FEMINA
OP REIS GAAN.
C©NTRA
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDERDAG
18 JULI 1929
Nu ja, kijk eens hier, mijn groote en
kleine, dikke en slanke zussen, al gaan we
nu niet allemaal een zeereis naar de Noor-
sche fjorden maken, of een reisje om de
wereld, of enkel maar een toertje naar de
Middellandsche Zee, en al bestaat onze zo
merreis misschien maar uit een tram- of
autobusritje, dat verandert niets aan de
zaak, dat op het oogenblik het punt aan de
orde is; reiscostumes! En al trekken we
daar misschien zelf nu geen profijt van,
laten we ons dan maar verkneukelen in het
plezier dateen ander ermee zal hebben.
Buitendien, het begrip „reiscostume" is
zeer rekbaar. Het wil eigenlijk niets anders
zeggen dan: een zomercostume, dat eenlgs-
zins sportief Is, zonder veel „franje", gemak
kelijk, van een degelijke stof, die niet bij
zonder gevoelig is voor „stof" en zoo. Met
dit laatste „stof" dan bedoelend; het stof van
den weg. En kijk daarom de plaatjes maar
eens aan. Het eerst hebben we, van links
naar rechts, een ensemble van tweedstof
(grijs, groen, geel), bestaande uit een man
tel, een overhemdje en een rok. De lange
mantel is gegarneerd met opgestikte stroo-
ken van dezelfde stof, terwijl de kraag van
effen stof is. Het overhemdje is van bleek
gele crêpe de chine. De rok, met één groep
plooien op zij, heeft een ceintuur van zwart
lakleer. Daarnaast een ensemble van beige
en kastanjebruin. De mantel, klokmodel,
heeft opgestikte banden op den rug en is
van beige kashabure. De rok, eveneens
klokkend, is van dezelfde stof. Het mantel
tje zonder mouwen is van echt of imitatie
bruin peau de suède. Daaronder wordt een
heel bleek-geel (citroen) overhemdje ge
dragen. Voor de tropen is-dit toilet niet be
paald geschikt. Maar voor een Hollandschen
zomerTen slotte een tailleur voor de reis,
natuurlijk geruit, of beter nog „geblokt",
bijvoorbeeld van grijs, rood en zwart. Voor
tengere figuurtjes aan te bevelen. Alleen
zult u natuurlijk wel af en toe het oude
grapje moeten hooren, dat zoo'n costume
zoo makkelijk is, omdat men het gebruiken
kan om dam mee te spelen, als" men zich
verveelt onderweg.
MADELEINE.
VACANTIE-KLEEDING.
Juli en Augustus zijn de maanden van
„zalig" niets aoen. Want baden, zeilen, ten
nissen en meer dergelijke heerlijkheden
kan men toch geen werken noemen. Neen,
deze daigen doen we allen uitsluitend en al
léén voor ons genoegen en voor onze gezond
heid.
Voor deze speciale vacantiediagen vullen we
onze garderobe aan met een paar leuke
sportjurken, die ons op slag al de voorpret
van vacantietijd d-oen genieten en ons ta
fereeltjes voor oogen tooveren zóó liefelijk,
dat we met ongeduld den tijd vooruit zouden
willen loopen.
Helaas, ook zonder ons „vooruitloopen",
vliegt de tijd reeds vlug genoeg en maar al te
spoedig verglijden de heerlijke zomerdagen.
Maar we grijpen de gelegenheid aan en be
ginnen met ons gereed te maken.
Wie aan tennissen doet, kieze een modem
leuk costuumpje van tussor, kunstzijde of
katoen. De meeste zijn mouwloos maar voor
haar, die niet gaarne zonder mouwen loopt,
zijn er aardige modellen genoeg. De nieuw
ste mode voor het tennisveld is het mouw-
looze manteltje van zijde in een zachte tint,
daarbij wordt meestal een oogenklep, over
trokken met dezelfde stof, gedragen.
Voor 't strand is het zeer „en vogue" een
van die aardige, levendig gekleurde cardigans
te dragen in zij of wol met een bijbehoo-
rende sjaal.
Wat nog meer als speciaal voor het strand
kan worden aanbevolen is een wit rokje van
flanel of zware waschzijde om bij een jumper
of blazer te dragen
Wilt ge er op uw wandeling echt gesoig
neerd uitzien? Als ge in plaats van zeilen,
roeien of tennissen een lust mocht gevoelen
te gaan teaen in de stad,' dan moet ge een bij
elkaar passende tasch en das hebben-
Bij eén japon van effen stof een gebloem
de of met figuren bewerkte das en tasch, en
bij een gebloemde japon raad ik effen stof
voor de beide artikelen aan. Ge zult er echt in
de puntjes mee uitzien en tip-top a la mode
gekleed zijn. En wie van ons streeft daar
niet naar?
