BUITENLANDSCH OVERZICHT Geen vlieg in Kuis DE CHINEESCHE ONLUSTEN. RUSSISCHE INTRIGES? DE BELGISCHE RAPPORTEUR GEWRAAKT. Heeft het huidige Centraal-Europa bestaanszekerheid HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 24 SEPTEMBER 1929 DERDE BLAD Paniek in Kanton. Storm in de Ontwapeningscommissie. T BELANGRIJKSTE NIEUWS. Dreigt de burgeroorlog in China wederom te zullen uitbreken? Naar uit Sjanghai gemeld wordt, ver klaarde Tsjang Kai Sjek Zondag in een ver gadering van de Kwomintang, dat de regee ring te Nanking over voldoende troepen be schikt om de opstandige beweging in de provincie Hoepeh te onderdrukken. Hij be weerde verder, dat de tegen Nanking ge richte opstand door een groote mogendheid wordt ondersteund, die belang heeft bij onlusten in China. Hij is er ook zeker van, dat communisten de hand in het spel heb ben. Hij zal niet aftreden voordat de door hem nagestreefde eenheid van China zal zijn tot stand gebracht. De aanhangers van de opstandige beweging in Hoepeh zullen voor den krijgsraad gebracht worden en te gen de leiders zal een vervolging worden in gesteld wegens hoogverraad. Een telegram van de „Times" uit Sjang hai bevat nadere bijzonderheden over de be dreiging van Kanton. Generaal Tsjang Fat Kvai, bevelhebber van de vierde de z.g.n. ijzeren divisie, is tegen Tsjang Kai Sjek in opstand gekomen en rukt volgens de berich ten zuidwaarts op om zich bij Kwangsi te voegen vooreen nieuwen aanval op Kanton. Tosdusver was Tsjang Fat Kwai gesta- tionneerd te Itsjang aan den Jangtse, ten W. van Hankau; Nanking had hem gelast naar den Lunghai-spoorweg te gaan wat hij weigerde. In Kanton heerscht een paniek; er is om hulp geseind aan Nanking. Nanking spreekt tegen dat Feng zich aan de zijde van Tsjang Fat Kwai zou willen scharen. Tsjang Fat Kwai heeft een be langrijke taak vervuld bij den nationalisti- schen opmarsch van Kanton naar Hankau in 1926 en volgens de Russische bolsjewisten is zijn leger een der beste in China. Hij was gemengd in de communistische uitbarsting te Kanton in December 1927 en raakte uit de gratie, maar toch vormde hij de rugge- graat van Tsjang Kai Sjek's leger bij den opmarsch tegen Peking verleden jaar en droeg hij veel bij tot de nederlaag van Soen Tsjoeang Fang. Men vermoedt dat hij thans handelt op bevel van Wang Tsjing Wei, den bekenden leider van den linkervleugel en voormalig persident der regeering van Kanton. De veronderstelling dat Rusland de hand In het spel heeft, is niet al te gewaagd. Inmiddels wordt het de nieuwe Chinee- sche republiek niet makkelijk gemaakt. Be halve de oneenigheid met de Sovjets (nog steeds een duistere bron van veel dreigend gevaar) wordt het land dat zich juist ging herstellen van de gevolgen van een uitput- tenden en afmattend-en burgeroorlog, bloot gesteld aan de vernietigende uitwerking van een nieuwen opstand, die, mocht hij niet tijdig onderdrukt kunnen worden, even uit zichtloos zal blijken te zijn als de voorgaan de. China schijnt nog steeds.... een heksenke tel te zijn en ook de groote Tsjang Kai Sjek schijnt niet de man te zijn, bij machte, om de schadelijke stoffen in het brouwsel te ncutraliseeren. L. A. Heftige discussies in de ontwapeningscommissie. GENèVE. 