FLITSEN
H. D.-VERTELUNGEN
mms BLANCHE
BINNENLAND
FEUILLETON
Liefde de Leid-ster
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 1 AUGUSTUS 19291
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
door LIEN FIBBE.
De Wind
„Kom", fluisterde de wind. „Kom, maak
Wat voort. Zie Je niet, dat de herfst ai na-
«ciert. Ga nu mee. Ik zal je iets van de wereld
ia ten zien. Kom, sappige jonge blaadjes, jul-
M.iï'i "i1 knoppen gekropen.
Maak je los van je banden en vlieg met mij
voort. Over het wijde, groene veld zal ik je
voeren, door de straten der steden. Ik zal je
de menschen laten zien in hun steenen hui
gen, ik zal je hun jolige, jonge kinderen laten
zien en de dieren, waarmee ze leven.
Kom, oude, droge bladeren, laat je val
len. Zwerf in je laatste dagen nog wat rond.
Neem mijn hand en ik zal je voeren naar
plaatsen waar warmte is cn zonneschijn:
Maar de bladeren luisterden niet naar den
wind, ze hadden nog geen lust om zich los
te maken.
„Vertel ons liever van je avonturen", vi-oe-
gen ze.
„Dat wil ik wel doen", zei de wind. „Maar
je moet me eerst beloven, dat een van jul-
11e met me mee zal gaan, zoodra het voor
mij tijd is om verder te reizen".
„Ik heb wel lust om je te vergezellen" zei
een piepjong blaadje, dat wat bleek zag,
omdat het niet genoeg in de zon hing. Het
meende gelukkiger te zullen zijn, als het
alle banden kon los laten, die het aan den
ouden boom bonden.
„Dat is goed", zei de wind verheugd. „Kom
dan zal ik jullie eens vertellen, wat ik op het
veld heb beleefd dezen morgen.
Ik dartelde wat over den landweg, wierp
voor de grap het stof in de gezichten der
menschen en was juist van plan me met een
vaart te werpen op den hoed van een oude
dame, toen er een groote hooiwagen aan
kwam. Ik maakte me zoo groot als ik ©enigs
zins kon, nam 'n f linken aanloop en wierp
me op den berg, die zich op' den wagen
bevond. Het hooi vloog naar alle kanten
heen.Natuur]ijk liet de boer den wagen stop
pen om de touwen wat sterker aan te trek
ken. Ik glimlachte, want veel zou het hem
niet helpen. Door de goede nachtrust, die ik
had genoten, voelde ik de spieren in mijn
armen sterker dan ooit. Ik had bovendien
eon opperbest plan beraamd.
De wagen reed weer door. De boer wreef
zich verheugd in de handen, dat hij er zoo
goed was afgekomen en groette uitbundig de
oude dame, die haar hoed had vastgegre
pen, toen ze me voelde aankomen.
„Een stevige bries juffrouw," riep de
boer, en riep z'n paarden toe om voort te
maken.
Ik gierde het uit van pret.
„Hoer toch eens", mompelde de juffrouw,
„Het lijkt wel of het gaat stormen".
Meteen nam ik een aanloop, lichtte het
hooi van den wagen stormde er mee voort en
liet het boven de juffrouw vallen. Ze was
heelemaal bedolven door de massa hooi. Ik
geloof heusch dat ze huilde. Natuurlijk had
ik er al genoeg van en joeg weer voort over
de vlakte. Vriendelijk zal de boer zeker niet
gekeken hebben."
De wind zweeg.
„Is dat een van je schoonste avonturen?"
vroeg het kleine blaadje.
„Een van de leukste zeker", antwoordde
de wind, die nog zat de lachen bij de herin
nering.
„Dan vind ik, dat je een slechte wind
bent," zei het blaadje kordaat en schudde
zich eens. „Er zijn hier al vele winden en
stormen langs gekomen, maar nooit heb ik
zulk een leelijke gezien, als jij bent."
Verontwaardigd keerde het blad zich om
en rekte zich wat uit om in een zonneplek te
komen.
