EERSTE KAMER. franspiresrende voeten BINNENLAND RADIO-PROGRAMMA HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 12 JULI 1929 11 Juli 1929. De financiëele verhouding in den Senaat. Aan aan neming behoeft niet getwijfeld te worden. Veel lof en veel vragen. INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Os. pe-r repel. Erkend de hes te ARROND. RECHTBANK. Opruiende taal. De 53-jarige J. A. C. H., van beroep schil der en alhier wonend, was gedagvaard om dat hij op 5 Mei van dit jaar, dat was op een Zondag, opgeruid zou hebben tot verzet tegen de politie. Op dien Zondag, des morgens te half 12, zag de verkeersagent, die dienst deed op den hoek van de Anthoniestraat en de Lange Heerenvest, een optocht van ongeveer 120 man van de Communistische Jeugdvereeni- ging „De Koerier" naderen. Hij zag dat in den stoet werden medegevoerd en ont plooid: roode vlaggen, waarop de afbeelding van een sikkel en een hamer en een rood doek met communistische leuzen. Toen de optocht ging langs de R.K. kerk in de An thoniestraat werd er nog eens extra-hard gezongen, waarop de agent den stoet tot stilstand wilde brengen, zeggende: „Vlaggen en doeken neer! Dat is verboden zonder vergunning!" Een man, die deel uitmaakte van den stoet had toen geroepen: „Vlaggen en doeken in de hoogte! Loop dien vent onder den voet!" Inderdaad werd aan deze opwekking gevolg gegeven: eenigen liepen tegen den agent, die op zijn ééne knie vieL Later werden de vlaggen en doeken neergelaten. De agent herkende in verdachte pertinent den man, die de opruiende taal had gebruikt maar deze zeide, dat de agent zich vergiste. Vroeger, bij het vooronderzoek, had hij ver klaard. dat een Amsterdammer, die bij hem in de buurt liep en „net zoo gekleed" was, de geïncrimineerde woorden had geroepen. N u zeide hij. dat hij zich alles niet meer zoo precies herinnerde, maar in ieder geval was hij het niet geweest, want hij liep wel 200 meter van het hoofd van den stoet af en de agent duidde hem aan, als ongeveer in het midden te hebben geloopen. Bovendien had hij juist nog tot voorzichtigheid en tot vol doen aan het bevel aangemaand. Maar toen de eisch van het O. M.: één maand gevangenisstraf met aftrek van de 18 dagen preventieve hechtenis, gevallen was, merkte hij op: „Als die agent het zegt, moet het zoo wezen." De verdediger, Mr. A. S. De Leeuw, meende dat de mogelijkheid van een vergissing van den agent toch geenszins uitgesloten was. Aan 't bevel van den agent is tenslote toch, zij het na eenige strubbeling, gehoor gege ven. Verdachte is werkloos geweest gedu rende 1 jaar en heeft nu juist weer werk ge vonden. Reden waarom pleiter, als de Recht bank verdachte schuldig oordeelde, het op leggen vroeg van op zijn hoogst een gevan genisstraf gelijkstaande met den tijd, dien de schilder In verzekerde bewaring had doorgebracht. Uitspraak Donderdag 25 Juli. De verdediger, Mr. Driisma, had den heer Abr, Meyer,verdachte "s patroon (van de Vereen, tot. Zedel. Verbetering van Gevan genen) gedagvaard. De heer Meyer legde gunstige verklaringen betreffende verdach- tes gedragingen In de laatste drie jaren af. Hij verdient nu met eerlijken arbeid zijn brood, maar moet nog meer leeren, zich aan. te passen aan de maatschappij. Een halve broeder van O. kwam verkla ren dat hij eigenlijk tot de goede daad had aangespoord. Hij had gezegd: „Je bent zoo onpopulair in Haarlem. Breng nu eens een partij tegels naar Openbare Werken. Dat zal een goeden indruk maken!" Het O. M. bleef vasthouden aan de weder rechtelijke toeëigening, dio het bewezen achtte. Verdachte ontkent het feit, dus van een voorwaardelijke straf kan hier geen sprake zijn. De eisch luidde 2 maanden ge vangenisstraf. Verdachte bleef zijn daad als ..een zuivere daad van gemeenschapsgevoel" beschou wen. De verdediger, Mr. Driisma, vond dat de hoofdagent een kapitale