EERSTE KAMER.
franspiresrende
voeten
BINNENLAND
RADIO-PROGRAMMA
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 12 JULI 1929
11 Juli 1929.
De financiëele verhouding in den Senaat. Aan aan
neming behoeft niet getwijfeld te worden. Veel lof
en veel vragen.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Os. pe-r repel.
Erkend de hes te
ARROND. RECHTBANK.
Opruiende taal.
De 53-jarige J. A. C. H., van beroep schil
der en alhier wonend, was gedagvaard om
dat hij op 5 Mei van dit jaar, dat was op
een Zondag, opgeruid zou hebben tot verzet
tegen de politie.
Op dien Zondag, des morgens te half 12,
zag de verkeersagent, die dienst deed op den
hoek van de Anthoniestraat en de Lange
Heerenvest, een optocht van ongeveer 120
man van de Communistische Jeugdvereeni-
ging „De Koerier" naderen. Hij zag dat in
den stoet werden medegevoerd en ont
plooid: roode vlaggen, waarop de afbeelding
van een sikkel en een hamer en een rood
doek met communistische leuzen. Toen de
optocht ging langs de R.K. kerk in de An
thoniestraat werd er nog eens extra-hard
gezongen, waarop de agent den stoet tot
stilstand wilde brengen, zeggende: „Vlaggen
en doeken neer! Dat is verboden zonder
vergunning!"
Een man, die deel uitmaakte van den stoet
had toen geroepen: „Vlaggen en doeken in
de hoogte! Loop dien vent onder den voet!"
Inderdaad werd aan deze opwekking gevolg
gegeven: eenigen liepen tegen den agent,
die op zijn ééne knie vieL Later werden de
vlaggen en doeken neergelaten.
De agent herkende in verdachte pertinent
den man, die de opruiende taal had gebruikt
maar deze zeide, dat de agent zich vergiste.
Vroeger, bij het vooronderzoek, had hij ver
klaard. dat een Amsterdammer, die bij hem
in de buurt liep en „net zoo gekleed" was,
de geïncrimineerde woorden had geroepen.
N u zeide hij. dat hij zich alles niet meer zoo
precies herinnerde, maar in ieder geval was
hij het niet geweest, want hij liep wel 200
meter van het hoofd van den stoet af en de
agent duidde hem aan, als ongeveer in het
midden te hebben geloopen. Bovendien had
hij juist nog tot voorzichtigheid en tot vol
doen aan het bevel aangemaand.
Maar toen de eisch van het O. M.: één
maand gevangenisstraf met aftrek van de
18 dagen preventieve hechtenis, gevallen
was, merkte hij op: „Als die agent het zegt,
moet het zoo wezen."
De verdediger, Mr. A. S. De Leeuw, meende
dat de mogelijkheid van een vergissing van
den agent toch geenszins uitgesloten was.
Aan 't bevel van den agent is tenslote toch,
zij het na eenige strubbeling, gehoor gege
ven. Verdachte is werkloos geweest gedu
rende 1 jaar en heeft nu juist weer werk ge
vonden. Reden waarom pleiter, als de Recht
bank verdachte schuldig oordeelde, het op
leggen vroeg van op zijn hoogst een gevan
genisstraf gelijkstaande met den tijd, dien
de schilder In verzekerde bewaring had
doorgebracht.
Uitspraak Donderdag 25 Juli.
De verdediger, Mr. Driisma, had den heer
Abr, Meyer,verdachte "s patroon (van de
Vereen, tot. Zedel. Verbetering van Gevan
genen) gedagvaard. De heer Meyer legde
gunstige verklaringen betreffende verdach-
tes gedragingen In de laatste drie jaren af.
Hij verdient nu met eerlijken arbeid zijn
brood, maar moet nog meer leeren, zich aan.
te passen aan de maatschappij.
Een halve broeder van O. kwam verkla
ren dat hij eigenlijk tot de goede daad
had aangespoord. Hij had gezegd: „Je bent
zoo onpopulair in Haarlem. Breng nu eens
een partij tegels naar Openbare Werken. Dat
zal een goeden indruk maken!"
