BUITENLANDSCH OVERZICHT
Geen vlieg
in Kuis
DE CHINEESCHE ONLUSTEN.
RUSSISCHE INTRIGES?
DE BELGISCHE RAPPORTEUR GEWRAAKT.
Heeft het huidige Centraal-Europa
bestaanszekerheid
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 24 SEPTEMBER 1929
DERDE BLAD
Paniek in Kanton.
Storm in de Ontwapeningscommissie.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Dreigt de burgeroorlog in China wederom
te zullen uitbreken?
Naar uit Sjanghai gemeld wordt, ver
klaarde Tsjang Kai Sjek Zondag in een ver
gadering van de Kwomintang, dat de regee
ring te Nanking over voldoende troepen be
schikt om de opstandige beweging in de
provincie Hoepeh te onderdrukken. Hij be
weerde verder, dat de tegen Nanking ge
richte opstand door een groote mogendheid
wordt ondersteund, die belang heeft bij
onlusten in China. Hij is er ook zeker van,
dat communisten de hand in het spel heb
ben. Hij zal niet aftreden voordat de door
hem nagestreefde eenheid van China zal
zijn tot stand gebracht. De aanhangers van
de opstandige beweging in Hoepeh zullen
voor den krijgsraad gebracht worden en te
gen de leiders zal een vervolging worden in
gesteld wegens hoogverraad.
Een telegram van de „Times" uit Sjang
hai bevat nadere bijzonderheden over de be
dreiging van Kanton. Generaal Tsjang Fat
Kvai, bevelhebber van de vierde de z.g.n.
ijzeren divisie, is tegen Tsjang Kai Sjek in
opstand gekomen en rukt volgens de berich
ten zuidwaarts op om zich bij Kwangsi te
voegen vooreen nieuwen aanval op Kanton.
Tosdusver was Tsjang Fat Kwai gesta-
tionneerd te Itsjang aan den Jangtse, ten
W. van Hankau; Nanking had hem gelast
naar den Lunghai-spoorweg te gaan wat hij
weigerde.
In Kanton heerscht een paniek; er is om
hulp geseind aan Nanking.
Nanking spreekt tegen dat Feng zich aan
de zijde van Tsjang Fat Kwai zou willen
scharen. Tsjang Fat Kwai heeft een be
langrijke taak vervuld bij den nationalisti-
schen opmarsch van Kanton naar Hankau
in 1926 en volgens de Russische bolsjewisten
is zijn leger een der beste in China. Hij was
gemengd in de communistische uitbarsting
te Kanton in December 1927 en raakte uit
de gratie, maar toch vormde hij de rugge-
graat van Tsjang Kai Sjek's leger bij den
opmarsch tegen Peking verleden jaar en
droeg hij veel bij tot de nederlaag van Soen
Tsjoeang Fang.
Men vermoedt dat hij thans handelt op
bevel van Wang Tsjing Wei, den bekenden
leider van den linkervleugel en voormalig
persident der regeering van Kanton.
De veronderstelling dat Rusland de hand
In het spel heeft, is niet al te gewaagd.
Inmiddels wordt het de nieuwe Chinee-
sche republiek niet makkelijk gemaakt. Be
halve de oneenigheid met de Sovjets (nog
steeds een duistere bron van veel dreigend
gevaar) wordt het land dat zich juist ging
herstellen van de gevolgen van een uitput-
tenden en afmattend-en burgeroorlog, bloot
gesteld aan de vernietigende uitwerking van
een nieuwen opstand, die, mocht hij niet
tijdig onderdrukt kunnen worden, even uit
zichtloos zal blijken te zijn als de voorgaan
de.
China schijnt nog steeds.... een heksenke
tel te zijn en ook de groote Tsjang Kai Sjek
schijnt niet de man te zijn, bij machte, om
de schadelijke stoffen in het brouwsel te
ncutraliseeren.
L. A.
Heftige discussies in de
ontwapeningscommissie.
