H. D.-VERTELLINGEN
De Mantel der Duisternis
Fa. Gebr. BRAKEL
HAARDEN
Vrouwenhanden
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 7 OCTOBER 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.}
De hond die het heivijs leverde
uit het Fransch door ADRTEN VéLY
Ik had een geheelcn winter lang Guille
mette het hof gemaakt. Van de eerste dagen
af had me deze onderneming hopeloos ge
leken. Zeker gevoelde Guillemette vriend
schap voor me; mijn bijzijn en mijn gesprek
ken waren haar niet onaangenaam. Daarom
ontmoedigde zij me niet, door te zeggen, dat
ze er een eind aan wilde maken. Maar zij
wachtte zich ook wel, om me aan te moedi
gen. Zij was vriendelijk en hartelijk tegen
me, maar zorgde er steeds voor dat de ver
houding op kameraadschappelijken voet
bleef. Wanneer ik eens niet in staat was,
langer mijn diepe gevoelens, die ik voor haar
had, te bedwingen en ik deed haar onver
hoeds een vurige liefdesverklaring, dan wist
zij wel weer heel handig mijn liefkoozihgen af
te weren. Wanneer ik plotseling in opstand
kwam tegen dat voortdurend uitstellen en
liet merken, dat ik er spoed achter wilde
zetten, om een eind te maken aan dat tel
kens weer terugkrabbelen, dan wist Guille
mette me wel weer te kalmeeren met zeer
lieve en zeer hartelijke woorden, die aan
duidelijkheid niets te wenschen overlieten.
Op een dag dat ik weer bij haar zat in
haar studeerkamer liet Ik merken, dat ik
boos was. „Wat heb je", vroeg ze me. Je zegt
zoo weinig." „Waarom zou ik wat zeggen",
antwoordde ik. Je wilt toch niets van mijn
liefdewoorden hooren."
„Ik zou wel dwaas zijn je altijd te laten
praten over iets, dat maar een veronderstel
ling is"
„Dat is al te erg. Geloof je dan niet dat
Ik je liefheb?"
„Ik geloof, dat je meent dat je me lief-
hebt en daarom zou ik je willen vragen; ben
je er zeker van dat jij evenveel van me houdt
als Flac?"
Flac was de hond van Guillemette, een
prachtige patrijshond, die tusschen ons in,
aan onze voeten lag te slapen. „Dat had ik
nooit kunnen denken," zei ik verontwaar
digd, „dat je mijn liefde met die van een
hond kon vergelijken."
„De vergelijking valt zeker niet in je voor
deel uit, arme vriend," antwoordde Guille
mette. „Wat is de liefde van een mensch
v/aard vergeleken bij de toewijding van een
hond, bij de toewijding van een Flac! Flac
gaat geheel in mij op, hij is alles voor mij.
De aanhankelijkheid van dit dier is buiten
gewoon, nietwaar, mijn lieve Flac." Ze lief
koosde hem en ik voelde terzelfder tijd een
lik op mijn hand, die ik, in mijn neerslach
tigheid naar hem uitgestoken had en ik
haalde hem ook even aan. Flac trok me
zeer aan. Ik hield van hem, omdat hij Guil
lemette liefhad en Guillemette hem. Maar
eerlijk gezegd was Guillemette me toch nog
liever. Flac beantwoordde mijn vriendschap
wederkeerig en naar ik geloofde om dezelf
de redenen. Hij scheen de vriendschappelijke
gevoelens van zijn meesteres ten opzichte
van mij goed te keuren en bewees dit door
groote vriendelijkheid. Wanneer ze me tege
moetkwam en me de hand gaf, sprong hij
vroolijk blaffend tegen me op. Hoevele malen
gebeurde het niet. dat we samen op Guille
mette zaten te wachten, wanneer ze uit was
gegaan. We hadden dan stellig dezelfde ge
dachten. En wanneer ze dan verscheen, ver
deelde Flac, tusschen ons inspringend, zijn
uitbundige blijdschap éérlijk.
