H. D.-VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGELAD
WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1329
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
door LIEN FIBBE.
Overwinning
Boven het grasveld golfde de heete lucht
In de brandende zon. Fel kleurden de vuur-
roode geraniums in de ronde perken. De bla
deren van de hooge beuken hingen slap. als
uitgeput. In de verte, waar zacht zoemden
de stemmen van boeren op het land, hing de
stilte loom en zwaar, afwachtend het nade
rend onweer. Nu en dan schoof een wolk
voor de zon, zoodat opeens de wereld som
ber leek en dreigend.
In de kamers van het stille huis heerschte
hetzelfde angstige wachten. De jonge vrouw
opende de blinden, sloot ze weer om het al
te felle licht en ging naar buiten.
Als op den weg het geluid werd vernomen
van een voertuig, een wagen of een auto.
richtte ze het hoofd op. Dat kon altijd
Iemand zijn, die haar wat afleiding kwam
bezorgen. Maar er kwam dien middag nie
mand en tegen het eten alleen fleurde ze
wat op door de dingen, die er te bestellen
waren, en de bevelen, die ze moest geven.
Verder was het alles eentonig, eiken dag,
elke week. Wanneer ze er aan dacht, dat
Louis zou kunnen komen, werd ze onrustiger
en wilde wel vluchten, terwijl ze dat toch
het meest verlangde. Voor zichzelf durfde
ze nu en dan bekennen, dat ze daarnaar
luisterde, als ze buiten was. in den tuin, en
ze elk geluid van auto's en fietsen hoorde. Ze
stelde zich voor, hoe het zou zijn, als hij
met 'n behendige zwaai 't hek binnen zou rij
den en Hector zou beginnen te blaffen In zijn
hok, zooals hij deed bij eiken bezoeker. Hij
zou vlug uitstappen, op haar toeloopen en
iets vroolljks zeggen, een grapje over haar
eenzaamheid, over z.'jn eigen brutaliteit om
te komen zonder vooruit te waarschuwen.
Ze kende hem zoo goed, zooals hij dan was:
opgewekt, spottend, een klein beetje vleiend,
zooals hij deed tegen iedereen.
Maar dan
Verder durfde ze zich niet bezinnen zooals
het dan zou worden. Zij samen thuis, zij al
leen in den tuin, zij beiden, hij voor haar en
zij voor hem.
Een triestigheid besloop haar, die ze met
geweld terugdrong. De eenzaamheid deugde
niet voor haar. Het zou goed zijn als over
een poosje Daan weer terugkwam, dan kon
den ze praten over zijn werk en zou ze
iemand hebben om voor te zorgen.
Na het onweer, dat eindelijk krakend los
gebarsten was ,en stortbuien had uitgegoten
over de weilanden en de dorstige boomen,
werd aan de voordeur zacht gebeld. Ze hoor
de het niet, omdat ze achter zat, onder het
giazen dak van de serre, waar ze genoot van
c'e koelte, die naar binnen werd gedreven
door den wind, die was opgestoken en die
kwam aanhollen van over de vlakte.
Ze schrok op, toen Louis plotseling voor
haar stond. Beheerscht reikte ze hem de
hand, bood hem een stoel en vroeg naar zijn
familie. Al pratend nam ze hem op, zooals
hij daar achterover geleund zat in de rieten
fauteuil. Hij scheen uitermate op zijn gemak,
lachte zooals ze het zich had voorgesteld, om
haar, om zichzelf. Ze lachte mee, vroolijk op
eens, en vroeg hem of hij wat wilde drinken.
L'ri onder een gezellig gesprek vergat ze haar
angst voor hem en zag ze alleen dat hij daar
zat en dat hij goed was en vriendelijk. Hij
vertelde van zijn vacahtierels en de zaken
die hij onderweg nog hacl gedaan.
Maar toen ze wandelden in den tuin, die
daar frisch lag na den regen en het onweer,
toen ze samen staarden over de dampende
velden en hij stil zijn arm om haar schouder
legde, werd ze weer onrustig. Ze begreep, dat
weer dezelfde vertrouwelijkheid zou komen
tusschen hen, dat ze samen zouden praten
over dingen, die hun heel na waren en die
ze anders verborgen hielden in hun hart. Ze
begreep, dat, toen hij haar hand vatte, hij
haar weer zou vertellen van zijn droomen,
zijn idealon, en ze terug zou zeggen van wat
ze zelf beleefde, innerlijk en alleen.
