in een havenbuurt van Kopen
hagen. Vader stierf vroeg,'moeder had voor
't heele stel te zorgen. Asta moest hard
werken. Maar in d'r vrijen tijd las ze Ibsen's
„Brand", telkens weer las ze de scène van
Brand die van Agnes verlangt, dat ze de
kleeren van d'r gestorven kind aan een arme
vrouw zal geven, tot Asta eens bemerkte,
dat ze Agnes speelde, de zusjes zagen het
eens, lachten haar uit en de moeder zette
d'r aan het werk.
Doch ze kwam in het koor van den Ko
ninklijken schouwburg ln Kopenhagen, ze
kwam op de tooneelschool, ze maakte vor
deringen. Vervolgens ging ze uit Kopen
hagen weg, naar Zweden. Noorwegen. Fin
land. Thomas Krag, een Noorsche letterkun
dige zag haar, reisde d'r na naar Kopen
hagen. schreef een filmscenario, haalde haar
over, ze deed het, en „De Afgrond" werd een
ongedacht succes.
Wat het is, wat Asta Nielsen maakte tot
de beste actrice van het witte doek en haar
dit deed blijven valt moeilijk te zeggen. Het
fijne spel harer handen, haar immer wisse
lende gelaatsuitdrukking, haar soepele
lichaam, haar oogen die lachen kunnen en
o, zoo triest zien. alles in haar leent zich tot
het spel van de film.
Een talent, een begenadigde artieste.
C. G. B.
Teleurgestelde dame tot hondenhandelaar
„En dit meneer is er gegroeid uit het jong
dat volgens u een prachtige Russische wolfs
hond zou worden
(Life).
89 MILLIARD INKOMEN IN
DE V. S.
De schattingen van Prof. Morris A. Cope-
land in een kort geleden gepubliceerd bericht,
werpen een nieuw licht op den buitengewo
nen bloei van de economische verhoudingen
in de Vereenigde Staten. Het gezamenlijke
inkomen der Noord-Amerikanen voor het
jaar 1928 wordt door bovengenoemden ge
leerde geschat op 89 milliard dollars of 1860
gulden per hoofd.
De toeneming van de inkomens kan blij
ken uit het volgende:
In het ja^r 1914 bedroeg het gezamenlijke
inkomen 35 milliard, in 1919 60 1/2 milliard
dollars, in 1923 74 milliard en in 1927 87 1/2
milliard. Daaruit blijkt dat de groote win
sten in de jaren 1919 en 1920 werden ge
maakt, terwijl in de laatste twee jaren het
inkomen naar verhouding weinig is geste
gen.
WAS CERVANTES EEN
ITALIAAN?
Beltramilli, een bekende historicus, gelooft
te hebben ontdekt, dat Cervantes, de on
sterflijke dichter van „Don Quichote" in wer
kelijkheid Cervanti heeft geheeten en een
Italiaan zou zijn geweest. "Hij heeft een uit
voerig artikel daarover gepubliceerd, waarin
hij poogt te bewijzen, dat Cervantes van de
Romagna stamt net als Mussolini. Bij het
betreden van het Spaansche grondgebied zou
hij zijn naam hebben veranderd. Bovendien
zijn zijn stijl, zijn humor en zijn satire van
Italiaanschen oorsprong.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De krans was deze week weer bijeenge
komen ter bespreking van de vacantie en
van de uitstapjes, die in die dagen zouden
worden gehouden. Van den beginne af aan
was het duidelijk, dat er 2 stroomingen
heerschten: de eene om gezamenlijk op reis
te gaan en de andere om liever aan ieder
afzonderlijk over te laten wat zijn voorkeur
was (als ik schrijf zijn voorkeur bedoel ik
natuurlijk haar voorkeur, omdat vooral
de vrouwen een gewichtige stem in het ka
pittel hadden)Wouter was geen voorstander
van een gemeenschappelijke reis en toen hij
dat ter tafel bracht, werd er hier en daar in
de kamer tersluiks even geglimlacht. Nie
mand van ons kon vergeten hebben, dat 3
jaar geleden toen de krans gezamenlijk op
reis was geweest, Wouter een figuur had ge
maakt, waarom wij nog altoos lachten. Het
was al vermakelijk genoeg, dat één van ons
in zijn koffer, toen die bij geval openstond,
een touwladder had gezien, die blijkbaar-
dienen moest om te vluchten, wanneer het
hotel eens in brand geraakte: naderhand
bleek, dat hij avond aan avond de ladder uit
het raam van zijn slaapkamer hing, omdat
hij, zooals Tante Koosje ronduit erkende,
anders geen oog dicht gedaan zou hebben.
