Godesia GEYSERS R.S.STOKVIS&ZN IHHTfTO©! AN1STIIRPS De nieuwe Liede Brug HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 3 OCTOBER 1929 LETTEREN EN KUNST MUZIEK. FEESTEN R. K. VOLKSBOND. Concert R. K. Mannenkoor St.-Cac- cilia cn Santpoorts dubbel gemengd kwartet. Als vervolgconcert op den dag van giste ren, toen de feestvierende leden van den Volksbond de verrichtingen van het harmo niekorps Euphonia aanhoorden, ging nu een avond die uitsluitend was gewijd aan den zang. Afwisseling alzoo. Maar ook het menu op zichzelf bood prettige variatie door het om beurten optreden van mannenkoor en gemengden koorzang. En tenslotte mocht men de keuze van het programma nog prij zen, waar het aangaande het gehalte geheel lag in het bevattingsvermogen van de hoor ders, waaronder er natuurlijk waren, die niet afkeerig zouden geweest zijn van een genre, dat een trap hooger stond. Een mooi vocaal- werk in palestrinastijl zou heel 'zeker aan bedoelde aanwezigen welkom zijn geweest. Nu was de kerkstijl niet anders vertegen woordigd dan door de Regensburgmannen Witt en Köshe. Het wereldsch lied van ern stig karakter vond representanten in Con- radin Kreutzer en in Blumer, terwijl veel ge hoorde wedstrijd nummers evenmin ontbra ken (Keereweer, Roeske, Hoogerwerf ea.), en daartusschen minder gehoorde als„Vrede" en „Ego sum, pastor bonus" van Jos. de Klerk, prettig aandeden, waar zij braken met den steun der eeuwig-herhaalde ac- coord-opvolgingen. De dirigent, de heer H. J. Arisz, dien we bij herhaling leerden kennen als een koorlei der wlcn het vormen van een welklinkend ensemble met gerustheid kan worden toe vertrouwd, hield echter ook rekening met de capaciteit zijner koren. Het mannenkoor, onderaf deeling van den R. K. Volksbond, bevat naast mooie stemmen ook ettelijke, wien het wezen van den koorzang moet worden aangebracht. Naar mijn gevoelen heeft de heer Arisz, door in dezen trant te werken, alreeds goede dingen bereikt. Als studiowerk in dien zin waren dan de latijn- sche koortjes geenszins te versmaden. Hier was het dat ook de nuanceering viel te roe men, en de minder door moeder natuur be gaafden bleken zich de lessen van den diri gent degelijk te hebben eigen gemaakt, wat toonan zet en toonvorming betreft. En wijl Arisz aan het klankgeheel uiterste zorg be steedt. viel bij St.-Caecilia op te maken, dat het op den goeden weg is: er was nl. alreeds een uitgesproken zin voor kleur op te mer ken. zoodat het gezongene een heel bevre- die- -Ion indruk maakte. Het zingen van chromatische gangen vraagt nog verzorging b.v. bij het stukje van Keereweer. Met minder behoedzaamheid waren na tuurlijk al deze goede dingen te bereiken door het ensemble, dat uit acht bijeenpas- sende stemmen was samengesteld: het ge mengd dubbel kwartet uit Santpoort. Even wel miste ik hier het vrij-uit-zingen. Bij het latijnsch koortje van Jos. de Klerk (ver plicht werkje bij een prima vista afdeeling) werd heel het eerste deel met te groote reser ve gezongen, zoomede het koor „Vrede" van denzelfden componist, insgelijks een ver plichte opgave op denzelfden wedstrijd. Wel bereikte de dirigent ook weer hier een goed klankgeheel, maar algeheel bevredigen deed het niet. Het beste beviel me Blumer's „Trauergesang", dat een uitvoering be- leedde. waarin het persoonlijk cachet, dat de koorleider drukte op zijn arbeid, het meest ongerept tot uiting kwam. G. J. KALT. ANTOINE BOURDELLE GESTORVEN. De groote Fransche beeldhouwer Antoine Bourdelle is op zijn