RECEPT.
ZOMERPEENTJES.
Om schrappen te voorkomen, kan men ze
een kwartiertje met zout bestrooid laten
staan, en ze dan schudden tot het vel er af
is. Een derde manier is, ze een paar minu
ten met water en zout' te koken en dan te
stroopen, net als men met kroten doet.
Vervolgens goed afwasschen en met of zon
der. zout een half uur koken. Afgieten en
met boter, al naar smaak wat suiker, en
gehakte peterselie stoven.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIGHOUDT.
EEN ZELFGEMAAKTE BAL.
Balspelletjes zijn voor de kleintjes altijd
zeer gewenscht. Het spel is daarbij een be
langrijke vorm voor het geestelijk en licha-'
melijk ontwikkelen van de kleuter. Zeker
moet er leiding zijn bij het spel en wel zeer
goede leiding. Degene, dit veel met kinderen
speelt, moet een goeden voorraad spelen heb
ben in elk geval een persoonlijkheid zijn,
waar kracht vanuit gaat en die veel van de
kleintjes houdt. Een groote vereischte voor
het spel bij de kleuters is wel deze: „Bij ieder
spel moet men alle kinderen betrekken, ook
zij die af zijn." Het is dikwijls vooral voor
de kleintjes zeer onaangenaam wanneer zij
gauw uitvallen en dan alleen maar toe
mogen kijken. Dit laatste moet zooveel
mogelijk vermeden worden.
Kent u voor de kleintjes het spelletje:
Ballen over de streep gooien? Dit gaat als
volgt:
Men trekt een streep over den grond en
laat de kinderen er achter staan. Achter de
streep zet men eenige kruisjes en op elk
kruisje gaat ook een kind staan. De kinde
ren, die op de kruisjes staan gooien op een
wenk hun ballen over de streep. Die voor
de streep staan mogen niet kijken en moe
ten ze pakken en op de kruisjes gaan staan.
Die eerst op de kruisjes stonden, gaan nu
onderwijl achter de streep.
Een aardig krijgertjesspel voor kleintjes
van 3 a 4 jr. is wel het heel eenvoudige
spelletje: „aftikkertje". Een groote kring van
kinderen wordt gevormd. Eén loopt er om
heen en tikt een ander op den schouder,
welke den eerste moet pakken. Die af is
komt in den kring en wordt afgelost door den
volgende gepakte.
Toch gaat er niets boven het echte vrije
spel. Hierin leeft het kind zich geheel uit:
Neemt U eens een kleuter van 2 jaar, deze
kon met het grootste genoegen vijftig maal
een deksel van een doos of pan op en af
doen. Daarna volgt voor de kleintjes de
heerlijke tijd van gooien en bouwen. Ver
volgens de tijd van de huishoudelijke spelen,
melkboertje spelen etc.
Voor de balspelletjes kunt U zelf een aar-
digen bal maken. Afbeelding a wordt 6 keer
geknipt: middellijnen 12 en 4 1/2 c-M. Maakt
U den bal vooral van leuke, bonte kleuren.
Een naad moet eraan geknipt worden. De 6
deelen worden aan elkaar genaaid en met
de hand gelijkmatig rondgeduwd. Mochten
de 6 deelen aan den bovenkant niet goed
aan elkaar sluiten, dan kunt u nog een
klein rond stukje innaaien. Nu nog opgevuld
en de bal is gereed. De bal kunt U in de
Tijdingzaal van ons blad vinden.
W. R.
Hoe we die beiden elkaar moeten leeren verdragen.
Zoodra de warmte haar intrede heeft ge
daan, doen de aarts-mopperpotten hun
mond open en beginnen allerlei lange tirades
te houden over de droogte, het onnatuurlijke
van het weer(!>, over te veel of te weinig
drinken, over te veel of te weinig eten. over
het verkeerde van koude, rauwe gerechten,
over het gezonde van warm drinken, over
het buitengewoon gevaarlijke van koud
drinken, over de barometer die zoo achtex-uit
gaat dus 't zal wel weer slecht weer
worden, over eksteroogen die steken en die
regen voorspellen (alsof dit niet veel ver
klaarbaarder is door aan opgezette voeten
te denken), enzoovoorts, enzoovoorts. En
zoodra dan het weer verandert, triomfeeren
zij met: heb-ik-'t-niet-vooi-speld, terwijl zij
het al twee of drie weken achter elkaar
voorspeld hebben; en zij beginnen dan maar
weer hun eindelooze gemopper te vervolgen
over het slechte weer.
