Godesia
GEYSERS
R.S.STOKVIS&ZN
IHHTfTO©!
AN1STIIRPS
De nieuwe Liede Brug
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 3 OCTOBER 1929
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
FEESTEN R. K. VOLKSBOND.
Concert R. K. Mannenkoor St.-Cac-
cilia cn Santpoorts dubbel gemengd
kwartet.
Als vervolgconcert op den dag van giste
ren, toen de feestvierende leden van den
Volksbond de verrichtingen van het harmo
niekorps Euphonia aanhoorden, ging nu een
avond die uitsluitend was gewijd aan den
zang. Afwisseling alzoo. Maar ook het menu
op zichzelf bood prettige variatie door het
om beurten optreden van mannenkoor en
gemengden koorzang. En tenslotte mocht
men de keuze van het programma nog prij
zen, waar het aangaande het gehalte geheel
lag in het bevattingsvermogen van de hoor
ders, waaronder er natuurlijk waren, die niet
afkeerig zouden geweest zijn van een genre,
dat een trap hooger stond. Een mooi vocaal-
werk in palestrinastijl zou heel 'zeker aan
bedoelde aanwezigen welkom zijn geweest.
Nu was de kerkstijl niet anders vertegen
woordigd dan door de Regensburgmannen
Witt en Köshe. Het wereldsch lied van ern
stig karakter vond representanten in Con-
radin Kreutzer en in Blumer, terwijl veel ge
hoorde wedstrijd nummers evenmin ontbra
ken (Keereweer, Roeske, Hoogerwerf ea.),
en daartusschen minder gehoorde als„Vrede"
en „Ego sum, pastor bonus" van Jos. de
Klerk, prettig aandeden, waar zij braken
met den steun der eeuwig-herhaalde ac-
coord-opvolgingen.
De dirigent, de heer H. J. Arisz, dien we
bij herhaling leerden kennen als een koorlei
der wlcn het vormen van een welklinkend
ensemble met gerustheid kan worden toe
vertrouwd, hield echter ook rekening met de
capaciteit zijner koren. Het mannenkoor,
onderaf deeling van den R. K. Volksbond,
bevat naast mooie stemmen ook ettelijke,
wien het wezen van den koorzang moet
worden aangebracht. Naar mijn gevoelen
heeft de heer Arisz, door in dezen trant te
werken, alreeds goede dingen bereikt. Als
studiowerk in dien zin waren dan de latijn-
sche koortjes geenszins te versmaden. Hier
was het dat ook de nuanceering viel te roe
men, en de minder door moeder natuur be
gaafden bleken zich de lessen van den diri
gent degelijk te hebben eigen gemaakt, wat
toonan zet en toonvorming betreft. En wijl
Arisz aan het klankgeheel uiterste zorg be
steedt. viel bij St.-Caecilia op te maken, dat
het op den goeden weg is: er was nl. alreeds
een uitgesproken zin voor kleur op te mer
ken. zoodat het gezongene een heel bevre-
die- -Ion indruk maakte. Het zingen van
chromatische gangen vraagt nog verzorging
b.v. bij het stukje van Keereweer.
Met minder behoedzaamheid waren na
tuurlijk al deze goede dingen te bereiken
door het ensemble, dat uit acht bijeenpas-
sende stemmen was samengesteld: het ge
mengd dubbel kwartet uit Santpoort. Even
wel miste ik hier het vrij-uit-zingen. Bij
het latijnsch koortje van Jos. de Klerk (ver
plicht werkje bij een prima vista afdeeling)
werd heel het eerste deel met te groote reser
ve gezongen, zoomede het koor „Vrede" van
denzelfden componist, insgelijks een ver
plichte opgave op denzelfden wedstrijd.
Wel bereikte de dirigent ook weer hier een
goed klankgeheel, maar algeheel bevredigen
deed het niet. Het beste beviel me Blumer's
„Trauergesang", dat een uitvoering be-
leedde. waarin het persoonlijk cachet, dat de
koorleider drukte op zijn arbeid, het meest
ongerept tot uiting kwam.
G. J. KALT.
ANTOINE BOURDELLE
GESTORVEN.