landgoed tb Véslnet, (Seïne-et-Oise) aan een hartkwaal overleden. Ofschoon hij reeds tweemaal te voren een kleinen aanval van hartziekte had doorstaan, scheen hij dm uitstekende gezondheid te genieten en de twee maanden vacantie, die hij pas buiten had doorgebracht, hadden hem goed gedaan. Zeker deed nog kort te voren niets dit plotselinge eindö voorzien. Op het INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regeL een merk van gevestigde reputatie, zijn op onze mon sterzalen steeds in werking te zien. Mogen wij U een geïll. brochure zenden? nv. HANDELMAATSCHAPPIJ MONSTERZALEN Rotterdam, Westzeedijk 507 Amsterdam, Keizersgr. 313' Den Haag, Alexanderstr. 8 Groningen. Hoornschedijk3 mmn einde der vorige week werd hij ziek en gis terenmorgen is hij heengegaan. Hij werd op 30 October 1861 te Montauban geboren, aldüs de N.R.C., als zesde zoon van een meubelmaker. Zijn grootouders waren geitenfokker te Quercy. Zijn vader,beoefende de houtsnijkunst in zijn vrijen tijd en de jongen werd door dit voorbeeld aangemoe digd om kleine beeldjes in klei te boetseeren en te bakken. Zijn arbeid trok de aandacht van den Franschen schrijver Emile Ponvil- lon. Door zijn toedoen kwam de begaafde boerenjongen als leerling op de „Ecole des Beaux-Arts", waartoe de gemeente hem een beurs van zeshonderd francs verleende. Zoo ernstig nam hij zijn studie op, dat hij spoe dig de beurs van de stad Toulouse won, welke hem in staat stelde de „Ecole des Beaux-Arts" te Pary's te bezoeken. In Parijs werkte hij op het atelier van Falguière. Maar, zooals vcCe geniale leerlingen is overkomen, het onderwijs van zijn meester bevredigde hem niet en hij begaf zich op eigen banen. In- tusschen had hij zich groote technische vaardigheid verworven, zoodat hij er in slaagde op het abettor van Rodin te worden toegelaten. Van diens helper werd hij een vriend. Bourdelle was een veelzijdig man; hij heeft proza-gedichten geschreven en bleef tot het laatst het orgel bespelen. Precies vijf en veertig jaar geleden de buteerde hij in de „Salon de Paris" met een buste van den componist Saintis, die nauwe lijks werd opgemerkt en ofschoon een kleine kring van kunstenaars zijn werk spoedig leerde waardeeren, is zijn talent pas laat op waarde geschat. Tenslotte echter is zijn -groote tentoon stelling in het „Palais des Beaux-Arts" te Brussel een luisterrijke triomf geworden. In 1885 had hij zijn eerste onderscheiding ge kregen in den verm van een eervolle ver melding op de tentoonstelling der „Artistes francais". Vijf jaar later werd hij Ud van de „Na tionale", op wier exposities hij geregeld zijn werk toonde. Zijn eerste groote arbeid was hot monument voor de gesneuvelden van Montauban in den Fransch-Duitschen oor log van 1870, waaraan hij in 1897 begon en vijf jaar lang werkte. Daarna begonnen zijn groote gaven zich eerst recht te toonen. „Het onsterfelijke Hellas" dateert van 1905, de beroemde buste van Ingres van 1908, de „Herakles" van 1910, „Penelope", de versie ringen van het Theatre des Champs Elysées zijn in de volgende jaren tot stand gekomen en de „Centaar" is van 1914. Eerst in April van dit jaar werd zijn eerste standbeeld, dat van Adam Mickiewicz, den Poolschen vrij heidsdichter, te Parijs onthuld. UITGAAN. Gem. Concertzaal. Zondag 6 October komt de impressario Jac. Smits met de eerste specialiteiten voorstelling in de Gem. Concertzaal. Voor dezen avond is een buitengewoon program ma samengesteld. Als gast zal optreden de bekende revue- en