STADSNIEUWS MAATSCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID. PERS-OVERZICHT HAAT?!.EM'S DAGBLADWOENSDAG 26 JUNI 1929 Het werk der Bezuinigingscommissie. Zooals gebruikelijk werd ook ditmaal weder bij gelegenheid van de jaarvergadering der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel het verslag harer Bezulngings- commissie uitgebracht. Uit dit stuk blijkt andermaal dat de commissie in het afgeloo- pen jaar met den meest mogelijken ernst haar taak heeft vervuld en daarbij natuurlijk de gebruikelijke moeilijkheden heeft onder vonden. Men wil zich nu eenmaal niet gaar ne iets laten zeggen, door heele of halve bui tenstaanders, hoe consentleus deze him werk ook hebben opgevat en in de eerste plaats wordt deze mentaliteit bespeurd bij de over- heidsautoriteiten. Hoe het zij, aan deze te genwerking is de commissie gewoon gewor den en zij zal zich daardoor geenszins van den ingeslagen weg laten afvoeren. In het afgeloopen jaar heeft de commis sie zich in de eerste plaats bezig gehouden met de bezuiniging op de gemeentelijke uit gaven, waarvoor het dus noodig was te ko men tot plaatselijke actie; met al de bezwa ren daaraan verbonden. Een dergelijke actie immers heeft alleen reden van bestaan, indien men de beschikking heeft over plaat selijke experts, die zich voor dit werk in teresseeren. Gelukkig is het gebleken, dat in verschillende plaatsen voor een dergelijke actie wel belangstelling bestaat en mag ver wacht worden dat na ernstige voorbereiding geheele gemeente begrootingen of gedeel ten daarvan voor 1930 in studie genomen zullen worden en wellicht aanleiding zullen geven tot het maken van opmerkingen. Ten einde dit werk zooveel mogelijk te verge makkelijken werden de z.g. „Waarschuwende cijfers uit de gemeente-financiën 1929 uit gegeven, een vergelijkend overzicht van ont vangsten en uitgaven, van 37 gemeenten vol gens de begrootingen voor 1929 en 1925. De bedoeling dezer actie is geenszins een zonder meer aandringen op verlaging van alle ge meentelijke uitgaven, maar een streven naar een zoo doelmatig mogelijke organisatie, op dat met de minst mogelijke kosten het grootst mogelijk rendement wordt bereikt. Dat daarbij een gedeelte der moeilijkheden voortspruit uit tal van rijkswetten en maat regelen, welke de gemeenten verplichten tot uitgaven, heeft de commissie zeker voor oogen gehouden en zich aansluitend bij een adres van het hoofdbestuur der maatschappij waarin dit bestuur zich met de algemeen,? strekking van het ontwerp vereenigde, ver heugde de commissie zich vóór alles over het feit, dat een betere regeling van de fl- nancieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten op komst was. Immers een af doende verbetering van de gemeentelijke geldmiddelen is alleen te verkrijgen door be zuiniging en een verbeterde regeling van de financieele verhouding tusschen rijk en ge meenten. Naast den aandrang om te komen tot een bestudeering der gemeentebegrootingen heef; de commissie niet nagelaten om vóór de openbare behandeling der Rijksbegrooting 1929 aan de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal te adresseeren over de financieele positie van het Rijk. Zij wees er o.m. op ver dere verhooging van den opbrengst der Rijksmiddelen wel niet valt te rekenen, en dat dus een voorzichtig financieel beleid geboden is, temeer waar een aanzienlijke verhooging der gewone uitgaven is te ver wachten uit de nieuwe regeling der finan cieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten. Aangezien voorts een bedrag van tenminste 40 millioen gulden als opbrengt der successierechten ten onrechte wordt ver antwoord onder „gewone" middelen en het totaal der belastingen, ten behoeve van het Leeningfonds verlaagd moet worden, zal indien men een sluitende begrooting wenscht te behouden bezuiniging en reorganisatie van die takken van overheidsdienst, welke daarvoor in aanmerking