msd©! poli
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929
BIOSCOOP
.REMBRANDT THEATER.
Maria Pandler met haar
partners Lïvio Pavanelli en
Georg Alexander in „Liefde
onder Vriespunt".
Na de openingsmarsch het, als altijd be
langrijke Rembrandt-Jouroaal, daarna de
teekenfilm Mutt en Jeff als detectives, een
creatie van Mutt en Jeff, waarbij zij gelegen
heid hebben hun moed en handigheid te
toonen bij de achtervolging van het spook.
„Wat een herrie in de prairie" is een leuke
klucht in twee acten naar het bekende recept
van knallende revolvers, messen trekkende
bandieten en reddende cowboys.
Het variété-nummer „The Osaka's", de
japansche illusionisten brengt de toeschou
wers tot stomme verbazing. Het bijzonder
smaakvol aangekleede tooneel brengt bij het
opengaan van het gordijn al dadelijk de
vereischte stemming. Een ongelooflijke „fin-
gefertigkeit" slechts kan dergelijke schijn
bare wonderen verrichten.
Het hoofdnummer „Liefde onder Vriespunt"
5s een gezellige film waarbij Maria Pandler
op de haar zoo eigen grappige manier het
nukkige verwende vrouwtje geeft. Haar beide
tegenspelers Livo Panvanelli als haar echtge
noot, Georg Alexander als de verstokte vrij
gezel, vormen met haar een interessant trio,
in wiens lotgevallen en wederwaardigheden
de toeschouwers veel belang stellen, hoewel
se al vooruit het „happy end" vermoeden.
Het zien beoefenen van de wintersport daar
in de bergen zal menig hart verlangend doen
kloppen naar een reisje van den winter naar
de bergen. Helaas zullen de meesten zich
tevreden moeten stellen met het meemaken
van de wintersport op de film alleen, en daar
kan men in „Liefde onder Vriespunt" volop
yan genieten.
CINEMA PALACE
Haar grootste offer.
Deze week een programma in Cinema Pa
lace, waarvan de directie plezier beleven
kan, niet alleen wat het bijprogramma, maar
ook wat het nummer op het tooneel en het
hoofdnummer betreft. Zulk een ontroerend
drama hebben we nog maar zelden gezien.
Het begin doet een beetje onsympathiek aan;
men vraagt zich af waarvoor het noodig is,
dat de heldin van het verhaal, de bekoorlijke
Norma Talmadge, een slechte straatmeid
moet zijn, maar naarmate het stuk het einde
nadert, begrijpt de toeschouwer dat dit be
gin noodig is. Mary Ann Wagner (Norma)
maakt kennis met den Oostenrijkschen offi
cier Paul von Hartman en den Russischen
luitenant Nilca Turgenov. Dit zijn twee trou
we vrienden, die echter de lezer begrijpt
het al beiden op Mary verliefd worden. Zij
schenkt haai' hart aan Paul, wat de jaloezie
van Nika opwekt. De eens zoo warme vrien
den worden nu haatdragende vijanden, wat
er niet beter op wordt, als er ooi-log tusschen
Oostenrijk en Rusland uitbreekt en de beide
officieren dus officieel vijanden worden. Nika
krijgt in den oorlog gelegenheid om zich op
Paul te wreken. Zijn regiment heeft Lemberg
ingenomen. Een gezelschap vluchtelingen
kan alleen van den dood door den kogel ge
red worden, als Mary haar liefde aan Nika
wil schenken. Het kost haar ontzettend veel
'strijd om dit zware offer te brengen, vooral
omdat die vluchtelingen haar eerst verguisd
en beleedigd hebben. Zij doet het echter.
Maar zij redt daarmee ook een Oostenrijk
schen spion, die zijn militaire chefs nu pre
cies kan vertellen hoe de situatie van het
Russische leger is. Het gevolg is, dat de Rus
sen worden verslagen en Lemberg hernomen
wordt. De belooning voor Norma blijft niet
uit. Zij wordt door haar volk als een heldin
geëerd en bovendien krijgt zij haar Paul te
rug. Een slot, dat geweldig pakt. vooral ook
door de muzikale begeleiding. Als op plech
tige wijze het Oostenrijksche volkslied weer
klinkt, krijgen velen een brok in de keel. We
raden onze lezers ten zeerste aan, deze film
te gaan zien.
