BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Het leven te midden van een kannibalenstam in Midden-Afrika. H. D. VERTELLING 7ATERDAG 21 SEPTEMBER 1929 VIJFDE BLAD Zonderlinge en barbaarsche gewoonten van de Topoken. Een vrouw gekocht met speren als betaalmiddel Door J. B. CHARLESWORTH, M.A (Oxford), den bekenden onderzoeker van Midden-Afrika De Topoken zijn een stam, die in de buurt van de Lomami wonen, de groote noordelijke zijrivier van den Congo, de Lokelen en de Turumbu's zijn hun naaste buren. Van deze drie stammen kan gezegd worden dat ze veel gelijkenis vertoonen, wat spraak en graad van beschaving, betreft. De Lokelen en de Turumbu's zijn visschers. Vroeger waren de Topoken uitsluitend jagers en bang voor wa ter, maar tegenwoordig zijn het ook visschers ofschoon niet zulke hartstochtelijke visschers als de Lokelen; deze laatsten worden dikwijls geboren in een kano. De vroxmen dragen de Makong a-blader en. De Topoken vormen physiek een fraai ras; zij zijn wat kort van beenen maar hun spie ren zijn prachtig ontwikkeld. Hun liefde voor menschenvleesch maakt hen tot zeer onaangename buren voor een zwakken stam. Tegenwoordig wordt er veel handel gedreven tusschen deze volken, maar vroeger stonden zij steeds op voet van oorlog en de vrees voor elkaar bestaat heden nog. De kano van een Lokele draagt meestal een zonnetent en is zeer goed bewoonbaar. De Topoken verdeelen het jaar in drie jaar getijden, het droge, het natte en het rupsen- seizoen; tijdens de laatste periode kan men geen werk gedaan krijgen. De bewoners gaan de wouden in, op zoek naar rupsen, waarvan zij een gerecht klaarmaken, dat lijkt op „garnaal met kerry". Een gemeenschappelijke jacht is zeer in teressant. Eerst moet de priester geraad pleegd worden en als de teekenen gunstig zijn, worden de netten uitgezet. De Lokelen, de uitnemendste visschers van den Congo, krijgen hun beste netten door ruiling van „bruids-speren" van de Topoken. De pries ter betoovert de netten; dan worden de krachten verdeeld. De eigenaars van de netten, met hun verwanten, houden de net ten vast; de anderen zijn de drijvers, ter wijl het opperhoofd de leiding van het ge heel heeft. Zoodra de netten op een goede plaats uitgezet kunnen worden, maken de drijvers een omweg en beginnen op te jagen. Alle mannen zijn gewapend met sper-en en dikwijls ook met knuppels, want in zulk een bosch zouden ze bijvoorbeeld een wild zwijn kunnen ontmoeten, dat hen zou aan vallen, en dat zij met hun speren zouden (moeten doodsteken. De regel van de jacht is, dat de voorpcoten van het dier voor den priester zijn, één poot is voor het opperhoofd en de rest voor de eigenaars van de netten, terwijl als iemand zélf een dier doodt, slechts één poot behoeft te worden afge staan voor het opperhoofd. Toch zou hij zich onpopulair maken, indien hij de rest alleen yoor zichzelf hield. Andere jacht-methoden zijn die, waarbij gebruik wordt gemaakt van valstrikken, of wel van opgehangen speren. Ik keur het jagen met vallen of valstrikken heelemaal niet goed; meer dan eens ben ik er zelf bij na in gevangen geraakt. Tegenwoordig is de regeling in handen van het opperhoofd, hoewel een systeem waarbij gejaagd wordt door versheidene dorpen tezamen, onder leiding van een ge meenschappelijk opperhoofd, meer en meer in gebruik komt. In oude tijden was er een machtig opper hoofd, genaamd Lobela, die zich ver boven de anderen wist te verheffen en zijn verwan ten aanstelde als opperhoofd van verschil lende dorpen; en tot op heden beweren alle opperhoofden rechte afstammelingen te zijn van Lobela en diens broers en zusters. Vol gens oude inwoners was hij een woest en wreed man, die ongeveer 45 vrouwen en 180 kinderen had. De wet van erfopvolging voor de opper hoofden is belangwekkendzij is van toe passing op alle eigendommen en ambten. Eerst komt