^AnamEII
h. d.-vertellingen
Eiscks
Z>oaéó cUê.üE5 Ttiaat iï&iuuP
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929
De Vlucht
door JOH. G. VAN DOORN.
In den vallenden schemer zat de oude heer
Frank stil te peinzen; naast hem lag Hector
rustig in schijn-slaap
Nu begon hij toch langzamerhand te wen
nen aan de eenzaamheid, 't had hem anders
heel wat strijd gekosthoe lang was Ina
nu weg?.... laat eens kijkenja, dat was
nu al ruim een half jaar. Hij had in het be
gin nooit kunnen denken, dat het wennen
zou, hier alleen in dit stille dorp, zonder
zijn eenige dochter, waaraan hij al zijn
liefde had kunnen geven na den dood van
zijn vrouw, en die hem met haar hartelijke
toewijding er zoo ruimschoots voor beloond
had. Ze bemoeide zich weinig met andere
menschen, deed kalm haar huiselijke plicht,
wijdde zich geheel aan de taak, die haar als
van-zelf-sprekend was opgelegd, schijnbaar
tevreden met het haar toebedeelde lot. Maar
goms, als Ina zich alleen en onbespied in de
kamer of in den tuin waande, en hij uit een
verborgen hoekje haar gadesloeg, dan kon ze
stil voor zich uit zitten staren, met oogen,
die spraken van een groot, onbewust verlan
gen, naar een ander leven dan dit strakke
eentonige bestaan. Dan was hij gaan na
denken, en ging zich meer en meer afvragen,
of hij het wel van haar eischen mocht, haar
jeugd en lust-tot-leven op te offeren voor
hem. En er kwam nog wat bijals hij eens
ziek zou worden en misschien stervenje
kon nooit weten, hij was een man op leef
tijden voldoende geld was er niet, Ina
zou zich dan alleen door de wereld moeten
slaanO, ze was flink genoeg, maar toch,
zou het niet beter zijn, als ze eerst reeds een
soort vuurproef had doorstaan, als ze voor
dien tijd eens een kijkje in het werkelijke
leven had genomen? En zoo was het er van
gekomen, dat Ina weg was gegaan, naar de
groote stad. Een jong echtpaar, waarvan de
vrouw ziekelijk was en haar huiselijke plich
ten niet voldoende kon waarnemen, vroeg
een juffrouw, die de taak van de vrouw des
huizes gedeeltelijk moest overnemen. De
oude heer Frank had zorgvuldig geïnfor
meerdhet bleken keurige menschen. Ina
zou er in een haar geheel passende omge
ving komen
Plotseling spitste Hector zijn ooren, en be
gon onrustig met zijn staart te zwaaien.
„Wat is er jongen?"
De oude heer Frank was weer uit zijn mij
merij ontwaaktHector was reeds opge
sprongen, stond luid-blaffend voor het raam.
Wie zou daar nu nog kunnen zijn?....
Even later werd er gescheld
„Ina.... jij???"
Verrast en verbaasd stond de oude heer
Frank zijn dochter aan te starenblij om
haar onverwachte komst, maar tegelijk be
seffend, dat deze komst meer te beteekenen
had, dan de verrassing voor hem alleen.
Onwillekeurig sloeg hij zijn arm om haar
schouder, leidde haar naar den grooten stoel
naast de haard, ontdeed haar zwijgend van
hoed en mantel, schonk haar een kopje thee
in, schoof zijn stoel naast de hare en zei,
zoo luchtig en opgewekt mogelijk:
„Vertel me nu, wat er aan de hand is, Ina'.'
„Ik weet niet, of U me zult begrijpen
over alles wat er zich de laatste maanden in
mijn binnenste heeft afgespeeld, heb ik in
mijn brieven gezwegenik heb zoo ge
woon mogelijk de feiten neergeschreven, dat
mevrouw steeds minder werd, en de dokters
begonnen te vreezen, dat haar -man er zoo
gebukt onder ging, en verder over de gewone
bijkomstigheden Yar, den dag. U zult bemerkt
hebben, dat het vlakke vluchtige brieven
waren, kort, met als excuus, gebrek aan
tijd
„Ja, Ina, je brieven waren zeker kort
maar je excuus leek me voldoendezij
werd immers steeds minder, geen wonder,
dat jij het druk had.... en nuover
werkt?"