komen, noodzakelijs zijn. De commissie liet het niet bU deze ver klaringen, maar gaf tevens aan. welke reor ganisatie h.i. het eerst in aanmerking kwam en zij meende dat zulks het geval was voor den Rijkswaterstaatsdienst. Zij had voor d? uitwerking dezer plannen de hulp van een deskundige. In haar adres drong zij aan op eenhoofdig bestuur van een verantwoor delijk Directeur-Generaal, maar helaas, is door de Regeering terzake nog altijd geen beslissing genomen. Naast deze aanbevolen reorganisatie besteedde de commissie andermaal na deskundig voorgelicht te zijn haar aandacht aan de Warenkeurlngs- dlenst .r» zette uiteen dat met veel minder kosten dan thans, een beter en doeltreffen- d?r dienst mogelijk zou zijn, waarbij tenmin ste even scherpe eischen aan deugdelijkheid van samenstelling der verkochte waren zou den worden gesteld als nu het geval is, ter wijl veel voor bonafide fabrikanten over bodige lasten vermeden kan worden. Wel ondervonden de geopperde denkbeelden be strijding, maar deze kon afdoende weerlegd worden. Nu ditzelfde onderwerp na de pu blicatie der commissie, ook in studie is bij een daartoe ingestelde staatscommissie, moet met belangstelling naar het rapport der laatstgenoemde commissie uitgezien worden. Naast deze beide reorganisatie-denkbeel den kwam de Bezuinigingscommissie met eenige wenken betreffende onderdeelen der onderwijsuitgaven, welke, blijkens een door het Amerikaansche Departement van Onder wijs gepubliceerde studie, in ons land bo venaan staan voor zoover betreft het percen tage dat de onderwijskosten uitmaken van het totaal staatsbudget. In dit verband zij de aandacht gevestigd op het oordeel der commissie omtrent de on derwijzersopleiding, waarbij zij lnplaats van een voortgaan met opleiding via tal van dure en dikwijls slecht bezette kweekscholen een opleiding van onderwijzers via de HJB.S. aanbeval. Het nemen van een proef in die richting waartoe de minister van Onderwijs zich min of meer bereid verklaarde, bleef evenwel tot dusverre nog achterwege. Voorts heeft de commissie zich ln het afgeloopen Jaar bezig gehouden met een stu die over de kostprijzen van electrischen stroom. Velen zullen zich deze publicaties nog herinneren en van meer dan één zijde werd daarop critiek geleverd. Op zichzelf is das geen bewijs van zwakte en al viel misschien op een zeer klein onderdeel der zeer uitvoe rige betoogen wel iets aan te merken, toch is wel gebleken, hoe juist de commissie heeft gehandeld met het aansnijden van dit on derwerp. Zij is daarbij van de gedachte uit gegaan, dat een doelmatige electricltelts- voorziening niet alleen een nijverheidsbelang is. maar een belang voor de geheele bevol king Dat brengt met zich dat de gemeen schap door publicatie van voldoende over zichtelijke en vergelijkbare gegevens ook in d gelegenheid moet worden gesteld inzicht te krijgen in de gestie der bedrijven waarbij de publieke belangen zoo nauw betrokken zijn. Alleen dan toch kan liet publiek ver trouwen krijgen in de leiding dezer bedrijven. Het betreft hier dan ook een uiterst belang rijke aangelegenheid, waarover nog zeer veel te zeggen zou zijn en die zeker de belangstel ling van allen verdient. MOLLERUS. HET 20-JARIG BESTAAN VAN DE GROOTE HOUTSTRAAT- VEREENIGING. FEEST IN BOEKENRODE. De gasten van de Groote Houtstraat ver- eeniging werden Dinsdagavond ontvangen in één der bovenzalen van Restaurant Centraal in de Gr. Houtstraat, waar de voorzitter de heer A. v. Weerden het groote gezelschap toesprak. In een korte rede stipte spreker aan wat de Groote Houtsraat vereeniging presteert, en wat door verstandige samen werking in dezen kring kan worden bereikt. Men betwijfelt wel eens of een winkel- vereeniging recht van bestaan heeft- Hetgeen door deze organisatie in den loop der jaren is gepresteerd neemt echter iederen twijfel weg. En dat de vereeniging zijn goeden in vloed niet in beperkten kring