FEMINA QEX HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 22 AUG. 1929 i. JMBCIT-IIMSIMIIILE No. 335. Dit eerste dezer aardige ensembles !s van bedrukte foulard in verschillende blauwe tin ten. Een uitzondering vormt het lijfje en de kraag van het jasje, die beide van witte zijde zijn. Drie blauwe lintjes zijn zóó op de borst aangebracht, dat ze den indruk van een strik maken. De rok is met breede plooien ge- pliseerd en door een heupband met gesp aan het lijfje verbonden. Het jasje heeft blauw omboorde zakken. No. 336. Lichtgrijze crêpe Is de stof voor de japon van dit model, eveneens grijze crêpe, maar bedrukt met groene bladmotieven, die voor het jasje. Voor den kraag en de strooken van dit laatste is weder de effen stof genomen, zakken komen er niet aan voor. De japon is zeer merkwaardig door de breede strooken, die als revers over de borst gecroiseerd zijn de bovenste met drie kristallen knoopen gegarneerd. De ceintuur is van dezelfde stof en groote diepe plooien geven ruimte aan den rok. Als men de japon met lange nauwe mouwen maakt, zal ze nog lang in het ko mende seizoen ook zonder jasje te gebruiken zijn. Over echte en voorgewende vermoeidheid. „Ik ben zoo moe" hoe onnoemelijk vaak wordt die klacht wel geuit door vrouwen en dan werkelijk niet alleen door moeders van groote gezinnen, die geen oogenblik rust heb ben, of door vrouwen die op andere wijze den geheelen dag in touw zijn. Maar menig meisje met een overigens gezond gestel en die bovendien over de groeijaren heen is, valt 's morgens al vermoeid in 'n gemakkelij ken stoel neer en laat zich beklagen omdat zij „doodop" is van vermoeidheid. Moeder be grijpt er niets van, want het is nauwelijks elf uur en dochterlief heeft vrijwel nog niets uitgevoerd: hoe is het dan mogelijk om al zoo vermoeid te zijn. De oorzaak voor een dergelijke moeheid ligt* echter niet in die paar morgen-uurtjes, maar in het feit dat het meisje al dagenlang, misschien zelfs wel weken, teveel van zich heeft gevergd. Over dag is het hard werken op kantoor of in een andere betrekking, 's avonds na tafel doet zij aan sport, aan roeien of tennissen, terwijl de avond verder heel vaak met dansen wordt doorgebracht. En omdat zij zich s morgens in het geheel niet frisch en uitgeslapen voelt, gaat het vóór het ontbijt nog nauw-gauw even zwemmen. Komt de vacantie nu eindelijk aan. dan is zij zoo doodop, dat er van genieten geen sprake meer is, en er enkel maar rust en nog eens rust wordt begeerd. Maar niet alleen met de werkende meisjes gaat het dikwijls zoo, bij haar die geen vas ten werkkring hebben, is het soms nog veel erger: zij vliegen van de eene sport op de andere, zij zijn nu hier, dan daar, moeten overal met haar neus bij zijn en verba zen er zich over dat zij 's morgens doode- lijk vermoeid wakker worden met een pijn lijken rug of pijnlijke voeten en enkels. Wie goed uitgerust is bij het opstaan kan dat dadelijk voelen: het mag dan al eens voorkomen, dat men een loom gevoel heeft, doordat het warm weer is, of een landerig gevoel, omdat de dag die begonnen is, moei lijkheden met zich mee zal brengen, maar wie uitgeslapen is, zal toch een gevoel van frischheid hebben. Een andere reden voor zulk een moeheid kan ook heel goed een vermageringskuur zijn waarvan menig ijdel vrouwtje, dat de mode der slanke lijn in ieder geval volgen wilde, het slachtoffer is geworden. Het spreekt vanzelf dat niemand op eigen houtje een straffe vermageringskuur kan ondergaan, zonder daarvan onaangename gevolgen te ondervinden. Een totale verslapping is een gevolg ervan, dat tot de minst nadeelige behoort terwijl het zoozeer begeerde uiter lijke resultaat maar al te vaak een teleur stelling blijkt te zijn. Want we krimpen toch maar niet in of zetten uit, zooals wij dat zelf verkiezen, maar zooals onze constitutie dat verwerkt, en het