De groote Fransche beeldhouwer Antoine
Bourdelle is op zijn landgoed tb Véslnet,
(Seïne-et-Oise) aan een hartkwaal overleden.
Ofschoon hij reeds tweemaal te voren een
kleinen aanval van hartziekte had doorstaan,
scheen hij dm uitstekende gezondheid te
genieten en de twee maanden vacantie, die
hij pas buiten had doorgebracht, hadden hem
goed gedaan. Zeker deed nog kort te voren
niets dit plotselinge eindö voorzien. Op het
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct*. per regeL
een merk van gevestigde
reputatie, zijn op onze mon
sterzalen steeds in werking
te zien. Mogen wij U een
geïll. brochure zenden?
nv. HANDELMAATSCHAPPIJ
MONSTERZALEN
Rotterdam, Westzeedijk 507
Amsterdam, Keizersgr. 313'
Den Haag, Alexanderstr. 8
Groningen. Hoornschedijk3
mmn
einde der vorige week werd hij ziek en gis
terenmorgen is hij heengegaan.
Hij werd op 30 October 1861 te Montauban
geboren, aldüs de N.R.C., als zesde zoon van
een meubelmaker. Zijn grootouders waren
geitenfokker te Quercy. Zijn vader,beoefende
de houtsnijkunst in zijn vrijen tijd en de
jongen werd door dit voorbeeld aangemoe
digd om kleine beeldjes in klei te boetseeren
en te bakken. Zijn arbeid trok de aandacht
van den Franschen schrijver Emile Ponvil-
lon. Door zijn toedoen kwam de begaafde
boerenjongen als leerling op de „Ecole des
Beaux-Arts", waartoe de gemeente hem een
beurs van zeshonderd francs verleende. Zoo
ernstig nam hij zijn studie op, dat hij spoe
dig de beurs van de stad Toulouse won, welke
hem in staat stelde de „Ecole des Beaux-Arts"
te Pary's te bezoeken. In Parijs werkte hij
op het atelier van Falguière. Maar, zooals
vcCe geniale leerlingen is overkomen, het
onderwijs van zijn meester bevredigde hem
niet en hij begaf zich op eigen banen. In-
tusschen had hij zich groote technische
vaardigheid verworven, zoodat hij er in
slaagde op het abettor van Rodin te worden
toegelaten. Van diens helper werd hij een
vriend. Bourdelle was een veelzijdig man;
hij heeft proza-gedichten geschreven en
bleef tot het laatst het orgel bespelen.
Precies vijf en veertig jaar geleden de
buteerde hij in de „Salon de Paris" met een
buste van den componist Saintis, die nauwe
lijks werd opgemerkt en ofschoon een kleine
kring van kunstenaars zijn werk spoedig
leerde waardeeren, is zijn talent pas laat op
waarde geschat.
Tenslotte echter is zijn -groote tentoon
stelling in het „Palais des Beaux-Arts" te
Brussel een luisterrijke triomf geworden. In
1885 had hij zijn eerste onderscheiding ge
kregen in den verm van een eervolle ver
melding op de tentoonstelling der „Artistes
francais".
Vijf jaar later werd hij Ud van de „Na
tionale", op wier exposities hij geregeld zijn
werk toonde. Zijn eerste groote arbeid was
hot monument voor de gesneuvelden van
Montauban in den Fransch-Duitschen oor
log van 1870, waaraan hij in 1897 begon en
vijf jaar lang werkte. Daarna begonnen zijn
groote gaven zich eerst recht te toonen. „Het
onsterfelijke Hellas" dateert van 1905, de
beroemde buste van Ingres van 1908, de
„Herakles" van 1910, „Penelope", de versie
ringen van het Theatre des Champs Elysées
zijn in de volgende jaren tot stand gekomen
en de „Centaar" is van 1914. Eerst in April
van dit jaar werd zijn eerste standbeeld, dat
van Adam Mickiewicz, den Poolschen vrij
heidsdichter, te Parijs onthuld.
UITGAAN.
Gem. Concertzaal.