23 Sept. (V.D.) In de ontwa- peningscommissie van deti Volkenbond is het Maandag tot heftige discussies gekomen. De rapporteur Poullet (België legde de commis sie een ontwerp-rapport voor de Volken bondsvergadering voor, dat door toevoegin gen e»an niet voorziene uitweiding over de opvatting der Fransche regeering in de ontwapeningskwestie in zich sloot en het Fransche standpunt zeer op den voorgrond plaatste, terwijl de opvattingen der Britsche delegatie en van eenzelfde standpunt in nemende mogendheden op den achtergrond werden gedrukt. Tegen deze wijze van op treden werd door verscheidene sprekers heftig geprotesteerd. Men verklaarde, dat dit een verberging van de ware stemming, die in de commissie heerscht, beteekent, daar zich een groot aantal staten bij het Engel- sche standpunt had aangesloten. De commissie besloot tenslotte een sub commissie in te stellen om den definitieven tekst van het rapport vast te stellen. De Int. Bank los van Genève. Bij het begin van de vergadering der twee de commissie verklaarde de Noorsche gede- leerde uit naam der Noorsche, Deensche en Poolscho delegaties, dat zij hun motie inzake het leggen van een verband tusschen den Volkenbond en de Internationale Bank in trokken. Hij voegde aan deze verklaring toe. dat hij gaarne bereid zou zijn geweest, het Vrijdag door den heer Heldring voorgestelde Nederlandsche amendement over te nemen, indien dit de aanneming der motie zou heb ben mogelijk gemaakt. De Zaterdag gehou den redevoeringen toonden echter aan, dat de motie, met of zonder Nederlandsch amen dement, onaannemelijk was voor de mo gendheden, die de Internationale Bank zouden oprichten. Hij hoopte dat indien aan de Internationale Bank inderdaad grootere bevoegdheden zouden worden toegekend dan noodig om alleen een clearinghouse voor de herstelbetalingen te zijn, de toezegging van Loucheur in vervulling zou gaan, dat de mogendheden, in wier naam deze gesproken •had, zoo veel mogelijk zouden trachten te voldoen aan de ln de motie uitgedrukte wen- schen. Spreker dankte ten slotte Loucheur, dat deze in zoo ruime mate getoond heeft, de bezorgdheid der voorstellers van de motie te begrijpen. De Bulgaarsche minister van Financiën, Molof, betoogde vervolgens dat het wel dege lijk noodig was een band te leggen tusschen Volkenbond en Internationale Bank, welke laatste zich zal bezighouden met kwesties zooals de stabiliteit van den wereldhandel, stabiliteit van de geldkoersen enz. Art. 24 van het Volkenbondspact is misschien niet letterlijk op de Internationale Bank toepas selijk, maar het is toch zeker in den geest van dat artikel, dat men den Volkenbond niet geheel buiten dit zoo belangrijke insti tuut houdt. Besloten werd, den voorzitter der tweede commissie, Motta, op te dragen, aldus de Tel. in een mondeling rapport aan de voltallige Volkenbondsvergadering mede te deelen, dat de motie is ingetrokken, waaraan zal worden toegevoegd, dat Loucheur namens België, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan beCoofd heeft, dat deze regeeringen de notulen der discussies van de tweede commissie aan haar vertegenwoordigers in de commissie voor het statuut van de Internationale Bank zullen toezenden. Prof. Van Eysinga vroeg, of deze toezen ding niet door het Volkenbondssecretariaat zou kunnen geschieden., doch Loucheur wees op geprikkelden toon dit denkbeeld terstond van de hand, be'toogend dat dit de uitwer king van de intrekking der motie zou kun nen bederven. Breitscheid verklaarde ten slotte, te zul len trachten van zijn regeering oen toezeg ging te zullen verkrijgen van gelijken aard als door Loucheur voor de vijf genoemde landen is gedaan. De Interparlementaire handels conferentie geopend. Naar het W. B. meldt, is te Berlijn giste ren de Interparlementaire Handelsconferen tie geopend. De vice-voorzitter van den Rijksdag, von Kardorff, heette in plaats van den voorzitter Löbe, die ziek is, de deelne mers, die 43 parlementen vertegenwoordi gen, welkom, waarbij