EERSTE KAMER.
BINNENLAND
UIT DENEMARKEN.
t&otterdamnï^
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 21 JUNI 1929
VIERDE BLAD
20 Juni.
De Ziektewet aangenomen. De wet zal op
1 Augustus in werking treden. Verschillende
ontwerpen.
De memorie van antwoord op het wetsont
werp tot regeling der financieele verhouding
van Rijk en Gemeenten verschijnt vanavond
De voorzitter van de Eerste Kamer en de
commissie van rapporteurs zijn 't erover eens
dat het wetsontwerp nog voor de verkiezin
gen moet worden behandeld. Daarom is hij
voornemens op Donderdag a.s. 27 Juni de be
handeling aan de orde te stellen. Blijft er
op die manier veel tijd voor studie over?
Yroegen de heeren Reymer, de Veer en Rink
blijft er wel voldoende tijd voor dergelijke
behandeling? Deze heeren spraken uit. dat
zij geen beswaar hadden tot bespreking met
een demissionnair kabinet. Of echter ieder
er zoo over denkt, zal morgen blijken, wan
neer een presidiaal voorstel tot behandeling
op 27 Juni zal worden in stemming gebracht.
De Ziektewet omgaven in den Senaat geen
gevaren. Wenschen bleven over maar
doorslaand waren zij niet wenschen ble
ven er natuurlijk: dat was in de Tweede Ka
mer net eender.
De heer Gelderman had liever gezien, dat
het plan Posthuma Kupers was aangenomen
geworden maar hij erkende, dat net moei
lijk was 't ieder naar den zin te masen. En
de minister wilde nu eenmaal 'n ziekte verzeke
ring tot stand brengen, omdat daaraan drin
gend behoefte bestaat. Hij had natuurlijk
meer desiderata, zoo vond hij 't te betreuren,
dat werkstaking en uitsluiting niet gelden
als beëindiging der dienstbetrekking. 3e ver
plichte storting in het prophylaxefonds
stond hem ook maar matig aan.
De heer Gelderman stond wat betreft de
uitkeeringen aan de ongehuwde moeder bij
bevalling en zwangerschap met den heer
Danz en met Mevrouw PothuisSmit geheel
tegenover den heer Reijmer. Betoogde de
laatste, dat het zeer verkeerd is niet hulp
vaardig te staan tegenover de ongehuwde
moeder, maar dat het toch evenmin aanging
in de wet regelingen te brengen, die gegrond
zijn op overeenkomsten in strijd me* de goede
zeden, dus geheel verdedigende hst .-tand-
punt van Mr. Aalberse en diens argumenten
bij de verdediging van het bekende amende
ment volgende de heeren Gelderman en
Danz en Mevr. Pothuis noemden h^t zeer
verkeerd, wanneer men de ongehuwde moe
der, die het toch al niet gemakkelijk heeft,
nog ging straffen met het haar onthouden
van den steun, die de gehuwde moeder-ar
beidster krijgt. De heer Gelderm m had
eigenlijk nóg liever de geheele materie van
de moederschapszorg in een apart wetsont
werp ondergebracht.
Zoowel de heer Danz als de heer Reymer
hielden historische beschouwingen over de
25 jaren, die de komst van een Ziektewet
heeft gevraagd eensgezind waren zij ook
in hun overtuiging, dat ziekteverzekering en
ziekteverzorging hadden moeten samen
gaan.
Maar overigens: de premiebetaling had de
heer Danz geheel voor rekening van den
werkgever willen laten, de heer Reymer zag
in gedeelde premiebetaling een goed ding voor
de medeverantwoordelijkheid en de mede
zeggenschap der arbeiders. De heer Danz
had veel critiek elke loongrens had z.i.
moeten worden weggelaten, net plan Pos-
thuma-Kupers had moeten worden ingevoerd
zooals de Hooge Raad van Arbeid had ge
wild. Neen veel oorspronkelijks zag de
heer Danz niet in het ontwerp. Fn boven
dien: er blijft voor volgende ministers nog
heel wat te doen over! Als behoorende tot die
taak, maar dan vergemakkelijkt door de
Ziektewet, noemde Mr. Reymer de unificatie
der sociale regeling.