Het O. M. bleef vasthouden aan de weder
rechtelijke toeëigening, dio het bewezen
achtte. Verdachte ontkent het feit, dus van
een voorwaardelijke straf kan hier geen
sprake zijn. De eisch luidde 2 maanden ge
vangenisstraf.
Verdachte bleef zijn daad als ..een zuivere
daad van gemeenschapsgevoel" beschou
wen.
De verdediger, Mr. Driisma, vond dat de
hoofdagent een kapitale fout had gemaakt,
door verdachte dadelijk aan te spreken, in
plaats van hem te volgen om te zien wat hij
eigenlijk met zijn vrachtje ging doen. De
hoofdagent heeft het hierdoor O. M. en
Rechtbank moeilijk gemaakt. PI. kon overi
gens niet begrijpen, waarop het O. M. zijn
bewijs grondde. Volgens de nieuwe strafvor
dering mag op vermoedens vooral niet
veroordeeld w'orden. Verdachte is iemand
van een zeer weerbarstig en moeilijk karak
ter en pl. achtte het-, uit sociaal oogpunt,
niet goed van den Officier, juist zóó iemand
voor zoo'n twijfelachtig geval te vervolgen.
De gevraagde straf achttte pl. veel te
zwaar. Eenigen tijd geleden is aan iemand
f 1000 boete opgelegd, die zich tegels had
toegeëigend. Laat men de verhoudingen der
inkomens van de bij deze beide tegelzaken
betrokkenen in aanmerking nemen en O.
een boete opleggen, in evenredigheid met
zijn Inkomen.
De uitspraak werd bepaald op Donderdag
25 Juli.
INGEZONDEN 1UEDEDEEL1NGEN
a 60 Cts. per regel.
j enanderetranspireerende lichaamsdeelen moet
J men behandelen met Purolpoeder.als zijnde het
j meest afdoende middel daarvoor.
Purol-Voet - Tollet- en Kindarpoeder In Bussen
I van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten.
Over het wetsontwerp tot regeling van de
financieële verhouding tusschen Rijk en ge
meenten hebben vandaag het woord gevoerd
de heeren Janssen (r.k.), de Zeeuw (s.d.), de
Veer (a.r.) en Verkouteren (c.h.)
Vandaag overheerschte al was er lof
prijzing genoeg, maar ook critiek het
uiting geven aan het voornemen om vóór te
stemmen, in onderscheiden toonaard.
Lofprijzing genoeg! Alle sprekers, van welke
richting ook, huldigden den minister om zijn
vlugge werk, om de kloeke greep die hij
deed, waaraan geniale karaktereigenschap
pen niet werden ontzegd. Lofprijzing, ook al
had men desideratie, ook al had men min of
meer scherpe critiek.
Behoorde de heer Blomjous tot degenen,
die zónder restrictie met den minister mede
gaan, de andere sprekers zeiden te zullen
medegaan, hetzij omdat zij het goede in het
ontwerp het kwade sterk zagen overheer-
schen, hetzij omdat het ontwerp althans een
oplossing brengt voor het lang hangende
vraagstuk, een oplossing, die, wordt het ont
werp niet aangenomen, voorloopig zou uit
blijven. Dit standpunt nam b.v. de heer de
Zeeuw in. Deze heeren waardeerden zeer de
meer billijke verdeeling der algemeene las
ten over de gemeenten, welke te verwachten
Is van het wetsvoorstel. En ten slotte was er
nog de figuur van den heer Koster, die het
ontwerp een sprong in het duister noemde
voor de gemeenten, vele bezwaren te berde
bracht en eerst wil afwachten, wat de minis
ter op de bezwaren zal antwoorden, voor hij
zich vóór verklaart.
Intusschen betoogden o.m- de heer de Vlugt
reeds (de minister zal dat betoog wel onder
schrijven), dat het niet aangaat precies te
willen weten, wat de gevolgen voor elke ge
meente op zich zelf zullen zijn, voor men
het ontwerp wil aanvaarden, wijl alleen al
gemeene beginselen, die het totaal der ge
meenten omvatten, moeten overheerschen.
