Ii D.-VERTELUNGEN STADSNIEUWS VERANDERINGEN AAN HAARLEM's OOSTKANT IBEIMIDEtR FEUILLETON Liefde de Leid-ster HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1929. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) door LIEN FIBBE. Het ongeluk. Een dag na het ongeUik kwam Ellen thuis, ze vond het huis in rep en roer. De meid deed open met rood behuilde oogen. Peter zat te staren over z'n werk. Ook. hij scheen gehuild te hebben. Ze zag het en voelde toch nog een diep medelijden. Maar ze verzette zich. Hij was grenzeloos onvoorzichtig geweest en hij had haar heel ongelukkig gemaakt. Kleine Kees ging nooit alleen uit. Ellen vond hem daarvoor nog te klein. Maar Peter had hem om een boodschap gestuurd en bij het over steken van de straat was hij onder een auto geraakt. ..Hoe kon je het doen", zei Ellen. Peter gaf geen antwoord, maar staarde op z'n werk. „Ik moest verf hebben", zei hij eindelijk. „En heb je die nu?" siste ze hateleijk. Hij sprong op. Jij,.... jij,.... stotterde hij... en zweeg toen hij haar ontdaan gezicht zag. Haastig verliet hij de kamer. Ellen deed hoed en mantel af. Zij was ongeduldig en zenuw achtig en wachtte tot hij terug kwam. Tegenover elkaar gezeten, vertelde hij hoe het alles was gegaan. Een uur, nadat Kees was uitgegaan merkte hij plotseling dat het jong er nog niet was.Hij ging uit, zag een op loopje, liep er heen, dacht niet aan Keesje, maar hij schrok, toen hij het hoorde: „Een kind, een kind van een jaar of vijf". Ruw drong hij zich door den kring van menschen en daar lag hij. Een ziekenauto was geko men en ze hadden hem naar het kinderzie kenhuis gebracht. Hij was nogal gekneusd van binnen. Niet gevaarlijk, gelukkig, maar het was toch beter, dat Ellen thuis kwam. „Ik vond het zoo vervelend voor je, omdat je juist naar buiten was gegaan om rust te nemen," zei Peter. Hij zat op z'n stoel te draaien, keek quasi kritisch naar z'n schil derstuk, dat in een hoek op de ezel stond. „Het wordt goed", zei Ellen zacht. Wantrou wend keek hij om. Spotte ze weer?" „Het wordt goed", herhaalde ze en keek hem recht in de oogen. „Jou.... jou begrijp ik niet," barstte hij los. Eerst doe je zoo koel, en nou weer Ellen glimlachte. „Wanneer kan ik hem bezoeken". „Vanavond om half zeven", zei hij kortaf. 's Avonds zat ze aan het bedje van het jon getje. Ze was hevig geschrokken, toen ze het bleeke gezichtje zag, dat verbonden op het groote kussen lag. Hij scheen geen pijn te hebben, was enkel blij, dat hij Moeder zag. „Keesje heeft zoo verlangd," zei hij zacht. „Nu Moeder je eiken dag weer zal zien, zal je weer gauw beter zijn," beloofde ze. Thuis deed ze weer stug en hatelijk. Ze kon niet vergeten, dat het Peter's schuld was en al was hij er zoo ongelukkig onder, ze liet hem telkens voelen, dat ze hem zijn onvoor zichtigheid verweet. Langzaam gingen de dagen en weken voorbij. Het kind genas niet zoo gauw als de dokters verwacht- hadden. De jongen was heel zwak en zenuwachtig. In huis heerschte fcusschen Ellen en Peter een onaangename stemming. Toenadering bleef uit. Peter verdiepte zich in zijn werk, Ellen ging uit of las een boek. Op een middag kwam Peter thuis met de boodschap, dat Keesje over een week naar huis mocht. Het leek wel of het in huis lich ter werd, of de zon helderder door de ramen schen. Ellen ging 's avonds in den tuin zitten. Peter ging als