De wind stond beteuterd te kijken.
„1-Ioe heb ik het met je?" vroeg hij einde
lijk. je bent toch niet boos op me, omdat ik
zoo'n grapje heb uitgehaald? En je bent toch
niet vergeten, wat je me zoo juist beloofd
hebt?"
„Neen" zei het blaadje. Mijn belofte ben ik
niet vergeten, ik ben nog bereid om met je
mee te gaan. maar boos ben ik op je, en
slecht vind ik je ook".
„Waarom ga je dan mee?" vroeg de wind
brutaal. „Blijf dan maar hier als je mij ver
velend vind. Zonder jou kan ik ook wel".
Maar hot blaadje herinnerde zich 't ver-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
vfClt
W lL
langen van den wind om 't metgezel te heb
ben en maakte zich los van den boom. Het
kuste de bladeren waarmee het in de knop
had. gezeten en wenkte den wind om naderbij
te komen. „Neem me mee", riep het, luid en
verlangend. „Ik wil zien wat er in de wereld
te koop is!"
De wind greep het verloederd aan. „Ze
vindt me niet lief en toch wil ze met me gaan
trekken door die ruwe wereld, waarin ik
haar gelokt heb," dacht hij. Zoo goed zou ik
willen zijn, zoo teeder en zacht, zoo opoffe
rend".
Het blaadje zong een vroolijk liedje en
riep den wind grappige dingen toe, zoodat hij
moest lachen.
„Ik zal je beschermen", riep hij het blaadje
toe en verwonderde zich over eigen goed
heid.
Hoe moest hij het ooit goed maken, dat
hij het blaadje weggelokt had uit zijn
tehuis en het had willen meevoeren in de
wijde wereld?
Een paar dagen doolden ze samen rond,
hand in hand, en het blaadje hechtte zich
meer en meer aan den wind, en de wind
voelde voor het eerst een groote liefde in
z'n lichtvaardig hart.
Maar het blaadje ging kwijnen, schrom
pelde in tot een nietig dingetje, dat zich wil
loos liet meevoeren over het veld en door de
straten.
De wind werd heel bedroefd. „Waar zal ik
het begraven?" dacht hij, want hij was er
van overtuigd, dat dit blaadje zou sterven,
evenals alle andere bladeren, die door den
wind werden meegevoerd.
Plotseling zag hij voor een open raam een
boek liggen. „Daarheen gaan we", riep hij
liet blaadje toe en voerde het mee. Vermoeid
viel liet blaadje neer op het boek. De wind
zag, dat het niet lang meer zou leven. Hij
vermaakte het wat met z'n spelletjes, ging
rond in de kamer en vertelde het, wat daar
te zien was. Het blaadje glimlachte nog even
en sliep daarna in. „Nu zal ze sterven, mijn
vriendinnetje", dacht de wind, en ging be
droefd naast haar zitten. Maar nog eenmaal
keek 't blaadje op. „Je bent 'n trouw vriendje
geweest" fluisterde het. „Ik ben zoo blij dat
je je leelijke streken hebt laten varen en
goed bent geworden. Zul je altijd zoo blijven
als je nu bent?"
De wind snikte zachtjes en knikte met het
hoofd. Daarna sloot het kleine ding weer de
oogen en stierf.
Stil sloop de wind naar het dikke boek,
waarop het. blaadje was gestorven. „Een
goede rustplaats zal het hebben", dacht hij.
Bladzijde na bladzijde sloeg over het ver
dorde blaadje heen.
„Goede nacht", fluisterde de wind, en
sloop het venster uit.
DE TWEEDE KAMER.
DE HEER COLIJN HEEFT ZIJN
BENOEMING NOG NIET AANGENOMEN
Na de vorige opgave hebben nog hun be
noeming tot lid der Tweede Kamer aan
genomen mej. Westerman en de heeren
Drop, v. d. Heide en Schouten, zoodat thans
bij het Centraal Stembureau alleen nog be
richt wordt ingewacht van den heer Colijn.
VEERTIG GEVALLEN VAN
ALASTRIM IN ROTTERDAM.