„Overwerkt?"
Over het strakke gelaat gleed een glim
lach.
„Overwerkt? Maar Vadertje, U weet toch
dunkt me wel, wat voor werk ik aan kan
overwerkt? nee, dat is het niet."
„Nu ja, en de toestand daar thuis, mevrouw
ziek, wellicht ongeneeslijk, meneer natuurlijk
nerveuszoo'n omgeving ben je niet ge
wend, hè?" ii v
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
r" rr
Even zweeg Ina nog, toen, aarzelend, haast
onhoorbaar, vroeg ze:
„U heeft Moeder tochliefgehad, niet
waar Vader?"
„Je Moeder is de eenige vrouw geweest,
Ina, waar ik echt van gehouden heb."
„U is laat getrouwdis er voor dien tijd
nooit iemand geweest diedienu ja,
U begrijpt me wel
„Daar doe je me een vraag, Ina die ik je
zeker zal beantwoorden, maar daarvoor wil
ik eerst hooren, wat jij op je hart hebt, ik
begin nu iets te vermoedenen ik ben
heel blij, dat je tot me bent gekomen, heel
blijnu?"
„Ik heb altijd gedacht, dat Liefde iets
heel moois wasU was lief voor moeder,
en Moeder voor Udat voorbeeld is me
altijd bijgebeven. En zooals natuurlijk bij
ieder, kwam ook bij mij meer en meer de
wensch naar voren, om te kunnen liefheb
ben. Nu zult U zeggen, dat ik u toch lief had
en nog heb. maar u begrijpt wel wat ik be
doel. Ik voelde, altijd al, dat er nog iets an
ders moest zijn, een gevoel voor iemand, dat
je heele wezen in beslag nam. Ik heb hier
destijds kennis gemaakt met Herman van de
Oldehoeve, weet u nog wel? Een goede, brave
jongen.... en U heeft zich toen zoo ver
baasd, dat ik hem afgewezen heb. Ik had
niets op hem tegen, Vader, maar ik wist, dat
hij me nooit kon geven, dat, wat ik me altijd
van een man had voorgesteld, dat ééne,
grooteToen ging ik naar de stad, naar
het huis, waar ik dat half jaar heb gewoond,
een half jaaris het nog maar een half
jaar?het lijkt me soms een eeuw
in dat huis woonde degene, naar wien dat
ééne, groote verlangen bleek te kunnen uit
gaan, die al dadelijk mijn geheele wezen in
beslag nam
„Maar kind
„O, nee. wees niet bang vader, hij weet het
niet, en zal het nooit weten. Ik heb stil mijn
plicht gedaan, voor haar gezorgd, haar voor
gelezen, met den dokter overlegdvoor
hem ben ik zooveel mogelijk een steun ge
weest, in dezen voor hem zoo moeilijken tijd
meer niet.... Maar in mijn binnenste heeft
het gewoeld en gestormd tot wanhopig wor-
dens toegestreden heb ik, tot ik niet
meer kon, tot ik vanavond gevlucht ben, ge
vlucht naar U
Hector likte Ina de hand, vroeg met zijn
trouwe oogen om een liefkoozing.
„Als dat groote verlangen liefde is, dan is
liefde iets verschrikkelijksvader, ik
moet het u zeggen, welke gedachten er door
mijn hoofd zijn gegaan, hoeslecht die
liefde mij soms heeft gemaakt. Dat huwelijk
was gelukkig, en als ik dus werkelijk van
hem gehouden had, dan had ik moeten bid
den voor het herstel van zijn vrouw, dan
had ik moeten juichen, als de dokter weer
eenige hoop gaf, dan had ik moeten kunnen
zingen, als hij dan weer opgewekter naar zijn
werk gingmaar ik heb op die oogenblik-
ken niet gejuicht en niet gezongenva
der, het is verschrikkelijk, maar ik weet nu
zeker, dat ik gehoopt heb, dat mevrouw....
zousterven...."