hij wees op het belang der conferentie. Uit naam der rijksregeering begroette mi nister Hilferding de conferentie. De leiders van talrijke delegaties, in de eerste plaats die der Belgische* de heer Van Cauwelaert, dankten vervolgens voor de gastvrije ontvangst. Op voorstel der Engelsche delegatie werd von Kardorff tot voorzitter der conferentie gekozen. Talrijke ministers en vreemde diplomaten woonden de openingszitting bij. Ook de commissies kwamen bijeen. In de commissie voor de reorganisatie der in dustrie en haar betrekkingen tot de arbei ders bracht het Engelsche Lagerhuislid Hannon rapport uit over dit probleem. Hij diende een motie in, inhoudende, dat in deze kwestie een diepgaand onderzoek zal worden ingesteld, waarover in de confe rentie van 1930 rapport zal worden uitge bracht. In zijn rapport pleitte hij o.a. tegen dubbele productie in één en hetzelfde ge bied; het aanhouden van groote voorraden en vóór regeling van vraag en aanbod; het bevorderen van groote ondernemingen, daar zij het minste risico opleveren en het even wicht tusschen kapitaal en arbeid het best waarborgen. Het nieuwe Litausche kabinet. KOWNO, 23 Sept. (VX>.) Het officieele Litausche telegraaf agentschap publiceert het volgende bericht: Maandag heeft de pas benoemde premier Tubelis den staatspresident de lijst van zijn kabinet overhandigd, waarop de volgende namen voorkomen: Premier, minister van financiën en minister van buitenlandsche zaken Tubelis, minister van landbouw Aliksa (uit het vorig kabinet), oorlog overste Waria- kojes (in het vorig kabinet minister van verkeer», godsdienst Schakenis (evenals in vorig kabinet), minister van verkeer Vil- leischis (nieuw). De staatspresident heeft de hem overhandigde lijst goedgekeurd. Het kabinet is dus, behalve het uittreden van Woldemaras bijna geheel onveranderd gebleven. De eenige nieuweling is de in genieur Villeischis, die lid van het bestuur van de partij der Tautininkai is. Aan ver schillende kanten is men echter nog van meening, dat het zeer wel mogelijk is, dat Woldemaras tenslotte toch nog den post van minister van buitenlandsche zaken zal krijgen. Daartegen spreekt echter weer de omstandigheid, dat de nieuwe ministerlijst nauwelijks afwijkt van de vorige en de re- geeringscrisis juist door diepgaande mee- ningsverschillen is ontstaan tusschen Wol demaras en de overige ministers. Wat deed Klöne in Londen? Het Rijksdaglid dr. Klönne, heeft in een verklaring geantwoord op de mededeelingen van de „Nat. Lib Korrespond enz" over de onderhandelingen der Duitsch-nationale heeren, waaraan hij heeft deelgenomen. Hij zegt o.a.: In het artikel zijn waar heid en verdichtselen dooreengemengd. Het is juist, dat hij (niet in 1926, doch in 1927) te Londen besprekingen met leidende Engel sche politici heeft gehouden, welke betrek king hadden op de ontwikkeling van Europa, en in het bijzonder de Duitsche zaak. Bij de ze besprekingen, waarbij hij er nadrukke lijk op wees, dat hij zijn standpunt als par ticulier en zijn eigen meening tot uiting bracht, heeft hij ongeveer betoogd dat Duitseh-Engelsch-Fransche samenwerking slechts dan te vinden zou zijn als althans de dringendste Duitsche eischen zouden wor den vervuld. Als zoodanig had hij niet alleen genoemd zooals de nat.-lib. „Korrespondenz" te- recht meedeelt de ontruiming van het Rijnland en de teruggave van het Saarge- bied, het herroepen van de leugen der oor logsschuld (en wel door het voormalige vijandelijk verbond) en „een zekere verhoo ging van het Duitsche legereffectief', maar ook wat de nat.