gevolg is dan ook dik wijls niet al te mooi na een stevige verma geringskuur: de betreffende dame wordt zeer slank, maar enkels en polsen blijven zwaai en plomp; of het gezicht vermagert even snel mee, waardoor het een groot deel van zijn charme verliest. Nu is dit allemaal wel het bijkomstige uiterlijk, maar daar was per slot de heele vermageringskuur om begon nen. Het inwendige begint echter ook een woordje mee te spreken: het slachtoffer voelt zich slap en moe, de levenslust gaat eruit, zij voelt zich nooit geheel uitgerust en ziet overal als een berg tegenop. En als of dit nog niet genoeg was, lijdt l%aar humeur er eveneens onder, zij wordt prikkelbaar en opvliegend en dat alles om de slanke lijn, die niet eens beantwoordt aan de verwach tingen! Sommige meisjes en vrouwen klagen over moeheid om van vervelende werkjes af te komen. „Hè toe, help me eens met mijn tuintje, ik heb er nog zooveel aan te doen!" „Nee hoor, daar ben ik veel te moe voor". Maar als even later een vriendin komt om te gaan tennissen, is alle moeheid in rook vervlogen. Of bij een andere gelegenheid: „Haal jij eens even wat postzegels voor me" nee hoor, ze is er veel te moe voor, maar dienzelfden middag staat ze een uur lang nieuwe japonnetjes voor zich zelf te passen en zij weet niet van moeheid. Over vermoeidheid klagen kan ook een aanwendsel worden: er zijn vrouwen die iedexen keer maar in een stoel ploffen onder de verzuchting: ik ben doodop, terwijl zij nauwelijks merken, wat zij zeggen. Dat is ook een vervelende gewoonte, die een in druk maakt v.an ademloosheid en van af- sloverij, terwijl het heelemaal niet het geval is. Maar hoe zoudt u het vinden om een gastvrouw be hebben die zoo 'n verzuchting ettelijke malen per dag slaakt: de gast zal al spoedig de gewaarwording hebben: ik ben blijkbaar een ijselïjk vermoeiende last post! De meeste vrouwen moeten zich in acht nemen voor al te veel inspanning: zoodra zij bemerken dat zij niet meer uitgerust zijn 's morgens, moeten zij probeeren, als het tenminste mogelijk is, het werk wat in te binden of wat meer rust te krijgen. Slechts enkelen onder ons zijn zoo sterk, dat zij den geheelen dag in touw kunnen zijn zonder 's avonds doodop in bed neer te vallen, en dat dan dag in, dag uit vol kunnen houden. Wandel dan echter niet 's middags plecht statig naar uw slaapkamer en verkondig aan de heele familie dat ge gaat „rusten", maar knijp er eenvoudigweg een uurtje tusschen uit maak het u in bed zoo gemakkelijk mo gelijk en slaap een poosje, zoodat ge daarna weer frisch en opgewekt voor den dag komt: het zal niet alleen uzelf, maar ook ieder ander ten goede komen. E. E. J.—P. HET NUT VAN OUDE KRANTEN. Geen verstandige huisvrouw zal er gemak kelijk toe overgaan, kranten weg te gooien. Er zijn immers honderd en één gelegenheden waarbij een oude krant van pas komt. En hier zijn nog een paar goede wenken, voor het nuttig gebruik van kranten. Bij voorbeeld bij het weghangen of wegbrengen van kleeren. die men van motten wil vrijwaren. Pak ze in kranten! Dat is veel beter, dan met kam- ferballetjes te werken. Want de motten heb ben veel meer hekel aan drukinkt dan aan kamfer! Kranten nemen verder bijzonder goed roet af. Ook is het verstandig, als er een of andere vloeistof op kachel of fornuis heeft overgekookt, die met kranten te verwij deren en weg te wrijven. In de meeste ge vallen blijven dan geen vlekken of moeten achter. Kranten, in verschillende lagen neer gelegd, kunnen ook heel goed viltpapier onder kleeden of zeilen vervangen. WANDELCOSTUUMS. Binnen afzienbaren tijd helaas, zullen we onze lichte, luchtige zomerjaponnetjes met een diep-gemeende zucht van spijt in de kast weghangen in een daarvoor speciaal ge maakte ruimte, waar ze rustig kunnen over winteren. En wij weten niet wanneer de dag zal komen, dat 't voorjaarszonnetje zoo'n