„Vertel verder.... en blijf kalm".
„Ik heb hem gehaat, als hij een of andere
attentie van me niet had opgemerkt, ik heb
haar gehaat, als hij mijn plaats aan het
ziekbed kwam innemen, en ik kon gaan
en al die gedachten waren onredelijk.in
sterkere oogenblikken kon ik me niet voor
stellen, dat ik zulke gedachten kon hebben,
nam ik me stellig voor, om me niet weer
door mijn gevoel te laten overmeesteren
tot den volgenden dag, als een vriendelijk
woord van hem me weer van de wijs
brachtzoo ging het door, in een voort
durende wisseling van stemmingen, die moe
maakt, aftobten toch weet ik zeker,
dat dat alles voortgesproten is uit dat eene
groote verlangen, dat dan liefde heeten
zou
De oude heer Frank wist direct niet, wat
te antwoorden. Haar biecht had hem ver
rast en doen schrikken. Verrast, omdat zijn
dochter in hem blijkbaar nog steeds den
trouwen vriend zag, die men zelfs de intiem
ste gevoelens kan toevertrouwen.... maar
geschrokken was hij van die gevoelens, en
tochoude -herinneringen uit vervlogen
jaren kwamen vaag naar boven, misschien
had hij als man al die dingen niet zoo inten
sief gevoeld, maar langzaam drong het tot
hem door, dat hij dankbaar mocht wezen,
dat Ina gesproken had, tot hem gekomen
was, nu had zij dubbel zijn vriendschap noo-
dig, om haar het zelfvertrouwen terug te
geven, om haar te overtuigen, dat ze niet
slecht was, al had ze die slechte gedachten
gehad.
Hij greep innig Ina's hand, wilde spreken.
maar kon niet, tot Hector tusschenbeide
kwam en met zijn natte neus de handen
trachtte te scheiden.
Dit gaf den ouden heer Frank een inge
ving
„Zie je Hector, Ina? die houdt van je, die
was door het dolle heen, toen je daarstraks
kwam, en nunu gunt hij je niet eens.
dat ik je aanraak, begrijp je wat ik bedoel?
Je verlangen en je strijd en je gedachten
zijn heel natuurlijk, die heeft ieder mensch
in meer of mindere mate, en het kan soms
heel lang duren, eer we die strijd met ons
zelf uitgestreden hebbenbegrijp je mis
schien nu ook. waarom ik laat getrouwd ben?
Ik heb me ook heel lang blind gestaard op
dat eene, groote verlangen, terwijl ik bij je
lieve moeder tenslotte de ware rust pas vond.
Misschien ontmoet je later nog eens een
jongen als Herman van de Oldehoeve
en dan zou ik maar eens aan dezen avond
terugdenken."
DE SPOOROVERWEG AAN DE
ZANDVOORTSCHELAAN.
WAARSCHUWINGSBORDEN.
Voor geruimen tijd terug heeft het Ge
meentebestuur van Heemstede, op verzoek
van de Directie der Nederlandsche Spoor
wegen, besloten op de drukste uren van den
dag bij dezen zeer drukken overweg een
politieman te plaatsen, teneinde op deze
wijze ongevallen te voorkomen. Het was
n.l. meerdere malen voorgekomen, dat het
dienstdoende spoorwegpersoneel van het
publiek overlast ondervond, omdat naar de
meening van het publiek de boomen te vroeg
gesloten werden of te laat geopend.
Wij vernemen nu, dat om het gevaar
van bij herhaling botsen tegen de spoorweg-
boomen te voorkomen, waardoor onvoorzich
tige autobestuurders oorzaak zouden kun
nen worden van zeer ernstige ongevallen
de Spoorweg Directie besloten moet hebben
een tweetal borden aan te doen brengen,
waardoor automibilisten reeds op vrij grooten
afstand zullen kunnen zien dat de overweg
gesloten is.
DE POST OP KONINGINNEDAG.
