BUITENLANDSCH OVERZICHT HENDERSON OVER OORLOG EN VREDE. BENESJ OVER DE QUAES TIE DER MINDERHEDEN. GEMENGD NIEUWS BRIEVEN UIT BERLIJN. PERS-OVERZICHT HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 21 JUNI 1929 „De vrede moet georganiseerd worden." T BELANGRIJKSTE NIEUWS. In een artikel over de organisatie van den vrede zegt Henderson o.a. het volgende. „Ik ben van meening, dat de tijd gekomen ls om tot daden over te gaan. Het is niet meer voldoende een abstracte vredeswil te hebben. Men moet den vrede ook organi- seeren. Men kan en moet ontwapenen. De Volkenbond heeft een technischen arbeid van 't grootste gewicht gedaan waarvan de verdienste de voorbereidende ontwapenings commissie toekomt. Doch, genoeg onvrucht bare besluiten. Men moet zoo spoedig moge lijk de ontwapeningsconferentie bijeenroe pen". Over de Duitsch-Fransche betrekkingen zeide Henderson: „Sedert vele jaren hebben wij, Engelschen, er naar onze beste krachten aan gewerkt, de oorlogsregeling tusschen beide landen te bewerkstelligen. Groote resultaten zijn reeds bereikt. Ik ben van meening, dat het logische resultaat van Locarno de ontruiming van het Rijnland is. Het is een der grootste contradicties van onzen door verlangen naar den vrede be zielden tijd, dat vreemde legers binnen de grenzen v.an Duitschland legeren. Het pro bleem van vrede en oorlog is tegenwoordig de levensvraag van alle problemen gewor den". In de commissie voor buitenlandsche zaken heeft Benesj ook gesproken over het vraag stuk der minderheden. Allereerst sprak hij als zijn meening uit, dat in de wijze, waarop men thans inter nationaal over deze kwestie discussieert, een groot gevaar verborgen ligt. Men verzuimt gemakkelijk de zoo noodige analyse, ook in de kleinste bijzonderheden te maken en eenerzijds den zuiveren juridischen anderzijds den internationalen en binnenlandsch- polltieken kant onder de loupe te nemen. De juridische kant der verschillende ver dragen, dus ook van de minderhedenover- eenkomst, is uitdrukking van de zedelijke kracht, welke in een bepaald stadium der internationale politiek zich deed gelden. Deze zijde bepaalt inhoud en beteekenis, toonend. waartoe de staat werkelijk verplicht is. Daarom moest hij als minister van buiten landsche zaken voor alles den rechtstoestand van het minderheden-probleem bezien. De tweede kant der kwestie is, dat hij in geen geval kan toelaten, dat, door wien ook eenzijdig verplichtingen worden gewij zigd. welke hij heeft aanvaard. Op dezen grondslag rust het geheele internationale leven. Daarom is het hem onmogelijk hier concessies te doen. Op een opmerking, dat men bij het slui ten van den vrede ook heeft gesproken van autonomie en dat men zich daaraan niet zou hebben gehouden, antwoordde de mi nister, dat men over het wezen der zelf beschikking kan redetwisten tot aan den Jongsten dag, daar ieder er zich een andere voorstelling van maakt. De Fransche schuld aan Amerika. Alvorens tot September op reces te gaan, hebben Huis van< Afgevaardigden en Senaat in Amerika een resolutie aangenomen, waar in de minister van Financiën wordt gemach tigd tot uitstel van den vervaldatum der be taling van 400 millioen dollar, zijnde Frank- rijks schuld voor oorlogsvoorraden van 1 Augustus 1929 tot 1 Mei 1930 mits Frankrijk vóór den vervaltermijn van de 400 millioen- schuld, m. a. w. vóór 1 Augustus de Mellon- Berenger overeenkomst ratificeert. In het verloop van zijn exposé voor de Ka mercommissie gaf Poincaré een historische uiteenzetting van de kwestie der intergeal- lieerde schulden. Naar de premier mededeel de. zullen de mededeelingen der regeering nopens deze aangelegenheid minstens vier zittingen in beslag nemen. Met name wees hij er op, dat het Mellon-Bérenger-accoord, dat door het Amerikaansche Huis van Afge vaardigden, doch