Als je met zulke angsten op reis gaat, is het
mcar beter om thuis te blijven en iemand,
die geen acrobaat is van nature, brengt,
wanneer er eens brand kwam, met zoo'n
to" wiadder er toch ook het leven niet af.
Toch zou deze heele geschiedenis gauw
vergeten zijn, wanneer niet op een avond
Wouter, waarschijnlijk onder den indruk van
een bangen droom, het heele hotel in op
schudding had gebracht door brandalarm te
maken, terwijl al heel gauw bleek, dat het
zoogenaamde vuur, waarvan hij den weer
schijn in zijn kamer heette te hebben gezien,
niets anders was dan de maan, die dien
nacht toevallig met een bijzonder rooden
gloed had geschenen.
Van pottenkijkers moest na dien tijd
Wouter dus niets meer hebben, maar zijn
denkbeeld, dat ieder maar liever zijns weegs
zou gaan. vond bij de anderen geen in stem
ming. Hopma e'i zijn vrouw hadden een
andere ervaring opgedaan; die waren het
vorig jaar toen zij in Berchtesgaden logeer
den, in gezelschap geweest van een groep
Roemenen, die geen woord Duitsch verston
den en met wie zij dus niet konden praten.
Was het wonder, dat zij dit jaar naar meer
gezelligheid verlangden! De rest van het ge
zelschap was evenzoo voor een gezamenlijk
reisje gunstig gestemd. Het kwam er nu maar
op aan, een adres te vinden, dat de alge-
meene instemming had en het bleek al heel
gauw, dat het moeilijk zou zijn, dit ideaal te
bereiken. In de eerste plaats kwam de vraag:
in of buiten Europa? Maar die werd gauw
ten gunste van ons werelddeel opgelost, om
dat van Stuiteren de eenige was, die buiten
het werelddeeel wilde gaan en onze schreden
wenden naar Zuid-Afrika. „Al die enge men
schen met hun zwarte gezichten wensch ik
niet te zien," verklaarde Emma Hopma en
daarmede was het gezelschap het eens, zij
het dan ook op andere gronden. Zelfs me
vrouw van Stuiteren steunde het plan van
haar man niet, omdat wijlen haar overgroot-
papa slechte ervaringen had opgedaan, toen
hij op een reis dicht bij Algiers door roovers
gevat en als gijzelaar meegevoerd was. Het
had zelfs nog moeite gekost, hem voor dui
zend gulden van de bandieten los te koopen.
Ofschoon wij allen zeer onder den indruk
waren van het feit, dat overgrootpapa door
roovers duizend gulden waard werd gevon
den in een tijd, toen de koopkracht van een
gulden zeker vijf maal zoo veel was als
tegenwoordig, vonden wij dit argument om
niet naar Algiers te gaan niet sterk. Er waren
er betere: vooreerst de kosten, dan het heete
klimaat in den zomer en ten derde het feit,
dat je over zee moest, een omstandigheid,
die op reisplannen altijd een bijzonder be-
darenden invloed heeft.
Natuurlijk gaf deze discussie aanleiding
tot een afdwaling over de laatste gebeurte
nissen op Curasao en met grooten ernst werd
besproken, op welk rantsoen de gouverneur
en de militaire commandant wel geschat
zouden zijn, wanneer de roovers niet de be
leefdheid hadden gehad, de heeren zonder
geldelijke vergoeding gratis -en franco weer
naar hun eigen eiland terug te zeilden.
Het spreekt vanzelf, dat de kosten in de aller
eerste plaats van groot belang waren. Wij
weten wel, dat de beurs van de Hupstra's
niet welvoorzien is zooals die van de Hopma's,
wij hebben de beste verwachtingen van het
financiëele vermogen van Wouter, maar wij
kunnen niet goed hoogte krijgen van de positie
der familie van Stuiteren. Den eenen dag
schijnt het zoo, 'alsof alles kan en den ande
ren dag klaagt van Stuiteren over de groote
kosten van een gezin met kinderen en komt
zijn vrouw, naar het zeggen van de dames
(wij mannen kunnen dat zoo niet beoordee-
len) heel schameltjes voor den dag. Booze
tongen beweren dan ook, dat van Stuiteren
wel eens een gokje doet op de beurs en daar
om op de vastheid van zijn inkomen niet te
vepl mag rekenen.