De directeur van het Postkantoor te Haar
lem maakt bekend, dat ter gelegenheid van
den verjaardag van H.M- de Koningin op 31
Augustus a.s. de navolgende wijzigingen in
de uitvoering van den dienst zullen worden
gebracht:
le. De 3e briefpostbestelling voor het
hoofdkantoor, de bijkantoren Santpoort
station en Overveen en het hulpkantoor
Vogelenzang, alsmede de avondbestelling van
Spaafndam vervallen en voorts de 2e brief
postbestelling in de buitenwijken.
2e. De 2e briefpostbestelling van de bij
kantoren Bloemendaal en Heemstede ver
valt.
3e. Het tijdstip van uitgaan van de 2de
briefpostbestelling wordt, voor zooveel het
hoofdkantoor betreft, bepaald op ongeveer
15.15.
4e. De 2de pakketpostbestelling voor het
hoofdkantoor vervalt. De ochtendbestelling
zal te ongeveer 9.30 aanvangen.
5e. De 4de en 5de buslichting van het
hoofdkantoor vervallen.
6e. Het hoofdpostkantoor, de bij- en hulp
kantoren, de postagentschappen en het
poststation te Schoten, zullen voorts voor
den postchèque-en girodienst zijn gesloten,
behalve voor het aannemen van stortingen,
waarvan spoedbehandeling of spoedbericht
wordt gevraagd en voor het uitbetalen van
chèques op welker adviezen ten girokantorc
spoedbehandeling is toegepast. Tevens zullen
deze postinrichtingen gesloten zijn voor de
behandeling van belastingbetalingen, post
wissels (behalve telegrafische), postbewijzen
en kwitantiën, alsmede c.q. voor de distri
butie van pasmunt.
Overigens worden het hoofdpostkantoor,
alle bijkantoren, voor den postdienst, de bij
kantoren Frans Halsstraat. Plein en Aer-
denhout- mede voor den telegraaf- en tele
foondienst, de postagentschappen, het post
station Schoten en de hulpkantoren Sant
poort-dorp, Vogelenzang en Spaarndam voor
den postdienst ten 14 ure voor het publiek
gesloten, behoudens dat eventueel voor de
busrechthouiiers gelegenheid tot het afhalen
van correspondentie blijft bestaan.
JUBILEUM C. JONKER.
De heer C. Jonker, bestuurder bij de N. Z.
H. T. M. herdacht Donderdag den dag, waar
op hij vóór 25 jaar bij die Maatschappij in
dienst kwam.
Hij werd des morgens gecomplimenteerd
door den chef van exploitatie, Mr. Immink
en door den chef van den Uitvoerenden
Dienst, den heer Gieske. Namens de directie
ontving de jubilaris de gebruikelijke enve
loppe. Hij had verder den dag vrij af.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN n 60 Cty pgr rcrel.
Fyffes'Bananen zijn
zeer gemakkelijk te
onderscheiden door
het blauwe etiket
op iedere hand.
Dit etiket geeft U
de garantie voor de
beste bananen; let
daarom zorgvuldig
op het merk.
DE PRIMAIRE WEGEN IN
HAARLEMMERMEER.
DE VERBETERING EN VERBREEDING
VAN DEN KRUISWEG
De directie van den provincialen water
staat te Haarlem heeft de werkzaamheden
aanbesteed en gegund, welke noodig zijn om
een gedeelte van den Kruisweg, de verbin
ding Heemstede—Hoofddorp—Aalsmeer, te
verbreeden en te verbeteren.
Gelukkig, want de tegenwoordige toestand
is zóó slecht, dat het levensgevaarlijk is met
een motorrijtuig daarlangs te rijden.
Uit het bestek is op te maken, dat van
Hoofddorp af tot den Aalsmeerderdijk de
tegenwoordige Kruisweg blijft bestaan; al
leen wordt hij van een beter wegdek voor
zien en bestemd voor klein rij verkeer en rij
wielpad. De Kruistocht wordt voor een ge
deelte gedempt, zóó, dat de geheele weg voor
groot en klein rijverkeer een breedte krijgt
van 15 Meter van den Kagertocht af tot den
Sloterweg en een breedte van 13 Meter van
den Sloterweg tot den Aalsmeerderweg.