TWEE KINDEREN OVERLEDEN.
Het aantal gevallen van alastrim te Rot
terdam heeft zich in de laatste dagen
eenigszins uitgebreid, meldt de Tel-, hoewel
niet onrustbarend. Er zijn thans ongeveer
veertig gevallen bekend, waarvan een vijf
tiental in het ziekenhuis aan den Cool-
singel en de overige in de stad. De in het
ziekenhuis binnengebrachte gevallen hebben
daar tot besmetting o.a. van een aantal ver-
pleegsters geleid. Verreweg de meeste geval
len hebben een goedaardig karakter. Er zijn
thans twee sterfgevallen te betreuren, beide
van jonge kinderen, die nog niet waren in
geënt. Vandaar de raad van den G. G. D.
en de medici om als voorzorgsmaatregel de
koepokinenting toe te passen in de omge
ving van de patiënten en op de overige per
sonen die met hen in contact zijn geweest.
PHILIPS EN SPLENDOR.
OOK GEHEIMEN VAN SPLENDOR
VERKOCHT?
Naar aanleiding van een bericht betref
fende een aanklacht tegen een employé der
N.V. Splendor Gloeilampenfabrieken te Nij
megen door de N.V. Philips Gloeilampenfa
brieken te Eindhoven deelt de directie van
Splendor aan de N. R. Ct. mee:
Uit het feit. dat naar buiten het bestaan
van een bepaalde machine in de fabriek van
Splendor bekend geworden was, concludeer
de de directie van Splendor, dat er onder
haar personeel iemand moest zijn, die mede-
deelingen over de fabriek aan derden ver
strekte. Door een toevalligen samenloop van
omstandigheden is de directie van Splendor
er in geslaagd, eenige dagen nadat de justi
tie haar employé verhoord had, den man te
ontdekken, die deze mededeelingen naar
buiten had doorgegeven. Deze man was vroe
ger in dienst van een concurreerende firma
geweest. Op dezen man heeft de politie een
brief gevonden van een employé eener groo
te concurreerende firma, waarin hem werd
opgedragen, bepaalde schetsen van machines,
enz. ten spoedigste te maken en op te stu
ren. Alle gegevens omtrent deze en een an
dere dergelijke zaak zijn in handen van de
justitie gesteld.
VOOR DE ZUIDERZEE.
VISSCHERS.
EEN TOEKOMST OP HET BREEZAND?
Nu de Zuiderzeë-visscherij nog hoogstens
één vol jaarseizoen door een deel van de vis-
schers in beperkte mate zal kunnen worden
uitgeoefend, komen van verschillende kanten
plannen om die visschers te helpen door hen
elders te vestigen als te Oostmahorn, Harlin-
gen en Den Helder. De „Visscherij-Courant"
oppert nu een nieuw plan.
„Men is bezig tusschen Kornwederzand en
Wieringen, op het Breezand, een eiland te
maken", schrijft het blad. „Dit eiland zal
twee havens krijgen, één aan de Noord- en
één aan de Zuidzijde en zal ruimte bieden
voor een visschersdorp met toebehooren. Het
nieuwe eiland zal een uur varen van Wierin
gen zijn, met het Westen en Oosten verbon
den door een rijweg en door een spoorlijn.
Het is zeer wel mogelijk, dat zich daar een
belangrijk vischerijcentrum zal ontwikkelen.
Maar dat centrum moet op natuurlijke wijze
ontstaan en groeien. Men kan de inrichting
van meet af aan geschikt maken, woningen
bouwen, voor een visscher geëigend, de neven-
bedrijven gunstig bij de haven gegroepeerd.
Er moet daar een vrije afslag komen, haven
gelden moeten niet geheven worden. Zeer
wel waarschijnlijk lijkt het ons toe dat vis
schers zich daar dan vrijwillig zullen vesti
gen.
Een groot belang staat hier mogelijk voor
hen op het spel en daarom is het wensche-
lijk, dat er spoedig meer van de plannen
bekend wordt en de visschers zelf hun volle
aandacht wijden aan de plaats waar zij zich
later zullen vestigen.