fout had gemaakt, door verdachte dadelijk aan te spreken, in plaats van hem te volgen om te zien wat hij eigenlijk met zijn vrachtje ging doen. De hoofdagent heeft het hierdoor O. M. en Rechtbank moeilijk gemaakt. PI. kon overi gens niet begrijpen, waarop het O. M. zijn bewijs grondde. Volgens de nieuwe strafvor dering mag op vermoedens vooral niet veroordeeld w'orden. Verdachte is iemand van een zeer weerbarstig en moeilijk karak ter en pl. achtte het-, uit sociaal oogpunt, niet goed van den Officier, juist zóó iemand voor zoo'n twijfelachtig geval te vervolgen. De gevraagde straf achttte pl. veel te zwaar. Eenigen tijd geleden is aan iemand f 1000 boete opgelegd, die zich tegels had toegeëigend. Laat men de verhoudingen der inkomens van de bij deze beide tegelzaken betrokkenen in aanmerking nemen en O. een boete opleggen, in evenredigheid met zijn Inkomen. De uitspraak werd bepaald op Donderdag 25 Juli. INGEZONDEN 1UEDEDEEL1NGEN a 60 Cts. per regel. j enanderetranspireerende lichaamsdeelen moet J men behandelen met Purolpoeder.als zijnde het j meest afdoende middel daarvoor. Purol-Voet - Tollet- en Kindarpoeder In Bussen I van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten. Over het wetsontwerp tot regeling van de financieële verhouding tusschen Rijk en ge meenten hebben vandaag het woord gevoerd de heeren Janssen (r.k.), de Zeeuw (s.d.), de Veer (a.r.) en Verkouteren (c.h.) Vandaag overheerschte al was er lof prijzing genoeg, maar ook critiek het uiting geven aan het voornemen om vóór te stemmen, in onderscheiden toonaard. Lofprijzing genoeg! Alle sprekers, van welke richting ook, huldigden den minister om zijn vlugge werk, om de kloeke greep die hij deed, waaraan geniale karaktereigenschap pen niet werden ontzegd. Lofprijzing, ook al had men desideratie, ook al had men min of meer scherpe critiek. Behoorde de heer Blomjous tot degenen, die zónder restrictie met den minister mede gaan, de andere sprekers zeiden te zullen medegaan, hetzij omdat zij het goede in het ontwerp het kwade sterk zagen overheer- schen, hetzij omdat het ontwerp althans een oplossing brengt voor het lang hangende vraagstuk, een oplossing, die, wordt het ont werp niet aangenomen, voorloopig zou uit blijven. Dit standpunt nam b.v. de heer de Zeeuw in. Deze heeren waardeerden zeer de meer billijke verdeeling der algemeene las ten over de gemeenten, welke te verwachten Is van het wetsvoorstel. En ten slotte was er nog de figuur van den heer Koster, die het ontwerp een sprong in het duister noemde voor de gemeenten, vele bezwaren te berde bracht en eerst wil afwachten, wat de minis ter op de bezwaren zal antwoorden, voor hij zich vóór verklaart. Intusschen betoogden o.m- de heer de Vlugt reeds (de minister zal dat betoog wel onder schrijven), dat het niet aangaat precies te willen weten, wat de gevolgen voor elke ge meente op zich zelf zullen zijn, voor men het ontwerp wil aanvaarden, wijl alleen al gemeene beginselen, die het totaal der ge meenten omvatten, moeten overheerschen. En die ziet ook de heer de Vlugt als goed, zij 't, dat hij op enkele punten het ontwerp anders had gewenscht. Algemeen heeft de Kamer vandaag betoogd, dat het ontwerp geen aantasting beteekent van de gemeentelijke autonomie, in ieder geval geen verandering brengt in den toe stand van het oogenblik, d.w.z. den toestand, zooals deze sedert 1848 geldt. De toestand, dat de rijkswet de grenzen van het gemeen telijk belastinggebied beperkt. Ook de heer de Zeeuw betoogde hetzelfde tegenover den heer Wibaut. De heer de Zeeuw gaat, gelijk gezegd, met het ontwerp mede, maar hij had ernstige bezwaren tegen de vlugge behandeling van het ontwerp, waardoor verschillende cijfers niet bekend zijn geworden, cijfers die de heer de Zeeuw b-v. als Rotterdamsch wethouder van Financiën gaarne had gekend. Een meer billijke