Eens op een dag dat Guillemette en Ik hem
streelden, raakte mijn hand toevallig die van
mijn ongevoelige vriendin en daar ze deze
niet wegtrok, profiteerde ik hiervan om die
een beetje steviger te omvatten en ook nu
trok ze niet terug.
Flac liet een zacht gebrom hooren en Guil
lemette, die haar hand uit de mijne trok,
wist hem met een enkel woord tot kalmte te
brengen. We bleven zoo nog eenige minuten
kalm zitten, zonder een woord te spreken,
en mijn hart juichte van vreugde, want ik
geloofde, dat van haar kant een beetje meer
toenadering te verwachten was.
In de dagen die nu volgden was Guille
mette opnieuw zeer koel voor me, maar toch
had ze iets onrustigs. Ongetwijfeld had ze ge
noeg van mijn standvastigheid en werd ze er
onverschillig onder. Het gebeurde vaak, dat
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cis. per regel.
ik haar hand nam zonder dat ze er bij dacht,
die weg te trekken, en ze kon zoo langen
tijd blijven zitten. Dan zei ik lieve woorden
tot haar, die ze met een ironisch glimlachje
aanhoorde en die ze soms ook wel scherp be
antwoordde. De hoop die Guillemette me had
gegeven, werd weder de bodem ingeslagen
door het gedrag van Flac, die een geheel an
dere houding tegen me aannam. Zoodra hij
me zag aankomen, begon hij te brommen en
liet hij zijn tanden zien. Ieder oogenblik
wierp hij zich tusschen ons in en nam dan
een zoo dreigende houding aan, dat ik wel
verplicht was me terug te trekken. Hij luis
terde niet meer naar Guillemette, hoe streng
ze hem ook bestrafte en scheen er zelfs nij
dig om te worden.
Het moest dan toch zeker jaloezie zijn van
Flac. Hij had gemerkt, dat z'n meesteres mij
een warm gevoel toedroeg en begreep niet,
waarom ze zoo goed voor me was. Maar die
jaloezie was misschien wel ongeneeslijk.
Wanneer ik wachten moest, tot deze voorbij
zou zijn, zouden mijn dierbare verlangens
wel vernietigd kunnen zijn!
Gelukkig kwam Flac tot rust. Langzaam
aan werd hij kalmer, zachter en was op 't
laatst weer even vriendschappelijk als vroe
ger. Terzelfdertijd bemerkte ik, dat Guille
mette ook weer dezelfde werd als vroeger. Ze
werd weer hartelijker, mededeelzamer; maar
het ontging mij niet, dat ze zoetjes aan weer
trachtte haar vrijheid terug te krijgen en
deed alsof er tusschen ons niets bestaan had.
Ik was radeloos en wist niet wat te beginnen
En weer was ik in de studeerkamer van
Guillemette. Flac lag weer tusschen ons in
op den grond te slapen en we liefkoosden
hem weer als vroeger, toen de deur plotse
ling geopend werd en de huisknecht de graaf
de Follignac aandiende. Een keurig gekleed
heer kwam binnen. Flac's oogen schoten
vuur, en met een geduchten sprong vloog hij
den bezoeker naar de keel. Terwijl deze ver-
geefsche pogingen deed om aan zijn vreese-
lijken greep te ontkomen, stond ik op en nam
afscheid van Guillemette. Ik heb nooit meer
moeite gedaan om haar terug te zien.
GEREFORMEERDE KERK.
DE BEZWAREN VAN DS. J. L. JASPERS.
Ds. J. L. Jaspers, emeritus predikant van
de Gereformeerde kerk te Lunteren, die zich
niet kan neerleggen bij dé bekende, door de
synode van Assen genomen besluiten, heeft
zoo meldt de Telegraaf wederom een
brief tot den kerkeraad van Lunteren gericht.