Nu weten wij allen, dat een bescheiden
pension op de Veluwe heel wat minder ko-t
dan een verre reis. waarbij je telkens afstapt
in verschillende hotels, maar het pension op
de Veluwe (beschroomd aangevoerd door
mevrouw Hupstra) werd algeheel verworpen,
omdat in dergelijke stille omgevingen alleen
vrouv/en zich redelijk bezig kunnen houden,
terwijl mannen zich zoodanig vergriezelen.
zelfs bij het mooiste weer van de wereld, dat
er, zooals Hopma het wel wat sterk uitdrukte,
stellig moord en doodslag van gekomen zou
zijn. Van Stuiteren bleef in het begin van
de besprekingen een neutrale houding aan
nemen en zei, dat hij de keus aan de meerder
heid overliet, waaruit we dus mogen afleiden,
dat Mercurius hem in de laatste maanden
gunstig gezind was geweest. Mevrouw Hup
stra was over haar nederlaag een beetje
ontstemd en toonde dat door te zeggen:
„mannen kunnen de natuur alleen dan ge
nieten, als die dicht bij een groote stad ge
legen is," maar tenslotte bereikte zij er dan
toch dit mee, dat het geen roezige en ver
moeiende reis zou zijn van de eene plaats
op de andere met tien hotels in veertien
dagen, maar een rustige plek ergens in een
mooie omgeving, waar men blijven zou, der
halve toch in een pension.
Nu dit principe eenmaal was aanvaard,
scheen de rest gemakkelijk. Helaas bleek al
spoedig, dat er nog minstens tien barricades
waren opgericht op den weg, dien wij te gaan
hadden, voordat het doel zou zijn bereikt. Hoe
was het b.v. mogelijk het inzicht van me
vrouw Hopma, dat je in ieder geval in een
drukke badplaats moest gaan logeeren, om
dat daar concerten en vele uitspanningen
zouden zijn, met de meening van mevrouw
Hupstra te vereenigen, dat een vacantieoorö
niet dienen moet om je heel druk te maken,
maar om tot rust te komen! Hoe kan het be
staan, de wenschen van Wouter, die niet
tegen den Duitschen pot kan. te vereenigen
met de overtuiging van mijn vrouw en mij,
dat wij in geen geval tot de Engelsche keuken
wenschen te worden veroordeeld! Als par
tijen in dit geval niet tot elkaar kwamen,
dan zouden met één slag Engeland en
Duitschland in hun geheel voor onze vacan-
tieplannen uitgeschakeld zijri geweest. Naar
België wou van Stuiteren niet; ik vrees, dat
hij in Belgische zaken een veer had gelaten
en zijn goede Nederlandsche duiten niet
verder in dat land wat men noemt wenschte
aan te reiken. Zijn vrouw op haar beurt
meende, dat je in Oostenrijk niet met succes
kon reizen en zoo deed zich op een gegeven
oogenblik de mogelijkheid voor van Scan
dinavië, Polen of Rusland. Het eerste was
gauw van de baan. „Mooi. maar somber."
zei de krans. Rusland kwam in het geheel
niet in aanmerking, omdat het alleen somber
was en niet eens mooi en by Polen werd
een eigenaardige krabbelende beweging ge
maakt. die het gezelschap afschrikte. ..Boven
dien is dat allemaal te ver," decreteerde
VAN FRANKRIJK NAAR ENGE-
LAND IN VIER MINUTEN."
Mag men een EngeLschcn uitvinder geloo-
ven, dan zullen binnenkort alle behaalde of
nog verwachte snelheidsrecords voor vlieg
tuigen in de schaduw gesteld worden, door
een snelheid, waarvan zelfs Jules Verne niet
gedroomd heeft. Het zou een vliegtuig zijn,
dat 600 Mijl per uur aflegt, waarvan de con
structie gebaseerd is op de nieuwste theorie
ën omtrent luchtdruk en zwaartekracht. Een
machine, die onbegrensde mogelijkheden
opent. Gelijk de auto-giro van De la Cierva
zou zij kunnen rijzen en dalen in loodrech
ten stand en even gemakkelijk in de garage
gezet worden als een auto. Het reisje van
Londen naar New York zou zij maken in 24
uur en van het Britsche Rijk naar dat dei-
Galliërs zou zij overwippen in vier minuten.
