MTA KI! HAARLEMMER HALLETJES BIOGRAPHIEEN IN EEN NOTEDOP „Asta Nielsen: Duitsch fabrikaat, mijnheer!" - De ster van Herr Davidson. - De eerste waar achtige kunstenares van het witte doek. - Waarom thans haar enkele films beter zijn dan de vele van vroeger. - Asta Nielsen. De vrouw. Ik heb haar maanden geleden in één adem genoemd met Greta Garbo en er zijn veel punten van overeenkomst tusschen deze vrouwen, die, beiden geboren in Skandinavië, in heel hun wezen zoo weinig hebben van de kalme, nuchtere menschen van het Noorden, en die om andere redenen toch zooveel met hun landgenooten gemeen hebben. Asta Nielsen. Greta Garbo, de blonde Zweedsche, die indertijd zóó erg naar haar moeder en naar haar land verlangde, dat ze de film wilde .verlaten, heeft ons vaak geboeid, gefascineerd door haar spel, dat vaak geen spel meer is. Maar Asta Nielsen is anders. Asta, die in vroeger jaren meer speelde dan thans, wier films over heel de wereld gedraaid werden, acteert zoo heel rustig soms, zoo geweldig fel óok, haar spel is een brok leven, en een film met Asta Nielsen zien is een avond van intens genot. Het komt tegenwoordig maar zelden voor, dat we een film van Asta Nielsen te zien kunnen krijgen, doch die gelegenheid moe ten we dan ook aanpakken. Haar spel is nog even aangrijpend als vroeger, ze is iedere maal weer verrassend en het is feite lijk een verzet tegen de huidige toestanden in de filmwereld, dat maakt, dat Asta Niel sen zoo weinig meer in de studio werkt. In den tijd toen Herr Davidson kon zeggen „Asta Nielsen? Dat is mijn ster! Duitsch fabrikaat, mijnheer!" toen hij Asta „Ein Ge schaft für die Welt" noemde, een interna tionaal consortium stichtte voor de produc tie van haar films uitsluitend, toen in korten tijd zestig groote theaters gebouwd werden om haar films behoorlijk uit te kunnen bren gen, toen iederen dag anderhalf millioen rnenschen in ongeveer zeshonderd bioscopen Asta Nielsen op het witte doek zagen, ziet tóen is zij mishandeld geworden door alle mogelijke zwakke en slappe, gewrone-en en verwrongen scenario's. Toen kreeg ze rollen te spelen, die de producer voor haar uitkoos, tóen zijn er wel eens Asta Nielsen-films op de markt gekomen, die onbevredigend bleken, wijl zij zelfs van die rol niets meer kon maken. Maar als Asta Nielsen nü in een film op treedt. dan is het een goede, dan speelt ze een rol die ze be-leven, die ze dóor-leven kan. Van al haar films herinner ik me slechts twee goed: „De dood in Sevilla" en „Dirnen- tragodie". „De dood in Sevilla": zoo heeft Bizet zich Carmen misschien gedroomd, zei eens een Spaansche filmcriticus. Het is wonderlijk zooals plots haar gelaat begint te leven, hoe de hartstocht losbreekt, hoe haar oogen schitteren, haar mond beeft, hoe haar lachen opvlamt. „Dirnentragödie": ruw, hard, in-droevig ook. Wel nooit is het leven van de meisjes van de straat zoo aangrijpend, zoo triest en somber uitgebeeld. En hoe snijdend-fel is niet die slotscène, waar direct na Asta's dood, terwijl de menschen in de straat er over praten, een bordje opgehangen wordt: Kamers te huur. Het leven gaat zijn gewonen gang, gaat voort, het was een brok er uit, één zoo'n hopeloos vrouwenleventje. En de meeste rollen van Asta Nielsen doen haar het alledaagsche grauwe leed der menschen uitbeelden. Toch is zij geestig vaak, heeft zij in den tijd dat ze aan het tooneel was wel komische rollen vervuld, doch ook zij, de eerste die de menschen deed beseffen, dat film niet een vulgair ver maak voor kinderen en dergelijke eenvoudi- gen van geest is, ook zij behoorde langen tijd tot de „Abgestempelten", tot hen die steeds maar weer eenzelfde soort rollen ver vullen. Asta's leven is moeilijk geweest. 