Tot dusverre bemoeien zich daarmee nog
slechts buitenstaanders".
DE STAKING IN GRONINGEN.
BEMIDDELINGSVOORSTEL DOOR
BEIDE PARTIJEN AFGEWEZEN.
Men meldt aan de N. R. Ct., dat van de
stakende landarbeiders in Oostelijk Gronin
gen slechts 8 zich hebben uitgesproken voor
aanvaarding van het bemiddelingsvoorstel
van den heer Buiskool. Het hoofdbestuur
van den Nederl. Landarbeidersbond werd
met 1918 tegen 33 stemmen en 4 blanco ge
machtigd, de onderhandelingen met de
werkgevers voort te zetten.
De werkgevers hebben met 371 tegen 76
stemmen hetv oorstel van den heer Buiskool
eveneens verworpen.
Voorts meldt het blad:
Er zal opnieuw een bemiddelingsvoorstel
worden ingediend. Woensdagavond werd een
verordening afgekondigd, waarbij samen
scholingen zijn verboden. Dit geldt voor alle
gemeenten, bij het stakingsconflict in Oos
telijk Groningen betrokken.
Dinsdag is een detachement Kon. Mare
chaussees van het depot op Het Loo, onder
commando van opperwachtmeester Saarloos
met een extra-trein naar het Noord-Oosten
van Groningen vertrokken.
POKKEN OP DE SIBAJAK.
De scheepsdokter overleden.
De pokkenlijder aan boord van de „Si-
bajak", de scheepsdokter G. J. Paber, is
Woensdag overleden, seint Aneta.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1467
DOOZEN BEWAREN
Vader neemt de laat
ste bonbon en merkt
op dat de doos nog
weieens te pas kan
komen
geeft toe, dat hij er
nu geen emplooi voor
heeft, maar later kan
het weieens handig
zijn
legt het op den
schoorsteenmantel,
maar moeder weigert
het daar te hebben
I loopt er mee rond en
zet het tenslotte op
de trap om later
naar boven te bren-
I gen
ziet bij het naar bo
ven gaan dat de doos
verdwenen is en
Mientje zegt, dat ze
dacht, dat die weg
vader visdht 'm
brommende weer uit
de prullemand
tracht hem
op een plank in de
gang te leggen, het
geen mislukt
waarop vader *m
naar den zolder
brengt, tot gezel
schap van een 40-tal
andere doozen, die er
met hetzelfde doel al
jaren liggen.
(Nadruk verboden.)
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per repel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
B A RTELJ ORIS STRAAT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.-
DE REDACTIE VAN HET NIEUWS VAN
DEN DAG VOOR NED.-INDIë.
Aneta seint uit Batavia:
De heeren Zentgraaff en Mr. Ch. A. de
Vries, hebben zich teruggetrokken van het
N. v. d. D. v. N.-I., waaraan zij zich verbon
den hadden, de heer Z. met 1 Januari als
directeur-hoofdredacteur en mr. de V. als
plv, hoofdredacteur, met 1 Augustus. Dit te
rugtrekken geschiedde nadat nadrukkelijk
aandrang was uitgeoefend op de executeurs-
testamentair om de reeds gesloten contrac
ten met den meesten spoed zonder meer te
cancelen.
Dit is heden geschied. Mr. de Vries is met
1 Augustus aangesteld als pl.v. directeur van
het Persbureau Aneta.
ECONOMISCH-HISTORÏSCHE
TENTOONSTELLING.
In het Stedelijk Museum te Amsterdam
wordt tot 15 September a.s. een economisch-
historisehe tentoonstelling gehouden, geor
ganiseerd door het Nederlandsch Econo-
misch-Historisch Archief.