De humoristische film „De hooge gast"
vóór de pauze wekt in niet geringe mate den
lachlust op, evenals het schitterende variété
op het witte doek.
De drie gezusters Pretzsch oogsten terecht
Veel applaus met haar welluidenden en
hoogst beschaafden zang.
STANDAARD -THEATER
„De Wreker" (te paard) en „Jo
nas in de Leeuwenkuil" (zonder
leeuwen./
Het publiek op de eërsté rijen achter het
'dappere orkestje van Standaard-Theater,
dappere ox-kestje van Standaard-Theator dat
doek geschiedt, was gisterenavond al erg en
thousiast, toonde zich niet karig met opmer
kingen en deed soms luid applaus opklate-
ren, als Fred Thomson „ze d'r es effe fijn
tusschen nam". Het is to begrijpen. Want
„De Wreker" is een rolprent die heele goede
kwaliteiten heeft, en die in zijn acht acten
zooveel spanning, zooveel sensatie, zooveel
vermaak geeft, dat het de komende avonden
in de bioscoop aan de Kleine Houtstraat wel
vol zal zijn. Denkt u eens in: drie geslaagde
ontvluchtingen, een treinroof, een bankover
val, een dozijn racepartijen, ontelbaar vele
revolverschoten en ten slotte een lieftallige
jongedame, de eenige die James Jesse, den
wreker, den man die allen te vlug af is, weet
te vangen. Het verhaal speelt in den Ameri-
kaanschen Burgeroorlog, en in de jaren
daarna, het speelt zich af in een land, waar
altijd verlaten postwegen zijn, altijd dappe
re kerels en aardige jonkvrouwen en waar
geen verbod op het dragen van wapenen
schijnt te bestaan.
De tweede groote rolprent, zeven acten
tellende stelt ons voor: Jonas in de Leeuwen
kuil. Een titel die wel wat gezocht is, maar
die een geschiedenis begeleidt, welke zeker
zoo vermakelijk is als het sprookje van een
anderen Jonas die in 'n levenden onderzeeër
reisde.
De heer Fensch, boekhouder in een zaak in
vuurwerk, poppen en ander speelgoed, laat
u zien, hoe een man die voor zijn vrouw sid
dert en beeft, plotseling leeuwenmoed in
zich kan krijgen en zijn vrouw, een wanbe
taler en weet-ik-wie-nog-meer, totaal onder
den duim kan krijgen. En ook deze rolprent,
die heel goed gespeeld wordt, is dol-verma-
kelijk.
En dan krijgt men nog een- klucht, een
reisje naar Potsdam en de „Sisters Washing
ton", geen onbekenden op de planken van
Standaard-ex-Scala. Ze zingen hun liedjes
dat het een lust is, dansen een beetie, ver
wisselen vlug van costuums en houden het
publiek ondertusschen een halfuurtje bezig.
Een goed programma dus, en een flink j
lang programma ook: achttien acten, plus
een variété-nummer.
LUXOR THEATER.
Maria Jacobini in de film
„Beatrice Cenci".
Deze week wordt in het Luxor Theater een.
film vertoond, zoo schitterend van inhoud,
beteekenis en aankleeding, zooals we nog
maar zeiden zagen. De hoofdrol wordt
vertolkt door Maria Jacobini, daarin uit
stekend bijgestaan door de andere medewer
kenden. Men kan weer eens genieten van de
schitterende kleederdrachten die in de 16e
eeuw gedragen werden. Maar niet alleen de
kleeding, ook het interieur van de wonin
gen is, hoewel geheel verschillend van tegen
woordig, het zien alleszins waard en dan
de schoone natuur.
De geschiedenis is te uitgebreid om, zij
het dan ook maar in heel korte trekken een
overzicht van het geheel te geven; we zullen
het evenwel beproeven.