niet door den Senaat der Vereenigde Staten ls geratificeerd, om van krach* te worden vóór den vervaldatum ge ratificeerd moet worden door den president der Fransche republiek met toestemming van het parlement. De vrijheid der zee. In welingelichte kringen is men van mec- nlng, dat uit de redevoeringen van Mac- Donald en general Dawes kan worden opge maakt, dat bij de aanstaande onderhande lingen over de maritieme ontwapening niet zal worden gesproken over de oude kwestie van de vrijheid der zee. Men gelooft, dat behalve Japan. Frankrijk en Italië, ook de andere zeevarende mogend heden zullen worden uitgenoodigd deel te nemen aan de besprekingen en dat men zal trachten een accoord te treffen, ongeveer gelijk aan het Kellogg-pact, waardoor alle landen zullen zijn gebonden. Het schijnt, dat de regeering van Hoover tot de overtuiging is gekomen, dat een conferentie voor de be perking der bewapening ter zee zou misluk ken. indien ook de vrijheid der zee te berde wordt gebracht. Ook het plan van Young niet te aanvaarden? Een Wolff-bericht deelt omtrent de uit- spraak van den „Verband der deutschen In dustrie" over het resultaat der schadevergoe dingen-onderhandelingen te Parijs nog mede. dat daarin dank wordt betuigd aan de leden der Duitsche delegatie voor hun in h"* belang van het Duitsche volk verrichten a-beid. De ..Verband" is overtuigd, dat elk der deskundigen naar beste weten en gewe ten er naar gestreefd heeft, het naar gelang der omstandigheden gunstige resultaat voor het Duitsche volk te bereiken. Wat betreft de economische beteekenis van het plan-Young plaatst de organisatie zich op dcnzelfdcn grondslag als ten aanzien van het plan- Dawcs; toenmaals, in 1924 verklaarde liet verbond, dat de opgelegde lasten het pra*..- tatievermogen van Duitschland aanzienlijk overschreden. Het opbrengen totdusver van de betalingen op grond van het plan-Dawes geven geenerlei aanleiding wijziging te bren gen in dit oordeel. In overeenstemming met de Duitsche des kundigen is het Verbond van meening, dat ook het plan-Young aan het Duitsche volk voor een lange reeks van jaren lasten op legt, die het prestatievermogen van het Duit sche economische leven te boven gaan. Zooals uit het rapport van Parijs blijkt, heeft de deskundigencommissie zich in hoofdzaak door politieke gezichtspunten laten leiden. Op dezen grond behoudt het Verbond zich voor eerst definitief zijn positie te bepalen als de binnenlandsche politieke instanties Üeslist hebben o/er aan neming of verwerping. VIER DAGEN ZONDER VOEDSEL. JAPAN^CHE SCHIPBREUKELINGEN OPGEPIKT. Het stoomschip „Tydeus", onderwe& van Yokohama naar Makassar, rapporteert, on derweg ca. 50 mijl van Yokohama negen Japansche visschers te hebben opgepikt, af komstig uit een motortreiler. De schipbreu kelingen verhaalden, dat zij oorspronkelijk met tien man waren geweest, maar dat één hunner zich niet langer aan de stukken van het wrak had kunnen vastklampen en uitgeput in de diepte verdwenen was. De ovex'igen wisten zich echter vast te houden aan den mast, het eenige deel van het ver gane schip, dat nog boven water uitstak. Zoo brachten de schipbreukelingen vier dagen zonder voedsel door. EISCHEN VOOR VROUWEN- KLEEDING IN ITALIë. Als resultaat van een nationaal plebisciet, uitgeschreven door een commissie voor her vorming der vrouwenkleeding, welk resultaat in Juli aan de Koningin en Mussolini zal worden voorgelegd worden de volgende eischen aan de toekomstige vrouwenkleeding gesteld: 1. de kleeding mag niet te nauwsluitend of doorschijnend zijn, moet vrij zijn van décol- letté, terwijl de mouwen tot de ellebogen moeten reiken; 2. de japonnetjes der meis jes moeten tot de knie reiken,- terwijl die der vrouwen slechts den voet mogen vrij laten. 