in aanmerking de broeder vol gend op den overledene, dan komen de zo nen in volgorde van leeftijd, dan de zonen der broeders in volgorde van hun geboorte en die van hun vader. De benoeming van een opperhoofd wordt gevierd met een groot dansfeest. Eerst ver toont hij zich aan het volk, slaat een lang kleed om en zet een soort van „toque" van luipaardhuid op het hoofd. En dan steekt hij het bij deze plechtigheid gebruikelijke mes in den gordel. Dan kan het feest be ginnen. Nu volgen vier dagen van onafge broken lawaai, gongmuziek, dansen en feest vieren. Het eigenlijke waar hij voor zorgen moet, bestaat uit honden-, geiten-, kuiken- en ander vleesch, maar vroeger moest hij 'ook eenige slaven „leveren", Tweemaal per jaar wordt de dans gerepeteerd, hetgeen een mooi schouwspel is. Als alle boschbewoners zijn zij zeer wreed. Vroeger wilden zij waardevolle goederen voor slaven, die zij opaten en ook nu nog kan hun neiging voor menschenvleesch den dood beteekenen voor een vreemdeling, die hun land doortrekt. Tooverij vreezen zij in hooge mate en iemand, daarvan beschuldigd, wordt ge dwongen zich te onderwerpen aan de vuurproef. De priester plukt eenige kruiden in het bosch en bereidt hiervan een drank, welke de beschuldigde moet opdrinken; braakt hij kort daarop, dan is hij onschuldig, in het tegengestelde geval wordt hij dood ge slagen. Meestal weet de priester in hoeverre de beschuldigde een toovernaar is of niet en de crank wordt in overeenstemming daar mede bereid. De sexueele moraliteit staat zeer hoog. Verleiding wordt zeer zwaar gestraft. Zelfs het opperhoofd zou het niet in zijn hoofd halen een vrouw te verleiden; hij zou bij zijn thuiskomst zijn eigen vrouwen door de dorpsbewoners mishandeld vinden. Een ongehuwde vrouw, die moeder wordt, zou worden geslagen én gedwongen om den naam van haar minnaar te noemen, maar het kind zou in geen enkel opzicht worden getroffen. Topoken-moeders van meisjes die spoedig gaan trouwen, zijn zeer amusant, omdat zij de meisjes bewaken als een kat die op '11 muis loert. De gewone gang van zaken is, dat een meisje den man, die haar bevalt, aanmoedigt. De vader geeft meestal spoe dig toe. Of de bruidschat in eens wordt be taald, dan wel in termijnen, hij wordt in ieder geval niet beschouwd als een prijs, maar als een bewijs dat de echtgenoot in staat is het meisje te huwen; de familie van het meisje wordt hierdoor schadeloos ge steld voor het verlies van een waardevol lid der familie. De nevengedachte is dat, indien twee men- schen trouwen, de man zekere goederen be taalt, die een bepaalde verzekeringspolis vormen tegen zekere gebeurtenissen, en in gewoonte is zoo van twintig tot negentig speciale speren te overhandigen. Er zijn twee soorten van die speren: de lange, ge naamd Doas en een korter soort, Diunga geheeten. Waarden worden berekend in lange speren, drie korte zijn gelijk aan één lange. Tegenwoordig schijnt er een tekort aan spe ren te zijn, zoodat andere artikelen in hun plaats gebruikt worden als gangbare munt. Bij de eerste kennismaking met den stam krijgt men den indruk van 'n flink, open hartig volk, dat je aankijkt of ze werkelijk eerlijk zijn. Maar bedrog wordt door hen als een deugd beschouwd. Moord is geen mis daad jegens de maatschappij, doch meer een zaak van familie-wraak; dit leidt dik wijls tot de vreeselijkste ellende. Al is de moordenaar gedood dan gaat toch het doo- den door, tot een gelijk aantal mannen van iedere zijde is afgemaakt, hoofdzaak is echter dat de moordenaar gedood wordt. Bedrog is een deugd, tenzij het ontdekt wordt. Het gods gericht wordt toegepast op lieden, die beschuldigd worden van diefstal. De aanklager krijgt van den priester slan- gentanden, die l'.ij in de oogen van den be schuldigde steekt Dan zingt hij eenige ma len een lied, betrekking hebbende op het ge stolen