-lib. „Korrespondenz" niet meedeelt in de eerste plaats de onvoor waardelijke teruggave van de corridor van den Weichsel, volledig herstel der Duitsche souvereiniteit en een herziening van het plan-Dawes zóó dat Duir-schland ten hoog ste de helft van de jaarlijksche annuïteit zou moeten betalen. Hij had het ministerie van buitenland sche zaken spoedig van dit onderhoud on derricht. Den Franschen generaal, die door zijn werkzaamheid in verband met quaesties der ontwapening van Duitschland welbekend is iblijkbaar generaal Walch) kent hij niet. Daarentegen heeft hij in den winter van 1927/28 te Berlijn met Fransche politieke personen besprekingen gevoerd van den zelfden aard als te voren in Londen waarbij hem zijn oordeel was gevraagd over de plan nen van Rechberg en hij dezelfde eischen gesteld had als te Londen. Niemand heeft volgens Klönne het recht dergelijke bespre kingen aanbiedingen te noemen. De vreemde onderhandelingen met Renault. Naar het WJB. uit Berlijn meldt, verklaart de „Jungdeutsche" in aansluiting op de pu blicatie inzake de onderhandelingen door le den van de Duitsch-nationale partij met Fransche poütici, dat de „Stahlhelm" en de leider van de Duitsch nationale Volkspartij Hugenberg via den hoofdredacteur van Me- dem en dr. Krieg met den Franschen afge vaardigde Paul Renault in de woning van Arnold Rechberg onderhandeld hebben over de voorwaarden voor een samengaan met Frankrijk. De „Jungdeutsche" stelt nu een reeks vra gen, die hierop neerkomen, of genoemde journalisten in opdracht van „Stahlhelm" cn Hugenberg, deze voorwaarde gesteld heb- ben. Beide heeren hebben thans volgens het W. B. verzekerd, dat einde April 1.1. in de woning van generaal v. d. Lippe op een thee middag in aanwezigheid van verschillende heeren, o.a. Rechberg, een bespreking heeft plaats gevonden, waarbij v. Medem en dr. Krieg als journalist over Renault's politieke opvatting gesproken hebben. Het is niet duidelijk, of de beide journalisten in op dracht handelden of dit te kennen hebben gegeven en evenmin of zij zijn ingegaan op eenige voorwaarde van Renault. Deze heeft te kennen gegeven, dat hij slechts zijn per soonlijke opvattingen weergaf. Daarop heeft men nagegaan of de Fransche regeering iets te maken had met de z.g. Fransche aanbie dingen. Dit bleek niet het geval te zijn, waarop beide journalisten Renault verklaard hebben, dat deze aanbiedingen van D. natio naai standpunt bekeken, onvoldoende wa- Een Italiaansch-Fransch front ter Vlootconferentie? Naar de Geneefsche correspondent van de Chicago Tribune" meldt, zijn er tusschen de Fransche en Italiaansche Volkenbonds delegaties, in opdracht der beide regeeringen, onderhandelingen gaande over het vormen van een gemeenschappelijk front der beide Middellandsche Zeemogendheden op de a.s. Vlootconferentie. De Fransche regeering zou bereid zijn haar eisch op een sterker contingent dan Italië aan kruisers, torpedoboot jagers, duikbooten en andere kleinere vaartuigen prijs te geven om daarvoor op de vijfniogendheden-confe- rentie den steun der Italiaansche regeering te verkrijgen bij bepaalde quaesties, waarbij de beide landen een vitaal belang hebben. Beide regeeringen stellen zich op het stand punt, dat zij niet voornemens zijn de haar gelaten speelruimte voor bouwkosten aan slagschepen te gebruiken, doch dat zij over een aantal duikbooten voor verdedigingsdoel einden en ter afwering van een blokkade wil len beschikken. Rome en Parijs wijzen er op, dat de Engelsche eskaders in de Middelland sche Zee (Gibraltar, Malta en Suez) grooter en sterker zijn dan de Fransche en Italiaan sche marine te zamen. Anderzijds wil