3. het gebruik van doorschijnende of vleeschkleurige kousen is niet toegestaan. BEDROG BIJ WEDRENNEN. EEN GESLEPEN MARCONIST. Te Berlijn is door arrestatie van een zeke ren Stanholz een geslepen zwendelarij met wedrennen ontdekt, waarvan bookmakers het slachtoffer zijn geworden. De ziel dezer onderneming was de marconist Wudte, die de draadlooze berichten over de uitslagen der Fransche wedrennen afluister de en ontcijferde. Hij deelde daarna het re sultaat, nog voordat het langs den gewonen weg de officieele bookmakers had bereikt, mede aan zijn helper Stanholz, die zich in een lokaal in de nabijheid van een wed- bureau placht op te houden en aldus in de gelegenheid was, groote bedragen te winnen. Om de ontdekking van deze zwendelarij te bemoeilijken, laschte hij nog enkele schakels in den berichtenketen in. Een andere helper van Wudte, die de namen der winnaars langs den gewonen weg kreeg toegezonden, schreef deze met groote letters op den rand eener krant en ging dan met deze krant langs het raam van het lokaal waar Stanholz zich op hield, zoodat deze met één blik door het venster zich behoorlijk op de hoogte kon stellen. Wudtke zelf echter bewerkte ten slotte op een valsche aanklacht de arrestatie van twee zijner geldschieters, een stalhouder een een slager, die hij wilde afzetten, doch dezen brachten op hun beurt Wudtke aan. Wudtke is er in geslaagd zich door de vlucht aan arrestatie te onttrekken. De bedragen, waarvan het consortium zich heeft meester gemaakt, moeten in twee jaar tijds ongeveer 100.000 Mark hebben bedragen. DE PAUS BLUFT NOG OP HET VATICAAN. De dag. waarop de paus voor de eerste maal de Vaticaanstad zal verlaten en die op 24 Juni a.s. was vastgesteld in verband met het feest van den Heiligen Johannes, is op nieuw uitgesteld. Bepaalde redenen worden niet opgegeven; men schijnt echter tot Oc tober a.s. te willen wachten. EEN BEDRIEGLIJK PENSIOEN TREKKER. Bij een lijkschouwing te Haverford West heerschte onzekerheid aangaande de identi teit van een doode. Volgens zijn paoieren, had hij een marine pensioen van 60 in het jaar, dat uitbe taald werd op naam van David John Lloyd. Maar toen men de zaak verder ging onder zoeken, kwam aan het licht dat deze pen sioengerechtigde al elf jaar dood is en zijn broer Walter Owen Lloyd. die nu pas ge storven is, al dien tijd het pensioen van zijn dooden broer was blijven trekken. De doode had de schatkist voor ruim 70) benaneeld en bovendien zijn ouderdoms rente genoten. BRAND TE BERLIJN. JONGEMAN EN EEN MEISJE VERBRAND. Woensdag brak In 't Noord-Oosten van Ber lijn brand uit in een schilderswerkplaats. Een jongeman en een jong meisje, die tracht ten het vuur te blusschen voordat de brand weer arriveerde, kregen ernstigebranwonden Zij werden naar het ziekwhuis overgebracht, waar zij beiden na korten tijd overleden. De brand is aan onvoorzichtigheid te wijten. NIEUWE AARDBEVINGEN OP NIEUW-ZEELAND. Uit Weltevreden wordt gemeld: De directeur der Posterijen heeft bericht ontvangen, dat te Murchison en Takaka nog steeds nieuwe aardschokken plaatshebben. De directeur van het postkantoor te Westport meldt, dat vele nieuwe zware bevingen, meer dan de eigenlijke schokken, voortdurend schade blijven aanrichten. Storm en regen maken het moeilijk voor de daklooze bevol king. behoorlijk het eten te koken. Ook te Wellington werden eenige aard schokken gevoeld. DE VREESELIJKE HITTE IN NEW-YORK. In de Oostelijke staten zijn wederom zes personen bezweken door de hitte. Vooral in de dichtbevolkte oostelijke wijken van New York is de last door de hitte veroorzaakt buitengewoon groot. TWINTIG MENSCHEN DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN. Uit Belgrado wordt gemeld, dat Kroatië en Macedonië d«.or zware stormen gepaard gaande met onweer, zijn geteisterd. Twintig personen werden door den bliksem getrof