operettekomiek Piet Kohier. Verder Harry Woodward, de koddige parodist; Pauline Hervé, de revuester; de Vijf Sernaros, Romeinsche gladiatoren; Miss Carnies, de Lichtfee, de drie Hollanos, Icari- sche spelen. Een programma zooals nog niet in Haarlem is. opgevoerd. Een druk bezoek wordt verwacht. GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE OPVOEDING. In het tijdvak 1630 September zijn in de gemeentelijke zweminrichtingen 9872 baden genomen, verdwld als volgt: Houtvaart. Abonnés 35 cents baden 10 cents baden Ve ree nigin gsbaden Schoolhaden Kostelooze baden Delft. Abonnés 35 cents baden 10 cents baden Vereenigin gsbaden Schoolbaden mannen, vrouwen. 501 20 80 160 286 1802 2849 Het werk dat thans geheel verlaten ligt 21 96 132 592 2008 mannen, vrouwen 1120 56 220 Totaal 1920 1605 Totaal aantal genomeu baden in het seizoen 1929: 284.644. mannen, vrouwen. Totaal. 23510 22471 50981 Abonnementsinrichting Houtvaart Inr. voor kosteloos gebruik Houtvaart 68917 Abonnementsinr. aan de Delft 48692 Totaal 146119 69351 46703 138525 138268 95395 284644 Het aantal uitgereikte diploma's als ge oefend zwemmer (ster) bedraagt in dit sei zoen: mannen 308 vrouwen 332. Totaal 640. Het aantal in dit seizoen genomen school- bad t'n bedraagt 24598, waarvan 14867 jongens en 9731 meisjes. ARBEIDSBEMIDDELING. Dezer dagen heeft in het gebouw der Dis- tricts-Arbeidsbeurs te Haarlem onder leiding van den Directeur der Districts-arbeidsbeurs den heer J. Vader, een vergadering van cor respondenten in het district Haarlem plaats gevonden. In de voormiddag-vergadering gaf de voor zitter bij bescheiden in gebruik bij de Gem. Arbeidsbeurs van Haarlem, een uiteenzetting van den gang van zaken bij de arbeidsbe middeling, welk euiteenzetting aanleiding gaf tot het stellen van verschillende vragen van de zijde der correspondenten. Tenslotte werd één en ander nader gedemonstreerd op het bureau van de afdeeling mannen van de beurs. In de namiddagbïj eenkomst werd bespro ken het belang van het bijwonen van den a.s. cursus voor arbeidsbemiddelingsperso- neel te Amsterdam terwijl daarna de vraag aan de orde werd gesteld in hoeverre de ar beiders in de bloembollenstreek voldoende zijn georganiseerd-, in het bijzonder ook in verband met de omstandigheid der langdu rige winterwerkloosheid, en welke maatrege len van de zijde der correspondenten, tevens op een enkele uitzondering na allen ambte naren voor de werkloosheidsverzekering, zou den kunnen worden genomen om de verze kering te bevorderen. Ten slotte hield de heer Th. van Lier, refe rendaris bij den Rijksdienst der Werkloos heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te 's-Gravenhage een inleiding over het onder werp: Wat kunnen de districts-arbeidsbeurs en de correspondentschappen doen aan be middeling naar België (en Frankrijk)? Deze inleiding werd ook bijgewoond door den Burgemeester van Haarlemmermeer, ter wijl wethouders der gemeenten Velsen en Hillegom, die van plan waren geweest deze inleiding bij te wonen, daarin op het laatste oogenblik verhinderd waren. Sinds eenigen tijd ligt het werk aan den bouw van de nieuwe Liedebrug in den weg HaarlemAmsterdam, stil. De oorzaak is, dat de aannemer in financieele moeilijkhe den is geraakt en zijn faillissement is uit gesproken. De Rijkswaterstaat heeft nu ech ter maatregelen getroffen om het werk door gang te kunnen doen vinden en de arbeid zal Vrijdag hervat worden. Men hoopt voor het einde van het jaar nog klaar te komen met den brugbouw. Twee gedeelten van de brug zijn reeds voor het verkeer opengesteld, er wordt nog gewerkt aan het middelste ge deelte. Het slechte weer kan echter van nadeeligen invloed zijn op het betonstorten. Do werkzaamheden aan deze brug duren nu reeds twee jaar. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. C. K. het in staat van dronkenschap eens anders veiligheid bedreigen f 5 subs. 5 dagen hechtenis. D. F. W. W. het ais bestuurder van een rijwiel in bochten binnen de bebouwde kommen, niet de rechterzijde van den weg houden f 0.50 subs. 1 dag hechtenis. P. W. J. L. overtreding der verordening op de win kelsluiting f 2 subs. 2 dagen hechtenis. Ch. G. v. O. overtreding der Motor- en Rijwiehvet en het Motor- en Rijwielreglement f 3 subs. 3 dagen hechtenis f 2 subs. 2 dagen hechtenis en f 5 subs. 5 dagen hechtenis. K. F. H. M. het te Bloemendaal als bestuurder van een motorrijtuig sneller rijden dan de voorge schreven maximum snelheid f 10 subs. 10 dagen hechtenis. A. v. d. V. overtreding der Motor- en Rijwielwet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. A. J. L. idem 2 maal f 3 subs. 2 maal 3 dagen hechtenis. H. D. idem 2 maal f 1.50 subs. 2 maal 1 dag hechtenis. R. N. het te Heemstede openbare gronden tot een bij zonder doel in gebruik nemen zonder vergun ning f 3 subs. 3 dagen hechtenis. G. S. over treding der Motor- en Rijwielwet f 5 subs. 5 dagen hechtenis. J. S. overtreding der Leer plichtwet f 2 subs. 2 dagen hechtenis. J. S. idem f 2 subs. 2 dagen hechtenis. A. J. V. overtreding van het reglement op de vis- schershaven f 5 subs. 5 dagen hechtenis. H. S. overtreding der Arbeidswet 2 maal f 8 subs. 8 dagen hechtenis, voor elke boete. H. J. M. K. idem f 6 subs.' 6 dagen hechtenis. J. J. M. overtreding van art. 50 der alg. pol. veror dening van Velsen f 1 subs. 1 dag hechtenis. W. Th. idem f 1 subs. 1 dag hechtenis. 1 E. B„ 2 H. P. R. overtreding van het alg. regle ment op den dienst der .spoorwegen f 5 subs. 5 dagen hechtenis voor elke boete. P. S. straatschenderij f 5 subs. 5 dagen hechtenis. J. F. de G. overtreding der Motor- en Rij wielwet f 8 subs. 8 dagen hechtenis. J. K. idem f 8 subs. 8 dagen hechtenis. H. J. v. G. idem f 100 subs. 50 dagen hechtenis. H. P. de H. idem f 30 subs. 30 dagen hechtenis. J. van G. overtreding van artikel 6 van het Motor- en Rijwielreglement f 15 subs. 15 da gen hechtenis. S. M. S. overtreding van art. 5 van het Motor- en Rijwielreglement f 15 subs. 15 dagen hechtenis. EEN VERVALSCHTE POSTWISSEL. Op het postkantoor te Leeuwarden is een vervalschte postwissel aangeboden. Van één gulden en 2 ct. was één honderd een en twintig gemaakt met zóó vaardige hand, dat het bedrog waarschijnlijk zou zijn gelukt, ais het niet de aandacht van den ambtens-- had getrokken, dat de postwissel met een dubbeltje was gefrankeerd, meldt de N.R.C. Daardoor kreeg hij wantrouwen en verzocht den aanbieder even te wachten, waarna hij den zaalwachter en den directeur waar schuwde. De aanbieder van den postwissel had intusschen kans gezien, er vandoor *,e gaan, maar de ambtenaar kon zijn signale ment aan de politie meedeelen, die den dader den 20-jarigen L.A., spoedig in zijn woning heeft gearresteerd. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regeL IKRyeT ALLES'N BEURT MET PLEINES'DUIF2FFD 6QRDIJNENVENSTERS .DEUR EN. KASTEN EN7 net Hoedje uit Florence, Vereenigd Tooneel. Rivalen, Nieuw Neder- landsch Tooneel. Na het uittreden van Van Dalsum en eeni- ge andere bekende artistcn uit Het Veree nigd Tooneel en het engageeren van Johan de Meester door Verkade en Verbeek was het te voorzien, dat het nieuwe tooneelsei- zoen geen „dood seizoen" zou worden. De oprichting van het Oost Nederlandsch Too neel heeft slapenden wakker geschud, al thans te Amsterdam! Cor van der Lugt Melsert, die zijn positie te Den Haag weinig of niet bedreigd ziet, gaat op den ouden voet door, maar in de hoofdstad houdt men terdege rekening met den nieuwen concur rent uit het Oosten en dat kan niet anders dan ons tooneel ton goede komen. Jonge kunstenaars geven thans de richting aan: Johan de Meester bij Het Vereenigd Too neel, Louis Saalbom bij Het Nieuw Neder landsch Tooneel cn wij noemen alleen de meest representatieven onder hen Albert van Dalsum bij Het Oost Nederlandsch Too neel. Er is thans leven in dc brouwerij, er waait een frissche wind door de Amsterdam- sche schouwburgen en het is wel zeker, dat ons dit jaar op tooneelgebied belangrijke dingen te wachten staan. In de opvoeringen, welke thans te Amsterdam gegeven worden, komt dit reeds tot uitdrukking en zelden is een tooneelselzoen dan ook zoo frisch en ki-achtig ingezet als het thans aangevangc- ne. Dat alles reeds zuivere artistieke winst is. zou ik niet gaarne durven beweren, maar cr is althans een mooi opwaartsch streven te erkennen, er is bij allen weer geloof in het tooneel, er is weer idealisme bij de leiders. En dat de gezelschappen het in ver schillende richtingen zoeken, geeft ons te meer hoop, dat het seizoen allerminst duf en vervelend zal worden. Johan de Meester heeft bij het Vereenigd Tooneel zijn entrée gemaakt met „Het Hoedje uit Florence", een luchtige, grappige vaudeville uit de oude doos. een meester stukje in zijn soort. Het was te venvachten, dat het. „Hoedje" van Labiche door de Meester tot een hypermodern model zou y,-orden vervormd, dat hij het geheel nieuw zou kleuren en er vele nieuwe linten omheen zouden komen. Misschien zou Labiche zijn oorspronkelijk model nauwelijks herkend hebben. „Is dat mijn hoedje", zou hij waar schijnlijk hebben uitgeroepen, als hij het zoo vervormde model had weergezien en ik ver moed, dat hij zijn handen van verbazing in elkaar zou slaan, evenzeer als Vondel en Mo lière het zouden doen, als zij nog eens op dc aarde terug konden komen en hun werk zou den kunnen zien, zooals het onder de Mees- ter's handen vandaan ten tooneele ver schijnt. Wij weten nu eenmaal, dat bij een tooneelstuk. door Joh. de Meester geregis seerd. er ongeveer de helft en soms nog minder van den schrijver wordt gegeven en dat de rest van den regisseur is. Geen Hollandsch tooneelleider dringt zich per soonlijk in zijn regie zoo naar voren als Jo han de Meester: vandaar dan ook, dat de door hem geleide opvoeringen geheel het cachet van „de Meester" verkrijgen. Labiche kan daar wel tegen en de vau deville wordt in haar waarde allerminst aan getast, wanneer alles zooals de Meester het doet sterk in de caricatuur wordt ge trokken. „Poppenkast" hoorde ik heel ver ontwaardigd naast mij een heer, die aan deze nieuwe manier van spelen en regie nog moest gewennen, zeggen. Ik kon hem niet geheel ongelijk geven, maar ik moest daarbij erkennen, dat het een amusante en kleurige poppenkast was. Of het niet al heel gauw zou gaan vervelen, als wij altijd zulke pop pen inplaats van menschen op het tooneel zouden zien, is een andere vraag vijf be drijven bleken zelfs voor het experiment al wat te lang maar de voorstelling van de ze oude vaudeville