'n Zwart type tusschen blonde zusjes, 'n hartstochtelijk, droomerig kind naast de vriendinnetjes in een havenbuurt van Kopen hagen. Vader stierf vroeg,'moeder had voor 't heele stel te zorgen. Asta moest hard werken. Maar in d'r vrijen tijd las ze Ibsen's „Brand", telkens weer las ze de scène van Brand die van Agnes verlangt, dat ze de kleeren van d'r gestorven kind aan een arme vrouw zal geven, tot Asta eens bemerkte, dat ze Agnes speelde, de zusjes zagen het eens, lachten haar uit en de moeder zette d'r aan het werk. Doch ze kwam in het koor van den Ko ninklijken schouwburg ln Kopenhagen, ze kwam op de tooneelschool, ze maakte vor deringen. Vervolgens ging ze uit Kopen hagen weg, naar Zweden. Noorwegen. Fin land. Thomas Krag, een Noorsche letterkun dige zag haar, reisde d'r na naar Kopen hagen. schreef een filmscenario, haalde haar over, ze deed het, en „De Afgrond" werd een ongedacht succes. Wat het is, wat Asta Nielsen maakte tot de beste actrice van het witte doek en haar dit deed blijven valt moeilijk te zeggen. Het fijne spel harer handen, haar immer wisse lende gelaatsuitdrukking, haar soepele lichaam, haar oogen die lachen kunnen en o, zoo triest zien. alles in haar leent zich tot het spel van de film. Een talent, een begenadigde artieste. C. G. B. Teleurgestelde dame tot hondenhandelaar „En dit meneer is er gegroeid uit het jong dat volgens u een prachtige Russische wolfs hond zou worden (Life). 89 MILLIARD INKOMEN IN DE V. S. De schattingen van Prof. Morris A. Cope- land in een kort geleden gepubliceerd bericht, werpen een nieuw licht op den buitengewo nen bloei van de economische verhoudingen in de Vereenigde Staten. Het gezamenlijke inkomen der Noord-Amerikanen voor het jaar 1928 wordt door bovengenoemden ge leerde geschat op 89 milliard dollars of 1860 gulden per hoofd. De toeneming van de inkomens kan blij ken uit het volgende: In het ja^r 1914 bedroeg het gezamenlijke inkomen 35 milliard, in 1919 60 1/2 milliard dollars, in 1923 74 milliard en in 1927 87 1/2 milliard. Daaruit blijkt dat de groote win sten in de jaren 1919 en 1920 werden ge maakt, terwijl in de laatste twee jaren het inkomen naar verhouding weinig is geste gen. WAS CERVANTES EEN ITALIAAN? Beltramilli, een bekende historicus, gelooft te hebben ontdekt, dat Cervantes, de on sterflijke dichter van „Don Quichote" in wer kelijkheid Cervanti heeft geheeten en een Italiaan zou zijn geweest. "Hij heeft een uit voerig artikel daarover gepubliceerd, waarin hij poogt te bewijzen, dat Cervantes van de Romagna stamt net als Mussolini. Bij het betreden van het Spaansche grondgebied zou hij zijn naam hebben veranderd. Bovendien zijn zijn stijl, zijn humor en zijn satire van Italiaanschen oorsprong. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. De krans was deze week weer bijeenge komen ter bespreking van de vacantie en van de uitstapjes, die in die dagen zouden worden gehouden. Van den beginne af aan was het duidelijk, dat er 2 stroomingen heerschten: de eene om gezamenlijk op reis te gaan en de andere om liever aan ieder afzonderlijk over te laten wat zijn voorkeur was (als ik schrijf zijn voorkeur bedoel ik natuurlijk haar voorkeur, omdat vooral de vrouwen een gewichtige stem in het ka pittel hadden)Wouter was geen voorstander van een gemeenschappelijke reis en toen hij dat ter tafel bracht, werd er hier en daar in de kamer tersluiks even geglimlacht. Nie mand van ons kon vergeten hebben, dat 3 jaar geleden toen de krans gezamenlijk op reis was geweest, Wouter een figuur had ge maakt, waarom wij nog altoos lachten. Het was al vermakelijk genoeg, dat één van ons in zijn koffer, toen die bij