Daarin zegt hij dat hij bereid is de kerk op
nieuw te gaan dienen, vooral nu zijn gezond
heid zooveel is verbeterd. Echter zich vereeni
gen met „Assen" kan hij niet. Integendeel,
hij schrijft niet te zullen ophouden met pro-
testeeren tegen de te Assen genomen beslis
sing. Daarom dringt hij er op aan, dat thans
een beslissing zal worden genomen. Acht
men hem gevaarlijk Voor het kerkelijk gezag,
laat men dan niet aarzelen maatregelen te
treffen. Maar, zoo schrijft ds. Jaspers, acht
ge het wel toelaatbaar (en ik moet daartoe
bijna wel besluiten op grond er van, dat gij
mij zoo lang nu reeds ongemoeid hebt gela
ten), doet daarvan dan mededeeling en werkt
daardoor mede, dat de verdachtmaking wordt
weggenomen en ik als „gezond in de leer"
worde erkend.
DE GEMEENTELIJKE ONTSMETTINGS-
DIENST.
In ons overicht terzake de gevoerde be
sprekingen op de vergadering van de Fede
ratie van Haarlemsche woningbouwvereni
gingen, deelden wij o.m. mede dat de diverse
woningbouwverenigingen in eigen kring
zouden beslissen omtrent de al dan niet-
aansluiting bij den Gemeentelijken Ontsmet
tingsdienst, welke dienst dan de woningen
der verenigingen regelmatig zou contro
leeren inzake de zuiverheid.
Naar wij thans vernemen is de deelneming
van dien aard dat de inwerkingstelling van
een dergelijken controledienst al verzekerd
is.
TEGEN ALASTRIM
De directie van de N.V. Kousen- en Hand
schoenenfabriek Hin te Haarlem heeft het
personeel in de gelegenheid gesteld om zich
op de fabriek te laten inenten tegen alastrim.
HET ZANDVERVOER IN HET
KLEVERPARKKWARTIER.
THANS EEN ADRES AAN DEN RAAD.
Het voorloopig Comité van actie tegen
het zandvervoer in het Kleverparkkwartier
vergaderde Vrijdagavond in Hotel Lion d'Or
mot de bewoners van het Kleverparkkwar
tier.
De heer J. W. Noë zette de bekende kwestie
uitee, waarna de heer A. Jacobson verslag
uitbracht betreffende de op 23 September
door het Comité met den wethouder van
Openbare Werken gehouden besprekingen.
"De wethouder doelde daarbij mede dat
het Zandvervoer op deze wijze is geschied
uit een oogpunt van werkverschaffing. Op
spuiten was goedkooper geweest maar dan
waren er minder werkkrachten noodig. Vor
der zeide de wethouder toe dat het zandver
voer op /deze wijze niet meer zal plaats heb
ben, daar hij het „zat" was. Het vervoor zou
nu niet langer dan 3 maanden meer duren.
Hierna gaf de heer W. Hoek, als deskundige
tot het comité toegetreden en verder leidt».-
der vergadering, nog eenige toelichtingen.
Het comité meent dat men zich nu tot jde
raadsleden zal moeten wenden.
Uit do vergadering werd de vrees geuit, dat
nu de gemeenteterreinen opgehoopt zijn, er
verder ook concessie zal gegeven worden voor
zandvervoer naar ide aangrenzende particu
liere terreinen en dan zal hot vervoer nog
wel twee, drie jaar duren.
De heer Hoek zeide, dat op dit punt in de
conferentie met den wethouder met den
meesten nadruk de aanlacht is gevestigd.
Voorts was de heer Hoek van meening, dat
in dezen bater kan worden gesproken van
werkverruiming dan van werkverschaffing,
want do menschen die er aan werken, zijn
geschoolden, geen menschen, die spoedig
werkloos zullen worden, behalve idan bij lang
durige vorst.
Vervolgens las de heer A. Jacobson een
adres voor, dat Zaterdag aan den Raad dei-
gemeente zal worden verzonden en waarin
gezegd wordt:
dat kans op verlenging van het zandvervoer
niet buitengesloten is blijkens mededeeling
van den wethouder van Openbare Worken;
dat door den wethouder is toegezegd dat
|1e schade aan huizen en bedrijven toege
bracht, door de gemeente zal worden ver
goed;
dat de bewoners van het Kleverparkkwar
tier door deze toezegging alleen niet zijn
gebaat.
