^AnamEII h. d.-vertellingen Eiscks Z>oaéó cUê.üE5 Ttiaat iï&iuuP FEUILLETON De Roode Vingerafdruk HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929 De Vlucht door JOH. G. VAN DOORN. In den vallenden schemer zat de oude heer Frank stil te peinzen; naast hem lag Hector rustig in schijn-slaap Nu begon hij toch langzamerhand te wen nen aan de eenzaamheid, 't had hem anders heel wat strijd gekosthoe lang was Ina nu weg?.... laat eens kijkenja, dat was nu al ruim een half jaar. Hij had in het be gin nooit kunnen denken, dat het wennen zou, hier alleen in dit stille dorp, zonder zijn eenige dochter, waaraan hij al zijn liefde had kunnen geven na den dood van zijn vrouw, en die hem met haar hartelijke toewijding er zoo ruimschoots voor beloond had. Ze bemoeide zich weinig met andere menschen, deed kalm haar huiselijke plicht, wijdde zich geheel aan de taak, die haar als van-zelf-sprekend was opgelegd, schijnbaar tevreden met het haar toebedeelde lot. Maar goms, als Ina zich alleen en onbespied in de kamer of in den tuin waande, en hij uit een verborgen hoekje haar gadesloeg, dan kon ze stil voor zich uit zitten staren, met oogen, die spraken van een groot, onbewust verlan gen, naar een ander leven dan dit strakke eentonige bestaan. Dan was hij gaan na denken, en ging zich meer en meer afvragen, of hij het wel van haar eischen mocht, haar jeugd en lust-tot-leven op te offeren voor hem. En er kwam nog wat bijals hij eens ziek zou worden en misschien stervenje kon nooit weten, hij was een man op leef tijden voldoende geld was er niet, Ina zou zich dan alleen door de wereld moeten slaanO, ze was flink genoeg, maar toch, zou het niet beter zijn, als ze eerst reeds een soort vuurproef had doorstaan, als ze voor dien tijd eens een kijkje in het werkelijke leven had genomen? En zoo was het er van gekomen, dat Ina weg was gegaan, naar de groote stad. Een jong echtpaar, waarvan de vrouw ziekelijk was en haar huiselijke plich ten niet voldoende kon waarnemen, vroeg een juffrouw, die de taak van de vrouw des huizes gedeeltelijk moest overnemen. De oude heer Frank had zorgvuldig geïnfor meerdhet bleken keurige menschen. Ina zou er in een haar geheel passende omge ving komen Plotseling spitste Hector zijn ooren, en be gon onrustig met zijn staart te zwaaien. „Wat is er jongen?" De oude heer Frank was weer uit zijn mij merij ontwaaktHector was reeds opge sprongen, stond luid-blaffend voor het raam. Wie zou daar nu nog kunnen zijn?.... Even later werd er gescheld „Ina.... jij???" Verrast en verbaasd stond de oude heer Frank zijn dochter aan te starenblij om haar onverwachte komst, maar tegelijk be seffend, dat deze komst meer te beteekenen had, dan de verrassing voor hem alleen. Onwillekeurig sloeg hij zijn arm om haar schouder, leidde haar naar den grooten stoel naast de haard, ontdeed haar zwijgend van hoed en mantel, schonk haar een kopje thee in, schoof zijn stoel naast de hare en zei, zoo luchtig en opgewekt mogelijk: „Vertel me nu, wat er aan de hand is, Ina'.' „Ik weet niet, of U me zult begrijpen over alles wat er zich de laatste maanden in mijn binnenste heeft afgespeeld, heb ik in mijn brieven gezwegenik heb zoo ge woon mogelijk de feiten neergeschreven, dat mevrouw steeds minder werd, en de dokters begonnen te vreezen, dat haar -man er zoo gebukt onder ging, en verder over de