Als een bewijs van de goede samenwerking
tusschen de directie en het gemeentebestuur
van Haarlemmermeer mag wel gelden, dat
m de bestedmgsvoorwaarden de bepaling is
opgenomen, dat de aannemer verplicht is om
bij de uitvoering van het werk ten minste
25% van de arbeiders te betrekken door
tusschenkomst van de gemeentelijke arbeids
beurs te Hoofddorp voor zoover door de in
stelling voldoende geschikte arbeiders ter
beoordeeling van de directie beschikbaar
kunnen worden gesteld.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN
Terug te bekomen bij: v: Slooten, Lange
Heerenvest 38zw., bus met olie, de Leeuw,
Scheeperstraat 51, duif, Visser, Oosterstraat
58, dekkleed, Dir. Postkantoor. Gedempte O.
Gracht, geld, Paanakker, Gr. Houtstraat 46,
gewicht, Gieske, Raamsteeg 17rood, hond,
Nobels, Dubbelebuurt 45zwart, mand, Faber
Wagenweg 82, orbel. Heijnis, Regentesselaan
6, portemonnaie, Beekus, Kastanjestraat 31,
schoentje, Leistra, Geweerstraat 46, schort
met inhoud, Hoonakker, Harmenjansweg 18,
scheermesjes, Buijs, Voorzorgstraat 76, tasch
met inhoud. Roose, Zuid-Brouwerstraat 3,
tang, Wenthold, Wagenweg 30, vulpen. Roos,
Gortestraat 5, wandelstok, Bur. v. Politie,
Smedest-raat, zakmes. Stevens. Verspronck-
weg 25, zeebal, Groendaal, Zuiderstraat 10,
Kippenvoer.
HAARLEMSCHE HANDELS
VEREENIGING.
371/2 JARIG BESTAAN.
De Haarlemsche Handelsvereeniging zal
op 16 November 37 1 '2 jaar bestaan. Het is
nog niet bekend of dit feit herdacht zal
worden.
Indertijd is wel het 25-jarlg bestaan op
feestelijke wijze gevierd.
De Haarlemsche Handelsvereeniging is
sinds de oprichting op 16 Mei 1892 steeds
m bloei toegenomen. Hoewel de vereeniging
thans zelfstandig minder op den voorgrond
treedt (dit is nu overgelaten aan de Mid
denstandscentrale, waarvan de vereeniging
deel uitmaakt) is haar bestaansrecht niet
verminderd. De leden profiteeren zeer veel
van het informatie- en incasso-bureau, dat
afzonderlijk door de Handelsvereeniging in
stand gehouden wordt.
PERSONALIA
Tot lid van de centrale commissie voor
de deelneming van Nederland aan de in 1930
in Amsterdam te houden wereldtentoon
stelling is o.a. benoemd de heer E. H. Kre-
lage. voorzitter der Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Haarlem en omstreken
en voorzitter van den Nedcrlandschcn Tuin-
bouwraad.
EEN BAZAR.
De afdeeling Haarlem van den Alg. Ned.
Bond van Arbeiders (sters) in het Bakkers-,
chocolade- en suikerbewerkingsbedrijf, heeft
het voornemen in October een bazar te hou
den ten bate van het steen- en T.B.C.-fonds
van dien bond.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regeL
i^'/^Laat ons Uw Radioaanlcg^^^^^j
ÊBf gen. Als leveranciers van Ie-
f|[ rangs instrumenten weten
»W wij welke eischen de muziek-*
BENIDE[I^'hcbbcrste'L
AMSTERDAM ..ROTTERDAM - ARNHEM BREDA - IEIDEN
Uit het Duitsch van
MATTHIAS BLANK.
Het is waarschijnlijk dat hij zijn moor
denaar zelfs verwacht heeft; hij wilde on
gestoord met hem praten want om half twee
heeft hij zijn secretaris met een boodschap
weggestuurd, die hem eenige uren uit de
buurt moest houden.