De minister, die de hulde in ontvangst had
te nemen van de heeren Reymer en Blom-
jous en aanving daarvoor te danken, heeft
een krachtige redevoering ter verdediging
van het ontwerp-Ziektewet gehouden. In het
dankwoord voor de hulde deed de bewinds
man al degenen deelen, die vroeger of later
hadden medegewerkt, in welke functie ook,
aan het totstandbrengen van een ziektewet.
De minister zeide niet te kunnen begrijpen,
hoe de heer Danz heeft kunnen vragen om
„een oorspronkelijk" wetsontwerp, terwijl ja
ren aaneen over deze materie gediscussieerd
is geworden, zoodat oorspronkelijkheid een
voudig uitgesloten moet worden geacht. De
minister deed zwaar wegen het feit, dat hij
zoeken moest naar een compromis, dat aan
vaardbaar zou zijn, opdat niet door een sa
mengaan van minderheden, telkens weer, op
onderscheidene onderwerpen, een ziektewet
algeheel zou uitblijven, een ziektewet waar
naar 25 jaar was gezocht. Dr. Sloiemaker
wees er dan ook op, dat hij meer hechten
moest aan overeenstemming met de com
missie van voorbereiding uit de Tweede Ka
mer, dan aan een zoo nauw mogelijk volgen
van het advies van den Hoogen Raad van
Arbeid hoewel hij dan op onderscheidene
hoofdpunten dat advies had nagestreefd.
Maar. om de sfeer van compromis, waarin de
ziektewet tot stand kwam. was het onmoge
lijk om hét plan Posthuma-Kupers onder tc
brengen 'in de wet. Dit plan we zeiden t
reeds had de instemming van de heeren
Gelderman en Danz.
De kring der verzekerden te gering? Onge
twijfeld zei de minister. Maar, allereerst
zijn er mogelijkheden van uitbreiding. En in
de tweede plaats achtte de minister net op
het oogenblik. nu er nog geen ziektewet Is.
toch van meer beteekenis te spreken over
de 1.600.000 arbeiders, die verzekerd zullen
worden, dan de 400.000 die nog onverzekerd
blijven.
De loongrens te laag? De minister wees op
de mogelijkheden, die art. 117a biedt. Ver
hooging van de loongrens overigens zou het
we.sontwerp in gevaar hebben gebracht.
De verdeeling van de premiebetaling ach'-
te de minister een uitmuntende gedachte,
omdat samen-betalen meebrengt medever
antwoordelijkheid en belangstelling van de
arbeiders bij de uitvoering van de verzeke
ring.
De minister moest opmerken, dat, wat er
gezegd was over de aanvaarding in de Tweede
Kamer van het amendement-Aalberse, over
de regeling van de ongehuwde moeder, langs
hem heenging. Want de minister had maat
regelen willen treffen voor de verzekering
der ongehuwde moeder. Maar, wanneer men
meende, dat hij, door daarmee te komen
andere opvattingen had over het huwelijk
dan de rechterzijde, dan moest hij dat even
weerspreken.
Men weet, dat in de Tweede Kamer alleen
des ministers mede-christ.-historischen tegen
de Ziektewet hebben gestemd, wijl het ont
werp een einde zou maken aan de narticuliere
kassen als zoodanig. Welnu - het scheen aan
vankelijk, alsof ook alle c.h. Senatoren zouden
tegenstemmen. Dat deelde ten minste de heer
v. d. Hoeven mede in eerste instantie. Bij de
eindstemming bleken er van de 7 C.H. Sena
toren, 3 te hebben voorgestemd.
Met 234 stemmen is het ontwerp aange
nomen.
De vier tegenstemmers waren chr. hist.