lentestemming in ons zal wekken, dat we er ons toe laten verleiden onze zomerjurken weer te voorschijn te halen. Doch, wij wanhopen niet. Elk jaargetijde heeft zijn bekoorlijkheden, het komende sei zoen vooral, mag men gerust onder een der wonder-mooiste jaargetijden rekenen. De herfst met zijn prachtige tinten in bosch en veld, met zijn vlammende luchten en zijn sprookjesachtige nevels. Nu komen we weer terug op het oude en altijd nieuwe thema in onze kleeding. We moeten dus een uitrusting hebben voor te verwachten koudere dagen. Hebben we onze garderobe al eens nagezien? Ik heb drie aardige modellen op 't oog. waarvan ik U een beschrijving wil geven, mogelijk kunt U er uw voordeel mee doen bij het maken van iets nieuws of bij het ver anderen van uw kleeren van verleden jaar. Het eerste idee is een plooirokje en casa- qtre van wollen, lichte stof. met een langen mantel van hetzelfde materiaal, afgezet met bontgarneering aan hals en mouwen. De ca- saque is gemaakt uit een combinatie van de wollen stof met een gewerkte zijden stof, welke tevens als voering voor den mantel dienst doet. Dan kom ik met het tweede idee voor den dag. Dat is een mantelcostuum van donkere wollen kasha met een jumper van witte kasha. De kraag en de mouw-omslagen zijn eveneens van de witte stof. Voor lichte en mooie herfstdagen een bekoorlijk cos- tuumpje. Het laatste ideetje, dat ik U geven wil, is een costuumpje, hetwelk een van de laatste nouveauté's is. Het bestaat uit een effen of geruit rechtgeknipb manteltje en uit een rokje met jumper (of casaque) van afste kende kleur. De casaque, wanneer die de voorkeur krijgt, moet een geheel sportief ka rakter dragen en liefst hoog worden gesloten aan den hals door een lange stropdas, in de kleur van het jasje. Een heerlijke mode en steeds flatteus! IRIS. KNIPT DIE WENK UIT DE KRANT HOUDT ZE STEEDS BIJ DE HAND! Nieuw flanellen goed zette men in schoon koud water te weeken en laat het een paar dagen erin staan. Dikwijls' water vernieuwen. Daarna goed wasschen in warm zeepwater- Aldus gewasschen flanel kijmpt niet en wordt niet hard. In het water, waarin men wollen en ge breide kleedingstukken wascht, doe men een klein beetje ammonia om het water zachter te maken. Vuil behang kan men afnemen met een zachte doek, die verzadigd is met benzine. Patroon noch kleuren zullen aangetast wor den en de vlekken zullen als bij tooversiag verdwijnen. Denk om vuur! Men hoeft geen last te hebben bij het schillen van uien, als men ze maar onder warm v/ater houdt. Men verwijdert alle uien lucht van de handen, door ze te wrijven met een beetje gemalen koffie. Vaseline-vlekken kunnen, als ze versch zijn, verwijderd worden door ze met terpentijn te sponsen. Zijn ze oud, dan moeten ze in ter pentijn geweekt worden. EEN NOOD-SOEPJE. Kreeg u plotseling eters, en wil u nu een soepje maken, terwijl er geen soeptabletten in huis zijn? Neem dan het kookwater van groenten, doe daarbij een scheutje melk, een snuifje zout, een geklopt ei, en een gesnip perde ui (of seledrij) en klaar is Kees! SPORTCOSTUUM. De vacanties loopen teneinde en daarmee ook de zomermode. Maar de sportdie blijft en wordt zelfs met het korten der dagen met hernieuwden moed beoefend. Parijs en Londen creëeren zelfs nog nieuwe modellen. Onlangs bijvoorbeeld, zagen we dit aardige ensemble. De japon is van een gebroken wit, wat we Engelschen „eggshell" noemen. Plis- seegroepen en gele incrustaties aan den zoom garneeren den rok en het lijfje laat een aardige broderie van ruwe wol in verschil lende gele tinten zien. Het jasje is van dezelf de gele wol gebreid en heeft een omboording van de stof der japon. EIIM GiGÖLII 1H1IT ¥@2=111 0)1 MPOMIi» ¥®@P 2Z@I1MI. Dezen keer nu eens geen strandjaponnetje die aan het fel-witte strand zoo vroolijk staan, doch een paar japonnen voor het hoog-zomerseizoen, die een