Een blik in de kunstzijde industrie Wat aaneengesloten gelederen van duizenden machines tot stand brengen. ZATERDAG 5 OCTOBER 1929 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Van papier tot viscose en zijde. Hoe de draad gesponnen, gehaspeld en gebleekt wordt. 23000 K.G. per dag. Een bezoek aan de Fabrieken der A.K.U. in Arnhem en Ede. Als ge ons landje in korte trekken zoudt willen karakteriseeren dan zoudt ge spreken van de zee, van de dijken, van de polders, van tie weiden met 't vee en dc boerderijen der lage landen. Ge zoudt van de Zeeuwen vertellen, van Volendam en Monnikendam en van het pittoreske Limburg, van Gelderland en de Noord-Oostelijke provinciën. En ge zoudt van de steden vertellen, van Amster dam vooral, dat als een stoere man, gespierd en met vèrzienden blik, stevig op den drassi- gen bodem staat, van Rotterdam met zijn ruige, imponeerende schoonheid der havens. En vergeet dan niet de energie van de Hol landers, denk aan de Noord-Brabantsche hei, aan Eindhoven, dat als de krater is van een berg, die instede van vuur en lava, macht ontwikkelt en reputatie spuwt over de heele wereld: Philips. Denk aan de Hollandsche luchtvaart en de wereldconcerns waarbij Ne derland ten innigste belang heeft. Hier willen wij een oogenblik verwijlen. De A. K. U.: Algemeene Kunstzijde Unie. In 1911 wordt de E. N. K. A. opgericht. In '12 wordt begonnen in een klein fabriekje in Arnhem, met een kapitaal van 240.000. Snel breidt het bedrijf zich uit. Thans bedraagt het geplaatste kapitaal 125 millioen gulden. In Ede werden nieuwe fabrieken gebouwd; inmiddels is de Algemeene Kunstzijde Unie ontstaan, thans zijn bij dc Enka, boiten het hoogere personeel, 3000 arbeiders werkzaam. Per dag wordt 23000 K.G. kunstzijde geprodu ceerd. Tracht het eens te realisecren in uw geest: drie en twintig duizend kilogram kunstzijde per dag. In Rotterdam werd de groote sor- teerderij opgericht, waar de productie van Arnhem en Ede (23000 K.G., p. d., lezer!) ge sorteerd wordt in qualiteiten. Op één dag bezochten wij de fabrieken in Arnhem en Ede, en wij brachten een indruk mee naar huis, die zoo verbijsterend is van veelzijdigheid, dat men hem kwalijk in en kele kolommen druks verwerken kan. Aan den Vosdijk in Arnhem strekken de gebou wencomplexen der Enka zich uit zoo ver het oog reikt. In van energie trillende perspec tieven (de honderden en nog eens honderden spoelen in de haspelkamers zijn steeds in ge lijkmatige snelle beweging en in de spinnerij gaan als zuigerkleppen van een motor, vele honderden spinmachines in een typischen ca dans op en neer) kan het oog zich slechts moeilijk gewennen aan het indrukwekkende, vervaarlijke machtsvertoon van de honder den arbeidsters bij evenveel in starre regel maat ijverende machines. En de fabrieken in Ede zijn nog heel wat imposanter dan die in Arnhem. In de moderne hallen daar, waar het licht onbelemmerd door de glazen daken kan binnentreden, hangen zacht violette tin ten en groene schemers tegen het glas. De sfeer is hier licht en luchtig. De stemming onder de arbeidsters, die maar liefst uit 120 steden en dorpjes uit de omgeving betrok ken worden is wij hebben dit herhaalde lijk kunnen constateeren zeer optimis tisch. Uit een architectonisch oogpunt zijn de nieuwe fabrieken (waarvan de enor me uitbreidingen nog niet voltooid zijn) hoogst indrukwekkend. Hier is ruimte, hier is lucht, hier 'is licht; dit lijkt een groot monument waar ondanks de fabelachtige omvang der dagelyksche productie, uiterlijk rust heerscht. Men ziet geen dravende, jagende men schep, hier wordt ondanks de 23:100 K.G. geen