HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 22 OCTOBER 1929
VIERDE BLAD
LETTEREN EN KUNST
VER. ROTTERDAMSCH-
HOFSTAD TOONEEL.
GEORG KAISER S „OP EEN DAG IN
OCTOBER'.
Vrijdag zal hier te Haarlem voor het eerst
een stuk van Georg Kaiser worden gespeeld.
Het is waarlijk niet te vroeg, want Georg
Kaiser is van de modernen een der meest
beteekenende zoo niet de meest beteekenende
tooneelschrijver in Duitschland. En dat niet
van de allerlaatste jaren! Reeds in 1914
schreef hij zijn „Bürger von Calais", een dra
ma, dat hem in Duitschland terecht eon
grooten naam bezorgde, maar in ons land
enkel tot opvoering kwam twee jaar geleden
in een openluchtvoorstelling van Wagening-
sche Studenten.
In Nederland ik schreef het nog on
langs in een Amsterdamsche kroniek zijn
wij jaren lang al te ver blijven staan van het
moderne tooneel. Van de groote beweging,
die er in Duitschland en Rusland gaancle
was, hebben wij weinig of niets gemerkt. Het
expressionisme is ons op een enkele uit
voering na van Vrijheid door Het Schouw-
tooneel en Jenseits door Het Vereenigd Too
neel vrijwel voorbijgegaan. Tot experi
menten waagde men zich voorzichtigheids
halve niet.
Dat is één van de redenen, waarom Georg
Kaiser, toen hij nog een van de -vooraan
staande vertegenwoordigers was van het ex
pressionisme een richting, welke hij reeds
lang weer heeft verlaten evenmin als Von
Unruh in Holland is gespeeld. Zijn „Gas", dat
uit die periode stamt, kwam eerst in Am
sterdam twee jaar geleden, toen het expres
sionisme in Duitschland reeds lang dood en
begraven was, tot opvoering.
Toch zijn van Kaiser nog meer stukken in
Holland gegaan. Het Hofstad Tooneel heeft
indertijd zijn Kolportage op het repertoire
gehad en ik meen, dat ook zijn ,.Von Morgen,
bis Mitternacht" door Van der Lugt Melsert
gespeeld is geworden. Maar deze stukken zijn
de provincie onthouden.
Zoo was het dus mogelijk, dat in een stad
als Haarlem nog nooit iets werd gegeven van
den auteur, die door velen onmiddellijk na.
door sommigen zelfs naast, zoo niet boven
Pirandello wordt geplaatst. Al zou het dus
alleen maar om deze eerste „kennismaking
zijn, dan zou ik de voorstelling van „Oktob:r-
tag" dat door Simon Koster minder juist
met „Op een dag in October" is vertaald
b'elangrijk mogen noemen. Ik kan dit te meer
nu ik Georg Kaiser's stuk Zondagmiddag
Van der Lugt Melsert heeft het op een ma-
tinée gegeven, nadat het hem niet was ge
lukt het werk ter vermijding van de stem
ming verbrekende pauze in navolging van
Duitschland op een nachtvoorstelling te la
ten spelen in een in de eerste twee bedrij
ven mooie vertooning van het Rotterdamsch-
Hofstad Tooneel in den Koninklijken schouw
burg te Den Haag heb gezien. De eerste op
voering van Op een dag in October is voor
het Haagsche gezelschap en vooral voor
den heer en mevrouw Van der Lugt Melsert,
die beiden prachtig hebben gespeeld een
succes geworden. Groot was blij
kens de soms hoorbare stilte de in
druk, dien de vertooning van dit knap ge
schreven hoogst boeiende, zeer moderne en
ondanks het in de oogen van sommigen mis
schien scabreuse gegeven toch zoo dichter
lijke werk op de stampvolle zaal maakte en
velen zullen he'- zeker met Van der Lugt Mel
sert hebben betreurd, dat een pauze de teere
stemming na II moest breken. Het der
de bedrijf bracht geen climax meer en stelde
na de prachtige tweede acte eenigszins teleur,
ook door dat de vertooning, dié tot aan de
pauze voortreffelijk genoemd kon wrden,
toen zakte.