Dat de c. h. fractie uiteenviel, moet dus
worden toegeschreven aan de rede van den
bewindsman. De minister betoogde, dat wan
neer hij in de bedrijfsvereenigingen onder
nemers en werknemers samenbrengt, hij
daarmee een in de practijk des levens, uit
het particulier initiatief opgekomen, ver
schijning inschakelt. Voor het particulier
initiatief had hij dus oog. Bovendien wees
hij op de medezeggenschap der verzekerden,
wees hij op de mogelijkheid van inschakeling
der particuliere kassen als afdeelingen der
bedrijfsvereenigingen. En ten slotte vroeg hij
of voor maximaal 2500 arbeiders, bij 8 par
ticuliere ziekenkassen verzekerd, een regeling
had moeten ontworpen worden, die het
geheel onoverzichtelijk had gemaakt en bijna
onuitvoerbaar wegens de administratieve
rompslomp.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft medegedeeld, dat de wet on 1
Augustus a.s. zal ingevoerd worden, waardoor
op 1 Maart 1930 de verzekering zal kunnen
gaan werken.
Verschillende agendapunten zijn daarop
afgedaan.
Tot veel beschouwingen êeeft dat geen
aanleiding.De technische wijziging van art.
3 der Leerplichtwet is aanvaard zonder hoof
delijke stemming. Verschillende suppletoire
Indische begrootingen en de wijziging van de
Ouderdomswet volgden dat voorbeeld. Even
zeer werd het verdrag betr. uitvoer van
huiden en beenderen aangenomen en het
verdrag, dat in- en uitvoerverboden afschaft.
Zoo ook de toekenning der kasvoorschotten
aan de Kon. Holl. Lloyd.
Bij de behandeling van de Wegenfondsbe
lasting ploitte de heer v. d. Lande voor een
brug bij Nijmegen, de heer Hermans voor een
brug bij Arnhem en de heer Blomjous voor
een brug bij Keizersveer. De minister deelde
mee, dat al deze bruggen op het rijkswegen
plan staan en dus zullen worden uitgevoerd.
En dat heusch Nijmegen wordt geholpen zon
der concurrentie met Keizersveer. Maar Nij
megen vraagt nu eenmaal wat meer voorbe
reiding. Er moet met Nijmegen n.l. een over
eenstemming bereikt worden, want die is nog
niet verkregen over de vraag of, wanneer het
Rijk de gemeente dient met een brug op
rijkskosten, het Rijk het veerrecht dan nog
moet afkoopen.
Wat Arnhem betreft, de brug daar kan niet
midden in de bebouwing vallen. Men zoekt
nu naar de beste plaats.
INTIMUS.
NEDERLANDER GEARRESTEERD
TE ANTWERPEN.
GEZOCHT DOOR DEN BELGISCHEN
MILITAIREN VEILIGHEIDSDIENST.
Uit Brussel wordt aan de Tel. geseind: De
Soir verneemt uit Antwerpen een ingewikkel
de geschiedenis, die een Nederlandsch dia
mantmakelaar, I. L. S., daar heeft meege
maakt. Toen hij in een taxi wilde stappen
sprak een schipper den chauffeur aan en
zeide: Voer dien man naar de politie, het is
een dief. Het drietal ging naar het bureau,
waar de schipper vertelde gezien te hebben,
dat de Nederlander een dame van een porte-
monnaie had beroofd, waarna de metgezel
van S. er mee van door zou zijn gegaan. Er
werd gefouilleerd, doch de portemonnaie
werd niet gevonden, wel een partij diamanten
doch dit was niet te verwonderen uit hoofde
van 's mans beroep. Er was trouwens geen
klacht binnengekomen over zakkenrollerij. S.
hield bovendien zijn onschuld staande. De
politie zag evenwel in haar dossiers, dat S.
sedert 1922 door den Belgischen militairen
veiligheidsdienst werd gezocht, terwijl ook
zijn pas niet in orde bleek. Hij is daarom in
arrest gehouden.
EEN VERBODEN TOONEEL-
STUK.
INTERPELLATIE IN DEN AMSTER-
DAMSCHEN RAAD.
De heer Wijnkoop heeft in den Amstcr-
damschen raad geïnterpelleerd over het ver
bod van den burgemeester om 't tooneelstuk
„Huwelijken worden in den hemel gesloten"
op te voeren.