vertoon gegeven van geprikkelde ze nuwen. Dit organisme werkt feilloos, als het ge zonde, sterke lichaam van een diep den kend mensch. En als wij dan overgaan tot een beschrij ving van de kunstzij de-industrie, die uit den aard van de zaak slechts zeer be knopt en schematisch kan zijn, dan verzoe ken wij u lezer, steèds te willen onthouden dat deze industrie zich voltrekt in duizend voud, dat, als wij spreken van één gouden dop, waardoor de viscose geleid wordt, en die de kunstzijdedraad vormt erduizenden gouden doppen zijn, dat als wij spreken van één haspelmachine er ontelbare haspelma chines zijn, en, dat als wij hier één systeem van kunstzijdebereiding bespreken, er tien tallen systemen zijn, dat er in het laborato rium iederen dag nieuwe proeven genomen worden dat het bedrijf zich steeds verjongt en vernieuwt en dat een halve graad tempe ratuursverschil de heele productie kan be derven. Ir. G. Wiessing die ons in de Arnhemsche fabriek rondleidde vertelde het volgende: „Kunstzijde is eigenlijk papier, of wel cel lulose, waaruit ook het plantenrijk voor 99 pet. bestaat. Voor de bereiding van de viscose, waaruit de kunstzijde ontstaat gebruiken wij een soort- carton dat chemisch vrij zuiver is. Wij betrekken het uit Zweden. Hier is een industrie mee gemoeid die voor de heele we reld, uitsluitend carton levert voor kunst zijdeindustrie. Wat dat beteekent zult u be grijpen, als ik u vertel dat wij helaas verplicht zijn per jaar een bosch van de grootte van de provincie Zuid-Holland, te verwoesten. De kunstzijde-industrie is in hoofdzaak een chemisch proces, dat zich met uiterste nauwkeurigheid moet voltrek ken. Het carton wordt op maat gesneden, en precies afgewogen, één en ander is noodza kelijk naar aanleiding van het vochtgehalte. De schijven carton worden in een loogbad geplaatst gedurende eenige uren, bij een be paalde temperatuur, en daarna hydraulisch uitgeperst. Door kanalen die naar een lager gelegen verdieping leiden wordt de gedrenk te massa naar een groot aantal molens ge perst, die het üi loog gedrenkte carton als een rulle, grof-kruimelige massa afleveren. Deze kruimel rijpt 1 week en wordt dafo geleidelijk in aanraking gebracht met de uiterst gevaarlijke zwavelkoolstof. Uiterst gevaarlijk omdat zij zeer licht ontplofbaar en zwaar is. Allerlei voorzorgs maatregelen moeten worden getroffen, om het zwavelkoolstof zoo onschadelijk mogelijk te maken. Zoo wordt het o.a. geleid door dubbele buizen; de buitenste buis bevat dan een neutraal gas, dat. als het zwavelkoolstof uit de binnenste leiding ontsnapt, het gas onmiddellijk terug dringt. Zoo ontstaat uit de witte kruimel en het gas zwavelkoolstof het Xantogenaat een oranje kruimel, die zich samen balt als een sinaasappel. Dit Xantogenaat is oplosbaar in loog en deze oplossing eindelijk, heet viscose". Dit is de eerste phase lezer. Wij voerden u door rustige hallen, waar geluidloos bijna de verschillende chemische processen zich voltrekken. Wij zagen de sneeinvwite kruimel en het hard oranje Xantogenaat en gaan nu naar den Viscose-kelder. Dit is een zeer uit gestrekte ruimte, geïsoleerd van de andere zalen, door zoogenaamde sluizen, die er voor zorgen, dat als er een deur geopend wordt er practisch geen temperatuursverschil optreedt in den Viscose-kelder. Hier is de temperatuur steeds dezelfde. Overal hangen thermome ters. want het rijpingsproces dat zich hier voltrekt is voor het slagen der productie, allereerst afhankelijk van de juiste constante temperatuur. In dezen enormen kelder heerscht- vol strekte rust. Viscose is een vreemde organi sche vloeistof