Deze secretaris verklaart dat de vermoor
de de deur, die van de gang in deze kamer
voert, altijd op slot had, zoodat bezoekers
zich eerst hiernaast moesten aanmelden. Ik
vond die deur open, waaruit blijkt dat de
vermoorde iemand vernacht heeft, die di
rect door de gang bij hem gekomen is. En
waarschijnlijk heeft de moordenaar de ka
mer ook door deze deur verlaten.
Is er iemand gezien?
Neen! Van de getuigen, die ik een ver
hoor heb afgenomen, heeft niemand een be
zoeker gezien, maar de portier van de villa
is tegen half drie uitgegaan en nog niet te
ruggekomen. Die zal waarschijnlijk wel meer
bijzonderheden kunnen vertellen.
Maar het schot moet toch door iemand
gehoord zijn?
De secretaris was weggestuurd en wat
de anderen in huis betreft, de werkkamer
ligt zoo apart, dat het niet onmogelijk is,
dat niemand iets gehoord heeft, daarbij wa
ren de vensters en deuren waarschijnlijk ge
sloten.
De blik van den officier van justitie gleed
onderzoekend door het vertrek en bleef op de
schrijftafel, die met kranten, drukwerken en
boeken bedekt was, rusten.
Had u het niet over een spoor?
Ja zeker; dat zal ik u vertellen. Omdat
het wapen nergens te vinden is, is het zeker
dat we met moord te doen hebben. Ik heb
dus hier in de kamer naar sporen van een
tweeden persoon gezocht. Ik kon niets ont
dekken, alleen dit hier
Bij deze woorden trad Kombasch op de
schrijftafel toe en wees met de hand op het
vloeiblad. De officier van justitie volgde hem
en zag op het blad een paar bloedvegen en
een duidelijken, bloedigen duimafdruk. Heel
scherp zag men de karakteristieke groeven
ervan.
Doctor Friesen boog zich voorover.
Dat is in ieder geval een duidelijk spoor.
De daad is waarschijnlijk in opgewon
denheid gepleegd, vervolgde de commissaris.
De moordenaar heeft zich waarschijnlijk
over zijn slachtoffer gebukt om te zien of
hij dood was of misschien nog leefde. Daar
bij zijn waarschijnlijk zonder dat hij het
merkte, bloedsporen op zijn hand gekomen.
Daarna kan de moordenaar naar de schrijf
tafel gegaan zijn om iets te zoeken misschien
heeft hij een steun gezocht doordat hij van
streek was door zijn eigen daad. In ieder ge
val zijn daarbij deze bloedsporen en de duim
afdruk achter gebleven; het lijkt me de af
druk van de rechterduim.
Dat kan van veel belang zijn bij onze
nasporingen.
Natuurlijk!
De kwestie is alleen maar den man te
vinden wiens duim met dezen afdruk over
eenkomt, zei de officier een beetje spottend.
En of dat zoo gemakkelijk zal zijn?
Dat weet ik niet, maar als we den eige
naar van een duim vinden, die met dezen af
druk overeenkomt, dan hebben we den
moordenaar te pakken, verzekerde de com
missaris.
Natuurlijk. Het is een onweerlegbaar be
wijs. Maar hoe moeten we ontdekken van wie
de afdruk afkomstig is?
Dat is het werk van <e politie
Hij werd gestoord doox-dat een agent ver
scheen die meedeelde:
Mevrouw is zoo juist thuis gekomen.
Vraag dan of mevrouw wil binnenko
men, antwoordde de commissaris direct.
Kombasch wendde zich tot doctor Friesen.
Wilt u mevrouW Langenbach zelf een
verhoor afnemen, meneer de officier?
Neen! Zet u uw onderzoekingen maar
voort, alsof ik er niet was, ik zal alleen toe
hoor en.
De commissaris knikte.
Toen kwam mevrouw Langenbach binnen.
ZU was gekleed in een eenvoudige japon,
die haar elegante figuur op zUn voordeeligst
deed uitkomen. Bij de deur bleef ze staan.
Het doorzichtig bleeke gezicht had een nog
mattere teint dan anders: het ontstellende
nieuwe was haar al medegedeeld. De groote
oogen keken van den officier van Justitie
naar den commissaris, toen zochten zU den
doode. Een oogenblik scheen het alsof zij
naar de gestalte op den grond wilde toeloo-
pen, doch plotseling bleef zij als vastgena
geld staan en ze strekte beide handen als af
werend voor zich uit en wendde haar blik af.