En even veilig zou de machine zijn als een
sneltrein. Wij zijn kinderen van een eeuw.
die verleerd heeft zich te verbazen, twijfelen
aan de komst van de snelle machine mogen
wij dus zeker niet. Alleen mogen wij zoo
nieuwsgierig zijn om ons af te vragen, hoe de
uitvinder zijn machine geconstrueerd heeft,
en of de benzine er nog een rol in speelt. De
onthullingen daaromtrent kunnen interes
sant worden.
KAMPIOENSCHAP VEGEN.
Meer dan waar ook, heeft men zich in de
Vereenigde Staten in de laatste jaren be
zorgd gemaakt over liet gebrek aan ernst in
de levensbeschouwing der jeugd, zoo manne
lijk als vrouwelijk. Als een der middelen om
hierin verbetering te brengen, heeft men
een heele reeks wedstrijden op huishoudelijk
terrein uitgeschreven voor jonge meisjes en
jonge getrouwde vrouwen, waarbij dc win
nares den titel van kampioene verwerft, bijv.
in het knoopaanzetten. of biefstuk bakken
of stof afnemen of afwasschen van vaten.
Ongetwijfeld is dit interessant, ofschoon het
de vraag is of het beoogde doel er wel veel
nader door wordt gebracht.
Dezer dagen is te Los Angeles een wed
strijd in dit genre gehouden, waarbij elke
deelneemster in den kortst mogelijken tijd
een stuk linoleum van 25 vierkante voet, dat
eerst met een flinke laag fijn stof was be
dekt, met een bezem moest scnoonvegen. Dit
is geen grapje, het is werkelijk gebeurd,
evenals al wat hierover nog volgt. Toen het
startschot gelost was gingen de concurren
ten met koortsachtige snelheid aan het ve
gen en binnen weinige seconden waren zij
vrijwel niet meer te zien door het opge
jaagde stof. Het bleek tenslotte dat een
jong getrouwd vrouwtje Edna Aselin gehee
ten, gewonnen had in den wonderbaarlijk
korten tijd van 38 seconden. Nog geheel be
dekt met stof en transpiratie werd de ge
lukkige kampioene gehuldigd en, natuurlijk
ook geïnterviewd door een persman van een
der kranten te Los Angeles. En toen deze
haar complimenteerde met haar bijzondere
huishoudelijke vaardigheid sprak de kam
pioene aldus:
Laten wij dat huishoudelijke er nu maar
liever niet bijhalen. Want thuis heb ik een
electrischen stofzuiger ziet u endie
wordt altijd bediend door mijn man.
voor kinderen, waarin hij hun den weg der
deugd aanwees, evenals Van Alphen het
deed, maar naar het oordeel van zijn tijd-
genooten minder voortreffelijk dan deze.
Van zijn gedichten zegt Rhijnvis Feith,
„dat diens bundeltje van minnedichten, zoo
in losse bevalligheid, geestigen zwier als
sierlijke wendingen, zijnen grootschen, dich
terlijken aanleg voor een ieder £en toon
spreidt."
Behalve de genoemde heeten zijn bundels:
„Byecorf des Gemoeds". „De onwaardige
wereld", „Jezus en de Ziel".
De dichter trok „deze sterfelijke rok uit op
den 5 April 1712 des avonds tusschen 6 en
7 uuren". Hij liet daarbij de weduwe van zijn
zoon Kaspar en haar zoontje in behoeftige
omstandigheden achter, terwijl hij op een
redelijke wijze in hun toekomstige behoeften
had kunnen voorzien. Zijn vrouw, Maria de
Oude, die hij reeds op 19-jarigen leeftijd
getrouwd had leefde toen niet meer.
mevrouw Hupstra en daarmede keerden wij
tot zuidelijker regionen terug en bespraken
de vraag of Italië in aanmerking kon komen.
De dames voelden er wel voor, maar de
heeren vonden, dat er te veel Mussolini in
Italië was en te veel olie in de voeding, al
was het dan ook niet allemaal wonderolie,
zooals in den eersten tijd van Mussolini's
optreden.
Natuurlijk werd Zwitserland niet vergeten.
