BUITENLANDSCH OVERZICHT
HENDERSON OVER OORLOG EN VREDE.
BENESJ OVER DE QUAES TIE DER MINDERHEDEN.
GEMENGD NIEUWS
BRIEVEN UIT BERLIJN.
PERS-OVERZICHT
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 21 JUNI 1929
„De vrede moet georganiseerd worden."
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
In een artikel over de organisatie van den
vrede zegt Henderson o.a. het volgende.
„Ik ben van meening, dat de tijd gekomen
ls om tot daden over te gaan. Het is niet
meer voldoende een abstracte vredeswil te
hebben. Men moet den vrede ook organi-
seeren. Men kan en moet ontwapenen. De
Volkenbond heeft een technischen arbeid
van 't grootste gewicht gedaan waarvan de
verdienste de voorbereidende ontwapenings
commissie toekomt. Doch, genoeg onvrucht
bare besluiten. Men moet zoo spoedig moge
lijk de ontwapeningsconferentie bijeenroe
pen".
Over de Duitsch-Fransche betrekkingen
zeide Henderson:
„Sedert vele jaren hebben wij, Engelschen,
er naar onze beste krachten aan gewerkt,
de oorlogsregeling tusschen beide landen te
bewerkstelligen.
Groote resultaten zijn reeds bereikt. Ik ben
van meening, dat het logische resultaat van
Locarno de ontruiming van het Rijnland is.
Het is een der grootste contradicties van
onzen door verlangen naar den vrede be
zielden tijd, dat vreemde legers binnen de
grenzen v.an Duitschland legeren. Het pro
bleem van vrede en oorlog is tegenwoordig
de levensvraag van alle problemen gewor
den".
In de commissie voor buitenlandsche zaken
heeft Benesj ook gesproken over het vraag
stuk der minderheden.
Allereerst sprak hij als zijn meening uit,
dat in de wijze, waarop men thans inter
nationaal over deze kwestie discussieert, een
groot gevaar verborgen ligt. Men verzuimt
gemakkelijk de zoo noodige analyse, ook in
de kleinste bijzonderheden te maken en
eenerzijds den zuiveren juridischen anderzijds
den internationalen en binnenlandsch-
polltieken kant onder de loupe te nemen.
De juridische kant der verschillende ver
dragen, dus ook van de minderhedenover-
eenkomst, is uitdrukking van de zedelijke
kracht, welke in een bepaald stadium der
internationale politiek zich deed gelden. Deze
zijde bepaalt inhoud en beteekenis, toonend.
waartoe de staat werkelijk verplicht is.
Daarom moest hij als minister van buiten
landsche zaken voor alles den rechtstoestand
van het minderheden-probleem bezien.
De tweede kant der kwestie is, dat hij
in geen geval kan toelaten, dat, door wien
ook eenzijdig verplichtingen worden gewij
zigd. welke hij heeft aanvaard. Op dezen
grondslag rust het geheele internationale
leven. Daarom is het hem onmogelijk hier
concessies te doen.
Op een opmerking, dat men bij het slui
ten van den vrede ook heeft gesproken van
autonomie en dat men zich daaraan niet
zou hebben gehouden, antwoordde de mi
nister, dat men over het wezen der zelf
beschikking kan redetwisten tot aan den
Jongsten dag, daar ieder er zich een andere
voorstelling van maakt.
De Fransche schuld
aan Amerika.
Alvorens tot September op reces te gaan,
hebben Huis van< Afgevaardigden en Senaat
in Amerika een resolutie aangenomen, waar
in de minister van Financiën wordt gemach
tigd tot uitstel van den vervaldatum der be
taling van 400 millioen dollar, zijnde Frank-
rijks schuld voor oorlogsvoorraden van 1
Augustus 1929 tot 1 Mei 1930 mits Frankrijk
vóór den vervaltermijn van de 400 millioen-
schuld, m. a. w. vóór 1 Augustus de Mellon-
Berenger overeenkomst ratificeert.