fen. MACDONALD PER VLIEG MACHINE TERUG. MacDonald, de Britsche eerste-minister, is Donderdagochtend met een vliegtuig uit Lossiemouth naar Londen teruggekeerd. Hijzelf nam plaats in een Fairey-bombardeec vliegtuïg, dat begeleid werd door een ver kennersvliegtuig. Het was mooi weer. Het was de eerste maal dat een Britsch eerste-minister voor een officieele reis van een luchtvervoermiddel gebruikt maakte. Heden, Vrijdag zou MacDonald den kabi netsraad voor het ontwerpen van de troon rede presideeren. TUNNEL INGESTORT. VIJFTIEN ARBEIDERS OMGEKOMEN. Uit Bogota wordt gemeld: Door een instorting in een in aanbouw zijnde spoorwegtunnel nabij Igague zijn vijftien arbeiders om het leven gekomen en een evengroot aantal werd gewond. Onder de dooden bevinden zich twee Italiaansche ingenieurs en twee Poolsche arbeiders; van de laatsten werd het hoofd van den romp gescheiden. SLUWE POGING TOT OPLICHTING. MAAR HET GELUKTE NIET! Een buitengewoon geraffineerde poging tot oplichting vond haar naspel voor de Parijsche rechtbank. Een maand geleden werd de secretaris generaal der Banque de France, de heer Strohl, in persoon aan de telefoon geroepen voor een gesprek met Beauvais. De sprekei te Beauvais zeide directeur te zijn van het filiaal aldaar van de Banque de France. Er was, verklaarde hij, een ernstige fout door een zijner employés begaan in een der vori- gen dag opgesteld memorandum, dat naar Parijs was gezonden. Daarop kwam een rekening van 965 francs voor, geopend door een heer Ducoing, terwijl de rekening in werkelijkheid aldus de spreker aan de telefoon 965.000 francs was. De directeur van het filiaal Beauvais had de fout op het memorandum verbeterd, maar hij had het toch beter gevonden, den heer Strohl van de fout en van de verbetering op de hoogte te stellen. De heer Strohl kreeg argwaan, liet het „gerectificeerde" memorandum komen, en en belde den directeur te Beauvais op die van niets wist. De opbeller was dus een bedrieger geweest. Een paar uur later kwam een heer Ducoing bij dc Banque de France te Parijs aan om een cheque tot een bedrag van 965:000 francs te verzilveren. Hij werd ge arresteerd cn bekende in werkelijkheid Pierre Vasseur te heeten en een zaak bij Beauvais te hebben gekocht voor 150.000 francs, zon der echter de middelen ter betaling te heb ben, weshalve hij den truc laad uitgedacht. Hij opende een rekening bij het filiaal Beauvais ten beloope van 965 francs, welk bedrag naar Parijs zou worden overgemaakt. Hij vernam, dat de dagelijksche memoranda om 7 uur 's avonds werden verzonden. Daarop wachtte hij buiten het postkantoor, totdat hij den looper der Banque de France den brief zag posten. Hij telefoneerde toen. zich voordoend als de hoofdkassier der bank, uit een café aan den postdirecteur, met de mede- deeling, dat er een ernstige fout in de juist geposte afrekening was gemaakt. Hij wilde niet, dat de enveloppe terugging naar de bank daar aldaar een inspecteur uit Parijs aanwezig was maar kon hij niet zelf op het postkantoor komen en daar de enveloppe laten openen Het schijnt, dat een goed-vertrouwend postambtenaar daarmee accoord ging en de bedrieger voegde toen drie nullen toe aan het bedrag van zijn geringe rekening. Den volgenden ochtend belde hij toen Parijs op om zich er van te overtuigen, dat hij het bedrag kon opnemen. Had hij dit laatste niet gedaan en daardoor des heeren Strohl's argwaan opgewekt, dan was hij er waarschijnlijk in geslaagd, de cheque van 965.000 francs te verzilveren. Vasseur is dan Woensdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden. (Van onzen correspondent.) De strijd tusschen vóór. en tegenstanders van den oorlog. Remarque's critici. BERLIJN, 15 Juni. Het is een merkwaardig verschijnsel, dat de generatie, die den oorlog meegemaakt heeft-, jaren lang van deze