BINNENLAND
H. D.-VERTELUNGEN
HAARLEM'S DAGBLAD
Als dorre bladeren ritselen op plaatsen met
„schitterend uitzicht" en „prachtig natuur
schoon" de zwarte papiertjes van filmpaks,
vloeren van gebouwen die met een of twee
sterretjes in Baedeker aanbevolen worden
zijn niet meer onbegaanbaar door af gesab
beld kauwgum, de klerk op een reisbureau
heeft eindelijk tijd om eens een sigaret op
te steken. Het is September, de toeristen zijn
huistoe gegaan met klompen en Volendam-
mer pakjes en ik mag nu de schoone geschie
denis vertellen van de Twaalf Amerikanen,
die thans weer rustig candij snoepen, en de
leuze „make more money" als van ouds weer
getrouw zijn.
Het waren mr. John Smith en mr. William
Smith, dus Smith I en Smith II, mr. John
son, mr. Williams, de wederhelften dezer vier
heeren, voorts mr. Vanöijke, miss Mary Step,
miss Euridice Patterson en ten slot-te mr.
Salomon Cohen, denkt u er om: uit San
Francisco.
De heer Smith I droeg een té wijd pak en
een nog wijdere gekreukelde, gele regenjas
die open hing op Amerikaansche wijze, een
deukhoed en een Baedeker. De vijf andere
heeren waren evenzoo opgetuigd, met dit
verschil dat mr. Cohen een groote geruite pet
op had.
Miss Mary Step. de jongste van het gezel
schap, droeg een licht japonnetje en een po-
locap op d'r jongenskop, haar chaperonne
miss Euridice Patterson was geëmballeerd in
kleedingstukken uit de tweede helft der vo
rige eeuw en de vier andere dames waren
gehuld in vormlooze japonnen en mantels,
terwijl ze geweldige tasschen torsten bene
vens kodaks van 't formaat 13 bij 18.
„One gulden, chhhulden! dzjie, joe, el,
die, ie, en is hundred cent sie, ie, en,
tie". Ze stonden naast hun sightseeïngcar en
luisterden geïnteresseerd naar de financieel-
technische onthullingen van den heer Jan
sen, hun gids, over het Hollandsche geld.
De groote auto gonsde langs het Damrak
en de heer Jansen, die zijn Engelsch sprak
met een Amsterdamsch accent, waardoor het
sterk op Amerikaansch geleek, vertelde over
Berlag's beurs en dicteerde dat er twee-hon-
derd-vier-en-twintig-duizend. zeven-hon-
een-en-veertig steenen voor waren gebruikt,
hetgeen de dames en heeren dadelijk op
schreven, wijl het niet in de Baedeker stond.
De tocht, die volgens een speciaal pro
gramma gemaakt zou worden, bracht het ge
zelschap vervolgens naar de Bijenkorf. Min
achtend keken ze om zich heen. „Moet je
Wanamaker zien", smaalde mrs. Smith I te
gen mrs. Smith H. Men wandelde door de
verschillende afdeelingen, kocht per persoon
twee dozijn briefkaarten, en mrs. Johnson
verloor haar hart aan de lunchroom, zoodat.
toen de heer Jansen op straat zijn volgelin
gen telde, er een ontbrak. Intusschen was
mrs. Johnson met een taartje in de hand de
anderen gaan zoeken. Ze rende trap op, trap
af, van de eene afdeeling naar de andere. De
heer Jansen zocht haar natuurlijk overal
waar ze niet was, of waar ze juist was ge
weest. Ten einde raad ging hij weer naar
buiten. Mr. Johnson, die zich geneerde,
bromde iets van dat ze wel weer terecht zou
komen.
En de auto reed door, met elf Amerikanen.
Om spoedig weer te stoppen op 't Rokin.
Bij het pontje. Men begaf zich aan boord en
begon de reis naar den overkant, waar men
aan land stapte. Men genoot een sensatie,
grooter dan het overvaren van den Oceaan,
men kodak te, ving de terugreis aan, betaalde
hooge passageprijzen en wilde weer in den
auto stappen, toen mr. Vandijke zioh her
innerde, dat hij nog van de Hollanders af
stamde, en deswege besloot nog een reis met
het typisch Hollandsche vaartuig te maken.