Nu Op een dag in October hier reeds Vrij
dag wordt gespeeld, wil ik met mijn uitvoe
rige kritiek over stuk en opvoering tot na de
voorstelling te Haarlem wachten. Alleen wil
ik waarschuwen dat- Kaiser's drama met zijn
kras, precair doch zooals ik reeds scl^eef
dichterlijk uitgewerkt gegeven allerminst
een stuk voor „kinderen" is. Het zal bij velen
waarschijnlijk zelfs verzet wekken. De inhoud
van 't stuk uitvoerig weer te geven is onmo
gelijk, ja zou eigenlijk schennis zijn, het zou
het drama vermoorden. Want voor hen, die
dit stuk gaan zien. nuchter, om het verhaal
tje alleen, als realiteit, is het reeds van te
voren ten doode gedoemd. Maar zij, die het
willen zien met de oogen van den dichter,
zullen een diepen indruk er van mede nemen.
Top Naeff heeft in de Groene van 10 No
vember 1928 het gegeven op teere. vrouwe
lijke wijze in enkele zinnen aangeduid. Laat
ik deze zinnen, die in het programma zijn
overgedrukt, hier mogen overnemen. Het is
„het verhaal van een zeer jong meisje, dat
een kindje ter wereld brengt, in haar ver
beelding van den man, dien zij lief heeft,
terwijl in de werkelijkheid een geheel ander
de vader van dit kind isNiemand zal de
vraag kunnen ontwijken, die achter deze le
gende opdoemt en maar zelden in de wereld
zoo openhartig beantwoord wordt als hier:
hoeveel kinderen zouden, indien zij in de ziel.
inplaats van in de schoot hunner moeder ge
boren werden, de trekken verraden van een
anderen man dan den toevalligen vader".
Dat het Vrijdag eendeer bijzondere too-
neelavond belooft te worden, zullen mijn le
zers uit dit „voorloopig" artikel zeker wel
hebben begrepen.
J. B. SCHUIL.
KUNST ZIJ ONS DOEL.
Eere-tentoonstelling A. L. Koster.
Een aantal werken van al reeds wat oude
ren datum geven aan deze expositie, die een
voortzetting der viering van Koster's 70sten
verjaardag bedoelt/ zeker relief. Zij toonen
wel zeer sterk aan hoezeer de schilder tot de
Haagsche school in haar bloeitijd behoort,
tevens hoe stevig de innerlijke samenhang
van de kunst in die dagen gebonden was.
Zoodat ook kunstenaars die niet op het eer
ste plan werkten, in hun arbeid iets meekre
gen van het algemeen élan, die algemeene
zekerheid van doen, waardoor de kunst van
een dertig jaar geleden in ons land werd
gekenmerkt.
Zien wij hier de groote schilderij op aan.
die door vrienden van den schilder aan het
Frans Halsmuseum geschonken werd. en die
een zandafgraving in Gelderland voorstelt,
dan gevoelen wij gemakkelijk dien samen
hang met een bepaalde periode in de Hol-
landsche kunstproductie. Daar zit een bree-
de. royale manier van schilderen in. en een
vastheid van treffen bij de uitbeelding der
materie, die een reeks van soortgelijke wer
ken voor den geest roept en waarnaast zulk
een werk van Koster het dan best uithoudt.