GENèVE. 23 Sept. (V.D.) In de ontwa-
peningscommissie van deti Volkenbond is het
Maandag tot heftige discussies gekomen. De
rapporteur Poullet (België legde de commis
sie een ontwerp-rapport voor de Volken
bondsvergadering voor, dat door toevoegin
gen e»an niet voorziene uitweiding over de
opvatting der Fransche regeering in de
ontwapeningskwestie in zich sloot en het
Fransche standpunt zeer op den voorgrond
plaatste, terwijl de opvattingen der Britsche
delegatie en van eenzelfde standpunt in
nemende mogendheden op den achtergrond
werden gedrukt. Tegen deze wijze van op
treden werd door verscheidene sprekers
heftig geprotesteerd. Men verklaarde, dat
dit een verberging van de ware stemming,
die in de commissie heerscht, beteekent, daar
zich een groot aantal staten bij het Engel-
sche standpunt had aangesloten.
De commissie besloot tenslotte een sub
commissie in te stellen om den definitieven
tekst van het rapport vast te stellen.
De Int. Bank los van Genève.
Bij het begin van de vergadering der twee
de commissie verklaarde de Noorsche gede-
leerde uit naam der Noorsche, Deensche en
Poolscho delegaties, dat zij hun motie inzake
het leggen van een verband tusschen den
Volkenbond en de Internationale Bank in
trokken. Hij voegde aan deze verklaring toe.
dat hij gaarne bereid zou zijn geweest, het
Vrijdag door den heer Heldring voorgestelde
Nederlandsche amendement over te nemen,
indien dit de aanneming der motie zou heb
ben mogelijk gemaakt. De Zaterdag gehou
den redevoeringen toonden echter aan, dat
de motie, met of zonder Nederlandsch amen
dement, onaannemelijk was voor de mo
gendheden, die de Internationale Bank
zouden oprichten. Hij hoopte dat indien aan
de Internationale Bank inderdaad grootere
bevoegdheden zouden worden toegekend dan
noodig om alleen een clearinghouse voor
de herstelbetalingen te zijn, de toezegging
van Loucheur in vervulling zou gaan, dat de
mogendheden, in wier naam deze gesproken
•had, zoo veel mogelijk zouden trachten te
voldoen aan de ln de motie uitgedrukte wen-
schen. Spreker dankte ten slotte Loucheur,
dat deze in zoo ruime mate getoond heeft,
de bezorgdheid der voorstellers van de motie
te begrijpen.
De Bulgaarsche minister van Financiën,
Molof, betoogde vervolgens dat het wel dege
lijk noodig was een band te leggen tusschen
Volkenbond en Internationale Bank, welke
laatste zich zal bezighouden met kwesties
zooals de stabiliteit van den wereldhandel,
stabiliteit van de geldkoersen enz. Art. 24
van het Volkenbondspact is misschien niet
letterlijk op de Internationale Bank toepas
selijk, maar het is toch zeker in den geest
van dat artikel, dat men den Volkenbond
niet geheel buiten dit zoo belangrijke insti
tuut houdt.
Besloten werd, den voorzitter der tweede
commissie, Motta, op te dragen, aldus de Tel.
in een mondeling rapport aan de voltallige
Volkenbondsvergadering mede te deelen, dat
de motie is ingetrokken, waaraan zal worden
toegevoegd, dat Loucheur namens België,
Engeland, Frankrijk, Italië en Japan beCoofd
heeft, dat deze regeeringen de notulen der
discussies van de tweede commissie aan haar
vertegenwoordigers in de commissie voor het
statuut van de Internationale Bank zullen
toezenden.
Prof. Van Eysinga vroeg, of deze toezen
ding niet door het Volkenbondssecretariaat
zou kunnen geschieden., doch Loucheur wees
op geprikkelden toon dit denkbeeld terstond
van de hand, be'toogend dat dit de uitwer
king van de intrekking der motie zou kun
nen bederven.
Breitscheid verklaarde ten slotte, te zul
len trachten van zijn regeering oen toezeg
ging te zullen verkrijgen van gelijken aard
als door Loucheur voor de vijf genoemde
landen is gedaan.
De Interparlementaire handels
conferentie geopend.
