BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Het leven te midden van een
kannibalenstam in Midden-Afrika.
H. D. VERTELLING
7ATERDAG 21 SEPTEMBER 1929
VIJFDE BLAD
Zonderlinge en barbaarsche gewoonten van de Topoken.
Een vrouw gekocht met speren
als betaalmiddel
Door J. B. CHARLESWORTH, M.A
(Oxford), den bekenden onderzoeker
van Midden-Afrika
De Topoken zijn een stam, die in de buurt
van de Lomami wonen, de groote noordelijke
zijrivier van den Congo, de Lokelen en de
Turumbu's zijn hun naaste buren. Van deze
drie stammen kan gezegd worden dat ze veel
gelijkenis vertoonen, wat spraak en graad
van beschaving, betreft. De Lokelen en de
Turumbu's zijn visschers. Vroeger waren de
Topoken uitsluitend jagers en bang voor wa
ter, maar tegenwoordig zijn het ook visschers
ofschoon niet zulke hartstochtelijke visschers
als de Lokelen; deze laatsten worden dikwijls
geboren in een kano.
De vroxmen dragen de Makong a-blader en.
De Topoken vormen physiek een fraai ras;
zij zijn wat kort van beenen maar hun spie
ren zijn prachtig ontwikkeld. Hun liefde
voor menschenvleesch maakt hen tot zeer
onaangename buren voor een zwakken stam.
Tegenwoordig wordt er veel handel gedreven
tusschen deze volken, maar vroeger stonden
zij steeds op voet van oorlog en de vrees voor
elkaar bestaat heden nog.
De kano van een Lokele draagt meestal
een zonnetent en is zeer goed bewoonbaar.
De Topoken verdeelen het jaar in drie jaar
getijden, het droge, het natte en het rupsen-
seizoen; tijdens de laatste periode kan men
geen werk gedaan krijgen. De bewoners
gaan de wouden in, op zoek naar rupsen,
waarvan zij een gerecht klaarmaken, dat
lijkt op „garnaal met kerry".
Een gemeenschappelijke jacht is zeer in
teressant. Eerst moet de priester geraad
pleegd worden en als de teekenen gunstig
zijn, worden de netten uitgezet. De Lokelen,
de uitnemendste visschers van den Congo,
krijgen hun beste netten door ruiling van
„bruids-speren" van de Topoken. De pries
ter betoovert de netten; dan worden de
krachten verdeeld. De eigenaars van de
netten, met hun verwanten, houden de net
ten vast; de anderen zijn de drijvers, ter
wijl het opperhoofd de leiding van het ge
heel heeft. Zoodra de netten op een goede
plaats uitgezet kunnen worden, maken de
drijvers een omweg en beginnen op te jagen.
Alle mannen zijn gewapend met sper-en
en dikwijls ook met knuppels, want in zulk
een bosch zouden ze bijvoorbeeld een wild
zwijn kunnen ontmoeten, dat hen zou aan
vallen, en dat zij met hun speren zouden
(moeten doodsteken. De regel van de jacht
is, dat de voorpcoten van het dier voor den
priester zijn, één poot is voor het opperhoofd
en de rest voor de eigenaars van de netten,
terwijl als iemand zélf een dier doodt,
slechts één poot behoeft te worden afge
staan voor het opperhoofd. Toch zou hij zich
onpopulair maken, indien hij de rest alleen
yoor zichzelf hield.
Andere jacht-methoden zijn die, waarbij
gebruik wordt gemaakt van valstrikken, of
wel van opgehangen speren. Ik keur het
jagen met vallen of valstrikken heelemaal
niet goed; meer dan eens ben ik er zelf bij
na in gevangen geraakt.
Tegenwoordig is de regeling in handen
van het opperhoofd, hoewel een systeem
waarbij gejaagd wordt door versheidene
dorpen tezamen, onder leiding van een ge
meenschappelijk opperhoofd, meer en meer
in gebruik komt.