verdeeling der lasten van de gemeenten werd als goed'e uitwerking van het ontwerp algemeen gewaardeerd. De fi nanciëele verhouding wordt tegelijk geregeld zei Mr. Janssen. Met uw welnemen al dus de heeren de Zeeuw en de Veer er wordt met de regeling dier verhouding slechts een begin gemaakt, er zal steeds nauwlettend op de ontwikkeling moeten worden acht ge geven en telkens zal men de goede richting in het oog moeten blijven houden. Wat eigenlijk critiek beteekende op het stelsel der wet, dat toch een volslagen systeem bedoel de. De heer Janssen vreesde met den heer Wibaut, dat de nieuwe wet niet genoeg rek baarheid zal geven aan de gemeentelijke be lastingen, waardoor de personeele belasting sluitpost voor de gemeentelijke belastingen zal moeten worden met alle gevaren van dien voor een zware belasting van de kleine in komens. De heer Janssen noemde als voor beeld een kleine Lïmburgsche gemeente, die gedupeerd is door de afschaffing van het mijnrecht. Maar is zulk een gemeente maat gevend? Voor dergelijke is de garantiebe paling er. Ook de heer Janssen had gaarne, evenals de heer Koster, meer cijfers gewenscht voor de onderscheidene gemeenten. Hoe veel cijfers men ook wenscht. toch zag men m het ontwerp-de Geer. vrij algemeen een systeem met goede kansen, waar de Staatscommissie van 1927 zelfs nog niet met een begin van een systeem is gekomen. De onvoldoend- ONTDUIKING VAN FORENSEN BELASTING. EEN OVEREENKOMST MET DE GEMEENTE OOSTVOORNE. De „Voorwaarts" maakt melding van een geval van ontduiking van de Forensenbelas ting, dat met medewerking van het ge meentebestuur van Oostvoorne is in elkaar gezet en eenige jaren geduurd heeft. Op een vergadering, vier jaar geleden te Oostvoorne belegd waar de subsidie bespro ken werd die particulieren aan de Rotter- damsche Tramweg Mpij. zouden moeten ver- leenen om deze maatschappij in staat te stellen een sneldienst gedurende het gehee- le jaar te doen inleggen werd gevraagd, de woonforensen wat coulanter te behandelen. Het gevolg hiervan was. dat B. en W. en de raad van Oostvoorne met de forensen een overeenkomst sloten, waarbij het gemeente bestuur zich verplichtte hen niet aan de rijksbelasting-administratie op te zullen ge ven. mits zij 1 1/2 pCt. van hun belastbaar inkomen betaalden ten behoeve van de ge meente. Vooral de burgemeester, de heer H. P. A. Buysing Damsté, had zich, zegt het blad, een vurig voorstander betoond van deze geheime overeenkomst en wel in het be lang der gemeente-financiën. Hoe het uitkwam. Twee jaren lang ging dit onder-onsje goed, maar in 1927 kwam bij de gemeente-verkie zingen nir. J. A. de Jong, kantonrechter te Brieile, in den raad en hoewel het nieuwe college onkundig werd gelaten met de belas ting-ontduiking. frappeerde het hem dat een verantwoording van inkomsten uit de Foren senbelasting op de begrooting ontbrak, hoe wel er in de gemeente een vrij groot aantal forensen was. Toen hem de toedracht der heid van wat het rapport dier Staatscom missie bracht, hebben de heeren de Vlugt en de Zeeuw met animo aangetoond. Zagen de heeren Blomjous en de Vlugt door het ontwerp aan de lust tot uitgeven van verschillende gemeenten een rem aan gelegd en keurden zij, vooral de eerste, dat goed, de heer de Zeeuw bestreed den R.K. Senator fel hij zei, dat er in ons land niet de minste reden is, om de noodzakelijkheid van zulk een rem te gevoelen. En de heer Koster twijfelde er aan, of 'het ontwerp op dit punt wel dienstig zou kunnen zijn hij vreesde zelfs van het ontwerp een algemeene stijging van belastingdruk. Voor bijziende overigens, dat de scherpe verschil len in druk door het ontwerp zullen worden weggenomen. De heer Koster maakte den in druk, alsof hij het bestaan van belasting- vluchtheuvels nu niet zoo heel verkeerd vond althans hij vreesde voor 't ontwerp be- lastingvlucht. Nog eens opperde