geval openstond, een touwladder had gezien, die blijkbaar- dienen moest om te vluchten, wanneer het hotel eens in brand geraakte: naderhand bleek, dat hij avond aan avond de ladder uit het raam van zijn slaapkamer hing, omdat hij, zooals Tante Koosje ronduit erkende, anders geen oog dicht gedaan zou hebben. Als je met zulke angsten op reis gaat, is het mcar beter om thuis te blijven en iemand, die geen acrobaat is van nature, brengt, wanneer er eens brand kwam, met zoo'n to" wiadder er toch ook het leven niet af. Toch zou deze heele geschiedenis gauw vergeten zijn, wanneer niet op een avond Wouter, waarschijnlijk onder den indruk van een bangen droom, het heele hotel in op schudding had gebracht door brandalarm te maken, terwijl al heel gauw bleek, dat het zoogenaamde vuur, waarvan hij den weer schijn in zijn kamer heette te hebben gezien, niets anders was dan de maan, die dien nacht toevallig met een bijzonder rooden gloed had geschenen. Van pottenkijkers moest na dien tijd Wouter dus niets meer hebben, maar zijn denkbeeld, dat ieder maar liever zijns weegs zou gaan. vond bij de anderen geen in stem ming. Hopma e'i zijn vrouw hadden een andere ervaring opgedaan; die waren het vorig jaar toen zij in Berchtesgaden logeer den, in gezelschap geweest van een groep Roemenen, die geen woord Duitsch verston den en met wie zij dus niet konden praten. Was het wonder, dat zij dit jaar naar meer gezelligheid verlangden! De rest van het ge zelschap was evenzoo voor een gezamenlijk reisje gunstig gestemd. Het kwam er nu maar op aan, een adres te vinden, dat de alge- meene instemming had en het bleek al heel gauw, dat het moeilijk zou zijn, dit ideaal te bereiken. In de eerste plaats kwam de vraag: in of buiten Europa? Maar die werd gauw ten gunste van ons werelddeel opgelost, om dat van Stuiteren de eenige was, die buiten het werelddeeel wilde gaan en onze schreden wenden naar Zuid-Afrika. „Al die enge men schen met hun zwarte gezichten wensch ik niet te zien," verklaarde Emma Hopma en daarmede was het gezelschap het eens, zij het dan ook op andere gronden. Zelfs me vrouw van Stuiteren steunde het plan van haar man niet, omdat wijlen haar overgroot- papa slechte ervaringen had opgedaan, toen hij op een reis dicht bij Algiers door roovers gevat en als gijzelaar meegevoerd was. Het had zelfs nog moeite gekost, hem voor dui zend gulden van de bandieten los te koopen. Ofschoon wij allen zeer onder den indruk waren van het feit, dat overgrootpapa door roovers duizend gulden waard werd gevon den in een tijd, toen de koopkracht van een gulden zeker vijf maal zoo veel was als tegenwoordig, vonden wij dit argument om niet naar Algiers te gaan niet sterk. Er waren er betere: vooreerst de kosten, dan het heete klimaat in den zomer en ten derde het feit, dat je over zee moest, een omstandigheid, die op reisplannen altijd een bijzonder be- darenden invloed heeft. Natuurlijk gaf deze discussie aanleiding tot een afdwaling over de laatste gebeurte nissen op Curasao en met grooten ernst werd besproken, op welk rantsoen de gouverneur en de militaire commandant wel geschat zouden zijn, wanneer de roovers niet de be leefdheid hadden gehad, de heeren zonder geldelijke vergoeding gratis -en franco weer naar hun eigen eiland terug te zeilden. Het spreekt vanzelf, dat de kosten in de aller eerste plaats van groot belang waren. Wij weten wel, dat de beurs van de Hupstra's niet welvoorzien is zooals die van de Hopma's, wij hebben de beste verwachtingen van het financiëele vermogen van Wouter, maar wij kunnen niet goed hoogte krijgen van de positie der familie van Stuiteren. Den eenen dag schijnt het zoo, 'alsof alles kan en den