In oude tijden was er een machtig opper
hoofd, genaamd Lobela, die zich ver boven
de anderen wist te verheffen en zijn verwan
ten aanstelde als opperhoofd van verschil
lende dorpen; en tot op heden beweren alle
opperhoofden rechte afstammelingen te zijn
van Lobela en diens broers en zusters. Vol
gens oude inwoners was hij een woest en
wreed man, die ongeveer 45 vrouwen en 180
kinderen had.
De wet van erfopvolging voor de opper
hoofden is belangwekkendzij is van toe
passing op alle eigendommen en ambten.
Eerst komt in aanmerking de broeder vol
gend op den overledene, dan komen de zo
nen in volgorde van leeftijd, dan de zonen
der broeders in volgorde van hun geboorte
en die van hun vader.
De benoeming van een opperhoofd wordt
gevierd met een groot dansfeest. Eerst ver
toont hij zich aan het volk, slaat een lang
kleed om en zet een soort van „toque" van
luipaardhuid op het hoofd. En dan steekt
hij het bij deze plechtigheid gebruikelijke
mes in den gordel. Dan kan het feest be
ginnen. Nu volgen vier dagen van onafge
broken lawaai, gongmuziek, dansen en feest
vieren. Het eigenlijke waar hij voor zorgen
moet, bestaat uit honden-, geiten-, kuiken-
en ander vleesch, maar vroeger moest hij
'ook eenige slaven „leveren", Tweemaal per
jaar wordt de dans gerepeteerd, hetgeen een
mooi schouwspel is.
Als alle boschbewoners zijn zij zeer
wreed.
Vroeger wilden zij waardevolle goederen
voor slaven, die zij opaten en ook nu nog
kan hun neiging voor menschenvleesch den
dood beteekenen voor een vreemdeling, die
hun land doortrekt.
Tooverij vreezen zij in hooge mate en
iemand, daarvan beschuldigd, wordt ge
dwongen zich te onderwerpen aan de
vuurproef.
De priester plukt eenige kruiden in het
bosch en bereidt hiervan een drank, welke
de beschuldigde moet opdrinken; braakt hij
kort daarop, dan is hij onschuldig, in het
tegengestelde geval wordt hij dood ge
slagen. Meestal weet de priester in hoeverre
de beschuldigde een toovernaar is of niet en
de crank wordt in overeenstemming daar
mede bereid.
De sexueele moraliteit staat zeer hoog.
Verleiding wordt zeer zwaar gestraft. Zelfs
het opperhoofd zou het niet in zijn hoofd
halen een vrouw te verleiden; hij zou bij
zijn thuiskomst zijn eigen vrouwen door de
dorpsbewoners mishandeld vinden.
Een ongehuwde vrouw, die moeder wordt,
zou worden geslagen én gedwongen om den
naam van haar minnaar te noemen, maar
het kind zou in geen enkel opzicht worden
getroffen.
Topoken-moeders van meisjes die spoedig
gaan trouwen, zijn zeer amusant, omdat zij
de meisjes bewaken als een kat die op '11
muis loert. De gewone gang van zaken is,
dat een meisje den man, die haar bevalt,
aanmoedigt. De vader geeft meestal spoe
dig toe. Of de bruidschat in eens wordt be
taald, dan wel in termijnen, hij wordt in
ieder geval niet beschouwd als een prijs,
maar als een bewijs dat de echtgenoot in
staat is het meisje te huwen; de familie van
het meisje wordt hierdoor schadeloos ge
steld voor het verlies van een waardevol lid
der familie.
De nevengedachte is dat, indien twee men-
schen trouwen, de man zekere goederen be
taalt, die een bepaalde verzekeringspolis
vormen tegen zekere gebeurtenissen, en in
gewoonte is zoo van twintig tot negentig
speciale speren te overhandigen. Er zijn
twee soorten van die speren: de lange, ge
naamd Doas en een korter soort, Diunga
geheeten. Waarden worden berekend in lange
speren, drie korte zijn gelijk aan één lange.