In het verloop van zijn exposé voor de Ka
mercommissie gaf Poincaré een historische
uiteenzetting van de kwestie der intergeal-
lieerde schulden. Naar de premier mededeel
de. zullen de mededeelingen der regeering
nopens deze aangelegenheid minstens vier
zittingen in beslag nemen. Met name wees
hij er op, dat het Mellon-Bérenger-accoord,
dat door het Amerikaansche Huis van Afge
vaardigden, doch niet door den Senaat der
Vereenigde Staten ls geratificeerd, om van
krach* te worden vóór den vervaldatum ge
ratificeerd moet worden door den president
der Fransche republiek met toestemming
van het parlement.
De vrijheid der zee.
In welingelichte kringen is men van mec-
nlng, dat uit de redevoeringen van Mac-
Donald en general Dawes kan worden opge
maakt, dat bij de aanstaande onderhande
lingen over de maritieme ontwapening niet
zal worden gesproken over de oude kwestie
van de vrijheid der zee.
Men gelooft, dat behalve Japan. Frankrijk
en Italië, ook de andere zeevarende mogend
heden zullen worden uitgenoodigd deel te
nemen aan de besprekingen en dat men zal
trachten een accoord te treffen, ongeveer
gelijk aan het Kellogg-pact, waardoor alle
landen zullen zijn gebonden. Het schijnt, dat
de regeering van Hoover tot de overtuiging is
gekomen, dat een conferentie voor de be
perking der bewapening ter zee zou misluk
ken. indien ook de vrijheid der zee te berde
wordt gebracht.
Ook het plan van Young
niet te aanvaarden?
Een Wolff-bericht deelt omtrent de uit-
spraak van den „Verband der deutschen In
dustrie" over het resultaat der schadevergoe
dingen-onderhandelingen te Parijs nog
mede. dat daarin dank wordt betuigd aan
de leden der Duitsche delegatie voor hun in
h"* belang van het Duitsche volk verrichten
a-beid. De ..Verband" is overtuigd, dat elk
der deskundigen naar beste weten en gewe
ten er naar gestreefd heeft, het naar gelang
der omstandigheden gunstige resultaat voor
het Duitsche volk te bereiken. Wat betreft de
economische beteekenis van het plan-Young
plaatst de organisatie zich op dcnzelfdcn
grondslag als ten aanzien van het plan-
Dawcs; toenmaals, in 1924 verklaarde liet
verbond, dat de opgelegde lasten het pra*..-
tatievermogen van Duitschland aanzienlijk
overschreden. Het opbrengen totdusver van
de betalingen op grond van het plan-Dawes
geven geenerlei aanleiding wijziging te bren
gen in dit oordeel.
In overeenstemming met de Duitsche des
kundigen is het Verbond van meening, dat
ook het plan-Young aan het Duitsche volk
voor een lange reeks van jaren lasten op
legt, die het prestatievermogen van het Duit
sche economische leven te boven gaan.
Zooals uit het rapport van Parijs blijkt,
heeft de deskundigencommissie zich in
hoofdzaak door politieke gezichtspunten
laten leiden. Op dezen grond behoudt het
Verbond zich voor eerst definitief zijn
positie te bepalen als de binnenlandsche
politieke instanties Üeslist hebben o/er aan
neming of verwerping.
VIER DAGEN ZONDER
VOEDSEL.
JAPAN^CHE SCHIPBREUKELINGEN
OPGEPIKT.
Het stoomschip „Tydeus", onderwe& van
Yokohama naar Makassar, rapporteert, on
derweg ca. 50 mijl van Yokohama negen
Japansche visschers te hebben opgepikt, af
komstig uit een motortreiler. De schipbreu
kelingen verhaalden, dat zij oorspronkelijk
met tien man waren geweest, maar dat één
hunner zich niet langer aan de stukken
van het wrak had kunnen vastklampen en
uitgeput in de diepte verdwenen was. De
ovex'igen wisten zich echter vast te houden
aan den mast, het eenige deel van het ver
gane schip, dat nog boven water uitstak.