ande ren dag klaagt van Stuiteren over de groote kosten van een gezin met kinderen en komt zijn vrouw, naar het zeggen van de dames (wij mannen kunnen dat zoo niet beoordee- len) heel schameltjes voor den dag. Booze tongen beweren dan ook, dat van Stuiteren wel eens een gokje doet op de beurs en daar om op de vastheid van zijn inkomen niet te vepl mag rekenen. Nu weten wij allen, dat een bescheiden pension op de Veluwe heel wat minder ko-t dan een verre reis. waarbij je telkens afstapt in verschillende hotels, maar het pension op de Veluwe (beschroomd aangevoerd door mevrouw Hupstra) werd algeheel verworpen, omdat in dergelijke stille omgevingen alleen vrouv/en zich redelijk bezig kunnen houden, terwijl mannen zich zoodanig vergriezelen. zelfs bij het mooiste weer van de wereld, dat er, zooals Hopma het wel wat sterk uitdrukte, stellig moord en doodslag van gekomen zou zijn. Van Stuiteren bleef in het begin van de besprekingen een neutrale houding aan nemen en zei, dat hij de keus aan de meerder heid overliet, waaruit we dus mogen afleiden, dat Mercurius hem in de laatste maanden gunstig gezind was geweest. Mevrouw Hup stra was over haar nederlaag een beetje ontstemd en toonde dat door te zeggen: „mannen kunnen de natuur alleen dan ge nieten, als die dicht bij een groote stad ge legen is," maar tenslotte bereikte zij er dan toch dit mee, dat het geen roezige en ver moeiende reis zou zijn van de eene plaats op de andere met tien hotels in veertien dagen, maar een rustige plek ergens in een mooie omgeving, waar men blijven zou, der halve toch in een pension. Nu dit principe eenmaal was aanvaard, scheen de rest gemakkelijk. Helaas bleek al spoedig, dat er nog minstens tien barricades waren opgericht op den weg, dien wij te gaan hadden, voordat het doel zou zijn bereikt. Hoe was het b.v. mogelijk het inzicht van me vrouw Hopma, dat je in ieder geval in een drukke badplaats moest gaan logeeren, om dat daar concerten en vele uitspanningen zouden zijn, met de meening van mevrouw Hupstra te vereenigen, dat een vacantieoorö niet dienen moet om je heel druk te maken, maar om tot rust te komen! Hoe kan het be staan, de wenschen van Wouter, die niet tegen den Duitschen pot kan. te vereenigen met de overtuiging van mijn vrouw en mij, dat wij in geen geval tot de Engelsche keuken wenschen te worden veroordeeld! Als par tijen in dit geval niet tot elkaar kwamen, dan zouden met één slag Engeland en Duitschland in hun geheel voor onze vacan- tieplannen uitgeschakeld zijri geweest. Naar België wou van Stuiteren niet; ik vrees, dat hij in Belgische zaken een veer had gelaten en zijn goede Nederlandsche duiten niet verder in dat land wat men noemt wenschte aan te reiken. Zijn vrouw op haar beurt meende, dat je in Oostenrijk niet met succes kon reizen en zoo deed zich op een gegeven oogenblik de mogelijkheid voor van Scan dinavië, Polen of Rusland. Het eerste was gauw van de baan. „Mooi. maar somber." zei de krans. Rusland kwam in het geheel niet in aanmerking, omdat het alleen somber was en niet eens mooi en by Polen werd een eigenaardige krabbelende beweging ge maakt. die het gezelschap afschrikte. ..Boven dien is dat allemaal te ver," decreteerde VAN FRANKRIJK NAAR ENGE- LAND IN VIER MINUTEN." Mag men een EngeLschcn uitvinder geloo- ven, dan zullen binnenkort alle behaalde of nog verwachte snelheidsrecords voor vlieg tuigen in de schaduw gesteld worden, door een snelheid, waarvan zelfs Jules Verne niet gedroomd heeft. Het zou een vliegtuig zijn, dat 600 Mijl per uur aflegt, waarvan de con structie gebaseerd is op de nieuwste theorie ën omtrent luchtdruk en zwaartekracht. Een machine, die onbegrensde