doet gelden, moge blijken uit de inscriptie op den voor zittershamer, welke uit dankbaarheid vervaardigd werd door een Belgisch vluch teling. De heer van Weerden richtte zich in het bijzonder tot de dames. Hij verzocht haar dringend het bestuur bij te staan, door de echtgenooten op te wekken de vergade ringen zooveel als mogelijk is bij te wonen. Natuurlijk memoreerde spreker den overleden voorzitter, den heer Scheer, wiens arbeid zoo nuttig is geweest voor de vereeniging. Daarna richtte hij woorden van hulde tot zijn mede bestuursleden, tot de commissie die de pro paganda geleid heeft, tot diegenen die de Groote Houtstraat vereeniging oprichtten, en tot hen die van het begin af van dit lichaam lid zijn geweest. Speciale vermelding verdient de arbeid van den heer Kolderie, die met zooveel zorg het programma van dezen avond had samen gesteld, verdient het kwartet van Zang en Vriendschap dat zijn medewerking verleenen zal. Nadat de heer van Weerden had mede gedeeld dat van verschillende corporaties en particulieren gelukwenschen waren binnen gekomen, richtte hij zich tot den heer en mevrouw Voet die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt, en onder anderen wijlen den heer Scheer zooveel steun hebben ver leend. Spreker bood mevrouw Voet namens het bestuur bloemen aan. Nadat penning meester Bildex-beek en secretaris Kehlenbrink zich welverdiende lof van de zijde van den voorzitter hadden hooren toezwaaien, begaf het geheele gezelschap zich in eenige groote autobussen naar het nieuwe restaurant Boe- kenroode, nabij het nieuwe station aan de Zandvoortschelaan. In de groote zeer gezellige bovenzaal werd de leiding van den avond overgedragen aan den heer Kolderie, con ferencier bij uitnemendheid die het op treden van het kwartet van Zang en Vriend schap (bestaande uit de Heeren Smits, Wijk huizen, Maarleveldt en Verwoerdt) aankon digde. Het Kwartet genoot goede aandacht en dankbaar applaus. Rodi Roeters, dien wij tot nu toe alleen als snelteekenaar-carica- turist zagen optreden, kwam zich daarna voorstellen als goochelaar. Goochelaar zonder geheimzinnige instrumenten, doch met een innemende conversatie en een verrassende kennis op het gebied van de moderne Zwarte Kunst. Zijn experimenten spotten met al die wetten volgens welke de leek zijn con clusies pleegt te trekken en zijn gewaarwor dingen pleegt te verwerken. Mochten Rodi Roeters' toeren dan al ver bazingwekkend en interessant zijn, zijn con versatie was niet minder boeiend en merk waardig. 50 procent van het succes komt voor rekening van de vlotte toespraken tot het publiek. Terecht mocht de heer Kolderie met eenigen ophef gewag maken van het feit dat hij er in geslaagd was het kunstenaarspaar Louisette en Armand Haagman voor dit feest te engageeren. Deze uitnemende artis- ten die hun roem aan de revue hoofdzakelijk te danken hebben, ziet men niet zoo dikwijls in intiemeren kring op het podium der zoo genaamde klein-kunst. Louisette vertolkte Haagman's beste chanson's met veel élan. Er is niets geraffineerds in deze soort van voordracht. Louisette geeft zich precies zoo als zij is, zij typeert voortreffelijk, aarzelt niet als het er op aankomt door krachtige middelen een realistisch effect te bereiken waardoor haar zang af en toe wat rauw aandoet en oefent een onweerstaanbaren enthousiasmeerenden invloed uit op haar toehoorders. In het tweede gedeelte van den avond vertolkte zij onder anderen „Het ge vallen paard" een ernstige noot temidden van alle vroolijkheid, waarbij Louisette be wees dat zij behalve chansonnière ook een begaafde actrice is. Hangman die bescheï- denlïjk meestal aan den vleugel bleef, ver dient vermelding voor zijn uitstekend accom- pagneeren. Hij bracht hulde aan Kettner's Band, die hem zoo goed had bijgestaan. De jongelui van dezen band hebben zich inder daad waardig geweerd. Stuk voor stuk onder scheidden zij zich in het