We moeten in ae eerste plaats bewonderen
de groote liefde van Beatrice Cenci voor haar
broeders, haar echtgenoot en later voor haar
kind. Wat was dat tooneeltje schitterend
gespeeld toen haar kindje overleden was.
Maar wat was ze tevens heldhaftig toen ze
haar broeder tegen den woedenden vader
in bescherming nam, nadat deze zich niet
ontzien had een hond op den kleinen jongen
af te sturen. Wat was dat een bruut! Wat
was die verschrikkelijke Francesco terneerge
slagen toen de Raad van Kardinalen hem
uit Rome verbande en zijn bezittingen ver
beurd verklaarde.
Een v/aardig handlanger had Francesco in
den Cataloniër. Een verschrikkelijk beeld
van de ellende bij een overstrooming krijgen
we nog te zien toen deze plaats had met den
Tiber.
De sensatie wordt tot het hoogste opgevoerd
als Beatrice onthoofd zal worden wegens
moord op haar vader en als haar hoofd reeds
op het blok ligt, haar man haar nog weet te
redden.
Maar genoeg hiervan. Men kan hieruit zien,
dat de liefhebbers van werkelijk mooie ge
schiedenissen niet mogen verzuimen deze
week een bezoek aan het Luxor Theater te
brengen.
De Duitsche reisjes brengen ons naar
Beieren, waar in Landshut een bruiloft uit
de middeleeuwen herdacht wordt. Voorts
draaien nog 2 komische 2-acters, waarvan de
eerste „Een onrustige nacht" tevens de aar
digste is.
Wij bevelen nogmaals een bezoek aan dit
theator aan.
LETTEREN EN KUNST
„GOUWE JOOP" IN DEN SCHOUWBURG
JANSWEG.
Sinds Bouber succes had met „Zeemans
vrouwen" is er uit naar roem dorstende ta-
1 lenten veel geboren, dat van Bouber's volks
kunst een minstens even winstgevend equi
valent wilde zijn. De Zeemansvrouwen ver
schenen in vele en velerlei vormen en het
genus „Amsterdamsche schets met zang en
dans" wist zich tot de „Bühne" op te werken
van grooter en voornamer schouwburgen,
dan sinds lang het geval was geweest. En
nochtans mislukte de speculatie op den
smaak van een publiek, dat de scheppers van
volksschetsen te weinig gezond oordeel had
den toegedacht, om te onderscheiden wat
echte en wat onware volkskunst is. De be
wondering van volkskunst verloor niet het
verschil tusschen goed en slecht uit het oog.
En toch is dit geen reden, waarom de
Schouwburg Jansweg niet voller had kunnen
zijn, Vrijdagavond toen de eerste opvoering
van „Gouwe Joop" ging. Want een groot ge
deelte van het publiek zoo het er al toe in
staat is, wenscht dat onderscheid niet te
maken en kunst of geen kunst, komt kijken
naar wat Emile van Bosch en Wiesje Bouw
meester te bieden hebben, en amuseert zich.
Zoo was het althans bij de 60 opvoeringen te
Amsterdam, hier echter waren het niet tal
rijken.
Laten wij, om niet al te critisch te zijn,
ons aan de zijde diergenen, die zich amu
seerden scharen. Want al wordt zoo'n sche
matisch opgezet volksstuk wanneer de visie
van een kunstenaar bij de schepping ontbrak
wel een heel ouderwetsch nummer, er is ook
nog goeds in te waardeeren. Wij willen dan
voorbijzien het traditioneele buffet in de
kroeg, waarachter de Jordaan-moeder, waar
voor de intrigeerende buurvrouw, die van een
glaasje klare houdt. Wij willen genoegen ne
men met de in huilbuien vervallende vrou
welijke hoofdpersoon en den voor zooveel tijd
verdwijnenden mannelijken hoofdpersoon,
dit laatste om den anderen minnaar bij de
juffrouw en den auteur bij het publiek een
kans te geven. Omdat juist dit alles met zich
mee brengt, datgene waarin de kunst van
zoo'n stuk steekt, de Amsterdamsche volks-
taaL
Voor wie de kernachtige uitdrukkings
wijze, den onverwoestbaren humor van het
Amsterdamsche volk lief heeft, is daardoor
zoo'n volksschets, hoe zwak ook van opzet
een bron van amusement. En voor wie van
den ongekunstelden Jordaanschen dans
houdt en het ruw-sentimenteele straatlied,
zooals het in het volk geboren wordt, is een
schets als deze van Henvo vol genietingen. In
dit opzicht is het tweede bedrijf werkelijk
het beste. In zijn realisme veel genietbaar
der dan het dramatische derde.