mogelijkheden opent. Gelijk de auto-giro van De la Cierva zou zij kunnen rijzen en dalen in loodrech ten stand en even gemakkelijk in de garage gezet worden als een auto. Het reisje van Londen naar New York zou zij maken in 24 uur en van het Britsche Rijk naar dat dei- Galliërs zou zij overwippen in vier minuten. En even veilig zou de machine zijn als een sneltrein. Wij zijn kinderen van een eeuw. die verleerd heeft zich te verbazen, twijfelen aan de komst van de snelle machine mogen wij dus zeker niet. Alleen mogen wij zoo nieuwsgierig zijn om ons af te vragen, hoe de uitvinder zijn machine geconstrueerd heeft, en of de benzine er nog een rol in speelt. De onthullingen daaromtrent kunnen interes sant worden. KAMPIOENSCHAP VEGEN. Meer dan waar ook, heeft men zich in de Vereenigde Staten in de laatste jaren be zorgd gemaakt over liet gebrek aan ernst in de levensbeschouwing der jeugd, zoo manne lijk als vrouwelijk. Als een der middelen om hierin verbetering te brengen, heeft men een heele reeks wedstrijden op huishoudelijk terrein uitgeschreven voor jonge meisjes en jonge getrouwde vrouwen, waarbij dc win nares den titel van kampioene verwerft, bijv. in het knoopaanzetten. of biefstuk bakken of stof afnemen of afwasschen van vaten. Ongetwijfeld is dit interessant, ofschoon het de vraag is of het beoogde doel er wel veel nader door wordt gebracht. Dezer dagen is te Los Angeles een wed strijd in dit genre gehouden, waarbij elke deelneemster in den kortst mogelijken tijd een stuk linoleum van 25 vierkante voet, dat eerst met een flinke laag fijn stof was be dekt, met een bezem moest scnoonvegen. Dit is geen grapje, het is werkelijk gebeurd, evenals al wat hierover nog volgt. Toen het startschot gelost was gingen de concurren ten met koortsachtige snelheid aan het ve gen en binnen weinige seconden waren zij vrijwel niet meer te zien door het opge jaagde stof. Het bleek tenslotte dat een jong getrouwd vrouwtje Edna Aselin gehee ten, gewonnen had in den wonderbaarlijk korten tijd van 38 seconden. Nog geheel be dekt met stof en transpiratie werd de ge lukkige kampioene gehuldigd en, natuurlijk ook geïnterviewd door een persman van een der kranten te Los Angeles. En toen deze haar complimenteerde met haar bijzondere huishoudelijke vaardigheid sprak de kam pioene aldus: Laten wij dat huishoudelijke er nu maar liever niet bijhalen. Want thuis heb ik een electrischen stofzuiger ziet u endie wordt altijd bediend door mijn man. voor kinderen, waarin hij hun den weg der deugd aanwees, evenals Van Alphen het deed, maar naar het oordeel van zijn tijd- genooten minder voortreffelijk dan deze. Van zijn gedichten zegt Rhijnvis Feith, „dat diens bundeltje van minnedichten, zoo in losse bevalligheid, geestigen zwier als sierlijke wendingen, zijnen grootschen, dich terlijken aanleg voor een ieder £en toon spreidt." Behalve de genoemde heeten zijn bundels: „Byecorf des Gemoeds". „De onwaardige wereld", „Jezus en de Ziel". De dichter trok „deze sterfelijke rok uit op den 5 April 1712 des avonds tusschen 6 en 7 uuren". Hij liet daarbij de weduwe van zijn zoon Kaspar en haar zoontje in behoeftige omstandigheden achter, terwijl hij op een redelijke wijze in hun toekomstige behoeften had kunnen voorzien. Zijn vrouw, Maria de Oude, die hij reeds op 19-jarigen leeftijd getrouwd had leefde toen niet meer. mevrouw Hupstra en daarmede keerden wij tot zuidelijker regionen terug en bespraken de vraag of Italië in aanmerking kon komen. De dames voelden er wel voor, maar de heeren vonden, dat er te veel Mussolini in Italië was en te veel olie in de voeding, al was het dan ook niet allemaal wonderolie, zooals in den eersten tijd van