bijzonder, het-, samenspel was zeer goed en het spel persoon lijk en karakteristiek. De heer Roeters trad later op den avond nog op als teekenaar-cari- caturist, in welke hoedanigheid wij hem reeds meermalen bij vorige gelegenheden hebben beschreven. Zijn caricaturen van eenige aanwezigen lokten natuurlijk telken male hevig applaus uit. Ook het kwartet van Zang en Vriendschap deed zich tegen midder nacht nog eenige malen hooren. De pauzes tusschen de verschillende nummers had men niet onbenut gelaten.,Er werd gedanst en er werden amusante wedstrijden gehouden, waarbij aardige prijzen verdiend werden. Tegen tweeën begaf het gezelschap zich naar de souperzaal. Aan tafel maakten verschil lende der aanwezigen van de gelegenheid gebruik om de jubileerende vereeniging te complimenteeren. Het zou ons te ver voeren om alle speeches te vermelden. Slechts zij gememoreerd dat mevrouw Weber voorstelde een collecte te houden ten bate van de na gelaten betrekkingen van den kellner Henk Donzelaar, die tengevolge van een ongeval onlangs het leven liet. Deze collecte bracht ruim veertig gulden op. Het feest duurde tot vier uur. De woorden van den voorzitter (die de hoop had uitge sproken dat men in de Groote Houtstraat nog lang over dezen avond en nacht zou na praten), zullen bewaarheid worden. EXAMENS HANDENARBEID. NUTSKWEEKSCHOOL HAARLEM. Geslaagd de dames: A. M. Höck, M. Krottje F. H. W. Stoel, H. H. T. J. Stomphorst, M. J. Witteveen, M. Bor en H. Zuidhof. HOOFDACTE EXAMENS. Het schriftelijk gedeelte van het hoofd- acte-examen wordt 4 Juli alhier afgenomen in het gebouw Sint Bavo aan de Smede- straat. NED. MAATSCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL. DE ALGEMEENE VERGADERING TE LEEUWARDEN Heden en morgen wordt te Leeuwarden de 152e algemeene vergadering gehouden van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en HandeL Dinsdagavond werden het hoofdbestuur en de afgevaardigden door het departement Leeuwarden ontvangen. Daarna had een officieele ontvangst op het raadhuis plaats door het gemeentebe stuur, gevolgd door een concert in den Prin sentuin. Hedenmorgen werd de vergadering ge opend met een uitvoerige rede van den voor zitter Mr. C.H. Guépin uit Santpoort. De voorzitter begon met de aandacht te vragen voor het werk, dat sinds tien jaren te Genève door den Volkenbond gedaan wordt, teneinde den wereldvrede te be waren en in de toekomst conflicten tusschen de staten der wereld te voorkomen. Hij zei niet te vreezen, dat iemand zal meenen, dat dit onderwerp niet samenhangt met het doel van de Nederland sche Maatschappij voor Nijverheid en Han del, de bevordering der volkswelvaart. De geschiedenis te raadplegen behoedt voor te groot optimisme, maar zeer zeker voor te groot pessimisme. Al degenen, die gelooven aan vooruitgang, die gevoelen, dat het wereldgebeuren niet stilstaat, die weten dat het gezegde „ITiisto- toire se répète" maar een betrekkelijke waarheid bevat, moeten zich weten te be schermen tegen het aan invloed winnen van het scepticisme ten ojzichte van den Volken bond. Dat kan wel haast niet beter geschie den dan door bestudeering van de geschie denis. De bestudeering der geschiedenis moet vertrouwen geven, dat wat thans niet mo gelijk schijnt, in de toekomst wel degelijk mogelijk zal zijn. De ellende van dezen oorlog is ditmaal zóó groot en universeel geweest, dat de ver wachting mag worden gekoesterd, dat voor meer dan een geslacht de wensch tot vrede oppermachtig zal blijven. Voorts wijdde de voorzitter eenige be schouwingen aan de ontwapeningsquaestie. Hij zei o.a.: Voor mij is het althans allerminst de be doeling, den wensch tot den vrede te ver eenzelvigen met de ontwapenlngs-gedachte. Ik vind, dat een ontijdige ontwapening de kans op het in het leven roepen van een conflict vergroot en geenszins vermindert, en ik denk er niet aan mij in eenig opzicht te associeeren met degenen, die