Laten we één ding doen met dit heerlijk
warme zomerweer: genieten! Laten wij het
dan desnoods eens wat extra warm hebben,
't zal niet hinderen, en het is toch wel zoo
prettig om de natuur in haar zomerfeest
kleed te zien, dan in die sombere, kille
kleedij van enkele weken geleden, die wij
dan nog maar liefst van binnen uit gade
sloegen.
Maar wij dienen toch wel rekening te
houden met de warmte en met de levens
wijze die wij er, zij het dan ook tijdelijk, voor
moeten volgen.
Wanneer de zomerwarmte begonnen is,
hebben wij altijd een dag noodig om eraan
te wennen, en dat dan niet zoozeer, omdat
de overgang ons onaangenaam aandoet,
maar omdat wij er nog niet voldoende op
zijn ingesteld. Onze klceding is nog te dik,
we hebben nog niet uitgevonden, hoe we
onze kamers wat koel kunnen houden, we
drinken te weinig en we eten teveel en te
vet. Maar al spoedig zijn we eraan gewend:
onze kleeding is luchtiger geworden, we
sluiten al vroeg de gordijnen op den zonkant
en zetten ramen open aan die 'zijde waar de
zonnestralen nog niet bij kunnen, wij drinken
wat extra's en laten onze maaltijden zoo
als zij waren!
Dat is geen uitzonderingsgeval, maar zelfs
vrij algemeen: Aan alles wordt gedacht, be
halve aan het eten. Huisvrouwen die een
bepaald listig systeem van ventileeren hen-
ben bedacht bij warm weer, komen met vet
vleesch aan en andere zwar~ kost, want ..je
moet goed eten met die warmte", 't Gevolg
blijft natuurlijk niet uit: moeilijkheden met
leeg eten van de borden bij de kinderen,
kribbigheid en 'huilpartijen (want iedereen
is door de warmte prikkelbaarder dan
anders) en tenslotte ook weinig eetlust bij
de ouders zelf.
Er kan werkelijk wel wat van onze maal
tijden af, zonder dat we er dadelijk van
achteruitgaan zullen. Meestal worden wij
's zomers toch magerder, en of men nu al
zwaar eten geeft, het zal niets meer uit
richten dan een licht maal, eerder hebben
wij nog kans op een bedorven maag, wat nu
toch ook alweer niet zoo buitengewoon ge
zond is.
Daarom stellen wij ons dus in op lichte
kostjes, die er gemakkelijk in gaan, en dan
maken wij de combinaties der recepten zoo.
dat bedorven magen vrij zeker niet zullen
voorkomen. Om nu maar eens iets te noe
men: wij geven geen tomatensla en hangop
in hetzelfde middagmaal, want de gevolgen
kunnen minder aangenaam zijn. Wel echter
kan tomatensla met biefstuk en aardappelen
heel goed bij een koud griesmeelpuddinkje,
of bij een custard met. bananen, terwijl
de hangop een smakelijk nagerecht is na
een „hoofdgang" van gehakt met slakropjes
en aardappelen.
Nagerechten zijn altijd het struikelblok
voor de vrouw des huizes: met de warmte is
dat al heel eenvoudig, want dan laten wij ze
maar eens weg en geven vruchten als des
sert. 't Gaat er zeker met smaak in
en we kunnen het nog varieeeren ook.
door niet alleen versche vruchten op
tafel te brengen, maar ook gestoofde,
zooals kersencompöte, aardbeiencompóte. ge
stoofde bessen of kruisbessen, rhabarbermocs
en dergelijke.
Varkensvleesch schakelen wij zooveel mo
gelijk uit, maar groot rundvleesch is voor
velen die geen koele kelder bezitten, ook een
verboden artikel. Geen nood, het rundvleesch
kan, gesneden, heerlijk zijn voor de boter
ham. waarvoor anders toch iets besteld moest
worden, terwijl het ook voor gevulde tomaten
of komkommex-s bijvoorbeeld kan dienen, die
dan als voorgerecht het nagerecht kunnen
vervangen.
