H. D.-VERTELLINGEN De Mantel der Duisternis Fa. Gebr. BRAKEL HAARDEN Vrouwenhanden FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 7 OCTOBER 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.} De hond die het heivijs leverde uit het Fransch door ADRTEN VéLY Ik had een geheelcn winter lang Guille mette het hof gemaakt. Van de eerste dagen af had me deze onderneming hopeloos ge leken. Zeker gevoelde Guillemette vriend schap voor me; mijn bijzijn en mijn gesprek ken waren haar niet onaangenaam. Daarom ontmoedigde zij me niet, door te zeggen, dat ze er een eind aan wilde maken. Maar zij wachtte zich ook wel, om me aan te moedi gen. Zij was vriendelijk en hartelijk tegen me, maar zorgde er steeds voor dat de ver houding op kameraadschappelijken voet bleef. Wanneer ik eens niet in staat was, langer mijn diepe gevoelens, die ik voor haar had, te bedwingen en ik deed haar onver hoeds een vurige liefdesverklaring, dan wist zij wel weer heel handig mijn liefkoozihgen af te weren. Wanneer ik plotseling in opstand kwam tegen dat voortdurend uitstellen en liet merken, dat ik er spoed achter wilde zetten, om een eind te maken aan dat tel kens weer terugkrabbelen, dan wist Guille mette me wel weer te kalmeeren met zeer lieve en zeer hartelijke woorden, die aan duidelijkheid niets te wenschen overlieten. Op een dag dat ik weer bij haar zat in haar studeerkamer liet Ik merken, dat ik boos was. „Wat heb je", vroeg ze me. Je zegt zoo weinig." „Waarom zou ik wat zeggen", antwoordde ik. Je wilt toch niets van mijn liefdewoorden hooren." „Ik zou wel dwaas zijn je altijd te laten praten over iets, dat maar een veronderstel ling is" „Dat is al te erg. Geloof je dan niet dat Ik je liefheb?" „Ik geloof, dat je meent dat je me lief- hebt en daarom zou ik je willen vragen; ben je er zeker van dat jij evenveel van me houdt als Flac?" Flac was de hond van Guillemette, een prachtige patrijshond, die tusschen ons in, aan onze voeten lag te slapen. „Dat had ik nooit kunnen denken," zei ik verontwaar digd, „dat je mijn liefde met die van een hond kon vergelijken." „De vergelijking valt zeker niet in je voor deel uit, arme vriend," antwoordde Guille mette. „Wat is de liefde van een mensch v/aard vergeleken bij de toewijding van een hond, bij de toewijding van een Flac! Flac gaat geheel in mij op, hij is alles voor mij. De aanhankelijkheid van dit dier is buiten gewoon, nietwaar, mijn lieve Flac." Ze lief koosde hem en ik voelde terzelfder tijd een lik op mijn hand, die ik, in mijn neerslach tigheid naar hem uitgestoken had en ik haalde hem ook even aan. Flac trok me zeer aan. Ik hield van hem, omdat hij Guil lemette liefhad en Guillemette hem. Maar eerlijk gezegd was Guillemette me toch nog liever. Flac beantwoordde mijn vriendschap wederkeerig en naar ik geloofde om dezelf de redenen. Hij scheen de vriendschappelijke gevoelens van zijn meesteres ten opzichte van mij goed te keuren en bewees dit door groote vriendelijkheid. Wanneer ze me tege moetkwam en me de hand gaf, sprong hij vroolijk blaffend tegen me op. Hoevele malen gebeurde het niet. dat we samen op Guille mette zaten te wachten, wanneer ze uit was gegaan. We hadden dan stellig dezelfde ge dachten. En wanneer ze dan verscheen, ver deelde Flac, tusschen ons inspringend, zijn uitbundige blijdschap éérlijk. Eens op een dag dat Guillemette en Ik hem