De burgemeester verklaarde, dat hij het
stuk gelezen heeft en overleg gepleegd met
personen van vrijzinnigen huize. Die vonden
het beter als hij de opvoering ervan niet toe
stond-. En „Het Volk" schreef dat het niet
smaakvol was God, Petrus en Maria Magda-
lena op het tooneel te brengen. Wat anderen
niet van christelijken huize, noemen „niet
smaakvol", is voor hem en vele anderen grie
vend en profaan.
Het is te Amsterdam een gemengde bevol
king, een groot deel ervan zou aan dc op
voering aanstoot nemen, daarom heeft hij,
op grond van art. 188 Gemeentewet, de
openbare opvoering verboden.
In zijn repliek stelde de heer Wijnkoop de
volgende motie: „De Raad, van oordeel, dat
tooneelstukken als „Huwelijken worden in
den hemel gesloten" e.d.g. in Amsterdam
niet verboden mogen worden, keurt het
optreden van den burgemeester in dezen af,
en gaat over tot de orde van den dag".
Deze motie werd ondersteund en komt in
de volgende zitting in behandeling.
HET DRAMA TE GROOTE-
GAST.
V/ijkstra in hooger beroep.
ER WORDT EEN ONDERZOEK NAAR
ZIJN GEESTVERMOGENS INGESTELD.
Donderdag werd voor het Gerechtshof te
Leeuwarden de zaak behandeld in hooger
beroep van Ye Wijkstra, die tot levenslange
gevangenisstraf veroordeeld is wegens den
moord op vier veldwachters te Grootegast
gepleegd.
Bij zijn verhoor verklaarde verdachte in
hooger beroep te zijn gekomen omdat hij in
deze zaak geen voorbedachte rade had.
Hij beweerde verder, dat hij aan vrouw
Wobbes gezegd had, dat zij met de veldwach
ters moest meegaan. Deze was evenwel erg
zenuwachtig.
De veldwachters echter drongen op haast
aan. Ze bedreigden hem, dat, als hij de deur
niet opende, zij met geweld de deur zouden
openen.
President: En toen zag u de deair naar
binnen indrukken en u begreep dat de
politie probeerde de voordeur te forceeren?
Verdachte: Ja.
Toen greep verdachte een browning, ge
laden met acht scherpe patronen. Hij kon
heel goed schieten. Hij maakte de browning
schietklaar met de bedoeling de politieman
nen te dooden. Ook had hij een karabijn,
die met scherp geladen was. Nadat ver
dachte Van der Molen met de browning door
de voordeur had doodgeschoten, is hij met
de karabijn de acnterdeur uitgegaan en heeft
Hoving en Meyer neergelegd. - Toen is hij
weer het huis omgeloopen en wilde de ach
terdeur weer binnengaan, maar daar zag hij
den veldwachter Werkman. Op Werkman
heeft hij toen ook een schot gelost, zoodat
deze bleef liggen. Weer naar buiten gegaan
zag hij Meyer in een sloot liggen. Deze was
nog niet dood. Hij heeft zijn karabijn weer
geladen met patronen die hij in den zak
had.
Vervolgens heeft verdachte nogmaals op
Meijer geschoten en hem met een mes in den
hals gestoken. Later heeft hij ook den ande
ren politiemannen den keel afgesneden.
Later is Wijkstra naar zijn vriend Dijkstra
en vervolgens naar den dokter gegaan, die
niet thuis was. Daarop ging hij naar
Groningen om zich te laten verbinden in het
ziekenhuis. Hier werd hij gearresteerd.
President: Had je vóór 18 Januari niet
het plan om de politiemannen, die Aaltje
zouden halen, te dooden.
Verdachte: Dat plan is nooit bij mij op
gekomen.
President: En hebt u zich nooit in dien
geest tegenover anderen uitgelaten?
Verdachte: Neen. De getuigen zeggen het
wel, maar ik heb het nooit verklaard.
President: En je hebt ook niet gezegd
dat je de politie, als ze Aaltje zouden
halen, in het zand zou laten bijten?
Verdachte: Dat heb ik nooit gezegd.