Men wachtte geduldig. Mr. Vandijke trok
zijn overjas uit, begon zelf het pontje over
•te trekken en weer terug, en nog eens, en nog
eens. Hij glom van vreugde en van transpi
reren, riep tegen den heer Jansen, dat ze
wel verder konden gaan, hij blééf.
En de auto reed door, met tien Amerika
nen. (Men heeft mij verteld, datmr. Vandijke
spoedig weer in Holland terugkomt, om te
trachten ergens kapitein van een pontje te
Worden)
Op het Muntplein werd de reis weer on
derbroken, op speciaal verzoek van mr.
Smith n, die plotseling een onweerstaanbare
neiging voelde opkomen, om den verkeers
agent bij zijn stopbord af te lossen. Hij waag
de zijn leven door verkeerd over te steken,
verwachtte dat de agent Engelsch zou ken
nen en begon een verhaal op te zetten over
„bij ons in New York", terwijl het verkeer
in 't honderd ging loopen. De agent maakte
zich kwaad, toen mr. Smith II naar de kruk
van het stopbord greep. Mr. Smith II, die er
altijd prat op ging, dat hij een echte Yankee
was, een vrij burger uit de States, liet zich
niet terzij zetten, en hoewel de heer Jansen
nog tusschenbeide trachtte te komen ontstond
een boksmatch met het resultaat dat mr.
Smith H vijf minuten later op het politie
bureau stond en hevig zocht naar zijn pas
die nergens te vinden was. Mrs. Smith. II
huilde bittere tranen.
En de auto reed door met negen Amerika
nen.
Om een minuut later te stoppen in
de Vijzelstraat, daar Mrs. Schmidt II na
een onderzoekingstocht door haar tasch
het paspoort van haren man had ge
vonden. Ze stond rechtop in den auto,
zoende van vreugde het portret van Mr.
Smith IT, sprong uit den auto en draafde
met blijdschap in 't hart terug naar haar
echtgenoot die zeker al op water en brood
in een kille cel zat, waar de ratten reidan
sen uitvoerden en de spinnen over zijn
body marcheerden.
En de auto reed door, met acht Ameri
kanen.
Salomon Cohen wisseld* nijdige blikken
miss Euridice Patterson omdat hij glim
lachjes had gezonden naar miss Step. Mr.
en Mrs. Williams zaten dicht bij elkaar, ze
waren nog maar pas drie jaar getrouwd en
maakten hun huwelijksreis. Mi'. Johnson
verheugde zich in de afwezigheid zijner
echtgenoote, en speelde voor rivaal van Sa
lomon Cohen, met het gevolg, dat miss
Euridice zoo kwaad werd, dat ze op de
Prinsengracht opeens haar ouderwetsche
kieedij bijeen pakte, opstond en hem ge
lastte onmiddellijk uit te stappen, daar ze
anders alles aan mrs. Johnson zou vertel
len. En mr. Johnson, die den huiselïjken
vrede zeer lief had en totaal niet hield van
langdurige vredesconferenties met zijn we
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1929
derhelft, bloosde, stapte uit, keerde zich om
en begon een eenzamen zwerftocht langs
de Prinsengracht.
Do auto reed door, met zeven Amerikanen.
Men arriveerde tenslotte voor het Rijks
museum. Alles liep goed van stapel. Het
groepje draafde op De Nachtwacht af, men
zette zich neder op een der banken waar
mr. Smith I spoedig zoo onder den indruk
was van de schoonheid van het kunstwerk,
dat zijn snurken door de zaal daverde. Diep
verontwaardigd gaf zijn echtgenoote het sein
tot vertrek, ze verbood den heer Jansen
haar man te wekken uit zijn studie en zeil
de de zaal uit.
Men ging zalen en gangen door, maakte
aanteekeningen, vroeg onophoudelijk naar
de waarde der schilderijen in dollars. Plots
begon buiten een draaiorgel te spelen. Miss
Mary Step slaakte een kreet van vreugde,
monsterde den parketvloer, wierp tasch en
Kodak opzij, juichte „You can charleston
here!" en slingerde d'r dunne beenen om en
langs elkaar, danste wild en vlug en bleef
dansen. De heer Jansen vroeg haar mee te
gaan, ze vertikte het, charlestonde door. Miss
Euridice Patterson zeeg neer op een bank,
verbood, verbood, 't hielp niets. Even na den
auto ging het orgel weg.