De aria's van Emile van Bosch vallen te
apprecieeren, het spel van Wiesje Bouwmees
ter is niet slecht. Gouwe Joop wordt door
Chris Laurentius goed getypeerd. Stoofie is
het type „Ko" uit de opvoeringen van M:e
en Ko, maar Max Michet moest minder op
den souffleur spelen. De Jorda^psche moeder
had iets minder deftig in haar uiterlijk kun
nen zijn en mevrouw Anna Langenaken had
haar niet zoo grof moeten geven in haar
spraak.
'Dronken Jans, die de rol van „de Slang
vervult werd zeer wel gespeeld door Cor
Cremer. Leen was te grof weergegeven door
Marie Smith en Blonde Trees. Anna Lemaire,
die tenslotte als een deus ex machina ver
schijnt, had een groot-ere rol zeker voortref
felijk gespeeld.
Zooals gezegd is, er is een bepaald gedeelte
van het publiek, dat van dit soort tooneel-
werk houdt, wie zich daartoe meent te kun
nen rekenen ga deze schets zien en zal er
geen spijt van hebben.
CONCERT GROOTE KERK.
Ten bate van den bouw van een nieuw
wijklokaal en te zijner tijd een nieuwe kerk,
is door de Ned. Herv. gemeente „Schoten"
een bouwfonds gesticht. Ten behoeve van
dat fonds zal een concert worden gegeven
in de Groote Kerk op a.s. Donderdag. Aan
dit concert zullen medewerken de dames Di
Moorlag en Hermine PoelScholten en de
heer Piet Halsema, namen welke zeer zeker
een garantie zijn voor het welslagen van
dit concert en een genotvollen avond voor
spellen.
WINTER-PROGRAMMA DER
VÓLKS-UNIVERSITEIT.
Het programma van de Volksuniversitei:
voor Haarlem en Omstreken voor den ko
menden winter dat Zaterdag verschijnt,
biedt den ontwikkelden leek wederom een
ruime gelegenheid tot vermeerdering
zijner kennis op vrijwel elk gebied der
publieke belangstelling.
Het is ingedeeld als volgt:
Voor de Kerstvacantie.
Luistercursussen.
1. Invloed van Indische Wijsbegeerten op
het Westersche denken (oa. de Theosofie)
door prof. dr. G. A. van den Bergh van
Eysinga te Santpoort. Te behandelen in acht
avonden des Maandags in gebouw „Theoso-
fia", Nassauplein 8.
2. De detective-roman: zijn letterkundige
waarde en onwaarde, zijn beteekenis voor het
opsporingsonderzoek; lectuur en misdaad.
Letterkundig-sociale cursus te geven door dr
P. H. Ritter Jr., letterkundige en mr. dr. P,
Gosting, substituut-officier van justitie, bei
den te Utrecht. Acht avonden op Dinsdag in
„De Nijverheid", Jansstraat 85, met lichtbeel
den.
3. Het Oude Testament in het Licht van
onze huidige kennis der oude Voor-Aziati
sche beschavingen, door prof. dr. G. J.
Trierry te Leiden. Acht avonden op Woens
dag met lichtbeelden in het „Remontsran-
tenhuis", Wilhelminastraat 22.
4. Aardrijkskundige filmdemonstraties,
door D. van Staveren te 's-Gravenhage.
Zes avonden op Donderdag in de zaal der
St.-Jozefsgezellenvereeniging, Jansstraat 59.