President: Heeft Aaltje u vroeger wel eens
aangezet om de politie te dooden.
Verdachte: Neen.
President: Heeft Aaltje je nooit gezegd dat
ze zooveel last van de politie had en da:
die kerels nu maar eens weg moesten?
Verdachte: Neen
In het verdere verhoor zei verdachte nog,
dat de daad het gevolg is van zijn zenuw
achtigheid om het feit dat er vroeg in den
morgen vier veldwachters bij hem voor de
deur stonden.
President: Zoo ontzet kon je niet zijn.
je wist dat je de veldwachters eiken dag kon
verwachten.
Verdachte zegt dat hü veel last van zijn
zenuwen heeft.
President: Tegenwoordig of voor je daad?
Verdachte: Vroeger ook al.
Raadsheer mr. Boeles: U is in 1918 reeds
naar den dokter geweest, omdat u last van
uw zenuwen had. Heeft dit geen invloed op
de vastheid van uw hand?
Verdachte: Neen,
Het requisitoir.
Vervolgens was het woord aan den procu
reur-generaal.
Spreker is persoonlijk van meening, dat
er in deze zaak aanleiding is voor een
psychiatrisch onderzoek. Men zal moeten
erkennen dat in deze zaak niet alles zoo
klaar en duidelijk is als men zou wenschen.
vooral niet wat betreft de motieven. Voorts
verzoekt spreker nadere instructie over een
aantal punten. Er zijn thans nog eenige
processen-verbaal binnengekomen omtrent
verklaringen, die licht kunnen werpen op
den betwisten voorbedachten rade.
Eisch: schorsing der behandeling en terug
zending van de stukken naar den rechter
commissaris en het gelasten van een nader
onderzoek naar den lichameüjken en geeste
lijken toestand van verdachte.
Pleidooi.
De verdediger, mr. Levie, betoogt dat he1
voor een objectieve rechtspraak en voor de
straftoemeting van het hoogste belang is om
de geestesgesteldheid van een verdachte
nauwkeurig te kennen .Met den procureur-
generaal is spreker het eens, dat voor de
beoordeeling van de daden en den daden
noodig is een psychiatrisch onderzoek. Spr.
meent dat het Hof, als het de stukken in
handen van den rechter-commissaris
stelt, zelf de deskundigen moet aan
wijzen. Dit is in overeenstemming met den
geest van het Wetboek van Strafvordering.
Spreker legt daarom een lijst van psychiaters
en psychologen over. Wat betreft een gedeel
telijke nieuwe instructie naar aanleiding
van nieuw ingekomen processen-verbaal
refereert spreker zich aan het oordcel van
het Hof.
Nadere instructie gelast.
Het Hof heeft thans de behandeling der
zaak geschorst en die wordt teruggewezen
naar den rechter-commissaris met den last
om een nadere instructie te doen plaats
hebben in verband met eenige nieuw inge
komen processenverbaal en voor het instellen
van een nader onderzoek betreffende den
psychischen toestond van den verdachte
door prof. Wiersma en dr. Van Mesdag te
Groningen.
MR. S. VAN HOUTEN.
De Senaat van de Groningsche Universi
teit heeft aan mr. S. van Houten een gecalli-
grafeerden gelukwensch gezonden ter gele
genheid van diens 70-jarig jubileum als
meester in de rechten.
Ook van anderen kant. ontving de jubilaris
vele bewijzen van belangstelling.
De Deensche Zomervacantie.
Waarom de kinderen haar wel noodig hebben. De
stedelingen in dolce far niente op het platteland. En
door den buitenman als een „luie bende'* veracht.
Maar om andere reden toch weer zeer welkom!
De zomervacantie. het tijdvak, waarnaar
zoovele jeugdige harten vurig verlangen,
nadert, en de plannen die den geheelen
winter al besproken zijn. naderen hun ver
wezenlijking, de illusies worden tot werke
lijkheid.