En de auto reed door, met vier Ameri
kanen.
Spoedig daarop met drie, want mrs. Smith
I kreeg zoo'n heimwee naar d'r man, dat ze
uitsteeg om hem op te gaan zoeken.
De auto kwam in Amsterdam-West, stopte
even voor het Stadion. Nu moet ge weten,
dat mr. Williams een rasecht sportsman is
zoo een die abonnementen heeft voor alle
wedstrijden in New-York en het was dus be
grijpelijk dat hij den heer Jansen verzocht,
den tocht te mogen onderbreken voor een be
zoek aan het Stadion. De heer Jansen vond
het best, wilde probeeren of het ging, maar
mr. Salomon Cohen stond er op, dat de tocht
voortgezet zou worden. Hij had er zijn dol
lars voor betaald en wilde pertinent Amster
dam zien.
Er werd een minnelijke schikking getrof
fen.
En de auto reed door, met één Amerikaan,
met mr. Salomon Cohen uit San Francisco,
want mrs. Williams vergezelde als pas drie
jaar getrouwd vrouwtje haar man natuurlijk.
En mr. Salomon Cohen voerde op zijn
dooie eentje de aapjes in Artis, tufte langs
singels en straten, liet zich fotografeeren.
's Avonds noteerde hijWaar voor m'n geld
gehad. Amsterdam gezien. San Francisco is
beter.
Gisteren kreeg ik een brief van hem uit
San Francisco. Hij vroeg me 'n paar adressen
van importeurs van augurken en Californisch
fruit. En schreef, dat zijn clandisie er hard
op vooruitgegaan is, sedert hij een foto van
hem. mr. Salomon Cohen uit San Francisco,
op zijn eentje in een sight-seeing-car voor
het Paleis op den Dam tusschen zijn kisten
met augurken en fruit heeft gehangen.
ALASTRIM IN ROTTERDAM.
Het weekoverzicht.
De Rotterdamsche gemeentelijke genees
kundige dienst meldt:
In het tijdvak van 27 Augustus tot en met
2 September heeft de gemeentelijke genees
kundige dienst 18 nieuwe gevallen van
alastrim in Rotterdam vastgesteld (tegen 20
in de daaraan voorafgaande periode van 20
tot en met 26 Augustus). Hiervan waren er
2 in reeds tevoren besmette gezinnen, ter-
wijl er 16 in 14 tevoren niet besmette gezin
nen voorkwamen.
Volgens mdedeeling van den geneesheer
directeur van het ziekenhuis aan den Cool-
singel hebben in deze periode 1 lid van het
personeel en 2 patiënten in dit ziekenhuis
alastrim gekregen, en de geneesheer-direc
teur van het ziekenhuis aan den Bergweg
gaf 7 gevallen onder het personeel aan.
In bovengenoemde periode is één patiënt
aan alastrim overleden, zoodat het aantal
sterfgevallen thans 5, n.l. een man, een
vrouw en 3 kinderen, bedraagt van wie 2
kinderen bovendien een andere ernstige
ziekte hadden,
ENCEPHALITIS IN ROTTERDAM.
REEDS 9 GEVALLEN?
De N. R. C. schrijft: Het was ons ter oore
gekomen, dat sedert de laatste opgave het
aantal encephalitis-gevallen na vaccinatie in
Rotterdam op het oogenblik negen bedraagt.