de heer Koster bezwaar tegen het behoud van de zakelijke bedrijfs belasting en van het mijnrecht. Algemeen drong men er op aan, dat de tosstand van het oogenblik niet zal terugkeeren. Dat wil de regeering natum-lijk evenzeer voorkomen. Maar met het stelsel der regeering is toch in strijd de wensch van den heer de Vlugt om de gemeenten in staat te stellen een eigen in komstenbelasting te heffen. Dan immers zou opnieuw het kwaad der groote verschil len ontstaan. De verschillen werden te groot, betoogde ook Mr. Reijmer, te groot, zelfs wanneer men vasthoudt aan een scherpe de centralisatie van de bestuurstaak. Mr. Reij- rper zag, evenmin als de andere sprekers, ge varen voor de aantasting der gemeentelijke autonomie. De heer de Vlugt waarschuwde in dit ver band tegen een overschatting van de ge meentelijke taak de gemeente, zei hij, moet niet het terrein worden voor b.v. sociale proefnemingen. Ook daarom aanvaardde hij het ontwerp. Evenals de heer Reymex, die het een sociaal cultureel kwaad noemde, wanneer de rijken zich gingen concentreeren in bepaalde gemeenten. De heer de Veer daarin scherp bestre den door Mr. Reymer pleitte met den heer Slingenberg voor bepalingen, die een foren senbelasting hadden doen behouden. Mr. Reijmer betoogde echter dat een forensen belasting volkomen in strijd zou zijn met het systeem van der ministers ontwerp. Tenslotte hoorde de Senaat ook nog den heer Verkouteren, die met velerlei historische herinneringen (ditmaal sprak hij over het graanzaakje van Jozef in Egypte en over den tijd, toen elke stad nog haar eigen goden had, „maar die goeie tijd komt nooit weerom!") betoogde, dat de gemeente niet alteveel autonomie moeten hebben. Dege nen zei hij die het hardst om autonomie roepen, maken er gemeenlijk het slechtst gebruik van. Dat is al les maar voor de socialerigheid." Laat op den middag kwam de minister van Financiën aan het woord, die allereerst zich richten wil tot de vrienden van het ontwerp, die feilen wilden aanwijzen. AI zou de heer de Geer niet alle feilen kunnen erkennen. B.v. daar, waar de heeren Koster en De Zeeuw geklaagd hadden over een overhaaste behandeling van het ontwerp door de Twee de Kamer. Dit weersprak hij ten eenenmale. Er is wel met voortvarendheid gewerkt, maar niet met overhaasting: deugdelijk is er gearbeid. Inderdaad alles behoeft toch niet vervelend lang te duren in de Volksver tegenwoordiging voor het goed is. Voorts heeft de heer de Geer nóg enkele onderdeelen der behandeling in de Tweede Kamer besproken, die geen hoofdzaken van het ontwerp raken. Wel betoogde de minis ter n.a.v. het betoog van wethouder Slingen berg, dat de „verplichte" onderwïjs-uitga- ven, die alleen meetellen bij de berekening voor de „tooverformule", zeer eng be grensd zullen zijn. Maar het vervolg onderwijs zal toch wel degelijk gerekend wor den tot de verplichte uitgaven. Morgen hooren wij den minister de hoofd punten van zijn ontwerp verdedigen. Hij is, wat men noemt „geladen". INTIMUS. zaak werd medegedeeld, kon hij zich met de houding van het gemeentebestuur niet ver- eenigde en omdat de burgemeester er zich op had beroepen, dat er in tal van gemeen ten een dergelijke overeenkomst bestond, wendde hij zich tot Gedep. Staten van Zuid- Holland, terwijl ook minister Kan door be middeling van het Tweede Kamerlid Dorp met de zaak in kennis werd gestéld. Het gevolg was. een brief van Gedep. Sta ten aan het gemeentebestuur, waarin afkeu ring werd uitgesproken, beëindiging van de ongeoorloofde overeenkomst werd geëischt, benevens terugstorting van de aande ge meente b-etaalde gelden. In den raad verde digde de burgemeester zijn houding door te zeggen dat de woonforensen-belasting altijd als onbillijk gevoeld was en dat de gemeente door het korte verblijf der forensen belang rijke inkomsten delfde, wel een zevende van den