gewone bijkomstigheden Yar, den dag. U zult bemerkt hebben, dat het vlakke vluchtige brieven waren, kort, met als excuus, gebrek aan tijd „Ja, Ina, je brieven waren zeker kort maar je excuus leek me voldoendezij werd immers steeds minder, geen wonder, dat jij het druk had.... en nuover werkt?" „Overwerkt?" Over het strakke gelaat gleed een glim lach. „Overwerkt? Maar Vadertje, U weet toch dunkt me wel, wat voor werk ik aan kan overwerkt? nee, dat is het niet." „Nu ja, en de toestand daar thuis, mevrouw ziek, wellicht ongeneeslijk, meneer natuurlijk nerveuszoo'n omgeving ben je niet ge wend, hè?" ii v INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. r" rr Even zweeg Ina nog, toen, aarzelend, haast onhoorbaar, vroeg ze: „U heeft Moeder tochliefgehad, niet waar Vader?" „Je Moeder is de eenige vrouw geweest, Ina, waar ik echt van gehouden heb." „U is laat getrouwdis er voor dien tijd nooit iemand geweest diedienu ja, U begrijpt me wel „Daar doe je me een vraag, Ina die ik je zeker zal beantwoorden, maar daarvoor wil ik eerst hooren, wat jij op je hart hebt, ik begin nu iets te vermoedenen ik ben heel blij, dat je tot me bent gekomen, heel blijnu?" „Ik heb altijd gedacht, dat Liefde iets heel moois wasU was lief voor moeder, en Moeder voor Udat voorbeeld is me altijd bijgebeven. En zooals natuurlijk bij ieder, kwam ook bij mij meer en meer de wensch naar voren, om te kunnen liefheb ben. Nu zult U zeggen, dat ik u toch lief had en nog heb. maar u begrijpt wel wat ik be doel. Ik voelde, altijd al, dat er nog iets an ders moest zijn, een gevoel voor iemand, dat je heele wezen in beslag nam. Ik heb hier destijds kennis gemaakt met Herman van de Oldehoeve, weet u nog wel? Een goede, brave jongen.... en U heeft zich toen zoo ver baasd, dat ik hem afgewezen heb. Ik had niets op hem tegen, Vader, maar ik wist, dat hij me nooit kon geven, dat, wat ik me altijd van een man had voorgesteld, dat ééne, grooteToen ging ik naar de stad, naar het huis, waar ik dat half jaar heb gewoond, een half jaaris het nog maar een half jaar?het lijkt me soms een eeuw in dat huis woonde degene, naar wien dat ééne, groote verlangen bleek te kunnen uit gaan, die al dadelijk mijn geheele wezen in beslag nam „Maar kind „O, nee. wees niet bang vader, hij weet het niet, en zal het nooit weten. Ik heb stil mijn plicht gedaan, voor haar gezorgd, haar voor gelezen, met den dokter overlegdvoor hem ben ik zooveel mogelijk een steun ge weest, in dezen voor hem zoo moeilijken tijd meer niet.... Maar in mijn binnenste heeft het gewoeld en gestormd tot wanhopig wor- dens toegestreden heb ik, tot ik niet meer kon, tot ik vanavond gevlucht ben, ge vlucht naar U Hector likte Ina de hand, vroeg met zijn trouwe oogen om een liefkoozing. „Als dat groote verlangen liefde is, dan is liefde iets verschrikkelijksvader, ik moet het u zeggen, welke gedachten er door mijn hoofd zijn gegaan, hoeslecht die liefde mij soms heeft gemaakt. Dat huwelijk was gelukkig, en als ik dus werkelijk van hem gehouden had, dan had ik moeten bid den voor het herstel van zijn vrouw, dan had ik moeten juichen, als de dokter weer eenige hoop gaf, dan had ik moeten kunnen zingen, als hij dan weer opgewekter naar zijn werk gingmaar ik heb op die oogenblik- ken niet gejuicht en niet gezongenva der, het is verschrikkelijk, maar ik weet nu zeker, dat