vreeselijke her inneringen niets meer hooren wilde. En dit verschijnsel beperkt zich niet alleen tot de volkeren, die onmiddellijk bij de algemeene slachting betrokken waren, maar betreft ook de zoogenaamde neutralen. Ik weet van vrienden, die oorlogsboeken geschreven hebben, die zelf als oorlogscorrespondenten aan de fronten waren, maar die er niet in slaagden voor zulke herinneringen in Neder land een uitgever te vinden. Onmogelijk! schreven de heeren uitgevers. Nooit en nimmer wil het publiek meer iets over deze vreeselijke dingen onder de oogen krijgen. Verbrand uw boek en wees blij, als u zelf deze bijzonderheden vergeten kunt. De heeren hadden de dingen verkeerd in gezien Althans, dat moeten we heden vaststellen. Het is anders geloopen. dan men verwachtte. Men wilde wel degelijk over den grooten oorlog schrijven en lezen, wilde ook films zien, welke den oorlog trachtten in de herin nering wakker te roepen. Maar niet onmid- delijk nadat de vrede geteekend en de in drukken nog te versch waren. Later, acht tot tien jaren later. Nu is het zoover. En wat zien we nu? Dat de markt met oorlogsboeken en oorlogsfilms als het ware overstroomd wordt! En of we willen of niet, we moeten ons als chroniqeurs met dit verschijnsel gaan bezighouden. Ik herinner me den geweldigen indruk, dien Barbusse, de groote Fransche schrijver en communist, die wel de eerste oorlogsbe schrijver in romanvorm geweest is, met zijn boek „Le Feu" gemaakt heeft. Velen uwer zullen het zonder twijfel gelezen hebben. Het was een vreeselijk boek, vreeselijk door de naturalistische schildering van bijzonder heden, al moest men het Fransch om de tal rijke dialecten wel bijzonder goed beheer- schen om alle bijzonderheden op zich te kunnen laten inwerken. Het eenige nadeel van ,Xe Feu" was, dat het te literair was en daardoor niet sober en echt genoeg werkte. En men vergat het spoedig, omdat toen de tijd voor een rustig begrijpen dezer dingen nog niet aangebro ken was. Maar verleden jaar is de groote stroom begonnen. Ik wil hier al die titels niet opsommen. Franschen, Duitschers, En gelschen (ik wil hier alleen „De Spaansche Pachthoeve" aanbevelen), Tjsechen, Italia nen en Russen schreven en hun boeken maakten grooten indruk. En al die men- schen lieten uitkomen, dat ze nu eerst in staat geweest waren, hun ziel door het schrijven over al die vreeselijke bijzonder heden te ontlasten. Dat ze al die jaren onder een zekeren druk geleefd hadden en hun ge dachten niet vermochten te verzamelen. Het meest geslaagde werk van dezen aard is Remarque's „lm Westen nichts Neues". Het boek heeft de uitgesproken tendenz dat een oorlog met de moderne strijdmidde len iets vreeselijks en menschonteerends is. De meesten uwer zullen wel met mij van oordeel zijn, dat deze conclusie niets nieuws is, en dat elk verstandig mensch ook zonder Remarque daartoe vanzelf gekomen is. Maar wie zoo denkt, kent de toestanden, vooral die in Duitschland, in geenen deele. En daar om is het noodig, dat ik hier eenige com mentaar geef. Generaliseeren mag ik niet. In dit geval zeker niet. Want de groote meerderheid van het Duitsche volk is zeker pacifistisch ge zind, en onder de voorstanders van deze groote beweging tegen een herhaling van een oorlog bevinden zich honderden be roepsofficieren, zelfs generaals van het oude keizerlijke leger, die in hun ijver naar veler smaak „plus royaliste que le roi" geworden zijn. Maar de aanhang van hen, die den oorlog ondanks alle ellende, die er mee verbonden is, ja ondanks het feit, dat Duitschland nog meer dan een halve eeuw aan de gevolgen te lijden zal hebben, volstrekt niet zoo vlese lijk, je onder bepaalde omstandigheden zelfs wenschelijk vinden, die nog altijd droomen van roem en wapeneer, en morgen bereid zijn vooral tegen Frankrijk weer te velde