streelden, raakte mijn hand toevallig die van mijn ongevoelige vriendin en daar ze deze niet wegtrok, profiteerde ik hiervan om die een beetje steviger te omvatten en ook nu trok ze niet terug. Flac liet een zacht gebrom hooren en Guil lemette, die haar hand uit de mijne trok, wist hem met een enkel woord tot kalmte te brengen. We bleven zoo nog eenige minuten kalm zitten, zonder een woord te spreken, en mijn hart juichte van vreugde, want ik geloofde, dat van haar kant een beetje meer toenadering te verwachten was. In de dagen die nu volgden was Guille mette opnieuw zeer koel voor me, maar toch had ze iets onrustigs. Ongetwijfeld had ze ge noeg van mijn standvastigheid en werd ze er onverschillig onder. Het gebeurde vaak, dat INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cis. per regel. ik haar hand nam zonder dat ze er bij dacht, die weg te trekken, en ze kon zoo langen tijd blijven zitten. Dan zei ik lieve woorden tot haar, die ze met een ironisch glimlachje aanhoorde en die ze soms ook wel scherp be antwoordde. De hoop die Guillemette me had gegeven, werd weder de bodem ingeslagen door het gedrag van Flac, die een geheel an dere houding tegen me aannam. Zoodra hij me zag aankomen, begon hij te brommen en liet hij zijn tanden zien. Ieder oogenblik wierp hij zich tusschen ons in en nam dan een zoo dreigende houding aan, dat ik wel verplicht was me terug te trekken. Hij luis terde niet meer naar Guillemette, hoe streng ze hem ook bestrafte en scheen er zelfs nij dig om te worden. Het moest dan toch zeker jaloezie zijn van Flac. Hij had gemerkt, dat z'n meesteres mij een warm gevoel toedroeg en begreep niet, waarom ze zoo goed voor me was. Maar die jaloezie was misschien wel ongeneeslijk. Wanneer ik wachten moest, tot deze voorbij zou zijn, zouden mijn dierbare verlangens wel vernietigd kunnen zijn! Gelukkig kwam Flac tot rust. Langzaam aan werd hij kalmer, zachter en was op 't laatst weer even vriendschappelijk als vroe ger. Terzelfdertijd bemerkte ik, dat Guille mette ook weer dezelfde werd als vroeger. Ze werd weer hartelijker, mededeelzamer; maar het ontging mij niet, dat ze zoetjes aan weer trachtte haar vrijheid terug te krijgen en deed alsof er tusschen ons niets bestaan had. Ik was radeloos en wist niet wat te beginnen En weer was ik in de studeerkamer van Guillemette. Flac lag weer tusschen ons in op den grond te slapen en we liefkoosden hem weer als vroeger, toen de deur plotse ling geopend werd en de huisknecht de graaf de Follignac aandiende. Een keurig gekleed heer kwam binnen. Flac's oogen schoten vuur, en met een geduchten sprong vloog hij den bezoeker naar de keel. Terwijl deze ver- geefsche pogingen deed om aan zijn vreese- lijken greep te ontkomen, stond ik op en nam afscheid van Guillemette. Ik heb nooit meer moeite gedaan om haar terug te zien. GEREFORMEERDE KERK. DE BEZWAREN VAN DS. J. L. JASPERS. Ds. J. L. Jaspers, emeritus predikant van de Gereformeerde kerk te Lunteren, die zich niet kan neerleggen bij dé bekende, door de synode van Assen genomen besluiten, heeft zoo meldt de Telegraaf wederom een brief tot den kerkeraad van Lunteren gericht. Daarin zegt hij dat hij bereid is de kerk op nieuw te gaan dienen, vooral nu zijn gezond heid zooveel is verbeterd. Echter zich vereeni gen met „Assen" kan hij niet. Integendeel, hij schrijft niet te zullen ophouden