msd©! poli HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929 BIOSCOOP .REMBRANDT THEATER. Maria Pandler met haar partners Lïvio Pavanelli en Georg Alexander in „Liefde onder Vriespunt". Na de openingsmarsch het, als altijd be langrijke Rembrandt-Jouroaal, daarna de teekenfilm Mutt en Jeff als detectives, een creatie van Mutt en Jeff, waarbij zij gelegen heid hebben hun moed en handigheid te toonen bij de achtervolging van het spook. „Wat een herrie in de prairie" is een leuke klucht in twee acten naar het bekende recept van knallende revolvers, messen trekkende bandieten en reddende cowboys. Het variété-nummer „The Osaka's", de japansche illusionisten brengt de toeschou wers tot stomme verbazing. Het bijzonder smaakvol aangekleede tooneel brengt bij het opengaan van het gordijn al dadelijk de vereischte stemming. Een ongelooflijke „fin- gefertigkeit" slechts kan dergelijke schijn bare wonderen verrichten. Het hoofdnummer „Liefde onder Vriespunt" 5s een gezellige film waarbij Maria Pandler op de haar zoo eigen grappige manier het nukkige verwende vrouwtje geeft. Haar beide tegenspelers Livo Panvanelli als haar echtge noot, Georg Alexander als de verstokte vrij gezel, vormen met haar een interessant trio, in wiens lotgevallen en wederwaardigheden de toeschouwers veel belang stellen, hoewel se al vooruit het „happy end" vermoeden. Het zien beoefenen van de wintersport daar in de bergen zal menig hart verlangend doen kloppen naar een reisje van den winter naar de bergen. Helaas zullen de meesten zich tevreden moeten stellen met het meemaken van de wintersport op de film alleen, en daar kan men in „Liefde onder Vriespunt" volop yan genieten. CINEMA PALACE Haar grootste offer. Deze week een programma in Cinema Pa lace, waarvan de directie plezier beleven kan, niet alleen wat het bijprogramma, maar ook wat het nummer op het tooneel en het hoofdnummer betreft. Zulk een ontroerend drama hebben we nog maar zelden gezien. Het begin doet een beetje onsympathiek aan; men vraagt zich af waarvoor het noodig is, dat de heldin van het verhaal, de bekoorlijke Norma Talmadge, een slechte straatmeid moet zijn, maar naarmate het stuk het einde nadert, begrijpt de toeschouwer dat dit be gin noodig is. Mary Ann Wagner (Norma) maakt kennis met den Oostenrijkschen offi cier Paul von Hartman en den Russischen luitenant Nilca Turgenov. Dit zijn twee trou we vrienden, die echter de lezer begrijpt het al beiden op Mary verliefd worden. Zij schenkt haai' hart aan Paul, wat de jaloezie van Nika opwekt. De eens zoo warme vrien den worden nu haatdragende vijanden, wat er niet beter op wordt, als er ooi-log tusschen Oostenrijk en Rusland uitbreekt en de beide officieren dus officieel vijanden worden. Nika krijgt in den oorlog gelegenheid om zich op Paul te wreken. Zijn regiment heeft Lemberg ingenomen. Een gezelschap vluchtelingen kan alleen van den dood door den kogel ge red worden, als Mary haar liefde aan Nika wil schenken. Het kost haar ontzettend veel 'strijd om dit zware offer te brengen, vooral omdat die vluchtelingen haar eerst verguisd en beleedigd hebben. Zij doet het echter. Maar zij redt daarmee ook een Oostenrijk schen spion, die zijn militaire chefs nu pre cies kan vertellen hoe de situatie van het Russische leger is. Het gevolg is, dat de Rus sen worden verslagen en Lemberg hernomen wordt. De belooning voor Norma blijft niet uit. Zij wordt door haar volk als een heldin geëerd en bovendien krijgt zij haar Paul te rug. Een slot, dat geweldig pakt. vooral ook door de muzikale begeleiding. Als op plech tige wijze het Oostenrijksche volkslied weer klinkt, krijgen velen een brok in de keel. We raden onze lezers ten zeerste aan, deze film te gaan zien. De humoristische film „De hooge gast" vóór de pauze wekt in niet geringe mate den lachlust op, evenals het schitterende variété op