Zondag 6 October komt de impressario
Jac. Smits met de eerste specialiteiten
voorstelling in de Gem. Concertzaal. Voor
dezen avond is een buitengewoon program
ma samengesteld. Als gast zal optreden de
bekende revue- en operettekomiek Piet
Kohier. Verder Harry Woodward, de koddige
parodist; Pauline Hervé, de revuester; de
Vijf Sernaros, Romeinsche gladiatoren; Miss
Carnies, de Lichtfee, de drie Hollanos, Icari-
sche spelen. Een programma zooals nog niet
in Haarlem is. opgevoerd. Een druk bezoek
wordt verwacht.
GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE
OPVOEDING.
In het tijdvak 1630 September zijn in
de gemeentelijke zweminrichtingen 9872
baden genomen, verdwld als volgt:
Houtvaart.
Abonnés
35 cents baden
10 cents baden
Ve ree nigin gsbaden
Schoolhaden
Kostelooze baden
Delft.
Abonnés
35 cents baden
10 cents baden
Vereenigin gsbaden
Schoolbaden
mannen, vrouwen.
501
20
80
160
286
1802
2849
Het werk dat thans geheel verlaten ligt
21
96
132
592
2008
mannen, vrouwen
1120
56
220
Totaal 1920
1605
Totaal aantal genomeu baden in het seizoen
1929: 284.644.
mannen, vrouwen. Totaal.
23510 22471 50981
Abonnementsinrichting
Houtvaart
Inr. voor kosteloos
gebruik Houtvaart 68917
Abonnementsinr.
aan de Delft 48692
Totaal 146119
69351
46703
138525
138268
95395
284644
Het aantal uitgereikte diploma's als ge
oefend zwemmer (ster) bedraagt in dit sei
zoen:
mannen 308 vrouwen 332. Totaal 640.
Het aantal in dit seizoen genomen school-
bad t'n bedraagt 24598, waarvan 14867 jongens
en 9731 meisjes.
ARBEIDSBEMIDDELING.
Dezer dagen heeft in het gebouw der Dis-
tricts-Arbeidsbeurs te Haarlem onder leiding
van den Directeur der Districts-arbeidsbeurs
den heer J. Vader, een vergadering van cor
respondenten in het district Haarlem plaats
gevonden.
In de voormiddag-vergadering gaf de voor
zitter bij bescheiden in gebruik bij de Gem.
Arbeidsbeurs van Haarlem, een uiteenzetting
van den gang van zaken bij de arbeidsbe
middeling, welk euiteenzetting aanleiding
gaf tot het stellen van verschillende vragen
van de zijde der correspondenten. Tenslotte
werd één en ander nader gedemonstreerd op
het bureau van de afdeeling mannen van de
beurs.
In de namiddagbïj eenkomst werd bespro
ken het belang van het bijwonen van den
a.s. cursus voor arbeidsbemiddelingsperso-
neel te Amsterdam terwijl daarna de vraag
aan de orde werd gesteld in hoeverre de ar
beiders in de bloembollenstreek voldoende
zijn georganiseerd-, in het bijzonder ook in
verband met de omstandigheid der langdu
rige winterwerkloosheid, en welke maatrege
len van de zijde der correspondenten, tevens
op een enkele uitzondering na allen ambte
naren voor de werkloosheidsverzekering, zou
den kunnen worden genomen om de verze
kering te bevorderen.
Ten slotte hield de heer Th. van Lier, refe
rendaris bij den Rijksdienst der Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te
's-Gravenhage een inleiding over het onder
werp: Wat kunnen de districts-arbeidsbeurs
en de correspondentschappen doen aan be
middeling naar België (en Frankrijk)?
Deze inleiding werd ook bijgewoond door
den Burgemeester van Haarlemmermeer, ter
wijl wethouders der gemeenten Velsen en
Hillegom, die van plan waren geweest deze
inleiding bij te wonen, daarin op het laatste
oogenblik verhinderd waren.
Sinds eenigen tijd ligt het werk aan den
bouw van de nieuwe Liedebrug in den weg
HaarlemAmsterdam, stil. De oorzaak is,
dat de aannemer in financieele moeilijkhe
den is geraakt en zijn faillissement is uit
gesproken. De Rijkswaterstaat heeft nu ech
ter maatregelen getroffen om het werk door
gang te kunnen doen vinden en de arbeid
zal Vrijdag hervat worden. Men hoopt voor
het einde van het jaar nog klaar te komen
met den brugbouw. Twee gedeelten van de
brug zijn reeds voor het verkeer opengesteld,
er wordt nog gewerkt aan het middelste ge
deelte. Het slechte weer kan echter van
nadeeligen invloed zijn op het betonstorten.