Ieder met zijn eigen nuance is het qualitatief
verschil niet zoo verbijsterend tusschen de
zanderijen buiten Den Haag, die in dien tijd
door Tholen en Willem de Zwart werden ge
schilderd. De eigen nuance is bij Koster in de
eerste jaren van zijn bollenvelden aan het
openbaar worden terwijl daar dan nog de
breedheid-van-doen, de haast ongegeneerde
zekerheid van zichzelf, die de beste Hage
naars kenmerkt, in bewaard blijft. Zoo zou
mij de schilderij uit de collectie Smit-Kin
derdijk, hier aanwezig en het „vervoer dor
afgesneden hyacinthen" voorstellend, een
prachtig staal lijken, als ik voor eenvmuscum
een typeerend en tevens sterk werk van on
zen schilder moest aanwijzen. Het Hangsch
gemeentemuseum stuurde uit haar bezit een
soortgelijk werk hierheen, een kweekerij met
paarse hyacinthen waarop het niet al
leen de Tijd is die de kleuren zoo harmonious
verzadigd heeft, doch ge tevens den zekeren
toets van den eersten aanleg herkent.
Een Hyacinthenkweekerij op het voormalig
Lakenveld uit de collectie Van Waveren
houdt in factuur en waarde verband met dat
Haagsche Schilderij. Als aardige souvenirs
vindt ge hier dan een fijne paardenstudie
hoe juist is er de spanning .van stand van
het nobele dier gegeven en een paar reis
herinneringen uit Zuid-Frankrijk,, die de
onderwetsch-solide zekerheid van een Bil-
ders hebben.
Koster's werk is, met. den tijd mee, veran
derd. Zijn palet wordt lichter, de kleur wat
ieler niet alleen, maar ook de zekerheid die
een gevolg was van de eerste emoties, maakte
plaats voor een zekerheid die routine ver
schafte. Maar hij blijft een bewonderaar van
het immer wisselend spel van licht op kleur,
blijft een devoot aanschouwer, een aanhan
kelijk dienaar der natuur. Daardoor treft, op
exposities, ook het latere werk steeds door
fijne intenties en een warsheid van zich
anders voor te doen dan hij is, die. bij jonge
ren eene rariteit, bij een artist van zijn leef
tijd er niet minder aantrekkelijk om is. Wilt
ge een mooi staal zijner fijnzinnigheid uit
het latere werk. beschouw dan het vaart-je
langs het bollenveld (dat links van den
schoorsteen hangt.) Hoe trillend van
licht is er de lucht en hoe fijn
staat op den achtergrond die houten
schutting omspoeld door licht terwijl met een
paar haaltjes het brugje is aangeduid met
zijn schaduw in het water als had een oude
Japanner en niet een immer jeugdig Heem-
stedenaar dat geval bekeken.
Ook voor wie, als wij, Koster's werk mee-
nen te kennen, is er op deze tentoonstelling
nog wel iets nieuws uit het werk af te lezen.
Wat goed is verandert niet, in den zin van
waardeloos worden. Wie zoo serieus als Kos
ter. zijn kunst beoefend heeft, laat zonder
twijfel veel, zeer veel goeds achter.
J. H. DE BOIS.
20 October 192&.
EEN LEZING VOOR DE RADIO.
MICROPHOON-FIEBER.
'n Wonderlijke sensatieziedaar de
hoofdindruk van mijn eerste lezing voor de
radio!
Te Hilversum, op weg naar het gebouw van
de A.V.R.O. kwam ik tot de ontdekking, dat
ik zenuwachtig was als een jong meisje', dat
haar eerste rol op de planken zal gaan spelen
Merkwaardige sensatie voor iemand, die toch
zeker meer dan honderd maal voor het
publiek is opgetreden en op het podium nog
nooit last van zijn zenuwen heeft gehad!
En nu voelde ik iets, dat werkelijk op „hart
kloppingen" ging gelijken! Wat- moest dat
worden straks voor de microphoon!
Als oud-militair gewoon stipt op tijd te
zijn, st-ond ik precies om kwart voor twee
het uur, waarop men mij „besteld" had
voor het gebouw van den Radio-Omroep op
den Ouden Enghweg te Hilversum. Een heel
gewone, niet eens groote villa, die bij de voor
bijgangers zeker in geen enkel opzicht het
vermoeden zal wekken, dat van daaruit de
in heel het land zoo bekende uitzendingen
van „Hilversum" plaats hebben.