Deze tentoonstelling is een eerste poging
om het economisch leven aanschouwelijk
voor te stellen, zooals het gedurende de laat
ste 600 jaar door de kunstenaars in de ver
schillende landen van Europa is gezien en in
beeld gebracht. Aan dit materiaal zijn enkele
belangrijke boeken en documenten zoowel
als voorwerpen toegevoegd. Maar de bedoe
ling is geweest in de eerste plaats hoofdza
kelijk door schilderijen een beeld te
geven van het economisch leven gedurende
de groote economische bloeiperoden der ver
schillende landen van Europa.
Op deze wijze zijn de late Middeleeuwen
vertegenwoordigd door miniaturen, die den
arbeid op het land en in de stad illustreeren.
In de volgende eeuwen blijkt de indruk, dien
landbouw, handel en nijverheid op den kun
stenaar hebben gemaakt, uit het werk der
Italiaansche, Zuid- en Noord-Nederlandsche,
Duitsche, Fransche en Engelsche meesters
en wel in landschappen, stadsgezichten, in
terieurs en vooral in portretten van beroem
de kooplieden, bankiers en economen.
Door internationale samenwerking is men
er in geslaagd een belangwekkend geheel te
krijgen, dat ook als studiemateriaal zeer ge
schikt is.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Clewits, Schermerstraat 17 rood, arm
band; Willegers, Ted. v. Berkhoutstraat 16,
stofbril; Jansen, N. Kerksplein 18, broche;
de Ruiter, Colensostraat 9 rood, ceintuur;
Spronk, Julianapark 50 rood, postduif;
Akersloot, Oranjeboomstraat 24, jachthond;
Kennel Fauna, zwart hondje, gebracht door
de Wit, Slingerweg 6, Bentveld; Malthezer
leeuwtje, gebracht door v. Thiel, Mentawi-
straat 30, Vige, Gortestraat 19, regenjas;
Campfens, Holsteijnstraat 5 rood, honden
ketting; Knape, Riouwstraat 30, nikkelen
kruk; Flothuis, Karei v. Mander straat 4,
hondenketing; Kennel Fauna, grijze kat,
gebracht door: Kesner, Rijksstraatweg 110,,
zwart-witte kat, gebracht door: Janse,
Oranjestraat 8, wit-zwarte kat gebracht
door Koepversmit, Frans Halssraat 7, zwart
witte kat, gebracht door: Sarlet Leidsche-
plein 33 rood: Hezemans, Rollandstraat 43,
mantel; de Ridder, Jelgersmastraat 20, zak
mesje; Wisbrun en Liffmann, Groote Hout
straat 31, nagelgarnituur; Bureau van Po
litie, Smedestraat, nummerplaat; Pronk,
Sparrenstraat 5, nagelétui. Zijlstra, Karei v.
Manderstraat 31, kinderportemonnaie;
Weijers, Amsterdamschevaart 128, honden
penning; v. Mourik, Teding van Berkhout
straat 8, rijwielbelastingmerk; v. Zwienen,
Turfmarkt 20, ring met sleutels; Heeres, Alb.
Thijmstraat 21, kinderschoentje; Broertjes,
Ternatestraat 40, ta-sch met inhoud, de
Gooyer, Ripperdapark 31, vulpotlood.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel
Dr. H. MANNING'S
m 1 MM TANDPASTA
1 ^®a25&75cp/tube
reinigt mond en tanden.
BELABOR IJK
VOOR IEDEREEM
HEEi? WAARDE
aan cadeaux voor
veel minder pun'.en.
Vraag den nieuwen,
juist verschenen
PREMIE CATALOGUS
Uit het Engclsch
van
CIIARLES GARVICE.
36)
Op hetzelfde oogenblik werd Larry wak
ker. meteen was hij op de' been en vloog
op den ellendeling af. Lady Marie was echter
den stoel gevlucht cn de man wilde zich met
opgeheven vuist op Larry storten. Het was
een stevige, zwaargebouwde kerel, maar al
had hij tienmaal zooveel kracht bezeten, toch
zou Larry hem In zijn woede de baas zijn
gebleven. Larry was licht gebouwd, maar
lang cn lenig, iedere spier was door zijn
jarenlangen harden arbeid in de buiten
lucht geoefend en zoo sterk als staal. Hij
legde zijn pezige armen om den stierennek
van den herbergier en lichtte hem van de
been. En hoe de bruut zich ook inspande,
hij kon den geweldigen druk van de ijzeren
armen niet weerstaan, evenmin als de harde
slagen die Larry's vuist op hem deed neer
regenen.