met pro- testeeren tegen de te Assen genomen beslis sing. Daarom dringt hij er op aan, dat thans een beslissing zal worden genomen. Acht men hem gevaarlijk Voor het kerkelijk gezag, laat men dan niet aarzelen maatregelen te treffen. Maar, zoo schrijft ds. Jaspers, acht ge het wel toelaatbaar (en ik moet daartoe bijna wel besluiten op grond er van, dat gij mij zoo lang nu reeds ongemoeid hebt gela ten), doet daarvan dan mededeeling en werkt daardoor mede, dat de verdachtmaking wordt weggenomen en ik als „gezond in de leer" worde erkend. DE GEMEENTELIJKE ONTSMETTINGS- DIENST. In ons overicht terzake de gevoerde be sprekingen op de vergadering van de Fede ratie van Haarlemsche woningbouwvereni gingen, deelden wij o.m. mede dat de diverse woningbouwverenigingen in eigen kring zouden beslissen omtrent de al dan niet- aansluiting bij den Gemeentelijken Ontsmet tingsdienst, welke dienst dan de woningen der verenigingen regelmatig zou contro leeren inzake de zuiverheid. Naar wij thans vernemen is de deelneming van dien aard dat de inwerkingstelling van een dergelijken controledienst al verzekerd is. TEGEN ALASTRIM De directie van de N.V. Kousen- en Hand schoenenfabriek Hin te Haarlem heeft het personeel in de gelegenheid gesteld om zich op de fabriek te laten inenten tegen alastrim. HET ZANDVERVOER IN HET KLEVERPARKKWARTIER. THANS EEN ADRES AAN DEN RAAD. Het voorloopig Comité van actie tegen het zandvervoer in het Kleverparkkwartier vergaderde Vrijdagavond in Hotel Lion d'Or mot de bewoners van het Kleverparkkwar tier. De heer J. W. Noë zette de bekende kwestie uitee, waarna de heer A. Jacobson verslag uitbracht betreffende de op 23 September door het Comité met den wethouder van Openbare Werken gehouden besprekingen. "De wethouder doelde daarbij mede dat het Zandvervoer op deze wijze is geschied uit een oogpunt van werkverschaffing. Op spuiten was goedkooper geweest maar dan waren er minder werkkrachten noodig. Vor der zeide de wethouder toe dat het zandver voer op /deze wijze niet meer zal plaats heb ben, daar hij het „zat" was. Het vervoor zou nu niet langer dan 3 maanden meer duren. Hierna gaf de heer W. Hoek, als deskundige tot het comité toegetreden en verder leidt».- der vergadering, nog eenige toelichtingen. Het comité meent dat men zich nu tot jde raadsleden zal moeten wenden. Uit do vergadering werd de vrees geuit, dat nu de gemeenteterreinen opgehoopt zijn, er verder ook concessie zal gegeven worden voor zandvervoer naar ide aangrenzende particu liere terreinen en dan zal hot vervoer nog wel twee, drie jaar duren. De heer Hoek zeide, dat op dit punt in de conferentie met den wethouder met den meesten nadruk de aanlacht is gevestigd. Voorts was de heer Hoek van meening, dat in dezen bater kan worden gesproken van werkverruiming dan van werkverschaffing, want do menschen die er aan werken, zijn geschoolden, geen menschen, die spoedig werkloos zullen worden, behalve idan bij lang durige vorst. Vervolgens las de heer A. Jacobson een adres voor, dat Zaterdag aan den Raad dei- gemeente zal worden verzonden en waarin gezegd wordt: dat kans op verlenging van het zandvervoer niet buitengesloten is blijkens mededeeling van den wethouder van Openbare Worken; dat door den wethouder is toegezegd dat |1e schade aan huizen en bedrijven toege bracht, door de gemeente zal worden ver goed; dat