voorwerp. Als detanden vallen is de man vrij, anders wordt hij schuldig ver klaard. Hun manier van handelen tegen over dieven is deze: de linkerarm wordt te gen het lichaam gebonden, de rechterhand wordt gewikkeld in met hars bestreken dra den, die aangestoken worden. Zoolang die draden branden, blijft de man gebonden. Slaven bestaan nog steeds, maar in gering aantal. Oude menschen vertelden mij, dat er vóór de blanken kwamen, zooveel slaven waren, dat men er geen raad mee wist: de Topoken voerden namelijk dikwijls oorlog. De meeste van de tegenwoordige slaven zijn nakomelingen van vroegere slaven. Opper hoofden vertelden mij, dat elk kind, geboren in het dorp, ook al zijn de ouders slaven, vrij is; in de praktijk is dit echter wel eens anders. Een slaaf heeft een eigenaardige positie; hij kan verkocht en verruild wor den; voor zijn werk krijgt hij geen loon. Het is echter de plicht van zijn meester te zor gen voor een vrouw en 'n woning; deze laat ste is net zoo gebouwd als die van een vrij man. De eigenaar zal den slaaf nooit aan iemand verhuren. Een huwelijk tusschen een vrij man en een slaaf kan niet zoo maar gesloten wor den: de man moet het meisje als slavin aan 'n ander verkoopen en dan doen of hij haar adopteert. Dan betaalt hij zelf den vollen contractsprijs voor haar als vrije vrouw, om dat zij de vormelijke tosstemming tot een huwelijk eerbiedigen. Indien een meisje den man weigert te trouwen, dien haar ouders voor haar uit kozen, wordt zij in een huis alleen opgeslo ten. zonder eten en drinken, gedurende eeni- gen tijd. Als zij hierna nog neen! zegt. wrij ven zij Spaansche peper over haar lichaam en vragen haar weder of zij den man wil trouwen. Zegt zij nog neen!, dan drukken zij Spaansche peper in haar oogen en dit mist nooit zijn effect. Een kinderloos man neemt dikwijls een slaaf als kind aan, die daardoor zijn vrijheid krijgt; hij zal echter niet erven, als er nog wettige erfgenamen zijn. Nooit zal een To- poke sterven, zonder erfgenaam. In dat ge val wordt altijd iemand als kind geadop teerd. Een minderjarige die eigendommen erft heeft- het recht zijn voogd te kiezen; dit is meestal de broer van zijn moeder. Mismaakte kinderen worden niet gedood, maar uit het feit dat ik er geen enkele zag. maakte ik op, dat zij stierven door gebre^ aan verzorging. Albino's en tweelingen van hetzelfde geslacht worden beschouwd als een geluk. Als een vrouw kinderloos sterft, geeft zij haar echtgenoot het recht zijn con tract-geld terug te nemen. Als na een rede lijken tijd een vrouw haar man geen kind schenkt, heeft hij het recht ha3r naar haar familie terug te zenden, die dan uit haar kring hem een andere vrouw moet- geven. Als de kinderen nog heel jong zijn, krij gen zij met een mes sneden in het gelaat. Deze sneden zijn ongeveer een halven cen timeter lang, ovaalvormig en een kwart centimeter breed. De dorpskinderen, die naakt rondloopen, zijn de gelukkigste we zens ter wereld; ze doen niets dan spelen. Als de jongens wat ouder zijn, worden ze wetenschappelijker in hun spel en maken zelf tollen. Ook spelen twee elftallen tegen elkaar; elke groep gaat naar een tegenovergesteld eind van het dorp; bij dit spel wordt ge bruik gemaakt van puntige stokken. Zij gaan hier verbazend handig mee om en worden zoo goed getraind voor later, als ze moeten jagen. Soms spelen de grooten met de jongens mede, om hun vechten te leeren, waarbij ze een schild hanteeren met een speer van ge woon hout voorzien van een rubber punt. Na twee treffers is de persoon in kwestie „af". Tegen den puberteits-leeftijd worden ze bij de oudere mannen gebracht om onder richt te worden; meer insnijdingen worden op het gelaat gemaakt, de tanden worden puntig gemaakt-, hetgeen hen maakt tot le den van den stam. Dan krijgen ze ook na men, die ze verder hun geheele leven blij ven dragen. Sommige