Voorts wordt in het adres gewezen op de
verontreiniging der woningen door het
stuiven van het zar/d en op de noodzakelijk
heid dat het zandvervoer onmiddellijk wordt
stopgezet.
Redenen, waarom adressanten verzoeken
dat de Raad in deze richting werkzaam zal
zijn.
Dit adres Is idoor S3 personen geteekend.
Een definitief comité werd gevormd, be
staande uit de' heeren: J. W. Noë, W. Hoek,
A. Jacobson, Harry van Beek, J. Ten Cate én
P. De Ruig.
Dit comité zal zoo noodig, rechtskundig
advies inwinnen. Het zou toch noodig kunnen
worden dat het comité zich tot Ged. Staten
zal moeten wenden.
Wie schade door het zandvervoer mieent
to kunnen aantoonen aan gebouwen of be-
drijyen, kan zich tot het comité wenden.
Besloten werd nog aan het adres toe te
voegen dat de tijd ontbroken heeft om alle
bewoners van het I&èverparkkwartier to be
zoeken, maar dat anders het aantal hand-
teekeningen wel twee maal zoo groot zou
zijn geweest als nu het geval is.
De heer Keukenmeester bracht het comité
•dank voor .zijn vele bemoeiingen, waarna de
vergadering gesloten werd.
VOORDRACHT GEMEENTE-SECRETARIS
NIEUWER-AMSTEL.
De heer J. de Bruin adjunct-commies ter
Provinciale Griffie te Haarlem staat no.2op
de aanbeveling, opgemaakt door B. en W.
van Nieuwer Amstel voor de benoeming van
een gemeentesecretaris aldaar.
N.V. HAARLEMSCHE BOAZ-BANK.
Naar we vernemen is het thans, volgens
besluit genomen in de ledenvergadering der
Coöperatieve Spaar- en Voorschotbank
„Boaz" gekomen tot een omzetting der bank
in een Naamlooze Vennootschap. De N.V. is
geheeten „N.V. Haarlemsche Boaz-Bank",
Directeur is de heer P. A. van 't Wout.
Het College van Commissarissen is als
volgt samengesteld (indien er een voor is
geplaatst zijn het leden van den Raad van
Toezicht)C. ten Boom, Voorzitter, te
Haarlem; J. J. de Waal Malefijt, Secretaris
te Overveen; Mr. P. E. Barbas, Advocaat
te Haarlem; Mr. A. Bruch, te Haarlem; G.
Calkoen, te Amsterdam; D. A. C. van den
Hoorn, te Haarlem; W. Roodenburg, te Haar
lem; Mi'. F. J. D. Theijsse, te Bloemendaal;
G. de Vries Gzn-, te Haarlem; Ds. G. W. C-
Vundering, te Zeist, A. Zomer, te Haarlem.
GEMEENTERAAD.
Er wordt een vergadering van den Raad
der gemeente Haarlem gehouden op Woens
dag 9 October 1929 des namiddags ten 1 1/2
ure, zoo noodig voort te zetten des avonds
ten 8 ure.
Aan de orde zal worden gesteld;
1. Mededeelingen en ingekomen stukken
(liggen ter inzage).
Verzoekschrift G. M. W. Margadant om
eervol ontslag als leeraar Gem. Avondschool
voor Handelsonderwijs.
Proces-verbaal opneming kas en boeken
Gemeente-Ontvanger.
2. Ie suppletoir kohier Zakelijke Belasting
op het bedrijf, dienst 1929.
3. Balans, enz. 1928:
a. Woningbouwvereniging „Onze Woning".
b. Idem voor Gemeentepersoneel G. A.
c. Idem „Onder Dak".
d. Idem „St. Bavo".
e. Idem „Bloemenhof".
4. Benaming straten en wegen
5. Verhuring grond (Klopperspoort).
6. Verkoop grond:
a. Iepenstraat (A. Ph. Romeijn).
b. Van Nesstraat (S .Feenstra)
c. Marnixstraat (A. Versteeg en J. Eek-
hard.)
d. Van der Meerstraat.
7. Aanschaffing meubelen enz. scholen
voorbereidend lager onderwijs Nrs. 1 en 5.