Naar het W. B. meldt, is te Berlijn giste
ren de Interparlementaire Handelsconferen
tie geopend. De vice-voorzitter van den
Rijksdag, von Kardorff, heette in plaats van
den voorzitter Löbe, die ziek is, de deelne
mers, die 43 parlementen vertegenwoordi
gen, welkom, waarbij hij wees op het belang
der conferentie.
Uit naam der rijksregeering begroette mi
nister Hilferding de conferentie.
De leiders van talrijke delegaties, in de
eerste plaats die der Belgische* de heer Van
Cauwelaert, dankten vervolgens voor de
gastvrije ontvangst.
Op voorstel der Engelsche delegatie werd
von Kardorff tot voorzitter der conferentie
gekozen.
Talrijke ministers en vreemde diplomaten
woonden de openingszitting bij.
Ook de commissies kwamen bijeen. In de
commissie voor de reorganisatie der in
dustrie en haar betrekkingen tot de arbei
ders bracht het Engelsche Lagerhuislid
Hannon rapport uit over dit probleem. Hij
diende een motie in, inhoudende, dat in
deze kwestie een diepgaand onderzoek zal
worden ingesteld, waarover in de confe
rentie van 1930 rapport zal worden uitge
bracht. In zijn rapport pleitte hij o.a. tegen
dubbele productie in één en hetzelfde ge
bied; het aanhouden van groote voorraden
en vóór regeling van vraag en aanbod; het
bevorderen van groote ondernemingen, daar
zij het minste risico opleveren en het even
wicht tusschen kapitaal en arbeid het best
waarborgen.
Het nieuwe Litausche kabinet.
KOWNO, 23 Sept. (VX>.) Het officieele
Litausche telegraaf agentschap publiceert
het volgende bericht:
Maandag heeft de pas benoemde premier
Tubelis den staatspresident de lijst van zijn
kabinet overhandigd, waarop de volgende
namen voorkomen: Premier, minister van
financiën en minister van buitenlandsche
zaken Tubelis, minister van landbouw Aliksa
(uit het vorig kabinet), oorlog overste Waria-
kojes (in het vorig kabinet minister van
verkeer», godsdienst Schakenis (evenals in
vorig kabinet), minister van verkeer Vil-
leischis (nieuw). De staatspresident heeft de
hem overhandigde lijst goedgekeurd.
Het kabinet is dus, behalve het uittreden
van Woldemaras bijna geheel onveranderd
gebleven. De eenige nieuweling is de in
genieur Villeischis, die lid van het bestuur
van de partij der Tautininkai is. Aan ver
schillende kanten is men echter nog van
meening, dat het zeer wel mogelijk is, dat
Woldemaras tenslotte toch nog den post
van minister van buitenlandsche zaken zal
krijgen. Daartegen spreekt echter weer de
omstandigheid, dat de nieuwe ministerlijst
nauwelijks afwijkt van de vorige en de re-
geeringscrisis juist door diepgaande mee-
ningsverschillen is ontstaan tusschen Wol
demaras en de overige ministers.
Wat deed Klöne in Londen?
Het Rijksdaglid dr. Klönne, heeft in een
verklaring geantwoord op de mededeelingen
van de „Nat. Lib Korrespond enz" over de
onderhandelingen der Duitsch-nationale
heeren, waaraan hij heeft deelgenomen.
Hij zegt o.a.: In het artikel zijn waar
heid en verdichtselen dooreengemengd. Het
is juist, dat hij (niet in 1926, doch in 1927) te
Londen besprekingen met leidende Engel
sche politici heeft gehouden, welke betrek
king hadden op de ontwikkeling van Europa,
en in het bijzonder de Duitsche zaak. Bij de
ze besprekingen, waarbij hij er nadrukke
lijk op wees, dat hij zijn standpunt als par
ticulier en zijn eigen meening tot uiting
bracht, heeft hij ongeveer betoogd dat
Duitseh-Engelsch-Fransche samenwerking
slechts dan te vinden zou zijn als althans
de dringendste Duitsche eischen zouden wor
den vervuld.