de bewoners van het Kleverparkkwar tier door deze toezegging alleen niet zijn gebaat. Voorts wordt in het adres gewezen op de verontreiniging der woningen door het stuiven van het zar/d en op de noodzakelijk heid dat het zandvervoer onmiddellijk wordt stopgezet. Redenen, waarom adressanten verzoeken dat de Raad in deze richting werkzaam zal zijn. Dit adres Is idoor S3 personen geteekend. Een definitief comité werd gevormd, be staande uit de' heeren: J. W. Noë, W. Hoek, A. Jacobson, Harry van Beek, J. Ten Cate én P. De Ruig. Dit comité zal zoo noodig, rechtskundig advies inwinnen. Het zou toch noodig kunnen worden dat het comité zich tot Ged. Staten zal moeten wenden. Wie schade door het zandvervoer mieent to kunnen aantoonen aan gebouwen of be- drijyen, kan zich tot het comité wenden. Besloten werd nog aan het adres toe te voegen dat de tijd ontbroken heeft om alle bewoners van het I&èverparkkwartier to be zoeken, maar dat anders het aantal hand- teekeningen wel twee maal zoo groot zou zijn geweest als nu het geval is. De heer Keukenmeester bracht het comité •dank voor .zijn vele bemoeiingen, waarna de vergadering gesloten werd. VOORDRACHT GEMEENTE-SECRETARIS NIEUWER-AMSTEL. De heer J. de Bruin adjunct-commies ter Provinciale Griffie te Haarlem staat no.2op de aanbeveling, opgemaakt door B. en W. van Nieuwer Amstel voor de benoeming van een gemeentesecretaris aldaar. N.V. HAARLEMSCHE BOAZ-BANK. Naar we vernemen is het thans, volgens besluit genomen in de ledenvergadering der Coöperatieve Spaar- en Voorschotbank „Boaz" gekomen tot een omzetting der bank in een Naamlooze Vennootschap. De N.V. is geheeten „N.V. Haarlemsche Boaz-Bank", Directeur is de heer P. A. van 't Wout. Het College van Commissarissen is als volgt samengesteld (indien er een voor is geplaatst zijn het leden van den Raad van Toezicht)C. ten Boom, Voorzitter, te Haarlem; J. J. de Waal Malefijt, Secretaris te Overveen; Mr. P. E. Barbas, Advocaat te Haarlem; Mr. A. Bruch, te Haarlem; G. Calkoen, te Amsterdam; D. A. C. van den Hoorn, te Haarlem; W. Roodenburg, te Haar lem; Mi'. F. J. D. Theijsse, te Bloemendaal; G. de Vries Gzn-, te Haarlem; Ds. G. W. C- Vundering, te Zeist, A. Zomer, te Haarlem. GEMEENTERAAD. Er wordt een vergadering van den Raad der gemeente Haarlem gehouden op Woens dag 9 October 1929 des namiddags ten 1 1/2 ure, zoo noodig voort te zetten des avonds ten 8 ure. Aan de orde zal worden gesteld; 1. Mededeelingen en ingekomen stukken (liggen ter inzage). Verzoekschrift G. M. W. Margadant om eervol ontslag als leeraar Gem. Avondschool voor Handelsonderwijs. Proces-verbaal opneming kas en boeken Gemeente-Ontvanger. 2. Ie suppletoir kohier Zakelijke Belasting op het bedrijf, dienst 1929. 3. Balans, enz. 1928: a. Woningbouwvereniging „Onze Woning". b. Idem voor Gemeentepersoneel G. A. c. Idem „Onder Dak". d. Idem „St. Bavo". e. Idem „Bloemenhof". 4. Benaming straten en wegen 5. Verhuring grond (Klopperspoort). 6. Verkoop grond: a. Iepenstraat (A. Ph. Romeijn). b. Van Nesstraat (S .Feenstra) c. Marnixstraat (A. Versteeg en J. Eek- hard.) d. Van der Meerstraat. 7. Aanschaffing meubelen enz. scholen voorbereidend lager onderwijs Nrs. 1 en 5. 8. Verbetering wegbedekking Pijlslaan. 9. Verleenen voorschot Coöp. Woningbouw vereniging .Volkshuisvesting", bouw 60 woon- en 1 winkelhuis Wilgenstraat. 