Zoo brachten de schipbreukelingen vier
dagen zonder voedsel door.
EISCHEN VOOR VROUWEN-
KLEEDING IN ITALIë.
Als resultaat van een nationaal plebisciet,
uitgeschreven door een commissie voor her
vorming der vrouwenkleeding, welk resultaat
in Juli aan de Koningin en Mussolini zal
worden voorgelegd worden de volgende
eischen aan de toekomstige vrouwenkleeding
gesteld:
1. de kleeding mag niet te nauwsluitend of
doorschijnend zijn, moet vrij zijn van décol-
letté, terwijl de mouwen tot de ellebogen
moeten reiken; 2. de japonnetjes der meis
jes moeten tot de knie reiken,- terwijl die
der vrouwen slechts den voet mogen vrij
laten. 3. het gebruik van doorschijnende of
vleeschkleurige kousen is niet toegestaan.
BEDROG BIJ WEDRENNEN.
EEN GESLEPEN MARCONIST.
Te Berlijn is door arrestatie van een zeke
ren Stanholz een geslepen zwendelarij met
wedrennen ontdekt, waarvan bookmakers het
slachtoffer zijn geworden.
De ziel dezer onderneming was de marconist
Wudte, die de draadlooze berichten over de
uitslagen der Fransche wedrennen afluister
de en ontcijferde. Hij deelde daarna het re
sultaat, nog voordat het langs den gewonen
weg de officieele bookmakers had bereikt,
mede aan zijn helper Stanholz, die zich in
een lokaal in de nabijheid van een wed-
bureau placht op te houden en aldus in de
gelegenheid was, groote bedragen te winnen.
Om de ontdekking van deze zwendelarij te
bemoeilijken, laschte hij nog enkele schakels
in den berichtenketen in. Een andere helper
van Wudte, die de namen der winnaars langs
den gewonen weg kreeg toegezonden, schreef
deze met groote letters op den rand eener
krant en ging dan met deze krant langs het
raam van het lokaal waar Stanholz zich op
hield, zoodat deze met één blik door het
venster zich behoorlijk op de hoogte kon
stellen. Wudtke zelf echter bewerkte ten
slotte op een valsche aanklacht de arrestatie
van twee zijner geldschieters, een stalhouder
een een slager, die hij wilde afzetten, doch
dezen brachten op hun beurt Wudtke aan.
Wudtke is er in geslaagd zich door de vlucht
aan arrestatie te onttrekken. De bedragen,
waarvan het consortium zich heeft meester
gemaakt, moeten in twee jaar tijds ongeveer
100.000 Mark hebben bedragen.
DE PAUS BLUFT NOG OP HET
VATICAAN.
De dag. waarop de paus voor de eerste
maal de Vaticaanstad zal verlaten en die op
24 Juni a.s. was vastgesteld in verband met
het feest van den Heiligen Johannes, is op
nieuw uitgesteld. Bepaalde redenen worden
niet opgegeven; men schijnt echter tot Oc
tober a.s. te willen wachten.
EEN BEDRIEGLIJK PENSIOEN
TREKKER.
Bij een lijkschouwing te Haverford West
heerschte onzekerheid aangaande de identi
teit van een doode.
Volgens zijn paoieren, had hij een marine
pensioen van 60 in het jaar, dat uitbe
taald werd op naam van David John Lloyd.
Maar toen men de zaak verder ging onder
zoeken, kwam aan het licht dat deze pen
sioengerechtigde al elf jaar dood is en zijn
broer Walter Owen Lloyd. die nu pas ge
storven is, al dien tijd het pensioen van
zijn dooden broer was blijven trekken.
De doode had de schatkist voor ruim 70)
benaneeld en bovendien zijn ouderdoms
rente genoten.
BRAND TE BERLIJN.