altijd naar boven om te schil deren. Tegen half negen kwam hij beneden. „Het gaat niet," zei hij en viel in het gras neer. Zwijgend zaten ze bij elkaar. Wil jij misschien morgenochtend eens kijken?" vroeg hij, zonder op te zien. Een blos vloog over Ellen's wangen en voorhoofd. Nog aar zelde ze even. „Meteen wel," zei ze dan. Samen gingen ze naar boven. Ze gaf hem een paar goede wenken, terwijl ze in de vensterbank zat. Peter veranderde, veegde weg, en schilderde daarna door. „Kom," zei Ellen om tien uur. „We gaan nog een kopje thee drinken, er zal nog wel zijn. Je bent weer zoo verdiept, dat je alles vergeet. „Dat komt door jou," antwoordde hij warm. „Omdat jij daar weer zit, zooals altijd." Weer kleurde ze. Ze stond nog voor het raam en hij ging achter haar staan. Langzaam zocht hij haar hand. Ben je ver geten, dat je dat vroeger altijd deed? Dan zat je hier bij me te werken aan een broekje of kieltje voor Kees." „Natuurlijk weet ik dat nog," zei ze, wat verlegen door de klank in zijn stem. „Zul je dan weer gaan doenals Kees thuis is?" vroeg hij smeekend. Ze knikte stil. Plotse ling draaide ze het hoofd om en keek hem diep in de oogen. Wat zal het heerlijk zijn, als hij weer hier is," zei ze en legde het hoofd op z'n schouder. „Wat zal het heerlijk zijn, als jullie alle bei weer hier zijn," antwoordde Peter en kuste haar zacht. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. J. S. overtreding der Motor- en Rijwielwet f 2 subs. 2 dagen hechtenis; M. C. L. A. het als berijder van een rijwiel niet het gegeven bevel van den -verkeersagent opvolgen 1' 3 subs. 3 dagen hechtenis. Mr. D. N, het als be stuurder van een motorrijtuig dat motorrij tuig zonder voldoende toezichtlaten staan, terwij 1de motor van opgemeld motorrijtuig in werking was f 2 subs. 2 dagen hechtenis; G. de J. overtreding der Motor- en Rijwielwet f 20 subs. 20 dagen hechtenis; C. v. D., over treding der Motor- en Rijwielwet f 20 subs. 20 dagen hechtenis. F. B. het loop en over ver boden grond f 2 subs. 2 dagen hechtenis, J. II. het zich alleen gekleed in badcostuum bevin den op het Bloemendaalsche strand, zonder gebruikmaking van een badinrichting f 1 subs. 1 dag hechtenis; B. J. M. S., idem, idem, N. v. d. N. overtreding der Motor- cn Rijwielwet f 5 subs. 5 dagen hechtenis. EXAMENS IÏOOFDACTE. Haarlem, 15 Augustus. Geëxamineerd 7 candidaten. Geslaagd de heeren: C. J. de Witte, IJmuiden; R. J. Arends, idem; F. de Vries, idem; B. Eenk- hoorn, te Opperdoes; J. Siemons, IJmuiden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cta. per regel. yfrluj'S Jilaiuna. ARBEIDERSMUZIEKVEREENIGING „EXCELSIOR". De Arbeidersmuziekvereeniging „Excelsior" onderafdeeling van de Nederl. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, directeur Peter Wit, geeft Zaterdagavond 17 Aug. een concert in den tuin van café „Dreefzicht". O.a. zullen ten gehoore worden, gebracht de twee nummei's, waarmede het korps zal uit komen Zondag 18 Aug. op het concours te IJmuiden in de afdeeling „uitmuntendheid". „Excelsior", welke in haar ongeveer 10-ja- rig bestaan talrijke prijzen verworven heeft, zal zich zeker in veler belangstelling op dit concert kunnen verheugen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: Duys, Koninginneweg 37, badpak niet handdoek en muts; Hems- bergen, Anegang 27, ceintuur; Jansen, Oran jestraat 