ik gehoopt heb, dat mevrouw.... zousterven...." „Vertel verder.... en blijf kalm". „Ik heb hem gehaat, als hij een of andere attentie van me niet had opgemerkt, ik heb haar gehaat, als hij mijn plaats aan het ziekbed kwam innemen, en ik kon gaan en al die gedachten waren onredelijk.in sterkere oogenblikken kon ik me niet voor stellen, dat ik zulke gedachten kon hebben, nam ik me stellig voor, om me niet weer door mijn gevoel te laten overmeesteren tot den volgenden dag, als een vriendelijk woord van hem me weer van de wijs brachtzoo ging het door, in een voort durende wisseling van stemmingen, die moe maakt, aftobten toch weet ik zeker, dat dat alles voortgesproten is uit dat eene groote verlangen, dat dan liefde heeten zou De oude heer Frank wist direct niet, wat te antwoorden. Haar biecht had hem ver rast en doen schrikken. Verrast, omdat zijn dochter in hem blijkbaar nog steeds den trouwen vriend zag, die men zelfs de intiem ste gevoelens kan toevertrouwen.... maar geschrokken was hij van die gevoelens, en tochoude -herinneringen uit vervlogen jaren kwamen vaag naar boven, misschien had hij als man al die dingen niet zoo inten sief gevoeld, maar langzaam drong het tot hem door, dat hij dankbaar mocht wezen, dat Ina gesproken had, tot hem gekomen was, nu had zij dubbel zijn vriendschap noo- dig, om haar het zelfvertrouwen terug te geven, om haar te overtuigen, dat ze niet slecht was, al had ze die slechte gedachten gehad. Hij greep innig Ina's hand, wilde spreken. maar kon niet, tot Hector tusschenbeide kwam en met zijn natte neus de handen trachtte te scheiden. Dit gaf den ouden heer Frank een inge ving „Zie je Hector, Ina? die houdt van je, die was door het dolle heen, toen je daarstraks kwam, en nunu gunt hij je niet eens. dat ik je aanraak, begrijp je wat ik bedoel? Je verlangen en je strijd en je gedachten zijn heel natuurlijk, die heeft ieder mensch in meer of mindere mate, en het kan soms heel lang duren, eer we die strijd met ons zelf uitgestreden hebbenbegrijp je mis schien nu ook. waarom ik laat getrouwd ben? Ik heb me ook heel lang blind gestaard op dat eene, groote verlangen, terwijl ik bij je lieve moeder tenslotte de ware rust pas vond. Misschien ontmoet je later nog eens een jongen als Herman van de Oldehoeve en dan zou ik maar eens aan dezen avond terugdenken." DE SPOOROVERWEG AAN DE ZANDVOORTSCHELAAN. WAARSCHUWINGSBORDEN. Voor geruimen tijd terug heeft het Ge meentebestuur van Heemstede, op verzoek van de Directie der Nederlandsche Spoor wegen, besloten op de drukste uren van den dag bij dezen zeer drukken overweg een politieman te plaatsen, teneinde op deze wijze ongevallen te voorkomen. Het was n.l. meerdere malen voorgekomen, dat het dienstdoende spoorwegpersoneel van het publiek overlast ondervond, omdat naar de meening van het publiek de boomen te vroeg gesloten werden of te laat geopend. Wij vernemen nu, dat om het gevaar van bij herhaling botsen tegen de spoorweg- boomen te voorkomen, waardoor onvoorzich tige autobestuurders oorzaak zouden kun nen worden van zeer ernstige ongevallen de Spoorweg Directie besloten moet hebben een tweetal borden aan te doen brengen, waardoor automibilisten reeds op vrij grooten afstand zullen kunnen zien dat de overweg gesloten is. DE POST OP KONINGINNEDAG. De directeur van het Postkantoor te Haar lem maakt bekend, dat ter gelegenheid van den verjaardag van H.M- de Koningin op 31 Augustus a.s. de navolgende wijzigingen in de uitvoering van den dienst zullen worden gebracht: le. De 3e briefpostbestelling voor het hoofdkantoor, de bijkantoren Santpoort station en Overveen en het hulpkantoor Vogelenzang, alsmede de avondbestelling van Spaafndam vervallen en voorts de 2e brief postbestelling in de buitenwijken. 