En die ziet ook de heer de Vlugt als goed,
zij 't, dat hij op enkele punten het ontwerp
anders had gewenscht.
Algemeen heeft de Kamer vandaag betoogd,
dat het ontwerp geen aantasting beteekent
van de gemeentelijke autonomie, in ieder
geval geen verandering brengt in den toe
stand van het oogenblik, d.w.z. den toestand,
zooals deze sedert 1848 geldt. De toestand,
dat de rijkswet de grenzen van het gemeen
telijk belastinggebied beperkt. Ook de heer
de Zeeuw betoogde hetzelfde tegenover den
heer Wibaut.
De heer de Zeeuw gaat, gelijk gezegd, met
het ontwerp mede, maar hij had ernstige
bezwaren tegen de vlugge behandeling van
het ontwerp, waardoor verschillende cijfers
niet bekend zijn geworden, cijfers die de heer
de Zeeuw b-v. als Rotterdamsch wethouder
van Financiën gaarne had gekend.
Een meer billijke verdeeling der lasten van
de gemeenten werd als goed'e uitwerking van
het ontwerp algemeen gewaardeerd. De fi
nanciëele verhouding wordt tegelijk geregeld
zei Mr. Janssen. Met uw welnemen al
dus de heeren de Zeeuw en de Veer er
wordt met de regeling dier verhouding slechts
een begin gemaakt, er zal steeds nauwlettend
op de ontwikkeling moeten worden acht ge
geven en telkens zal men de goede richting
in het oog moeten blijven houden. Wat
eigenlijk critiek beteekende op het stelsel der
wet, dat toch een volslagen systeem bedoel
de.
De heer Janssen vreesde met den heer
Wibaut, dat de nieuwe wet niet genoeg rek
baarheid zal geven aan de gemeentelijke be
lastingen, waardoor de personeele belasting
sluitpost voor de gemeentelijke belastingen
zal moeten worden met alle gevaren van dien
voor een zware belasting van de kleine in
komens. De heer Janssen noemde als voor
beeld een kleine Lïmburgsche gemeente, die
gedupeerd is door de afschaffing van het
mijnrecht. Maar is zulk een gemeente maat
gevend? Voor dergelijke is de garantiebe
paling er.
Ook de heer Janssen had gaarne, evenals
de heer Koster, meer cijfers gewenscht voor
de onderscheidene gemeenten. Hoe veel
cijfers men ook wenscht. toch zag men m het
ontwerp-de Geer. vrij algemeen een systeem
met goede kansen, waar de Staatscommissie
van 1927 zelfs nog niet met een begin van
een systeem is gekomen. De onvoldoend-
ONTDUIKING VAN FORENSEN
BELASTING.
EEN OVEREENKOMST MET DE
GEMEENTE OOSTVOORNE.
De „Voorwaarts" maakt melding van een
geval van ontduiking van de Forensenbelas
ting, dat met medewerking van het ge
meentebestuur van Oostvoorne is in elkaar
gezet en eenige jaren geduurd heeft.
Op een vergadering, vier jaar geleden te
Oostvoorne belegd waar de subsidie bespro
ken werd die particulieren aan de Rotter-
damsche Tramweg Mpij. zouden moeten ver-
leenen om deze maatschappij in staat te
stellen een sneldienst gedurende het gehee-
le jaar te doen inleggen werd gevraagd, de
woonforensen wat coulanter te behandelen.
Het gevolg hiervan was. dat B. en W. en de
raad van Oostvoorne met de forensen een
overeenkomst sloten, waarbij het gemeente
bestuur zich verplichtte hen niet aan de
rijksbelasting-administratie op te zullen ge
ven. mits zij 1 1/2 pCt. van hun belastbaar
inkomen betaalden ten behoeve van de ge
meente. Vooral de burgemeester, de heer H.
P. A. Buysing Damsté, had zich, zegt het
blad, een vurig voorstander betoond van
deze geheime overeenkomst en wel in het be
lang der gemeente-financiën.
Hoe het uitkwam.