8, idem; Eijsden, Jacobstraat 3, dïna- mo; Bouwens, Indischestraat 75, dop van benzinetank; Bur. v. Politie, Smedestraat, autodop; Captijn, Barendsestraat 58, fleschje met inhoud; Kennel'Fauna, zwarte kat, ge bracht door: Bijnsdorp, Teijlerstraat 12; bonte kat, gebracht door: Fransen, Vooruit gangstraat 7: grijze kat, gebracht door: de Magneet, Lange Veerstraat 10: Bokkenhoven, Vroomstraat 8.R. K. Kerkboekje; Baars, N. Geldeloozepad 34, koffer; Boot, Zonnesteeg 6rood, portefeuille; Klein, Adriaan Loosjes- slraat 13, parapluie; Asnus, Olleslagerslaan 5, rijwielbelastingmerkv. Galen. Vinkenstraat 13, idem; Kerkstra, Vrouwehekstraat 8, idem; Zijlstra, Elzenplein 45, rijwielketting; Nielen, Rolhuizen 4 zwart, rijwielbelastingmerk; We vers, de Witstraat 24 H, schoentje; Rozen- hart. Zomerkade 151, taschje met inhoud; v. Bethlehem, Arnhem, gewicht. HET MUZIEKCONCOURS TE IJMUIDEN. Concert door „Zang en Vriendschap" en „Kunstkring". Onder leiding van den Haarlemschen mu sicus Jan Nibbering gaven genoemde IJmui- densche vereenigingen een gecombineerd concert, dat door de talrijke aanwezigen met aandacht werd aangehoord. „Kunstkring", vereeniging voor kamermuziek, had uit zijn boezem een aantal krachten gerecruteerd, tot taak hebbend o.m. het Mendelssohn- werk voor koor en groot orkest „Lauda Sion" te begeleiden. Voorts zorgde het nog voor de verzorging der orkestpartijen in een» fagment uit Mozarts Figaro en een dito uit Haydn's Jaargetijden. Wij konden tot ons genoegen opmerken, hoe het instrumentaal ensemble zich op hoogst loffelijke wijze kweet van zijn taak, het zonder uitzondering mooi zuiver en beschaafd zingende koor te begeleiden. Men moge bedenken, dat voor een gemengd koor het zingen in de niet- afgesloten ruimte zijn bezwaren heeft, wijl voor den zanger de resonans grootelijks ont breekt. Maar het machtige werk Lauda Sion te zingen in de open lucht, en zóó te zingen als Z. en Vr. dit deed, mag gelden als een opgaaf van je welste. Bij dit voortdurend zuiver (en beschaafd) zingen misten we on gaarne de in de partituur voorgeschreven drie trombones, ook al weten we dat haar partijen voor 't meerendeel slechts verster kingen zijn van de zangstemmen. Op enkele plaatsen zooals b-v. bij „Mors est Malis" bleek nu de piano, hoe perfect overigens de partij werd gespeeld, niet bij machte, het groot en klein koper te vervangen. Ook de hobo en de beide fagotten deden op meer plaatsen, o.m. bij de sopraan-solo, „sit laas plena", waar in gestadige afwisseling met het telkens antwoordende koor (en groot orkest) aan de houtblazers de begeleiding der solostem is toebedeeld, gevoelen hoe wij ongaarne deze instrumentengroep misten. Nu was aan klarinet en fluit deze taak toe gewezen, wat natuurlijk geen algeheele be vrediging kon schenken. Aan de bespelers dezer twee instrumenten overigens niets dan lof. Men mag nog weten dat de klarinettist alles (en vrijwel a prima vista) had te trans- poneeren, wijl Mendelssohn hier uitsluitend twee C-klarinetten voorschrijft, en de speler hier slechts over bes en a beschikte. Aan den contrabassist ook een extra woord van lof voor de wijze waarop hij, doorgaans in com binatie met de cello's, zijn partij streek. Op merkelijk was, hoe hij gaarne menig tempo minder breed uitgemeten had gewild. De heek Nibbering zette ook naar mijn gevoelen het maestoso van het