hoofdelijken omslag. Daarom was de overeenkomst gemaakt uitsluitend in het be lang der gemeente en meende het gemeente bestuur ook gehandeld te hebben in den geest der gemeentenaren, die de woonforen sen liever in hun midden zien dan verjaagd. De burgemeester en de geheele raad toon de zich zeer verbolgen op mr. De Jong, die een motie van afkeuring op zijn dak kreeg, omdat hij zich „met terzijdestelling van het gemeentebelang en het prestige van het ge meentebestuur" tot Gedep. Staten gewend had. De heer De Jong heeft daarop ontslag genomen als raadslid. Verantwoording aan Ged. Staten. Het blad verneemt verder, dat Gedep. Staten het gemeentebestuur opdracht heb ben gegeven de gelden, die op deze ongeoor loofde wijze in 1926 en 1927 door de gemeen te zijn verkregen, alsnog te verantwoorden. Tevens zou het gemeentebestuur dan moeten verklaren, dat behalve de in de verstrekte opgaaf vermelde, geen ontvangsten meer waren binnengekomen of uitgaven waren ge daan, welke buiten de gemeenterekening of de gemeentekas zijn gehouden. MR. W. L. BARON DE VOS VAN STEENWIJK. Zeventig jaar. Het lid der Eerste Kamer mr. W. L. baron de Vos van Steenwljk bereikte heden, Don derdag den zeventig jarigen leeftijd. Door verblijf in het buitenland heeft de heer De Vos van Steenwijk zich aan iedere huldiging onttrokken meldt het Hbld. HET VLOTBRENGEN VAN DE „EUGENIA". HET SCHIP WORDT OPGEVIJZELD. De laatste dagen heeft men een andere wijze toegepast, om het op den zeedijk te Den Helder gestrande Grieksche stoomschip „Eugenia" vlot te brengen, meldt het Hbld. Aan bakboordzijde, aan den dijkkant, heeft men een zestigtal vijzels geplaatst, met de bedoeling door het opdraaien daarvan het schip naar stuurboordzijde te doen hellen, zoodat het van de steenen, waarop het ge boeid zit, vrij komt. Het resultaat van het werken van Maan dag en Dinsdag is dat het schip reeds 15 c.M. meer slagzij heeft gekregen. Men hoopt daar door dat het schip van den dijk zal glijden en eerst dan zullen er weer sleepbooten voor komen. NA DEN MOORD OP EEN PLANTERSVROUW. EEN BEROEP OP DE KONINGIN. Een plantersvergadering te Siantar. waar 300 personen aanwezig waren, besloot de pers te verzoeken een krachtig protest rond te ba zuinen tegen de toenemende bandeloosheid van den koelie, waarvan thans ook de vrou wen van de assistenten het slachtoffer wor den, seint Aneta uit Medan. Medansche dames hebben het plan opge vat tot het richten van een petitie aan de koningin in verband met den moord op me vrouw Landzaat. Onafhankelijk daarvan hebben 167 dames uit Asahan, Someloengan en Batoebarah he denmorgen telegrafisch een petitionnement van 383 woorden aan de koningin gezonden, waarin gesmeekt wordt om interventie ter verkrijging van veiligheid in de cultures. DE EX-KEIZER WENSCHT NIET TE VER TREKKEN. Alleen met voorkennis van onze regeering kan hij naar Duitschland gaan. Het Hbld. schrijft: „Onze Parijsche cor respondent heeft melding gemaakt van de bezorgdheid, welke in de Fransche pers tot uiting is gekomen over de mogelijkheid van een vertrek van den Duitsch'en ex-keizer naar Duitschland, nu de wet op de bescher ming van de republiek is komen te vervallen. De Fransche pers acht den terugkeer van den ex-keizer ongewenscht en schijnt te denken, dat de Nederlandsche regeering zijn vertrek absoluut kan voorkomen. „Het is niet goed, dit misverstand in de buitenlandsche pers te laten voortleven en daarom vestigen wij er hier de aandacht op, dat de Nederlandsche regeering van den ex-keizer slechts bedongen heeft dat hij nooit „zonder haar voorkennis" zal vertrek ken. Dit beteekent dus wel, dat de Neder landsche regeering het vertrek van den ex- keizer in haar hand heeft, maar niet in absoluten zin, dat zij nimmer tot zijn ver trek haar medewerking zou kunnen ver- leenen. Men gevoelt wel, dat de Nederland sche regeering moeilijk