Als een diepe duisternis besloop die onrust
haar, zoodat ze plotseling verder ging, als
om te vluchten. Het scheen hem niet te ver
wonderen. Zooals altijd begreep hij haar,
beter dan haar eigen man.
In het halfduister liepen ze verder, onder
de zware beuken, langs de bloemperken, die
zoet geurden. Als hij haar aankeek bloosde
ze, en keerde zij zich af. „Hij begreep het
wel", dacht ze. „Hij begreep, dat het alles
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Ct«. per regel.
voor haar even moeilijk was als voor hem".
En een angst kropte in haar keel, dat hij
het zou uitspreken, terwijl ze ernaar- ver
langde, een angstig, bevend verlangen.
Hij zei niets, alleen dat hij naar huis moest
en dat hij terug wilde loopen langs den vij
ver. Ze bracht hem tot aan het hek en tuur
de hem na, tot hij over den heuvel ver
dween.
Den volgenden dag bracht ze vol onrust
door. Ze telde de uren, die ze nog moest
wachten tot Daan thuis 'zou komen. Ze
wenschte, dat zijn boot vroeger zou binnen-
loopen en vreesde het oogenblik, dat ze zijn
donkere gezicht weer zou zien en zijn stem
zou hooren. Ze probeerde te bedenken, wan
neer Louis naar Engeland zou gaan en of hij
iets gezegd had van terugkomen. Ze wist het
niet. Als in een droom had ze den vorigen
avond geleefd en ze wist niet meer de woor
den die er gesproken waren. Ze zag zichzelf
aan het hek, hem nakijkend, maar ze wist
niet of hij had omgezien, of iets had geroe
pen.
's Middags ontving ze bericht van Daan,
die den tijd van aankomst njeldde. Het was
of ze ontwaakte. Ze voelde, dat ze iets doen
moest om zichzelf te redden. Of den één, of
den ander; of Louis, of Daan.
Terwijl ze schreef aan Louis, dat hij niet
terug mocht komen, dat het beter was als ze
elkaar niet meer zagen, was het, of ze het
bruine gezicht voor zich zag van Daan, zoo
als ze het had gezien, toen hij wegvoer. Het
zelfde verlangen ^stond in zijn ocgen te lezen,
met dezelfde kracht strekte hij de armen
naar haar uit, vergetend de menschen om
hem heen. Zooals hij haar toen alleen zag,
alleen naar haar verlangende, zoo was het
ook gebleven de jaren dat hij in Indië was
geweest, dat wist ze. De trouwhartige, kort
aangebonden briefjes spraken zonder veel
woorden van zijn gevoel voor haar, en dat hij
haar vroeg om thuis te blijven en hem thuis
te ontvangen, was een bewijs, dat hij besefte
zich niet te kunnen beheerschen tusschen al
die menschen aan boord. Beschaamd dacht
ze aan haar eigen wankel hart, zoo weinig
trouw en standvastig.
De volgende dagen bleef ze gedrukt, ver
langde dan naar den een, dan naar den an
der. Toen begon ze Louis hoe langer hoe
meer te vergeten, in de vreugde en de voor
bereidingen voor Daan's thuiskomst. Ze be
greep niet meer, hoe het haar zoo'n moeite
gekost had om Louis dat briefje te schrijven,
die overwinning op zichzelf. Meer en meer
besefte ze, dat dit de eenig juiste oplossing
was geweest. Met dankbaarheid dacht ze
aan het oogenblik, dat ze alles aan Daan zou
vertellen, aan zijn verdriet erover en aan
zijn vergeving, die daarna komen zou, dat
wist ze. Want, begreep ze, als ze dit niet
tegen hem zeggen zou, dan was alles voor
niets geweest, dan zou hetzelfde gevoel voor
Louis weer terug kunnen komen, hetzelfde
verlangen naar hem. En als hij dan alles
wist zou het een dubbel genoegen zijn het te
toonen dat haar liefde voor hem onvermin
derd was gebleven, dat het alles een dwaling
was geweest, omdat ze zijn vasite hand
miste en omdat ze alleen stond, onbe
schermd.
ONDERWIJSZAKEN.