Mussolini's optreden. Natuurlijk werd Zwitserland niet vergeten. De gastheer, dezen keer van Stuiteren, moest tusschenbeiden komen in een klein debat, dat zich ontspon tusschen Hopma en Hupstra over de vraag of in Zwitserland dc bergen te hoog of de dalen te laag waren. Het scheen, dat de twistenden niet dadelijk konden inzien dat dit feitelijk op hetzelfde neerkwam, maar men was het er toch over eens, dat Zwit serland wat ver, wat duur en wat vermoeiend was, zoodat ook dit land niet de eer zou hebben ons in de vacantie te herbergen. Waarschijnlijk zouden wij op dit oogenblik nog niet tot een resultaat zijn gekomen, wanneer één van ons (bescheidenheid ver biedt mij te zeggen, wie dat was wanneer niet één van ons op het denkbeeld was ge komen, dat al de leden van de krans hun voorkeur voor de plaats, waar wij zouden heengaan, vast omschrijven zouden. De gast heer nam op zich hiervan aantcekening te houden en te trachten deze plaats te vinden, waarna mevrouw van Stuiteren uit beleefd heid het eerst tot het uitspreken van haar wenschen werd toegelaten. ..Ik stel voor." zei ze, „een plaats met veel bosch waar je prettig kunt wandelen, met een groot park. waarin muziek wordt ge maakt en dicht bij zee gelegen. Ik geloof dat die niet al te moeilijk te vinden is". „Nou", zei de krans eenigszins twijfelend, maar de beurt was aan mevrouw Hopma, die in ieder geval een hotel wenschte, waar 's avonds gedanst zou worden. Bovendien een strijkje aan tafel, een zwembad, en een promenade, waar de menschen elkaar gere geld zouden ontmoeten. Mevrouw Hupstra was eenvoudiger in haar eischen; zij ver klaarde zich dol op de hei, had een afkeer van de zee en zag niets aantrekkelijks in het paradeeren op een mondaine promenade. Mijn vrouw kon zich bij de laatste wel aan sluiten, maar verkoos een pension boven een hótel en daarbij een groot pension, zoodat wij niet genoodzaakt zouden zijn met ieder een in huis kennis te maken en Tante Koosje tenslotte gaf geen ander advies dan dit: „Och, van Stuiteren, je zult al moeite genoeg hebben al deze verschillende wenschen te bevredigen: schrijf maar op, dat ik mij neer leg bij de meerderheid." Zoo kwam de beurt aan de heeren. die el kaar na de diverse wenschen van de dames JAN LUYKEN. 1649—1712. JAN LUYKEN De naam Jan Luyken komt nog dikwijls op concertprogramma's voor. Zijn geestelijke liederen behooren tot de betrekkelijk veel gezongene. Van de laat-zeventiendc eeuw- sche dichters is hij dan ook een belangrijke figuur, die van een werkelijk kunstenaar. Reeds vroeg immers werd hij opgeleid tot de schilderkunst, door den Amsterdammer Mar- tinus Zaagmolen. Maar beroemd is Jan Luyken geworden door de kunst van zijn ets naald. die hij al spoedig ging hanteeren in plaats van het penseel. Op de etsplaat too- verde zijn naald wondere voorstellingen, zinnebeeldige platen met bijschriften. Ook musicus was Luyken, hij speelde de lier voor zijn ontspanning. Daarbij bege leidde hij zichzelf als hij zijn verzen zong. Want bij hem werd dichten naast etsen de belangrijkste uiting van een kunstzinnig en vroolljk gemoed. Hij bundelde zijn gedichten tot de „Duytse Lier", poëzie uitmuntend door zoetvlelendheid en eenvoud. Maar het is met Luyken gegaan als met Poot, zijn tijdgenoot. Het eerste deel van zijn leven was zorgeloos, onbekommerd, sommigen zelden: losbandig. Toen kwam de inkeer. Op jeugdigen leeftijd nog by Luyken. HU was 16 April 1649 te Amsterdam geboren, de zoon van Kaspar Luyken en Hester Cooves, zeer vrome lieden. Na zijn 26e jaar begon hy het leven, zooals het achter hem lag critlsch te bezien. Zelfs zyn „Duytse Lier" beschouwde hy als een boek, dat beter niet geschreven ware, hij