JONGEMAN EN EEN MEISJE
VERBRAND.
Woensdag brak In 't Noord-Oosten van Ber
lijn brand uit in een schilderswerkplaats.
Een jongeman en een jong meisje, die tracht
ten het vuur te blusschen voordat de brand
weer arriveerde, kregen ernstigebranwonden
Zij werden naar het ziekwhuis overgebracht,
waar zij beiden na korten tijd overleden. De
brand is aan onvoorzichtigheid te wijten.
NIEUWE AARDBEVINGEN OP
NIEUW-ZEELAND.
Uit Weltevreden wordt gemeld:
De directeur der Posterijen heeft bericht
ontvangen, dat te Murchison en Takaka nog
steeds nieuwe aardschokken plaatshebben.
De directeur van het postkantoor te Westport
meldt, dat vele nieuwe zware bevingen,
meer dan de eigenlijke schokken, voortdurend
schade blijven aanrichten. Storm en regen
maken het moeilijk voor de daklooze bevol
king. behoorlijk het eten te koken.
Ook te Wellington werden eenige aard
schokken gevoeld.
DE VREESELIJKE HITTE IN
NEW-YORK.
In de Oostelijke staten zijn wederom
zes personen bezweken door de hitte. Vooral
in de dichtbevolkte oostelijke wijken van
New York is de last door de hitte veroorzaakt
buitengewoon groot.
TWINTIG MENSCHEN DOOR DEN
BLIKSEM GETROFFEN.
Uit Belgrado wordt gemeld, dat Kroatië
en Macedonië d«.or zware stormen gepaard
gaande met onweer, zijn geteisterd. Twintig
personen werden door den bliksem getrof
fen.
MACDONALD PER VLIEG
MACHINE TERUG.
MacDonald, de Britsche eerste-minister,
is Donderdagochtend met een vliegtuig uit
Lossiemouth naar Londen teruggekeerd.
Hijzelf nam plaats in een Fairey-bombardeec
vliegtuïg, dat begeleid werd door een ver
kennersvliegtuig. Het was mooi weer.
Het was de eerste maal dat een Britsch
eerste-minister voor een officieele reis van
een luchtvervoermiddel gebruikt maakte.
Heden, Vrijdag zou MacDonald den kabi
netsraad voor het ontwerpen van de troon
rede presideeren.
TUNNEL INGESTORT.
VIJFTIEN ARBEIDERS OMGEKOMEN.
Uit Bogota wordt gemeld:
Door een instorting in een in aanbouw
zijnde spoorwegtunnel nabij Igague zijn
vijftien arbeiders om het leven gekomen en
een evengroot aantal werd gewond. Onder
de dooden bevinden zich twee Italiaansche
ingenieurs en twee Poolsche arbeiders; van
de laatsten werd het hoofd van den romp
gescheiden.
SLUWE POGING TOT
OPLICHTING.
MAAR HET GELUKTE NIET!
Een buitengewoon geraffineerde poging
tot oplichting vond haar naspel voor de
Parijsche rechtbank.
Een maand geleden werd de secretaris
generaal der Banque de France, de heer
Strohl, in persoon aan de telefoon geroepen
voor een gesprek met Beauvais. De sprekei
te Beauvais zeide directeur te zijn van het
filiaal aldaar van de Banque de France. Er
was, verklaarde hij, een ernstige fout door
een zijner employés begaan in een der vori-
gen dag opgesteld memorandum, dat naar
Parijs was gezonden. Daarop kwam een
rekening van 965 francs voor, geopend door
een heer Ducoing, terwijl de rekening in
werkelijkheid aldus de spreker aan de
telefoon 965.000 francs was. De directeur
van het filiaal Beauvais had de fout op het
memorandum verbeterd, maar hij had het
toch beter gevonden, den heer Strohl van
de fout en van de verbetering op de hoogte
te stellen.