Als zoodanig had hij niet alleen genoemd
zooals de nat.-lib. „Korrespondenz" te-
recht meedeelt de ontruiming van het
Rijnland en de teruggave van het Saarge-
bied, het herroepen van de leugen der oor
logsschuld (en wel door het voormalige
vijandelijk verbond) en „een zekere verhoo
ging van het Duitsche legereffectief', maar
ook wat de nat.-lib. „Korrespondenz" niet
meedeelt in de eerste plaats de onvoor
waardelijke teruggave van de corridor van
den Weichsel, volledig herstel der Duitsche
souvereiniteit en een herziening van het
plan-Dawes zóó dat Duir-schland ten hoog
ste de helft van de jaarlijksche annuïteit zou
moeten betalen.
Hij had het ministerie van buitenland
sche zaken spoedig van dit onderhoud on
derricht.
Den Franschen generaal, die door zijn
werkzaamheid in verband met quaesties der
ontwapening van Duitschland welbekend is
iblijkbaar generaal Walch) kent hij niet.
Daarentegen heeft hij in den winter van
1927/28 te Berlijn met Fransche politieke
personen besprekingen gevoerd van den
zelfden aard als te voren in Londen waarbij
hem zijn oordeel was gevraagd over de plan
nen van Rechberg en hij dezelfde eischen
gesteld had als te Londen. Niemand heeft
volgens Klönne het recht dergelijke bespre
kingen aanbiedingen te noemen.
De vreemde onderhandelingen
met Renault.
Naar het WJB. uit Berlijn meldt, verklaart
de „Jungdeutsche" in aansluiting op de pu
blicatie inzake de onderhandelingen door le
den van de Duitsch-nationale partij met
Fransche poütici, dat de „Stahlhelm" en de
leider van de Duitsch nationale Volkspartij
Hugenberg via den hoofdredacteur van Me-
dem en dr. Krieg met den Franschen afge
vaardigde Paul Renault in de woning van
Arnold Rechberg onderhandeld hebben over
de voorwaarden voor een samengaan met
Frankrijk.
De „Jungdeutsche" stelt nu een reeks vra
gen, die hierop neerkomen, of genoemde
journalisten in opdracht van „Stahlhelm"
cn Hugenberg, deze voorwaarde gesteld heb-
ben.
Beide heeren hebben thans volgens het
W. B. verzekerd, dat einde April 1.1. in de
woning van generaal v. d. Lippe op een thee
middag in aanwezigheid van verschillende
heeren, o.a. Rechberg, een bespreking heeft
plaats gevonden, waarbij v. Medem en dr.
Krieg als journalist over Renault's politieke
opvatting gesproken hebben. Het is niet
duidelijk, of de beide journalisten in op
dracht handelden of dit te kennen hebben
gegeven en evenmin of zij zijn ingegaan op
eenige voorwaarde van Renault. Deze heeft
te kennen gegeven, dat hij slechts zijn per
soonlijke opvattingen weergaf. Daarop heeft
men nagegaan of de Fransche regeering iets
te maken had met de z.g. Fransche aanbie
dingen. Dit bleek niet het geval te zijn,
waarop beide journalisten Renault verklaard
hebben, dat deze aanbiedingen van D. natio
naai standpunt bekeken, onvoldoende wa-
Een Italiaansch-Fransch front
ter Vlootconferentie?
Naar de Geneefsche correspondent van de
Chicago Tribune" meldt, zijn er tusschen
de Fransche en Italiaansche Volkenbonds
delegaties, in opdracht der beide regeeringen,
onderhandelingen gaande over het vormen
van een gemeenschappelijk front der beide
Middellandsche Zeemogendheden op de a.s.
Vlootconferentie.
De Fransche regeering zou bereid zijn haar
eisch op een sterker contingent dan Italië
aan kruisers, torpedoboot jagers, duikbooten
en andere kleinere vaartuigen prijs te geven
om daarvoor op de vijfniogendheden-confe-
rentie den steun der Italiaansche regeering
te verkrijgen bij bepaalde quaesties, waarbij
de beide landen een vitaal belang hebben.