Twee jaren lang ging dit onder-onsje goed,
maar in 1927 kwam bij de gemeente-verkie
zingen nir. J. A. de Jong, kantonrechter te
Brieile, in den raad en hoewel het nieuwe
college onkundig werd gelaten met de belas
ting-ontduiking. frappeerde het hem dat een
verantwoording van inkomsten uit de Foren
senbelasting op de begrooting ontbrak, hoe
wel er in de gemeente een vrij groot aantal
forensen was. Toen hem de toedracht der
heid van wat het rapport dier Staatscom
missie bracht, hebben de heeren de Vlugt
en de Zeeuw met animo aangetoond.
Zagen de heeren Blomjous en de Vlugt
door het ontwerp aan de lust tot uitgeven
van verschillende gemeenten een rem aan
gelegd en keurden zij, vooral de eerste, dat
goed, de heer de Zeeuw bestreed den R.K.
Senator fel hij zei, dat er in ons land niet
de minste reden is, om de noodzakelijkheid
van zulk een rem te gevoelen.
En de heer Koster twijfelde er aan, of 'het
ontwerp op dit punt wel dienstig zou kunnen
zijn hij vreesde zelfs van het ontwerp een
algemeene stijging van belastingdruk. Voor
bijziende overigens, dat de scherpe verschil
len in druk door het ontwerp zullen worden
weggenomen. De heer Koster maakte den in
druk, alsof hij het bestaan van belasting-
vluchtheuvels nu niet zoo heel verkeerd vond
althans hij vreesde voor 't ontwerp be-
lastingvlucht.
Nog eens opperde de heer Koster bezwaar
tegen het behoud van de zakelijke bedrijfs
belasting en van het mijnrecht. Algemeen
drong men er op aan, dat de tosstand van
het oogenblik niet zal terugkeeren. Dat wil
de regeering natum-lijk evenzeer voorkomen.
Maar met het stelsel der regeering is toch in
strijd de wensch van den heer de Vlugt om de
gemeenten in staat te stellen een eigen in
komstenbelasting te heffen. Dan immers
zou opnieuw het kwaad der groote verschil
len ontstaan. De verschillen werden te groot,
betoogde ook Mr. Reijmer, te groot, zelfs
wanneer men vasthoudt aan een scherpe de
centralisatie van de bestuurstaak. Mr. Reij-
rper zag, evenmin als de andere sprekers, ge
varen voor de aantasting der gemeentelijke
autonomie.
De heer de Vlugt waarschuwde in dit ver
band tegen een overschatting van de ge
meentelijke taak de gemeente, zei hij,
moet niet het terrein worden voor b.v. sociale
proefnemingen. Ook daarom aanvaardde hij
het ontwerp. Evenals de heer Reymex, die het
een sociaal cultureel kwaad noemde,
wanneer de rijken zich gingen concentreeren
in bepaalde gemeenten.
De heer de Veer daarin scherp bestre
den door Mr. Reymer pleitte met den heer
Slingenberg voor bepalingen, die een foren
senbelasting hadden doen behouden. Mr.
Reijmer betoogde echter dat een forensen
belasting volkomen in strijd zou zijn met het
systeem van der ministers ontwerp.
Tenslotte hoorde de Senaat ook nog den
heer Verkouteren, die met velerlei historische
herinneringen (ditmaal sprak hij over het
graanzaakje van Jozef in Egypte en over den
tijd, toen elke stad nog haar eigen goden
had, „maar die goeie tijd komt nooit
weerom!") betoogde, dat de gemeente niet
alteveel autonomie moeten hebben. Dege
nen zei hij die het hardst om autonomie
roepen, maken er gemeenlijk het
slechtst gebruik van. Dat is al
les maar voor de socialerigheid."
Laat op den middag kwam de minister van
Financiën aan het woord, die allereerst zich
richten wil tot de vrienden van het ontwerp,
die feilen wilden aanwijzen. AI zou de heer
de Geer niet alle feilen kunnen erkennen.
B.v. daar, waar de heeren Koster en De
Zeeuw geklaagd hadden over een overhaaste
behandeling van het ontwerp door de Twee
de Kamer. Dit weersprak hij ten eenenmale.