10. Verzoekschrift bewoners Kleverlaan (tusschen spoorbaan en Delft) tot asphaltee- ring. 11. Ophooging terreinen, enz. ten Noorden van de Zaanenstraat nabij den Spaarndam- scheweg. 12. Versterking Cathatijnebrug. 13. Aankoop perceel Oudeweg A 1. 14. Aankoop grond nabij Amsterdamsche Vaart. 15. Verzoekschrift Vereniging „Groen van Prinsterer" tot wijziging raadsbesluit inzake stichting bijzondere school nabij Rijksstraat weg. 16. Vaststelling huurprijs woningen ouden van dagen. 17. Instelling rechtsvordering tegen ge meente Haarlemmerliede c.a. 18. Bestemming benedenverdieping „Huis te Zaanen". 19. Beschikbaarstelling gelden cursus in het teekening-lezen en practisch werken voor metaalbewerkers. 20. Verbetering sportterrein Kleverlaan. 21 Oprichting school voor gew. lager on derwijs naar de Montessori" methode. 22. Afwijking art. 16,1, 20 Bouwverordening gem. Haarlemmerliede en Spaarnwoude bouw fabriek met kantoorgebouw N. Spaarne (ge annexeerde gebied). 23. Benoeming: a. tijd. leeraren (essen) Gymnasium. b. tijd. leeraar Aardrijkskunde Gem. Ly ceum. c. idem Wiskunde Gem. Lyceum. d. 2 onderwijzeressen school 14. e. onderwijzer school No. 17. f. onderwijzeres Lichamelijke Oefening L.O. g. onderwijzend personeel Vervolgcursus sen. VEREENIGING VAN VRIJZ. HERVORMDEN TE HAARLEM-NOORD. Zooals bekend, is er uit de afdeeling Haar lem-Noord van den Ned. Protestantenbond voor een drietal jaren een commissie be noemd, die in het bijzonder de belangen be hartigt van de Ned. Herv. leden in genoem de afeeling. O.m. ontvangt zij voor een ge deelte den kerkdijken hoofdelijken omslag terug, dien deze leden aan de Ned. Herv. Kerk van Schoten moeten betalen. Thans wil deze commissie trachten in Haarlem-Noord een Vereeniging van Vrijz. Hervormden te stichten, een zuster-afdee- ling dus van de in Haarlem reeds jaren be staande. Dit zal geschieden in een vergadering op Dinsdagavond 8 October a.s. in het gebouw van den Protestantenbond in Haarlem- Noord. Als spreker zal optreden ds. W. D. M. Baar, Ned. Herv. Pred. te Alkmaar, de voor zitter dier commissie, de heer H. van Leeu wen zal een inleidend woord spreken. „KERK EN VREDE". Op Donderdag 10 October a.s. wordt in de Remonstrantsche Kerk een openbare bijeenkomst gehouden, waar iddbat zal wor den gevoerd over „Voor of tegen het radicale Pacifisme?" Tegen: de heer W. Lubberink, oud-luite nant ter zee, leeraar aan een H.B.S. alhier; vóór: Ds. P. Eldering, Rem. predikant te Rotterdam. PERSONALIA De heer W. Blankevoort uit Haarlem is in Den Haag geslaagd voor het theoretisch ge deelte C van het machinisten-examen. Donderdag 10 October herdenkt de heer H. A. Hoogerbeets den dag waarop hij vóór 25 jaar bij de firma Joh. Enschedé en Zonen in dienst trad op de afdeeling lettergieterij. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL SOPHIAPLEIN 6—14 blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid gaaf, zacht en blank door DE MOORD OP MEVROUW LANDZAAT. Gratieverzoek van den dader afgewezen. De Gouverneur-Generaal heeft het veraoek om gratie van den inlandschen koelie Salim, die op 8 Juli de woning van den assistent van de onderneming Parnabolon den heer Landzaat, binnendrong, en diens 27-jarige echtgenoote met pisobatti vermoordde, en voor dit feit op 22 Juli jl. door den Landraad te Siantar werd ter dood veroordeeld, afge wezen, seint Aneta uit Batavia. DE NOODLANDING