B. en W. stellen voor aan het bestuur der
Haarlemsche Montessorischool gelden uit de
gemeentekas toe te staan voor het aanschaf
fen van nieuwe schoolmeubelen en leer
middelen voor de lager onderwijs-afdeeling
der school in het Frederikspark. De kosten
zijn op 1451 geraamd.
Voorts willen B. en W. het verzoek van ge
noemd bestuur inwilligen om gebruik te
mogen maken van de kleine gymnastiekzaal
In het gebouw aan den KI. Houtweg 47 voor
het geven van onderwijs in de lichamelijke
opvoeding.
B. en W. vragen 1600 voor de aanschaf
fing van 12 stel nieuwe gordijnen en het ver
ven van 6 stel gordijnen in het Gem. Lyceum.
B. en W. stellen voor aan het bestuur der
R.K. Jongensschool voor u.l.o. Ged. Oude
Gracht 120 114 toe te kennen voor aan
schaffen van banken en 1 944 voor de in
richting van een parallel 2de klasse.
Door B. en W. wordt voorgesteld aan het
bestuur der Groen van Prinstererschool een
crediet van ten hoogste 4039 te verleenen
voor de aanschaffing van nieuwe banken m
de school aan de Jansstraat.
ENORME TOENEMING VAN HET
VERKEER.
Het verdriedubbelde in drie
jaar tijds.
TELLINGSUITKOMSTEN OP DEN WEG
AMSTERDAM—HAARLEM.
De eerste dag van de verkeerstelling op de
Rijkswegen heeft wel merkwaardige resulta
ten gegeven in vergelijking met de vorige,
die in 1926 gehouden werd. Er blijkt uit, hoe
veel intenser het verkeer in drie jaar is ge
worden. Onze lezers behoeven slechts de vol
gende cijfers, betrekking hebbend op den
weg Haarlem—Amsterdam, te vergelijken:
De telling van 1926 werd gehouden Zon
dag 22 Augustus, onder dezelfde omstandig
heden als thans, Zondag 18 Augustus, en op
dezelfde uren, namelijk van 6 uur 's morgens
tot 8 uur 's avonds, en onder dezelfde weers
omstandigheden een sterken Zuidwestelijken
tot Westelijken wind, bij droog weer.
De eerste getallen nu toonen een achteruit
gang, want dit zijn die, welke op de bespan
nen voertuigen betrekking hebben.
Zoo daalde het aantal bespannen voertui
gen voor personenvervoer, geen omnibussen,
van 42 tot 5, dus met 37. Het aantal bespan
nen omnibussen bleef gelijk, namelijk 0, de
bespannen voertuigen voor vrachtvervoer
daalden van 14 tot 10.
Maar dan, te beginnen met de categorie
automobielen, begint de groote vooruitgang.
Het aantal auto's voor personenvervoer steeg
van 1334 tot 3188, dus met 1854. Omnibussen
en groote toerauto's kwamen van 7 op 60,
vrachtauto's van 16 op 94, vrachtauto's met
aanhangwagen waren er op Zondag niet,
motorfietsen vermeerderden van 262 tot 876
en fietsen vermenigvuldigden zich van 2236
tot 7275. Er kwamen er dus meer dan 3 maal
zooveel.
De categorie handwagens en hondekarren
kwam van 2 op 15 en die van onbespannen
paarden en vee van 3 op 5.
Tramtreinen passeerden er 109 en thans
145, zelfs de voetganger werd grooter in aan
tal van 310 tot 697; dus tweemaal zooveel.
Het aantal fietsen en motorfietsen steeg wel
het meest met meer dan het driedubbele.
In totaal vermeerderde het aantal wegge
bruikers dus van 4335 tot 12.370, dat is met
8.035, het verdriedubbelde dus nagenoeg.
Maandag publiceerden wij reeds de tellings
uitkomsten van den post Haarlem voor den
Rijksweg HaarlemAmsterdam gedurende
de uren, van 6 uur 's morgens tot 8 uur des
avonds. Te Sloterdijk werd eveneens geteld
en de uitkomsten van dezen post blijken na
genoeg overeen te komen met die van Haar
lem.
Hier volgen nog de 's nachts te Haarlem
bereikte totaalcijfers, dus van 8 uur 's avonds
tot den volgenden morgen 6 uur.