2e. De 2e briefpostbestelling van de bij kantoren Bloemendaal en Heemstede ver valt. 3e. Het tijdstip van uitgaan van de 2de briefpostbestelling wordt, voor zooveel het hoofdkantoor betreft, bepaald op ongeveer 15.15. 4e. De 2de pakketpostbestelling voor het hoofdkantoor vervalt. De ochtendbestelling zal te ongeveer 9.30 aanvangen. 5e. De 4de en 5de buslichting van het hoofdkantoor vervallen. 6e. Het hoofdpostkantoor, de bij- en hulp kantoren, de postagentschappen en het poststation te Schoten, zullen voorts voor den postchèque-en girodienst zijn gesloten, behalve voor het aannemen van stortingen, waarvan spoedbehandeling of spoedbericht wordt gevraagd en voor het uitbetalen van chèques op welker adviezen ten girokantorc spoedbehandeling is toegepast. Tevens zullen deze postinrichtingen gesloten zijn voor de behandeling van belastingbetalingen, post wissels (behalve telegrafische), postbewijzen en kwitantiën, alsmede c.q. voor de distri butie van pasmunt. Overigens worden het hoofdpostkantoor, alle bijkantoren, voor den postdienst, de bij kantoren Frans Halsstraat. Plein en Aer- denhout- mede voor den telegraaf- en tele foondienst, de postagentschappen, het post station Schoten en de hulpkantoren Sant poort-dorp, Vogelenzang en Spaarndam voor den postdienst ten 14 ure voor het publiek gesloten, behoudens dat eventueel voor de busrechthouiiers gelegenheid tot het afhalen van correspondentie blijft bestaan. JUBILEUM C. JONKER. De heer C. Jonker, bestuurder bij de N. Z. H. T. M. herdacht Donderdag den dag, waar op hij vóór 25 jaar bij die Maatschappij in dienst kwam. Hij werd des morgens gecomplimenteerd door den chef van exploitatie, Mr. Immink en door den chef van den Uitvoerenden Dienst, den heer Gieske. Namens de directie ontving de jubilaris de gebruikelijke enve loppe. Hij had verder den dag vrij af. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN n 60 Cty pgr rcrel. Fyffes'Bananen zijn zeer gemakkelijk te onderscheiden door het blauwe etiket op iedere hand. Dit etiket geeft U de garantie voor de beste bananen; let daarom zorgvuldig op het merk. DE PRIMAIRE WEGEN IN HAARLEMMERMEER. DE VERBETERING EN VERBREEDING VAN DEN KRUISWEG De directie van den provincialen water staat te Haarlem heeft de werkzaamheden aanbesteed en gegund, welke noodig zijn om een gedeelte van den Kruisweg, de verbin ding Heemstede—Hoofddorp—Aalsmeer, te verbreeden en te verbeteren. Gelukkig, want de tegenwoordige toestand is zóó slecht, dat het levensgevaarlijk is met een motorrijtuig daarlangs te rijden. Uit het bestek is op te maken, dat van Hoofddorp af tot den Aalsmeerderdijk de tegenwoordige Kruisweg blijft bestaan; al leen wordt hij van een beter wegdek voor zien en bestemd voor klein rij verkeer en rij wielpad. De Kruistocht wordt voor een ge deelte gedempt, zóó, dat de geheele weg voor groot en klein rijverkeer een breedte krijgt van 15 Meter van den Kagertocht af tot den Sloterweg en een