voor deze gedachte propageeren. Het weerloos zijn is nimmer geweest en zal nimmer worden een waarborg voor de hand having van den vrede. Neen, de weg die gevolgd moet worden, is een andere. Deze leidt via de bestudeering van de oorzaken van den oorlog tot het op voeden van het menschdom in het begrij pen en zoo mogelijk waardeeren van de an deren, die aan gene zijde van de grenzen wonen, in het wegnemen van wantrouwen in al datgene, wat door hen, die andere taal spreken en andere gewoonten en een andere mentaliteit hebben, wordt verricht. Deze weg zal niet afgelegd kunnen worden door onze generatie; nog vele generaties zullen m.i. nog opkomen, alvq^ens de tijd van op voeding voorbij is. Voorts vestigde Mr. Guépin de aandacht op het economisch werk van den Volken bond. Helaas, de resultaten zijn hier wei verre gebleven beneden de verwachtingen. Van de resoluties van de Economische Con ferentie is eigenlijk niets in vervulling ge gaan. Integendeel, inplaats van een alge meene tariefsverlaging kon men overal over verhooging van tarieven hooren spreken. Ja, zelfs zijn verhoogingen door verschillen de landen reeds doorgevoerd. Toch moet men niet uitsluitend op deze teleurstellingen letten. Men vrage zich af of de verwachtingen niet wat hoog gespannen waren en dat daardoor de resultaten zoo te leurstelden. Hier het juiste inzicht algemeen te doen doordringen zal zeker inspanning en tijd vergen, maar op den duur zal die moeite niet onbeloond blijven. Spr. is overtuigd, dat het feit, dat op de Economische Conferentie te Genève zoo krachtig de wenschelijkheid van verlaging der invoerrechten werd be toogd, zeer zeker reeds invloed heeft doen gelden en verdere verhoogingen tegen te houden. Trouwens is op sommige onderdee len al wel een en ander bereikt. Spr. zou er op willen wijzen, dat ook op dit gebied Nederland een taak te vervullen heeft. Op internationaal-economisch gebied neemt Nederland een zeer belangrijke plaats in. Ons land heeft den hoogsten uitvoer per hoofd, terwijl onze in- en uitvoer de laat ste jaren sterk toegenomen is. De Neder landsche vlag waait over alle zeeën en wordt in alle havens gezien. Spr. betreurde dat de Volkenbond zich niet in zijn werkzaamheden weet te begren zen, doch door voortdurend verder om zich heen te grijpen en door niet eerst af te ma ken, waarmede hij is aangevangen, blijk geeft de waarheid niet te beseffen van het gezegde „qui trop embrasse, mal étreint". Verblind door enthousiasme is spr. dus niet. Dat behoeft echter ook niet om in volle overtuiging, ondanks de teleurstellingen, die de Volkenbond brengt, aan te dringen om den Bond te steunen. De steun, waaraan de Volkenbond behoefte heeft, moet zijn de steun van hen. die begrijpen dat het heden nog heel ver af is van wat wij door den Vol kenbond verwezenlijkt hopen te zien. Dezen en niet degenen, die den Volken bond thans reeds gebruiken voor wat nog lange voorbereiding vereischt, zullen stap voor stap den Volkenbond kunnen brengen Op den weg, die kan leiden tot het groote doel. Als spr. den steun van allen oproept, is het, omdat in de Nederlandsche Maatschap pij voor Nijverheid en Handel elementen aanwezig zijn, wier steun de Volkenbond behoeft. Spr. wekte daartoe ieder op naar zijn krach ten mede te werken en mogen allen het ge loof blijven behouden, dat de instelling van den Volkenbond een zegen kan zijn voor de menschheid. Waarschijnlijk ai blijkt dat nog niet altijd duidelijk reeds voor ons, maar zeker voor de ons volgende generaties. Er werd verslag uitgebracht door de Cen trale commissie voor bezuiniging. In het afgeloopen verslagjaar heeft de commissie in de eerste plaats haar aandacht gewijd aan de plaatselijke bezuinigingsactie, doch ook voor de Rijksfinanciën blijft be zuiniging beter en doelmatiger organisatie van den overheidsdienst noodig en de com missie heeft dan ook niet nagelaten ook in het verslagjaar deze