TOEN
DE
WERELD IN DEN OORLOG GEDREVEN WERD
SENATOR W. A. BORAH:
LORD ALLENBY:
BRIAND:
PAUL PAINLEVÉ:
LORD ROBERT CECIL:
r~p-
GENERAAL
VON LUDENDORFF:
SENATOR BORAH, ARISTIDE BRIAND, LUDENDORFF, PAUL PAINLEVÉ, LORD ROBERT CECIL EN LORD ALLENBY AAN HET WOORD
De geheime diplomatie was een van de
Voornaamste oorzaken van den wereldoorlog.
Het zou waarschijnlijk niet onjuist zijn te
beweren dat, indien de volken in de verschil
lende landen ten volle op de hoogte waren
geweest van de feiten die betrekking hebben
op de internationale relaties van de groote
mogendheden in Europa gedurende de 30
jaar die aan den 4en Augustus 1914 vooraf
gingen, de wedldoorlog nooit zou zijn uitge
broken. In ieder geval: men kan dat tijdperk
niet overzien zonder tot de conclusie te ko
men dat de volken verraden werden door de
genen, wier plicht het was hen op de hoogte
te houden van de verplichtingen die hun door
hun regeeringen waren opgelegd.
De volken hebben het recht den waren
aard te kennen van de betrekkingen die hun
regeeringen met andere regeeringen onder
houden. Het kan zijn dat in uitzonderings
gevallen de details van onderhandelingen
beter geheim kunnen blijven, maar zelfs dit is
uitzondering en geen regel. Maar zelfs in
zulke gevallen hebben de volken het recht de
resultaten der onderhandelingen te kennen,
wanneer deze zijn afgeloopen. Te verdedigen
dat het een regeering veroorloofd is voort
durende betrekkingen te onderhouden met en
verplichtingen op zich te nemen ten opzichte
van andere regeeringen zonder dat het volk
daarvan iets weet, staat gelijk met het ver
werpen van de eerste grondbeginselen van
een regeering door het volk en met het ver-
waarloozen van de allervoornaamste stellin
gen van een democratisch bestuur. De ge
heime diplomatie behoort bij het regeeren
door één persoon.
Velen hebben gedacht dat de wereldoorlog
een einde had gemaakt aan de ontzettende
gewoonte van een paar menschen in het ge
heim te laten spelen met het leven en het
geluk van millioenen menschelijke wezens,
die waren als pionnen bij een. gewaagd
schaakspel. Het leek ongeloofelij k dat de di
plomatieke practijken, die millioenen men
schen er toe brachten elkaar te dooden, zon
der dat zij dit wilden, nog langer konden
worden gehandhaafd.
Geen betere illustratie van de afschuwelijke
resultaten die uit de geheime diplomatie
voortvloeien dan de Engelsch-Fransche
Vloot-conferentie. Dit voorval illustreert in
de eerste plaats de onheilen die het gevolg
zijn van de gewoonte belangrijke internatio
nale zaken in het geheim te behandelen. Ten
tweede is er het groote wantrouwen door aan
den dag gekomen, dat het publiek koestert
ten opzichte van alles wat in het geheim tot
stand komt. Ik neem niet aan dat er iets
anders achter deze conferentie zat dan de
oprechte wensch een einde te maken aan het
feit dat men ten opzichte van het onüjuape-
nings-program op het doode punt aangeko
men was. Was deze zaak in het openbaar be
handeld dan zou men haar misschien als
van weinig beteekenis beschouwd hebben of
men had haar misschien wel goedgekeurd.