breedte van 13 Meter van den Sloterweg tot den Aalsmeerderweg. Als een bewijs van de goede samenwerking tusschen de directie en het gemeentebestuur van Haarlemmermeer mag wel gelden, dat m de bestedmgsvoorwaarden de bepaling is opgenomen, dat de aannemer verplicht is om bij de uitvoering van het werk ten minste 25% van de arbeiders te betrekken door tusschenkomst van de gemeentelijke arbeids beurs te Hoofddorp voor zoover door de in stelling voldoende geschikte arbeiders ter beoordeeling van de directie beschikbaar kunnen worden gesteld. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN Terug te bekomen bij: v: Slooten, Lange Heerenvest 38zw., bus met olie, de Leeuw, Scheeperstraat 51, duif, Visser, Oosterstraat 58, dekkleed, Dir. Postkantoor. Gedempte O. Gracht, geld, Paanakker, Gr. Houtstraat 46, gewicht, Gieske, Raamsteeg 17rood, hond, Nobels, Dubbelebuurt 45zwart, mand, Faber Wagenweg 82, orbel. Heijnis, Regentesselaan 6, portemonnaie, Beekus, Kastanjestraat 31, schoentje, Leistra, Geweerstraat 46, schort met inhoud, Hoonakker, Harmenjansweg 18, scheermesjes, Buijs, Voorzorgstraat 76, tasch met inhoud. Roose, Zuid-Brouwerstraat 3, tang, Wenthold, Wagenweg 30, vulpen. Roos, Gortestraat 5, wandelstok, Bur. v. Politie, Smedest-raat, zakmes. Stevens. Verspronck- weg 25, zeebal, Groendaal, Zuiderstraat 10, Kippenvoer. HAARLEMSCHE HANDELS VEREENIGING. 371/2 JARIG BESTAAN. De Haarlemsche Handelsvereeniging zal op 16 November 37 1 '2 jaar bestaan. Het is nog niet bekend of dit feit herdacht zal worden. Indertijd is wel het 25-jarlg bestaan op feestelijke wijze gevierd. De Haarlemsche Handelsvereeniging is sinds de oprichting op 16 Mei 1892 steeds m bloei toegenomen. Hoewel de vereeniging thans zelfstandig minder op den voorgrond treedt (dit is nu overgelaten aan de Mid denstandscentrale, waarvan de vereeniging deel uitmaakt) is haar bestaansrecht niet verminderd. De leden profiteeren zeer veel van het informatie- en incasso-bureau, dat afzonderlijk door de Handelsvereeniging in stand gehouden wordt. PERSONALIA Tot lid van de centrale commissie voor de deelneming van Nederland aan de in 1930 in Amsterdam te houden wereldtentoon stelling is o.a. benoemd de heer E. H. Kre- lage. voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken en voorzitter van den Nedcrlandschcn Tuin- bouwraad. EEN BAZAR. De afdeeling Haarlem van den Alg. Ned. Bond van Arbeiders (sters) in het Bakkers-, chocolade- en suikerbewerkingsbedrijf, heeft het voornemen in October een bazar te hou den ten bate van het steen- en T.B.C.-fonds van dien bond. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regeL i^'/^Laat ons Uw Radioaanlcg^^^^^j ÊBf gen. Als leveranciers van Ie- f|[ rangs instrumenten weten »W wij welke eischen de muziek-* BENIDE[I^'hcbbcrste'L AMSTERDAM ..ROTTERDAM - ARNHEM BREDA - IEIDEN Uit het Duitsch van MATTHIAS BLANK. Het is waarschijnlijk dat hij zijn moor denaar zelfs verwacht heeft; hij wilde on gestoord met hem praten want om half twee heeft hij zijn secretaris met een boodschap weggestuurd, die hem eenige uren uit de buurt moest houden. Deze secretaris verklaart dat de vermoor de de deur, die van de gang in deze kamer voert, altijd op slot had, zoodat bezoekers zich eerst hiernaast moesten aanmelden. Ik vond die deur open, waaruit blijkt dat de vermoorde iemand vernacht