Wij hebben den waarnemenden directeur
van den gemeentelijken geneeskundigen
dienst naar de juistheid van dit bericht ge
vraagd. Dr. H. L. W. van Beuningen van
Helsdingen antwoordde ons, dat hij het juis
te aantal niet kon opgeven, omdat de eind-
diagnose wordt gesteld in het ziekenhuis
aan den Bergweg. Geheel onmogelijk achtte
hij het evenwel niet, dat op de zoovele vac
cinaties een dergelijk aantal encephalitis-
gevallen zich voordoen. Hij merkte er even
wel bij op. dat vele malen menschen zich
ongerust maken, als na de inenting de pa
tiënten ziekteverschijnselen vertoonen. Na
tuurlijk is dat dan lang niet altijd encepha
litis. Zoodra de verschijnselen er maar even
op wijzen, worden de patiënten naar het zie
kenhui saan den Bergweg gebracht voor
onderzoek. Dr. Van Beuningen van Hels-
ding verwees ons daarom naar dr. J. Hek
man. directeur vfm dit ziekenhuis. Deze ant
woordde ons op onze vraag, of het juist is,
dat zich hier ter stede in totaal negen ge
vallen van encephalitis postvaccinalis heb
ben voorgedaan, dat hij ons niet het juiste
aantal kon meedeelen.
Wij kunnen hier nog bij aanfeekenen, dat
ons ook ter oore is gekomen, dat het aan
tal sterfgevallen in totaal drie zou bedragen.
DE AMSTERDAMSCHE
WETHOUDERSCRISIS.
Een motie der A. R. fractie.
Door de leden der Anti-Revolutionaire
Raadsfractie te Amsterdam, de heeren J.
Douwes Jr., G. Baas Kzn., en R. H. Woltjer,
is de volgende motie bij den Raad de«r ge
meente Amsterdam ingediend:
,.De Raad;
Gehoord de ontslag-neming van den heer
Ter Haar als wethouder, zulks op grond dat
B. én W. niet hadden mogen besluiten, den
Raad mede te deelen, dat zij na rijp beraad
en op grond van zeer dringende redenen het
niet verantwoord achten, voor te stellen, de
bij de Begrooting voor 1929 in uitzicht ge
stelde verlaging in het electriciteitstarief in
te voeren;
van oordeel, dat ten onrechte op het colle
ge een blaam is geworpen, als zou het zich
hier hebben schuldig gemaakt aan woord
breuk;
van oordeel, dat B. en W., nu zij de in
voering der hiervoor bedoelde verlaging niet
verantwoord achten, veeleer hun plicht zou
den hebben verzaakt, indien zij haar toch
zonder meer hadden blijven bevorderen en
den Raad geen tijdige mededeeling hadden
gedaan van hun gewijzigd inzicht;
spreekt als zijn meening uit, dat er geen
aanleiding is, het ten deze door B. en W. ge
voerde beleid af te keuren en betreurt het
derhalve, dat de heer Ter Haar op de door
hem aangegeven reden zijn ontslag gegrond
heeft."
De bedoeling der Anti-Revolutionaire
Raadsfractie is duidelijk, schrijft het Hbld.,
zij wil „schoonschip" maken om den weg te
effenen voor een algemeen overleg voor het
samenstellen van een dagelijksch gemeente
bestuur, steunende op een krachtige meer
derheid in den Raad. Want deze fractie weet
zeer goed dat haar motie wordt verworpen.
Zoo'n beslissing beteekent een afkeuren van
het beleid van het college op dat bepaalde
punt, dit zal daaruit de consequentie moeten
trekken.
Nu een dergelijke motie is gesteld, wordt
de oplossing der crisis bespoedigd. Dit schijnt
ook de bedoeling van de voorstellers te zijn,
aldus het blad.
KARDINAAL VAN ROSSUM IN
AMSTERDAM.
DE KARDINAALSMIS.
Vandaag was het de groote dag der huldi
ging van Kardinaal van Rossum. In de och
tenduren werd een plechtige Kardinaalsmis
gehouden in de St. Willebrordus-kerk te Am
sterdam. Daarvoor was de hooge geestelijk
heid van ons land naar de hoofdstad ge
komen.
De internuntius Mgr. Schioppa was reeds
den vorigen dag gekomen en had zijn intrek
genomen bij de paters Jezuiten aan de Hob-
bemakade.
De aartsbisschop van Utrecht, Mgr. H. v. d.
Weteringh en de bisschop van Roermond,
Mgr. L. J. A. H. Schrijnen waren samen per
auto gearriveerd en afgestapt bij den deken
van Amsterdam op het Begijnhof.