Hier in Kopenhagen, waar het kazerne-
huizensysteem algemeen is. verwondert men
er zich niet over dat de menschen naar
buitenlucht en zeelucht snakken, 't Is mij
altijd een raadsel hoe de kinderen hier tot
krachtige jonge menschen kunnen op
groeien. Dag aan dag zitten ze in de kin
derkamer van een verdieping, alleen afge
wisseld door een wandelinget je met de kin
dermeid in een van de parken of op Lange
Linie, om daarna weer tusschen de vier
muren opgesloten te worden. Geen ttilnen
om in te ravotten, in alle weer en wind, zoo
als bij ons in Holland of in Engeland waar
men zomers de gezonde frissche lucht in de
longen opzuigt door 't bearbeiden van een
stukje grond, of 's winters 't bloed sneller
door de aderen doet vloeien door een heer
lijk gevecht met sneeujvballen en 't maken
van meer of minder welgelijkende sneeuw -
portretten van de buren. Niets van dat al
les hier. Om twee uur, als de kinderen uit
school thuis komen, en hun diner veror
berd hebben, dan is 't in den winter al zoo
wat donker. Moeder zegt dan wel: „Kom,
kinders jullie moesten maar wat gaan wan
delen", maar ze zitten zoo gezellig thuis,
't is zulk akelig weer, en ze moeten hoeden
en petten op, en mantels en jassen aandoen.
„Och nee, dat gezeur, we blijven liever thuis
met een boek of zoo iets". Zoo gaat 't ze
ker in honderden gevallen, waar Holland-
sche jongens en meisjes even den tuin in
zouden vliegen om eens flink te stoeien, al
waait en stormt en kletsregent het. 't Is
een wonder dat dit land zulke sterke con
stituties en zulk eene taaie levenskracht
heeft kunnen voortbrengen, als waarvan
zoovele jonge mannen blijk hebben gege
ven. Men denke slechts aan de Noordpool-
vaarders Mikkelsen en Iversen, en anderen,
en aan de ongehoorde gevaren en ontberin
gen die ze ongestraft het hoofd kunnen bie
den.
Maar die zullen ook wel buiten thuis hoo-
ren, zulke gestellen worden niet op eene
vierde verdieping te Kopenhagen opgefokt.
Misschien ook heeft de manier waarop vele
Denen hunne zomervacantie doorbrengen
iets met zulk een resultaat te maken. Vele
families uit den middenstand die te Ko
penhagen wonen, en die dikwijls rijkelijk
met kinderen gezegend zijn, hebben de ge
woonte om gedurende de vijf a zes weken
der vacantie eenige kamers op een boerderij
te huren en daar dan met de heele familie
heen te trekken. De boeren en buitenlui zijn
tuk op deze extra verdienste, en beginnen er
zich hoe langer hoe meer naar in te rich
ten.
Voor een 150 a 200 Kronen kan men dan
bij hen het noodige aantal gemeubileerde
kamers krijgen met gebruik van de keuken.
Men behoeft dan niets anders mee te bren
gen dan lakens en tafellinnen, al het andere
is voorradig en onder de huur begrepen. En
op een mooien zomerdag in het midden van
Juli, staat er dan een echte boerenwagen
aan het eindstationnetje om de Kopenha-
genaars naar hun boerderij te brengen. Dat
men dan een paar uur op dezen wagen zon
der veeren kan zitten schokken, zoodat men
wel eenigszins geradbraakt aan het buiten
verblijf arriveert, kan dc kinderen hoege
naamd niets schelen, integendeel, hoe meer
ze schokken hoe meer ze genieten.
t Is vacantie, hoera! En wat smaken die
boterhammen toch veel lekkerder dan
thuis, wat ruikt die koestal toch verrukke
lijk als ze de koeien zoo "s avonds nog even
goeiennacht gaan zeggen, en wat is *t zalig
om zoo zonder hoed en pet. 't land in te
vliegen, en den boer te helpen met het hooi
op den wagen te stapelen! Leve het heer
lijke buitenleven!