De gastheer, dezen keer van Stuiteren, moest
tusschenbeiden komen in een klein debat, dat
zich ontspon tusschen Hopma en Hupstra over
de vraag of in Zwitserland dc bergen te hoog
of de dalen te laag waren. Het scheen, dat
de twistenden niet dadelijk konden inzien
dat dit feitelijk op hetzelfde neerkwam, maar
men was het er toch over eens, dat Zwit
serland wat ver, wat duur en wat vermoeiend
was, zoodat ook dit land niet de eer zou
hebben ons in de vacantie te herbergen.
Waarschijnlijk zouden wij op dit oogenblik
nog niet tot een resultaat zijn gekomen,
wanneer één van ons (bescheidenheid ver
biedt mij te zeggen, wie dat was wanneer
niet één van ons op het denkbeeld was ge
komen, dat al de leden van de krans hun
voorkeur voor de plaats, waar wij zouden
heengaan, vast omschrijven zouden. De gast
heer nam op zich hiervan aantcekening te
houden en te trachten deze plaats te vinden,
waarna mevrouw van Stuiteren uit beleefd
heid het eerst tot het uitspreken van haar
wenschen werd toegelaten.
..Ik stel voor." zei ze, „een plaats met veel
bosch waar je prettig kunt wandelen, met
een groot park. waarin muziek wordt ge
maakt en dicht bij zee gelegen. Ik geloof
dat die niet al te moeilijk te vinden is".
„Nou", zei de krans eenigszins twijfelend,
maar de beurt was aan mevrouw Hopma,
die in ieder geval een hotel wenschte, waar
's avonds gedanst zou worden. Bovendien
een strijkje aan tafel, een zwembad, en een
promenade, waar de menschen elkaar gere
geld zouden ontmoeten. Mevrouw Hupstra
was eenvoudiger in haar eischen; zij ver
klaarde zich dol op de hei, had een afkeer
van de zee en zag niets aantrekkelijks in het
paradeeren op een mondaine promenade.
Mijn vrouw kon zich bij de laatste wel aan
sluiten, maar verkoos een pension boven een
hótel en daarbij een groot pension, zoodat
wij niet genoodzaakt zouden zijn met ieder
een in huis kennis te maken en Tante Koosje
tenslotte gaf geen ander advies dan dit:
„Och, van Stuiteren, je zult al moeite genoeg
hebben al deze verschillende wenschen te
bevredigen: schrijf maar op, dat ik mij neer
leg bij de meerderheid."
Zoo kwam de beurt aan de heeren. die el
kaar na de diverse wenschen van de dames
JAN LUYKEN.
1649—1712.
JAN LUYKEN
De naam Jan Luyken komt nog dikwijls op
concertprogramma's voor. Zijn geestelijke
liederen behooren tot de betrekkelijk veel
gezongene. Van de laat-zeventiendc eeuw-
sche dichters is hij dan ook een belangrijke
figuur, die van een werkelijk kunstenaar.
Reeds vroeg immers werd hij opgeleid tot de
schilderkunst, door den Amsterdammer Mar-
tinus Zaagmolen. Maar beroemd is Jan
Luyken geworden door de kunst van zijn ets
naald. die hij al spoedig ging hanteeren in
plaats van het penseel. Op de etsplaat too-
verde zijn naald wondere voorstellingen,
zinnebeeldige platen met bijschriften.
Ook musicus was Luyken, hij speelde de
lier voor zijn ontspanning. Daarbij bege
leidde hij zichzelf als hij zijn verzen zong.
Want bij hem werd dichten naast etsen de
belangrijkste uiting van een kunstzinnig en
vroolljk gemoed. Hij bundelde zijn gedichten
tot de „Duytse Lier", poëzie uitmuntend
door zoetvlelendheid en eenvoud.
