FLITSEN
BINNENLAND
DE AANVAL OP WILLEMSTAD.
U kunt spelen
(SENDEE*
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 15 JUNI 1S29
Critiek op de houding
van den gouverneur van
Curaqao.
In verband met de gebeurtenissen op Cu
racao merkt het Koloniaal Weekblad op:
„Wij volstaan met uiting te geven aan onze
droefheid, dat men het zoo ver heeft laten
komen. Wie Curagao kent en geen vreem
deling is in de landen rond de Caraïbische
Zee, zal mèt den smaad de schade voelen, die
Nederlands naam ginds geleden heeft. Dat
de gouverneur en de troepencommandant
„gezond en wel" te Willemstad zijn terug
gekeerd, en de autoriteiten „na enkele uren"
den toestand bleken te beheerschen, zijn,
daarbij vergeleken, factoren van weinig ge
wicht, die de verzuchting doen opwellen, dat
de heeren Fruytier en Borren en misschien
ook Curasao er tot nu toe beter zijn afgeko
men dan Nederland".
Het Soerabaja's Handelsblad schrijft over
den overval op Curagao, dat deze een kaak
slag in ons nationaal gelaat is en het blad
vraagt zich af, hoeveel van deze kaakslagen
nog noodig zullen zijn, alvorens het Neder-
landsche volk zijn uiterst gevaarlijk onver
schilligheid afwerpt. Het voorgevallene geeft
een demonstratie van bepaalde mogelijkhe
den, welke hier en daar veel stille aandacht
trekken zullen.
De „Ind. Crt." zegt onder den titel „De ku-
rassiers(?) van Curacao", dat er geen groo-
ter comcdie denkbaar is. Er is een tijd ge
weest, merkt het blad op, en de naam van
ihet schip, dat thans zee heeft gekozen om
naar Curacao te gaan, herinnert aan dien
tijd, dat dergelijke hoon van ons gezag on
mogelijk was.
Mr. dr. W. M. Westerman schrijft in de
Haagsche Post:
Hetgeen geschied is, is een blamage, een
afschuwelijke blamage voor den Nederland-
schen Staat! En niet eens een blamage, die
zooals dat vroeger plechtig heette met bloed
kan worden gewroken. Immers.er zijn
geen officieele tegenstanders! Ja wij mo
gen nog dankbaar zijn, wanneer de regee
ring te Caracas ons geen verwijt naar het
hoofd slingert met betrekking tot de zorge
loosheid, die wij bij het bestuur van ons
grondgebied betrachten, een zorgeloosheid,
die tot gevolg heeft gehad, dat Venezolaan-
sche revolutionnairen zich in het bezit van
een aanzienlijke hoeveelheid wapens en mu
nitie hebben kunnen stellen.
Het is immers een bekend feit, dat Cura-
Cao, de geheele negentiende eeuw door, het
toevluchtsoord van Venezolaansche ontevre
denen is geweest. Van Willemstad uit werd
bijna iedere revolutiepoging ondernomen.
De woorden van den laatsten zin nog eens
te overdenken, stemt bitter. Vooral ten op
zichte van de politieke recherche te Willem
stad, die blijkbaar met dat „bekende feit"
geen rekening hield.
Ook de houding van den gouverneur Fruy
tier kan niet onbesproken blijven.
„De gouverneur van een Nederlandsche
kolonie mag zich niet laten gevangen nemen,
onder geen omstandigheden, en onder geen
beding. Als men er niet op kan rekenen dat
hij, wat er ook gebeure, zijn ambt zal vrij
waren tegen zulke vernedering moet men
hem niet benoemen; en wanneer hij het er,
wanneer het er op aan komt, niet tegen heeft
beschermd, dan moet men hem van zijn
ambt ontheffen. Het is niet noodig chauvi
nist te zijn, of aan Van Speyk te herinneren,
om te meenen dat de heer Fruytier na zijn
onvrijwillig bezoek aan Venezuela zich on
mogelijk heeft gemaakt als landvoogd.