Een vleesclxlooze dag er tusschen door, met
eieren, sla en gebakken aardappelen is voor
menigeen een tractatie, tex-wijl daarbij als
„toetje" een citroenpudding past.
Soep is niet geschikt voor warm weer: het
verdrijft de weinige eetlust vrijwel heelemaal
en het maakt veel te warm- Wie gasten krijgt
en het traditioneele van soepen bij een
diner niet wil opgeven, neme dan vooral een
pittige heldere bouillonsoep, die niets zwaar
wichtigs heeft en die enkel maar dienst doet
ter opwekking.
Geef een niet te uitgebreide hors d'oeuvre
vooraf, laat daarop de heldere soep volgen,
kom dan met een vleeschschotel met ver
schillende groenten, en geef tenslotte als
dessert ijs, en wilt ge daar niet aan. omdat
ge den smaak van uw gasten niet kent, neem
dan een lichte pudding met een pittige
saus. geen zware taart of pudding die met de
warmte als een steen in den maag ligt.
Er is op deze wijze genoeg te bedenken
en hebt ge geen „culinaire fantasie" zooals
de huisvrouw die in het Alg. iïbld. klaagt en
die zegt 's avonds een half uur wakker te
liggen om het mexxu voor den volgenden dag
samen te stellen, tracteer uzelf dan eens
op eên kookboek met eenvoudige recepten
en ga daarin grasduinen: ge zult er zeker
wel wat goeds en wat nieuws in vinden.
E. E. J.—P.
RAADGEVINGEN VOOR DE
HUISVROUW.
Als men oude eikenhouten meubelen enz.
wil opknappen, ga men als volgt te werk.
Men doet wat gekookte lijnolie op een zachte
flanellen lap en wrijft het hout daarmee in,
in de richting van den vezel. De olie voedt
en reinigt het hout. Nawrijven met een
zeemleeren doek of een kussentje, dat met
fluweel overtrokken is.
Nadat men. een cake uit den oven heeft
genomen, is het verstandig hem een minuut
'of vijf in den vorm te laten. Dal zal hij er
gemakkelijk en zonder breken uitkomen.
Schoenen (zwarte) die hard zijn geworden,
nadat men ze in nat weer gedragen heeft,
moet men met warm water afnemexx en dan
met olie inwrijven- Men maakt schoenen ook
wel zacht door ze met petroleum te wrijven.
Als een lakleeren schoen U ergens aan den
voet pijn doet, en op dat punt dus wat nauw
is, leg dan een lapje, goed in kokend water
geweekt, op die plek, terwijl men den schoen
aan heeft. Dan zal het leer op die plek gauw
zacht worden en zich naar den vorm van den
voet daar aanpassen.
Een eenvoudig glazuur voor cake-jes, gebak
enz. maakt men, door een beetje bruine
suiker in een eetlepel melk op te lossen.
Buitenlandsche gasten ziet men van den
strandpyjama gebruik jjiaken. Het jasje van
zoo'n pyjama is zóó, dat het tevens bij het
zwempak aangetrokken kan worden. Het
nieuwe gebreide wollen zwempak schijnt een
groote toekomst tegemoet te gaan. Het is
van een effen kleur en sluit stevig om het
lichaam, waardoor het zoowel nat als droog
steeds een goeden vorm bewaart. Natuurlijk
den rooden glans der in zee verzonken zon.
Al deze genoegens hebben een bepaalden
krixxg van aanhangers, maar al deze aan
hangers hebben bovendien nog één enkel ge
noegen gemeen. Dat is de Pier-promenade.