Maar het is met Luyken gegaan als met
Poot, zijn tijdgenoot. Het eerste deel van zijn
leven was zorgeloos, onbekommerd, sommigen
zelden: losbandig. Toen kwam de inkeer. Op
jeugdigen leeftijd nog by Luyken. HU was
16 April 1649 te Amsterdam geboren, de zoon
van Kaspar Luyken en Hester Cooves, zeer
vrome lieden. Na zijn 26e jaar begon hy het
leven, zooals het achter hem lag critlsch te
bezien. Zelfs zyn „Duytse Lier" beschouwde
hy als een boek, dat beter niet geschreven
ware, hij ging de exemplaren opkoopen, maar
het baatte hem niet veel. Buiten zijn weten
werden ze herdrukt en de „Duytse Lier" is
den weg gevolgd van alle boeken, die verbo
den werden. Het was niet plezierig voor den
dichter, die opging in de studie der Mystie
ken. Zonder twUfel is de weegschaal nu bij
Jan Luyken te ver naar de andere zUde door
geslagen. Hij, getrouwd man, met een gezin
van vUf kinderen werd een stille, sprakc-
looze mU'meraar. Zyn werk liet hy in den
steek, om zijn geboortestad te verlaten, ver
gezeld van een oude dienstmaagd, om zUn
leven ln afzondering door te brengen. Gebrek
noodzaakte hem tot den terugkeer. HIJ vatte
de etsnaald weer op, maat gebruikte van
zijn inkomsten niet meer dan het hoog
noodige. De rest besteedde hy aan philan-
tropische doeleinden, op een waariyk dweep
zieke manier. Later kwam hy daar eenigs
zins van terug. Hy had zijn „Duytse Lier"
voor de jeugd hoogst verderfeiyk geacht, nu
spande hij zich in om er wat beters voor
in de plaats te stellen, hy maakte gedichtjes
(Zie vervólg vorige kolom).
al eens hadden aangekeken en toen het er op
aankwam gezameniyk verklaarden, dat zij
hun wenschen voor zich zouden houden. Men
zou misschien meenen dat dit by de dames
in goede aarde viel, maar dat was heelemaal
het geval niet. De dames in onze krans vin
den het heel prettig, wanneer ze hun zin
krygen, maar heelemaal niet wanneer dat
zoo vanzelf gaat. Er moet eerst wat ovotf ge
praat worden en dan mag het resultaat zyn,
dat haar wenschen worden ingewilligd, maar
als het zoo vanzelf gaat, vinden ze het niet
leuk, Emma Hopma gaf blijkbaar de alge-
meenc opinie weer toen zij tot haar man zei
met een klein lachje: „Kom, kom. doe nu
maar niet alsof je geen opinie hebt, door
gaans weet je precies wat je wil."
Maar toen wij mannen elkaar eenmaal ge
vonden hadden, gaven wy ons standpunt
niet op. In ons isolement ligt onze kracht
niet. maar met samenwerking is iets te be
reiken. Bovendien geloof ik ook, om het maar
eeriyk te zeggen, dat wy zeer benieuwd wa
ren, hoe onze vriend van Stuiteren zich red
den zou uit de moeiiykheid om te vinden:
een vacantieoord, dat niet duur was, maar
toch goed moest zijn, ook weer niet extra
goedkoop, omdat wy er dan niet over tevre
den zouden wezen, een rustig vacantieoord,
maar waar 's middags een strijkje zou zijn
en 's avondc bal. Een plaats, die een mon
daine promenade zou hebben en tegeiyk op
de hei zou liggen, tenslotte een plaats met
een zee links en een bosch rechts, of anders
om een zee rechts en een bosch links en ten
slotte een plaats, waar een groot pension
zou zyn, dat evenwel geen hotel mocht we
zen en een plaats, die niet zou liggen in En
geland, in Duitschland, in Zwitserland, in
Italië, in Frankryk, In Scandinavië, in Polen
en in Rusland.
Van Stuiteren heeft al deze eischen met
een stalen gezicht opgeschreven en toen
Hopma tot hem zei, dat het moeihjk zou zyn
om aan dat alles te voldoen, maakte hij een
trotsch gebaar: „Wacht maar af en je zult
zien". En zoo zyn wy dan nu in afwachting
en hebben een termijn gesteld van 14 dagen,
waarin hy met een uitgewerkt plan voor den
dag moet komen. Lukt dat niet, dan staat de
doodstraf er wel niet op, maar toch wel een
algeheele verdwyning van het gezag, dat hy
tot dusver ln onze krans genoot, het gezag
nameiyk van een man, die zich in de mo?i-
lykste omstandigheden met succes weet te
redden. En daar ik hem ken en weet hoe Udel
hij is, zal hy hemel en aarde bewegen om aan
de ongeiyksoortlge wenschen van de heele
krans te voldoen. Adviezen van belangstel
lende lezers worden op prys gesteld, maar
zyn voorloopig nog niet noodig.
^tdelio.