inleidingskoor wat al te breed op, en dit zou zich later nog veel herhalen, wat soms aan de koorstemmen zeer lastig te overwinnen moeilijkheden geeft; voor de solisten vooral leidt dit spoe dig tot overbelasting, hoewel Mej. S. van Buuren, die de mooie sopraansoli zong, dit deed met buitengewoon goed uithoudings vermogen en daarbij aan klankschoonheid geen oogenblik te kort deed. Een mooie mez zo heeft Mej. Reinders; beide dames zongen tezamen met de heeren Heynis en Bröring het solokwartet. De aanwezigen hadden geen tekstboek, waarin zij het gezongene konden volgen. Dat er niettemin een mooi gespan nen aandacht was voor deze uitvoering, mag zeker gelden als bewijs, hoe het werk van Jan Nibbering en zijn beide vereenigingen het R.K. koor en de kamermuziekvereeniging op prijs werd gesteld en dus op peil stond. Daar ook zijn programma, naast een paar homophone niemendalletjes van P. v. d. Ro- vaart (bewerking van een., lied van Godfr. Aarïri) en van Bonspt uitsluitend muziek van. goed gehalte 'bevatte, en aan de uitvoe ring de beste zorgen waren besteed, mogen we zeggen, dat aan Nibbering de bijzondere eer toekomt, dat hij op deze wijze bevordert wat ons muziekleven zoo hoog noodig heeft: het musiceeren in huiselijken kring. We weten bij ervaring, hoe nog lang na zulk een uitvoering de zangers en de instrumen talisten saamgroepen en brokstukken uit grootere werken verrassend goed ten gehoo- re brengen, op deze wijze naast het schenken van muzikaal genot mede te werken om den grond te leggen tot een mooi en sterk vere nigingsleven. G. J. KALT. Naschrift. Het gisteren geplaatste ver slag over de uitvoering van „Crescendo", Westzaan, bevat een stokende zetfout. Men leze daar (in de passage 'over de saxophone- soprano) in plaats van falende klankschoon heid: stralende klankschoonheid. K. HET BIOSCOOPCONFLICT IN HET ZUIDEN. Te Eindhoven is een ledenvergadering gehouden van Noord-Brabantsche en Lim- burgsche Gemeenten voor gemeenschappe lijke filmkeuring. De vergadering nam een motie aan, waarin zij de door het bestuur der vereeniging gevolgde gedragslijn, mede ten aanzien van het bemiddelingsvoorstel Van Staveren, goedkeurt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Normalisatie van de Gouw-Wetering. EEN GROOT PLANTSOEN AAN DE ZOMERVAART. Haarlem's Zuid-Oostelijke zelfkant wordt bespoeld door de Gouwwetering. Het is niet onmogelijk, dat de helft van de Haarlem mers de Gouw niet kent. Want de Gouw of de Goo, zooals het ding ook genoemd wordt is maar een bescheiden waterwegje, niet breeder dan een flinke sloot. Maar de Gouw heeft een respectabele lengte, zij is precies even lang als het Zuider Buiten Spaarne, wat makkelijk na te gaan is op de kaart, want zij loopt er evenwijdig mee. En zij is misschien wel even belangrijk, want al gaat de Gouw schuw schuil onder een dikke laag kroos, de wetering is als afwatering van den Roomolenpolder onmisbaar. De Roomolen- polder strekt zijn welig groene landouwen uit tusschen het Zuider Buiten Spaarne, de Zo- mervaart, den Zomerweg en de Ringvaart en de Gouw stroomt daar dwars door. Inder daad, er zit bij tijden stroom in het ding, het merkwaardige is alleen, dat de oorzaak daarvan niet bij de bron, maar bij de mon ding gezocht moet worden. De Gouw toch ontspringt In het diepst van Zuid Schalk wijk, dicht bij de Ringvaart, maar hoe arca