weinig meer „ge kleed" zijn. Daarvan is de eerste (links) van ivoorkleurige toile en laine, met marine blauwe stippen. Het kruiselings gesloten lijfje is met twee ruim vallende volants en dit zelfde idee vindt men aan de mouwen terug. Het kraagje is van witte „organdi". Het is inderdaad opmerkelijk, dat we bij de nieuwe modellen het z.g. „tuniek-idee" weer terugvinden, lange blousen op een rechte onder-jurk. Deze japon op de teekening is daar weer een variatie op. Er is toch wel vele van aan, dat er feitelijk nooit iets nieuws in de mode is en dat het altijd een terugkeer is van iets van jaren terug, onder eenigszins gewijzigden vorm. Zoo herinnert deze japon met dubbele volant aan het lijfje heel sterk aan de blousen met „schoot" van een jaar of 12 of 14 geleden. De „schootjes" maakten toen geweldige opgang. Zal het nu weer zoo gaan? Nummer twee op de tëèkenlng ls een Japon van pastelblauwe voile de laine, met rose figuurtjes bedrukt. De rok is klokkend en in schulpen (afgewerkt met een blauwe bies) aangezet. Ook de rand is geschulpt net als de onderkant van de mouwen, en alles is met blauwe bies afgezet. Voor de eersetge- noemde japon is ongeveer 51/2 meter stof van 80 cM. breedte noodig, voor de tweeds 4 meter van 1 meter breed. Bij deze japon nen, die zeer goed zonder mantel gedragen worden, kan men dan bij uitstek in de maand Augustus die groote, strooien of vilten hoeden dragen, met zoo'n flatteusen breeden rand« gegarneerd met lint, bloemen of zelfs vruch ten aan den onderkant van den rand. Maar men moet er wel om denken, dat deze groots hoeden alleen staan bij een enkelen japon, niet bij een mantel, want dan maken zq eenigszins lomp, MADELEINE, MENU. Kalfsbiefstuk, Aardappelen, Sla, Roereieren met ham. Perziken met slagroom. De kalfsbiefstuk moet geheel gaar zijn, daar om moet zij ongeveer een klein half uur in de pan, waarbij ze dan eerst vlug mooi bruin wordt gebakken en daarna in het vet of de boter op een zacht pitje gaar gesmoord, met een deksel op de pan. De jus wordt afge maakt met een scheutje melk, een klontje boter en zoo noodig nog een scheutje water. Bij de koude sla worden roereieren met ham gepresenteerd. De sla wordt dus gewoon aangemaakt, echter zonder ei. De eieren (zooveel als er personen zijn) worden geklopt met peper, zout en een even groot aantal eetlepels melk. Dit wordt in een pannetje met boter verwarmd onder goed roeren tot dat de massa aan elkaar hangt, maar week en klonterig is. Het laatst wordt fijn gesne den ham en gehakte peterselie doorgeroerd. Voor het nagerecht kunnen ook abrikozen, reine-claudes, kersen en rhabarber nemen. De niet te rijpe perziken Worden in kokend water gedompeld, geschild en even in kokend water en suiker opgekookt. Als ze geheel af gekoeld zijn hierna, worden ze in een kristal len schaal gelegd en met de slagroom met wat suiker bedekt. Om ze heerlijk frisch te maken, kan men de schaal nog eenigen tijd in ijs zetten. LEEREN LUISTEREN. Wat is moeilijker: spreken of luisteren? Er zijn menschen genoeg, die kunnen spre ken, die altijd iets te vertellen hebben en zichzelf o. zoo graag hooren praten! Maar er zijn weinig menschen, die rustig kunnen luisteren naar de ontboezemingen van anderen. Soms zijn ze met hun gedach ten ver weg, meestal bezig met eigen aange legenheden en ze weten niet hoe grievend het is voor dengene, die met een bezwaard hart, hunkerend naar sympathie, op koel heid en onverschilligheid stuit. Want met luisteren bedoel ik niet het gedwongen stil zwijgen wat de wellevendheid van ons vor dert, tijdens het spreken van anderen. Nee, met luisteren bedoel ik het luisteren van het hart, het luisteren met volle belangstelling. En dat kunnen maar weinigen. We kunnen er zooveel bij winnen, als we de kunst van luisteren bij onszelf aankwee- ken. Wie niet luisteren kan, naar hetgeen een