Bespannen voertuigen 0, Bespannen omni
bussen 0. Bespannen vrachtwagens 0, auto's
voor personenvervoer 986, omnibussen en
groote toerauto's 23, vrachtauto's 38, vracht
auto's met aanhangwagen 0, motorrijwielen
161, gewone rijwielen 839, handwagens en
hondenkarren 1, onbespannen paarden en
vee 8, tramtreinen 60, voetgangers 185.
Er is dus 's nachts ook nog veel verkeer op
den weg Haarlem—Amsterdam.
MONTESSORI-ONDERWIJS.
VERANDERINGEN.
In de raadszitting van 12 October 1927
werd besloten niet over te gaan tot een
proefneming met Montessori Lager Onder
wijs op gemeentescholen. Later kwamen in
eenige lokalen der voormalige openbare
school aan de Bakkerstraat eenige klassen
der bijzondere lagere school voor Montessori-
onderwijs, waarvan nu een dependent in het
Frederikspark is. Thans moet het bestuur
der bijzondere Montessorischool het voor
nemen hebben de klassen in de voormalige
school in de Bakkerstraat op te heffen. Het
voorbereidend openbaar Montessorionderwijs
dat reeds 4 jaar in 't zelfde gebouw werd
gegeven, blijft.
VECHTPARTIJ IN DE DE WITSTRAAT
Om een kleinigheid ontstond Zondagavond
in de De Witstraat een hevige ruzie tusschen
een harmonicaspeler en een hem vergezellen
de vrouw. De man werd weldra handgemeen.
Een voorbijganger bemoeide zich met het ge
val; deze gaf den harmonicaspeler zulk een
slag tegen het hoofd, dat hij tegen den
grond sloeg. Hiermee was het gevecht afge^
loopen. De rust keerde toen ook spoedig in de
straat terug.
AUTOMOBILISTEN OPGEPAST!
EEN BANDEN-VERNIELER.
In de gemeente Bloemendaal vindt men
een vernieler van automobielbanden, die al
heel wat verwoestingen op zijn geweten
heeft.
Het is een ijzer deksel van een straatkolk
in de Zomerzorgerlaan, vlak bij de kruising
met de Brederodelaan. Het ding, dat heel
scherpe hoeken heeft, steekt ongeveer 8 c.M.
boven den weg uit, maar gaat half schuil in
het gras van den wegberm. Vele auto's die
terwille van het verkeer, de bocht op dezen
smallen weg, zoo klein mogelijk nemen, rij
den tegen dit ijzer des aanstoots op, met het
onherroepelijk gevolg, dat één soms zelfs
twee! banden vernield zijn. Er komen
scheuren in de banden van 10 of 20 c.M.
Als de banden nog te herstellen zijn, kost de
reparatie toch zeker een tientje per band.
Aan hotel Zomerzorg wist men ons te ver
tellen, dat er op dit punt bijna dagelijks auto
banden vernield worden. Het is een gewoon
verschijnsel, dat daar op den weg- een auto
mobilist stopt om een reserve-band om te
leggen. Als op die plaats zch een auto-repa
rateur vestigde, had hij een broodje.
Maar wij gelooven wel, dat nu wij de aan
dacht op de zaak gevestigd hebben. Pu
blieke Werken van Bloemendaal onmiddellijk
maatregelen zal nemen om deze gevaarlijke
straatkolk onder het straatniveau te laten
zinken, want zoo ergens, dan streeft men er
in Bloemendaal naar om de automobilisten
op mooie goed geasphalteerde wegen te laten
rijden, die vrij zijn van „voetangels en klem
men."
GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE
OPVOEDING.
In het tijdvak 115 Augustus zijn in de
gemeentelijke zweminrichtingen 24218 baden
genomen, verdeeld als volgt;
Houtvaart mannen
vrouwen
Abonne's
1724
1496
35 ets baden
85
63
10 ets baden
330
290
Vereenigingsbaden
255
200
Schoolbaden
24
47
Kostelooze baden
5304
5563
Totaal
7722
7659
Delft mannen
vrouwen
Abonné's
2990
3241
35 ets baden
196
183
10 ets baden
847
856
Vereenigingsbaden
301
223
Totaal
4334
4503
OVERTREDING MAXIMUM
SNELHEID.
STRENGER OPTREDEN DOOR DE
POLITIE.