Tegenwoordig schijnt er een tekort aan spe
ren te zijn, zoodat andere artikelen in hun
plaats gebruikt worden als gangbare munt.
Bij de eerste kennismaking met den stam
krijgt men den indruk van 'n flink, open
hartig volk, dat je aankijkt of ze werkelijk
eerlijk zijn. Maar bedrog wordt door hen als
een deugd beschouwd. Moord is geen mis
daad jegens de maatschappij, doch meer
een zaak van familie-wraak; dit leidt dik
wijls tot de vreeselijkste ellende. Al is de
moordenaar gedood dan gaat toch het doo-
den door, tot een gelijk aantal mannen van
iedere zijde is afgemaakt, hoofdzaak is
echter dat de moordenaar gedood wordt.
Bedrog is een deugd, tenzij het ontdekt
wordt. Het gods gericht wordt toegepast op
lieden, die beschuldigd worden van diefstal.
De aanklager krijgt van den priester slan-
gentanden, die l'.ij in de oogen van den be
schuldigde steekt Dan zingt hij eenige ma
len een lied, betrekking hebbende op het ge
stolen voorwerp. Als detanden vallen is de
man vrij, anders wordt hij schuldig ver
klaard. Hun manier van handelen tegen
over dieven is deze: de linkerarm wordt te
gen het lichaam gebonden, de rechterhand
wordt gewikkeld in met hars bestreken dra
den, die aangestoken worden. Zoolang die
draden branden, blijft de man gebonden.
Slaven bestaan nog steeds, maar in gering
aantal. Oude menschen vertelden mij, dat er
vóór de blanken kwamen, zooveel slaven
waren, dat men er geen raad mee wist: de
Topoken voerden namelijk dikwijls oorlog.
De meeste van de tegenwoordige slaven zijn
nakomelingen van vroegere slaven. Opper
hoofden vertelden mij, dat elk kind, geboren
in het dorp, ook al zijn de ouders slaven,
vrij is; in de praktijk is dit echter wel eens
anders. Een slaaf heeft een eigenaardige
positie; hij kan verkocht en verruild wor
den; voor zijn werk krijgt hij geen loon. Het
is echter de plicht van zijn meester te zor
gen voor een vrouw en 'n woning; deze laat
ste is net zoo gebouwd als die van een vrij
man. De eigenaar zal den slaaf nooit aan
iemand verhuren.
Een huwelijk tusschen een vrij man en
een slaaf kan niet zoo maar gesloten wor
den: de man moet het meisje als slavin aan
'n ander verkoopen en dan doen of hij haar
adopteert. Dan betaalt hij zelf den vollen
contractsprijs voor haar als vrije vrouw, om
dat zij de vormelijke tosstemming tot een
huwelijk eerbiedigen.
Indien een meisje den man weigert te
trouwen, dien haar ouders voor haar uit
kozen, wordt zij in een huis alleen opgeslo
ten. zonder eten en drinken, gedurende eeni-
gen tijd. Als zij hierna nog neen! zegt. wrij
ven zij Spaansche peper over haar lichaam
en vragen haar weder of zij den man wil
trouwen. Zegt zij nog neen!, dan drukken
zij Spaansche peper in haar oogen en dit
mist nooit zijn effect.
Een kinderloos man neemt dikwijls een
slaaf als kind aan, die daardoor zijn vrijheid
krijgt; hij zal echter niet erven, als er nog
wettige erfgenamen zijn. Nooit zal een To-
poke sterven, zonder erfgenaam. In dat ge
val wordt altijd iemand als kind geadop
teerd. Een minderjarige die eigendommen
erft heeft- het recht zijn voogd te kiezen;
dit is meestal de broer van zijn moeder.