bezuiniging te beplei ten. Maar de Commissie was toch van mee ning, dat nu meer nog dan tot dusver ge schied was aandacht aan den toestand der gemeentelijke geldmiddelen moest wor den geschonken. Zij riep daarvoor de mede werking der departementen in. WAT DE STRAATVERKOOi HUN WAARD IS. VERPACHTING VAN STANDPLAATSEN Het was een heele drukte Dinsdagmorgen in het kantoor van de controle op de Ge meente-belastingen in de Pandpoort, waar het gansche gilde der Haarlemsche straat- verkoopers was samengekomen om te hoo ren voor welke bedragen de collega's hadden ingeschreven bij de verpachting van de standplaatsen, zooals die jaarlijks plaats heeft. Men verdrong zfch in de kleine lokali teit en er was spanning op de gezichten te lezen. Want de strijd wordt niet alleen on derling gestreden, maar ook het „grootkapi taal" mengt zich er in. En dan kinken er be dragen, die geen van allen zelfs in een heel goede week, ooit beuren. Vooral de ijshandei is aan „kapitalistische" invloeden onder- hvig. Er zijn ijsmaatschappijen die niet schromen met alle koelbloedigheid, die licha men uit den aard der zaak eigen, enorme bedragen op het spel te zetten. Zoo hoorden wij prijzen als deze: f 125 voor een plaats met een ijskarretje ln den Hout tegenover de Spanjaardslaan en f 176 voor dezelfde plaats; f 252, f 255 ja zelfs f 305 voor een plaats tegenover hotel Roozen, dit schijnt wel de drukste standplaats van Haarlem te zijn f 105 en f 125 werd geboden voor de Paviljoenslaan bij het speelterrein en voor de Spanjaardslaan bij den Heerenweg. waar blijkbaar nog meer ijs gegeten wordt f 150. Een grappenmaker bood er honderd op met het beding dat de standplaats zonder concurrentie zou zijn. Wat B. en W. niet kunnen garandeeren. Voor de Dreef bij den Wagenweg geven ze f 110, maar ook f 151, een ander daarente gen slechts f 60. De ijsconsumptie overal elders ln de stad moet belangrijk minder zijn dan onder het lommer van den Hout. De beste plaats daaroo volgend moet het Soendaplein wezen, dat op f 60 getaxeerd wordt, maar waar anderen weer niet meer dan 50, 35 en 32 gulden pachtgeld meenen te kunnen verdienen Op de Botermarkt wordt voor f 50 pacht geld per jaar ijs gegeten. „Zonder concur rentie" schreef dezelfde grappenmaker, maai de concurrentie werkte al, want er was nog een inschrijving voor precies evenveel. De geografische invloeden zijn belangrijk. Verre plaatsen leveren niet veel op. Voor de Blauwe brug was ingeschreven voor f 30, voor de brug over de Jan Gijzenvaart in den Rijks straatweg f 25, de Zaanenlaan, die wat dich terbij is, doet f 40, het Frans Halsplein ook f 40 Op de Ramplaan, waar bij de brug de passage druk is, eten ze zooveel ijs dat er f 46 en zelfs f 51 pacht af kan. Andere cijfers: g Korte Heerenvest bij de Schalkwijkerbrug f 30, Amsterdamsche Poort f 46, Gasthuisvest f 25, de Hertenkamp slechts f 21, maar het Verwulft f 71. Na de ijshandei schijnt die in bloemen de kapitaalkrachtigste te zijn. En daarbij zijn het Stationsplein en het Verwulft de rijke wingewesten. Over het algemeen wordt er op heth Verwulft meer aan pachtgelden ont vangen dan onder de kap van het Station, maar daar zijn de verschillen grooter. De ■tweede plaats van den uitgang af is f 200 waard, een ander slechts f 150, maar de derde al belangrijk minder, namelijk f 50, de differentie tusschen de andere is zoo groot niet. de zesde plaats doet nog f 45 Op het Verwulft is zeer veel variatie, zie hier: tegenover perceel 6 f 75, de N.-zijde f 150, f 100, de Z.-zijde f 150, ook f 230 en voof de eerste plaats f 125, maar ook f 310. Te genover Vroom en Dreesmann worden blijk baar minder bloemen verkocht, voor die plaats wordt f 40 geboden. Voor de plaats bij de Mariastichting is in geschreven op f 55 en op f 30, bij het St.