5. De ontwikkeling der Italiaansche kunst,
geschetst bij het bezoeken der kunststeden,
door Huib Luns te Amsterdam. Acht avon
den in „Zang en Vriendschap", Jansstraat 74,
des Vrijdags.
6. Hygiëne der vrouw, door mej. dr. Frida
C. van Hasselt te Haarlem. Uitsluitend toe
gankelijk voor vrouwen boven 18 jaar. Acht
avonden, des Vrijdags, in de H. B. S. voor
meisjes, Krocht.
7. Hoogtepunten van Nederlandsche poëzie
door mevrouw H. Roland Holstv. d. Schalk,
Bloemendaal, met declamatie door mevrouw
Liesbeth Sanders—Herzberg, Amsterdam. Vier
avonden des Maandags in gebouw „Theoso-
fia", Nassauplein 8.
Werkcursussen.
8. Cursus in de Engelsche taal door F. P.
van der Voorde, Haarlem. Twaalf lessen van
V/i uur en een cursus van Januari tot
Paschen, in de H. B. S. Santpoorterplein, be
houdens goedkeuring van B. en W. des Dins
dags.
9. Grondslagen der scheikunde door ir. M.
Voorzanger te Haarlem. Acht maanden, in
de H. B. S. A, Zijlvest hoek Raaks des
Woensdags.
10. Leescursus Vondel door mevrouw dr. J.
v. d. Bergh van EysingaElias te Santpoort.
Tien avonden, des Woensdags in het gebouw
van den Protestantenbond, Jacobstraat.
11. Cursus in de Fransche taal volgens het
Kennemer stelsel door G. van der Laan.
Haarlem. 10 lessen voor en 10 na de Kerst-
vacantie in het Kennemer Lyceum, des Don
derdags eventueele parallelcursus des Maan-
12. Natuurkunde, over de rustende electri-
citelt (electro-statica) door dr. J. J. Haak,
Haarlem. Acht avonden in het Natuurkun-
delokaal van het Gemeentelijk Lyceum, Zijl
vest 27, Vrijdags,
Voorts zullen nog lezingen gehouden wor
den voor leden en introducés.
De openings- en herdenkingsavond wordt
gehouden Vrijdag 20 September, den dag
dat de Volksuniversiteit tien jaar geleden
met haar werkzaamheden aanving. De
avond wordt gehouden in het gebouw van
den Protestantenbond. De voorzitter van de
V. U., dr. C. Spoelder zal een openingsrede
houden over „Tien jaren Volksunivex-siteits-
werk". dr. J. Bierens de Haan zal een feest
rede uitspreken over „Het humanitaire doel".
Na de pauze declamatie door den heer Frits
van Dijk
Belangrijk is verder, dat de Volksuniversi
teit de toezegging gekregen heeft om in het
begin van October eenige belangrijke Russi
sche, Fransche en Nederlandsche kunstfilms
te mogen vertoonen voor haar leden. De
datum zal nader worden bekend gemaakt.
De heer L. J. Jordaan uit Amsterdam zal de
films toelichten.
Dinsdag 17 December houdt de heer H. C.
Verkruysen een lezing over: „De ontdekking
en restauratie der tempelterreinen van Kam-
bodja" met lichtbeelden en filmvertooning,
in het gebouw van den Protestantenbond.
Dezelfde houdt een lezing over „Japan, het
land der bloemen en der geisha's". Maandag
13 Januari 1930, met lichtbeelden en film
vertooning in hetzelfde gebouw.
Na 1 Januari 1930 zullen o.a. de volgende
cursussen op het programma voorkomen:
Resten van oude schoonheid in Grieken
land en het omringende Oosten, d.oor prof.
W. van der Pluym, des Maandags.
Paedagogische liederavonden, door Frans
Vink, des Woensdags.
Inlandsch vogelleven, van psycho-biolo-
gisch standpunt bezien, door A. F. J. Por-
tielje, des Donderdags.
De strijd om een nieuwe levenshouding,
door ds. A. R. de Jong te Bussum, des Vrij
dags.