bezwaren zou kunnen maken tegen een vertrek, wanneer de ex- keizer met haar daarover in overleg zou treden en ook de medewerking van de Duit- schc regeering zou weten te verkrijgen. „Intusschen behoeft men zich in de Fran sche pers niet ongerust te maken, want van de meest bevoegde zijde hebben wij de ver zekering gekregen, dat de ex-keizer niet wenscht te vertrekken. Hij heeft er niet aan gedacht." INT. KAMER VAN KOOPHANDEL Sir Arthur Balfour over het Congres. Een medewerker van het Hbld. was in de gelegenheid Sir Arthur Balfour, de leider der uit niet minder dan 97 personen bestaande Engelsche delegatie op het congres van de Int. Kamer van Koophandel te Amsterdam, naar zijn oordeel over het congres te vragen. Sir Arthur, een der grootste Britsche staal fabrikanten, vice-president der ïnternation- nale Kamer van Koophandel, verklaarde dat het Amsterdamsche congres meer dan eenig vorig congres kan worden beschouwd als een stap in de richting van de internationale samenwerking en wereldvrede. Zoo lang zamerhand kennen de leiders der delegaties elkaar en kunnen zij op vertrouwelijke wijze van gedachten wisselen. DE LAND ARBEIDERSSTAKING IN OOSTELIJK GRONINGEN De uitkeering aan de Iandarbeïdsters in Oostelijk Groningen, welke wegens beëindi ging van de wiedperiode tijdelijk was stopge zet. zal met ingang van a.s. Maandag weer beginnen. Tot dusverre heeft de Nederland sche Landarbeidersbond aan de stakende landarbeiders en -arbeidsters een bedrag van ongeveer 225.000 uitgekeerd, aldus de N. R. Crt. REMBRANDT-POSTZEGELS. De administratie der posterijen heeft aan de Vereeniging „Rembrandt" tot behoud en- vermeerdering van kunstschatten in Neder land hare medewerking toegezegd voor de uitgifte van een serie bijzondere frankeerze gels, dragende de beeltenis van Rembrandt. Ook bestaat de mogelijkheid dat- een der ze gels een symbolische voorstelling zal dra gen. De zegels zullen verschijnen in de waarden van 5, 7 12 en 12 12 cent en verkocht wor den met een toeslag van 5 cent per stuk, waarvan de netto-opbrengt ten bate van ge noemde vereeniging zal komen. De zegels zullen voor frankeering geldig zijn tot 30 April 1930. Een goede daad. De 25-jarige C. O., rijwielhersteller alhier, moest terechtstaan, omdat hij op 26 April j.l. zich een 30-tal straattegels (van die groote, vierkante, grijze: één lag er als stuk van overtuiging op de groene tafel), toebe- hoorende aan de gemeente Haarlem, weder rechtelijk had toegeëigend. Op dien dag zag een hoofdagent van poli tie verdachte op de Lieve Vrouwengracht naderen; hij duwde een handwagen voort in de richting van de Melkbrug en op dien handwagen lag een partij tegels, overdekt met zeildoek. De hoofdagent informeerde wat O. met dat vrachtje wilde uitvoeren, waar op hij ten antwoord kreeg: „Ik wil ook wel eens een goede daad doen. Ik breng deze te gels naar de opslagplaats van Openbare Werken aan de Raaks, anders maken de jon gens ze maar kapot!" Verdachte gaf een nadere verklaring ter terechtzitting van zijn goede daad. Hij is opzichter over een stuk weiland in de buurt van het Slachthuis en in deze functie on dervond hij veel last van tegels of stukken van tegels, die de jeugd haalde uit het trot toir- van de Oorkondelaan. Deze tegels wer den dan op het weiland of het opgespoten land of ook wel in de sloten van het land gedeponeerd. Verdachte moest aan maar maken dat ze er weer af en uit kwamen. Hij lrad, naar hij zeide, Openbare Werken her haalde malen opgebeld, en gewaarschuwd en medegedeeld, wat er met het trottoir aan de Oorkorrdelaan gebeurde, maar het had niet geholpen. Nu hoopte hij door zijn goede daad Openbare Werken te doen in zien dat hier ingegrepen diende te worden aangezien anders steeds meer kostelijke ge meentelijke tegels verloren zouden gaan. De rijwielhersteller ging nog al te keer en beschuldigde