waarvan de chemici veel weten, maar waarvan zij veel meer, niet weten. In ieder geval moet zij alvorens de kunstzijde draad er uit gewonnen kan worden gerijpt zijn. Dat rijpingsproces duurt, in Arn hem 1 week. Drie keer worden de geweldige hoeveelheden viscose gefiltreerd. Gedurende het rijpingsproces (dat men vergelijken kan met het rijpingsproces in dï» wijnkelders, van het druivensap en het ont staan van inkt in houten kuipen zie het artikel van de vorige week) vindt eigenlijk een afbraak plaats van het molecuul. Als de reactie langzaam is voltooid is de viscose spinrijp. En daarmede leidden wij u lezer in de tweede phase van het bodrijf. De spin nerij. Hier staan, zij aan zij, de honderden spin machines. De viscose wordt door buizen naar deze machines geleid. Aan iedere machine» is aan den onderkant een pompje be vestigd, dat den toevoer regelt. Langs de machines loopt een zuurbad, en in dat bad mondt, bij iedere machine één buis uit, waardoor de viscoso stroomt. Aan het einde van de buis is een gouden dop bevestigd met een, voor iedere draadsoort, verschillend aantal gaatjes. Zijn er 20 gaatjes in dc»n gouden dop, dan monden er dus 20 fijne straaltjes viscose uit in het zuurbad en dan bestaat de kunstzijde draad uit 20 kleine draadjes. Immers, de viscose neemt, onmid dellijk, door de aanraking met het zuur, een vasten elastischen vorm aan. De dradenbundel wordt opgevangen op een glazen rol en over gebracht in een snel ronddraaienden pot. Door de middelpunt vliedende kracht, wordt de draad tegen den buitenwand, binnen in den pot gelegd en omdat de draad bovendien een op en neer gaande beweging maakt, ontstaat in de draadmassa een be paald patroon, in tulband-vorm. Do koeken worden ut de potten gehaald en bij honderden en nog eens honderden gedurende ongeveer een halven dag bewaard (ter rijping) en ter ontluchting. Want zij bevatten gassen, die schadelijk zouden zijn voor dc gezondheid der arbeidsters. De spinnerij levert een hoogst zonderlin gen aanblik op. Ontelbare draden stijgen, als loodrecht-klimmende waterstralen op naar en glazen rol, honderden pot ten draaien, zachtruischend, en winden den draad op en neer, in tartende regelmaat. Het duizelt u. En door den wirwar van frenetiek trillende machinedeelen, van glim mende, klimmende en zich wentelende vis- cosedraden doemt een andor beeld op: het spinnewiel, het vlas, twee blonde vlechten, een keurslijf.... De kunstzijde wordt gemeten in „deniers". Is een draad 150 deniers, dan wil dit zeggen, dat 9 kilometer van die draad 150 Gram weegt. (Denkt u zich nu eens in K.M.'s de dagproductie van 23000 K.G.!) Is een rij spinmachines gemerkt met 20/100, dan wil dat zeggen dat de draad 100 deniers is (9 K.M. wegen 100 gram) en dat hij bestaat uit 20 dunnere draadjes; (de gouden dop bevatte dus 20 gaatjes). Daar de visc.osedraa/i draaiend in de potten opgenomen wordt, Is hij reeds ge twijnd. d.w.z. zoodanig gewrongen, dat de afzonderlijke draadjes in spiraalvorm naast elkander liggen. In Ede. volgt men een eenigs- zins ander procédé. E»o draad komt daar on- getwijnd uit de spinkamers, zoodat hij apart op de daarvoor bestemde machines getwijnd moet worden. Eindelijk worden wan dc „koeken" op has pelmachines, strengen gemaakt. De draad wordt zoodanig over de haspels geleid, dat hij in een bepaald patroon komt te liggen. Aan de haspelmacfrines vindt ook het fitsen plaats. Fitsen is hut toevoegen van een ge kleurd draadje aap een reeks strengen, zoo dat de soort herkend kan worden. Een tel werk zorgt er voor dat de haspels, als een zeker aantal meters verwerkt is. automa tisch