De heer Strohl kreeg argwaan, liet het
„gerectificeerde" memorandum komen, en
en belde den directeur te Beauvais op
die van niets wist. De opbeller was dus een
bedrieger geweest.
Een paar uur later kwam een heer
Ducoing bij dc Banque de France te Parijs
aan om een cheque tot een bedrag van
965:000 francs te verzilveren. Hij werd ge
arresteerd cn bekende in werkelijkheid Pierre
Vasseur te heeten en een zaak bij Beauvais
te hebben gekocht voor 150.000 francs, zon
der echter de middelen ter betaling te heb
ben, weshalve hij den truc laad uitgedacht.
Hij opende een rekening bij het filiaal
Beauvais ten beloope van 965 francs, welk
bedrag naar Parijs zou worden overgemaakt.
Hij vernam, dat de dagelijksche memoranda
om 7 uur 's avonds werden verzonden. Daarop
wachtte hij buiten het postkantoor, totdat
hij den looper der Banque de France den
brief zag posten. Hij telefoneerde toen. zich
voordoend als de hoofdkassier der bank, uit
een café aan den postdirecteur, met de mede-
deeling, dat er een ernstige fout in de juist
geposte afrekening was gemaakt. Hij wilde
niet, dat de enveloppe terugging naar de
bank daar aldaar een inspecteur uit
Parijs aanwezig was maar kon hij niet
zelf op het postkantoor komen en daar de
enveloppe laten openen
Het schijnt, dat een goed-vertrouwend
postambtenaar daarmee accoord ging en de
bedrieger voegde toen drie nullen toe aan
het bedrag van zijn geringe rekening.
Den volgenden ochtend belde hij toen
Parijs op om zich er van te overtuigen, dat
hij het bedrag kon opnemen. Had hij dit
laatste niet gedaan en daardoor des heeren
Strohl's argwaan opgewekt, dan was hij er
waarschijnlijk in geslaagd, de cheque van
965.000 francs te verzilveren.
Vasseur is dan Woensdag veroordeeld tot
een gevangenisstraf van achttien maanden.
(Van onzen correspondent.)
De strijd tusschen vóór. en tegenstanders van den
oorlog. Remarque's critici.
BERLIJN, 15 Juni.
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat
de generatie, die den oorlog meegemaakt
heeft-, jaren lang van deze vreeselijke her
inneringen niets meer hooren wilde. En dit
verschijnsel beperkt zich niet alleen tot de
volkeren, die onmiddellijk bij de algemeene
slachting betrokken waren, maar betreft ook
de zoogenaamde neutralen. Ik weet van
vrienden, die oorlogsboeken geschreven
hebben, die zelf als oorlogscorrespondenten
aan de fronten waren, maar die er niet in
slaagden voor zulke herinneringen in Neder
land een uitgever te vinden.
Onmogelijk! schreven de heeren uitgevers.
Nooit en nimmer wil het publiek meer iets
over deze vreeselijke dingen onder de oogen
krijgen. Verbrand uw boek en wees blij, als
u zelf deze bijzonderheden vergeten kunt.
De heeren hadden de dingen verkeerd in
gezien
Althans, dat moeten we heden vaststellen.
Het is anders geloopen. dan men verwachtte.
Men wilde wel degelijk over den grooten
oorlog schrijven en lezen, wilde ook films
zien, welke den oorlog trachtten in de herin
nering wakker te roepen. Maar niet onmid-
delijk nadat de vrede geteekend en de in
drukken nog te versch waren. Later, acht tot
tien jaren later.
Nu is het zoover. En wat zien we nu? Dat
de markt met oorlogsboeken en oorlogsfilms
als het ware overstroomd wordt! En of we
willen of niet, we moeten ons als chroniqeurs
met dit verschijnsel gaan bezighouden.