VAN HET TWEEDE POSTVLIEGTUIG. Door het slechte weer misleid. Aneta meldt uit Medan: De „Sum. Post" verneemt uit Penang, dat de piloten van het tweede postvliegtuig na een vermoeienden tocht Woensdag te Penang zijn aangekomen. De oorzaak van de noodlanding te Satul (Malakka) is te zoeken in het slechte weer, waardoor de vliegers het eiland Langkawi, ten Noorden van Penang gelegen, voor Pe nang aanzagen en daardoor te vroeg afbogen voor Medan. Toen na anderhalf uur vliegen de kust van Sumatra nog niet In zicht kwam, werd wegens gebrek aan benzine terugge keerd. Bij de landing op een modderigen weg werden het onrstel en de schroeven bescha digd. De piloten vertrokken Donderdag met een speciaal daartoe gecharterd schip naar Satul, om het toestel naar Penang en vervol gens naar Tandjong Priok te verschepen. HET EINDE VAN DE STAKING TE ZAANDAM. De werkwilligen vertrokken. Zaterdag zijn de werkwillige arbeiders, die tijdens de staking in het houtbedrijf te Zaan dam werkten, weer naar hun woonsteden te ruggekeerd. De werkwilligen, die op het z.g. eiland verblijf hielden en in dienst van de firma's William Pont en Schuddeboom wa ren, zijn per dekschuit en onder bescherming van politiebooten vertrokken. Er deden zich bij het vertrek geen Inciden ten voor. Ongeveer 40 werkwilligen van elders, die in vasten dienst waren genomen en over de ver schillende houtfirma verdeeld zijn, bleven achter. De stakers die heden direct herplaatst kun nen worden, ontvingen daartoe een schrifte lijke oproeping. Van de rijksveldwachters, die tijdens de staking te Zaandam gedetacheerd waren, zijn reeds ruim 300 vertrokken. De overigen zul len spoedig dit voorbeeld volgen, aldus de N, R. Crt. ALS Gif DRUKWERK NOODIG HEBT. DRAAG HET DAN OP AAN HAARLEM'S DAGBLAD GIJ ONTVANGT HET SNEL EN KEURIG EN DE PRIJS IS BILLIJK Uit het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. 12) Het was noodzakelijk, dat. ze in het geheim samenkwamen, daar Marion Conway's scherpe oogen kort te voren teekenen van groeiende genegenheid tusschen de beide jongelieden had ontdekt en zich met groote beslistheid tegen een dergelijke „dwaasheid" had verzet. Niet dat Hubert Vaynor in elk opzicht een slechte huwelijkscandidaat was. Hij was eenige zoon van kolonel Vaynor, die den naam had, er warmpjes in te zitten. De oude heer bezat een klein, maar aardig land goed en zijn vrouw had geld mee ten huwe lijk gebracht. Maar er warmpjes in te zitten v/as niet voldoende om Marion Conway s eerzuchtige aspiraties ten behoeve van haar dochter te voldoen. Daar zij zelf niet leed aan overmaat van gevoel, veronder stelde zij dit ook bij anderen niet. Het huwe lijk. adhanf voor menschen die er sociale pretentie op nahielden, had naar haar meening ten doel iemands positie te verbe teren cf te bevestigen, hetzij in sociaal of in financieel opzicht, liefst echter in belde. Dat zij haai dochter ter wereld kon hebben ge bracht met geen ander doel, dan te trou wen mot oen zoon van een goedgesltueerd gepensionneerd kolonel, was voor haar iet-s volstrekts absurds. Ze droomde zich voor haar dochter en haar stiefzoons, ccn toe komst van schitterend sociaal aanzien en onbegrensde weelde, zoodat de arme Hubert Vaynor, die vele meisjes uit de omgeving maar al te graag als man hadden geaccep teerd, eenvoudig niet in aanmerking kwam. Hij had dan ook een zeer duidelijken