De heer des huizes kan gewoonlijk alleen
maar van Zaterdag tot Maandag komen,
en moet dan weer naar de hoofdstad terug
om zijn zaken waar tc nemen, of de een of
andere vergadering bij te wonen! Vergade
ring is zulk een heerlijk elastisch begrip, en
de kinderen beklagen hem natuurlijk diep.
maar hij zelf is gewoonlijk niet zeer rouwig
er over de zeer primitieve toestanden en ge
noegens van het buitenleven den rug toe to
keer en. Maar de jeugdige leden van het ge
zin jubelen en genieten van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat ze doen in die we
ken gezondheid genoeg op om in dc winter
maanden geen schade van het vele thuis
zitten te ondervinden.
Anderen die een verblijf aan zee verkie
zen en die het misschien niet convenieert
om in een hotel of pension te gaan, of zich
niet door het gedwongen samenzijn met
anderen aan banden willen laten leggen,
huren in een van de vele gehuchten die in
Sjaelland en Jylland aan zee liggen, een
visschershuisje, en établisseeren zich daar
op dezelfde manier als de anderen in de
boerderij.
De familie van de visschershut behelpt
zich dan gedurende die weken in de meest
primitieve bijschuren. en men verwondert
er zich over dat die menschen het er voor
over hebben zich voor een paar honderd
Kronen verdienste, al dat ongemak op den
hals te halen. Maar een paar honderd Kro
nen is een klein kapitaal voor de arme vis-
scherlui aan de kust en als men in het
voorjaar die gehuchten bezoekt dan ziet
men de geheele bevolking druk in de weer
om de woonhutten voor de stadsmenschen
op te knappen. Er wordt gewit en geverfd,
koperwerk wordt alvast gepoetst, bedden en
matrassen in de zon gelegd om te luchten,
om kort te gaan er wordt flink schoonge
maakt, zoodat wanneer de stadslui arrivee-
ren er alles kraakzindelijk uitziet. Nu maar,
dat is ook noodig, want als men de gewoon
lijk niet zoo bijzonder zindelijke kleine vis-
scbersjongens en meisjes ziet. die den hee-
len winter in dat verblijf gehuisd heb
ben, dan loopt er wel zoo nu en dan een ril
ling langs den rug op 't denkbeeld dat die
daar allen rondgekrioeld hebben, 't Beste is
maar om er niet aan te denken en zich het
Engelsche spreekwoord voor den geest te
halen: „what the eye does not see, the
heart does not grieve over!" En dan geeft
men zich over aan een leven van zalig niets
doen, dat voor de zenuwen van terneerge
drukte huismoeders, of menschen die zich
op de eene of andere manier overwerkt heb
ben, een zegen is. en hen in staat stelt om
den strijd des levens weer met nieuwe krach,
ten op te nemen, gestaald door de heerlijke
buitenlucht en het volkomen vrij zijn van
allerhande bekommeringen die het drukke
leven in eene groote stad meebrengt.
Maar de boeren en visschers die zich de
luxe van zulk dolce far niente niet veroor
loven kunnen, zien met diepe verachting op
die „luie wezens uit de stad" neer. Toch zijn
ze slim genoeg om geen blijken van deze
minder vriendschappelijke gevoelens te ge
ven. want de verdienste die deze „luie ben
de" hen bezorgt vinden ze toch minder ver
achtelijk, en menig arm gehucht heeft zijn
opkomst tc danken aan de bewoners der
steen-woestijnen die ten minste eenmaal in
't jaar eens echt bulten willen zijn.
FREM.
VEENDAMMER HYPOTHEEK
BANK.
VERIFICATIEVERGADERING.
Curatoren in het faillissement der N.V.
Veendammer Hypotheekbank deelen mede,
dat de verificatievergadering zal worden ge
houden op Maandag 24 Juni a.s. te Amster
dam.
ROODE KRUIS.
Te Middelburg Is de jaarvergadering ge
houden van het Nederlandsche Roode Kruis.
In zijn openingsrede liet de voorzitter Prins
Hendrik de belangrijkste gebeurtenissen de
revue passeeren.
Na het jaarverslag van den secretaris mr.