II rinascimento Italiano, door prof. Roma
no Nob. Guarneri, des Vrijdagsavonds.
Een cursus over Beroepskeuze, te organi-
seeren in samenwerking met de „Vereeni-
ging tot Bevordering van het onderwijs in
kinderverzorging en opvoeding".
Dinsdag 11 Maart 1920 zal een Guido Ge-
zelle-avond gehouden worden ter gelegenheid
van het eeuwfeest van Guido Gezelle's ge
boorte. Het woord zal gevoerd worden door
den bekenden dichter René de Clercq.
„PROZA EN POëZIE".
HET 40-JARIG BESTAAN.
Men schrijft ons:
Morgen, 15 September, zal het 40 jaar ge
leden zijn, dat eenige werklieden van de Cen
trale Werkplaats der H. IJ. S. M., alhier, be
sloten tot het oprichten van een zang- en
tooneelvereeniglng. Als naam werd gekozen
„Proza en Poëzie" Ofschoon de repetities in
de eerste jaren geleid werden door een
dilettant, den heer J. Windt, waren zij voor
de toenmalige leden een groote aantrekke
lijkheid. Door de groote toeneming van nieu
we leden meende de heer Windt zijn dirigeer-
staf te moeten overdragen aan den heer
Buisma, die ook voor de tooneelafdeeling
vele goede dingen tot stand wist te brengen.
Als gevolg hiervan mocht de vereeniging
zich spoedig verheugen in een groot getal I
kunstlievende leden en donateurs (trices).
In 1900 werd besloten den beroepsmusicus 1
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per re*el
Stel U de verrukking van Tom voor
toen hij zijn knipoogje onmiddellijk
beantwoord zag en zijn teleurstelling
toen hij bemerkte dat het slechts zijn
weerspiegeling in de meubelen was, die
met Mansion Polish gewreven waren.
is de ongeëvenaarde wrijfwas, die Meubelen
en Linoleum zoo'n fijnen, diepen glans heeft
Overal verkrijgbaar in
groote en kleine doozen.
Importeurs: N.V. Handel Maatschappij Reckitts, Rotterdam.
den heer Carel Phlippeau als dirigent aan t
koor te verbinden, waarna de vereeniging al
spoedig een hoogeren graad van beschaving
bereikte. Het gelukte den heer Phlippeau met
zijn koor eenige mooie successen op wedstrij
den te behalen.
Ook de soiree's van Proza en Poëzie werden
nu meer omvangrijker, zoodat ook deze een
zeer goeden roep in Haarlem kregen. Zij
muntten vooral uit door den zeer gezelligen en
vriendschappelijken geest die er steeds
heerschte.
Nadat, wegens vertrek uit Haarlem van
bovengenoemden dirigent, den heer K. H.
Kerkhoff, hier in Haarlem een zeer goede be
kende, de leiding van het koor werd overge
dragen, ging het steeds excelsior. De kern van
het koor, die bij P. en P. vrij groot is, heeft
aan dezen tijd nog de prettigste herinnerin
gen.
Na den heer Kerkhoff trad de bekende di
rigent de heer H. Pielage als leider van
het koor op. Onder dezen dirigent behaalde
P. en P. vele prijzen op wedstrijden en be
reikte o.a. ook de le afdeeling Mannenko
ren.
Zooals in vele vereenigingen ging bij P. en
P. ook niet steeds alles even voorspoedig, ech
ter gelukte het den trouwen leden en bestuur
van de vereeniging de zaken toch steeds in
de goede banen te houden.