wenk gekregen, dat hij op Manor House als gere gelde bezoeker niet langer welkom was, zoo dat hij voortaan sleschts bij gelegenheden, waarbU het moeilijk viel hem over te slaan, d.w.z. als de halve omgeving werd uitge nodigd. ook een invitatie ontving Wat Vio let betreft, deze had van haar moeder heel wat meer dan een wenk gekregen. Ee i lange preek, di? telkens in allerlei variaties en toonaarden werd herhaaid, over de nood lottige en karakterlooze dwaasheid, die zij beging, door verliefd te worden op een man met zuike geringe maatschappelijke vooruit zichten, viel haar op gezette tijden ten deel. Maar de liefde voor Hubert Vaynor leefde al veel langer in haar dan de sluwe mevrouw Conway vermoedde; en toen ze er eindelijk achter kwam, brandde het vuur al veel te fel, dan dat het gemakkelijk uit te blusschen was. Voortaan moest het smeulend worden gehouden, doen uitdooven lieten de beide jongelieden het niet. Ze ontmoetten elkaar nu in het geheim, zoo vaak er maar gele genheid was. Het was in zekeren zin een wanhopige toestand, maar ze waren nog jong, heel erg verliefd, vol vertrouwen en daarom volstrekt niet geneigd zich al te zeer het hoofd te breken over wat een onbekende toekomst ln haar schoot borg. Dien Maandag na het diner liep Hubert Vaynor de deur uit en sloeg den weg in naar het grondgebied van de Conway's om te zien, of het briefje van Violet er zou zijn. Zooals reeds eerder gezegd, waren de ter reinen van het landgoed door een dichte rij boomen van den straatweg gescheiden. In rechte lijn van de boomenrij af bevond zich een met eiken begroeid stuk grond, een park in het klein, en op het punt waar dit stuk grond aan den weg grensde, daar waar deze juist een scherpe bocht maakte, was een drie hoekig, dicht beg'oeid deel ervan. Te midden van dicht geboomte en sléchte op enkele meters van den weg verwijderd, stond een verweerde eik, waarvan de bewo ners van de streek vertelden, dat hij al meer dan een eeuw oud was. Hij droeg nog tak ken en bladeren, hoewel de stam op veie plaatsen was gebarsten en bijna hol was. Het feit, dat hij daar stond in een woesten, weinig bezochten uithoek van het landgoed, maakte den boom uitermate geschikt voor de bestemming die de twee jongelieden eraan hadden gegeven, nl. die van brievenbus voor de briefjes, waarin zij hun geheime ont moetingen afspraken. Hubert kon het „post kantoor" bc-reiken, door over een lage heg te springen, terwijl Violet er alleen maar voor hoefde te zorgen, dat zij niet werd ge zien, als zij het bosschage binnenslipte. Prettig gestemd liep Hubert Vaynor den weg af. Hij liep door het hek van de por tierswoning van het landgoed en vervolgens den kleinen heuvel af naar de brug, die over den stroom voerde. Toen hij op een dertig meter afstand daarvan was gekomen, bieef hij staan, luisterde scherp, of hij ook voet- stapoen hoorde en sprong toen, gerustge steld. omdat geen verdacht geluid zijn ooren bereikte, over het smalle water en daarna over de heg, waarna hij zich behoedzaam een weg door het struikgewas naar den hol len eik baande. Door de boomen heen kon hij een zwak lichtschijnsel uit het huis zien en het schoot hem te binnen, dat hij twee avonden geleden juist op dezelfde plek had gestaan, toen hem de hinkende gestalte was opgevallen aie den weg overstak van dit boschje uit, op slechts enkele meters yan de boomenrij