stilstaan. In de haspelkamer (het woord kamer is nogal misplaatst) staan na tuurlijk een paar .duizend haspels, die, voe rend op de houten ruggen de mooie witte draad, met groote snelheid ronddraaien. Subtiele metalen draadgeleiders, gaan als de voelsprieten van een insect heen en weer en wijzen het ragfijne spinsel onweerstaanbaar den weg. Telkens worden tien of twintig strengen op een staaf gehangen. In groote rekken worden de belaste staven vervolgens naar de bleekinrichting vervoerd. In de automatische bleekinrichting waar de strengen gesproeid of gedompeld worden vinden tel van wasschingen plaats Zwavel en zuur moeten uit den draad die tevens gebleekt moet wórden verdreven zijn. Er wordt tallooze malen gesproeid met water, zuren en zeepoplossingen. En ein delijk komt de kunstzijde, aan den achter kant van de bleek wit en schoon voor den dag. De gebleekte strengen zijn nu gereed om een vrij uitvoerig drogingsproces te onder gaan. Centrifuges verwijderen het grootste gedeelte van het vocht, doch de eigenlijke droging begint pas in de ovens, tunnels, door heete lucht verwarmd. Aan den anderen kant van de tunnels komt de zij droog en in hooge mate glanzend, eindelijk voor den dag. Dan begint de exneditie naar Rotterdam, waar uitsluitend gesorteerd en verzonden wordt. Doch ook in Arnhem en Ede heeft men ter controle, voor het nemen van steek proeven een kleine sorteerderij ingericht, waar een aant.al meisjes, door middel van scherp geprojecteerd licht verscheidene dui zenden strengen controleeren op gebroken draden, pluisjes, knoopen enz. Dit is in groote trekken de kunstzijde industrie. In groote trekken, want er zou nog veel te vertellen zijn van allerlei zaken van bijkomstig belang voor den lezer, die voor het bedrijf natuurlijk van het grootste belang zijn. In Ede onderscheidt zich het bedrijf van dat te Arnhem aanvankelijk in de spinnerij. De Viscose-draad wordt daar niet in draaien de en op en neer gaande glazen poften op geslagen, doch op spoelen gewonden. De draadjes waaruit de viscose-draad bestaat komen op den spoel naast elkander, even wijdig, terecht. De draad is dus niet ge twijnd. Doch alvorens ze getwijnd wordt, wordt de kunstzijde in een bad gespoeld en aldus zuurvrij gemaakt. Dan worden de spoe len gedroogd en eindelijk getwijnd. Dit twij nen geschiedt door het overwikkelen op an dere spoelen, die in verschillend tempo draaien, waardoor de draad spiraalsgewijze in elkander gedraaid, (getwijnd) wordt. Als de zijde getwijnd is wordt ze natuurlijk weer gehaspeld, gebleek, gedroogd en (in Rotter dam) gesox-teerd. Dit is het einde van een relaas, waarin de indrukken in Arnhem eix Ede opgedaan «in Ede leidde de bedrijfsleider Ir. Plantinga ons rond) werden verwei'kt. Een indruk die is als een schier niet geheel te omvatten realiteit en aan den anderen kant toch ook van een bijna tooverachtige onwerkelijkheid L. A. Onderstaande foto's teerden gemaakt door den fotodienst van de Koninklijke Lucht vaart-Maatschappij. OP KAMERS. In een Engelsch tijdschrift geeft de bc- kende schrijfster miss M- Lawrence, als haar meening te kennen (en deze meening blijkt gegrond te zijn op een ervaring van vele jaren) dat hospita's de heeren die bij haar op kamers zijn, altijd veel beter behan delen dan de dames, aan wie zij tegen be taling „gastvrijheid" verschaffen. Over 't algemeen zal een hospita, zoo zegt Miss Lawrence, aan een maix zoowat alles vergeven, terwijl de kleinste zonde van een kamerbewoonster deze dadelijk zwaar wordt aangerekend. „Dames geven altijd zooveel last en moeite", zeggen zij, maar het zou meer met. de