was in ieder geval le vendig, dol en amusant. En zij was origi neel! Het was anders dan anders! Het boeide althans in de eerste drie bedrijven door- het ongewone, de frissche, kleurige décors, dc onverwachte aardige regievondsten zoo als de potsierlijke optocht van den bruilofts stoet rond het orkest, het trillend licht waarin Fadinard en Beauperthius werden ge plaatst. als zij in doodsangst verkeeren. de ongemeene wijze, waarop Fadinard zijn bloe metjes begietend een monoloog afsteekt en de moderne, geestige muziek van Ibert uitstekend uitgevoerd door een orkest onder leiding van L. M. G. Arntzenius. Er waren ook détails zooals het kinderachtige gedoe van de garde civique die wij minder kon den waardeeren. Niet aldoor heeft de Mees ter in zijn caricaturen maat weten te hou den, maar dat is licht te verwachten van iemand, die zoo veel van zich zelf in de regie wil brengen. Niet alle artisten vermochten reeds dade lijk zich aan den stijl van de Meester aan te passen en vooral de oudere krachten zoo als Willem Hunsche en nog meer mevrouw Chrispijn-Mulder hadden er moeite mee. Komediespelen in den ouden trant is het al lerminst, wat de Meester verlangt. Mijn ver ontwaardigde buurman de man van het .poppenkast" zei: „Ze maken d'er maar wat van!" en ik kan mij zoo'n ontboezeming van iemand, die aan het oude tooneel ge woon is, zeer goed begrijpen. Ook hieraan moet men wennen. De jongere krachten zooals Frits van Dijk, Hans van Meerten, Rob Geraerds, Minny ten Hove, Paul Storm en niet te vergeten Georgette Hagedoorn ging het gemakkelijker af. Zij hadden dezen nieu wen speelstijl beter te pakken. Johan Kaart, dobberde in de hoofdrol tusschen de twee richtingen in, maar Kaart heeft genoeg ko mische kracht uit zichzelf om van Fadinard, den bruidegom, die vijf bedrijven lang enkel door een hoedje tusschen hel en hemel zweeft, iets zeer grappigs te maken. Hij speelde in een levendig, Fransch tempo maar bleef in al zijn angsten toch aldoor een ge moedelijke, leuke Hollander. Er was, toen ik de voorstelling bijwoonde, zeer groote belangstelling voor „Het Hoedje uit Florence"; dc Stadsschouwburg was stampvol. Dc waardeering voor het werk van de Meester bleek zooals ik vroeger reeds heb voorspeld zeer verdeeld. Ik zat tus schen opgetogen en diep verontwaai-digde menschen. Ik voor mij meen, dat deze voor stelling „ni cette indignité ni eet excès d'honneur" verdient. Men vergat te veel, dat het nog September was. de oude kermis- maand. Wij zagen een alleraardigste, verma kelijke voorstelling van een kermisstuk! Meer heeft men niet willen geven. Het. oordcel over de Meester als regisseur bij Het Vereenigd Tooneel zal men moeten opschorten, totdat hij met ernstiger werk voor het voetlicht is gekomen. Bij Het Nieuw Nederlandsch Tooneel wordt heel anders dan in Het Hoedje van Florence nog op zijn ouderwetsch „ko medie gespeeld". Althans door de twee hoofd personen Oscar Tourniaire en Louis Saal- born! Wanneer Saalborn in een kort voor woord op „Rivalen" in het programma schrijft „dat dit een soort dier stukken is, dat het theater noodig heeft als dagelijksch brood", dan weten wij ook tevens in welk soort de leider van Het Nieuw Nederlandsch Tooneel gelooft. Dat Is het tooneel, waarin de spelers om het maar populair uit te drukken „hem nog ^ens van katoen kunnen geven". Want vergeleken bij Rivalen een oorlogsstuk, waarin kapitein Flagg en sergeant Quirt in hun strijd om Charmaine, de struische doch ter van Pierre de la