De wandeling op de pier 's morgens om elf
uur, half twaalf, op en neer, op en neer, met
ondertusschen het genot van het kopje kof
fie op de terrassen van de rotonde, als het
ware midden op zee. Het is zoo'n voldoening
op een der vele banken te zitten en de
menigte te zien voorbij trekken. Een meneer
met een scheeve neus, een ander met een
nieuwen hoed en een derde met een krant
onder den eenen arm, een mooie vrouw aan
den anderen. Mooie vrouwen, ja, die ziet
men hier vele. En al zijn sommige, goed be
schouwd ook heelemaal niet mooi, zij
lijken het althans, doordat zij zich zoo flat-
zelden van een sjaal van dezelfde kleur ver
gezeld gaat. Velen loopen blootshoofds, maar
de meesten dragen een klein stroohoedje met
neergebogen randje. Een paar uur later
echter tegen den tijd van het kopje koffie,
verandert het aspect der kleeding. Nu geen
jumpers meer of wollen rokken, maar lichte
japonnen van crêpe de chine, pongee of toile
de soie. Ook komen nu de genoegelijke jasjes
te voorschijn, nu eens geheel effen blauw,
groen, rood of geel op een witte japon, dan
weer als onderdeel van een complet, dus uit
dezelfde stof als de rok en met blouse van
contrasteeren de kleur. Zoo ziet men bijvoor
beeld combinaties van een witte rok en jasje,
waarbij een helder blauwe hemdblouse ge
dragen wordt. De meeste rokken zijn 's mor
gens nog recht, geheel geplisseerd of voor
zien van een paar stolpplooien. Veel ge
bloemde stoffen ziet men ook en jumpers
en jasjes, afgezet met een keurige bies en
gegarneerd met een kraagje in dezelfde
kleur als deze bies. Dikwijls bewondex*t men
elegante jonge figuren, die de kleur-combi-
natie tot zelfs in de schoenen en de parasol
hebben doorgezet. Den geheelen voormiddag
kan zeer goed laaggehakte schoenen dragen.
Sjaals ziet men veel, schouderdoeken erg
weinig. Tot nu toe is de zomer zeer spaar
zaam geweest met mooie dagen, maar als de
zon er is, dan komen ook dadelijk de para
sols voor den dag. Het is aardig al die fees
telijke schermen voorbij te zien gaan, de een
al mooier dan de aixdcr. Natuurlijk zijn ze
allen zeer klein, net als de paraplu. Er zijn
vele gebloemde bij en andere overtrokken
en vol kunstige bewerkingen met voile of
tulle.
Over de balustrade geleund heeft men een
bij vooral opvalt, dat vele costuums reeds
voorzien zijn van een jasje, zooals dat zoowel
hier als bij de straatkleeding thans mode is.
De meeste complets hebben een donkere tint.
met een paar stx-eepen of andere ornamexx-
tatie op het lijfje, benevens een ceintuur; in
zoon geval heeft het jasje als grondtoon de
kleur van genoemde ornamentatie. Door de
opkomst dezer jasjes zijn er natuurlijk veel
minder laxige badmantels.
ziet men ook op het strand de bekende Ame-
rikaansche matrozen mutsjes, maar voor
namelijk in wit of passend bij de kleur van
het costuum. Aardig zijn veraer de groote
strandtasschen van cretonne, gevoerd met
rubber; ze zijn in de vroolijkste kleuren be
drukt en men bewaart er allerlei strandbe-
noodigdheden in, de kleurige rubberschoe
nen, de gelakte houten sandalen, een zak
doek, wat geld of snoeperij en een handdoek.
Zoo dood als de spreekwoox-delijke pier is,
zoo levendig is die welke zich in Schevenin-
gen zeewaarts uitstrekt exx zijn hooge stelten
pootjebaadt bij regen en zonneschijn. Het
seizoen is volop gaande; van heinde en ver
komen reizigers om van zee, lucht en water
te genietenof van de vele dancings, die
aan of achter den boulevard hun deuren wijd
open houden voor hen, die van foxtrot er*
tango houden, op de maat van vermaax-de
jazz- of tangobands. Wie van den film houdt,
kan naar Seinpost gaan en cabaretkunst
vindt men uitstekend vertegenwoordigd in de
vroegere Kurhausbar. In de groote zaal van
het Kurhaus voeren Dr. Peter van Anrooy,
Weisbach of Neumarck het Residentie
orkest aan. De onsterfelijke symphonïeën
van klassieke en moderne meesters ruischun
over de hoofden der aandachtige menigte;
buiten ziet men de eindelooze watervlakte in
teus mogelijk weten te kleeden. Dat is een
kunst, die men hier leert verstaan.
's Morgens meer in de vroegte ziet men op
de pier vooral sportieve pakjes dragen: een
geplisseerde rok van beige, blauwe, groene
of roode wollen stof, waarop een aardige
frissche jumper met lange mouwen, die niet
heerlijk overzicht van het strand, met z'n
spelende kinderen, in strandstoelen soezende
of met elkaar babbelende moeders. Verder op
ziet mex-i het afgesloten gedeelte waar gebaad
wordt. Dit is het luilekkerland der zwem
mers; heerlijk zwemt men ixx de aaxxspoelende
golven, lui ligt men in de zon op het strand
om de huid bniin te laten stoven. Men ziet
er een keur van aardige zwempakjes, waar-