8. Verbetering wegbedekking Pijlslaan.
9. Verleenen voorschot Coöp. Woningbouw
vereniging .Volkshuisvesting", bouw 60
woon- en 1 winkelhuis Wilgenstraat.
10. Verzoekschrift bewoners Kleverlaan
(tusschen spoorbaan en Delft) tot asphaltee-
ring.
11. Ophooging terreinen, enz. ten Noorden
van de Zaanenstraat nabij den Spaarndam-
scheweg.
12. Versterking Cathatijnebrug.
13. Aankoop perceel Oudeweg A 1.
14. Aankoop grond nabij Amsterdamsche
Vaart.
15. Verzoekschrift Vereniging „Groen van
Prinsterer" tot wijziging raadsbesluit inzake
stichting bijzondere school nabij Rijksstraat
weg.
16. Vaststelling huurprijs woningen ouden
van dagen.
17. Instelling rechtsvordering tegen ge
meente Haarlemmerliede c.a.
18. Bestemming benedenverdieping „Huis
te Zaanen".
19. Beschikbaarstelling gelden cursus in
het teekening-lezen en practisch werken voor
metaalbewerkers.
20. Verbetering sportterrein Kleverlaan.
21 Oprichting school voor gew. lager on
derwijs naar de Montessori" methode.
22. Afwijking art. 16,1, 20 Bouwverordening
gem. Haarlemmerliede en Spaarnwoude bouw
fabriek met kantoorgebouw N. Spaarne (ge
annexeerde gebied).
23. Benoeming:
a. tijd. leeraren (essen) Gymnasium.
b. tijd. leeraar Aardrijkskunde Gem. Ly
ceum.
c. idem Wiskunde Gem. Lyceum.
d. 2 onderwijzeressen school 14.
e. onderwijzer school No. 17.
f. onderwijzeres Lichamelijke Oefening L.O.
g. onderwijzend personeel Vervolgcursus
sen.
VEREENIGING VAN VRIJZ. HERVORMDEN
TE HAARLEM-NOORD.
Zooals bekend, is er uit de afdeeling Haar
lem-Noord van den Ned. Protestantenbond
voor een drietal jaren een commissie be
noemd, die in het bijzonder de belangen be
hartigt van de Ned. Herv. leden in genoem
de afeeling. O.m. ontvangt zij voor een ge
deelte den kerkdijken hoofdelijken omslag
terug, dien deze leden aan de Ned. Herv.
Kerk van Schoten moeten betalen.
Thans wil deze commissie trachten in
Haarlem-Noord een Vereeniging van Vrijz.
Hervormden te stichten, een zuster-afdee-
ling dus van de in Haarlem reeds jaren be
staande.
Dit zal geschieden in een vergadering op
Dinsdagavond 8 October a.s. in het gebouw
van den Protestantenbond in Haarlem-
Noord. Als spreker zal optreden ds. W. D. M.
Baar, Ned. Herv. Pred. te Alkmaar, de voor
zitter dier commissie, de heer H. van Leeu
wen zal een inleidend woord spreken.
„KERK EN VREDE".
Op Donderdag 10 October a.s. wordt in
de Remonstrantsche Kerk een openbare
bijeenkomst gehouden, waar iddbat zal wor
den gevoerd over „Voor of tegen het radicale
Pacifisme?"
Tegen: de heer W. Lubberink, oud-luite
nant ter zee, leeraar aan een H.B.S. alhier;
vóór: Ds. P. Eldering, Rem. predikant te
Rotterdam.
PERSONALIA
De heer W. Blankevoort uit Haarlem is in
Den Haag geslaagd voor het theoretisch ge
deelte C van het machinisten-examen.
Donderdag 10 October herdenkt de heer
H. A. Hoogerbeets den dag waarop hij vóór
25 jaar bij de firma Joh. Enschedé en Zonen
in dienst trad op de afdeeling lettergieterij.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
SOPHIAPLEIN 6—14
blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid
gaaf, zacht en blank door
DE MOORD OP MEVROUW
LANDZAAT.
Gratieverzoek van den dader
afgewezen.