af. Doch toen waren zijn gedach ten te zeer vervuld geweest van het brielje, dat hij juist had gevonden, dan dat hij zich lang had bezig gehouden met dezen man, die misschien wel een van de arbeiders van het lanagosl was geweest. Hubert Vaynor bleef eenige oogenblikken staren naar het licht uit de verte, dat straalde uit het huis van zijn liefste; toen wendde hij zich naar den eik. Terwijl hij met zijn hand over een bepaalde plek van den stam streek, schoof hij, met een door de ge woonte verkregen handigheid, een stuk van de bast opzij, waarna hij zijn hand in de opening stak, die daardoor vrij was geko men. Daar hij het verwachte briefje niet dade lijk voelde, haalde, hij een doosje lucifers uit zijn zak, maakte licht en, terwijl hij de klei ne vlam tegen uitwaaien beschermde, keek hij in de holte. Maar in de opening, waar hij zijn br.tljes gewoonlijk placht te vinden, was niets te ontdekken. Iets ongewoons, iets witachtigs, dieper in den stam, was echter aanleiding, dat hij zijn lichtje wat meer naar Dinner, bracht, zoodat hij beter in de holte kon zien. En sprakeloos van ontzetting zag hij plot- selh.g het gelaat van een doode vrouw voor zich! Met etn kreet van schrik wankelde bij achteruit, stamelend alsof iemand hem een slag had gegeven. De halfafgebrande lucifer viel uit zijn hand, flikkerde nog even na en doofde uit. Hubert,, rillend van ontsetting over zijn vreeselijke ontdekking, stond, als verlamd, zonder nog geheel te beseffen, wat er eigenlijk de beteekenis van was. Zóó on verwachts en vreesdijk was de schok, dat hij nauwelijks wist. of hij waakte of Iroomde. Hij was iemand met sterke zenuwen en een flinke dosis moed, maar de verpletterende ontdekking maakte hem een oogenblik hee- lemaal overstuur, doch toen hij weer een weinig orde kon stellen op zijn verwarde gedachten, was de eerste voor de hand lig gende vraag die hij zich stelde: had Violet dezelfde lugubere ontdekking gedaan? Maar de omstandigheid, dat hij geen briefje had gevonden en dat zij dus waar schijnlijk geen gelegenheid had gehad, de deur uit te wippen, stelde hem een weinig gerust en hij begon te beseffen, wat deze vondst beteekende. Wie zou het anders kun nen zijn, dan de vermiste dame, die op zulk een geheimzinnige wijze verdwenen was? De ééne ontzette blik die hij op de doode had geworpen, had hem haar gelaats trekken getoond, die wel verstijfd waren en als van marmer geworden, maar het uiter lijk toch nog altijd vertoonde van een aris tocratische knappe vrouw van midden der tig. Neen, het kon niemand anders zijn dan gravin Mornay. Daarop pijnigde hij zijn hersenen, om de vraag op te lossen, op welke wijze zij vermoord en hier verborgen kou zijn. Wie was de moordenaar? Want dat hier een moord gepleegd was, daaraan be stond niet de minste twijfel, gezien de ma nier waarop het lijk verborgen was. Wie had dat naar den ouden eik gebracht, waar het als hij het niet bij toeval had ontdekt, had kunnen blijven liggen, terwijl de boom verder groeide misschien nog wel een eeuw lang. Neen, hij kon voor het geval geen oplossing vonden. Trouwens wat hij wist, was 'dat een gast, die op het buiten werd verwacht, op een geheimzinnige manier verdwenen wes op haar weg van het slation naar huis, veel meer bijzonderheden hal Violet hem niet verteld. (Wordt vervolgdji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10