Er is wel met voortvarendheid gewerkt,
maar niet met overhaasting: deugdelijk is
er gearbeid. Inderdaad alles behoeft toch
niet vervelend lang te duren in de Volksver
tegenwoordiging voor het goed is.
Voorts heeft de heer de Geer nóg enkele
onderdeelen der behandeling in de Tweede
Kamer besproken, die geen hoofdzaken van
het ontwerp raken. Wel betoogde de minis
ter n.a.v. het betoog van wethouder Slingen
berg, dat de „verplichte" onderwïjs-uitga-
ven, die alleen meetellen bij de berekening
voor de „tooverformule", zeer eng be
grensd zullen zijn. Maar het vervolg
onderwijs zal toch wel degelijk gerekend wor
den tot de verplichte uitgaven.
Morgen hooren wij den minister de hoofd
punten van zijn ontwerp verdedigen. Hij is,
wat men noemt „geladen".
INTIMUS.
zaak werd medegedeeld, kon hij zich met de
houding van het gemeentebestuur niet ver-
eenigde en omdat de burgemeester er zich
op had beroepen, dat er in tal van gemeen
ten een dergelijke overeenkomst bestond,
wendde hij zich tot Gedep. Staten van Zuid-
Holland, terwijl ook minister Kan door be
middeling van het Tweede Kamerlid Dorp
met de zaak in kennis werd gestéld.
Het gevolg was. een brief van Gedep. Sta
ten aan het gemeentebestuur, waarin afkeu
ring werd uitgesproken, beëindiging van de
ongeoorloofde overeenkomst werd geëischt,
benevens terugstorting van de aande ge
meente b-etaalde gelden. In den raad verde
digde de burgemeester zijn houding door te
zeggen dat de woonforensen-belasting altijd
als onbillijk gevoeld was en dat de gemeente
door het korte verblijf der forensen belang
rijke inkomsten delfde, wel een zevende van
den hoofdelijken omslag. Daarom was de
overeenkomst gemaakt uitsluitend in het be
lang der gemeente en meende het gemeente
bestuur ook gehandeld te hebben in den
geest der gemeentenaren, die de woonforen
sen liever in hun midden zien dan verjaagd.
De burgemeester en de geheele raad toon
de zich zeer verbolgen op mr. De Jong, die
een motie van afkeuring op zijn dak kreeg,
omdat hij zich „met terzijdestelling van het
gemeentebelang en het prestige van het ge
meentebestuur" tot Gedep. Staten gewend
had. De heer De Jong heeft daarop ontslag
genomen als raadslid.
Verantwoording aan Ged. Staten.
Het blad verneemt verder, dat Gedep.
Staten het gemeentebestuur opdracht heb
ben gegeven de gelden, die op deze ongeoor
loofde wijze in 1926 en 1927 door de gemeen
te zijn verkregen, alsnog te verantwoorden.
Tevens zou het gemeentebestuur dan moeten
verklaren, dat behalve de in de verstrekte
opgaaf vermelde, geen ontvangsten meer
waren binnengekomen of uitgaven waren ge
daan, welke buiten de gemeenterekening of
de gemeentekas zijn gehouden.
MR. W. L. BARON DE VOS VAN
STEENWIJK.
Zeventig jaar.
Het lid der Eerste Kamer mr. W. L. baron
de Vos van Steenwljk bereikte heden, Don
derdag den zeventig jarigen leeftijd. Door
verblijf in het buitenland heeft de heer De
Vos van Steenwijk zich aan iedere huldiging
onttrokken meldt het Hbld.
HET VLOTBRENGEN VAN DE
„EUGENIA".
HET SCHIP WORDT OPGEVIJZELD.
De laatste dagen heeft men een andere
wijze toegepast, om het op den zeedijk te Den
Helder gestrande Grieksche stoomschip
„Eugenia" vlot te brengen, meldt het Hbld.
Aan bakboordzijde, aan den dijkkant, heeft
men een zestigtal vijzels geplaatst, met de
bedoeling door het opdraaien daarvan het
schip naar stuurboordzijde te doen hellen,
zoodat het van de steenen, waarop het ge
boeid zit, vrij komt.