de Fransche regeering den bouw van den nieuwen Duitschen pantser kruiser, waarvan vele vlootdeskundigen een hervorming van den toekomstigen scheeps bouw verwachten, tot aanleiding nemen om een herziening van de op de Washingtonsche conferentie vastgestelde verhouding der oor logsschepen te verlangen. Naar aanleiding dezer onderhandelingen der beide Middellandsche Zee-mogendheden zou ook het oude, vaak afgewezen voorstel eener teruggaaf van Gibraltar aan Spanje in ruil voor Ceuta weer zijn genoemd. Beroering en verontwaardiging in Parijs. De onthullingen van de Duitsche pers over de Fransch-Duitsche onderhandsche bespre kingen hebben te Parijs heel wat beroering gewekt, aldus schrijft het Hbld. Het- geheim was hier zeer goed bewaard gebleven, maar de bijzonderheden, te Berlijn gegeven, en waarvan de publicatie algemeen wordt be schouwd als een manoeuvre van de aanhan gers van Stresemann tegen zijn rechtsche tegenstanders, laten geen twijfel toe. Terwijl de officieuze pers in het algemeen een voor zichtig stilzwijgen bewaart en zich beperkt tot korte résumés van de mededeelingen van de „National Liberale Korrespondenz", ge ven de partijbladen in verschillenden geest uiting aan hun wantrouwen en misnoegen. De „Action Francaise" verontwaardigt zich er over dat het Paul Reynaud is, een van de jonge leiders van de meer gematigde partijen in de Kamer en die met de hulp van de uiterst rechtsche elementen tot- Kamerlid ge kozen is, die zich met de Duitsche pangerma- nisten heeft ingelaten. De vraag is. meent de „Action Frangaise", of Paul Reynaud op zijn eigen houtje gehan deld heeft. Zelfs al is dit het geval, dan nog geeft zijn handelwijze aanleiding tot zeer on vriendelijke veronderstellingen van onze Pool sche bondgenooten. En al degenen, die er belang bij hebben onze vredelievende gevoe lens te bewijzen, zullen in deze geschiedenis aanleiding vinden om opnieuw te keer te gaan. Paul Reynaud moet gezegd hebben, dat hij in dezen niet de tolk was van Poin- caré. Hij had Poincaré. die op het oogenblik ziek is, er beter heelemaal buiten kunnen la ten. Maar het feit. dat men hem hierin heeft willen betrekken, onderstreept nog sterker de onvoorzichtigheid, zoo concludeert Jret roya listische blad. Links vindt men deze heele geschiedenis verontrustend, omdat men een dergelijk ge heim contract van de behoudende partijen in de twee landen wantrouwt. Hoe het kan bijdragen tot Internationale toenadering. Nationale minderheden moeten haar ontbindende kracht verliezen. Vorming van een groep van Democratische Naties. Vooruitgang als vrucht van Democratie, door Dr. EDCAKD BENESJ. den beroemden Tsjecho-Slowaakschen staatsman, eerste minister van 19221923. Is geweest een Intensiever politiek leven, niet alleen tot uiting komend in het aantal partijen, maar in nieuwe ideeën en proef nemingen op het gebied der cultureele eco nomische en sociale politiek. Het politieke leven van deze jonge demo cratische gemeenschappen moest natuurlijk zijn eigen crisis doormaken, was daarin een een afspiegeling van de algemeene crisis, die de democratie moest ondergaan, zelfs in de ouder en ervarener landen van het Wes ten. Des niettegenstaande ben ik van oor deel, dat de geschiedenis dezer eerste tien jaren bewezen heeft, dat de democratie een vruchtbaren bodem vond en flink wortel schoot in Centraal Europa en dat dit da democratie in Europa als geheel tot steun is geweest. Tsjecho Slowakije is steunend op de diep ingewortelde democratische tradities van het Tsjechische volk geleid door een belangrijken vertolker van de democratische levensbe schouwing