Ik bel en word binnen gelaten door den
heer Hildebrand, den eenigen persoon, dien
ik in lit':, gebouw, van waaruit mijn stem
straks misschien tot- eenigen duizenden zal
spreken, te zien krijg. De heer Hildebrand
gaat mij voor naar de „studio", voor de
sprekers, een niet groote, geheel rondom met
gordijnen behangen kamer. In het midden
een vaste» bank met lessenaar, waarop een
wit eleetrisch lichtje geheimzinnig te branden
staat-. Verder een zachttikkend klokje en
anders niets! Boven den lessenaar hangt de
microphoon, die mij doe't denken aan een
groot vierkant stuk naphthaline, zooals men
die wel eens als „reukverdrijver" aantreft.
De heer Hildebrandt geeft mij een enkele
aanwijzing en vertrekt; ik ben in de studio
alleen Ik heb een gevoel van in een „zweet
kamertje" vlak voor een examen te zitt-en.
Uit een ander vertrek de tweede „studio",
van waar de muziek wordt uitgezonden
klinkt kamermuziek tot mij door; verder
is het in het huis heel stil! Het maakt al
les op mij een eenigszins mysterieuzen in
druk, zoo ongeveer alsof ik in een kamer te
wachten zat om straks als lid in een geheim
zinnig voemverbond te worden opgenomen.
Dan neem ik plaats voor den lessenaar en
begin eenige zinnen bij wijze van proef te
lezen. Mijn blik gaat tersluiks naar de mi
crophoon, die daar voor mij hangt-. Ik weet,
dat dat ding nu nog onschadelijk is, dat
mijn stom niet buiten het vertrek met de
gordijnen doordringt, maar zoo straks zal ik
geen geluid kunnen maken, niet kunnen
kuchen of hoesten, of het zal worden gehoord
door menschen in Haarlem, Leeuwarden,
Groningen, Den Helder
Bons niet zoo sterk, mijn hart, wees
kalm! Het is bespottelijk, maar ik ben be
paald onder den indruk van de ongewone
situatie. Ik loop zenuwachtig heen en weer,
kijk om de minuut naar de "wijzers van het
klokje op den lessenaar. Vijf minuten voor
twee, drie minuten voor tweekomt er
dan. niemand om mij „wegwijs" te maken?
Wat moet ik doen. als de wij zeer op her
fatale „twee" staat?
Daar zwijgt de muziek! Nu komt- mijn
beurt! Straks zal een stem zeggen: „Hier is
Radio-omroep Hilversum, golflengte 298 M.
Nu zal voor u lezen de hoer J. B. Schuil.
Hé, hé, wat hebben de zenuwen mij te
pakken! Als er nu maar iemand kwam!
Gelukkig, het gordijn splijt, ae heer Hilde
brandt treedt binnen.
Hij geeft mij de laatste aanwijzingen. „Als
ik u heb aangekondigd waar u niets van
hoort dan gaat het witte lichtje uit en het
middelste lichtje dat biauwe gaa; aan.
Dat is 'n bewijs, dat u uw gang kunt. gaan!
moet dan dit kleine knopje naar boven
duwen! Op hetzelfde oogenblik zult u een
rood lichtje zien gloeien. Dat is het teeken,
dat U bent aangesloten en kunt beginnen!"
Ik herhaal het, doodsbang mij te zullen
vergissen! Verbeeld je, ciai ik straks zou
zitten lezen en niemand mij zou hooren!
„Wit lichtje uil, blauw lichtje aan, knop
omhoog, blauw lichtje uit, rood lichtje aan
en dan beginnen!"
„Precic-si"
Dan geeft de heer Hildebrand mij nog een
waarschuwing, dat ik geen bekenden mag
groeten: Eigenlijk jammer! Het zou wel aar
dig zijn en mij op mijn gemak stellen, maar
ik beloof de zeer pertinent- klinkende order
ie zullen opvolgen. Dan zit ik weer heelemaal
alleen; het klokje wijst één minuut voor twee
aan.