Aan de vereeniginge was ook ois dirigent
nog verbonden de geestige Amsterdam
mer P. v. d. Rovaart, in de waxideling ge
noemd „Oom Piet". Ook onder zijn leiding
behaalde P. en P. zeer vele mooie successexi
op concerten en wedstrijden. Nadat nog weer
de heer Pielage eenigen tijd zijn scepter over
het koor had gezwaaid, werd de tegenwoordi
ge diligent,, de heer Jan Booda benoemd. Het
bleek al zeer spoedig, dat het bestuur met
deze benoeming een zeer goed besluit had
genomen. De heer Booda wierp zich vol ener
gie op voor de belangen van het koor en het
gelukte hem na hard werken het koor op
een hooger plan te brengen. De concerten
onder den heer Booda gegeven kenmerkten
zich door hun beschaafden klank. Nog versch
in het geheugen ligt zijn mooie vertolking
van „Boerenfeest". De heer Booda komt
voorts de eer toe de Vereeniging
in de afdeeling Uitmuntendheid Mannen
koren te hebben gebracht daar nl. op den
wedstrijd van onze zustervereeniging „Haar
lem's Zaxxggenot" in 1928 met alg. stemmen
en felicitatie der jury een le prijs en le
eereprijs in de le afdeeling werden verkregen.
In haar 40-jarig bestaan heeft de ver
eeniging „Proza en Poëzie" zich vele vrienden
weten te verwerven. Om deze in de gelegen
heid te stellen de vereeniging met haar ju
bileum te complimenteeren, heeft het bestuur
besloten receptie te houden op Zondag 22
September a.s. van 3 tot 4 uur in gebouw
„St.-Bavo", Smedestraat.
Na dezen terugblik willen wij dit artikel
beëindigen met te wijzen op het groote feest-
concert, dat door „Proza en Poëzie" ter vie
ring van haar jubileum in November a.s. zal
worden gegeven.
CARL FLESCH.
DE KUNST VAN HET VIOOLSPEL
2de DEEL.
Haarlem de Erven F. Bohn.
Evenals op het gebied van kunst en lite
ratuur een voortdurende evolutie plaats
vindt, is dit ook het geval met het vioolspel.
De eischen der vioolcomposities der laatste
50 jaren maken een geheel andere behande
ling van voordracht en techniek noodzakelijk.
Nu bestaat het gevaar dat hierdoor de
voordracht van andere werken ernstig bena
deeld zou worden, dankbaar mogen wij daar
om Carl Flesch zijn dat hij in dit bovenge
noemde werk. uitvoerige aanwijzingen geeft
in welken stijl b.v. de vioolwerken van Bach,
Mozart. Beethoven e.a. voorgedragen moe
ten worden.
In geen enkel opzicht wordt in dit werk
beoogd een algemeene theorie van de zuiver
artistieke bestanddeelen der herschepping,
noch van het scheppen zelf te willen vormen.
Een nieuwe behandeling van deze vraagstuk
ken is overbodig door het bezit van zoovele
belangrijke boeken over de aesthetiek in het
algemeen en de muziek-aesthetiek in het bij
zonder. Slechts die artistieke begrippen zullen
in dit tweede deel aan een nader onderzoek
worden onderworpen, welke met het spelen
in het openbaar zoowel voor dilettanten als
vakviolisten in nauw verband staan.
Er bestaan drie soorten muzikale menschen:
de scheppenden, die 't werk maken, de ont-
vankelijken die het in zich opnemen, en de
herscheppenden, zoowel dilettanten als vak
musici. die de schepping van den een, toe
gankelijk maken voor den ander.
Wil oen speler een werk boeiend kunnen
vertolken moet hij in de eerste plaats zekere
1 muzikale eigenschappen bezitten, hij moet
de techniek van zijn instrument volkomen
beheerschen en zelf een karakteristieke per
soonlijkheid zijn, die den toehoorder belang
stelling inboezemt.
Dit tweede deel wordt in de volgende
hoofdstukken verdeeld: I. Het algemeen mu
zikale gedeelte van de voordracht van den
violist.
II. Het viool-technische gedeelte van de
voordracht.
ni. De persoonlijkheidswaarde.
IV. De belemmeringen van de voordracht
in het openbaar.
V. De concert-literatuur.
VI. Het onderwijs
en een aanhangsel waarin de voornaamste
vioolwerken uit verschillende tijdperken met
noten voorbeelden, streken, vlngci*zettingen,
voordrachtsaanwijzingen, uitvoerig behan
deld worden, O.a. de geheele Chaconne van
Bach tot en met een hedendaagsche viool
compositie van Arthur Schnabel, voor viool
alleen, zonder maatstrepen of voorteekens.