het witte doek. De drie gezusters Pretzsch oogsten terecht Veel applaus met haar welluidenden en hoogst beschaafden zang. STANDAARD -THEATER „De Wreker" (te paard) en „Jo nas in de Leeuwenkuil" (zonder leeuwen./ Het publiek op de eërsté rijen achter het 'dappere orkestje van Standaard-Theater, dappere ox-kestje van Standaard-Theator dat doek geschiedt, was gisterenavond al erg en thousiast, toonde zich niet karig met opmer kingen en deed soms luid applaus opklate- ren, als Fred Thomson „ze d'r es effe fijn tusschen nam". Het is to begrijpen. Want „De Wreker" is een rolprent die heele goede kwaliteiten heeft, en die in zijn acht acten zooveel spanning, zooveel sensatie, zooveel vermaak geeft, dat het de komende avonden in de bioscoop aan de Kleine Houtstraat wel vol zal zijn. Denkt u eens in: drie geslaagde ontvluchtingen, een treinroof, een bankover val, een dozijn racepartijen, ontelbaar vele revolverschoten en ten slotte een lieftallige jongedame, de eenige die James Jesse, den wreker, den man die allen te vlug af is, weet te vangen. Het verhaal speelt in den Ameri- kaanschen Burgeroorlog, en in de jaren daarna, het speelt zich af in een land, waar altijd verlaten postwegen zijn, altijd dappe re kerels en aardige jonkvrouwen en waar geen verbod op het dragen van wapenen schijnt te bestaan. De tweede groote rolprent, zeven acten tellende stelt ons voor: Jonas in de Leeuwen kuil. Een titel die wel wat gezocht is, maar die een geschiedenis begeleidt, welke zeker zoo vermakelijk is als het sprookje van een anderen Jonas die in 'n levenden onderzeeër reisde. De heer Fensch, boekhouder in een zaak in vuurwerk, poppen en ander speelgoed, laat u zien, hoe een man die voor zijn vrouw sid dert en beeft, plotseling leeuwenmoed in zich kan krijgen en zijn vrouw, een wanbe taler en weet-ik-wie-nog-meer, totaal onder den duim kan krijgen. En ook deze rolprent, die heel goed gespeeld wordt, is dol-verma- kelijk. En dan krijgt men nog een- klucht, een reisje naar Potsdam en de „Sisters Washing ton", geen onbekenden op de planken van Standaard-ex-Scala. Ze zingen hun liedjes dat het een lust is, dansen een beetie, ver wisselen vlug van costuums en houden het publiek ondertusschen een halfuurtje bezig. Een goed programma dus, en een flink j lang programma ook: achttien acten, plus een variété-nummer. LUXOR THEATER. Maria Jacobini in de film „Beatrice Cenci". Deze week wordt in het Luxor Theater een. film vertoond, zoo schitterend van inhoud, beteekenis en aankleeding, zooals we nog maar zeiden zagen. De hoofdrol wordt vertolkt door Maria Jacobini, daarin uit stekend bijgestaan door de andere medewer kenden. Men kan weer eens genieten van de schitterende kleederdrachten die in de 16e eeuw gedragen werden. Maar niet alleen de kleeding, ook het interieur van de wonin gen is, hoewel geheel verschillend van tegen woordig, het zien alleszins waard en dan de schoone natuur. De geschiedenis is te uitgebreid om, zij het dan ook maar in heel korte trekken een overzicht van het geheel te geven; we zullen het evenwel beproeven. We moeten in ae eerste plaats bewonderen de groote liefde van Beatrice Cenci voor haar broeders, haar echtgenoot en later voor haar kind. Wat was dat tooneeltje schitterend gespeeld toen haar kindje overleden was. Maar wat was ze tevens heldhaftig toen ze haar broeder tegen den woedenden vader in bescherming nam, nadat deze zich niet ontzien had een hond op den kleinen jongen af te sturen. Wat was dat een bruut! Wat was die verschrikkelijke Francesco terneerge slagen toen de Raad van Kardinalen hem uit Rome verbande en zijn bezittingen ver beurd verklaarde. Een v/aardig handlanger had Francesco in den Cataloniër. Een verschrikkelijk beeld van de ellende bij een overstrooming krijgen we nog te zien toen deze plaats had met den Tiber. De sensatie wordt tot het hoogste