Do werkzaamheden aan deze brug duren nu
reeds twee jaar.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
C. K. het in staat van dronkenschap eens
anders veiligheid bedreigen f 5 subs. 5 dagen
hechtenis. D. F. W. W. het ais bestuurder van
een rijwiel in bochten binnen de bebouwde
kommen, niet de rechterzijde van den weg
houden f 0.50 subs. 1 dag hechtenis. P. W. J.
L. overtreding der verordening op de win
kelsluiting f 2 subs. 2 dagen hechtenis. Ch. G.
v. O. overtreding der Motor- en Rijwiehvet
en het Motor- en Rijwielreglement f 3 subs.
3 dagen hechtenis f 2 subs. 2 dagen hechtenis
en f 5 subs. 5 dagen hechtenis. K. F. H. M.
het te Bloemendaal als bestuurder van een
motorrijtuig sneller rijden dan de voorge
schreven maximum snelheid f 10 subs. 10
dagen hechtenis. A. v. d. V. overtreding der
Motor- en Rijwielwet f 10 subs. 10 dagen
hechtenis. A. J. L. idem 2 maal f 3 subs. 2
maal 3 dagen hechtenis. H. D. idem 2 maal
f 1.50 subs. 2 maal 1 dag hechtenis. R. N. het
te Heemstede openbare gronden tot een bij
zonder doel in gebruik nemen zonder vergun
ning f 3 subs. 3 dagen hechtenis. G. S. over
treding der Motor- en Rijwielwet f 5 subs. 5
dagen hechtenis. J. S. overtreding der Leer
plichtwet f 2 subs. 2 dagen hechtenis. J. S.
idem f 2 subs. 2 dagen hechtenis. A. J. V.
overtreding van het reglement op de vis-
schershaven f 5 subs. 5 dagen hechtenis. H.
S. overtreding der Arbeidswet 2 maal f 8 subs.
8 dagen hechtenis, voor elke boete. H. J. M. K.
idem f 6 subs.' 6 dagen hechtenis. J. J. M.
overtreding van art. 50 der alg. pol. veror
dening van Velsen f 1 subs. 1 dag hechtenis.
W. Th. idem f 1 subs. 1 dag hechtenis. 1 E.
B„ 2 H. P. R. overtreding van het alg. regle
ment op den dienst der .spoorwegen f 5 subs.
5 dagen hechtenis voor elke boete. P. S.
straatschenderij f 5 subs. 5 dagen hechtenis.
J. F. de G. overtreding der Motor- en Rij
wielwet f 8 subs. 8 dagen hechtenis. J. K.
idem f 8 subs. 8 dagen hechtenis. H. J. v. G.
idem f 100 subs. 50 dagen hechtenis. H. P.
de H. idem f 30 subs. 30 dagen hechtenis. J.
van G. overtreding van artikel 6 van het
Motor- en Rijwielreglement f 15 subs. 15 da
gen hechtenis. S. M. S. overtreding van art.
5 van het Motor- en Rijwielreglement f 15
subs. 15 dagen hechtenis.
EEN VERVALSCHTE POSTWISSEL.
Op het postkantoor te Leeuwarden is een
vervalschte postwissel aangeboden. Van één
gulden en 2 ct. was één honderd een en
twintig gemaakt met zóó vaardige hand, dat
het bedrog waarschijnlijk zou zijn gelukt, ais
het niet de aandacht van den ambtens--
had getrokken, dat de postwissel met een
dubbeltje was gefrankeerd, meldt de N.R.C.
Daardoor kreeg hij wantrouwen en verzocht
den aanbieder even te wachten, waarna hij
den zaalwachter en den directeur waar
schuwde. De aanbieder van den postwissel
had intusschen kans gezien, er vandoor *,e
gaan, maar de ambtenaar kon zijn signale
ment aan de politie meedeelen, die den dader
den 20-jarigen L.A., spoedig in zijn woning
heeft gearresteerd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regeL
IKRyeT ALLES'N BEURT MET PLEINES'DUIF2FFD
6QRDIJNENVENSTERS .DEUR EN. KASTEN EN7
net Hoedje uit Florence, Vereenigd
Tooneel. Rivalen, Nieuw Neder-
landsch Tooneel.