„Het hoofdpunt van kritiek blijft echter de
niet goed te praten weerloosheid, in spijt
van herhaaldelijk tot de regeering gerichte
vertoogen ten dezen, o.m. door de Konink
lijke. Is het waar dat, gelijk ons werd ver
zekerd, pas kort geleden gouverneur Fruytier
aan de regeering te kennen gaf dat solda
ten enz. niet noodig waren .aangezien alles
zoo rustig en kalm was? Men zal nu toch
wel inzien dat Curacao een bezetting en
minstens één wachtschip blijvend noodig
heeft".
Urbina's Militaire
noodzaak"
Reuter seint ons uit New-York:
Simon Urbina, de aanvoerder der opstan
delingen in de Venezolaansche provincie Fal
con, en die ook den overval op Willemstad
leidde, heeft in een boodschap aan zijn vol
gelingen getracht dien inval te rechtvaardi
gen met de bewering, dat daartoe militaire
noodzaak bestond. Hij beweert voorts, dat er
meer dan 1000 Venezolanen en 300 bewoners
van San Domingo die in de olie-raffinade
rijen te Maracaibo werken, zich bij hem heb
ben aangesloten, als protest „tegen het on
beleefde optreden der Nederlandsche autori
teiten op Curacao, die de Venezolaansche uit
gewekenen vervolgen".
De „Kortenaer".
De „Kortenaer" is, drie dagen na het ver
trek van Nederland, te Punta Delgada aan
gekomen, hetgeen men als een ongewoon
snellen tocht beschouwt. De „Kortenaer" ver
trekt thans naar St. Thomas om brandstof
in te nemen, vanwaar de reis naar Curasao
wordt voortgezet.
DE MOORD TE VGRAVENHAGE. ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ
ZUTPHEN.
EEN PSYCHIATRISCH ONDERZOEK.
EEN AUTO MET 10 PERSONEN TEGEN
EEN SPOORBOOM GEREDEN.
Naar het Volk verneemt heeft de rechter
commissaris het psychiatrisch onderzoek ge
last van den musicus O. de C., die naar
imen zich zal .ia-neren, onlangs in de
lAdriaan Goedkooplaan in Den Haag den
moord pleegde op mej. B.
Dit onderzoek dat thans to vollen gang is,
geschiedt door de geneesheeren Dr. Sohol-
tens, directeur van het Rijks Psychopaten-
asyl te einden en dr. Gerritsen, geneesheer
directeur van het krankzinnigengesticht
Oud Rozenburg.
DIF"~T\VEIGERAARS.
Het Hoog Militair Gerechtshof te 's Gra-
venhage heeft uitspraak gedaan iri de zaken
.tegen de principieele di-nstweigeraars v?
O., H. en D., a ie door dea krijgsraad to
's Hertogenbos:h werden veroordeeld resp.
.tot 8, IC en maanden gevangenisstraf, al
len met ontslag uit den militairen dienst,
zonder ontzeg;:' J van de bevoegdheid c
hij de gewapende macht te dienen.
Het Hof verzwaarde de gevangenisstraf
van G. v. O. tot tien maanden en bevestig
de de vonnissen van den krijgsraad voor
al het overige.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
JBLc'rv
Donderdagavond om 11 uur is een verhuur
auto van de firma B. te Haaksbergen, die in
zeer snelle vaart over den weg Zutfen
Lochem reed bij den overwég bij de halte
Warken tegen den afsluitboom gereden. Er
zaten 10 menschen in deze auto. De chauf
feur heeft zoo vernam de correspondent
van de Telegraaf den boom, die juist ge
sloten was voor een naderenden trein, niet
opgemerkt en is er in volle vaart tegen aan
gebotst. De dikke houten paal brak door als
koek en de auto kwam geheel vernield mid
den op den spoorweg te liggen. De seinhuis
wachter, het gevaar ziende waarin de in
zittenden zich bevonden, greep onmiddellijk
zijn selnlantaarn en liep daarmee zwaaiend
den trein, die reeds op korten afstand ge
naderd was, tegemoet. Gelukkig wist hij de
aandacht te trekken van den machinist.