Daar kwamen ook aan de bisschop van
's Hertogenbosch, Mgr. A, F. Diepen, die met
den trein van 9.36 aan hét Weesperpoort-sta-
tion was aangekomen, en de bisschop van
Breda, Mgr. A. P. W. Hopmans, die met den
trein van 9.46 uur aan het Centraal-station
was aangekomen. Deze kerkprelaten werden
bij him aankomst in de stad ontvangen
door eenige leden van de Commissie van Ont
vangst.
De bisschop van Haarlem was bij deze
plechtigheid niet aanwezig. Hij had zijn af
wezigheid reeds gisteren medegedeeld, omdat
hij ter bedevaart is naar Kevelaar.
De vier bisschoppen begaven zich daarna,
vergezeld van den Deken, Mgr. Dr. Van
Noort, naar de pastorie van de kerk aan den
Amsteldijk. Vandaar begaven zij zich met
drie kamerheeren van den Paus en den offi-
cieelen vertegenwoordiger van de souvereine
orde van Malta, H. Baron van Lamsweerde
naar den hoofdingang van het kerkgebouw
om den Kardinaal te ontvangen. Na de ont
vangst schreed deze hooge priesterschaar
door het geheel gevulde en met bloemen ver-
sirede kerkgebouw naar het Altaar.
Aan het einde van den dienst werd Zijne
Eminentie weer uitgeleide gedaan door de
bisschoppen. Later vertrokken ook de bis
schoppen. Zij begaven zich wederom naar de
pastorie op het Begijnhof, om vandaar te
ongeveer half een naar de Joh. Vermeer
straat te gaan, waar zij de lunch gebruik
ten met den Kardinaal.
MAN UIT ANGST GESTOKEN
Een jonge boerenknecht van ongeveer
zestien jaar, werkzaam te Sprundel (N.-B.)
moest, wanneer hij zijn ouders te Hoeven
ging opzoeken, steeds voorbij het huis van
zekeren Van Z. komen, die den jongen al
tijd treiterde en bedreigde.
Zondagmorgen bij het ter kerke gaan,
toen Van Z. hem weer bedreigde, heeft de
jongen, waarschijnlijk uit angst, zijn zakmes
getrokken en den man daarmee een steek
in de borst toegebracht. Deze steek kwam
zoo ongelukkig aan, dat de getroffene naar
het ziekenhuis te Bx-eda moest worden over
gebracht. De jongen is aangehouden.
WASSEN AAR'S NIEUWE BURGEMEESTER
Feestelijke intocht van den
heer J. J. M. Wiegman.
De nieuwe burgemeester van Wassenaar,
de heer J. J. M. Wiegman uit Heemskerk is
Dinsdagmiddag feestelijk zijn gemeente bin
nengehaald, meldt het Hbld.
Aan den Ouden Deyl werd hij met zijn
echtgenoote opgewacht door een comité. Ver
volgens ving een enorme stoet auto's een rit
door een groot deel der gemeente aan, waar
bij de nieuwe burgemeester gelegenheid had,
de fraaie versieringen in oogenschouw te ne
men. Op verschillende plaatsen in het dorp
werden bloemen aangeboden.
In de met bloemen en palmen versiea-de
raadszaal hadden zich ihtuschen velen ver
zameld. o.a. de twee wethouders, de gemeen
te-secretaris en de pastoor uit Heemskerk,
de oude standplaats van den heer Wiegman,
de burgemeester van Beverwijk, jhr. Strick
van Linschoten, de voltallige raad van Was
senaar en verschillende ambtenaren dier ge
meente.
Nadat de nieuwe functionaris de raadszaal
was binnengeleid, riep de loco-burgemeester,
de heer J. M. Drop, hem hartelijk welkom
toe. om hem vervolgens den ambtsketen om
te hangen.
TROF. DR. H. R. WOLTJER NAAR INDIë.
De Tel meldt, dat prof. dr. H. R. Woltjer
lector in de natuurkunde aan de Leidsche
Universiteit, begin December naar Neder-
landsch-Indië vertrekt, ten einde ter be
schikking te worden gesteld van den gou
verneur-generaal, om te worden benoemd
tot hoogleeraar in de natuurkunde aan de
hoogeschool te Bandoeng.