opgevoerd als Beatrice onthoofd zal worden wegens moord op haar vader en als haar hoofd reeds op het blok ligt, haar man haar nog weet te redden. Maar genoeg hiervan. Men kan hieruit zien, dat de liefhebbers van werkelijk mooie ge schiedenissen niet mogen verzuimen deze week een bezoek aan het Luxor Theater te brengen. De Duitsche reisjes brengen ons naar Beieren, waar in Landshut een bruiloft uit de middeleeuwen herdacht wordt. Voorts draaien nog 2 komische 2-acters, waarvan de eerste „Een onrustige nacht" tevens de aar digste is. Wij bevelen nogmaals een bezoek aan dit theator aan. LETTEREN EN KUNST „GOUWE JOOP" IN DEN SCHOUWBURG JANSWEG. Sinds Bouber succes had met „Zeemans vrouwen" is er uit naar roem dorstende ta- 1 lenten veel geboren, dat van Bouber's volks kunst een minstens even winstgevend equi valent wilde zijn. De Zeemansvrouwen ver schenen in vele en velerlei vormen en het genus „Amsterdamsche schets met zang en dans" wist zich tot de „Bühne" op te werken van grooter en voornamer schouwburgen, dan sinds lang het geval was geweest. En nochtans mislukte de speculatie op den smaak van een publiek, dat de scheppers van volksschetsen te weinig gezond oordeel had den toegedacht, om te onderscheiden wat echte en wat onware volkskunst is. De be wondering van volkskunst verloor niet het verschil tusschen goed en slecht uit het oog. En toch is dit geen reden, waarom de Schouwburg Jansweg niet voller had kunnen zijn, Vrijdagavond toen de eerste opvoering van „Gouwe Joop" ging. Want een groot ge deelte van het publiek zoo het er al toe in staat is, wenscht dat onderscheid niet te maken en kunst of geen kunst, komt kijken naar wat Emile van Bosch en Wiesje Bouw meester te bieden hebben, en amuseert zich. Zoo was het althans bij de 60 opvoeringen te Amsterdam, hier echter waren het niet tal rijken. Laten wij, om niet al te critisch te zijn, ons aan de zijde diergenen, die zich amu seerden scharen. Want al wordt zoo'n sche matisch opgezet volksstuk wanneer de visie van een kunstenaar bij de schepping ontbrak wel een heel ouderwetsch nummer, er is ook nog goeds in te waardeeren. Wij willen dan voorbijzien het traditioneele buffet in de kroeg, waarachter de Jordaan-moeder, waar voor de intrigeerende buurvrouw, die van een glaasje klare houdt. Wij willen genoegen ne men met de in huilbuien vervallende vrou welijke hoofdpersoon en den voor zooveel tijd verdwijnenden mannelijken hoofdpersoon, dit laatste om den anderen minnaar bij de juffrouw en den auteur bij het publiek een kans te geven. Omdat juist dit alles met zich mee brengt, datgene waarin de kunst van zoo'n stuk steekt, de Amsterdamsche volks- taaL Voor wie de kernachtige uitdrukkings wijze, den onverwoestbaren humor van het Amsterdamsche volk lief heeft, is daardoor zoo'n volksschets, hoe zwak ook van opzet een bron van amusement. En voor wie van den ongekunstelden Jordaanschen dans houdt en het ruw-sentimenteele straatlied, zooals het in het volk geboren wordt, is een schets als deze van Henvo vol genietingen. In dit opzicht is het tweede bedrijf werkelijk het beste. In zijn realisme veel genietbaar der dan het dramatische derde. De aria's van Emile van Bosch vallen te apprecieeren, het spel van Wiesje Bouwmees ter is niet slecht. Gouwe Joop wordt door Chris Laurentius goed getypeerd. Stoofie is het type „Ko" uit de opvoeringen van M:e en Ko, maar Max Michet moest minder op den souffleur spelen. De Jorda^psche moeder had iets minder deftig in haar uiterlijk kun nen zijn en mevrouw Anna Langenaken had haar niet zoo grof moeten geven in haar spraak. 