te trek ken, loopt nog heden in de millioenen. En wat erger iswe hebben het onlangs bij debatten over het boek van Remarque in een Berlijnsche vrouwenclub weer kunnen vaststellenvooral de vrouwen staan onder die geestdriftigen in de eerste rij. Ja, er zijn nog honderdduizenden Duitsche vrouwen, die als „het vaderland in gevaar is" morgen hun mannen en zonen weer naar de fronten zouden zenden, in de merkwaar dige overtuiging, dat ze daar tot „helden" gestempeld worden. Deze zoogenaamd „nationale" kringen zijn meer dan woedend over boeken als „lm Wes ten nichts Neues", en hebben door middel van de pers die tot hun beschikking staat reeds de wonderlijkste aanvallen op dezen jongen schrijver gedaan. Zoo vertelde men van hem en doet het nog heden, ofschoon allang door de geboorteacte bewezen is, dat een en ander op leugens berust, dat hij Kramer heet, zijn naam heeft orn»e a en daarna verfranscht om bij zijn tegenstan ders in het gevlei te komen als straks even tueel vertalingen mochten volgen. Waartegen aar voeren is, dat Remarque nimmer zijn naam "eranderd heeft, maar inderdaad zoo heet; aan vertaling zeker niet gedacht heeft omdat hij in zijn boek niets zag, en nadat het door verschillende uitgevers als onbe duidend geweigerd was, het eindelijk voor een betrekkelijk gering bedrag aan de firma Ullstein verkocht, die er zeker reeds.honderd duizenden aan verdiend heeft en fatsoenlijk genoeg was om later uit eigen beweging den auteur, die niets meer te eischen had, een aandeel in de winst uit te blijven keeren. Men wist mee te deelen, dat Remarque zeer oud of wel zeer jong was, zoo oud dat hij in 1914 reeds niet meer als frontsoldaat te gebruiken geweest ware, en zoo jong, dat hij toen de oorlog ten einde liep nog op de schoolbanken zat. Voorts dat hij wel den oorlog had meegemaakt doch ver achter het front, waar men niet eens het geschutvuur kon hooren en dus zijn heele boek uit den duim gezogen was. Waarop de schrijver aan de hand van zijn militaire pan'eren antwoor den kon, dat hij op zijn achttiende jaar frontsoldaat was geworden, twee jaren in de loopgraven gelegen had en driemaal ver wond was, zoodat ook van deze leugen niet veel overbleef, wat den politieken tegenstan der niet verminderde'verder te gaan met het verspreiden van de zelfde verzinsels. Remarque's boek Is natuurlijk, zonder dat de schrijver ook maar in de verste verte ver moeden kon, een wereldsucces geworden. En het gevolg is, als gewoonlijk, dat zich nu duizenden ex-frontsoldaten aan de schrijf tafel neerzetten en neer te schrijven, wat ze beleefd hebben. Met het resultaat, dat heel wat papier nutteloos wordt volgeklad. Maar ook de filmondernemingen hebben de „Kon- junktur", den bloeitijd van de oorlogslite ratuur begrepen. Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitschland. Rusland hebben oorlogsfilms gemaakt en de Fransche, die op het oogenblik onder den naam „Verdun" vertoond wordt, is wel de meest indrukwekkende en onpartijdige van alle. De menschen stroomen er heen en de conservatieve kringen zien met innig leed wezen, hoe alles, wat er toe bijdraagt den oorlog bij het komend geslacht gehaat te maken, succes heeft, terwijl ze met hun pro oorlogsfilms zitten blijven! Want ja, hoe ongelooflijk het ook klinken moge: we hebben ook heel wat films moeten slikken, die trachtten den oorlog te verheer lijken, die ons de veldslagen uit den ouden tijd met wapperende vaandels en stormende cavalerie voortooverden en den indruk wilden maken alsof nog heden persoonlijke moed den oorlog tot een avontuur maakt, dat eigenlijk geen jonge man missen mag. En dan het tooneel niet te vergeten! Ook daar wordt de slag tusschen voor- en tegenstanders van den oorlog geslagen. Maar het moet erkend worden, dat op de planken de pacifisten, die den oorlog