- Elisabeths Gasthuis f 67 en f 20. Het voor deel van den bloemenverkoop schijnt zeer verschillend getaxeerd te worden. Bij de Begraafplaats is ingeschreven voor 50. Andere punten: Barteljorisstraat hoek Krocht 41.60. Groote Markt 52 en 68 gul den, Kleine Houtstraat 40. Wagenweg bij het Plein f 40, Gd. Oude Gracht bij het Post kantoor f 42.50, Joubertstraat bij de Cron- jéstraat 50. De kiosken voor allerlei eetwaren en de kraampjes voor haring en zuur betalen over het algemeen geen groote pachtsommen. Alleen het Kennemerplein en de Wagenweg bij het Plein schijnen in dit opzicht bijzon der winstgevend te zijn, een bewijs, dat rei zen hongerig maakt, want beide standplaat sen staan in nauw contact met de eindpun ten der autobussen. De prijzen zijn resp. 150 en 102 en 209 en f 234. In Den Hout bij de bank wordt veel min der gegeten dan aan de Spanjaardslaan de pachtsom voor de eerste plaats is 18 of 20; voor de tweede 50. Bij den Heeren weg zijn de menschen echter minder honge rig dan aan den anderen kant van de laan er wordt daar slechts 25 geboden. De Paul Krugerstraat daarentegen heeft een groote afzet, 70, de Terspij tweg 50 en het Soendaplein 40, het Kiokhuisplein 55 en de Amsterdamsche Poort f 41.60, zijn in trek voor zure uitjes, augurken, spatsies en „Oh Heintjes", maar de Spaarn- dammerweg 15£ de tramhalte in Den Hout 30, de pont aan den Schalkwijker- weg 26 en de Botermarkt 25 geven min der inkomsten. Voor den verkoop van visch zijn niet zoo veel liefhebbers. De prijzen zijn zeer con stant om en nabij de veertig. Zocherstraat bij den Schot erweg 42, Oudeweg 40, Kloosterstraat bij de Cronjé- straat 42 haringverkoop bij de Prins Hen- drikbrug 40, bij de Schalkwijkerbrug f 41.60 Alleen de haringhandel in de Generaal Cronjéstraat schijnt niet te willen vlotten en wordt maar f 20 waard geacht. Meer variatie is er in de rijwielrekken. De man op het Prinsenhof moet 1040 maal vijf cent verdienen voor hij de pachtsom er uit heeft, maar voor de Groote Markt is f 137.70 geboden. Voor den Stadsschouwburg 52.50 en 35, voor autobewaren aldaar slechts 10, maar autostandplaatsen werden niet verpacht. Bij het R. C. H.-terrein is de concurrentie van gevestigde rijwielbewaarplaatsen zoo groot, dat er niet meer dan f 25 op kan over schieten. Het Plein met 20.50 is niet voor- deelig. Voor een plaats bij het verkooplokaal aan de Nieuwe Gracht wordt de somma van vijf gulden geboden, maar voor dat in de Bilder- dijkstraat geven ze 17.75. De fotografie moet een financieel zeer moeilijk te overzien bedrijf zijn. Er waren twee inschrijvingen voor de standplaats bij de Hertenkamp, de een van een tientje, de ander van.... f 120. Van al de „camera- men", die den laatsten tijd Haarlem's stra ten bevolken heeft blijkbaar geen enkele in geschreven DE ONTWAPENING. DE LOSITIE VAN DEN VOLKENBOND. Mr. W. Heineken schrijft aan 't Algemeen Handelsblad: Het resultaat van de laatste bijeenkomst der voorbereidende ontwapeningscommissie te Genève heeft teleurstelling gewekt, in zooverre als het in werkelijkheid een ver klaring van onvermogen is geweest. Kan aan de leden dier commissie de alge- heele schuld worden gegeven en moeter niet voor de onpartijdige beoordeeling van haar beraadslagingen omstandigheden wor den in acht genomen, waardoor zij in haar taak zeer werd bemoeilijkt? Het is reeds dertig jaren geleden, dat Ir Den Haag de eerste Vredesconferentie bije eenkwam. Van ontwapening wilde geen der groote mogendheden toen hooren. Zij meen den nog zich te moeten stellen op het stand punt van de Latijnsche machtspreuk: si vfï pacem para bellum, met andere woorden' indien gij den vrede wenscht, moet gij v voor den oorlog toerusten. Vijftien jaren later brak een oorlog uit die vier jaren heeft geduurd, en na de opge dane ondervinding werd een vredesverdrag gesloten, en een volkenbond gesticht, waar van de leden in artikel 8 der acte van oprich ting erkennen, dat de handhaving van der vrede eischt vermindering van de natio nale bewapening tot het minimum noodig voor de nationale