Cognac, tegenstanders zijn, maar kameraden, zoodra zij weer gezamenlijk oprukken naar het front is Blanke Ballast zelfs nog maar kinderwerk. Het vraagt aldoor pootig, sterk aangezet spel. Modern is dit door Zuckmayer naar Anderson's en Stalling's „What price Glory" bewerkte stuk ondanks het wat zonderlinge decor van het half verwoeste dorp en den transportband, waarover aan het slot de Amerikaansche troepen ten strijde trekken, allerminst. Integendeel, het staat met zijn grove effecten en zUn primitieve personen vrij dicht bij den ouden draak. Het heeft ook een groote verwantschap met de film. De' tooneelen, die zich in de bomvrije „onder komens" in de voorste gevechtslinie afspelen, de scènes tusschen Flagg en Quirt en ook het zeer suggestieve slot, het in het half donker oprukken van de troepen naar het front, wij hebben dat alles ook op de Ameri kaansche oorlogsfilm gezien. Ik kan mij voor stellen, dat zulk werk iemand als Saalborn, die allereerst tooneelspeler is meer tooneel- speler dan regisseur aantrekt. En waar schijnlijk ook velen, die van krachtig tooneel houden. Of een dergelijk stuk ook een zuiver beeld van d%n oorlog geeft? In het derde bedrijf dat in de' voorste linie speelt, zeer zeker het meest! Dit leek een illustratie van een frag ment uit Remarque's „lm Westen nichts Neues". En ook de slotscène gaf even een beeld van de werkelijkheid. Maar de andere bedrijven? Zij gaven ons meer den oorlog, zooals de filmbezoekers die bij voorkeur zien dan de gruwelijke realiteit. Het was wel heel erg „Amerikaansch". De compagnie van kapitein Flagg deed vooral door den over laden humor soms aan een operette-com pagnie' denken en de stramme generaal met zijn Duitsche manieren contrasteerde wel heel sterk tegen deze vrijgevochten bende van Flagg. Maar het kan niet worden ontkend, dat er in Rivalen prachtig komedie wordt ge speeld door Tourniaire en Saalborn, door Tourniaire vooral. Kapitein Flagg van Tour niaire is kortweg een meesterlijke creatie. Eerlijk gezegd had ik Tourniaire, wiens talent in hoi komische mij altijd sterker getroffen heeft dan in het drama tische, tot zoo sterk, pootig, gaaf en be- heerscht spel in 'n rol als van dezen kapitein Flagg nie't in staat geacht. Het is prachtig, zooals hij dezen ruwen kerel in zijn verschil lende phasen weergeeft en in het laatste bedrijf, wanneer hij doodelijk uitgeput door vijf slapelooze frontdagen en frontnachten nauwelijks meer in staat is zich op de been te houden om dan ten slotte toch weer op te veeren, als het gevaar dreigt, was zijn spel zoo suggestief, dat ik het met bewondering en verwondering tevens volgde. Bravo en nogeens bravo, Tourniaire! Hij kreeg van Saalborn, die uitbundiger mocht zijn, vol komen het verlangde tegenspel. Dat was sappig en krachtig van leven. Het spel van deze twee ras-acteurs stond eigenlijk geheel apart. De anderen bleven er een heel stuk onder, ook Julia, de Gruyter al bracht zij voor de rol van do struische, minzieke Charmaine veel mee. Wanneer de regie de soldaten vooral Flor la Roche wat weet te temperen in hun uitbundigen humor, zal de totaal-indruk zeker nog grooter worden. Aan het slot dor voorstelling, die ik bij woonde, was krachtig applaus en klonken er zelfs bravo's, een bewijs, dat het sterke spel van Saalborn en Tourniaire zijn uitwerking op het publiek niet had gemist. Over ,De Drie Stuivers-Opera" door 't Oost- Nederlandsch Tooneel in een volgend arti kel. J. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14