heeft, die di rect door de gang bij hem gekomen is. En waarschijnlijk heeft de moordenaar de ka mer ook door deze deur verlaten. Is er iemand gezien? Neen! Van de getuigen, die ik een ver hoor heb afgenomen, heeft niemand een be zoeker gezien, maar de portier van de villa is tegen half drie uitgegaan en nog niet te ruggekomen. Die zal waarschijnlijk wel meer bijzonderheden kunnen vertellen. Maar het schot moet toch door iemand gehoord zijn? De secretaris was weggestuurd en wat de anderen in huis betreft, de werkkamer ligt zoo apart, dat het niet onmogelijk is, dat niemand iets gehoord heeft, daarbij wa ren de vensters en deuren waarschijnlijk ge sloten. De blik van den officier van justitie gleed onderzoekend door het vertrek en bleef op de schrijftafel, die met kranten, drukwerken en boeken bedekt was, rusten. Had u het niet over een spoor? Ja zeker; dat zal ik u vertellen. Omdat het wapen nergens te vinden is, is het zeker dat we met moord te doen hebben. Ik heb dus hier in de kamer naar sporen van een tweeden persoon gezocht. Ik kon niets ont dekken, alleen dit hier Bij deze woorden trad Kombasch op de schrijftafel toe en wees met de hand op het vloeiblad. De officier van justitie volgde hem en zag op het blad een paar bloedvegen en een duidelijken, bloedigen duimafdruk. Heel scherp zag men de karakteristieke groeven ervan. Doctor Friesen boog zich voorover. Dat is in ieder geval een duidelijk spoor. De daad is waarschijnlijk in opgewon denheid gepleegd, vervolgde de commissaris. De moordenaar heeft zich waarschijnlijk over zijn slachtoffer gebukt om te zien of hij dood was of misschien nog leefde. Daar bij zijn waarschijnlijk zonder dat hij het merkte, bloedsporen op zijn hand gekomen. Daarna kan de moordenaar naar de schrijf tafel gegaan zijn om iets te zoeken misschien heeft hij een steun gezocht doordat hij van streek was door zijn eigen daad. In ieder ge val zijn daarbij deze bloedsporen en de duim afdruk achter gebleven; het lijkt me de af druk van de rechterduim. Dat kan van veel belang zijn bij onze nasporingen. Natuurlijk! De kwestie is alleen maar den man te vinden wiens duim met dezen afdruk over eenkomt, zei de officier een beetje spottend. En of dat zoo gemakkelijk zal zijn? Dat weet ik niet, maar als we den eige naar van een duim vinden, die met dezen af druk overeenkomt, dan hebben we den moordenaar te pakken, verzekerde de com missaris. Natuurlijk. Het is een onweerlegbaar be wijs. Maar hoe moeten we ontdekken van wie de afdruk afkomstig is? Dat is het werk van <e politie Hij werd gestoord doox-dat een agent ver scheen die meedeelde: Mevrouw is zoo juist thuis gekomen. Vraag dan of mevrouw wil binnenko men, antwoordde de commissaris direct. Kombasch wendde zich tot doctor Friesen. Wilt u mevrouW Langenbach zelf een verhoor afnemen, meneer de officier? Neen! Zet u uw onderzoekingen maar voort, alsof ik er niet was, ik zal alleen toe hoor en. De commissaris knikte. Toen kwam mevrouw Langenbach binnen. ZU was gekleed in een eenvoudige japon, die haar elegante figuur op zUn voordeeligst deed uitkomen. Bij de deur bleef ze staan. Het doorzichtig bleeke gezicht had een nog mattere teint dan anders: het ontstellende nieuwe was haar al medegedeeld. De groote oogen keken van den officier van Justitie naar den commissaris, toen zochten zU den doode. Een oogenblik