Na het uittreden van Van Dalsum en eeni-
ge andere bekende artistcn uit Het Veree
nigd Tooneel en het engageeren van Johan
de Meester door Verkade en Verbeek was
het te voorzien, dat het nieuwe tooneelsei-
zoen geen „dood seizoen" zou worden. De
oprichting van het Oost Nederlandsch Too
neel heeft slapenden wakker geschud, al
thans te Amsterdam! Cor van der Lugt
Melsert, die zijn positie te Den Haag weinig
of niet bedreigd ziet, gaat op den ouden
voet door, maar in de hoofdstad houdt men
terdege rekening met den nieuwen concur
rent uit het Oosten en dat kan niet anders
dan ons tooneel ton goede komen. Jonge
kunstenaars geven thans de richting aan:
Johan de Meester bij Het Vereenigd Too
neel, Louis Saalbom bij Het Nieuw Neder
landsch Tooneel cn wij noemen alleen de
meest representatieven onder hen Albert
van Dalsum bij Het Oost Nederlandsch Too
neel. Er is thans leven in dc brouwerij, er
waait een frissche wind door de Amsterdam-
sche schouwburgen en het is wel zeker, dat
ons dit jaar op tooneelgebied belangrijke
dingen te wachten staan. In de opvoeringen,
welke thans te Amsterdam gegeven worden,
komt dit reeds tot uitdrukking en zelden is
een tooneelselzoen dan ook zoo frisch en
ki-achtig ingezet als het thans aangevangc-
ne. Dat alles reeds zuivere artistieke winst
is. zou ik niet gaarne durven beweren, maar
cr is althans een mooi opwaartsch streven
te erkennen, er is bij allen weer geloof in
het tooneel, er is weer idealisme bij de
leiders. En dat de gezelschappen het in ver
schillende richtingen zoeken, geeft ons te
meer hoop, dat het seizoen allerminst duf
en vervelend zal worden.
Johan de Meester heeft bij het Vereenigd
Tooneel zijn entrée gemaakt met „Het
Hoedje uit Florence", een luchtige, grappige
vaudeville uit de oude doos. een meester
stukje in zijn soort. Het was te venvachten,
dat het. „Hoedje" van Labiche door de
Meester tot een hypermodern model zou
y,-orden vervormd, dat hij het geheel nieuw
zou kleuren en er vele nieuwe linten omheen
zouden komen. Misschien zou Labiche zijn
oorspronkelijk model nauwelijks herkend
hebben. „Is dat mijn hoedje", zou hij waar
schijnlijk hebben uitgeroepen, als hij het zoo
vervormde model had weergezien en ik ver
moed, dat hij zijn handen van verbazing in
elkaar zou slaan, evenzeer als Vondel en Mo
lière het zouden doen, als zij nog eens op dc
aarde terug konden komen en hun werk zou
den kunnen zien, zooals het onder de Mees-
ter's handen vandaan ten tooneele ver
schijnt. Wij weten nu eenmaal, dat bij een
tooneelstuk. door Joh. de Meester geregis
seerd. er ongeveer de helft en soms nog
minder van den schrijver wordt gegeven
en dat de rest van den regisseur is. Geen
Hollandsch tooneelleider dringt zich per
soonlijk in zijn regie zoo naar voren als Jo
han de Meester: vandaar dan ook, dat de
door hem geleide opvoeringen geheel het
cachet van „de Meester" verkrijgen.
Labiche kan daar wel tegen en de vau
deville wordt in haar waarde allerminst aan
getast, wanneer alles zooals de Meester
het doet sterk in de caricatuur wordt ge
trokken. „Poppenkast" hoorde ik heel ver
ontwaardigd naast mij een heer, die aan
deze nieuwe manier van spelen en regie nog
moest gewennen, zeggen. Ik kon hem niet
geheel ongelijk geven, maar ik moest daarbij
erkennen, dat het een amusante en kleurige
poppenkast was. Of het niet al heel gauw
zou gaan vervelen, als wij altijd zulke pop
pen inplaats van menschen op het tooneel
zouden zien, is een andere vraag vijf be
drijven bleken zelfs voor het experiment al
wat te lang maar de voorstelling van de
ze oude vaudeville was in ieder geval le
vendig, dol en amusant. En zij was origi
neel!