G. van Slooten Azn., wordt er gezegd:
Het Nederlandsche Roode Kruis is in het
afgeloopen jaar zijn volle aandacht blijven
wijden niet alleen zijn vredeswerk, maar ook
aan zijn oorlogstaak. In den laatsten tijd is
hier en daar de meening verkondigd, dat het
oogenblik gekomen is voor het Roode Kruis
om van zijn oorlogstaak af te zien. Men zegt,
dat deze activiteit van het Roode Kruis de
oorlogsgedachte levendig houdt en indirect
de kansen op een nieuwen oorlog vergroot.
„Ik meen, dat deze stelling in het algemeen
onjuist is. Zij komt hierop neer, dat iedere
werkzaamheid, gericht op dc verzachting van
leed, de oorzaak van dat leed gaande houdt
of vej-sterkt. Niets is minder waar. Indien
deze meening juist ware. dan zouden wij
aanstonds moeten ophouden met het over
groot gedeelte onzer sociale maatregelen en
voorzorgen, op dezen grond, dat zij de maat
schappelijke euvels en misstanden, waaruit
het te verzachten leed wordt geboren, in
stand helpen houden. Het is intusschen vrij
gemakkelijk aan te toonen, dat het tegen
deel waar is.
Het is misschien niet overbodig in dit ver
band eraan tc herinneren, dat het Roode
Kruis niet zoozeer een oorlogstaak heeft dan
wel een taak in tijd van oorlog. Het Roode
Kruis kent geen vijanden. Het kent slechts
slachtoffers van een ramp, naar welks oor
zaken het niet vraagt.
De Roode Kruiscollecte voor het vredes
werk heeft in 1928 in 369 gemeenten 53.3&0
opgebracht (in 1927: 60.269.)
Na de lunch werd een voordracht gehou
den door Luit. Generaal b.d. N. Schrijver,
waarna het gezelschap een autotocht over
het eiland Walcheren maakte. Te Domburg
werd de thee gebruikt en werd het gezel
schap door het gemeentebestuur ontvangen.
Heden zullen do deelnemers een boottocht
op de Schelde maken.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 CU. p«r regal.
N.V. KELLER EN MACDONALD
N. S. F.
PHILIPS
fl OoA b'j c/am as ze®/-
I ge/iefd; verkrijgbaar per ffesch
mc£ gedeponeerd etiket ofper
gt/aS. bereid van spuit-.mineraaf-
of sodawater af of met met
DE BESMEURING VAN HET
BUREAU VAN „HET VOLK".
DADERS AANGEHOUDEN.
Volgens berichten in Het Volk heeft men
de daders van de besmeuring van den gevel
van het bureau van het dagblad Het Volk te
Amsterdam en verkioztng-rcclamc op schut
tingen aldaar gearresteerd. Er zijn zes per
sonen aangehouden, die min of meer in be
trekking staan met de Nederlandsche fascis
tische vereeniging De Bezem.
Onder de aangehoudenen is dc 40-jarige
chauffeur D. P. M., „nachtsnorder" van be
roep. die zijn auto ter beschikking gesteld
had. Verder de 31-jarige K. H. G. S.. voorzit
ter en de 28-jarlge J. A. B. secretaris van de
Amsterdamsche Bezemgroep, dc 23-jarige C.
F. v. K., de 33-jarige M. H. V. en de 35-jar.
J. G. A. Eenige hunner z'Jn werkloos.
Het blad heeft de overtuiging, dat dit niet
dc intellectueele daders zijn. maar dat zij
door anderen voor dit werk gebruikt zijn.
De geheel recherche was In beweging gezet
om dc daders te vinden. Het onderzoek heef*,
naar het blad meent, tot een volledig succes
geleid. De aangehoudenen kunnen niet in
voorarrest gesteld worden, omdat het wetboek
dit niet toelaat.
Er zijn scherpe maatregelen genomen om
nieuwe vernielingen tc voorkomen.
Art. 350 van het, W. v. Str. luidt:
„Hij die opzettelijk en wederrechterlij!:
oenig goed. dat geheel of ten deele aan een
ander toebehoort, vernielt, beschadigt, on
bruikbaar maakt of wegmaakt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste
twee jaren of geldboete van ten hoogte
f 300",