Mismaakte kinderen worden niet gedood,
maar uit het feit dat ik er geen enkele zag.
maakte ik op, dat zij stierven door gebre^
aan verzorging. Albino's en tweelingen van
hetzelfde geslacht worden beschouwd als een
geluk. Als een vrouw kinderloos sterft,
geeft zij haar echtgenoot het recht zijn con
tract-geld terug te nemen. Als na een rede
lijken tijd een vrouw haar man geen kind
schenkt, heeft hij het recht ha3r naar haar
familie terug te zenden, die dan uit haar
kring hem een andere vrouw moet- geven.
Als de kinderen nog heel jong zijn, krij
gen zij met een mes sneden in het gelaat.
Deze sneden zijn ongeveer een halven cen
timeter lang, ovaalvormig en een kwart
centimeter breed. De dorpskinderen, die
naakt rondloopen, zijn de gelukkigste we
zens ter wereld; ze doen niets dan spelen.
Als de jongens wat ouder zijn, worden ze
wetenschappelijker in hun spel en maken
zelf tollen.
Ook spelen twee elftallen tegen elkaar;
elke groep gaat naar een tegenovergesteld
eind van het dorp; bij dit spel wordt ge
bruik gemaakt van puntige stokken. Zij
gaan hier verbazend handig mee om en
worden zoo goed getraind voor later, als ze
moeten jagen.
Soms spelen de grooten met de jongens
mede, om hun vechten te leeren, waarbij ze
een schild hanteeren met een speer van ge
woon hout voorzien van een rubber punt.
Na twee treffers is de persoon in kwestie „af".
Tegen den puberteits-leeftijd worden ze
bij de oudere mannen gebracht om onder
richt te worden; meer insnijdingen worden
op het gelaat gemaakt, de tanden worden
puntig gemaakt-, hetgeen hen maakt tot le
den van den stam. Dan krijgen ze ook na
men, die ze verder hun geheele leven blij
ven dragen.
Sommige mannen worden over het geheele
lichaam gexerfd in de zonderlingste pa
tronen; zij worden door de anderen zeer
bewonderd.
Een gewoon Topoken-dorp bestaat uit
twee evenwijdig loopend rijen rechthoekige
huizen, met een groote gong-hut in het
midden.
De rieten daken worden bedekt met bla
deren en verlengd, zoodat ze een veranda
vormen over de muren. Sommige bladeren
dienen 0111 den regen, andere om de zon te
weren. Het is de plicht van iederen
n h^js 1
wonen man is de kleeding een heel eenvou
dige zaak; voor de vrouwen nóg eenvoudiger.
Vele vrouwen hebben dikwijls heel mooie
figuren op het lichaam gesneden; en zoolang
zij deze gewoonte niet opgeven, zullen ze er
niet toe te bewegen zijn meer kleeren te
dragen, daar de figuren dan natuurlijk niet
meer te zien zouden zijn.
Het hoofdhaar wordt beschouwd als ver
siering.
Het vaderschap wordt zeer gewaardeerd en
de vader van veel kinderen staat hoog in
aanzien; naar zijn adviezen wordt geluisterd
en meestal zit hij in de vergadering van
ouderen en geeft het opperhoofd raad.
Zij hebben een wonderlijk idee van lichaam
en ziel. Het lichaam is onbewegelijk als wij
slapen, zeggen ze, maar de ziel maakt rei
zen, net als in onze droomen. Als de dood
intreedt sterft het lichaam, maar de ziel
gaat ergens anders heen, waar ze van -vorm
verandert en tot de wereld terugkeert on
der den naam van „dedilla", hetgeen een
bron van inkomsten vormt voor den dorps-
„nganga", de eenige persoon die in staat is
de „dedilla" rustig te houden.