Het was anders dan anders! Het boeide
althans in de eerste drie bedrijven door-
het ongewone, de frissche, kleurige décors,
dc onverwachte aardige regievondsten zoo
als de potsierlijke optocht van den bruilofts
stoet rond het orkest, het trillend licht
waarin Fadinard en Beauperthius werden ge
plaatst. als zij in doodsangst verkeeren. de
ongemeene wijze, waarop Fadinard zijn bloe
metjes begietend een monoloog afsteekt
en de moderne, geestige muziek van Ibert
uitstekend uitgevoerd door een orkest onder
leiding van L. M. G. Arntzenius. Er waren
ook détails zooals het kinderachtige gedoe
van de garde civique die wij minder kon
den waardeeren. Niet aldoor heeft de Mees
ter in zijn caricaturen maat weten te hou
den, maar dat is licht te verwachten van
iemand, die zoo veel van zich zelf in de regie
wil brengen.
Niet alle artisten vermochten reeds dade
lijk zich aan den stijl van de Meester aan te
passen en vooral de oudere krachten zoo
als Willem Hunsche en nog meer mevrouw
Chrispijn-Mulder hadden er moeite mee.
Komediespelen in den ouden trant is het al
lerminst, wat de Meester verlangt. Mijn ver
ontwaardigde buurman de man van het
.poppenkast" zei: „Ze maken d'er maar
wat van!" en ik kan mij zoo'n ontboezeming
van iemand, die aan het oude tooneel ge
woon is, zeer goed begrijpen. Ook hieraan
moet men wennen. De jongere krachten
zooals Frits van Dijk, Hans van Meerten, Rob
Geraerds, Minny ten Hove, Paul Storm en
niet te vergeten Georgette Hagedoorn ging
het gemakkelijker af. Zij hadden dezen nieu
wen speelstijl beter te pakken. Johan Kaart,
dobberde in de hoofdrol tusschen de twee
richtingen in, maar Kaart heeft genoeg ko
mische kracht uit zichzelf om van Fadinard,
den bruidegom, die vijf bedrijven lang enkel
door een hoedje tusschen hel en hemel
zweeft, iets zeer grappigs te maken. Hij
speelde in een levendig, Fransch tempo maar
bleef in al zijn angsten toch aldoor een ge
moedelijke, leuke Hollander.
Er was, toen ik de voorstelling bijwoonde,
zeer groote belangstelling voor „Het Hoedje
uit Florence"; dc Stadsschouwburg was
stampvol. Dc waardeering voor het werk van
de Meester bleek zooals ik vroeger reeds
heb voorspeld zeer verdeeld. Ik zat tus
schen opgetogen en diep verontwaai-digde
menschen. Ik voor mij meen, dat deze voor
stelling „ni cette indignité ni eet excès
d'honneur" verdient. Men vergat te veel, dat
het nog September was. de oude kermis-
maand. Wij zagen een alleraardigste, verma
kelijke voorstelling van een kermisstuk! Meer
heeft men niet willen geven. Het. oordcel over
de Meester als regisseur bij Het Vereenigd
Tooneel zal men moeten opschorten, totdat
hij met ernstiger werk voor het voetlicht is
gekomen.
Bij Het Nieuw Nederlandsch Tooneel wordt
heel anders dan in Het Hoedje van
Florence nog op zijn ouderwetsch „ko
medie gespeeld". Althans door de twee hoofd
personen Oscar Tourniaire en Louis Saal-
born! Wanneer Saalborn in een kort voor
woord op „Rivalen" in het programma schrijft
„dat dit een soort dier stukken is, dat het
theater noodig heeft als dagelijksch brood",
dan weten wij ook tevens in welk soort de
leider van Het Nieuw Nederlandsch Tooneel
gelooft. Dat Is het tooneel, waarin de spelers
om het maar populair uit te drukken „hem
nog ^ens van katoen kunnen geven". Want
vergeleken bij Rivalen een oorlogsstuk,
waarin kapitein Flagg en sergeant Quirt in
hun strijd om Charmaine, de struische doch
ter van Pierre de la Cognac, tegenstanders
zijn, maar kameraden, zoodra zij weer
gezamenlijk oprukken naar het front is
Blanke Ballast zelfs nog maar kinderwerk.