ander ons mede te deelen heeft uit de vol heid van zijn hart, berooft zich van veel goeds. Wij kunnen er slechts bij winnen als we onze eigen meening toetsen aan die van anderen. We verruimen onzen blik, door eens te kijken in het leven van onze medemen- schen. Iemand, die niet luisteren kan. zal nooit ware vriendschap vinden. Werkelijke sympathie is niet denkbaar voqr iemand die alleen maar praten kan. ASTER. GROENTENPRAATJE. Afgietwater van bladgroenten kan dikwijls een hoogst onaangenamen geur verspreiden, en daarom raadt men aan. dit zoo eenigszins mogelijk buitenshuis weg te werpen. Kan dat niet, dan maar in den gootsteen, maar laat de kraan even loopen, om alles goed weg te spoelen. En wist U wel, dat zout voor een deel de waardevolle minerale zouten in groenten vernietigt? Daarom is het aan te raden er zoo min mogelijk Dij het koken van groenten van te gebruiken. Het is dan ook beter het zout pas na het koken toe te voe gen. Om aardappelen mooi blank te houden bij het koken, doet men een theelepel azijn in het water. En moet U groenten warm houden, doordat het middagmaal door een onvoorziene omstandigheid verlaat is? Wel, doe ze dan in een kom en zet die kom boven een pan niet heet water. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIGHOUDT. EEN WIP. cv Het lijkt mij wel aardig de poppenspeel- tuin nu eens uit te breiden en wij zullen op' de schommel van verleden week een wip laten volgen. Wippen vinden de popjes toch zeker wel erg prettig. De wip wordt weer geheel uit karton ver-, vaardigd. Daar men zeer stevig karton ge bruiken moet, kan een oude kartonnen doos ons groote diensten bewijzen. Het werkje la natuurlijk te moeilijk voor de kleintjes, maar zij kunnen Moeder helpen en de wip zal stellig tot het lievelingsspeelgoed gaan be- hooren. De poppenwip zit werkelijk heel eenvoudig in elkaar en in een oogenblik is de wip ge reed. Men begint met een kartonnen ondergrond van 24 bij 19 c.M. Evenwijdig aan de korte zijde maakt men 2 uitsnijdingen van 3 c.M. breedte. Eerst zoekt men hiervoor de middel lijn op en dan worden de insnijdingen 2 c.M, van de middellijn af gerekend, (afb. a). De eigenlijke wip rust op een kartonnetje van 12 bij 21/2 cM. In het midden wordt het kartonnetje omgebogen en de beide onderkanten passen in de gleuven van den bodem. In het midden van het kartonnetjë, dus juist waar het 'omgebogen is, wordt een klein gaatje geboord. De wip bestaat uit een stukje karton van 3 bij 21 c.M. Men begint het midden op te zoeken. Daarna maakt men op 4 c.M. van beide korte zijden een insnijding van 2 c.M. (afb. b.) Afbeelding c laat U de kartonnetjes zien, die in deze laatste gleuven passen. Aan deze kartonnetjes kunnen de popjes zich met het wippen vast houden. De afmetingen hiervan zijn 3 bij 31/2 c.M. De afbeelding geeft duidelijk weer, hoe deze kartonnetjes geknipt of gesneden zijn. Is de wip zoover klaar, dan wordt een groote spijker opgezocht, in het midden van de wip gestoken en nog door het kartonnetje heen, waarop de wip rust. Nu vraagt de wip nog een mooi kleurtje en daarna kunnen de popjes lustig op en neer gaan. Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons blad te zien. W. R. RECEPT. PRUIMEN OP WATER. Als men pruimen gaat inmaken, kan men dit heel goedkoop en smakelijk op eigen water doen. Men wascht ze met koud water af en doet ze in uitgekookte flesschen tot ongeveer twee vingers onder den rand (dus circa 3 cM.) D.an strooit men er wat suiker tusschen en giet er zooveel wat er op, dat de pruimen net onderstaan. Men sluit de flesschen met ring, deksel en knippen en verwarmt ze twintig minuten lang (in een pan water) tot 80 a 90 graden Celsius. De flesschen met knippen laten bekoelen. Dan de knippen er.af nemen en de flesschen van etiket met naam en datum voorzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 12