Doctor Friesen had de jonge vrouw met het
goudblonde haar direct weer herkend, hoe
wel hij haar maar eenmaal gezien had. Alles
wat zijn vriend Herbert Strugulin hem ver
teld had en wat hij later van zijn meisje
gehoord had, flitste hem door den geest.
Toen begon Kombasch met zijn vragen:
Bent u de echtgenoote van den overle
dene?
Ja!
Herkent u hem?
Ja! ZU dwong zich om naar het bloe
dige vertrokken gezicht te kUken, wendde
haar oogen echter direct weer af. HU ziet
er een beetje vreemd uit, er is een ongewone
uitdrukking op zijn gezicht.
De doodsstrijd kan zU'n trekken eenigs-
zins veranderd hebben, maar u herkent hem
toch zeker?
Ja!
Wanneer bent u uitgegaan?
Om één uur.
Hebt u by uw thuiskomst pas gehoord
wat er gebeurd is?
Ja!
Heeft uw man u ook gezegd dat hij be
zoek verwachtte?
Bezoek?
Doctor Friesen, die zU'n oogen niet af had
van de trotsche gestalte voor hem, merkte
dat ze bU de laatste vraag een bijna on
merkbaar teeken van schrik gaf.
Ja! De doode heeft waarschijnlUk
iemand verwacht, die zijn moordenaar ge
worden is. Heeft hij er niet met u over ge
sproken? vervolgde Kombasch.
Neen!
Met een rustige stem gaf zij het antwoord
en de officier van justitie moest weer den
ken aan wat Herbert Strugulin dien avond
van haar gezegd had: „ZU is niet de vrouw
die geheimen verraden zou. als zij ze had".
En Dr. Friesen vroeg zich af of zU met haar
antwoord werkelijk de waarheid had gezegd.
De commissaris zette zUn ondervraging
voort:
Weet u ook of uw man een vijand had,
die tot dezen moord in staat zou zijn geweest?
Ik zou het u heusch niet kunnen zeggen.
De stem van mevrouw Langenbach klonk
steeds zekerder.
Heeft uw echtgenoot ook veel geld in
huis?
Ik was niet van zUn geldzaken op de
hoogte.
Er is dus niemand tegen wien u ver
denking koestert?
Neen!
Daar ginds op het vloeiblad zUn bloed
sporen van den moordenaar achtergebleven,
een heel duidelijke afdruk van zijn duim,
maar daaruit zult u zeker ook niets herken
nen?
Een duimafdruk?
TerwUl zU dat zeidc scheen iets als een
lichte opwinding zich van haar meester te
maken; zij richtte het hoofd op, keek naar
de schrijftafel cn liep er heen.
Deze plotselinge belangstelling was ook
Kombasch niet ontgaan en hij vroeg:
Vindt u dat zoo verrassend?
Neen, niet met betrekking tot den
moord.
Waaraan dacht u dan?
Aan iets heel onbelangrijks; het kan
werkelyk niet in betrekking tot den moord
staan.
U zoudt mU toch zeer verplichten door
het te vertellen.
Een dag of wat geleden waren we op
een groot avondfeest bU meneer Heinecke,
wiens naam u wel bekend zal zijn. Het ge
sprek kwam toevallig op de verscheidenheid
van dergelUke vingerafdrukken er werd nog
al over gediscussieerd en als bewUs voor de
stelling of misschien wel voor tijdverdrijf,
werden verschillende duimafdrukken ge
maakt, misschien wel zestig en ze waren al
lemaal verschillend. Daaraan moest ik op
eens denken. Maar dat zal wel niet met den
moord te maken hebben.
Neen waarschUnlUk niet. Waren dat
afdrukken van den rechterduim?
Ik geloof het wel; ik heb er elgenlUk
niet bijzonder op gelet. Maar door wat u zei
werd ik er aan herinnerd.
(Wordt vervolgd.).