Deze remde terstond en bracht den trein
spoedig tot stilstand. Hij kon evenwel niet
verhinderen, dat de locomotief den auto nog
greep en op den spoorberm wierp. Intusschen
waren de inzittenden, voor zoover zij niet
reeds bij de botsing tegen den afsluitboom
uit den wagen waren geslingerd, er na den
eersten schrik uitgekropen. Het bleek, dat
een meisje zeer zware verwondingen had op-
geloopen. Zij werd bij den seinhuiswachter
binnengedragen. Ook een bejaarde vrouw
werd ernstig gewond. De overigen brachten
het er als door een wonder met lichte kwet
suren af.
Dr. Filenius Kruythoff uit Zutfen verleen
de de eerste hulp en liet de twee zwaar
verwonden naar het ziekenhuis transpor
teeren. De chauffeur, die met het gezelschap
uit Grave kwam en naar Haaksbergen moest,
beweerde den weg niet gekend te hebben.
Daar de auto volgepropt zat met de tien
inzittenden, had hij bovendien geen vrijheid
van beweging. De vernielde zware afsluit
boom en de hoop verbogen ijzer van de ver
splinterde auto gaven een triesten aanblik.
De vrouw van den seinhuiswachter was
Vrijdagmorgen nog zeer overstuur van wat
zij dien nacht had meegemaakt. Haar kamer
leek wel een hospitaal en haar linnenkast,
waarvan de inhoud voor verband werd ge
bruikt, is flink geplunderd.
Dat de inzittenden van de auto de kluts
kwijt waren, blijkt wel uit het feit, dat zij de
zwaar gewonde vrouw, die nog steeds aan den
kant van den weg lag, niet gemist hadden,
terwijl zij in hun angst gedurig over het
lichaam der vrouw heenliepen. Eerst toen de
te hulp gesnelde omwonenden het slacht
offer zagen liggen, werd zij weggedragen naar
den seinpost. Alle ooggetuigen waren het er
over eens, dat de betrekkelijk goede afloop
een wonder genoemd mag worden. De eige
naar van de auto was juist veertien dagen
geleden uit de verzekering gegaan, zoodat
de schadeloosstelling voor de passagiers,
spoorweg en de auto voor zijn volle verant
woordelijkheid is.
GRAVEN ONTDEKT.
Men schrijft ons uit Apeldoorn:
In de buurtschap Ugchelen, deel uitmaken
de van de gemeente Apeldoorn, zijn bij het
grintgraven een vijftal graven ontdekt, op
een terrein, dat gelegen is aan den Hoender-
Iooschen weg, even voorbij het gebouw
„Ugchelen's Belangen". Hier slaat men
rechts af, den Mettaweg in en komt dan bij
een in het groen verscholen huisje van den
heer Homan.
Het terrein waar de graven gevonden zijn,
behoort aan den heer Homan. Duidelijk zijn
de plaatsen van de graven waar te nemen.
Eerst bemerkt men een ongeveer 40 c.M. diepe
strook eigenaardige grond en op een twee
M. daaronder den bekenden grintgrond van
de Veluwe. Op een vijftal plaatsen nu zijn
duidelijk de lijnen van een kuil waar te
nemen, waaronder zich een enkele c.M. grijze
grond bevindt, die waarschijnlijk uit de
asch van de lijken bestaat. Er zijn ook stuk
ken van urnen gevonden en het meest merk
waardige is, dat men bij iederen kuil een
bijzonder stuk natuursteen heeft ontdekt.
Het is vrijwel zeker, dat bij voortgezette
onderzoekingen nog meer graven zullen wor
den gevonden, omdat het vermoeden bestaat,
dat hier in ouden tijd een kerkhof geweest
zal zijn.