scheen het alsof zij naar de gestalte op den grond wilde toeloo- pen, doch plotseling bleef zij als vastgena geld staan en ze strekte beide handen als af werend voor zich uit en wendde haar blik af. Doctor Friesen had de jonge vrouw met het goudblonde haar direct weer herkend, hoe wel hij haar maar eenmaal gezien had. Alles wat zijn vriend Herbert Strugulin hem ver teld had en wat hij later van zijn meisje gehoord had, flitste hem door den geest. Toen begon Kombasch met zijn vragen: Bent u de echtgenoote van den overle dene? Ja! Herkent u hem? Ja! ZU dwong zich om naar het bloe dige vertrokken gezicht te kUken, wendde haar oogen echter direct weer af. HU ziet er een beetje vreemd uit, er is een ongewone uitdrukking op zijn gezicht. De doodsstrijd kan zU'n trekken eenigs- zins veranderd hebben, maar u herkent hem toch zeker? Ja! Wanneer bent u uitgegaan? Om één uur. Hebt u by uw thuiskomst pas gehoord wat er gebeurd is? Ja! Heeft uw man u ook gezegd dat hij be zoek verwachtte? Bezoek? Doctor Friesen, die zU'n oogen niet af had van de trotsche gestalte voor hem, merkte dat ze bU de laatste vraag een bijna on merkbaar teeken van schrik gaf. Ja! De doode heeft waarschijnlUk iemand verwacht, die zijn moordenaar ge worden is. Heeft hij er niet met u over ge sproken? vervolgde Kombasch. Neen! Met een rustige stem gaf zij het antwoord en de officier van justitie moest weer den ken aan wat Herbert Strugulin dien avond van haar gezegd had: „ZU is niet de vrouw die geheimen verraden zou. als zij ze had". En Dr. Friesen vroeg zich af of zU met haar antwoord werkelijk de waarheid had gezegd. De commissaris zette zUn ondervraging voort: Weet u ook of uw man een vijand had, die tot dezen moord in staat zou zijn geweest? Ik zou het u heusch niet kunnen zeggen. De stem van mevrouw Langenbach klonk steeds zekerder. Heeft uw echtgenoot ook veel geld in huis? Ik was niet van zUn geldzaken op de hoogte. Er is dus niemand tegen wien u ver denking koestert? Neen! Daar ginds op het vloeiblad zUn bloed sporen van den moordenaar achtergebleven, een heel duidelijke afdruk van zijn duim, maar daaruit zult u zeker ook niets herken nen? Een duimafdruk? TerwUl zU dat zeidc scheen iets als een lichte opwinding zich van haar meester te maken; zij richtte het hoofd op, keek naar de schrijftafel cn liep er heen. Deze plotselinge belangstelling was ook Kombasch niet ontgaan en hij vroeg: Vindt u dat zoo verrassend? Neen, niet met betrekking tot den moord. Waaraan dacht u dan? Aan iets heel onbelangrijks; het kan werkelyk niet in betrekking tot den moord staan. U zoudt mU toch zeer verplichten door het te vertellen. Een dag of wat geleden waren we op een groot avondfeest bU meneer Heinecke, wiens naam u wel bekend zal zijn. Het ge sprek kwam toevallig op de verscheidenheid van dergelUke vingerafdrukken er werd nog al over gediscussieerd en als bewUs voor de stelling of misschien wel voor tijdverdrijf, werden verschillende duimafdrukken ge maakt, misschien wel zestig en ze waren al lemaal verschillend. Daaraan moest ik op eens denken. Maar dat zal wel niet met den moord te maken hebben. Neen waarschUnlUk niet. Waren dat afdrukken van den rechterduim? Ik geloof het wel; ik heb er elgenlUk niet bijzonder op gelet. Maar door wat u zei werd ik er aan herinnerd. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 7