Ik staar naar het witte lichtje en wacht'.
Op eens merk ik tot mijn schrik, dat er door
het staren in het witte licht sterretjes voor
mijn oogen gaan dwarrelen! Hemeltje lief,
als ik dan nog maar lezen kan! Ja, ja, ge
lukkig, het gaat! Dan op eens is het, of mijn
hart stil st-aat, het witte lichtje is uit, het
blauwe lichtje brandt.
Nu zal het dus moeten gebeuren! Ik
schraap nog eens even voor het laatst mijn
keel! In het eerste half uur mag ik dat
immers niet meer doen! Mijn bevende hand
gaat naar het knopje, drukt het omhoog.
het roode lichtje brandt! Ik besef nu eerst
recht goed, dat ik, die daar moederziel alleen
in dat mysterieuze kamertje zit, opeens con
tact hebt met de buitenwereld, tot honder
den mijlen ver!
Dan vat ik moet en zeg harop: „Goeden
middag, jongelui!"
Het is, of mijn stem nooit zoo vreemd mij
in de ooren heeft geklonken. Even zie ik op.
benauwend voor de stilte en leegte om mij
heen.
Ik vang te spreken aan en mijn hart houdt
tegelijk met bonzen op; ik ben mijn zenuwen
weer de baasl^
Daar zit ik op mijn eentje voor den lesse
naar en gesticuleer, alsof een heele schare
jongens en meisjes voor mij zit. Ik grijp in
mijn haren, sla op mijn knieën, zwaai met
mijn handen door de lucht, trek rare gezich
ten, alles op mijn eentje, want ik weet nu
immers, dat overal, waar Hilversum is „in
gesteld", mijn stem wordt gehoord.
Spreek ik te luid? Te vlug? Articuleer ik
genoeg?niemand, die het mij zeggen
kan! Ik zit immers alleen opgesloten!
„Als u niet goed spreekt komen wij u wel
waarschuwen! Dan leggen we een briefje op
uw lessenaar!" heeft de heer Hildebrandt
mij gezegd.
Ik kijk nu en dan met spanning naar het
groene gordijn, waarachter ik de deur weet,
maar er komt geen beweging in. Dat stelt mij
gerust!
O, la, lawat zal mij nu overkomen? Het
gordijn wijkt uiteen, iemand treedt geheim
zinnig loopend op zijn teenen, de studio
binnen. Ik kijk niet op, lees kalm door, maar
wacht toch in spanning of er een briefje op
den lessenaar zal woraen neergelegd.
Gelukkig, de geheimzinnige bezoeker ver
dwijnt; het is dus blijkbaar niet om mij te
doen geweest. Ik zit weer alleen tegenover
de microphoon, het witte, vierkante stuk
„naphthaline", dat mijn stem in zich op
neemt en naar alle windrichtingen uitzendt
Het loopt tegen het slot! Ik kijk naar het
klokje dat één minuut voor half drie wijst.
Dus nog een minuut.... dat stelt mij gerust!
Want dat is een heel belangrijk iets: je bent
precies aan je half uur gebonden! Geen mi
nuut langer is je toegestaan! Mooi zoo, het
klopt, ik kom prachtig op tijd aan de fi
nish! Ji^ist om half drie zeg ik den laatsten
zin! Dan nog even een afscheidswoord en
mijn nu niet meer bevende hand gaat
naar het knopje van het roode lichtje, drukt
het naar beneden; het roode licht dooft uit,
het witte lichtje brandt ik ben nu weer
van de buitenwereld afgesloten. Op hetzelfde
oogenblik kriebelt mij iets in.de keel! Wat
een verademing, ik mag weer hoesten, zon
der dat iemand daarbuiten het hoort. Ik
kuch en hoest voor twee! Ik rek mijn beenen
en wacht op den heer Hildebrandt-. Ik heb
een gevoel alsof ik voor een examen geslaagd
ben.