De heer Homan heeft reeds geschreven
naar Prof. J. H. Holwerda, directeur van
het Rijksmuseum voor oudheden te Leiden.
Hij heeft echter nog geen antwoord ont
vangen.
VAN ONS HOF.
De koningin en prinses Juliana die naar
Amersfoort gegaan waren met den treto
vertrokken verder per auto naar Het Loo.
Prins Hendrik vertrekt Zondagavond voor
eenige dagen r.e.ar Dobbin.
Maandag zal to prins het concours hyp-
pique te Keulen bezoeken.
De Koningin Moeder, die 22 Juni uit
Arolccn wordt :rv.^-erwacht, hec."';
voornemen op 24 f-.ni te Amsterdam de uit
voering van ~..:'cifal" door de Wagnerver-
eeniging bij te zonen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Wenscht U niet dikwijls, dat U piano had
leeren spelen? Om een Pianola-piano te be
spelen is alleen een goed gehoor noodig.
Dit instrument verschait den ongeoefenden
speler volkomen muzikale bevrediging door
individueele zelfexpressie, maar leent zich
tevens ook voor gewoon handspel. Waarom
uw piano dan niet ïngeiuild en U aldus de
gelegenheid verschaft waarnaar U reeds zoo
dikwijls heeft verlangd? Op de Pianola
kunt U ook liederen accompagneeren. Vraagt
onze catalogus P. 34
Amsterdam, Beurspassage 15
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1447
MOEILIJK BESLUIT
Als moeder gezegd heeft dat je twee taartjes
en drie koekjes mag hebben als je eerst voor
de dames je stukje op de piano speelt.
(Nadruk verboden.)
TEGEN DEN WOEKER.
HET INITIATIEF-VOORSTEL DER
S. D. A. P.
In een artikel in „Economisch Statistische
Berichten" over het wetsontwerp der 5 soc.-
dem. Kamerleden, de heeren v. d. Bergh
c.s., tot regeling van het geldschietersbedrijf,
betoogt de Leidsche hoogleeraar Van Blom,
dat ook de afbetalingswoeker een groot
kwaad is:
Een en ander wil zeggen: met streng
reglementeerende bestrijding van het
woekerende particuliere geldschieters-
bedrijf komt men er niet, hoe nuttig, ja
hoe onmisbaar deze bestrijding ook zij
en hoe knap het ontwerp der vijf Ka
merleden welks verdiensten mij niet
gering lijken, maar dat door scherpere
juridische oogen dan waarover ik be
schik nog nauwlettend moge worden be
keken ook moge zijn samengesteld.
Hiernaast is méér noodig.
De schrijver zet dan verder uiteen, dat ook
goed werk te doen zal blijven, door verzor
ging van borgstelling voor hen die bij een
solide geldschietbank een leening aan
gaan. Dit, gaat buiten het wetsontwerp om.
De hoogleeraar vervolgt intusschen:
De andere helft, die het wetsontwerp
wèl voor zijn rekening nam, is even on
misbaar en het vijftal verdient dank
voor deze concretisatie van zijn denk
beelden over de vraag, hoe den woeker
bij geldleening te bestrijden.
Het verdient dezen dank alvast, omdat
het den vorm koos van een ontwerp
van wet, hiermee uitsprekend, dat de
rijkswetgever hier een taak vindt. Het
onguur bedrijf der woekerende geld
schieters toch krijgt men, zoo ooit, al
leen goed dood met een wet. Waan is het
te meenen, dat hier met gemeente-veror
deningen iets van beteekenis kan wor
den uitgericht. Reeds nu werken in vele
gemeenten elders gevestigde woeker-
bankjes door middel van reizigers of
plaatselijke agenten. Wat zouden nu ge
meente-verordeningen, die dit bedrijf
den kop willen indrukken, anders berei
ken dan een verplaatsing der roofnes
ten naar andere gemeenten, waar zij
nog veilig zijn en vanwaar zij hun cliën-
tèle in de gemeenten, die hen verjoegen,
voortaan door hun vertegenwoordigers
doen bedienen? Juist dit concurreerend
denkbeeld van woekerbestrijding alleen
door middel van gemeenteverordeningen
op de geldschieterij ware half in den zin
van ongeneeslijk onvolkomen, werk.