mannen worden over het geheele lichaam gexerfd in de zonderlingste pa tronen; zij worden door de anderen zeer bewonderd. Een gewoon Topoken-dorp bestaat uit twee evenwijdig loopend rijen rechthoekige huizen, met een groote gong-hut in het midden. De rieten daken worden bedekt met bla deren en verlengd, zoodat ze een veranda vormen over de muren. Sommige bladeren dienen 0111 den regen, andere om de zon te weren. Het is de plicht van iederen n h^js 1 wonen man is de kleeding een heel eenvou dige zaak; voor de vrouwen nóg eenvoudiger. Vele vrouwen hebben dikwijls heel mooie figuren op het lichaam gesneden; en zoolang zij deze gewoonte niet opgeven, zullen ze er niet toe te bewegen zijn meer kleeren te dragen, daar de figuren dan natuurlijk niet meer te zien zouden zijn. Het hoofdhaar wordt beschouwd als ver siering. Het vaderschap wordt zeer gewaardeerd en de vader van veel kinderen staat hoog in aanzien; naar zijn adviezen wordt geluisterd en meestal zit hij in de vergadering van ouderen en geeft het opperhoofd raad. Zij hebben een wonderlijk idee van lichaam en ziel. Het lichaam is onbewegelijk als wij slapen, zeggen ze, maar de ziel maakt rei zen, net als in onze droomen. Als de dood intreedt sterft het lichaam, maar de ziel gaat ergens anders heen, waar ze van -vorm verandert en tot de wereld terugkeert on der den naam van „dedilla", hetgeen een bron van inkomsten vormt voor den dorps- „nganga", de eenige persoon die in staat is de „dedilla" rustig te houden. Zij handelen zeer verstandig ten opzichte van begrafenissen, die zeer spoedig plaats hebben, behalve bij een opperhoofd, voor wien een gong wordt geluid, die tegen de schemering en in den nacht gemakkelijk 20 mijlen ver te hooren is, hoewel het slechts een uitgeholde stam is van hard hout, die twee verschillende tonen doet hooren. Met deze gong kunnen zij zeer ingewikkelde me- dedeelingen doen. Ik geloof dat het regel is dat de meest ge liefde vrouw van het opperhoofd bij diens begrafenis zelfmoord pleegt. Zelfmoord is vrij algemeen, doch wordt afgekeurd. Er wordt om een overleden opperhoofd veel ge vast en gerouwd. Op sommige graven buiten een dorp aan de westelijke grens vond ik drie beelden, die menschen voorstelden, mooi opgetooid en ondergebracht in hutten van klei. Eerst wa ren de bewoners woedend, toen ik vroeg wie die beelden voorstelden; later vernam ik dat het familieleden waren van het opperlioofa. Daar er een breed pad achter de beelden was, had ik het idee dat ze gebruikt werden voor geheime eerediensten. De Topoken hebben drie soorten van hoofd- yoedsel: cassave, maïs en pisang. Hun markten worden om de drie of vier dagen gehouden; tot zoolang reikt het dage lij ksch brood. Het vleesch wordt gegeten van allerlei dieren, behalve den luipaard; deze is heilig, omdat verondersteld wordt dat hij den geest bezit van overleden opperhoofden. Ook apen en vogels worden gegeten. Voor vrouwen is het eten van hondenvlccsch ver boden, evenals dat van kuikens en eenderi. Al het eten voor mannen cn vrouwen wordt tegelijk gekookt; de mannen worden eerst bediend, de vrouwen krijgen ac rest. „Maar vrouwen eten den ganschen dag. vooral als zc aan het koken zijn!" zoo vertelde men mij. Nu er niet meer gevochten en minder ge jaagd wordt, houden ae mannen zich bezig met het maken van matten en manden; ook zijn heele families smeden. Deze smeden zijn bijzonder handig met zeer primitieve werk tuigen; zij kunnen wondermooie messen en speerpunten vervaardigen. Zij rooken nog steeds hennep, hetgeen ze jaren vóór de tabak ontdekt was, al deden. Tabak wordt gerookt in een gewone pijp of er wordt snuif van gemaakt. Rooken noemen zij „drinken uit een pijp". Het beklimmen van een palmolicboom door een inboorling. De landstreek, die ze bewonen, is niet ge zond; malaria komt veel voor, evenals keel- en