Vijf minuten later sta ik weer met mijn
boek onder den arm op den Ouden Enghweg
en kijk nog eens op naar de villa, naar dat
geheimzinnige gebouw, van waaruit mijn
stem over Nederland geklonken heeft en ik
glimlach bij de gedachte, dat ik drie kwar
tier geleden met een kloppend hart daar
binnen ben getreden. Zou mijn hart opnieuw
zoo zenuwachtig bonzen, als ik een volgen
den keer weer voor de radio lezen moet?
J. B. SCHUIL.
BINNENLAND
DE LICHTWEEK.
EEN BOODSCHAP VAN EDISON.
Ter gelegenheid van de lichtweek te Am
sterdam heeft Edison de volgende „bood
schap" aan het Alg. Hbld. gestuurd:
Aan het Nederlandsche volk.
Het doet mij genoegen in staat te zijn, tot
u te spreken door middel van het Algemeen
Handelsblad te Amsterdam en u mijn be
wondering te uiten voor de vorderingen door
u gedurende de laatste halve eeuw gemaakt
op alle gebieden van het menschelijk stre
ven.
Onder leiding van een bekwame regeering.
die haar taak ernstig opvat en van een groo
te schare mannen en vrouwen der weten
schap, schaart Nederland zich in de eerste
rijen onder de beschaafde volkeren.
Ik beschouw het als een persoonlijk voor
recht, dat ik, zij het dan op de meest beschei
den wijze, heb mogen medewerken aan uw
vooruitgang op het gebied van comfort en
bevredigende levensomstandigheden en ik uit
den wensch dat Nederland steeds moge
voortgaan om de menschelijke bedrijvigheid
te ontwikkelen, die het in het verleden waar
lijk groot heeft gemaakt.
Thomas Edison.
MOTORWIELRIJDER VERDRONKEN.
Men seint ons uit Den Haag:
Een 26-jarige inwoner van Naaldwijk is
hedenmorgen nabij Monster met zijn motor
rijwiel te water geraakt en verrronken. De
Gemeentelijke Geneeskundige Dienst van
's-Gravenhagc heeft het lijk naar het Zie
kenhuis vervoerd.
DE MOORD IN ROTTERDAM.
BELANGRIJKE GETUIGEN
VERKLARING.
Ovtv tie aanwijzingen, welke de Rotterdam-
sche politie heeft gekregen tegen den te
Heerlen gearresteerden man, voordat deze
werd aangehouden, mag nog niets worden
gepubliceerd, meldt de N.R.C. Er mag dus
nog n:.*, worden meegedeeld, welke motieven
de politie ertoe hebben geleid, naar dezen
man te laten zoeken maar uit de uitgebreide
maatregelen, welke men heeft genomen om
dezen man te pakken to krijgen, kan worden
afgeleid, dat deze aanwijzingen van zeer
ernstigen aard moeten zijn geweest. Ook mag
thans neg niet het resultaat worden meege
deeld van het te Heerlen ingestelde onder
zoek, De heeren Beekman en Grevelink heb
ben dit onderzoek Maandag nog voortgezet.
Bij de aanwijzingen, op welke hierboven
gedoeld werd, is thans een nieuwe gekomen,
welke wel gepubliceerd mag worden.
Naar aanleiding van den oproep in de dag
bladen. waarin f 100 werd uitgeloofd aan
hem of haar, die zulke aanwijzingen zou
kunnen geven, dat daardoor de fiets van
den dader zou kunnen worden opgespoord,
heeft zich in het bureau van de Groote
Paauwensteeg gemeld de knecht van eer.
houder van een rijwielstalling aan het
Weenaplcin te Rotterdam. Deze man heeft
verklaard, dat op 15 October een man bij
hem is gekomen, om een fiets af te halen,
welke blijkens het re$u, op 9 October, dus
op den dag van den moord in den Blijdorp-
polder, in bewaring is gegeven. De getuige
heeft dezen man niet op dien dag gezien,
waaruit kon worden afgeleid, dat- de fiets
in bewaring is gegeven na 6 uur 's avonds
het uur, waarop deze knecht naar huis gaat
en door een ouden man wordt vervangen.