Ik herinner me den geweldigen indruk, dien
Barbusse, de groote Fransche schrijver en
communist, die wel de eerste oorlogsbe
schrijver in romanvorm geweest is, met zijn
boek „Le Feu" gemaakt heeft. Velen uwer
zullen het zonder twijfel gelezen hebben. Het
was een vreeselijk boek, vreeselijk door de
naturalistische schildering van bijzonder
heden, al moest men het Fransch om de tal
rijke dialecten wel bijzonder goed beheer-
schen om alle bijzonderheden op zich te
kunnen laten inwerken.
Het eenige nadeel van ,Xe Feu" was, dat
het te literair was en daardoor niet sober en
echt genoeg werkte. En men vergat het
spoedig, omdat toen de tijd voor een rustig
begrijpen dezer dingen nog niet aangebro
ken was. Maar verleden jaar is de groote
stroom begonnen. Ik wil hier al die titels
niet opsommen. Franschen, Duitschers, En
gelschen (ik wil hier alleen „De Spaansche
Pachthoeve" aanbevelen), Tjsechen, Italia
nen en Russen schreven en hun boeken
maakten grooten indruk. En al die men-
schen lieten uitkomen, dat ze nu eerst in
staat geweest waren, hun ziel door het
schrijven over al die vreeselijke bijzonder
heden te ontlasten. Dat ze al die jaren onder
een zekeren druk geleefd hadden en hun ge
dachten niet vermochten te verzamelen.
Het meest geslaagde werk van dezen aard
is Remarque's „lm Westen nichts Neues".
Het boek heeft de uitgesproken tendenz
dat een oorlog met de moderne strijdmidde
len iets vreeselijks en menschonteerends is.
De meesten uwer zullen wel met mij van
oordeel zijn, dat deze conclusie niets nieuws
is, en dat elk verstandig mensch ook zonder
Remarque daartoe vanzelf gekomen is. Maar
wie zoo denkt, kent de toestanden, vooral
die in Duitschland, in geenen deele. En daar
om is het noodig, dat ik hier eenige com
mentaar geef.
Generaliseeren mag ik niet. In dit geval
zeker niet. Want de groote meerderheid van
het Duitsche volk is zeker pacifistisch ge
zind, en onder de voorstanders van deze
groote beweging tegen een herhaling van
een oorlog bevinden zich honderden be
roepsofficieren, zelfs generaals van het oude
keizerlijke leger, die in hun ijver naar veler
smaak „plus royaliste que le roi" geworden
zijn.
Maar de aanhang van hen, die den oorlog
ondanks alle ellende, die er mee verbonden
is, ja ondanks het feit, dat Duitschland nog
meer dan een halve eeuw aan de gevolgen te
lijden zal hebben, volstrekt niet zoo vlese
lijk, je onder bepaalde omstandigheden zelfs
wenschelijk vinden, die nog altijd droomen
van roem en wapeneer, en morgen bereid zijn
vooral tegen Frankrijk weer te velde te trek
ken, loopt nog heden in de millioenen.
En wat erger iswe hebben het onlangs
bij debatten over het boek van Remarque
in een Berlijnsche vrouwenclub weer kunnen
vaststellenvooral de vrouwen staan
onder die geestdriftigen in de eerste rij. Ja,
er zijn nog honderdduizenden Duitsche
vrouwen, die als „het vaderland in gevaar
is" morgen hun mannen en zonen weer naar
de fronten zouden zenden, in de merkwaar
dige overtuiging, dat ze daar tot „helden"
gestempeld worden.