Maar nu het in het geheim ging kon er
van alles uit afgeleid en van alles veronder
steld worden: een Engelsch-Fransche en
tente, een uitdaging v^n Frankrijk en Enge
land aan de groeiende' Amerikaansche zee-
strijdkrachten of het samenvoegen van
Frankrijk's militaire en Engeland's zeemacht,
met vijandelijke bedoelingen. Het feit dat de
conferentie in het geheim gehouden werd
gaf overal aanleiding tot verdenking en
zaaide wantrouwen in den volksgeest, dat
eerst na geruimen tijd minder zal worden. Ik
ken niets dat in de laatste jaren in de Ver-
eenigde Staten een slechter indruk heeft ge
maakt dan dit „vloot-incident". In deze tij
den en in het licht der ondervinding in de
geheele wereld in de laatste dertig jaren
opgedaan, zijn de volken volkomen gerech
tigd boosaardige motieven toe te schrijven
aan internationale afspraken die het licht
schuwen.
W. 1
Het is "gelukkig dat het publiek de dingen
zoo voelt. Er is geen overblijfsel uit de dagen
der autocratie, op de algeheele en meedoo-
genlooze verwijdering waarvan de volken met
meer kracht moeten aandringen dan deze
oude gewoonte van het volk te houden buiten
de betrekkingen tusschen de regeeringen. Er
is geen gemakkelijker manier om vriend
schappelijke relaties te verbreken, om alle
ontwapeningspogingen te ondermijnen, zelfs
om geweldige vlootprogramma's op te bou
wen en alle plannen voor wereldvrede te
niet te doen, dan dat de groote mogendhe
den voortgaan met de heillocze practijken
der geheime diplomatie. Het maakt geen ver
schil hoe rechtvaardig of hoe oprecht het
eigenlijke doel moge zijn: de methode zal
in de toekomst ernstig overwogen moeten
jworden.
Een van de grootste Engelsche dagbladen,
geide 'in 1912, in een redactioneel artikel:
„Geheime diplomatie
is de vijand der
menschheid".
Het zaad voor den oorlog
der toekomst.
Senator William E. Borah, Voorzitter van de
Commissie voor buitenlandsche betrekkin
gen van den Senaat der V. S. van Amerika.
„Wie veroorzaakt den oorlog? Het antwoord
kan gevonden worden in de kanselarijen van
Europa onder de mannen die zoo verstrikt
zijn geraakt in formules en in het diploma
tiek jargon dat zij zich niet langer bewust
zijn van de duidelijk sprekende werkelijkheid,
waarmede zij spelen en op deze wijze zal ook
de oorlog in de toekomst veroorzaakt worden
totdat de groote massa's die nu nog de speel
bal zijn van beroeps-intriganten het woord
zal spreken dat niet den eeuwigen vrede zal
brengen (want dit is onmogelijk) maar toch
het besluit: dat er alleen oorlog gevoerd zal
worden voor een rechtvaardige zaak van het
allerhoogste belang".
Ik durf het uit te spreken: dat er niets
noodzakelijker is voor een goed elkaar be
grijpen van de volken en voor het weder
zij dsche vertrouwen en respect dat in inter
nationale dingen den boventoon behoort te
voeren, dan het algeheel op-zij-zetten der
geheime diplomatie. Wat zij doet kan soms
van weinig of geen gewicht zijn. Maar toch
zal de wereld zeggen: „Als het zoo weinig
beteekent, behoeft het zich ook niet te ver
bergen".
Er kan slechts één veilige regel zijn en op
de toepassing er van moeten alle volken aan
dringen: dat wat ook hun regeeringen en dus
ook henzelf bindt, wat zij ook misschien met
hun leven, hun geld en goed zullen moeten
verdedigen, zij daarvan van den beginne af
op de hoogte moeten worden gesteld. „Deli
cate quaesties", waarmede ter verdediging
veel geschermd wordt wanneer er een aanval
wordt gedaan op de geheime diplomatie, zijn
in den regel quaesties die den toets van het
diepgaand openbaar onderzoek niet kunnen
doorstaan omdat uit dit onderzoek öf dom
heid öf onrechtvaardigheid zou blijken. Aan
geen enkel volk mogen groote en veeleischen-
de verplichtingen opgelegd worden zonder dat
het van den beginne af in staat wordt ge
steld er den aard en de uitgebreidheid van te
kennen.
(Nadruk verboden).