disch lieflijk het landschap hier onder den rook van Haarlem ook moge zijn, geschikt om een stroompje door het water te stuwen is het niet. Maar aan de monding bij de Zo- mervaart, waar de Gouw een kleine delta vormt, staat een watermolen. Vroeger was het er een met windkracht, maar dat is helaas voorbij, slechte het onderstuk van den molen bestaat nog en dient ter beschut ting van den motor. En die motor zorgt nu voor den stroom in de Gouw. Die Gouw-delta echter is den laatsten tijd een beetje in de verdrukking gekomen. Er wordt aan de Zomervaart druk gebouwd. Voorbij de Kruistochtstraat tegenover de Oosterkerk is een heele rij winkels gekomen. Daarnaast verrees in weinige maanden tijds de nieuwe Christelijke school, waar dezer da gen de pannen reeds opkwamen. De nieuwe Zomerweg, die daarlangs komt buigt nogal aanzienlijk af van den bestaanden weg langs de Zomervaart. Hij moet aansluiten bij de aardige baan, die verleden jaar langs den speeltuin van „Het Oosterkwartier" gelegd is. En ook die ligt veie meters ten Zuiden van den. bestaanden grintweg. De nieuw^ weg zal dus een groote bocht van de Zomervaart afsteken. Tusschen die beide opgehoogde wegbanen nu, kronkelt zich als in een vallei de Gouw, haar einde tegemoet. Wat zal er nu met de Gouw gebeuren als die beide wegdeelen aangesloten worden? Haar functie maakt een algeheels verdwijning onmogelijk, on- oogelijk als zij is kan ze in een mooi nieuw stadsdeel ook niet blijven. De Gouw-wetering zal dus genormaliseerd moeten "worden tot een behoorlijke vaart en daartoe zijn dan ook van gemeentev/ege reeds peilingen en op metingen gedaan. En de beide wegdeelen zullen dan door een brug over de Gouw ver bonden worden. De oude grintweg verliest dus zijn beteekenis en kan opgenomen wor den in het plantsoen, dat naar wij vernemen in de afgesneden bocht wordt aangelegd. Midden in dat plantsoen kan het gemaal blij ven staan. Het ware de moeite waard er een windmolen van te maken. Aan de over zijde van de Zomervaart worden in de scha duw van de Oosterkerk huisjes gebouwd voor ouden van dagen. Juist den bewoners hier van zal een plantsoen zoo in de nabijheid in deze overigens nagenoeg plantsoerüooze omgeving zeer welkom zijn. En bij den speel tuin zal het goed aansluiten, terwijl het de Christelijke school en de in de buurt te bauwen Rcomsch Katholieke School een rustige omgeving waarborgt. Het moet de bedoeling zijn om langs de genormaliseerde Gouw-wetering aan beide zijden kaden aan te leggen. Ter eene zijde, langs den speeltuin is de wegbaan "daarvoor reeds aanwezig, ter andere zijde zullen de Damiatestraat, de Graaf Willemstraat, de Nijlstraat en de Slachthuisstraat, die thans op de Gouw doodloopen, op een kade moeten aansluiten. De périphérie van Haarlem is hier nu nog landelijk, maar het blijkt dus, dat ingrij pende wijzigingen binnen niet al te langen tijd te wachten zijn. HET DOORTREKKEN VAN DE MARNIX- STRAAT. Sedert een aantal jaren is men bezig met het bij stuRjes en brokjes aanleggen en door trekken van een breede straat die een recht- streeksche verbinding bedoelt te worden van het westelijk deel van de stad met Haarlem- Noord. Deze straat, nl. de'Marnixstraat, werd kort na de verbreeding van de Kleferlaan geprojecteerd tot de vroegere grens tusschen Haarlem en Schoten een klein stukje dus. Kort voor de annexatie werd in