in den persoon van president Masarijk, en is in zekeren zin het prototype geworden van een geheel democratlschen staat. Het heeft er ten duidelijkste bewijs van gegeven, dat democratie mogelijk is mei. vermijding van de uitersten van links en rechts en dat aan de volkskracht vrije ontwikkeling te waarborgen verre van een gevaar te vormen, bijdraagt tot verrijking en verdieping van het nationale leven. En ondanks alle moeilijkheden en internationale crises loopt de tegenwoordige ontwikkeling van Joego-Slavië en Roemenië met die van Tsjecho Slowakije parallel. Naast politieke vqoruitgang, zooals die tot uiting komt in de wetgevende en administra tieve vervolmaking in de nieuwe straten mogen de belangrijke cultureele vorderingen ender het oog gebracht worden. Het is te danken aan den democratischen geest, dat het beschavingswerk van Honga- rije's buren onmiskenbare voordeelen ver kreeg boven dat in Hongarije. Het is ge baseerd op de opvoeding en de ontwikke ling van talenten en geestelijke vermogens van de massa. Vandaar, dat, wij wanneer wij niet louter het bevoorrechte deel van de Magyaarsche natie namelijk de leden van haar bezittende klasse en middenstand en in het bijzonder den adel, beschouwen, maar de geheele bevolking van het vroe gere grondgebied van Hongarije, zooals bij voorbeeld Slowakije, Karpathisch Roethe- nië en Transsylvanië wij in vergelijking met voor-oorlogsche tijden op een werkelijk prachtige cultureele expansie kunnen wijzen. Daf het meeste voordeel daarvan geplukt wordt door groepen, die vroeger niet telden, en in het bijzonder door de Slowaken en Roethenen is toe te schrijven aan het de mocratisch karakter van de nieuwe cultuur, die wat vroeger tekort gedaan is zoekt te vergoeden. De vorm, die de kwestie der minderheden in de praktijk aanneemt toont naar mijn meening duidelijk, dat die kwestie niet die ro'. zal blijven spelen, die de tegenstanders vanhet nieuwe staatsbestel haar de eerste jaren na den oorlog toeschreven en dat zij niet beschouwd behoeft te worden als een hinderpaal voor een normale ontwikkeling. De minderheden zelf. en met hen alle prac- tische politici in Centraal Europa worden het zich langzamerhand bewust, dat een volledige verwezenlijking van het recht van zelfbeschikking niet uitvoerbaar is met het oog op de vermenging van de verschillende nationaliteiten, dat het echter noodig is on der alle omstandigheden rekening te houden met het bestaan van nationale minderhe den en dat daarom de voornaamste zaak is een vrijzinnig bewind te vestigen en hun cultureele en economische ontwikkeling te gemoet te komen door een nauwkeurige toe passing van de beginselen der democratie. Te dezen opzichte kunnen ook de minder heden bovengeschetste voordeelen van de democratie niet voorbij zien. Indien er sprake mocht zijn van een schending van onderdrukte beginselen moe ten wij van een wederkeerige spreken en geenszins van een eenzijdige, daar zij slechts haar oorzaak vindt in de verregaande ver menging van rassen en talen in Centraal Europa en in de geographische en economi sche noodzaken van het leven der staten. De ware beteekenls van het nieuwe demo cratische regime ligt hierin, dat het politieke en cultureele krachten ontketend heeft, de oude feodale voorrechten vernietigd en nieuwe en gezonde elementen heeft naar voren gebracht, die spoedig gelegenheid zullen hebben om hun bekwaamheden te toonen cn een nieuw geluid te laten hooren in het cultureele leven van geheel Europa. (Nadruk verboden). Drt Benesj in gesprek met minister Beelaerts. Er is wel beweerd, dat Centraal Europa slechts kon