Lady Marie keek sprakeloos en doodsbleek
naar de titanische worsteling en ze dacht op
dat oogenblik alleen aan Larry's leven en
veiligheid. Plotseling, brullend van machte-
loozc woede, viel de schurk neer met. Larry
boven op zich. Deze pakte het hoofd van
den ellendeling met beide handen en sloeg
het twee keer op den grond. Toen sprong hij
overeind en ging op Lady Marie toe.
U bent toch niet gewond? vroeg hij, nog
hijgend van inspanning. Hij heeft u toch
züet aangeraakt?
Neen, zei ze 'met nauwelijks verstaan
bare stem en ze bedekte haar oogen met de
handen alsof ze den vreeselijken aanblik van
het gevecht uit haar herinnering wilde drij
ven.
Veen, hij heeft me niets gedaan, maar
jij, ben jij bezeerd?
Larry schudde het hoofd en ze slaakte een
zucht van verlichting.
Toen hij haar naar een stoel leidde en
haar voorzichtig hielp om te gaan zitten, viel
zijn oog op het mes en daarna op de ijzeren
staaf en hij begreep onmiddellijk wat zich had
afgespeeld voor hij wakker was geworden.
Jij hebt hem het mes uit de hand ge
slagen. Jij hebt me gered. O Marie! Hij greep
haar handen en bracht ze aan zijn lippen.
Zijn oogen straalden van dankbaarheid en
liefde.
Het was menschelijk dat hij op dit oogen
blik Philip vergat en de belofte die hij dezen
gedaan had. Maar Lady Marie dacht aan die
belofte om der wille van Larry zelf. Ze wist
dat Larry niet in staat zou zijn zich te be-
heerschen als zij niet sterk en onverwrikbaar
was.
Ze weerde hem met bevende handen af en
fluisterde:
Pas op den man!
Larry draaide zich om met diepe teleur
stelling in de oogen. Maar toch schoot zijn
belofte aan Philip Belmayne hem weer te
binnen en met saamgeknepen lippen liep
hij naar den man toe en stootte met den
voet tegen het beweginglooze lichaam.
Hij is bewusteloos of dood. het kan me
niet schelen wat. Noen, hij is niet dood, zei
hij na een oogenblik. maar hij zal ons
verder geen moeite geven. Maar misschien
is het beter het zekere voor het onzekere te
nemen.
Aan den muur hing een paardentuig: hij
haalde cr de teugels af en bond daarmee den
waard stevig vast. Daarna gooide hij hem
wat water in het gezicht en ging terug naar
Lady Marie.
U moet dadelijk weggaan, zei hij.
Ja ja, antwoordde ze gretig, laten
we direct gaan Larry, het is hier vreeselijk
en ik voel
Ze zakte bijna in elkaar en greep zich aan
hem vast als een angstig kind dat wakker ge
schrikt is uit een nachtmerrie.
Met troostende, kalmeerende woorden
bracht hij haar naar buiten. We zullen
Adolf gaan roepen, zei hij. U moet hier
niet alleen blijven.
Neen. zei ze huiverend, laat me niet
alleen, o Larry, laat me nooit meer alleen,
ik bedoel
Ze snikte. Ik bedoel tottottot..
Tot we in Rouaan zijn, vulde hif met
heesche stem aan.
Adolf bracht met uiterste behoedzaam
heid de auto naar buiten De ochtend begon
al te schemeren, weldra zou het dag zijn en
met groote voorzichtigheid zou het mogelijk
zijn langs de herberg, die' ze den vorigen
avond gepasseerd waren, met een omweg het
station te bereiken. Toen de auto klaar was
om te vertrekken, dacht Larry aan de bezit
tingen van Lady Marie en hij fluisterde dat
hij maar een oogenblik weg moest. Het
meisje dat al dien tijd vlak bij hem had ge
staan als om bescherming te zoeken, zag hem
noode gaan.