„Laten wij in
vrede en vriend
schap leven".
(Maarschalk van het
Engelsche leger).
Er zal altijd getwist en gekibbel zijn tus
schen de volkeren, want dat is altijd zoo ge-
yeest. Maar familietwisten leiden niet tot
vechten en bloedvergieten. Waarom zouden
zij oorlog tusschen staten veroorzaken?
Laten wij in vrede en vriendschap leven, niet
alleen met Europa en Amerika, maar met de
geheele wereld. Er is geen reden, waarom
staten niet even vriendschappelijk tegen
over elkaar zouden staan als de verschillende
deelen van iederen staat. Het is merkwaar
dig, dat, hoewel opgeschroefd nationalisihe
als een deugd wordt beschouwd, zelfs het
minste gefluister over internationalisme vaak
als landverraad wordt aangerekend. Is er
een reden, waarom de geheele menschheid
niet in vrede en vriendschap over de gan-
sche wereld vereenigd kan zijn? Wij moeten
de aarde met andere menschen deelen, en
het is veel beter in vriendschap met hen te
leven, dan altijd met wapens te werken.
Wat niet rechtvaardig is tusschen indi
viduen, is evenmin goed tusschen staten.
Politie en buren voorkomen twist tusschen
personen, en het doet me genoegen te zien,
dat de Volkenbond hetzelfde doet tusschen
volkeren, en eveneens, dat het Kellogg-pact
de grootste daad om tot vrede te komen,
die de wereld ooit heeft gekend door alle
mogendheden geteekend is.
De verschrikkelijke oorlogsmethoden zijn
niet noodig, wij zullen andere manieren
vinden om onze geschillen bij te leggen.
jf- j! f-j
foen de Duitsche keizer op den lsten
Augustus van het jaar 1914 de mo
bilisatie van leger en vloot beval en
Rusland den oorlog verklaarde, was
G,raaf L. Berchthold (ifètKts). Oos-
„Mijn land
verafschuwt
den oorlog".
(Fransch mi
nister van bui-
tenlansche za
ken).
Na den laatsten oorlog en Frankrijk weet
wat die beteekende, want zij heeft het bloed
vergieten en de ellende van haar volk op
eigen bodem gezien geloof ik, dat ik meer
dan ieder ander kan zeggen, dat mijn land
den oorlog verafschuwt en den vrede lief
heeft.
Ondanks zekere tendentieuze praatjes die
beslist valsch zijn, kan de wereld nooit geloofd
hebben, dat Frankrijk den vrede vijandig was.
Zij heeft steeds gestreden voor de vrijheid
der wereld, en, zoo spoedig als die veilig is,
zal zij bereid zijn, de wapens neer te leg
gen.
De tijd is niet ver meer af, dat de staats
lieden hun, die nog steeds de ongezonde
neiging schijnen te hebben om de wereld in
het barbaarsche oorlogsbloedbad te drijven,
een onoverkomelijke hinderpaal in den weg
zullen kunnen leggen.
Wij zijn dit schuldig aan hen die vielen.
De landen die naast elkaar streden hebben
elk een stralenkrans v,an roem. Onder de
Are de Triomphe, in Westminster Abbey, bij
het Capitool in Rome en in Arlington liggen
de dooden die als symbolen zijn. Toen zij
vielen moeten zij troost gevonden hebben in
de gedachte, dat zij stierven opdat anderen,
niet in toekomstige oorlogen zouden sneuve
len. Hun laatste hoop te verijdelen en hun
heldhaftige opoffering van nul en geener
waarde te maken, zou verraad zijn aan
hun nagedachtenis en een beleediging van
hun graf.
Het vreeselijke van een oorlogsverklaring
is, dat de regeeringen zelve haar niet kunnen
controleeren. De een of andere gebeurtenis
die plotseling en onverwacht plaats heeft,
wordt door de Pers vermeld, de vlam van
patriotisme laait op en de nationale eigen
liefde groeit, meeningen vormen zich on
zichtbare machten beginnen te werken en
regeeringen zijn machteloos.