Het vraagt aldoor pootig, sterk aangezet spel.
Modern is dit door Zuckmayer naar
Anderson's en Stalling's „What price Glory"
bewerkte stuk ondanks het wat zonderlinge
decor van het half verwoeste dorp en den
transportband, waarover aan het slot de
Amerikaansche troepen ten strijde trekken,
allerminst. Integendeel, het staat met zijn
grove effecten en zUn primitieve personen
vrij dicht bij den ouden draak. Het heeft
ook een groote verwantschap met de film.
De' tooneelen, die zich in de bomvrije „onder
komens" in de voorste gevechtslinie afspelen,
de scènes tusschen Flagg en Quirt en ook
het zeer suggestieve slot, het in het half
donker oprukken van de troepen naar het
front, wij hebben dat alles ook op de Ameri
kaansche oorlogsfilm gezien. Ik kan mij voor
stellen, dat zulk werk iemand als Saalborn,
die allereerst tooneelspeler is meer tooneel-
speler dan regisseur aantrekt. En waar
schijnlijk ook velen, die van krachtig tooneel
houden.
Of een dergelijk stuk ook een zuiver beeld
van d%n oorlog geeft? In het derde bedrijf
dat in de' voorste linie speelt, zeer zeker het
meest! Dit leek een illustratie van een frag
ment uit Remarque's „lm Westen nichts
Neues". En ook de slotscène gaf even een
beeld van de werkelijkheid. Maar de andere
bedrijven? Zij gaven ons meer den oorlog,
zooals de filmbezoekers die bij voorkeur zien
dan de gruwelijke realiteit. Het was wel heel
erg „Amerikaansch". De compagnie van
kapitein Flagg deed vooral door den over
laden humor soms aan een operette-com
pagnie' denken en de stramme generaal met
zijn Duitsche manieren contrasteerde wel heel
sterk tegen deze vrijgevochten bende van
Flagg.
Maar het kan niet worden ontkend, dat
er in Rivalen prachtig komedie wordt ge
speeld door Tourniaire en Saalborn, door
Tourniaire vooral. Kapitein Flagg van Tour
niaire is kortweg een meesterlijke creatie.
Eerlijk gezegd had ik Tourniaire, wiens
talent in hoi komische mij altijd
sterker getroffen heeft dan in het drama
tische, tot zoo sterk, pootig, gaaf en be-
heerscht spel in 'n rol als van dezen kapitein
Flagg nie't in staat geacht. Het is prachtig,
zooals hij dezen ruwen kerel in zijn verschil
lende phasen weergeeft en in het laatste
bedrijf, wanneer hij doodelijk uitgeput door
vijf slapelooze frontdagen en frontnachten
nauwelijks meer in staat is zich op de been
te houden om dan ten slotte toch weer op te
veeren, als het gevaar dreigt, was zijn spel
zoo suggestief, dat ik het met bewondering
en verwondering tevens volgde. Bravo en
nogeens bravo, Tourniaire! Hij kreeg van
Saalborn, die uitbundiger mocht zijn, vol
komen het verlangde tegenspel. Dat was
sappig en krachtig van leven.
Het spel van deze twee ras-acteurs stond
eigenlijk geheel apart. De anderen bleven
er een heel stuk onder, ook Julia, de Gruyter
al bracht zij voor de rol van do struische,
minzieke Charmaine veel mee. Wanneer de
regie de soldaten vooral Flor la Roche
wat weet te temperen in hun uitbundigen
humor, zal de totaal-indruk zeker nog grooter
worden.
Aan het slot dor voorstelling, die ik bij
woonde, was krachtig applaus en klonken er
zelfs bravo's, een bewijs, dat het sterke spel
van Saalborn en Tourniaire zijn uitwerking
op het publiek niet had gemist.
Over ,De Drie Stuivers-Opera" door 't Oost-
Nederlandsch Tooneel in een volgend arti
kel.
J. B. SCHUIL.