DIRK SCHaFER.
Aan het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar
werd medegedeeld, dat de toestand van Dirk
Schafer, die dezer dagen een ernstige ope
ratie heeft ondergaan, tamelijk eoed is.
GEVAARLIJKE INBREKERS.
Reeds geruimen tijd wordt de Veluwe on
veilig gemaakt door een aantal inbrekers,
die Putten, Heerde, Dieren en andere plaat
sen geregeld met een bezoek vereeren. De
drie gebroeders A. uit Putten werden hiervan
ernstig verdacht. Deze week kreeg de politie
aanwijzing, dat een of meer van deze man
nen zich weer in de omgeving ophielden. Met
ruim dertig man trok zij er op uit; alle
boschen werden afgezet.
Vrijdagmorgen in de vroegte mocht het
gelukken een der verdachten, onder vrij
ernstig verzet, te arresteeren. Hij was gewa
pend met een revolver oud model. Per auto
is hij naar Putten gebracht.
De politie handhaafde de afzetting der
bosschen en hoopt nu spoedig de andere ver
dachten te kunnen arresteeren.
DE KONINGINNEBRUG TE ROTTERDAM.
Minister Kan heeft Vrijdag de nieuwe
Koninginnebrug te Rotterdam, die de beide
Maasoevers verbindt, officieel geopend.
In de eerste auto die over de brug reed zat
de oudste inwoner van Rotterdam, de 101-
jarige heer van Breugel.
GRENADIERS EN JAGERS-
Behalve de Koningin zal ook de prins ver
schillende feestelijkheden ter gelegenheid
van het honderdjarig bestaan van het reg.
Grenadiers en Jagers te 's-Gravenhage bij
wonen.
ZONDAGSSLUITING VAN CAFéS.
Door den gemeenteraad van Huizen is be
sloten de Zondagssluiting van cafés te hand
haven en niet in te gaan op het voorstel
van de minderheid der commissie voor
strafverordeningen, om het eenige hotel ter
plaatse te vergunnen op Zondag de zaak
open te stellen.
INGt-ZOi-iDEN MEDEi-Lhiuli\G£<N a bU Cts.
per regel.
AMSTERDAM, Nieuwendijk 225/229.
UTRECHT, Oude Gracht 151.
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS.
44)
JAQUES FUTRELLE.
„Als u nu niet wilt vergeten, dat ik een re
volver bij me heb", merkte hij genoegelijk
op, „zullen we 't best kunnen vinden. Weest
u maar niet bang. Ik ben hier alleen gekomen
om een paar inlichtingen te krijgen".
„Inlichtingen?" herhaalde de ander ver
bluft.
„Ja. juist: inlichtingen", zei de Havik.
Zijn stem was niet onaangenaam, vond mr.
Hamilton; een prettige, opgewekte stem.
„Ziet u", ging do Havik voort, „als ik ooit
gearresteerd mocht worden niet dat er
veel kans op is. maar 't zou kunnen zou
ik met één kleinigheid wel eens leelljk in
mijn maag kunnen zitten. Daarom had ik u
noodig".
„Waar hebt u het over?"
„Ik zal er nou maar meteen mee voor
den dag komen. Mr. Hamilton", zei de
Havik, „hebt u de oude Daddy Heinz ver
moord of niet?". Hij zweeg even. „Tja. 't is
wat je noemt een persoonlijke vraag, maar
ik moet het weten".
Ja, hij was krankzinnig. Brokaw Hamilton
was er opeens zeker vanHet leek wel
of de heele wereld wist, dat hij bij Daddy
K°inz was geweest op den ayond dat hij ver
moord werd! Hij begon zich instinctief te
verzekeren.