gegrondvest worden ten koste van een ernstige verkrachting van het grondbeginsel zelve, waaruit het ontstond. Geen enkele van zijn nieuwe staten be staat eigenlijk uit een enkel volk. De gren zen werden niet alleen land en volkenkun dig bepaald, maar ook de economische en geografische overwegingen, met het resul taat, dat deze nieuwe staten een groot ge deelte van de moeilijke problemen van Oostenrijk-Hongarije overnemen, daar ze in zekeren zin kleiner edities van de oude mo narchie werden, elk met zijn eigen nationale minderheden. Toch is het, zonder dit te willen loochenen mogelijk, aan te toonen, dat de nieuwe situatie beslist een vooruit gang vertoont In vergelijking met de oude. Het criterium van vooruitgang in Centraal- Europa is daarom niet of er onder de nieu we omstandigheden ook nationale minder heden zijn, maar in hoeverre deze nieuwe edities van OostenrijkHongarije als die uitdrukking mag worden gebruikt in staat zijn, ondanks dat bestaan van natio nale minderheden betere bewijzen van na tionale tevredenheid en bestaanszekerheid te geven. In dit verband mogen wij wijzen op de waarborgen, verschaft door de internationale minderheden-tractaten, die als een correc tief op de nieuwe toestanden bedoeld waren. Het nieuwe Centraal-Europa is voorbe stemd om een groep van Staten te zijn. die nationaal zijn in zooverre dat zij in het leven geroepen werden door toedoen van volken, die eens door Oostenrijk-Hongarije onderdrukt werden en die nu een politieke onafhankelijkheid genieten, maar tegelij kertijd staten, die moeten beschouwd wor den als zeer heterogeen met het oog op de gedeelten van andere naties, die er in opge nomen werden, hetzij om geografische, het zij om economische redenen. Zonder twijfel is het bestel van zulke sta ten tot op zekere hoogte inwendig gecom pliceerder dan vroeger, maar zijn zij soli der en beteekenender uit internationaal oogpunt. Deze staten kunnen dienen als bruggen tusschen Oost en West, tusschen Noord en Zuid Europa, zij moeten de nieuwe ideeën en sleutels van internatio nale samenwerking belichamen. Dit is hun bijzondere functie in Centraal Europa, van een goede opvatting daarvan hangt de heele mogelijkheid tot handhaving van hun in ternationale positie af. Ik denk het we zen van deze functie langzamerhand beter begrepen zal worden, en ik verwacht, dat de verhoudingen tusschen. de nationale min derheden en meerderheden in de nieuwe staten meer en meer een afspiegeling van dat beter begrip zullen worden. Het vervuilen van die functie wordt voor alle:, mogelijk gemaakt door het feit. dat de nieuwe staatkundige orde in Centraal Europa als geheel een verstrekkende poli tieke vooruitgang in democratischen zin be teekent. Behalve ten aanzien van eenige onbeduidende uitzonderingsgevallen wierp de revolutie van 1918 het oude stelsel van politiek absolutisme geheel omver. De Habs- burgsche en Hohenzollern dynastieën wer den verbannen, feodale en hiërarchische in vloeden en die van hooge militaire kringen werden vernietigd en het publieke leven werd opnieuw gegrond, op democratische grondvesten. De invoering van algemeen kiesrecht voor volwassenen, niet alleen voor kamer-, maar ook voor provinciale en ge meentelijke verkiezingen gaf de staten een geheel nieuw aanzijn. De politieke macht, niet langer beperkt tot enkele be voorrechte klassen ging over op jonge de mocratische krachten, de massa's van arbei ders, boeren en middenstanders. Het gevolg INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct». per regel. als ge sproeit met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9