Voordat het volk in staat is geweest zijn
meening kenbaar te maken, breekt oorlog uit
en de landen worden bedekt met bloed en
ruïnes. Dat zal altijd zoo blijven, tenzij wij
ons voornemen scheidsrechters voor de vol
keren aan te stellen, evenals er zijn voor in
dividuen.
Wij hebben genoeg ironische toespelingen
gehoord op dën Toren van Babel, waarin
v.-f-tJ-f/. 'f
,Ik ben er volkomen van
overtuigd dat de oorlog
te vermijden is".
toe voldoende zijn. Deze moeilijkheden kun
nen in iedere gemeenschap zonder wapen
geweld en bloedvergieten worden opgelost en
waarom zou dit dan niet kunnen tusschen
staten? Zooals de heer Briand zeer juist
heeft gezegd, is de allereerste voorwaarde tot
een vreedzame oplossing van een geschil
gelegen in de overtuiging, dat het vreed
zaam kan worden opgelost, en wij moeten
allen deze overtuiging aankweeken.
(Fransch minister van Oorlog).
Ik ben er volkomen van overtuigd, dat:
oorlóg .te vermijden is. De voornaamste oor
zaken van een oorlog zooals nationale eigen
liefde en de lust om te toonen hoe het mili
tairisme nog voortleeft in een volk, zullen in
de toekomst nauwelijks voldoende zijn om
vijandelijkheden uit te lokken na zulke ver
schrikkelijke bewijzen van nationale dapper
heid, als aan alle zijden gegeven werden ge
durende den wereldoorlog. Evenmin zullen
mijns inziens economische geschillen daar-
volkeren van verschillende taal en ras werk
ten voor den vrede en opschriften opstelden
die niet academisch waren. Deze dwaze po
gingen werden belachelijk gemaakt, maar
men had rekening te houden met iets meer
dan het sarcasme van politici met het ge
zonde verstand van het volk. dat. geheel in
tegenstelling met de bevoegde critici, zich
niet vroolijk maakte om die gedachte. Het is
gegroeid en tot bloei gekomen louter en
alleen omdat het weerklank vond in de
harten der menschen.
De critici vragen, hoe een oorl_ voor
komen kan worden. Het onheil, zeggen zij,
zal reeds geschied zijn, voor de Raad van den
Volkenbond tezamen geroepen kan worden;
en, als de Raad samen komt, hoe kunnen
dan de leden tot toestemming overgehaald
worden?
Tegelijkertijd zal de oorlogsbrand zich ver
spreiden en de bekende gevolgen met zich
slepen.
Op zekeren dag, toen ik minister van
Buitenlandsche Zaken was, en mij de eer te
beurt viel den Raad van den Volkenbond te
presideeren, ontving ik een telegram waar
uit ik vernam, dat tusschen twee landen in
het Oosten een conflict gerezen was Men was
de grenzen overgetrokken, legers waren op de
been. geknetter van geweren en kanongebul
der deed zich hooren. Men had er alle reden
toe om te vreezen dat het conflict niet be
perkt zou kunnen worden tot deze twee
landen en dat wij getuige zouden worden
van een nieuwe reeks noodlottige gebeurte
nissen, die veroorzaken dat de bloedrood e
vlerken van den oorlog over de wereld
zweven.
Wat moest er gedaan worden.
Onmiddellijk besefte ik mijn verantwoor
delijkheid en handelde daarnaar. Ik riep de
leden van den Raad op om zoo spoedig moge
lijk in Parijs samen te komen, waarvoor ik
toestemming had van de Permanente leden
van den Volkenbond. Zeer spoedig was ik in
staat om een beroep op de twee landen te
doen en ze van verdere vijandelijkheden
terug te houden.
Indien enkele jaren geleden een staatsman
het zou hebben gewaagd om te voorspellen,
dat het in de naaste toekomst mogelijk zou
zijn om een dergelijke actie te voeren, zou
hij hartelijk uitgelachen zijn.