„Waarom vraagt u mij dat?" vroeg lnj.
„Ja, ziet u", ging de Havik gemoedelijk
vobrt, „ik was op dien avond ook in huis,
en de politie denkt, dat ik hem vermoord
heb. En ik heb het niet gedaan. Ik weet
zeker dat u er ook geweest bent, want ik
heb u gezien. Ik hoorde de schoten, en toen
ik boven aan de trap stond, zag ik u de
had doorgaan met een revolver in uw
hand. Ik zag ook, dat u zich over hem boog
en dat u iets opraapte als ik me niet
vergis was het een diamant, en toen wel.
toen drong het opeens tot mU door, dat de
politie die schoten wel eens gehoord zou
kunnen hebben, dus heb ik mijn boeltje bij
elkaar gepakt en ben hem gesmeerd. En nu
wil ik weten, of u het gedaan hebt. Ziet u.
ik weet natuurlijk zeker, dat ik het niet
gedaan heb; maar ik word er van ver
dacht, en als ik ooit ingerekend word, moet
ik kunnen bewijzen, dat ik het niet gedaan
heb. Eigenlijk varen we in hetzelfde schuit
je".
Langen tijd was het stil; de millionair
schoof zenuwachtig zijn hand over het dek
heen en weer; toen ontmoette hij den vrien
delijken blik van de bruine oogen achter
het masker, en plotseling herwon hij zijn
kalmte.
„Stel nu eens", zei hU tenslotte, „stel eens.
dat ik zei, dat ik niet in dat huis geweest
v/as?"
„Kom nou", zei de Havik gemoedelijk. „Ik
heb u gezien. U hoeft niet bang te zyn om
het mij te vertellen, want ik geloof heusch
niet, dat ik het ooit zal hoeven te vertellen
Ik wou alleen maar weten, wat er gebeurd
is".
De Havik had iets buitengewoon innemends
over zich, vond Mr. Hamilton. Het was nog
niet zoo'n onaangenaam avontuur, al was
het in het begin wel een beetje schrikwek
kend geweest:
„Ik zal het u precies vertellen", zei hij.
„Ik was naar hem toe gegaan, omdat ik hem
wilde spreken over over
„Ja, over dien kouseband, dat weet ik'
zei de Havik.
„Toen ik met hem zat te praten, ging
opeens die electrische bel en daarvan scheen
hij nogal te schrikken ik bedoel die bel.
die met de voordeur in verbinding staat.
Hy vroeg me om even in de achterkamer
te gaan, en dat heb ik gedaan. Toen ik er
misschien een minuut of vyf gewacht had,
hoorde ik drie schoten. Ik had een revolver
bij me, en holde darmee de hal door. en
mijn eenige gedachte op dat oogenblik was
dat ik ongezien moest probeeren te ontsnap
pen. Toen ik halverwege de hal was hoorde
ik de voordeur dichtslaan er was iemand
het huis uitgegaan En Daddy Heinz lag op
den grond. Ik heb toen even gekeken of hij
soms nog leefde, en ik kreeg een bloedvlek
op mijn hand!" Hij huiverde. „Op den grond
lag een revolver die heb ik laten liggen
maar er lag ook een diamant, die, zooals ik
vast geloofde, uit den kouseband van de
gravin van Salisbury kwam. Ik herkende
hem aan den ouderwetschen vorm. Ik was
van plan om hem te bewaren tot ik gelegen
heid had om hem aan den rechtmatigen
eigenaar terug te geven. Ik heb hem nog".
De Havik knikte begrypend.
„Ik geloof u", zei hy hoffelijk. „Maar u
zult toegeven, lat het nogal onwaarschyn-
lijk klinkt, hè? Maar dat doet mijn verhaal
ook".
Weer viel er een stilte. De Havik draai ie
in gedachten verzonken zijn revolver in zU-
hand rond.