Het is de eerste maal dat zulk een diepgaand
werk door een allereerste rangsviolist, tevens
groot paedagoog geschreven is.
Carl Flesch is door zijn scherpzinnige op
merkingsgave, en door zijn voortdurend ln
contact zijn met de tegenwoordige groote
violisten er in geslaagd ons vele tot nu toe
onverklaarbare technische en muzikale moei
lijkheden, te ontsluieren.
Uit de vele enthousiaste beoordeel in gen van
groote violisten, citeer ik de beide volgende:
Das bedeutendste bisher auf dem einschliigl-
gen Gebiete erschienene Werk, sollte im
Besitze eincs jeden Geigers sein.
Fritz Krcisler.
Un veritable „Vade mecum"absolu-
ment nouveau et original dans la forme com-
me au fondSi le jeu du Violon est un art,
e'est aussl une science, qu'on n'avait pas asscz
approfondie jusqu'a vous.
Eugène Ysaye.
De uitgave van dit tweede deel, hetwelk
met het in 1924 verschenen le deel en de in
1926 uitgekomen Toonschalen, studies, een
standaardwerk voor de viool, van allerhoog
ste beteekenis vormt, is door de firma de
Erven F. Bohn te Haarlem met groote zorg
geschied.
Moge dit tweede deel evenals het 1ste zijn
weg vinden, en ons violisten, hetzij dilettan
ten of vakmusici, een ware bron van voort-
dxxrend leven en genoegen zijn.
JOH. STEENMAN.
DE GEWEIGERDE MARSCH
VAN JOZEF HAYDN.
Toen Josef Haydn te Londen woonde, kreeg
hij op zekeren dag bezoek van een scheeps
kapitein.
Bent u meneer Haydn, vroeg de man.
Jawel.
De componist?
Ja.
Wilt u een marsch voor mij componec-
ren? Een vroolijke marsch om het scheeps
volk op de lange reis een weinig te vermaken
en den tijd verdrijven. Ik betaal u daar
voor 500 shillings, maar morgen moet de
marsch klaar zijn. Want morgen gaan we
naar Calcutta.
Haydn beloofde cr voor te zorgen. Toen de
kapitein vertrokken was zette Haydn zich aan
de piano en een kwaïtiert-je daarna had hij
den marsch gecomponeerd. De nauwgezette
man vond het bedrag van 500 shillings te
veel voor zulk een kleinigheid. Hij gjpg des
avonds vroeg naar huis en componeerde nog
twee andere marschen. met de bedoeling den
royalen kapitein of een keuze te laten doen
of ze hem alle drie te geven. De kapitein
kwam den volgenden dag op het bepaalde
uur en vroeg:
Waar is mijn marsch?
Hier
Wilt u hem even voorspelen?
Haydn speelde den marsch. De kapitein be
taalde dadelijk met lachend gelaat, nam de
compositie en vertrok weer onmiddellijk. Te
vergeefs riep Haydn hem achterna:
Wacht nog even, hoor eens, ik heb nog
twee andere marschen gecomponeerd, die
misschien nog beter zijn dan de eerste, naar
mijn meening. Kom even terug, dan zal ik ze
ook even voorspelen.
Ik ben met één marsch tevreden, riep
de zeeman met stentorstem en ging snel
heen.
- U mag ze voor niemendal hebben, riep
Haydn hem achterna, doch de kapitein was
reeds verdwenen. Haydn was hiermede niet
gerustgesteld. HIJ ging naar de beurs, infor
meerde naar het schip, dat op weg was naar
Calcutta, maakte een rolletje van de twee
marschen en zond het met een beleefd schrij
ven naar den kapitein. Korten tijd daarna
kreeg hij het rolletje terug. Ongeopend Do
kapitein had geweigerd het te ontvangen.
Haydn was daarover zoo woest, dat hij de
beide marschen verscheurde.