De Gouverneur-Generaal heeft het veraoek
om gratie van den inlandschen koelie Salim,
die op 8 Juli de woning van den assistent
van de onderneming Parnabolon den heer
Landzaat, binnendrong, en diens 27-jarige
echtgenoote met pisobatti vermoordde, en
voor dit feit op 22 Juli jl. door den Landraad
te Siantar werd ter dood veroordeeld, afge
wezen, seint Aneta uit Batavia.
DE NOODLANDING VAN HET
TWEEDE POSTVLIEGTUIG.
Door het slechte weer misleid.
Aneta meldt uit Medan:
De „Sum. Post" verneemt uit Penang, dat
de piloten van het tweede postvliegtuig na
een vermoeienden tocht Woensdag te Penang
zijn aangekomen.
De oorzaak van de noodlanding te Satul
(Malakka) is te zoeken in het slechte weer,
waardoor de vliegers het eiland Langkawi,
ten Noorden van Penang gelegen, voor Pe
nang aanzagen en daardoor te vroeg afbogen
voor Medan. Toen na anderhalf uur vliegen
de kust van Sumatra nog niet In zicht kwam,
werd wegens gebrek aan benzine terugge
keerd. Bij de landing op een modderigen weg
werden het onrstel en de schroeven bescha
digd. De piloten vertrokken Donderdag met
een speciaal daartoe gecharterd schip naar
Satul, om het toestel naar Penang en vervol
gens naar Tandjong Priok te verschepen.
HET EINDE VAN DE STAKING
TE ZAANDAM.
De werkwilligen vertrokken.
Zaterdag zijn de werkwillige arbeiders, die
tijdens de staking in het houtbedrijf te Zaan
dam werkten, weer naar hun woonsteden te
ruggekeerd. De werkwilligen, die op het z.g.
eiland verblijf hielden en in dienst van de
firma's William Pont en Schuddeboom wa
ren, zijn per dekschuit en onder bescherming
van politiebooten vertrokken.
Er deden zich bij het vertrek geen Inciden
ten voor.
Ongeveer 40 werkwilligen van elders, die in
vasten dienst waren genomen en over de ver
schillende houtfirma verdeeld zijn, bleven
achter.
De stakers die heden direct herplaatst kun
nen worden, ontvingen daartoe een schrifte
lijke oproeping.
Van de rijksveldwachters, die tijdens de
staking te Zaandam gedetacheerd waren, zijn
reeds ruim 300 vertrokken. De overigen zul
len spoedig dit voorbeeld volgen, aldus de N,
R. Crt.
ALS Gif
DRUKWERK
NOODIG HEBT.
DRAAG HET
DAN OP
AAN
HAARLEM'S
DAGBLAD
GIJ ONTVANGT HET
SNEL EN KEURIG EN
DE PRIJS IS BILLIJK
Uit het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY.
12)
Het was noodzakelijk, dat. ze in het geheim
samenkwamen, daar Marion Conway's
scherpe oogen kort te voren teekenen van
groeiende genegenheid tusschen de beide
jongelieden had ontdekt en zich met groote
beslistheid tegen een dergelijke „dwaasheid"
had verzet. Niet dat Hubert Vaynor in elk
opzicht een slechte huwelijkscandidaat was.
Hij was eenige zoon van kolonel Vaynor, die
den naam had, er warmpjes in te zitten. De
oude heer bezat een klein, maar aardig land
goed en zijn vrouw had geld mee ten huwe
lijk gebracht. Maar er warmpjes in te zitten
v/as niet voldoende om Marion Conway s
eerzuchtige aspiraties ten behoeve van
haar dochter te voldoen. Daar zij zelf niet
leed aan overmaat van gevoel, veronder
stelde zij dit ook bij anderen niet. Het huwe
lijk. adhanf voor menschen die er sociale
pretentie op nahielden, had naar haar
meening ten doel iemands positie te verbe
teren cf te bevestigen, hetzij in sociaal of in
financieel opzicht, liefst echter in belde. Dat
zij haai dochter ter wereld kon hebben ge
bracht met geen ander doel, dan te trou
wen mot oen zoon van een goedgesltueerd
gepensionneerd kolonel, was voor haar iet-s
volstrekts absurds. Ze droomde zich voor
haar dochter en haar stiefzoons, ccn toe
komst van schitterend sociaal aanzien en
onbegrensde weelde, zoodat de arme Hubert
Vaynor, die vele meisjes uit de omgeving
maar al te graag als man hadden geaccep
teerd, eenvoudig niet in aanmerking kwam.