het project van deze straat een nieuw gedeelte aange legd achter het Hoogerwoerd-complex en langzamerhand werdende twee deelen aan elkaar gelascht. De straat zal wanneer ze eenmaal klaar is, aansluiting geven op de Zaanenlaan, maar voordat ze in rechte ver binding zal doorloopen, moet er nog heel wat gebeuren. Er ligt nl. nog een stuk weiland waarover het nog ontbrekende stuk van de Marnixstraat moet worden aangelegd. Maar op dat weiland ligt een servituut hetgeen belet om dat land aan de bestemming van weiland te onttrekken. Hiervoor is onteigening noodig. Nu grazen de koeien rustig tusschen de beide deelen van de mooie, breede Marnixstraat in. Wij vernamen, dat reeds overwogen wordt om tót onteigening te kunnen komen, opdat deze straat zal kunnen worden voltooid. BLOEDVERGIFTIGING. Uit Groningen wordt aan de Tel. ge meld De 15-jarige J. S. te Hoogkerk, leerling van de H.B.S. krabde een dezer dagen een puistje in het gezicht open. Bloedvergiftiging was hiervan het gevolg en hoewel de jongen onmiddellijk naar het academisch zieken huis te Groningen werd vervoerd, mocht geen hulp meer baten en is de jongen heden overleden. „OP HOOP VAN ZEGEN" BIJ DE CO-OPERA-TIE. Zooals reeds eerder vermeld werd, opent de co-Opera-tie haar nieuwe speelseizoen met „Op Hoop van Zegen" van Herman Heijermans, op muziek gezet door Charles Grelinger. Ten einde deze opvoering op het hoogst mogelijk artistieke peil te brengen, heeft de directie gemeend, niet beter te kunnen doen, dan mevrouw Esther de BoerVan Rijk uit. uit te nóodigèn, de regie op zich; te willen nemen. De directie der co-Opera-tie heeft bericht ontvangen van mevrouw De Boer. die met vacantie in het buitenland vertoeft, dat ze de uitnoodiging gaarne aanvaardt. De co- Opera-tie zal dus het groote verrecht van haar medewerking hebben en het publiek kan een volkomen voorstelling van Op Hoop van Zegen verwachten, daar de muzikale leiding door den componist zelf verzorgd wordt en de geheele regie bij mevrouw De BoerVan Rijk berust. HET SPOORWEGONGELUK TE UTRECHT. Gemeld wordt dat Donderdagmiddag te 2 uur de versperring van de spoorbaan was opgeheven. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. ^De fa. Bender heeft 9600 stemabonné's. Mogen wij ook U van dienst zijn en Uw tevredenheid AMSTERDAM - ROTTERDAM - ARNHEM - BREDA LEIDEN Uit het Engclsch van CHARLES GAR VICE. 49) Weet u ook hoe het met Lord Bölmayne Is? informeerde Larry. Neen, mijn collega die ook op het terrein van de ramp was, is met hem meegereden en ik ga er nu heen, antwoordde de dokter. Mijn werk hier is voorloopig gedaan. Ik kom nog wel eens kijken. Maar houd hem rustig, Reuben! En de dokter stapte in zijn auto. Reuben wist Larry te bewegen om naar bed te gaan en vreemd genoeg: Larry sliep den geheclen nacht als een roos, ondanks alle emoties va-n den afgeloopen dag. Den volgenden morgen vroeg kwam er iemand van het kasteel met de vraag of mr Harding zich goed genoeg voelde om even te komen. Zijn aanwezigheid was zeer ge- wenscht. Spon en Reuben wilden den jongen laten slapen, maar Larry was wakker geworden en had de boodschap gehoord. Hij riep naar beneden dat hij over vijf minuten klaar was. Het duurde dan ook niet lang of hij was op weg naar Ravencastle en> in de hall ont moette hij den dokter. Ik ben blij dat je er bent. Hij is erg ziekstervende. Ze traden