Het resultaat van het werken van Maan
dag en Dinsdag is dat het schip reeds 15 c.M.
meer slagzij heeft gekregen. Men hoopt daar
door dat het schip van den dijk zal glijden
en eerst dan zullen er weer sleepbooten voor
komen.
NA DEN MOORD OP EEN
PLANTERSVROUW.
EEN BEROEP OP DE KONINGIN.
Een plantersvergadering te Siantar. waar
300 personen aanwezig waren, besloot de pers
te verzoeken een krachtig protest rond te ba
zuinen tegen de toenemende bandeloosheid
van den koelie, waarvan thans ook de vrou
wen van de assistenten het slachtoffer wor
den, seint Aneta uit Medan.
Medansche dames hebben het plan opge
vat tot het richten van een petitie aan de
koningin in verband met den moord op me
vrouw Landzaat.
Onafhankelijk daarvan hebben 167 dames
uit Asahan, Someloengan en Batoebarah he
denmorgen telegrafisch een petitionnement
van 383 woorden aan de koningin gezonden,
waarin gesmeekt wordt om interventie ter
verkrijging van veiligheid in de cultures.
DE EX-KEIZER WENSCHT NIET TE VER
TREKKEN.
Alleen met voorkennis van
onze regeering kan hij naar
Duitschland gaan.
Het Hbld. schrijft: „Onze Parijsche cor
respondent heeft melding gemaakt van de
bezorgdheid, welke in de Fransche pers tot
uiting is gekomen over de mogelijkheid van
een vertrek van den Duitsch'en ex-keizer
naar Duitschland, nu de wet op de bescher
ming van de republiek is komen te vervallen.
De Fransche pers acht den terugkeer van
den ex-keizer ongewenscht en schijnt te
denken, dat de Nederlandsche regeering zijn
vertrek absoluut kan voorkomen.
„Het is niet goed, dit misverstand in de
buitenlandsche pers te laten voortleven en
daarom vestigen wij er hier de aandacht op,
dat de Nederlandsche regeering van den
ex-keizer slechts bedongen heeft dat hij
nooit „zonder haar voorkennis" zal vertrek
ken. Dit beteekent dus wel, dat de Neder
landsche regeering het vertrek van den ex-
keizer in haar hand heeft, maar niet in
absoluten zin, dat zij nimmer tot zijn ver
trek haar medewerking zou kunnen ver-
leenen. Men gevoelt wel, dat de Nederland
sche regeering moeilijk bezwaren zou kunnen
maken tegen een vertrek, wanneer de ex-
keizer met haar daarover in overleg zou
treden en ook de medewerking van de Duit-
schc regeering zou weten te verkrijgen.
„Intusschen behoeft men zich in de Fran
sche pers niet ongerust te maken, want van
de meest bevoegde zijde hebben wij de ver
zekering gekregen, dat de ex-keizer niet
wenscht te vertrekken. Hij heeft er niet
aan gedacht."
INT. KAMER VAN KOOPHANDEL
Sir Arthur Balfour over
het Congres.
Een medewerker van het Hbld. was in de
gelegenheid Sir Arthur Balfour, de leider der
uit niet minder dan 97 personen bestaande
Engelsche delegatie op het congres van de
Int. Kamer van Koophandel te Amsterdam,
naar zijn oordeel over het congres te vragen.
Sir Arthur, een der grootste Britsche staal
fabrikanten, vice-president der ïnternation-
nale Kamer van Koophandel, verklaarde dat
het Amsterdamsche congres meer dan eenig
vorig congres kan worden beschouwd als een
stap in de richting van de internationale
samenwerking en wereldvrede. Zoo lang
zamerhand kennen de leiders der delegaties
elkaar en kunnen zij op vertrouwelijke wijze
van gedachten wisselen.