Beide regeeringen stellen zich op het stand
punt, dat zij niet voornemens zijn de haar
gelaten speelruimte voor bouwkosten aan
slagschepen te gebruiken, doch dat zij over
een aantal duikbooten voor verdedigingsdoel
einden en ter afwering van een blokkade wil
len beschikken. Rome en Parijs wijzen er op,
dat de Engelsche eskaders in de Middelland
sche Zee (Gibraltar, Malta en Suez) grooter
en sterker zijn dan de Fransche en Italiaan
sche marine te zamen.
Anderzijds wil de Fransche regeering den
bouw van den nieuwen Duitschen pantser
kruiser, waarvan vele vlootdeskundigen een
hervorming van den toekomstigen scheeps
bouw verwachten, tot aanleiding nemen om
een herziening van de op de Washingtonsche
conferentie vastgestelde verhouding der oor
logsschepen te verlangen.
Naar aanleiding dezer onderhandelingen
der beide Middellandsche Zee-mogendheden
zou ook het oude, vaak afgewezen voorstel
eener teruggaaf van Gibraltar aan Spanje
in ruil voor Ceuta weer zijn genoemd.
Beroering en verontwaardiging
in Parijs.
De onthullingen van de Duitsche pers over
de Fransch-Duitsche onderhandsche bespre
kingen hebben te Parijs heel wat beroering
gewekt, aldus schrijft het Hbld. Het- geheim
was hier zeer goed bewaard gebleven, maar
de bijzonderheden, te Berlijn gegeven, en
waarvan de publicatie algemeen wordt be
schouwd als een manoeuvre van de aanhan
gers van Stresemann tegen zijn rechtsche
tegenstanders, laten geen twijfel toe. Terwijl
de officieuze pers in het algemeen een voor
zichtig stilzwijgen bewaart en zich beperkt
tot korte résumés van de mededeelingen van
de „National Liberale Korrespondenz", ge
ven de partijbladen in verschillenden geest
uiting aan hun wantrouwen en misnoegen.
De „Action Francaise" verontwaardigt zich
er over dat het Paul Reynaud is, een van de
jonge leiders van de meer gematigde partijen
in de Kamer en die met de hulp van de
uiterst rechtsche elementen tot- Kamerlid ge
kozen is, die zich met de Duitsche pangerma-
nisten heeft ingelaten.
De vraag is. meent de „Action Frangaise",
of Paul Reynaud op zijn eigen houtje gehan
deld heeft. Zelfs al is dit het geval, dan nog
geeft zijn handelwijze aanleiding tot zeer on
vriendelijke veronderstellingen van onze Pool
sche bondgenooten. En al degenen, die er
belang bij hebben onze vredelievende gevoe
lens te bewijzen, zullen in deze geschiedenis
aanleiding vinden om opnieuw te keer te
gaan. Paul Reynaud moet gezegd hebben,
dat hij in dezen niet de tolk was van Poin-
caré. Hij had Poincaré. die op het oogenblik
ziek is, er beter heelemaal buiten kunnen la
ten. Maar het feit. dat men hem hierin heeft
willen betrekken, onderstreept nog sterker de
onvoorzichtigheid, zoo concludeert Jret roya
listische blad.
Links vindt men deze heele geschiedenis
verontrustend, omdat men een dergelijk ge
heim contract van de behoudende partijen in
de twee landen wantrouwt.
Hoe het kan bijdragen tot Internationale toenadering.
Nationale minderheden moeten haar ontbindende kracht verliezen.
Vorming van een groep van Democratische Naties.
Vooruitgang als vrucht van Democratie,
door Dr. EDCAKD BENESJ.
den beroemden Tsjecho-Slowaakschen staatsman, eerste minister van 19221923.
Is geweest een Intensiever politiek leven,
niet alleen tot uiting komend in het aantal
partijen, maar in nieuwe ideeën en proef
nemingen op het gebied der cultureele eco
nomische en sociale politiek.
Het politieke leven van deze jonge demo
cratische gemeenschappen moest natuurlijk
zijn eigen crisis doormaken, was daarin een
een afspiegeling van de algemeene crisis,
die de democratie moest ondergaan, zelfs in
de ouder en ervarener landen van het Wes
ten. Des niettegenstaande ben ik van oor
deel, dat de geschiedenis dezer eerste tien
jaren bewezen heeft, dat de democratie een
vruchtbaren bodem vond en flink wortel
schoot in Centraal Europa en dat dit da
democratie in Europa als geheel tot steun
is geweest.