In de laatste dagen heeft de politie tegen
ongeveer dertig bestuurders van motor
rijtuigen proces-verbaal - opgemaakt wegens
overtreding van de maximum snelheid. Er
werden snelheden genoteerd van 50, 60 en
70 K.M.
Naar aanleiding van deze herhaalde over
tredingen deelt de politie ons mede, dat zij
nu strenger zal optreden.
EXAMENS HOOFDACTE.
Haarlem, 20 Aug. 1929.
Geëxamineerd 7 vrl. candidaten, 3 afge
wezen.
Geslaagd de dames: J. G. Spoor, Wormer-
veer; T. Bakker, Texel; D. A. M. Beelen,
Haarlem; J. H. A. Wortelboer, Alkmaar.
BEKROOND.
Uit zeer veel deelnemers is door de Nederl.
Vereeniging voor teekenonderwijs bij een
prijsvraag voor een ontwerp voor een omslag
voor het maandblad de eerste prijs toe
gekend voor het ontwerp getiteld „Spaarne"
aan onzen stadgenoot den heer P. A. de
Munck.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem,
op Donderdag 22 Augustus 1929 des na
middags van 34 uur, door den heer George
Robert.
Programma:
1. Praeludium et Fuga c kl- t. J. S. Bach.
2. Sonate f kl. t. Padre Martini.
3. Jesu, meine Freude. S. Karg-Elert.
(Canzone).
4. Improvisation. C. Saint-Saëns.
5. Toccata. H. Andriessen.
ONZE NIEUWE GASHOUDER.
DE GROOTSTE IN HOOGTE.
In ons nummer van Maandag schreven wij,
dat Haarlem den grootsten gashouder van
Nederland krijgt. Dat is slechts gedeeltelijk
juist. Het wordt wel de hoogste, maar er
zijn gashouders die een grooteren inhoud
hebben. De gasfabriek Amsterdam-West
heeft er een van 100.000 M3. en Amsterdam-
Zuid van 80-000 M3.
De natte gashouders hebben een grooteren
diameter, waardoor zij kleiner schijnen. Bij
de Staatsmijnen in Heerlen staat ook een
droge gashouder (hetzelfde systeem als nu
hier komt) maar die heeft ook een grooteren
diameter.
Haarlem heeft in den zomer van 1928 een
overeenkomst gesloten met de Hoogovens
over de tijdelijke levering van gas. De direc
teur meende toen zoo werd destijds in
het voorstel van B. en W. aan den raad mede
gedeeld dat het gewenscht was een reserve
te verkrijgen, welke noodig kan zijn geduren
de den tijd, dat de oude ovens worden afge
broken en de nieuwe opgebouwd.
Blijkens het raadsbesluit was het de bedoe
ling, dat de gaslevering door de Hoogovens
een aanvang zou nemen in het winterseizoen
1928/1929, zoodat de veronderstelling gewet
tigd was, dat Haarlem nu reeds Hoogovengaa
gebruikte.
Thans wordt ons evenwel medegedeeld, dat
tot heden nog geen gas voor Haarlem van
de Hoogovens betrokken is. Dit zal op zijn
vroegst met October a.s- beginnen. Als de
nieuwe gashouder en de nieuwe ovens in ge
bruik genomen zullen zijn, kan Haarlem
weer geheel in eigen behoefte voorzien. Het
einde van de overeenkomst is gesteld op 1
October 1930.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: Bijlsma, Krelage-
straat 36 rood, armband; Thöne, Crayenes-
tersingel 33, broche; v. Galen, N. Tuindorp
laan 9a, boek; v. d. Boogaard, Bantamstr.
11, bril; Hazewinkel, Tetterodestraat 96,
broche; Bijster, Leidschevaartweg 175, cano;
v. Ling, Papetorenvest 56, collier; Hoes,
Olieslagerslaan 13, ceintuur; Smit, Harmen-
jansweg 57aa, automobieldop; Karpes, Lelie
straat 18c, jonge herdershond; Blanken,
Brouwersplein 39, handschoen; v. Dam,
Brouwersvaart 19, herdershond; Koning,
Jansweg 27, zwart-wit hondje; v. Rees, v.