verdoemen, verre in de meerderheid zijn. Deze nieuwe strijd zal nog wel jaren lang gestreden worden. Tot alle schrijvers uitge schreven zijn en naar andere onderwerpen gaan zoeken. Maar wie geeft ons de zeker heid, dat ook de geheime diplomatie dan geen lust meer zal hebben om de volkeren in nieuwe conflicten te betrekken? H.v. B. ERNSTIGE ONLUSTEN IN VOOR-INDIë. Naar gemeld wordt, is het, volgens be richten uit Chitaldroog in Mysore, in Mohur- rum tot ernstige botsingen gekomen tus schen Hindoes en Moslim. De politie was tenslotte gedwongen van de wapenen ge bruik te maken, waarbij twee der aan de on lusten deelhebbende personen gedood en 40 andere deels ernstig gewond werden, zoodat zij in het ziekenhuis moesten worden opge nomen. De politie is met militairen ver- sterqt De toestand wordt ernstig geacht. VERANDERDE NOORSCHE STEDENNAMEN. De beweging tegen de verandering van na men van steden heeft zich in verband met de herdooping van Drontheim in Nidaros thans uitgebreid tot Kristiansand en Bergen In beide steden hadden demonstraties plaats. Te Kristiansand vond de volksstemming plaats om de stad in de toekomst Fosna te noemen. Daar zijn de vooruitzichten voor de aanhangers van de naamsverandering gun stig, daar de gemeenteraad er voor is. In Bergen namen de demonstraties een grooten omvang aan. Deze stad zou Björgin ge noemd worden. Ongeveer vijfduizend demon stranten trokken door de stad. De politie moest op verschillende plaatsen ingrijpen. De gemeenteraad heeft, waarschijnlijk onder den indruk der demonstraties, de naams verandering der stad niet goedgekeurd. EEN AMOKMAKER. TAL VAN GEWONDEN. Uit Soerabaya wordt ons geseind: Een communistisch Atjehsche gevangene heeft in de gevangenis te Pamekassan (Madoera) amok gemaakt. Hij verwondde zwaar den ad ministrateur Bos. den hoofdopzichter Van Duren en den opzichter Schuitema. De op zichter Van der Geugten en een korporaal van de Barisan's werden licht gewond. De aanvaller zelf werd zwaar gewond. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cti. per regel. Hangt Uw WINTEkGARDEROBE uitgestoomd en geëulaniseerd (motvrij) weg, HOEING's ST00MERIJ VERVERIJ Ged. Oude Gracht II Schoterweg 54 Tel. 10873 10382 hoek Cronjéstr. .CURASAO EN DE ONTWAPENING. Prof. D. van Embden schrijft in De Tele graaf o.a.: „Nederlands gansche bezit nu aan modern „groof'-materieel, onze „Java" en onze „Sumatra", op stapel gezet ir: 1916, meten 7000 ton elk En toch heeft dit tweetal, dit militaris tisch speelgoed, dat „net echt" is althans in Nederlandsche bewapenaarsoogen voor aanbouw niet minder dan42 mil lioen gulden verslonden, ongerekend zijn peperdure exploitatie- (en reparatie-)kos ten. Tevergeefs hebben wij ontwapenaars in de Staten-Generaal beproefd, deze tries te geldverspilling af te wenden, men heeft ons overstemd. Doch stel nu, dat in plaats van deze nut te looze (en gevaarlijke) uitgaaf eens een klein getal millioen besteed ware voor neen, ik noem ditmaal niet: staatspen sioen, volksgezondheid, eerlijkheid tegenover ambtenaren, geestelijke goederen, maar in het verband van aijn onderwerp: besteed ware aan wat eveneens een staatsbelang is: de verzorging der inwendige veiligheid onzer verschillende gebieasdeelen. Besteed ware aan de behoorlijke uitrusting van een geoefende en voldoende sterke politie macht. Welnu, dan zouden wij ons gezet hebben aan een s'aatstaak, wier vervulling volkomen in ons bereik ligt. Dan zouden wij voorkomen hebben dat ons internationaal aanzien den knauw kreeg, dien de tragi- comedie van Willemstad er thans aan heeft toegebracht Zoo dunkt mij het verband te zijn tus schen Curasao en de ontwapening. En zoo zie ik het antwoord op de vraag, wie voor het gebeurde de verantwoordelij kheii dragen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14