waarheid overeenkomen, als zij zich beklaagden over den last die de mannen veroorzaken. Dames mogen eens een enkele maal vrien dinnen op haar kamers ontvangen, zij zullen toch nooit '.zooals zoovele jongelui van het sterke geslacht wèl doen) met een groot uit gelaten gezelschap jonge mannen een gehee- icn avond „herrie schoppen", overal asch thee en andere dranken morsen en zoo do hospita den volgenden dag handen vol werk geven. De mannen venvachten van de hospita, dat zij hun kleeren verstelt, knoopen aanzet, sokken stopt, allemaal karweitjes die do meeste dames op kamers zélf opknappen. Vrouwen, zoo gaat de schi'ijfster voort, be talen ook veel beter en geregelder en laten hun rekeningen nooit „oploopen". Mannen betelen over *t algemeen slecht en onge regeld en leenen bovendien ïxog van hun hospita's. En toch: van de mannen wordt door de hospita's alles, van de vrouwen niets geëxcuseerd. Miss Lawrence verklaart een en ander uit het door haar aangenomen feit dat de vrou wen die het „beroep" van hospita kiezen het slaven-instinct nog in zich hebben. Zij be zitten nog de neiging om „te buigen voor den meester." Tot zoover de Engelsche schrijfster. Wij kiezen xxatuurlijk in dezen geen partij en laten al het bovenstaande geheel voor rekening van miss Lawrence) Iedere vrouw maakt fouten", zegt een psycholoog. En iedere diplomatische echtge noot eet ze op. indigestie en vergiftiging ris- kcerende en even goed prijzende „haar" kookkunst. GEVAARLIJK WERK! In den laatsten t-ijd zijn er films gemaakt' van het leven der wilde dieren en in tel van couranten en tijdschriften verschenen foto's van leeuwen, tijgers, olifanten en andcro dieren in hun natuurlijken staat en omge ving. Men kan zich voorstellen onder welke gevaarlijke omstandigheden deze filmopne mingen en foto's vaak werden vervaardigd, i De stoutmoedige filmoperateur A. A. Pic- naar heeft het een en ander betreffende zijn avonturen In de wildernis medegedeeld. Eens was hij bezig met opnemingen voor een film van het leven der wilde dieren in het district Küinanjaro. Hij had een zebra als lokaas gebruikt, ln de hoop een beeld te krijgen van leeuwen die bezig waren een prooi te verslinden. Hij kreeg wat hij wenschte, want het lokaas lokte inderdaad een half dozijn leeuwen en ofschoon één yan hen zich terugtrok (met een stuk vleesch in den bek) toen het filmtoestel begon te wer ken, bleven de andere staan. Na een poos evenwel werd de aandacht van een leeuwin getrokken door de schittering van de lens en zij liep naar het toestel. Een leeuw volgde haar. Plenaar draaide dóór. Toen hoorde hij een beweging achter zich en wendde zich snel om. Twee leeuwen en een leeuwin stonden achter hem. De toestand be gon min of meer verontrustend te worden. Maar toen keerden in eens alle dieren zich om en verdweneix in het woud. Ofschoon er moed voor noodig Is, een leeuw of eenige leeuwen zóó dicht te naderen, dat een goede foto kan gemaakt worden, zuilen toch velen eenige leeuwen verkiezen boven een werkende vulkaan. Nog pas een paar jaar geleden kreeg een aantal fotografen de op dracht een vulkaan ln werking te fologra- feeren. Zij ging zoo dicht mogelijk bij den rand van den krater staan als zij maar durf den, cxx fotografeerden de lava die juist be neden hen kookte en opborrelde. Plotseling kwam een stroom lava over den rand van den krater en de fotografen moesten snel een goed heenkomen zoeken. Maar zelfs op dat kritieke moment slaagde een van hen er nog in een opneming te maken van zijn weg vluchtende collega's. ED EA ARNilUl-JÖ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 15