„Waarom ging u eigenlijk naar Daddy
Heinz toe?"
„Omdat", zei de millionair, „de kousebanci
plotseling verdween, net nadat ik getracht
had hem, door middel van de politie, aan
de Engelsche regeer in g toe te doen komen
Ik dacht, dat Daddy Heinz, van wie ik
hem oorspronkelijk had gekocht, er misschien
iets van zou weten
„Ja, juist", viel de Havik hem in de rede.
En u had een sleutel van zijn huis?"
„Ja. Die had hij mjj gegeven. Ik was er
al een stuk of zes keeren geweest".
De Havik zat peinzend met zijn hoofd te
knikken. Mr. Hamilton vervolgde:
„En algemeen gelooft men, dat die kouse
band nu in uw bezit is".
„Dat is zoo", stemde de Havik toe. „Wilt
u hem zien?"
HU haalde hem tevoorschyn en liet hem
voor de oogen van den verbaasden million-
nair heen en weer bengelen. Onwillekeurig
stak hU er een hand naar uit; de Havik
haalde hem weer terug.
„Die ontbrekende steen", verklaarde de
Havik, „hebt u. Die heb ik eruit gehaaid
en aan Daddy Heinz verkocht op den dag,
dat hij vermoord werd".
„Wilt u hem verkoopen?" vroeg Mr. Ha
milton.
„Nee", en de Havik lachte. „Ik dacht dat
u er genoeg van hadt?"
„Ik wil hem alleen hebben om hem aan
de Britsche regeering terug te sturen".
„Geen sprake van".
„Voor vUf-en-twintig-duizend dollar?"
„Nee".
„VUftig?"
„Nee. Ik heb er andere plannen mee, en
bovendien heb ik geen geld noodig. Ik heb
in de laatste maand zoowat een kwart mil-
lioen geïncasseerd en op den koop toe een
leuken tijd met Meredith gehad". Hij grin
nikte. „Moppige vent, Meredith".
Hij stond op en rekte zich uit. Hij was
slank, met een by na jongensachtige gestalte,
•lenig, krachtig en gespierd.
,,'t Spijt me, dat ik u uit uw slaap heb
gehouden", zei hij verontschuldigend, „maar
ik moet te weten komen, hoe de vork in de
steel zat, want het zou kunnen zou kun
nen, zeg ik dat het me nog eens te pas
komt. En wat u me zoo even verteld hebt
blijft natuurlijk, tusschen ons. Maak u daar
maar niet bezorgd over. En luister eens",
er kwam plotseling een edelmoedige gedach
te bij hem op, „als ze u ooit eens het vuur
na aan de schenen mochten leggen over
dien kousebandgeschiedenis, schuif hem dan
maar cp mij af. Ik vind het allemaal goed
alles behalve moord. Nou, ik zal maar eens
verdwijnen".
Hy ontsloot onhoorbaar de deur naar de
kamer van de verpleegster, en toen die naar
de hal.
„Slaap lekker", zei hy. „En het beste met
de gezondheid. Pech voor u om nou net ziek
te worden. Om u de waarheid te zeggen heb
ik nog een zwak vooi uw familie. Ik heb zelfs
nog de hoop gekoesterd om uw schoonzoon
te worden. Goeie nacht".
De deur ging open en dicht: de Havik
was weg. Brokaw Hamilton draaide zich eens
om op zyn anderen kant en viel in een
vredige slaap.
Voor de tweede maal werd detective Mereditn
door de Russische gezant naar het Ratz-
Carlton hotel ontboden. En de eerste, die
hy zag, toen hy' de ontvangsalon binnen
kwam, was Bruce Colquhaun!
HOOFDSTUK V.
August van Derp keek byna verrukt, to.-;,
hy de kamer uit kwam waar Prokaw- Hamil
ton ziek lag, en zich by Heien voegde, die
in de zonnige veranda zat. Zy k^ck snel op.
„Hoe was vader?" vroeg ze.
(Wordt vervolgd.)