Deze zoogenaamd „nationale" kringen zijn
meer dan woedend over boeken als „lm Wes
ten nichts Neues", en hebben door middel
van de pers die tot hun beschikking staat
reeds de wonderlijkste aanvallen op dezen
jongen schrijver gedaan. Zoo vertelde men
van hem en doet het nog heden, ofschoon
allang door de geboorteacte bewezen is, dat
een en ander op leugens berust, dat hij
Kramer heet, zijn naam heeft orn»e a
en daarna verfranscht om bij zijn tegenstan
ders in het gevlei te komen als straks even
tueel vertalingen mochten volgen. Waartegen
aar voeren is, dat Remarque nimmer zijn
naam "eranderd heeft, maar inderdaad zoo
heet; aan vertaling zeker niet gedacht heeft
omdat hij in zijn boek niets zag, en nadat
het door verschillende uitgevers als onbe
duidend geweigerd was, het eindelijk voor
een betrekkelijk gering bedrag aan de firma
Ullstein verkocht, die er zeker reeds.honderd
duizenden aan verdiend heeft en fatsoenlijk
genoeg was om later uit eigen beweging den
auteur, die niets meer te eischen had, een
aandeel in de winst uit te blijven keeren.
Men wist mee te deelen, dat Remarque
zeer oud of wel zeer jong was, zoo oud dat
hij in 1914 reeds niet meer als frontsoldaat
te gebruiken geweest ware, en zoo jong, dat
hij toen de oorlog ten einde liep nog op de
schoolbanken zat. Voorts dat hij wel den
oorlog had meegemaakt doch ver achter het
front, waar men niet eens het geschutvuur
kon hooren en dus zijn heele boek uit den
duim gezogen was. Waarop de schrijver aan
de hand van zijn militaire pan'eren antwoor
den kon, dat hij op zijn achttiende jaar
frontsoldaat was geworden, twee jaren in de
loopgraven gelegen had en driemaal ver
wond was, zoodat ook van deze leugen niet
veel overbleef, wat den politieken tegenstan
der niet verminderde'verder te gaan met het
verspreiden van de zelfde verzinsels.
Remarque's boek Is natuurlijk, zonder dat
de schrijver ook maar in de verste verte ver
moeden kon, een wereldsucces geworden. En
het gevolg is, als gewoonlijk, dat zich nu
duizenden ex-frontsoldaten aan de schrijf
tafel neerzetten en neer te schrijven, wat ze
beleefd hebben. Met het resultaat, dat heel
wat papier nutteloos wordt volgeklad. Maar
ook de filmondernemingen hebben de „Kon-
junktur", den bloeitijd van de oorlogslite
ratuur begrepen.
Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitschland.
Rusland hebben oorlogsfilms gemaakt en
de Fransche, die op het oogenblik onder den
naam „Verdun" vertoond wordt, is wel de
meest indrukwekkende en onpartijdige van
alle. De menschen stroomen er heen en de
conservatieve kringen zien met innig leed
wezen, hoe alles, wat er toe bijdraagt den
oorlog bij het komend geslacht gehaat te
maken, succes heeft, terwijl ze met hun pro
oorlogsfilms zitten blijven!
Want ja, hoe ongelooflijk het ook klinken
moge: we hebben ook heel wat films moeten
slikken, die trachtten den oorlog te verheer
lijken, die ons de veldslagen uit den ouden
tijd met wapperende vaandels en stormende
cavalerie voortooverden en den indruk wilden
maken alsof nog heden persoonlijke moed
den oorlog tot een avontuur maakt, dat
eigenlijk geen jonge man missen mag.
En dan het tooneel niet te vergeten! Ook
daar wordt de slag tusschen voor- en
tegenstanders van den oorlog geslagen. Maar
het moet erkend worden, dat op de planken
de pacifisten, die den oorlog verdoemen,
verre in de meerderheid zijn.
Deze nieuwe strijd zal nog wel jaren lang
gestreden worden. Tot alle schrijvers uitge
schreven zijn en naar andere onderwerpen
gaan zoeken. Maar wie geeft ons de zeker
heid, dat ook de geheime diplomatie dan
geen lust meer zal hebben om de volkeren
in nieuwe conflicten te betrekken?
H.v. B.
ERNSTIGE ONLUSTEN IN
VOOR-INDIë.