DE LAND ARBEIDERSSTAKING IN
OOSTELIJK GRONINGEN
De uitkeering aan de Iandarbeïdsters in
Oostelijk Groningen, welke wegens beëindi
ging van de wiedperiode tijdelijk was stopge
zet. zal met ingang van a.s. Maandag weer
beginnen. Tot dusverre heeft de Nederland
sche Landarbeidersbond aan de stakende
landarbeiders en -arbeidsters een bedrag
van ongeveer 225.000 uitgekeerd, aldus de
N. R. Crt.
REMBRANDT-POSTZEGELS.
De administratie der posterijen heeft aan
de Vereeniging „Rembrandt" tot behoud en-
vermeerdering van kunstschatten in Neder
land hare medewerking toegezegd voor de
uitgifte van een serie bijzondere frankeerze
gels, dragende de beeltenis van Rembrandt.
Ook bestaat de mogelijkheid dat- een der ze
gels een symbolische voorstelling zal dra
gen.
De zegels zullen verschijnen in de waarden
van 5, 7 12 en 12 12 cent en verkocht wor
den met een toeslag van 5 cent per stuk,
waarvan de netto-opbrengt ten bate van ge
noemde vereeniging zal komen. De zegels
zullen voor frankeering geldig zijn tot 30
April 1930.
Een goede daad.
De 25-jarige C. O., rijwielhersteller alhier,
moest terechtstaan, omdat hij op 26 April
j.l. zich een 30-tal straattegels (van die
groote, vierkante, grijze: één lag er als stuk
van overtuiging op de groene tafel), toebe-
hoorende aan de gemeente Haarlem, weder
rechtelijk had toegeëigend.
Op dien dag zag een hoofdagent van poli
tie verdachte op de Lieve Vrouwengracht
naderen; hij duwde een handwagen voort in
de richting van de Melkbrug en op dien
handwagen lag een partij tegels, overdekt
met zeildoek. De hoofdagent informeerde wat
O. met dat vrachtje wilde uitvoeren, waar
op hij ten antwoord kreeg: „Ik wil ook wel
eens een goede daad doen. Ik breng deze te
gels naar de opslagplaats van Openbare
Werken aan de Raaks, anders maken de jon
gens ze maar kapot!"
Verdachte gaf een nadere verklaring ter
terechtzitting van zijn goede daad. Hij is
opzichter over een stuk weiland in de buurt
van het Slachthuis en in deze functie on
dervond hij veel last van tegels of stukken
van tegels, die de jeugd haalde uit het trot
toir- van de Oorkondelaan. Deze tegels wer
den dan op het weiland of het opgespoten
land of ook wel in de sloten van het land
gedeponeerd. Verdachte moest aan maar
maken dat ze er weer af en uit kwamen. Hij
lrad, naar hij zeide, Openbare Werken her
haalde malen opgebeld, en gewaarschuwd
en medegedeeld, wat er met het trottoir
aan de Oorkorrdelaan gebeurde, maar het
had niet geholpen. Nu hoopte hij door zijn
goede daad Openbare Werken te doen in
zien dat hier ingegrepen diende te worden
aangezien anders steeds meer kostelijke ge
meentelijke tegels verloren zouden gaan.
De rijwielhersteller ging nog al te keer
en beschuldigde Openbare Werken van slor
digheid en den hoofdagent van stommiteit.
Hij bleef volhouden, dat wederrechtelijke
toeëigening der tegels absoluut niet in zijn
bedoeling had gelegen.
Maar nu kwam een schoenmaker uit de
Oorkondelaan roet in het eten gooien. Hij
woont dicht, in de buurt van O. en hij had
gezien dat de tegels uit de keuken van diens
woning werden aangegeven en dat verdachte
ze op den handwagen laadde, waar het zeil
doek al half overheen lag.
Verdachte echter wraakte dezen getuige
op felle wijze, zeide dat get. in de buurt be
kend stond als „de dronken smeerlap" en
maakte zijn voornemen bekend een klacht
wegens meineed tegen den schoenmaker in
te dienen, ,,als de Justitie tenminste bereid
zou zijn, deze klacht te aanvaarden, want de
Justitie is ook wel eens niet bereid." „Deze
man is een verrader," aldus verdachte, „want
hij heeft juist den hoofdagent gewaar
schuwd!" En hij kwam er nog eens op te
rug dat tal van tegels op de door hem aan
geduide plaatsen door baldadige jongens
worden gedeponeerd en zoo hun bestem
ming missen en aigeheele vernieling tege
moet gaan.