Zij handelen zeer verstandig ten opzichte
van begrafenissen, die zeer spoedig plaats
hebben, behalve bij een opperhoofd, voor
wien een gong wordt geluid, die tegen de
schemering en in den nacht gemakkelijk 20
mijlen ver te hooren is, hoewel het slechts
een uitgeholde stam is van hard hout, die
twee verschillende tonen doet hooren. Met
deze gong kunnen zij zeer ingewikkelde me-
dedeelingen doen.
Ik geloof dat het regel is dat de meest ge
liefde vrouw van het opperhoofd bij diens
begrafenis zelfmoord pleegt. Zelfmoord is
vrij algemeen, doch wordt afgekeurd. Er
wordt om een overleden opperhoofd veel ge
vast en gerouwd.
Op sommige graven buiten een dorp aan
de westelijke grens vond ik drie beelden, die
menschen voorstelden, mooi opgetooid en
ondergebracht in hutten van klei. Eerst wa
ren de bewoners woedend, toen ik vroeg wie
die beelden voorstelden; later vernam ik dat
het familieleden waren van het opperlioofa.
Daar er een breed pad achter de beelden
was, had ik het idee dat ze gebruikt werden
voor geheime eerediensten.
De Topoken hebben drie soorten van hoofd-
yoedsel: cassave, maïs en pisang.
Hun markten worden om de drie of vier
dagen gehouden; tot zoolang reikt het dage
lij ksch brood. Het vleesch wordt gegeten van
allerlei dieren, behalve den luipaard; deze is
heilig, omdat verondersteld wordt dat hij
den geest bezit van overleden opperhoofden.
Ook apen en vogels worden gegeten. Voor
vrouwen is het eten van hondenvlccsch ver
boden, evenals dat van kuikens en eenderi.
Al het eten voor mannen cn vrouwen wordt
tegelijk gekookt; de mannen worden eerst
bediend, de vrouwen krijgen ac rest. „Maar
vrouwen eten den ganschen dag. vooral als
zc aan het koken zijn!" zoo vertelde men mij.
Nu er niet meer gevochten en minder ge
jaagd wordt, houden ae mannen zich bezig
met het maken van matten en manden; ook
zijn heele families smeden. Deze smeden zijn
bijzonder handig met zeer primitieve werk
tuigen; zij kunnen wondermooie messen en
speerpunten vervaardigen. Zij rooken nog
steeds hennep, hetgeen ze jaren vóór de
tabak ontdekt was, al deden. Tabak wordt
gerookt in een gewone pijp of er wordt snuif
van gemaakt. Rooken noemen zij „drinken
uit een pijp".
Het beklimmen van een palmolicboom door
een inboorling.
De landstreek, die ze bewonen, is niet ge
zond; malaria komt veel voor, evenals keel-
en longaandoeningen. Slaapziekte komt al
leen voor in de dorpen aan de rivier gelegen.
Toover-dokters verklaren er een geneesmid
del voor te kennen. De dorp~-toovenaars zijn
bekwame kruidkundigen, maar zóó duur, dat
de bewoners liever naar de „wijze oude vrou
wen" gaan.
Zeer weinig inboorlingen hebben eenig idee
van God, alleen dat hij in betrekking staat
tot de toovenarij der blanken. Hun eenige
vereering gaat uit naar hun voorvaderen,
voor zoover ik kon ontdekken.
De Topoken kennen slechts twee sten-en-
beelden, n.l. de Pleiaden, door hen genaamd
de zeven vrouwen, en Sirius; maar dit laat
ste weet ik niet zeker.
Zij berekenen hun jaar naar het rupsen
jaargetijde in Juli. De komst van de Pleiaden
is voor hen het teeken om hout te gaan kap
pen. Met betrekking tot Venus hebben zij
een eigenaardig idee; daar het de morgen
ster is voor de westelijke Topoken, is zij be
kend als de vrouw van de maan, en in het
Oosten geldt ze als de bemiddelaarster met
de zon voor het goede en met de maan voor
het kwade.
(Nadruk verboden)
EEN „BABY" IN DEN LONDEN-
SCHEN DIERENTUIN.