De Raad van den Volkenbond vergaderde.
De twee in het conflict betrokken staten
gaven acte de présence. Hun werd gevraagd
of zij de kwestie aan arbitrage wilden onder
werpen en zij stemden toe.
Ik zelde tot hen: „Dat is niet genoeg. Als
de scheidsrechters deze kwestie rustig
moeten overdenken, en een onafhankelijke
uitspraak doen, moet gij geen oorlogsdaden
verrichten. Het moet een kwestie zijn van
rechtvaardigheid en niet van geweren en
kanonnen."
De twee landen antwoordden: „Wij zullen
er voor zorgen. Het geschut zwijgt en de
troepen hebben niet langer voeling met el
kaar. Wij wachten Uw uitspraak af."
Na weer twee dagen was alle oorlogsgevaar
geweken.
Vertrouwen in de
fff! life f internationale
gedachte.
tenrijk's minister van buitenlandsche
zaken en v. BethmannHolhoeg Rijks
kanselier van Duitschland, in het mid
dende oorkonde door middel waarvan
Wilhelm U de mobilisatie uitriep.
Ik geef toe, dat tegenwoordig de stem
ming ten opzichte van internationale vraag
stukken in zekeren zin tamelijk verontrus
tend is, maar ik geloof niet, dat de toestand
zóó is, dat zij de verwachting rechtvaardigt
van een nieuwe verstoring van den wereld
vrede.
„Den komenden oorlog" als onvermijdelijk
te beschouwen is een gedachtesfeer die ze
ker tot een oorlog zal leiden.
Naar mijn meening zijn de factoren die
voor de tot standkoming van een duurzamen
vrede tusschen de volkeren werken, sterker
dan die, welke te eeniger tijd het uitbre: m
van een nieuwen wereldoorlog zouden kunnen
veroorzaken.
Twee dreigende
oorlogen
Twee groote oorlogsvraagstukken l.oudea
op het oogenblik de aandacht op zich ge
vestigd. Dezelfde geheime machten echter de
schermen, die vroeger den wereldoorlog
voorzagen en ten slotte verhaastten, onder
scheiden nu twee dreigende oorlogen. Ik kan
deze vraagstukken slechts theoretisch be
handelen.
De eerste betreft een oorlog gericht tegen
Rusland op grond van het feit dat het niet
voldoende gelegenheid biedt voor exploitatie
van het wereldkapitaal en nog niet tot er
kenning van het oppergezag der Roomsche
kerk is gebracht. Troepen van Roemenie,
Polen, Lithauen, Letland, Estland en Fin
land zullen, naar men zegt. Rusland binnen
vallen en ten Noorden van het Peipus-meer
door Fransche strijdkrachten en Duitsche
vrijwilligers gesteund worden, terwijl de En
gelsche vloot in de Zwarte Zee en de Finsche
Golf en in het verre Oosten zal opereeren,
en Japan zal dan Rusland's verkeer met het
buitenland beletten. Noch het Roode Leger,
noch de Sovjet-Unie zelve, zou bij zulk een
gecombineerden aanval gelegenheid hebben,
krachtdadige of langdurige tegenstand te
bieden. Politiek beschouwd, komt mij echter
de veronderstelling van zulk een samen
werking zeer gewaagd voor, omdat de com
munistische propaganda dien oorlog onmo
gelijk zou maken.
De bevrijding van Rusland zou misschien
uitvoerbaar zijn, als Duitschland weer geheel
gewapend was, en als de staten belangeloos
tusschenbeide zouden komen, om het Rus
sische volk van zijn onderdrukkers te be
vrijden. Zoo iets is op 't oogenblik echter
nog niet te voorzien.
Het tweede groote vraagstuk betreft de
vernietiging van Engeland in geval van een
oorlog tusschen Engeland ter eener en de
Vereenigde Staten en Frankrijk ter andere
zijde,
In dit 'geval zou Engeland geheel allecnj