Het ls een bekend feit, dat de vrouwen te'
in onze stad in aantal van de mannen win-
"T Juni 1929 waren hier ingeschreven 55.402
mannen tegen 60.898 vrouwen. Dus ongeveer
11 mannen, 12 vrouwen.
Trouwens in ons geheele land zijn meer
vrouwen dan mannen, hoewel de verhou
ding voor de mannen globaal niet zoo on
gunstig (of gunstig?) is als te Haarlem. Op
31 December 1927 waren er in ons land
3.787.913 mannen en 3.838.025 vrouwen.
Het eigenaardige is wel, dat er meer
jongens dan meisjes geboren worden. Volgens
de statistieken van de laatste tientallen van
jaren zelfs 105 jongens tegen 100 meisjes.
(In 1927 zelfs 106 jongens tegen 100 meisjes).
Over deze schijnbare tegenstrijdigheid
hadden wij een onderhoud met den bekwa
men chef van den Burgerlijken Stand, den
heer W. Fehres Jr.. die onmiddellijk met sta
tistische gegevens kwam aandragen.
Daaruit blijkt, dat de vrouwen altijd in
ons land in de meerderheid zijn geweest.
Vroeger zelfs nog meer dan tegenwoordig!
De gegevens loopen tot 1830. Toen waren er
1.278.046 mannen tegen 1.335.441 vrouwen, of
1045 vrouwen op de 1000 mannen. Het op
merkelijke is, dat sindsdien do mannen be
zig zijn om den achterstand in te halen. De
verhoudingen toch waren:
1830
1045 vrouwen
op 1000 mannen
1849
1040
1000
1869
1029
1000
1889
1024
1000
1909
1021
1000
1920
1013
1000
1927
1013
1000
Verder kunnen de mannen het blijkbaar
niet brengen. Sedert 1920 schommelt het ge
tal althans tusschen de 1013 en 1018.
Nu hebben wij allereerst de vraag: hoe
komt het dat er minder mannen dan vrou
wen zijn, terwijl er toch veel meer jongens
dan meisjes geboren worden?
De verklaring moet gezocht worde-n in het
feit, dat er veel meer jongens dan meisjes
sterven.
Er stierven van de kinderen beneden het
Jaar:
1924 op 100 jongens 74 meisjes
1925 100 72
1926 100 74
1927 100 72
Er is heel weinig schommeling in deze
cijfers.
Toen in 1880 1000 kinderen geboren wer
den, waren daaronder 512 jongens en 488
meisjes.
De zuigelingensterfte was in dien tijd 19
per 100 in het eerste levensjaar, zoodat van
de 1000 kinderen er reeds 190 overleden. De
sterfte van de jongens stond tegenover die
der meisjes als 4 tegen 3, zoodat in dat eerste
jaar stierven 103 jongens en 87 meisjes.
In het eerste jaar was dus het overschot
aan jongens door geboorte door de meerdere
sterfte al gedaald van 24 tot 8.
Ook in de verdere eerste levensjaren ster
ven nog meer jongens dan meisjes, vandaar
dat de meerderheid der jongens geleidelijk
in een minderheid der mannen wordt om
gezet.
VERGIFTIGINGS
VERSCHIJNSELEN.
NA HET ETEN VAN TAARTJES.
Na het eten van mokkataartjes hebben zich
bij een bewoonster der Albert Cuypstraat te
Amsterdam en haar verpleegster vergifti
gingsverschijnselen voorgedaan, meldt de N.
R. C. De patiënten maken het redelijk wel.
Nog ten huize van de patiënten aanwezige
taartjes, het braaksel en taartjes bij den le
verancier zijn in beslag genomen voor onder
zoek.
SOLDAAT ERNSTIG MET EEN
BAJONET GEWOND.
ONGELUK BIJ MILITAIRE
OEFENINGEN BIJ BLARICUM.