'Dronken Jans, die de rol van „de Slang vervult werd zeer wel gespeeld door Cor Cremer. Leen was te grof weergegeven door Marie Smith en Blonde Trees. Anna Lemaire, die tenslotte als een deus ex machina ver schijnt, had een groot-ere rol zeker voortref felijk gespeeld. Zooals gezegd is, er is een bepaald gedeelte van het publiek, dat van dit soort tooneel- werk houdt, wie zich daartoe meent te kun nen rekenen ga deze schets zien en zal er geen spijt van hebben. CONCERT GROOTE KERK. Ten bate van den bouw van een nieuw wijklokaal en te zijner tijd een nieuwe kerk, is door de Ned. Herv. gemeente „Schoten" een bouwfonds gesticht. Ten behoeve van dat fonds zal een concert worden gegeven in de Groote Kerk op a.s. Donderdag. Aan dit concert zullen medewerken de dames Di Moorlag en Hermine PoelScholten en de heer Piet Halsema, namen welke zeer zeker een garantie zijn voor het welslagen van dit concert en een genotvollen avond voor spellen. WINTER-PROGRAMMA DER VÓLKS-UNIVERSITEIT. Het programma van de Volksuniversitei: voor Haarlem en Omstreken voor den ko menden winter dat Zaterdag verschijnt, biedt den ontwikkelden leek wederom een ruime gelegenheid tot vermeerdering zijner kennis op vrijwel elk gebied der publieke belangstelling. Het is ingedeeld als volgt: Voor de Kerstvacantie. Luistercursussen. 1. Invloed van Indische Wijsbegeerten op het Westersche denken (oa. de Theosofie) door prof. dr. G. A. van den Bergh van Eysinga te Santpoort. Te behandelen in acht avonden des Maandags in gebouw „Theoso- fia", Nassauplein 8. 2. De detective-roman: zijn letterkundige waarde en onwaarde, zijn beteekenis voor het opsporingsonderzoek; lectuur en misdaad. Letterkundig-sociale cursus te geven door dr P. H. Ritter Jr., letterkundige en mr. dr. P, Gosting, substituut-officier van justitie, bei den te Utrecht. Acht avonden op Dinsdag in „De Nijverheid", Jansstraat 85, met lichtbeel den. 3. Het Oude Testament in het Licht van onze huidige kennis der oude Voor-Aziati sche beschavingen, door prof. dr. G. J. Trierry te Leiden. Acht avonden op Woens dag met lichtbeelden in het „Remontsran- tenhuis", Wilhelminastraat 22. 4. Aardrijkskundige filmdemonstraties, door D. van Staveren te 's-Gravenhage. Zes avonden op Donderdag in de zaal der St.-Jozefsgezellenvereeniging, Jansstraat 59. 5. De ontwikkeling der Italiaansche kunst, geschetst bij het bezoeken der kunststeden, door Huib Luns te Amsterdam. Acht avon den in „Zang en Vriendschap", Jansstraat 74, des Vrijdags. 6. Hygiëne der vrouw, door mej. dr. Frida C. van Hasselt te Haarlem. Uitsluitend toe gankelijk voor vrouwen boven 18 jaar. Acht avonden, des Vrijdags, in de H. B. S. voor meisjes, Krocht. 7. Hoogtepunten van Nederlandsche poëzie door mevrouw H. Roland Holstv. d. Schalk, Bloemendaal, met declamatie door mevrouw Liesbeth Sanders—Herzberg, Amsterdam. Vier avonden des Maandags in gebouw „Theoso- fia", Nassauplein 8. Werkcursussen. 8. Cursus in de Engelsche taal door F. P. van der Voorde, Haarlem. Twaalf lessen van V/i uur en een cursus van Januari tot Paschen, in de H. B. S. Santpoorterplein, be houdens goedkeuring van B. en W. des Dins dags. 9. Grondslagen der scheikunde door ir. M. Voorzanger te Haarlem. Acht maanden, in de H. B. S. A, Zijlvest hoek Raaks des Woensdags. 10. Leescursus Vondel door mevrouw dr. J. v. d. Bergh van EysingaElias te Santpoort. Tien avonden, des Woensdags in het gebouw van den Protestantenbond, Jacobstraat. 11. Cursus in de Fransche taal volgens het Kennemer stelsel door G. van der Laan. Haarlem. 10 lessen voor en 10 na de Kerst- vacantie in het Kennemer Lyceum, des Don derdags eventueele parallelcursus des Maan- 12. Natuurkunde, over de rustende electri- citelt (electro-statica) door dr. J. J. Haak, Haarlem. Acht avonden in het Natuurkun- delokaal van het Gemeentelijk Lyceum, Zijl vest 27, Vrijdags, Voorts zullen nog lezingen gehouden wor den voor leden en introducés. De openings- en herdenkingsavond wordt gehouden Vrijdag 20 September, den dag dat de Volksuniversiteit tien jaar geleden met haar werkzaamheden aanving. De avond wordt gehouden in het gebouw van den