Tsjecho Slowakije is steunend op de diep
ingewortelde democratische tradities van het
Tsjechische volk geleid door een belangrijken
vertolker van de democratische levensbe
schouwing in den persoon van president
Masarijk, en is in zekeren zin het prototype
geworden van een geheel democratlschen
staat. Het heeft er ten duidelijkste bewijs
van gegeven, dat democratie mogelijk is
mei. vermijding van de uitersten van links
en rechts en dat aan de volkskracht vrije
ontwikkeling te waarborgen verre van een
gevaar te vormen, bijdraagt tot verrijking
en verdieping van het nationale leven. En
ondanks alle moeilijkheden en internationale
crises loopt de tegenwoordige ontwikkeling
van Joego-Slavië en Roemenië met die van
Tsjecho Slowakije parallel.
Naast politieke vqoruitgang, zooals die tot
uiting komt in de wetgevende en administra
tieve vervolmaking in de nieuwe straten
mogen de belangrijke cultureele vorderingen
ender het oog gebracht worden.
Het is te danken aan den democratischen
geest, dat het beschavingswerk van Honga-
rije's buren onmiskenbare voordeelen ver
kreeg boven dat in Hongarije. Het is ge
baseerd op de opvoeding en de ontwikke
ling van talenten en geestelijke vermogens
van de massa. Vandaar, dat, wij wanneer
wij niet louter het bevoorrechte deel van
de Magyaarsche natie namelijk de leden
van haar bezittende klasse en middenstand
en in het bijzonder den adel, beschouwen,
maar de geheele bevolking van het vroe
gere grondgebied van Hongarije, zooals bij
voorbeeld Slowakije, Karpathisch Roethe-
nië en Transsylvanië wij in vergelijking met
voor-oorlogsche tijden op een werkelijk
prachtige cultureele expansie kunnen wijzen.
Daf het meeste voordeel daarvan geplukt
wordt door groepen, die vroeger niet telden,
en in het bijzonder door de Slowaken en
Roethenen is toe te schrijven aan het de
mocratisch karakter van de nieuwe cultuur,
die wat vroeger tekort gedaan is zoekt te
vergoeden.
De vorm, die de kwestie der minderheden
in de praktijk aanneemt toont naar mijn
meening duidelijk, dat die kwestie niet die
ro'. zal blijven spelen, die de tegenstanders
vanhet nieuwe staatsbestel haar de eerste
jaren na den oorlog toeschreven en dat zij
niet beschouwd behoeft te worden als een
hinderpaal voor een normale ontwikkeling.
De minderheden zelf. en met hen alle prac-
tische politici in Centraal Europa worden
het zich langzamerhand bewust, dat een
volledige verwezenlijking van het recht van
zelfbeschikking niet uitvoerbaar is met het
oog op de vermenging van de verschillende
nationaliteiten, dat het echter noodig is on
der alle omstandigheden rekening te houden
met het bestaan van nationale minderhe
den en dat daarom de voornaamste zaak is
een vrijzinnig bewind te vestigen en hun
cultureele en economische ontwikkeling te
gemoet te komen door een nauwkeurige toe
passing van de beginselen der democratie.
Te dezen opzichte kunnen ook de minder
heden bovengeschetste voordeelen van de
democratie niet voorbij zien.
Indien er sprake mocht zijn van een
schending van onderdrukte beginselen moe
ten wij van een wederkeerige spreken en
geenszins van een eenzijdige, daar zij slechts
haar oorzaak vindt in de verregaande ver
menging van rassen en talen in Centraal
Europa en in de geographische en economi
sche noodzaken van het leven der staten.
De ware beteekenls van het nieuwe demo
cratische regime ligt hierin, dat het politieke
en cultureele krachten ontketend heeft, de
oude feodale voorrechten vernietigd en
nieuwe en gezonde elementen heeft naar
voren gebracht, die spoedig gelegenheid
zullen hebben om hun bekwaamheden te
toonen cn een nieuw geluid te laten hooren
in het cultureele leven van geheel Europa.