Er is op het oogenblik in den Londenschen
Dierentuin een „baby", die het hart van el-
ken bezoeker steelt. Hij is vijftien maanden
oud, weegt 23 pond en houdt van levertraan.
Deze model-baby is een klein nijlpaard,
gevonden door den heer Fenton aan de Sierra
Leonekust en door hem ten geschenke gege
ven aan den Londenschen Dierentuin.
Hij arriveerde in den Dierentuin in een
houten doos en gewikkeld in rood flanel en
werd onmiddellijk aan de goede zorgen van
een bepaalden bewaker toevertrouwd, die
hem sinds dien voortdurend heeft verzorgd.
en bedorven. Niet alleen heeft deze bewaker
hem iederen morgen gewasschen tot hij oud
genoeg was om te zwemmen, maar hij zorgde
ook voor zijn voeding, maakte een studie van
hetgeen het bete voor „baby" was cn deed
alles om hem voorspoedig tc doen opgroeien.
De baby kreeg iedere drie uur zijn fleschje
en daarin was een mengsel van melk, lever
traan, mout en eieren, te zamen de hoeveel
heid van ruim een liter.
James zoo heet de baby is er wél bij
gevaren. Hij krijgt nu drie maaltijden per
dag; elke maaltijd bestaat, uit een kwart
pond levertraan, tien kan melk cn drie rauwe
eieren.
VROUWEN!
(London Opinion^
De katten van den dommenie.
door WILLY VAN DER TAK.
De dominee was jong en ervaren. Hij had
een vrouw, geen kinderen cn twee katten, en
de vrouw regeerde den dominee, maar de
twee katten regeerden zoowel den dominee
als des dominees vrouw. Als zij haar melk
niet op tijd kregen, dronken ze uit wraak de
heele melkkan leeg. en als zij niet van t»
voren de kalfsoesters hadden mogen proeven,
sprongen zc op tafel cn veroverden van elk
bord een kalfsoester, die zij onbereikbaar
hoog op het dak. miauwend van diabolisch
genoegen, verorberden, terwijl dominee ze
beneden ernstig vermanend stond toe te
spreken. Maar van zijn vrouw kregen ze ge
woonlijk later een paar flinke tikken, en het
is dus geen wonder,dat zij de vermaning
boven de tikken, en daarmee den dominee
boven zijn vrouw verkozen.
Zij staken haar voorliefde niet onder stoe
len of banken en gaven er op zoo duidelijke
wijze uiting aan dat de domineesvrouw de
oneerlijke concurrentie soms te machtig werd,
en zij van wegdoen sprak. Maar daar wilde
de dominee nooit van hooren. En de poesen
werden steeds brutaler, waschten elkaar
schoon op domince's knie. speelden met zün
pantoffels, klommen omhoog langs zijn
Broekspijpen en gingen met hem uit wande
len In het dorp heetten ze Minet en Mies
vari den dominee en zij .verleenden zijn
weinig schilderachtige figuur dat cachet van
bijzonderheid, dat dorpelingen altijd zeer
waardeeren in hun zielcherders cn burger
vaders.
Toen werd de dominee beroepen naar een
grooter dorp en hij nam het beroep aan,
voornamelijk vanwege het feit dat de kerk
naast de pastorie lag in plaats van twintig
minuten loopen ervan af.
Hij verdween dus uit zijn eerste stand
plaats met vrouw en katten cn van hen
allen werden de katten het meest gemist,
omdat later bleek dat de nieuwe dominee
zes recalcitrante kinderen had.
Op den morgen waarop de vertrokken do
minee zijn nieuwe goê gemeente voor het
eerst toe zou spreken besteedde hij extra
veel zorg aan zijn das, en zijn vrouw trok
haar nieuwe zomermantel aan, hoewel de
kerk naast de deur was, en liet het nieuwe
dienstmeisje achter met vele instructies voor
de lunch, waaraan de dominee 11a zijn debuut
ae kerkeraarisleden zou verzamelen.