Protestantenbond. De voorzitter van de V. U., dr. C. Spoelder zal een openingsrede houden over „Tien jaren Volksunivex-siteits- werk". dr. J. Bierens de Haan zal een feest rede uitspreken over „Het humanitaire doel". Na de pauze declamatie door den heer Frits van Dijk Belangrijk is verder, dat de Volksuniversi teit de toezegging gekregen heeft om in het begin van October eenige belangrijke Russi sche, Fransche en Nederlandsche kunstfilms te mogen vertoonen voor haar leden. De datum zal nader worden bekend gemaakt. De heer L. J. Jordaan uit Amsterdam zal de films toelichten. Dinsdag 17 December houdt de heer H. C. Verkruysen een lezing over: „De ontdekking en restauratie der tempelterreinen van Kam- bodja" met lichtbeelden en filmvertooning, in het gebouw van den Protestantenbond. Dezelfde houdt een lezing over „Japan, het land der bloemen en der geisha's". Maandag 13 Januari 1930, met lichtbeelden en film vertooning in hetzelfde gebouw. Na 1 Januari 1930 zullen o.a. de volgende cursussen op het programma voorkomen: Resten van oude schoonheid in Grieken land en het omringende Oosten, d.oor prof. W. van der Pluym, des Maandags. Paedagogische liederavonden, door Frans Vink, des Woensdags. Inlandsch vogelleven, van psycho-biolo- gisch standpunt bezien, door A. F. J. Por- tielje, des Donderdags. De strijd om een nieuwe levenshouding, door ds. A. R. de Jong te Bussum, des Vrij dags. II rinascimento Italiano, door prof. Roma no Nob. Guarneri, des Vrijdagsavonds. Een cursus over Beroepskeuze, te organi- seeren in samenwerking met de „Vereeni- ging tot Bevordering van het onderwijs in kinderverzorging en opvoeding". Dinsdag 11 Maart 1920 zal een Guido Ge- zelle-avond gehouden worden ter gelegenheid van het eeuwfeest van Guido Gezelle's ge boorte. Het woord zal gevoerd worden door den bekenden dichter René de Clercq. „PROZA EN POëZIE". HET 40-JARIG BESTAAN. Men schrijft ons: Morgen, 15 September, zal het 40 jaar ge leden zijn, dat eenige werklieden van de Cen trale Werkplaats der H. IJ. S. M., alhier, be sloten tot het oprichten van een zang- en tooneelvereeniglng. Als naam werd gekozen „Proza en Poëzie" Ofschoon de repetities in de eerste jaren geleid werden door een dilettant, den heer J. Windt, waren zij voor de toenmalige leden een groote aantrekke lijkheid. Door de groote toeneming van nieu we leden meende de heer Windt zijn dirigeer- staf te moeten overdragen aan den heer Buisma, die ook voor de tooneelafdeeling vele goede dingen tot stand wist te brengen. Als gevolg hiervan mocht de vereeniging zich spoedig verheugen in een groot getal I kunstlievende leden en donateurs (trices). In 1900 werd besloten den beroepsmusicus 1 INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per re*el Stel U de verrukking van Tom voor toen hij zijn knipoogje onmiddellijk beantwoord zag en zijn teleurstelling toen hij bemerkte dat het slechts zijn weerspiegeling in de meubelen was, die met Mansion Polish gewreven waren. is de ongeëvenaarde wrijfwas, die Meubelen en Linoleum zoo'n fijnen, diepen glans heeft Overal verkrijgbaar in groote en kleine doozen. Importeurs: N.V. Handel Maatschappij Reckitts, Rotterdam. den heer Carel Phlippeau als dirigent aan t koor te verbinden, waarna de vereeniging al spoedig een hoogeren graad van beschaving bereikte. Het gelukte den heer Phlippeau met zijn koor eenige mooie successen op wedstrij den te behalen. Ook de soiree's van Proza en Poëzie werden nu meer omvangrijker, zoodat ook deze een zeer goeden roep in Haarlem kregen. Zij muntten vooral uit door den zeer gezelligen en vriendschappelijken geest die er steeds heerschte. Nadat, wegens vertrek uit Haarlem van bovengenoemden dirigent, den heer K. H. Kerkhoff, hier in Haarlem een zeer goede be kende, de leiding van het koor werd overge dragen, ging het steeds excelsior. De kern van het koor, die bij P. en