Hij had dan ook een zeer duidelijken wenk
gekregen, dat hij op Manor House als gere
gelde bezoeker niet langer welkom was, zoo
dat hij voortaan sleschts bij gelegenheden,
waarbU het moeilijk viel hem over te slaan,
d.w.z. als de halve omgeving werd uitge
nodigd. ook een invitatie ontving Wat Vio
let betreft, deze had van haar moeder heel
wat meer dan een wenk gekregen. Ee i lange
preek, di? telkens in allerlei variaties en
toonaarden werd herhaaid, over de nood
lottige en karakterlooze dwaasheid, die zij
beging, door verliefd te worden op een man
met zuike geringe maatschappelijke vooruit
zichten, viel haar op gezette tijden ten deel.
Maar de liefde voor Hubert Vaynor leefde
al veel langer in haar dan de sluwe mevrouw
Conway vermoedde; en toen ze er eindelijk
achter kwam, brandde het vuur al veel te fel,
dan dat het gemakkelijk uit te blusschen
was. Voortaan moest het smeulend worden
gehouden, doen uitdooven lieten de beide
jongelieden het niet. Ze ontmoetten elkaar
nu in het geheim, zoo vaak er maar gele
genheid was. Het was in zekeren zin een
wanhopige toestand, maar ze waren nog
jong, heel erg verliefd, vol vertrouwen en
daarom volstrekt niet geneigd zich al te zeer
het hoofd te breken over wat een onbekende
toekomst ln haar schoot borg.
Dien Maandag na het diner liep Hubert
Vaynor de deur uit en sloeg den weg in naar
het grondgebied van de Conway's om te zien,
of het briefje van Violet er zou zijn.
Zooals reeds eerder gezegd, waren de ter
reinen van het landgoed door een dichte rij
boomen van den straatweg gescheiden. In
rechte lijn van de boomenrij af bevond zich
een met eiken begroeid stuk grond, een
park in het klein, en op het punt waar dit
stuk grond aan den weg grensde, daar waar
deze juist een scherpe bocht maakte, was
een drie hoekig, dicht beg'oeid deel ervan.
Te midden van dicht geboomte en sléchte
op enkele meters van den weg verwijderd,
stond een verweerde eik, waarvan de bewo
ners van de streek vertelden, dat hij al meer
dan een eeuw oud was. Hij droeg nog tak
ken en bladeren, hoewel de stam op veie
plaatsen was gebarsten en bijna hol was.
Het feit, dat hij daar stond in een woesten,
weinig bezochten uithoek van het landgoed,
maakte den boom uitermate geschikt voor
de bestemming die de twee jongelieden eraan
hadden gegeven, nl. die van brievenbus voor
de briefjes, waarin zij hun geheime ont
moetingen afspraken. Hubert kon het „post
kantoor" bc-reiken, door over een lage heg
te springen, terwijl Violet er alleen maar
voor hoefde te zorgen, dat zij niet werd ge
zien, als zij het bosschage binnenslipte.
Prettig gestemd liep Hubert Vaynor den
weg af. Hij liep door het hek van de por
tierswoning van het landgoed en vervolgens
den kleinen heuvel af naar de brug, die over
den stroom voerde. Toen hij op een dertig
meter afstand daarvan was gekomen, bieef
hij staan, luisterde scherp, of hij ook voet-
stapoen hoorde en sprong toen, gerustge
steld. omdat geen verdacht geluid zijn ooren
bereikte, over het smalle water en daarna
over de heg, waarna hij zich behoedzaam
een weg door het struikgewas naar den hol
len eik baande. Door de boomen heen kon
hij een zwak lichtschijnsel uit het huis zien
en het schoot hem te binnen, dat hij twee
avonden geleden juist op dezelfde plek had
gestaan, toen hem de hinkende gestalte was
opgevallen aie den weg overstak van dit
boschje uit, op slechts enkele meters yan de
boomenrij af. Doch toen waren zijn gedach
ten te zeer vervuld geweest van het brielje,
dat hij juist had gevonden, dan dat hij zich
lang had bezig gehouden met dezen man, die
misschien wel een van de arbeiders van het
lanagosl was geweest.