Het was een warme zomerdag en de kerk
was niet groot en vol, dus do koster liet de
deuren open staan en zette zich slaperig in
de achterste bank.
Dominee preekte. I-Iij voelde, dat het van
het uiterste belang was, dat hij dezen eersten
keer diepen indruk op zijn gemeente maakte,
cn hij legde den ganschen inhoud van zijn
met goede bedoelingen boordevolle ziel open
cn sprak zoo mceslcepcnd als hij sinds lang
niet gedaan had.
Bij den ingang verschenen fluweelzacht
twee kleine schaduwen, de één grijs en de
andere gitzwart, en zetten zich wijsgccrlg tot
luisteren. Het waren Mies en Minet.
Toen de dominee ze in het oog kreeg, heele
maal aan het einde van het lange middenpad,
sloeg de schrik hem om het hart. maar hij
dwong zijn afdwalende aandacht weer in het
gareel en sprak voort.
Minet hief haar pootje op cn begon zich
te wasschen. Mies keek geërgerd toe, stond op
en rekte zich uit. De koster sliep. De domi
nee trilde. Minet keek op van haar bezig
heid, stond ook op en rekte zich uit. Des
domlnec's hart neep Ineen van vrees. En
samen, kalm cn waardig, op de zachte eelt-
ballen van hun pootjes, de staarten achter
zich aan slepend, de kopjes aandachtig
luisterend opgeheven, wandelden zij langs
het pad naar den preekstoel toe.
Niemand merkte het paar op behalve de
dominee, die onder het preeken door de af
grijselijkste visioenen kreeg.
Stel Je voor, dat zc tegen mijn beenen
opklimmen!
Stel Je voor dat zc op mijn preek gaan
zitten!
En als Mies het in haar hoofd haalt om
met mijn schoen to willen spelen! Ik hou
dat gekriebel aan mijn voeten niet uit!
Steeds verder schreden Mies en Minet, on
hoorbaar, zonder overhaasting. In de kerk
kuchte iemand. Dominee hakkelde en keek
schichtig. Niemand had iets gezien. Dc poesen
wandelden door.
Wat zouden ze doen? Wat zouden ze in den
zin hebben? Het angstzweet brak den domi
nee uit. Nog drie meter en steeds verder
gingen ze steeds verder
Toen en een zucht van oneindige ver
lichting een dankbaarheid ontsnapte den
dominee gingen ze zitten, tegelijkertijd,
vlak naast elkaar, een meter voor den preek
stoel. en keken hem aan, en luisterden, de
groene oogen vol aandacht.
Des domince's verdere preek was als een
jubel van dankbaarheid cn zijn toehoorders
luisterden met stralende oogen en gingen
naar huis toe in een stemming van opperste
voldoening over het mooie weer, den komen
den oogst en den nieuwen dominee.
Mies en Minet van den dominee zijn zeer
geiiefd in het dorp en verscheidene malen
in het jaar ontsnappen ze des Zondags
ochtends om vol aandacht naar de preek te
komen luisteren, vlak naast elkaar, op een
meter voor den preekstoel. En den góeden,"
maar niet zeer schilderachtigen dominee
heeft deze gewoonte op landelijke wijze be
roemd gemaakt.
Nadruk verboden).
EEN SCHIP VOOR 'T HEELAL'.
Prof. Obcrth, de bekende onderzoeker die
don laatsten tijd van zich deed spreken door
zijn plannen om 't wereldruim met een raket
•te doorboren, verklaarde, dat hij met den
bouw van zijn eerste raket zoo goed als ge
reed is. Hij stelt zich voor binnen drie we
ken den start te doen plaats vinden, cn wel
aan dc kust dor Noord- of der Oostzee.
De raket heeft een lengte van 10 M. en
een doorsnee van 50 c.M,