P. vrij groot is, heeft aan dezen tijd nog de prettigste herinnerin gen. Na den heer Kerkhoff trad de bekende di rigent de heer H. Pielage als leider van het koor op. Onder dezen dirigent behaalde P. en P. vele prijzen op wedstrijden en be reikte o.a. ook de le afdeeling Mannenko ren. Zooals in vele vereenigingen ging bij P. en P. ook niet steeds alles even voorspoedig, ech ter gelukte het den trouwen leden en bestuur van de vereeniging de zaken toch steeds in de goede banen te houden. Aan de vereeniginge was ook ois dirigent nog verbonden de geestige Amsterdam mer P. v. d. Rovaart, in de waxideling ge noemd „Oom Piet". Ook onder zijn leiding behaalde P. en P. zeer vele mooie successexi op concerten en wedstrijden. Nadat nog weer de heer Pielage eenigen tijd zijn scepter over het koor had gezwaaid, werd de tegenwoordi ge diligent,, de heer Jan Booda benoemd. Het bleek al zeer spoedig, dat het bestuur met deze benoeming een zeer goed besluit had genomen. De heer Booda wierp zich vol ener gie op voor de belangen van het koor en het gelukte hem na hard werken het koor op een hooger plan te brengen. De concerten onder den heer Booda gegeven kenmerkten zich door hun beschaafden klank. Nog versch in het geheugen ligt zijn mooie vertolking van „Boerenfeest". De heer Booda komt voorts de eer toe de Vereeniging in de afdeeling Uitmuntendheid Mannen koren te hebben gebracht daar nl. op den wedstrijd van onze zustervereeniging „Haar lem's Zaxxggenot" in 1928 met alg. stemmen en felicitatie der jury een le prijs en le eereprijs in de le afdeeling werden verkregen. In haar 40-jarig bestaan heeft de ver eeniging „Proza en Poëzie" zich vele vrienden weten te verwerven. Om deze in de gelegen heid te stellen de vereeniging met haar ju bileum te complimenteeren, heeft het bestuur besloten receptie te houden op Zondag 22 September a.s. van 3 tot 4 uur in gebouw „St.-Bavo", Smedestraat. Na dezen terugblik willen wij dit artikel beëindigen met te wijzen op het groote feest- concert, dat door „Proza en Poëzie" ter vie ring van haar jubileum in November a.s. zal worden gegeven. CARL FLESCH. DE KUNST VAN HET VIOOLSPEL 2de DEEL. Haarlem de Erven F. Bohn. Evenals op het gebied van kunst en lite ratuur een voortdurende evolutie plaats vindt, is dit ook het geval met het vioolspel. De eischen der vioolcomposities der laatste 50 jaren maken een geheel andere behande ling van voordracht en techniek noodzakelijk. Nu bestaat het gevaar dat hierdoor de voordracht van andere werken ernstig bena deeld zou worden, dankbaar mogen wij daar om Carl Flesch zijn dat hij in dit bovenge noemde werk. uitvoerige aanwijzingen geeft in welken stijl b.v. de vioolwerken van Bach, Mozart. Beethoven e.a. voorgedragen moe ten worden. In geen enkel opzicht wordt in dit werk beoogd een algemeene theorie van de zuiver artistieke bestanddeelen der herschepping, noch van het scheppen zelf te willen vormen. Een nieuwe behandeling van deze vraagstuk ken is overbodig door het bezit van zoovele belangrijke boeken over de aesthetiek in het algemeen en de muziek-aesthetiek in het bij zonder. Slechts die artistieke begrippen zullen in dit tweede deel aan een nader onderzoek worden onderworpen, welke met het spelen in het openbaar zoowel voor dilettanten als vakviolisten in nauw verband staan. Er bestaan drie soorten muzikale menschen: de scheppenden, die 't werk maken, de ont- vankelijken die het in zich opnemen, en de herscheppenden, zoowel dilettanten als vak musici. die de schepping van den een, toe gankelijk maken voor den ander. Wil oen speler een werk boeiend kunnen vertolken moet hij in de eerste plaats zekere 1 muzikale eigenschappen bezitten, hij moet de techniek van zijn instrument volkomen beheerschen en zelf een karakteristieke per soonlijkheid zijn, die den toehoorder belang stelling inboezemt. Dit tweede deel