longaandoeningen. Slaapziekte komt al leen voor in de dorpen aan de rivier gelegen. Toover-dokters verklaren er een geneesmid del voor te kennen. De dorp~-toovenaars zijn bekwame kruidkundigen, maar zóó duur, dat de bewoners liever naar de „wijze oude vrou wen" gaan. Zeer weinig inboorlingen hebben eenig idee van God, alleen dat hij in betrekking staat tot de toovenarij der blanken. Hun eenige vereering gaat uit naar hun voorvaderen, voor zoover ik kon ontdekken. De Topoken kennen slechts twee sten-en- beelden, n.l. de Pleiaden, door hen genaamd de zeven vrouwen, en Sirius; maar dit laat ste weet ik niet zeker. Zij berekenen hun jaar naar het rupsen jaargetijde in Juli. De komst van de Pleiaden is voor hen het teeken om hout te gaan kap pen. Met betrekking tot Venus hebben zij een eigenaardig idee; daar het de morgen ster is voor de westelijke Topoken, is zij be kend als de vrouw van de maan, en in het Oosten geldt ze als de bemiddelaarster met de zon voor het goede en met de maan voor het kwade. (Nadruk verboden) EEN „BABY" IN DEN LONDEN- SCHEN DIERENTUIN. Er is op het oogenblik in den Londenschen Dierentuin een „baby", die het hart van el- ken bezoeker steelt. Hij is vijftien maanden oud, weegt 23 pond en houdt van levertraan. Deze model-baby is een klein nijlpaard, gevonden door den heer Fenton aan de Sierra Leonekust en door hem ten geschenke gege ven aan den Londenschen Dierentuin. Hij arriveerde in den Dierentuin in een houten doos en gewikkeld in rood flanel en werd onmiddellijk aan de goede zorgen van een bepaalden bewaker toevertrouwd, die hem sinds dien voortdurend heeft verzorgd. en bedorven. Niet alleen heeft deze bewaker hem iederen morgen gewasschen tot hij oud genoeg was om te zwemmen, maar hij zorgde ook voor zijn voeding, maakte een studie van hetgeen het bete voor „baby" was cn deed alles om hem voorspoedig tc doen opgroeien. De baby kreeg iedere drie uur zijn fleschje en daarin was een mengsel van melk, lever traan, mout en eieren, te zamen de hoeveel heid van ruim een liter. James zoo heet de baby is er wél bij gevaren. Hij krijgt nu drie maaltijden per dag; elke maaltijd bestaat, uit een kwart pond levertraan, tien kan melk cn drie rauwe eieren. VROUWEN! (London Opinion^ De katten van den dommenie. door WILLY VAN DER TAK. De dominee was jong en ervaren. Hij had een vrouw, geen kinderen cn twee katten, en de vrouw regeerde den dominee, maar de twee katten regeerden zoowel den dominee als des dominees vrouw. Als zij haar melk niet op tijd kregen, dronken ze uit wraak de heele melkkan leeg. en als zij niet van t» voren de kalfsoesters hadden mogen proeven, sprongen zc op tafel cn veroverden van elk bord een kalfsoester, die zij onbereikbaar hoog op het dak. miauwend van diabolisch genoegen, verorberden, terwijl dominee ze beneden ernstig vermanend stond toe te spreken. Maar van zijn vrouw kregen ze ge woonlijk later een paar flinke tikken, en het is dus geen wonder,dat zij de vermaning boven de tikken, en daarmee den dominee boven zijn vrouw verkozen. Zij staken haar voorliefde niet onder stoe len of banken en gaven er op zoo duidelijke wijze uiting aan dat de domineesvrouw de oneerlijke concurrentie soms te machtig werd, en zij van wegdoen sprak. Maar daar wilde de dominee nooit van hooren. En de poesen werden steeds brutaler, waschten elkaar schoon op domince's knie. speelden met zün pantoffels, klommen omhoog langs zijn Broekspijpen en gingen met hem uit wande len In het dorp heetten ze Minet en Mies vari den dominee en zij .verleenden zijn weinig schilderachtige figuur dat cachet van bijzonderheid, dat dorpelingen altijd zeer waardeeren in hun zielcherders cn burger vaders. Toen werd de dominee beroepen naar een grooter dorp en hij nam het beroep aan, voornamelijk vanwege het feit dat de kerk naast de pastorie lag in plaats van