de ziekenkamer binnen. Lady Marie en mevrouw Merston stonden naast het bed; het jonge meisje keek op en legde de vinger op de lippen. Larry ging geluidloos naar het bed toe en Philip opende de oogen. Is hij daar? vroeg hij toonloos. Ben jij daar, Larry? Zwak strekte de stervende de hand uit en Larry gre.ep haar. Jij hebt je best gedaan, Larry, maar het kon niet anders. En het spijt me niet. Ik kon toch niet verder leven na.... Ben je erg ge wond, Larry? Larry schudde ontkennend hét hoofd. Jij bent moedig Larry en ikik ben altijd een lafaard geweest. AI weer een bewijs dat jij de afstammeling van een oud geslacht bent en dat ik bendie ik ben. Maar zelfs als er geen bewijzen warenIs Sherborne hier? Ik heb alles met hem be sproken en heb hem instructies gegeven. Ik wilIk heb alles aan jou overgelaten. Jij hebt het recht in alles te besluiten en je zult van dat recht een beter gebruik maken dan ik ooit had kunnen doen. Het is im mers de plaats die jou toekomt. Terwijl hij sprak kwam mr. Sherborne bin nen met een document en met de grootste moeite teekende Philip hot stuk. Toen keek hij met een veelbeteekenenden blik naar Larry en naar Lady Marie, de anderen be grepen zijn wensch en verlieten de kamer. Toen zij met hun drieën waren, legden Philip de handen van Lady Marie en Larry in elkaar, Lang heb ik tusschen jullie gestaan fluisterde hij. Ik wil goed maken wat ik verkeerd heb gedaan en probeeren Het waren zijn laatste woorden. Lady Marie slaakte een kreet, zonk op de knieën bij het bed en verborg snikkend het gezicht in de handen. XXXIII. Een jaar later stond Larry aan den in gang van de „Lady Marie" groeve (zoo had Spon de mijn genoemd) en controleerde de arbeiders die naar hun hutten gingen. De omgeving van de groeve had het aspect van een groot bedrijf: Hepburn was geslaagd in de oprichting v,an de maatschappij en de commercieele en technisch goed-ingerichte exploitatie had ten gevolge gehad, dat de mijn veel opleverde. De productie was zoo groot, dat zij op de edelsteenenmarkt een niet geringe consternatie veroorzaakt had en de prijzen sterk waren teruggelooperi, maar thans was het evenwicht weer hersteld en de drie voornaamste aandeelhouders waren hard op weg om millionair te worden. De aandeelen stonden de laatste maanden constant een heel eind boven pari. De drie „directeuren" waren alle hierheen teruggekeerd. Linda was in Engeland gebie- ven. Dat Spon en Hepburn op de plaats bleven waar hun kapitaal zich bevond en leiding gaven aan het bedrijf, was begrijpelijk maar Larry was zooveel jonger: de heele wereld lag voor hem open en hij was niet op de opbrengst van de groeve aangewezen, sinds na Philip's dood in rechten was uit gemaakt (dank zij de bemoeiingen van mr. Sherborne en niet op Larry's eigen initiatief) dat hij, Larry, de rechtmatige markies van Belmayne was. Hoewel Spon er steeds op aandrong dat Larry toch naar Engeland zou teruggaan, had deze steeds geweigerd. Kijk eens hier Larry, had Spon gezegd. hoe lang wil je hier nog blijven? Ik begrijp het wel, maar ik zou toch den boel er bij neergooien als ik jou was. Voor jou als Engelsch edelman is het toch niets gedaan hier op die smerige mijn rond te lummelen. Praat alsjeblieft een beetje vriendelijker over de mijn die jou tot een rijk man heeft gemaakt, had Larry geprotesteerd. Och het gaat niet. om de mijn. Maar