Een getuige a décharge, de portier van
het Openbaar Slachthuis, dat aan de Oor-
kondeiaan gelegen is. verklaarde dat are
laan altijd een leeüjk, verbrokkeld trottoir
heeft gehad. Ongeveer een jaar geleden had
hij Openbare Werken hierover opgebeld. Er
is toen iemand geweest om te tegels op te
zoeken. In den laatsten tijd is het trottoir
gerepareerd en is er een houten rand langs
is toen iemand geweest om de tegels op te
meer zoo gemakkelijk kunnen uithalen.
N.V. KELLER EN MACDONALD
N. S. F* PHILIPS
ZATERDAG 13 JULI.
HILVERSUM* 1071 RL
10.00 Morgenwijding. 12.15 Concert door
het AVRO-Kwintet. 2.00 Filnrpraatjo door
Max Tak, 2.30 Aansl. van het Tuschinsky-
Theater te Amsterdam. 3.30 Kurhaus to
Scheveningen. Dansmuziek. 5.00 Lezingreeks
over: Bouw en Wezen der Materie door Dr.
C. M. Sluiter. 5.45 Grampohoonmuziek. 6.01
Concert door het Omroeporkest. Lottl Mus-
kens-Sleurs (sopraan). 7.00 Voortzetting van
het concert. 8.00 VARA. Orkestconcert, vo
cale solist, voordracht. 10.45 VARA. Levens
liederen. 11.15 VARA, Gramophoonmuziek.
HUIZEN. 336.3 M. Na 6 uur 1852 M.
Uitsluitend K.R.O.-uitzending.
11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.15 Con
cert door het KRO-Trio. 1.15 Gramophoon
muziek. 2.00 Kinderuurtje. 5.00 Gramophoon
muziek. 6.30 Vertelkwartiertje. 6.45 Journa
listiek weekoverzicht. 7.00 Gramophoonmu
ziek. 7.30 Lezing over: Nationaliteit en Na
tieleven. 8.00 Concert, Orkest en sopraan.
9.30 Nieuwsber. 11.00 Concert. Orkest.
DAVENTRY, 1554 M.
10.35 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 1.20 Orkest-
concert. 3.50 Dansmuziek. 4.45 Vliegdemon-
straties door de Royal Air Force. 5.35 Kin
deruurtje. 6.20 Muzikaal Intermezzo. 7.05
Piano-recital. 7.20 Lezing. 7.35 Wedstrijdver
slag. 7.50 Voorlezing. 8.05 Orkestconcert. Me-
rion Morris, bas-bariton: 9.35 Lezing. 9.35
Vaudeville. 1Q.55 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1744 RL
9.20 Gramophoonmuziek. 4.35 Dansmuziek.
6.55 Gramophoonmuziek. 8.35 Orkestconcert.
9.50 Dansmuziek.
LANGENBERG 473 M.
7.50 Orkestconcert. 10.35 Gramophoonmu
ziek. 12.45 Gramophoonmuziek. 1.25 Orkest
concert. 5.55 Gramophoonmuziek. 8.20 Vroo-
lijke avond. Daarna tot 1.20 Dansmuziek.
ZEESEN, 1649 RL
6.10 Lezingen. 5.20 Orkestconcert 6.20 Le
zingen. 8.20 Orkest en zang. Daarna tot 12.50
Dansmuziek.
HARIBURG 372 Rï.
4.10 Voordracht met muzikale illustratie.
5.20 Viool-recital. 6.35 Orkestconcert. 7.20
Met den microfoon te Büsum. 8.20 Wald-
meister. Operette in 3 bedr. van Gustav Da-
vis. Muziek van Johann Strauss. 11.05 Dans
muziek.
BRUSSEL, 512 Rï.
5.20 Dansmuziek. 6.50 Gramophoonmuziek
8.35 Soüsten-concert. 9.20 Orkestconcert.