't Hofstraat 42, behangersjas; Kraan, Nijl-
straat 17, motor jas; Mulder, Barrevoete-
straat 23, knijptang; Cassee, Kruisweg 70,
zwart-witte kat; v. d. Schaaf, Kloppersingel
173, wit katje; Bur. v. Politie, Smedestraat,
kaphouder v. auto; Bonarius, Zijlweg 227,
net met ballen; v. Schaik, Harmenjansweg
82c, penning; v. Gent, Meidoornplein 14, pak
je met inhoud; Fonville, Zijlstraat 55, para-
pluie; Mandolin, Eikenstraat 47, portemon-
naie met inhoud; Knotschke, Judith Leijs-
terstraat 7, rijwielbelastingmerk; De Noo,
Kenaupark 22, ring; v. d. Bilt, Verspronck-
weg 105, ringetje; v. Wooning, Beeksteeg 17,
rozenkrans.Bur. v. Politie, Smedestraat,
sleutel v. melkbus; Verweij, Karei v. Mander-
straat 97, kindersokje; Graaf, v. 't Hoffstr.
61, schoentje; Kuipers, Lotterstraat 30, kin-
öertaschje met inh.; Verzijlberg, De Ge-
nestetstraat 19, idem; Bokkum, Spaarn-
wouderstraat 43, damestasch met inh.;
Musscher, Sumatrastraat 39, vulpotlood;
Hofman, Omvalspoort 10, velghoes van auto;
koster, v. Nesstraat 12, zadeldek.
Luitjes, Spaarnoogstraat 20, autokop; v.
d. Meije, Middenweg 24, broche; Weber,
Vrouwehekstraat 115, armbandhorloge;
Proosdij, Julianapark 46, ceintuur; v. Brug
gen, Wagenmakerslaan 9, herdershond;
Kennel Fauna, gestroomde herder, gebracht
door v. Dam, Brouwersvaart 19; Raasveid,
Judith Leijsterstraat 14, japon; Rohlfs,
Anegang 17, kousen; Kennel Fauna, grijs
wit katje, gebracht door v. Beverwijk, Mid
denweg 55; zwart-wit katje, gebracht door
Koning, Jansweg 27; wit katje, gebracht
door v. d. Scha, Kloppersingel 173; zwart
witte kat, gebracht door Cassee, Kruisweg
70; Kion, Kampervest 7, manchetknoop; v.
d. Aar, Korte Hofstraat, logem. Bergers,
melkmaat; Olthoff, Kempstraat 9, porte-
monnaie met inh.; Hofzapfel, Gasthuislaan
127, idem; Hart, Slachthuisstraat 1, idem;
Assendelft, Ursulastraat 20rood, portemon-
naie; Hoseman, Tulpenhofje 17 i, portemon-
naie met inh.; v. Leeuwen, Teijlerstraat 33,
portemonnaie; Brouwer, Koningstraat 13,
rijwielbelastingmerk; Roskam, Burgwal 53
rood, idem; Krijt, N. Kruisstraat 5, idem;
de Neijn v. HoogWfcrf, Kleverlaan 93, idem;
iGesen, Pres. Steijnstraat 97 r:od, rozen
krans: Mul. Zomervaart 69 c, rijwieltaschje
met inh.; Zijlstra, Jansstraat 36, sleutel:
Toepoel, Dahliastraat 13, idem; Wouter-
sloot, Leidschestraat 133, taschje met inh.;
Dickman, Oranjestraat 79, kindervest;
Rarmsen, Jan Steenstraat 21, werkkiel; v.
d. Huis, Ged. Voldersgracht 39, zak met in
houd; Witkamp, Vrouwenhekstraat 49,
aardappelen.
UlthetDuItschvan
MATTHIAS BLANK.
Bobbie liet ons niet weten of hij dat be
richt ook gekregen had; wij maakte ons on
gerust. over hem en toen wij hoorden dat hij
zich aangesloten had bU die expeditie door
Zuid-Amerika. leek ons dat do allerbeste op
lossing. Zoo zou hij het spoedigste vergeten.
Dat hoopten wij tenminste. Moeder is helaas
in dien tijd gestorven. Of Bobbie door zijn
reizen vergeten heeft, weet ik niet. Ik heb
nooit meer met hem over haar gesproken.
Doctor Friesen keek voor zich uit in ge
dachten verzonken. Else scheen een antwoord
van hem te verwachten, want zij keek hem
met haar groote bruine oogen vragend aan.
Hij is haar niet vergeten, zei Ernst Frie
sen met ernstigen nadruk.