Gisteren hield een veertigtal mariniers
onder leiding van een sergeant-majoor ti
railleurs-oefeningen op de heide bij het kin
dersanatorium Hoog-Blaricum. Bij een aan
val met de bajonet werd door een ongeluk
de milicien Vis uit Amsterdam zeer ernstig
door een bajonet in den buik gewond. Daar
bij de oefeningen geen hospitaal-soldaat
aanwezig was. werd assistentie ingeroepen
van den dokter van het sanatorium en deze
verleende de eerste hulp en liet don gewonde
overbrengen naaT de Majella-stichting te
Bussum. waar onmiddellijk operatief moest
worden ingegrepen. Zijn toestand was gis
terenavond redelijk wel.
Doordat de zuigelingen-sterfte in den laao-
sten tijd is verminderd, wordt ook geleide
lijk de achterstand van de mannen wat min
der.
Eigenaardig is dat aan kinkhoest gemid
deld meer meisjes dan Jongens sterven (in
1911—1920 2773 jongens tegen 2988 meisjes).
Voor de doctoren een belangx^ijk terrein
van studie waaraan is toe te schrijven, dat in
het eerste levensjaar meer Jongens dan
meisjes sterven.
De zuigelingen-sterfte in het algemeen is
den laatsten tijd belangrijk verminderd.
cijfers zijn:.
1880—1884
1909
1885—1889
17.47
1889—1894
16.61
1895—1899
15.36
1900—1904
14.12
1905—1909
11.88
1910—1914
10.34
19151919
8.71
1920—1923
6.83
1927
5.87
De sterfte in het algemeen is trouwens in
ons land in de laatste eeuw zeer sterk ver
minderd. Dit blijkt ook duidelijk uit dc gra
fische voorstelling die wij hieronder afdruk
ken.
De sterfte op 1000 inwoners die in het tijd
vak 18401849 26.56 was, is nu: 1924: 9.80,
1925: 9.79, 1926: 9.82 en 1927: 10.24.
Dus de sterfte is in die 75 jaar tot ongeveer
een derde verminderd.
Het eigenaardige is nu, dat die verminde
ring van de sterfte meer aan de mannelijke
dan aan de vrouwelijke bevolking ten goede
is gekomen.
In 18401849 stierven er 2568 vrouwen te
gen 2774 mannen. Voor 1927 waren de cijfers
1017 vrouwen en 1032 mannen. Gemiddeld
sterven er thans dus bijna evenveel vrouwen
als mannen, terwijl 75 jaar geleden 27 man-
tegen 25 vrouwen overleden.
Dit is ongetwijfeld voor een belangrijk ge
deelte toe te schrijven aan de hygiënische
voorzorgen die op fabrieken en werkplaatsen
getroffen worden, waardoor het pei-centage
ongelukken en beroepsziekten, waaraan na
tuurlijk meer mannen dan vrouwen bloot
staan, verminderd is.
Op de statistiek van sterfte en geboorte Is
te zien, dat in de jaren van groote sterfte
steeds een bepaalde oorzaak is aan te geven.
Zoo na 1870 de pokken-epidemie. Verder
vindt men jaren van cholera, griep, enz.
De vermeerdering der bevolking in ons
land is zoo goed als geheel het gevolg van
geboorte-overschotten boven sterfte, omdat
ons land gemiddeld meer door vertrek van
personen uit ons land verliest dan het aan
nieuwe bewoners door vestiging wint.
Sedert 1 Januari 1840 toen de bevolking
8.860.559 zielen bedroeg, zijn in ons land tot
1920 4.300.648 kinderen meer geboren dan er
personen gestorven zijn, zoodat, indien geen
vestiging of vertrek had plaats gehad, de
volkstelling van 1920 een bevolking zou heb
ben moeten aanwijzen van 7.161.207, terwijl
er slechts 6.865.314 geteld zijn. Hieruit volgt,
dat ons land gemiddeld door meer vertrek
dan vestiging uit vreemde landen 295.893
personen heeft verloren, dat is gemiddeld
3650 per Jaar.
Statistiek van geboorte en sterfte op 10.000 inwoners sinds 1840.
De onderste (de dikke) lijn het aantal aantal geboorten.
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Twaalf Amerikanen
d o o r C. G. B.
ER WORDEN 105 JONGENS TEGEN 100 MEISJES GEBOREN
En toch zijn er veel meer vrouwen dan mannen.
ONZE CHEF VAN DEN BURGERLIJKEN STAND VERTELT HOE
DAT KOMT.