wordt in de volgende hoofdstukken verdeeld: I. Het algemeen mu zikale gedeelte van de voordracht van den violist. II. Het viool-technische gedeelte van de voordracht. ni. De persoonlijkheidswaarde. IV. De belemmeringen van de voordracht in het openbaar. V. De concert-literatuur. VI. Het onderwijs en een aanhangsel waarin de voornaamste vioolwerken uit verschillende tijdperken met noten voorbeelden, streken, vlngci*zettingen, voordrachtsaanwijzingen, uitvoerig behan deld worden, O.a. de geheele Chaconne van Bach tot en met een hedendaagsche viool compositie van Arthur Schnabel, voor viool alleen, zonder maatstrepen of voorteekens. Het is de eerste maal dat zulk een diepgaand werk door een allereerste rangsviolist, tevens groot paedagoog geschreven is. Carl Flesch is door zijn scherpzinnige op merkingsgave, en door zijn voortdurend ln contact zijn met de tegenwoordige groote violisten er in geslaagd ons vele tot nu toe onverklaarbare technische en muzikale moei lijkheden, te ontsluieren. Uit de vele enthousiaste beoordeel in gen van groote violisten, citeer ik de beide volgende: Das bedeutendste bisher auf dem einschliigl- gen Gebiete erschienene Werk, sollte im Besitze eincs jeden Geigers sein. Fritz Krcisler. Un veritable „Vade mecum"absolu- ment nouveau et original dans la forme com- me au fondSi le jeu du Violon est un art, e'est aussl une science, qu'on n'avait pas asscz approfondie jusqu'a vous. Eugène Ysaye. De uitgave van dit tweede deel, hetwelk met het in 1924 verschenen le deel en de in 1926 uitgekomen Toonschalen, studies, een standaardwerk voor de viool, van allerhoog ste beteekenis vormt, is door de firma de Erven F. Bohn te Haarlem met groote zorg geschied. Moge dit tweede deel evenals het 1ste zijn weg vinden, en ons violisten, hetzij dilettan ten of vakmusici, een ware bron van voort- dxxrend leven en genoegen zijn. JOH. STEENMAN. DE GEWEIGERDE MARSCH VAN JOZEF HAYDN. Toen Josef Haydn te Londen woonde, kreeg hij op zekeren dag bezoek van een scheeps kapitein. Bent u meneer Haydn, vroeg de man. Jawel. De componist? Ja. Wilt u een marsch voor mij componec- ren? Een vroolijke marsch om het scheeps volk op de lange reis een weinig te vermaken en den tijd verdrijven. Ik betaal u daar voor 500 shillings, maar morgen moet de marsch klaar zijn. Want morgen gaan we naar Calcutta. Haydn beloofde cr voor te zorgen. Toen de kapitein vertrokken was zette Haydn zich aan de piano en een kwaïtiert-je daarna had hij den marsch gecomponeerd. De nauwgezette man vond het bedrag van 500 shillings te veel voor zulk een kleinigheid. Hij gjpg des avonds vroeg naar huis en componeerde nog twee andere marschen. met de bedoeling den royalen kapitein of een keuze te laten doen of ze hem alle drie te geven. De kapitein kwam den volgenden dag op het bepaalde uur en vroeg: Waar is mijn marsch? Hier Wilt u hem even voorspelen? Haydn speelde den marsch. De kapitein be taalde dadelijk met lachend gelaat, nam de compositie en vertrok weer onmiddellijk. Te vergeefs riep Haydn hem achterna: Wacht nog even, hoor eens, ik heb nog twee andere marschen gecomponeerd, die misschien nog beter zijn dan de eerste, naar mijn meening. Kom even terug, dan zal ik ze ook even voorspelen. Ik ben met één marsch tevreden, riep de zeeman met stentorstem en ging snel heen. - U mag ze voor niemendal hebben, riep Haydn hem achterna, doch de kapitein was reeds verdwenen. Haydn was hiermede niet gerustgesteld. HIJ ging naar de beurs, infor meerde naar het schip, dat op weg was naar Calcutta, maakte een rolletje van de twee marschen en zond het met een beleefd schrij ven naar den kapitein. Korten tijd daarna kreeg hij het rolletje terug. Ongeopend Do kapitein had geweigerd het te ontvangen. Haydn was daarover zoo woest, dat hij de beide marschen verscheurde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 15