En zij
Zij is een raadsel voor mij-
Ik vind het vreeselijk dat hij haar nu
weer heeft gezien. Bobbie hoort tot die men
schen die weinig zeggen, maar des te meer
lijden en moeilijk vergeten. Geloof Jij dat
die ontmoeting gevolgen kan hebben?
Ernst zag de bezorgdheid in haar oogen
en hij haalde zich het tooneel in de biblio
theek weer voor den geest: die twee men
schen die den indruk hadden gemaakt alsof
zij samen nog iets hadden af te rekenen: en
de derde die er bij gekomen was de Con
sul-Generaal en die er niet uitzag alsof
hij zich aan den kant zou laten schuiven.
Neen! antwoordde Friesen, terwijl hij
zijn meisje annkeek. Maar misschien was
het toch het beste, dat hij haar ontmoet
heeft. Hij heeft nu met zijn eigen oogen ge
zien, dat er niets aan te veranderen is en zal
daarom bij het onherroepelijke neerleggen.
Ik hoop het, ik hoop dat hij eindelijk
eens rust krijgt!
Friesen probeerde Else uit haar gedrukte
stemming te halen en antwoordde op opge-
wekten toon:
Dat zal ook heusch wel gebeuren. Maar
wat er ook gebeurt, niets zal onze liefde en
ons geluk in den weg staan. Zij knikte.
Ja! fluisterde ze en omdat het leven
voor ons zoo heerlijk is, zou ik voor hem zoo
graag hetzelfde wenschen.
Over Bobbie spraken zij niet meer; wat
er ook kwam. hun liefde zou onaangetast blij
ven. Daarvan waren zij overtuigd.
HOOFDSTUK IIL
Het hoorde tot de gewoonten van den heer
Langenbach om aan de ontbijttafel zijn par
ticulieren secretaris aanwijzingen voor den
heelen dag te geven. De jongeman stond een
pas of vijf van hem vandaan in vooroverge
bogen houding; in de linkerhand een bloc
note, in de rechter een potlood en met zijn
knippende, grijze oogen keek hij naar den
Consul-Generaal die juist een ei verorberde
en niet veel notitie nam van de aanwezig
heid van zijn gedienstigen geest.
Hebt u nog iets bijzonders meneer?
Neen! U kunt wel gaan. Om tien uur
kom ik in mijn werkkamer.
De magere gestalte, wiens figuur iets jon
gensachtig had dat een tegenstelling vorm
de met het rimpelige, geelachtige gezicht,
maakte eerst voor zijn meester een buiging,
toen voor diens echtgenoote, en verliet ge-
ruisehloos de kamer.
Richard Langenbach wendde zich nu naai
zij n vrouw, die langzaam een kopje mocca
dronk:
Ik wilde twintig duizend Mark aan de
stichting vun Prinses Adelgonde geven. Je
vindt het zeker wel goed, want een derge
lijke vereeniging dient gesteund te worden.
Over haar smal, bleek gezicht trok een
lachje, en zij haalde de schouders op.
Waarom vraag je dat? Je verandert toch
niet van idee als je eenmaal een besluit ge
nomen hebt.
Toch wil ik weten of jij er mee accoord
Jgaat, een dergelijke zaak moet heusch on
dersteund worden.
Ze leunde achterover in haar stoel.
Geef je niet zooveel moeite om comedie
te spelen: het zijn immers niet de armen die
je wilt helpen. Prinses Adelgonde moet aan
je bestaan herinnerd worden en daarbij
moet er zeker ook nog een bericht in de krant
komen: „De door zijn liefdadigheidszin be
kenden Consul-Generaalenz." Het is
duidelijk genoeg waarom je dergelijke dingen
doet.
Zijn dikke hand pakte de botervloot; en
kauwend gaf hij ten antwoord:
Het spreekt vanzelf dat ik bij mijn han
delingen een doel voor oogen heb.
Dat weet ik. Je hoeft je niet te veront
schuldigen: ik geloof niet dat er tusschen
ons geheimen bestaan.
Dat hoort ook zoo, of denk jij misschien
anders daarover?
Mevrouw Langenbach zag er vermoeid uit;
er was vanochtend een scherpe trek in haar
mooi gezicht.
Neen! Jij hebt er voor gezorgd, dat ik
niet meer aan geheimen behoef te gelooven,
evenmin als aan idealen.
Langenbach bestreek zijn broodje dik met
boter en gaf vluchtig antwoord.