twintig minuten loopen ervan af. Hij verdween dus uit zijn eerste stand plaats met vrouw en katten cn van hen allen werden de katten het meest gemist, omdat later bleek dat de nieuwe dominee zes recalcitrante kinderen had. Op den morgen waarop de vertrokken do minee zijn nieuwe goê gemeente voor het eerst toe zou spreken besteedde hij extra veel zorg aan zijn das, en zijn vrouw trok haar nieuwe zomermantel aan, hoewel de kerk naast de deur was, en liet het nieuwe dienstmeisje achter met vele instructies voor de lunch, waaraan de dominee 11a zijn debuut ae kerkeraarisleden zou verzamelen. Het was een warme zomerdag en de kerk was niet groot en vol, dus do koster liet de deuren open staan en zette zich slaperig in de achterste bank. Dominee preekte. I-Iij voelde, dat het van het uiterste belang was, dat hij dezen eersten keer diepen indruk op zijn gemeente maakte, cn hij legde den ganschen inhoud van zijn met goede bedoelingen boordevolle ziel open cn sprak zoo mceslcepcnd als hij sinds lang niet gedaan had. Bij den ingang verschenen fluweelzacht twee kleine schaduwen, de één grijs en de andere gitzwart, en zetten zich wijsgccrlg tot luisteren. Het waren Mies en Minet. Toen de dominee ze in het oog kreeg, heele maal aan het einde van het lange middenpad, sloeg de schrik hem om het hart. maar hij dwong zijn afdwalende aandacht weer in het gareel en sprak voort. Minet hief haar pootje op cn begon zich te wasschen. Mies keek geërgerd toe, stond op en rekte zich uit. De koster sliep. De domi nee trilde. Minet keek op van haar bezig heid, stond ook op en rekte zich uit. Des domlnec's hart neep Ineen van vrees. En samen, kalm cn waardig, op de zachte eelt- ballen van hun pootjes, de staarten achter zich aan slepend, de kopjes aandachtig luisterend opgeheven, wandelden zij langs het pad naar den preekstoel toe. Niemand merkte het paar op behalve de dominee, die onder het preeken door de af grijselijkste visioenen kreeg. Stel Je voor, dat zc tegen mijn beenen opklimmen! Stel Je voor dat zc op mijn preek gaan zitten! En als Mies het in haar hoofd haalt om met mijn schoen to willen spelen! Ik hou dat gekriebel aan mijn voeten niet uit! Steeds verder schreden Mies en Minet, on hoorbaar, zonder overhaasting. In de kerk kuchte iemand. Dominee hakkelde en keek schichtig. Niemand had iets gezien. Dc poesen wandelden door. Wat zouden ze doen? Wat zouden ze in den zin hebben? Het angstzweet brak den domi nee uit. Nog drie meter en steeds verder gingen ze steeds verder Toen en een zucht van oneindige ver lichting een dankbaarheid ontsnapte den dominee gingen ze zitten, tegelijkertijd, vlak naast elkaar, een meter voor den preek stoel. en keken hem aan, en luisterden, de groene oogen vol aandacht. Des domince's verdere preek was als een jubel van dankbaarheid cn zijn toehoorders luisterden met stralende oogen en gingen naar huis toe in een stemming van opperste voldoening over het mooie weer, den komen den oogst en den nieuwen dominee. Mies en Minet van den dominee zijn zeer geiiefd in het dorp en verscheidene malen in het jaar ontsnappen ze des Zondags ochtends om vol aandacht naar de preek te komen luisteren, vlak naast elkaar, op een meter voor den preekstoel. En den góeden," maar niet zeer schilderachtigen dominee heeft deze gewoonte op landelijke wijze be roemd gemaakt. Nadruk verboden). EEN SCHIP VOOR 'T HEELAL'. Prof. Obcrth, de bekende onderzoeker die don laatsten tijd van zich deed spreken door zijn plannen om 't wereldruim met een raket •te doorboren, verklaarde, dat hij met den bouw van zijn eerste raket zoo goed als ge reed is. Hij stelt zich voor binnen drie we ken den start te doen plaats vinden, cn wel aan dc kust dor Noord- of der Oostzee. De raket heeft een lengte van 10 M. en een doorsnee van 50 c.M,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 15