(Nadruk verboden).
Drt Benesj in gesprek met minister Beelaerts.
Er is wel beweerd, dat Centraal Europa
slechts kon gegrondvest worden ten koste
van een ernstige verkrachting van het
grondbeginsel zelve, waaruit het ontstond.
Geen enkele van zijn nieuwe staten be
staat eigenlijk uit een enkel volk. De gren
zen werden niet alleen land en volkenkun
dig bepaald, maar ook de economische en
geografische overwegingen, met het resul
taat, dat deze nieuwe staten een groot ge
deelte van de moeilijke problemen van
Oostenrijk-Hongarije overnemen, daar ze in
zekeren zin kleiner edities van de oude mo
narchie werden, elk met zijn eigen nationale
minderheden. Toch is het, zonder dit te
willen loochenen mogelijk, aan te toonen,
dat de nieuwe situatie beslist een vooruit
gang vertoont In vergelijking met de oude.
Het criterium van vooruitgang in Centraal-
Europa is daarom niet of er onder de nieu
we omstandigheden ook nationale minder
heden zijn, maar in hoeverre deze nieuwe
edities van OostenrijkHongarije als die
uitdrukking mag worden gebruikt in
staat zijn, ondanks dat bestaan van natio
nale minderheden betere bewijzen van na
tionale tevredenheid en bestaanszekerheid
te geven.
In dit verband mogen wij wijzen op de
waarborgen, verschaft door de internationale
minderheden-tractaten, die als een correc
tief op de nieuwe toestanden bedoeld waren.
Het nieuwe Centraal-Europa is voorbe
stemd om een groep van Staten te zijn.
die nationaal zijn in zooverre dat zij in het
leven geroepen werden door toedoen van
volken, die eens door Oostenrijk-Hongarije
onderdrukt werden en die nu een politieke
onafhankelijkheid genieten, maar tegelij
kertijd staten, die moeten beschouwd wor
den als zeer heterogeen met het oog op de
gedeelten van andere naties, die er in opge
nomen werden, hetzij om geografische, het
zij om economische redenen.
Zonder twijfel is het bestel van zulke sta
ten tot op zekere hoogte inwendig gecom
pliceerder dan vroeger, maar zijn zij soli
der en beteekenender uit internationaal
oogpunt. Deze staten kunnen dienen als
bruggen tusschen Oost en West, tusschen
Noord en Zuid Europa, zij moeten de
nieuwe ideeën en sleutels van internatio
nale samenwerking belichamen. Dit is hun
bijzondere functie in Centraal Europa, van
een goede opvatting daarvan hangt de heele
mogelijkheid tot handhaving van hun in
ternationale positie af. Ik denk het we
zen van deze functie langzamerhand beter
begrepen zal worden, en ik verwacht, dat de
verhoudingen tusschen. de nationale min
derheden en meerderheden in de nieuwe
staten meer en meer een afspiegeling van
dat beter begrip zullen worden.
Het vervuilen van die functie wordt voor
alle:, mogelijk gemaakt door het feit. dat de
nieuwe staatkundige orde in Centraal
Europa als geheel een verstrekkende poli
tieke vooruitgang in democratischen zin be
teekent. Behalve ten aanzien van eenige
onbeduidende uitzonderingsgevallen wierp
de revolutie van 1918 het oude stelsel van
politiek absolutisme geheel omver. De Habs-
burgsche en Hohenzollern dynastieën wer
den verbannen, feodale en hiërarchische in
vloeden en die van hooge militaire kringen
werden vernietigd en het publieke leven
werd opnieuw gegrond, op democratische
grondvesten. De invoering van algemeen
kiesrecht voor volwassenen, niet alleen voor
kamer-, maar ook voor provinciale en ge
meentelijke verkiezingen gaf de staten
een geheel nieuw aanzijn. De politieke
macht, niet langer beperkt tot enkele be
voorrechte klassen ging over op jonge de
mocratische krachten, de massa's van arbei
ders, boeren en middenstanders. Het gevolg
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Ct». per regel.
als ge sproeit met