Naar gemeld wordt, is het, volgens be
richten uit Chitaldroog in Mysore, in Mohur-
rum tot ernstige botsingen gekomen tus
schen Hindoes en Moslim. De politie was
tenslotte gedwongen van de wapenen ge
bruik te maken, waarbij twee der aan de on
lusten deelhebbende personen gedood en 40
andere deels ernstig gewond werden, zoodat
zij in het ziekenhuis moesten worden opge
nomen. De politie is met militairen ver-
sterqt De toestand wordt ernstig geacht.
VERANDERDE NOORSCHE
STEDENNAMEN.
De beweging tegen de verandering van na
men van steden heeft zich in verband met
de herdooping van Drontheim in Nidaros
thans uitgebreid tot Kristiansand en Bergen
In beide steden hadden demonstraties plaats.
Te Kristiansand vond de volksstemming
plaats om de stad in de toekomst Fosna te
noemen. Daar zijn de vooruitzichten voor de
aanhangers van de naamsverandering gun
stig, daar de gemeenteraad er voor is. In
Bergen namen de demonstraties een grooten
omvang aan. Deze stad zou Björgin ge
noemd worden. Ongeveer vijfduizend demon
stranten trokken door de stad. De politie
moest op verschillende plaatsen ingrijpen.
De gemeenteraad heeft, waarschijnlijk onder
den indruk der demonstraties, de naams
verandering der stad niet goedgekeurd.
EEN AMOKMAKER.
TAL VAN GEWONDEN.
Uit Soerabaya wordt ons geseind: Een
communistisch Atjehsche gevangene heeft in
de gevangenis te Pamekassan (Madoera)
amok gemaakt. Hij verwondde zwaar den ad
ministrateur Bos. den hoofdopzichter Van
Duren en den opzichter Schuitema. De op
zichter Van der Geugten en een korporaal
van de Barisan's werden licht gewond. De
aanvaller zelf werd zwaar gewond.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cti. per regel.
Hangt Uw WINTEkGARDEROBE uitgestoomd en
geëulaniseerd (motvrij) weg,
HOEING's ST00MERIJ VERVERIJ
Ged. Oude Gracht II Schoterweg 54
Tel. 10873 10382 hoek Cronjéstr.
.CURASAO EN DE ONTWAPENING.
Prof. D. van Embden schrijft in De Tele
graaf o.a.:
„Nederlands gansche bezit nu aan modern
„groof'-materieel, onze „Java" en onze
„Sumatra", op stapel gezet ir: 1916, meten
7000 ton elk
En toch heeft dit tweetal, dit militaris
tisch speelgoed, dat „net echt" is althans
in Nederlandsche bewapenaarsoogen
voor aanbouw niet minder dan42 mil
lioen gulden verslonden, ongerekend zijn
peperdure exploitatie- (en reparatie-)kos
ten. Tevergeefs hebben wij ontwapenaars
in de Staten-Generaal beproefd, deze tries
te geldverspilling af te wenden, men heeft
ons overstemd.
Doch stel nu, dat in plaats van deze nut
te looze (en gevaarlijke) uitgaaf eens een
klein getal millioen besteed ware voor
neen, ik noem ditmaal niet: staatspen
sioen, volksgezondheid, eerlijkheid tegenover
ambtenaren, geestelijke goederen, maar in
het verband van aijn onderwerp: besteed
ware aan wat eveneens een staatsbelang
is: de verzorging der inwendige veiligheid
onzer verschillende gebieasdeelen. Besteed
ware aan de behoorlijke uitrusting van een
geoefende en voldoende sterke politie
macht. Welnu, dan zouden wij ons gezet
hebben aan een s'aatstaak, wier vervulling
volkomen in ons bereik ligt. Dan zouden wij
voorkomen hebben dat ons internationaal
aanzien den knauw kreeg, dien de tragi-
comedie van Willemstad er thans aan
heeft toegebracht
Zoo dunkt mij het verband te zijn tus
schen Curasao en de ontwapening. En zoo
zie ik het antwoord op de vraag, wie voor
het gebeurde de verantwoordelij kheii
dragen."