Openbare Werken van slor digheid en den hoofdagent van stommiteit. Hij bleef volhouden, dat wederrechtelijke toeëigening der tegels absoluut niet in zijn bedoeling had gelegen. Maar nu kwam een schoenmaker uit de Oorkondelaan roet in het eten gooien. Hij woont dicht, in de buurt van O. en hij had gezien dat de tegels uit de keuken van diens woning werden aangegeven en dat verdachte ze op den handwagen laadde, waar het zeil doek al half overheen lag. Verdachte echter wraakte dezen getuige op felle wijze, zeide dat get. in de buurt be kend stond als „de dronken smeerlap" en maakte zijn voornemen bekend een klacht wegens meineed tegen den schoenmaker in te dienen, ,,als de Justitie tenminste bereid zou zijn, deze klacht te aanvaarden, want de Justitie is ook wel eens niet bereid." „Deze man is een verrader," aldus verdachte, „want hij heeft juist den hoofdagent gewaar schuwd!" En hij kwam er nog eens op te rug dat tal van tegels op de door hem aan geduide plaatsen door baldadige jongens worden gedeponeerd en zoo hun bestem ming missen en aigeheele vernieling tege moet gaan. Een getuige a décharge, de portier van het Openbaar Slachthuis, dat aan de Oor- kondeiaan gelegen is. verklaarde dat are laan altijd een leeüjk, verbrokkeld trottoir heeft gehad. Ongeveer een jaar geleden had hij Openbare Werken hierover opgebeld. Er is toen iemand geweest om te tegels op te zoeken. In den laatsten tijd is het trottoir gerepareerd en is er een houten rand langs is toen iemand geweest om de tegels op te meer zoo gemakkelijk kunnen uithalen. N.V. KELLER EN MACDONALD N. S. F* PHILIPS ZATERDAG 13 JULI. HILVERSUM* 1071 RL 10.00 Morgenwijding. 12.15 Concert door het AVRO-Kwintet. 2.00 Filnrpraatjo door Max Tak, 2.30 Aansl. van het Tuschinsky- Theater te Amsterdam. 3.30 Kurhaus to Scheveningen. Dansmuziek. 5.00 Lezingreeks over: Bouw en Wezen der Materie door Dr. C. M. Sluiter. 5.45 Grampohoonmuziek. 6.01 Concert door het Omroeporkest. Lottl Mus- kens-Sleurs (sopraan). 7.00 Voortzetting van het concert. 8.00 VARA. Orkestconcert, vo cale solist, voordracht. 10.45 VARA. Levens liederen. 11.15 VARA, Gramophoonmuziek. HUIZEN. 336.3 M. Na 6 uur 1852 M. Uitsluitend K.R.O.-uitzending. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.15 Con cert door het KRO-Trio. 1.15 Gramophoon muziek. 2.00 Kinderuurtje. 5.00 Gramophoon muziek. 6.30 Vertelkwartiertje. 6.45 Journa listiek weekoverzicht. 7.00 Gramophoonmu ziek. 7.30 Lezing over: Nationaliteit en Na tieleven. 8.00 Concert, Orkest en sopraan. 9.30 Nieuwsber. 11.00 Concert. Orkest. DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 1.20 Orkest- concert. 3.50 Dansmuziek. 4.45 Vliegdemon- straties door de Royal Air Force. 5.35 Kin deruurtje. 6.20 Muzikaal Intermezzo. 7.05 Piano-recital. 7.20 Lezing. 7.35 Wedstrijdver slag. 7.50 Voorlezing. 8.05 Orkestconcert. Me- rion Morris, bas-bariton: 9.35 Lezing. 9.35 Vaudeville. 1Q.55 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1744 RL 9.20 Gramophoonmuziek. 4.35 Dansmuziek. 6.55 Gramophoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. 9.50 Dansmuziek. LANGENBERG 473 M. 7.50 Orkestconcert. 10.35 Gramophoonmu ziek. 12.45 Gramophoonmuziek. 1.25 Orkest concert. 5.55 Gramophoonmuziek. 8.20 Vroo- lijke avond. Daarna tot 1.20 Dansmuziek. ZEESEN, 1649 RL 6.10 Lezingen. 5.20 Orkestconcert 6.20 Le zingen. 8.20 Orkest en zang. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. HARIBURG 372 Rï. 4.10 Voordracht met muzikale illustratie. 5.20 Viool-recital. 6.35 Orkestconcert. 7.20 Met den microfoon te Büsum. 8.20 Wald- meister. Operette in 3 bedr. van Gustav Da- vis. Muziek van Johann Strauss. 11.05 Dans muziek. BRUSSEL, 512 Rï. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Gramophoonmuziek 8.35 Soüsten-concert. 9.20 Orkestconcert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 7