ging de exemplaren opkoopen, maar het baatte hem niet veel. Buiten zijn weten werden ze herdrukt en de „Duytse Lier" is den weg gevolgd van alle boeken, die verbo den werden. Het was niet plezierig voor den dichter, die opging in de studie der Mystie ken. Zonder twUfel is de weegschaal nu bij Jan Luyken te ver naar de andere zUde door geslagen. Hij, getrouwd man, met een gezin van vUf kinderen werd een stille, sprakc- looze mU'meraar. Zyn werk liet hy in den steek, om zijn geboortestad te verlaten, ver gezeld van een oude dienstmaagd, om zUn leven ln afzondering door te brengen. Gebrek noodzaakte hem tot den terugkeer. HIJ vatte de etsnaald weer op, maat gebruikte van zijn inkomsten niet meer dan het hoog noodige. De rest besteedde hy aan philan- tropische doeleinden, op een waariyk dweep zieke manier. Later kwam hy daar eenigs zins van terug. Hy had zijn „Duytse Lier" voor de jeugd hoogst verderfeiyk geacht, nu spande hij zich in om er wat beters voor in de plaats te stellen, hy maakte gedichtjes (Zie vervólg vorige kolom). al eens hadden aangekeken en toen het er op aankwam gezameniyk verklaarden, dat zij hun wenschen voor zich zouden houden. Men zou misschien meenen dat dit by de dames in goede aarde viel, maar dat was heelemaal het geval niet. De dames in onze krans vin den het heel prettig, wanneer ze hun zin krygen, maar heelemaal niet wanneer dat zoo vanzelf gaat. Er moet eerst wat ovotf ge praat worden en dan mag het resultaat zyn, dat haar wenschen worden ingewilligd, maar als het zoo vanzelf gaat, vinden ze het niet leuk, Emma Hopma gaf blijkbaar de alge- meenc opinie weer toen zij tot haar man zei met een klein lachje: „Kom, kom. doe nu maar niet alsof je geen opinie hebt, door gaans weet je precies wat je wil." Maar toen wij mannen elkaar eenmaal ge vonden hadden, gaven wy ons standpunt niet op. In ons isolement ligt onze kracht niet. maar met samenwerking is iets te be reiken. Bovendien geloof ik ook, om het maar eeriyk te zeggen, dat wy zeer benieuwd wa ren, hoe onze vriend van Stuiteren zich red den zou uit de moeiiykheid om te vinden: een vacantieoord, dat niet duur was, maar toch goed moest zijn, ook weer niet extra goedkoop, omdat wy er dan niet over tevre den zouden wezen, een rustig vacantieoord, maar waar 's middags een strijkje zou zijn en 's avondc bal. Een plaats, die een mon daine promenade zou hebben en tegeiyk op de hei zou liggen, tenslotte een plaats met een zee links en een bosch rechts, of anders om een zee rechts en een bosch links en ten slotte een plaats, waar een groot pension zou zyn, dat evenwel geen hotel mocht we zen en een plaats, die niet zou liggen in En geland, in Duitschland, in Zwitserland, in Italië, in Frankryk, In Scandinavië, in Polen en in Rusland. Van Stuiteren heeft al deze eischen met een stalen gezicht opgeschreven en toen Hopma tot hem zei, dat het moeihjk zou zyn om aan dat alles te voldoen, maakte hij een trotsch gebaar: „Wacht maar af en je zult zien". En zoo zyn wy dan nu in afwachting en hebben een termijn gesteld van 14 dagen, waarin hy met een uitgewerkt plan voor den dag moet komen. Lukt dat niet, dan staat de doodstraf er wel niet op, maar toch wel een algeheele verdwyning van het gezag, dat hy tot dusver ln onze krans genoot, het gezag nameiyk van een man, die zich in de mo?i- lykste omstandigheden met succes weet te redden. En daar ik hem ken en weet hoe Udel hij is, zal hy hemel en aarde bewegen om aan de ongeiyksoortlge wenschen van de heele krans te voldoen. Adviezen van belangstel lende lezers worden op prys gesteld, maar zyn voorloopig nog niet noodig. ^tdelio.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 17