Hij ging de herberg binnen. De waard was
tot bewustzijn gekomen en keek hem meteen
mengeling van woede en vrees aan en zijn
begeerige oogen volgden Larry toen hij de
koffer en het juweelenkistje meenam.
Het is je niet best bekomen, waarde
heer. zei Larry opgewekt., maar troost je
dat ik je tenminste eenigen tijd van de
guillotine heb gered, want dat je er vroeg of
laat toch onder terecht komt, staat vast!
Hij wierp een geldstuk op den vloer en ging
naar buiten. Lady Marie kwam naar hem
toe alsof hij uren weg was geweest en
hij hielp haar in de auto.
Kom bij me zitten Larry, smeekte ze,
maar hij keek haar lang en ernstig aan en
schudde het hoofd. Hij vlijde de reisdeken
om haar heen, sloot het portier en zette zich
weer naast Adolf.
Dank zij diens uitnemende chauffeurs-hoe-
danigheden berkeiten zij, zij het dan langs
een grooten omweg en met veel vertraging
zonder ongevallen het spoorweg-kruispunt en
daar bleek dat ze bijna een uur moesten wach
ten op een trein.
Larry wist een kop koffie en wat voedsel
voor Marie machtig te worden.
Met een afwezigen blik at en dronk ze
en telkens dwaalde haar blik in Larry's rich
ting.
Zoo nu en dan vulden haar oogen zich met
tranen.
Na een schier eindelooze, zenuw-uitput
tende reis in een boemeltrein, bereikten ze
tenslotte Rouaan.
XXV.
Larry ging direct naar de kamer van
Philip.
Deze kwam onmiddellijk overeind en er
waren roode plekken op zijn gezicht terwij!
hij Larry vol spanning aanstaarde. Zijn
blos verdween echter, toen hij het vermoeide
gezicht en de ernstige oogen van den bin
nentredende zag.
Is het mis? Was ze er niet? Wil ze niet
komen?
Neen het is niet mis, zei Larry, ze is
al hier.
Philip slaakte een diepen zucht cn sloot
de oogen.
Hier? hijgde hij. Is Marie hier? Larry
wat moet ik zeggen om je te bedanken? Je
bent lang weg geweest en je ziet er moe uit.
Heeft het veel moeite gekost?
Ja, wel een beetje, antwoordde Larry
grimmig. Voelt u zich beter? Kunt u haar
ontvangen?
O ja, antwoordde Philip in koortsige op
winding. Marie hier! Het is haast te won
derlijk om te gelooven. Ja, breng haar dade
lijk bij mij.
Larry knikte, verliet de kamer en ging naar
de ontvangsalon, waar hij Lady Marie had
achtergelaten.
Hij voelt Zich goed genoeg om met u
te spreken. Hij wacht u.
Ze stond op en liep naar de deux als een
slaapwandelaarster. Toen stond ze stil en
wendde haar bleek gezicht naar Larry.
Wacht je hier op me?
Ja, zei Larry eenvoudig, ik zal wach
ten om afscheid te nemen.
Hij liep de kamer op en neer met de han
den op den rug gevouwen. Hij wist dat hem
nog eenige moeilijkheden te wachten ston
den en dat hij al zijn geestkracht noodig
zou hebben. Het wachten duurde hem einde
loos lang voor ze terugkwam, maar eindelijk
kwam ze zacht en aarzelend de kamer weer
binnen.
Was hij wat beterbegon Larry.
Ze beantwoordde zijn vraag niet,
Ga je weg? vroeg ze nauw hoorbaar.
Hij knikte.
Ja, ik ga naar Londen en vandaar naar
Vancouver met de eerste boot de beste. Het
is heel vriendelijk van u me nog even goeden
dag te komen zeggen, Lady Marie.
Hij stak zijn hand uit en zij legde de hare
erin. Hij hield zich flink, maar Lady Marie
beefde.
(Wordt vervolgd.) f