Hubert Vaynor bleef eenige oogenblikken
staren naar het licht uit de verte, dat
straalde uit het huis van zijn liefste; toen
wendde hij zich naar den eik. Terwijl hij met
zijn hand over een bepaalde plek van den
stam streek, schoof hij, met een door de ge
woonte verkregen handigheid, een stuk van
de bast opzij, waarna hij zijn hand in de
opening stak, die daardoor vrij was geko
men.
Daar hij het verwachte briefje niet dade
lijk voelde, haalde, hij een doosje lucifers uit
zijn zak, maakte licht en, terwijl hij de klei
ne vlam tegen uitwaaien beschermde, keek
hij in de holte. Maar in de opening, waar hij
zijn br.tljes gewoonlijk placht te vinden,
was niets te ontdekken. Iets ongewoons, iets
witachtigs, dieper in den stam, was echter
aanleiding, dat hij zijn lichtje wat meer naar
Dinner, bracht, zoodat hij beter in de holte
kon zien.
En sprakeloos van ontzetting zag hij plot-
selh.g het gelaat van een doode vrouw voor
zich!
Met etn kreet van schrik wankelde bij
achteruit, stamelend alsof iemand hem een
slag had gegeven. De halfafgebrande lucifer
viel uit zijn hand, flikkerde nog even na en
doofde uit. Hubert,, rillend van ontsetting
over zijn vreeselijke ontdekking, stond, als
verlamd, zonder nog geheel te beseffen, wat
er eigenlijk de beteekenis van was. Zóó on
verwachts en vreesdijk was de schok, dat hij
nauwelijks wist. of hij waakte of Iroomde.
Hij was iemand met sterke zenuwen en een
flinke dosis moed, maar de verpletterende
ontdekking maakte hem een oogenblik hee-
lemaal overstuur, doch toen hij weer een
weinig orde kon stellen op zijn verwarde
gedachten, was de eerste voor de hand lig
gende vraag die hij zich stelde: had Violet
dezelfde lugubere ontdekking gedaan?
Maar de omstandigheid, dat hij geen
briefje had gevonden en dat zij dus waar
schijnlijk geen gelegenheid had gehad, de
deur uit te wippen, stelde hem een weinig
gerust en hij begon te beseffen, wat deze
vondst beteekende. Wie zou het anders kun
nen zijn, dan de vermiste dame, die op zulk
een geheimzinnige wijze verdwenen was?
De ééne ontzette blik die hij op de doode
had geworpen, had hem haar gelaats
trekken getoond, die wel verstijfd waren en
als van marmer geworden, maar het uiter
lijk toch nog altijd vertoonde van een aris
tocratische knappe vrouw van midden der
tig. Neen, het kon niemand anders zijn dan
gravin Mornay. Daarop pijnigde hij zijn
hersenen, om de vraag op te lossen, op
welke wijze zij vermoord en hier verborgen
kou zijn. Wie was de moordenaar? Want dat
hier een moord gepleegd was, daaraan be
stond niet de minste twijfel, gezien de ma
nier waarop het lijk verborgen was. Wie
had dat naar den ouden eik gebracht, waar
het als hij het niet bij toeval had ontdekt,
had kunnen blijven liggen, terwijl de boom
verder groeide misschien nog wel een
eeuw lang.
Neen, hij kon voor het geval geen oplossing
vonden. Trouwens wat hij wist, was 'dat een
gast, die op het buiten werd verwacht, op
een geheimzinnige manier verdwenen wes
op haar weg van het slation naar huis, veel
meer bijzonderheden hal Violet hem niet
verteld.
(Wordt vervolgdji