Idealen zijn goed voor jonge meisjes,
dichters en dwazen. Een verstandig man
vervult zijn plichten, doet zijn werk en ver
langt voor iederen arbeid een tegenpresta
tie.
Dat weet ik! Wat ben jij toch een bui
tengewoon verstandig mensch!
Toen schoof Kitty haar kopje van zich af
en stond op. Ze ging naar het venster, steun-
met haar rechterarm tegen den muur en
keek, met het hoofd op den arm geleund,
naar het park waar de boomen met een
weelde van witte en roode bloesems prijkten.
Je schijnt je niet goed te voelen; je hebt
vanmorgen niets gegeten, merkte haar man
op.
Er kwam geen antwoord.
Is dat de nawerking van je ontmoeting
van gisterenavond? Meneer von Matrei is
weer opgedoken; je houding zal hem wel
niet in twijfel gelaten hebben, dat hij niet
hoeft te trachten je nader te komen, maar
het komt me toch voor dat die ontmoeting je
aangegrepen heeft. Ik vergis me zeker niet?
Ik weet dat het verleden nooit meer het
heden kan worden, klonk het mat.
Neen! Maar dikwijls verlangt een mensch,
dat het wel zou kunnen en die wensch is
meestal de eerste schrede op den weg van
de verleiding.
En voor de eerste maal dien morgen gold
zijn opmerkzaamheid haar alleen; hij keek
haar aan en in zijn blik was een loerende,
argwanende uitdrukking.
Ik speel geen dubbel spel, zei ze hoog.
Wat voorbij is is voorbij en het heeft geen
doel nog verder over de zaak te praten.
Zooals je wilt. Ik dacht alleen maar
aan hem omdat je me op bijna verwijtenden
toon een verstandig mensch noemde. Dat heb
ik in ieder geval nooit gedaan, met spelen
doelloos geld wegsmijten. Ik kreeg daar net
den indruk dat je lichtzinnigheid een ver
dienste schijnt te vinden, vandaar dat ik
aan von Matrei dacht. Die was lichtzinnig!
Ik wil zijn naam niet meer hooren.
Je zult toch niet kunnen verhinderen
dat je hem in het vervolg af en toe ontmoet.
Dan zal ik doen wat de beleefdheid
eischt.
Ik verwacht ook niets anders van je, het
is alleen de vraag of hij daarmee tevreden
zal zijn.
Je kunt het gerust aan mij overlaten.
Ze keek hem, toen ze dit zei. zoo ijzig koud
aan, dat hij zweeg en hij vervolgde zijn ont
bijt zonder verdei iets te vragen.
Kitty bleef aan het venster staan; haar
oogen dronken de heerlijkheid van den voor
jaarsdag in en zij droomde van een anderen
tijd. waarvan de herinnering haar nimmer
wilde loslaten.
Ja, haar man had goed geraden! De
ontmoeting van gisteravond had haar aan
gegrepen. Al had haar houding het niet ver
raden, wat zij inwendig geladen had, dat
wist alleen zij. En ze dacht ook aan wat
haar man nog meer gezegd had: als Bobbie
eens niet tevreden was met een omgang als
tusschen volslagen vreemden!
Neen, daarin zou ze onder geen voor
waarde bewilligen! Maar als hij opheldering
zou eischen hoe alles zoo gekomen was, kon
zij hem dan een antwoord weigeren?
Plotseling duwde Consul-Generaal Langen
bach zijn stoel zoo heftig achteruit dat zij
er van schrok; ze liet haar arm zakken en
keerde zich om, met een uitdrukking van
angst in haar oogen.
Ik wil je niet langer storen, zei hij
norsch, ik ben in mijn werkkamer als er
naar mij gevraagd wordt.
Ze knikte, maar toen de deur zich achter
hem gesloten had, drukte ze haar blanke
voorhoofd tegen de koele glasruiten, alsof zij
een gloed moest uitblusschen die opgelaaid
was door de gedachten aan het verleden. En
zij ging van het venster weg en belde om
een dienstmeisje die zij aanwijzingen voor
den dag gaf.
De Consul-Generaal was opweg naar zijn
werkkamer toen zijn particuliere secretaris
hem tegemoet kwam; hij gal hem een ge
sloten brief die door een hoteljongen ge
bracht was.
(Wordt vervolgd.).