veiligheid en de nako ming van de internationale verplichtingen opgelegd door een gemeenschappelijke ac tie (imposée par une action commune), ter wijl artikel 9 bepaalt, dat een vaste com missie zou worden gevormd om aan der Raad van den Bond advies te geven ovei de uitvoering der evengemclde verplichtin gen en in het algemeen over de militaire aangelegenheden zoo te land als ter zee er in de lucht. De Raad van den Volkenbond schiep bovendien in December 1925 de voor bereidende commissie voor een algemeene conferentie, ten doel hebbende de verminde ring en beperking der bewapeningen. Deze commissie heeft dus rekening te hou den met de bepalingen van liet Volkcn- bondsinstiuut en met de werkelijke en ver meende rechten en belangen van alle leden ten getale van 54 ln de geheele wereld waarvan 26 ln Europa. Doch een feit van althans principieel meer belang voor de taak van de voorberei dende commissie was het tot stand komen van het Briand-Kellogg-verdrag. dat den oorlog buiten de wet verklaarde, tot welk verdrag de meeste leden van den Volken bond zijn toegetreden. Terecht heeft het Poolsche lid van den Volkenbond Sakol in een der laatste vergaderingen van de voor bereidende ontwapeningscommissie gezegd, dat het thans niet meer geldt de wijze van oorlogvoeren te codificeeren, maar den oorlog zelf te verbieden, dat derhalve een debat over een regeling van den oorlog door het toetreden tot het Briand-Kellogg- verdrag belachelijk en Jjdcl geworden is. De voorbereidende ontwapeningscommis sie zou immers advies aan den Raad van den Volkenbond hebben te geven over een aangelegenheid waarvan het recht van be staan heeft opgehouden volgens het Briand- Kellogg-verdrag, ten gevolge waarvan een vertegenwoordiger van Amerika als gast d« beraadslagingen der Commissie heeft bijge woond. Het gaat niet aan de moeilijkheid van een dergelijken toestand niet te erkennen en het is begrijpelijk dat zoo goed als met alge meene stemmen het voorstel van den Ame- rikaanschen gast werd aangegrepen om t€ beginnen met openbaarheid te geven aan de uitgaven voor den oorlog door de verschil lende landen ten koste gelegd. Voor de le den die dit voorstel niet ernstig hebben op genomen, getuigt het althans voor hun zin voor humor. Voor Europa zullen thans volgens het advies zes-en-twintig staten mededeeling moeten doen van hun uitgaven voor den oorlog, en daaruit zal dan kunnen blijken wat de Europecscho leden van den Volken bond meenen noodig te hebben om met elkander In een Bond, dat is een gemeen schap van vrede, in veiligheid te kunnen leven en zoo noodig elkander te kunnen bevechten. En de Raad van den Volkenbond zal dan aan elk der leden het door hen be- noodigde quotum moeten toestaan! Het is waar, dat thans de beweging veld wint om alle geschillen aan arbitrage te onderwerpen. Dit is natuurlijk een stap in de goede richting, maar evenzeer als arbi trage in burgerlijke aangelegenheden den sterken arm kan noodig hebben om de uit voering der arbitrale beslissing te kunnen dwingen, zal ook de instelling van arbirage ln het volkerenverkeer de noodzakelijkheid medebrengen de uitvoering van de arbitrale uitspraken te kunnen, verzekeren. Met andere woorden: de leden van den Volkenbond zullen moeten prijsgeven de krachtmiddelen van eigen richting en deze ter beschikking moeten stellen van den Volkenbond. De nationale bewapeningen zullen moeten ophouden te bestaan en zich oplossen ln in ternationale bewapening, die ln Europa zes entwintig Departementen van Oorlog en Marine of van Defensie overbodig zal maker met behoud natuurlijk voor elk lid van den Volkenbond van het recht om binnen eigen landpalen over de noodige krachtmiddelen te beschikken tot handhaving van binnen- landschen vrede en orde, waarvan, zoover noodig, het geval van onze kolonie Cura$ac de noodzakelijkhefd heeft aangetoond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9