ik vind jouw gedrag niet in den haak. Hst schijnt je niets te kunnen schelen of ie Larry Harding of de markies van Belmayne bent. Neen, geen steek. Juist, maar je moet ook eens qan andere menschen denken, bijvoorbeeld aan de dame die in Engeland op je zit te wachten en die zoo alleen is Ze is niet alleen, zei Larry kalm, Linda is bij haar en mevrouw Merston. Aan die twee heeft ze niets, zei Spon ongeduldig. Ze verlangt naar iemand an ders. Het heeft er veel van alsof je mij be doelt, beste Spon. Dat doe ik ook als je het weten wilt. Spon maakte zich een beetje boos. Daar zit nu dat lieve aardige meisje, dat Gravinnetje en ze kwijnt weg op dat kasteel. En jij dwaalt hier maar om die mijn heen en weer en verlangt naar haarDat is misplaatste trots en ik ben zoo vrij om je te zeggen dat je me niet meevalt. Spijt me, zei Larry droog. Hij keek zijn trouwen vriend kalm aan. Ik heb haar gevraagd, om met me te trouwen. En Ze heeft geweigerd. Ze denkt dat hot niet goed is om met me te trouwen na alles wat er gebeurd is. Als ik Larry nog was, de visschersjongen of de robijnendelver Ik begrijp het, zei Spon zacht, neem me niet kwalijk jongen, laat je het daar nu maar bij? Ikik weet het nog niet precies. In elk geval ga ik de volgende week naar Enge land Spon's gelaat helderde op en hij stak zijn hand uit. Mooi zoo! Reuben zou zeggen: „Goed Larry". Wat zal ik blij zijn dien goeden, ouden kerel weer te zien. Ik vind dat ik je trouwdag niet mag missen. Als er tenminste een trouwdag komt!, zei Larry sceptisch. Aan dat risico durf ik de reiskosten wel wagen, lachte Spon. Een paar weken later was Larry in Enge land. In Londen bleef hij maar één enkelen dag voor een bezoek aan de kantoren, van de maatschappij, waar hij ontvangen werd als een van de machtigen der aarde. Den volgenden dag ging hij naar Ravenford en het üep tegen dén avond toen hij op Raven Castle aankwam. De bedienden be groetten hem met een mengeling van den aan zijn rang verschuldigaen eerbied en blijde hartelijkheid, want hij was altijd ;,Larry" en dat zou hij altijd blijven: de held van Raven- ford! Hij werd in een van de salons gelaten, waar het al schemerdonker begon te worden. Hier zaten twee menschen zelfs hand in hand. Het waren Linda en Sherborne. Maar toen ze den indringer zagen, lieten ze eikaars handen gauw los en sprongen verschrikt op. Larry! riep Linda met een kleur als een boei. Mylord!, voegde Sherborne, die al even rood was. eraan toe. Larry lachte hartelijk. Hij nam Linda's hand in zijn eene en Sherborne's hand in zijn andere hand. Ja, zei hij vroolijk, ik kom juist op tijd om te zeggen „God zegene Jullie!" Beiden waren te beduusd en te verlegen om een woord te zeggen. Larry keek de kamer rond en vroeg: Waar is Lady Marie? Op het terras, antwoordde Linda, die nog steeds vuurrood was. Weet zij dat je komt? Neen, zei Larry. Hij liep de hall in en Linda volgde hem. Eerst scheen het dat er niemand op het ter ras was, toen zag hij een slanke gestalte in een van de nissen zitten en snel ging hij op Lady Marie toe. Ze zat met de handen m de schoot naar de zee te staren. Zoo verzon ken was ze in haar gepeins en haar droomen dat ze hem niet hoorde, voor hij vlak bij haar was. Zelfs toen stond ze niet op. maar keek hem aan, alsof ze een geestverschijning zag. (Slot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6