De man. die de fiets kwam afhalen, had enkel
groot geld bij zich, hetgeen hij aan den
knecht lu«.. zien. Deze had geen geld terug
en daarom heeft de man de fiets laten staan.
De Inspecteur Kalkman, die als derde van
de drie niet het onderzoek belast.-? inspecteurs
hier achter is gebleven om het werk te Rot
terdam voort te zetten, vroeg daarop aan den
getuige, of hij soms de portefeuille of de beurs
had gezien, in welke de man. die ae fiets
kwam terughalen, zijn geld had geborgen.
De getuige antwoordde bevestigend en gaf
een zeer nauwkeurige beschrijving van de
beurs, welke geheel klopt op de beurs, welke
op den te Heerlen gearresteerden verdachte
in beslag is genomen en welke beurs deze
getuige op dat oogenblik natuurlijk nog niet-
had gezien. Bedoelde beurs is niet van een
erg algemeen model.
Daarna is deze getuige met den verdachte
geconfronteerd, waarbij hij den man positief
heeft herkend als te zijn de man, die de
fiets was komen halen.
De fiets is den volgenden dag teruggehaald
op een uur, waarop deze getuige niet aan
wezig was. Zijn plaatsvervanger, de reeds eer
der genoemde oude man, verklaart zich niet
te kunnen herinneren, wie de fiets heeft, ge
haald, noch wie haar op 9 October des avonds
heeft gebracht.
De verdachte blijft bij zijn pertinente ont
kenning. Hij heeft een alibi opgegeven, waar
bij hij zich op enkele punten, zij het ook
van ondergeschikt belang, heeft tegenge
sproken.
ONDERWIJS IN HET FRIESCH PER
RADIO?
Op de Zaterdag in Utrecht gehouden ver
gadering van den Bond van Friesche vereeni-
gingen buiten Friesland, werd na een inlei
ding van dr. J. B. Schepers uit Haarlem, be
sloten dat het Bondsbestuur de mogelijkheid
zal onderzoeken om onderwijs in de Friesche
taal te geven buiten Friesland. Daarbij zal
in overleg met de Vereenigingen in Fries
land besprekingen worden gevoerd over ver
eenvoudiging in de spelling. Getracht zal
worden voor het geven van dit onderwijs
gebruik te maken van de radio.
DE ONGELUKKEN IN HET
PROV. ZIEKENHUIS.
OP AANSTELLING VAN MEER
PERSONEEL AANGEDRONGEN.
Omtrent de ongevallen die zich den laat
sten tijd in het Provinciaal Ziekenhuis te
Santpoort hebben voorgedaan, schrijft het
orgaan van den Centralen Ned. Ambtenaars-
bond:
Wij zijn het met Ged. Staten eens, dat in
een gesticht voor geesteszieken zelfs de
scherpste maatregelen geen waarborg bieden
dat ongevallen niet zullen voorkomen.
Maar niettemin vragen wij ons met schrik
af, of er aan het organisatie-systeem van
Santpoort niet een en ander mankeert, waar
door de ongevallen elkander zoo snel konden
opvolgen.
Wordt bij het geven van wat meer vrijheid
van sommige patiënten en vooral bij het ver
strekken van gevaarlijke gereedschappen (als
schoppen, hamers, beitels, scharen enz.) wol
voldoende selectie van de patiënt-en toege
past? En vooral, zijn de ploegen van werken
de patiënten niet te groot in verhouding tot-
het leidinggevend en toezichthoudend aantal
personeelleden? Worden er wel voldoende
veiligheidsmaatregelen getroffen?
Reeds eerder hebben wij ons tot Gedep.
Staten gewend met t'en adres, waarin wij de
aandacht vroegen voor de personeelsbezet
ting aan het ziekenhuis nabij Santpoort.
Na onderzoek kwam het college echter tot
de conclusie, dat uitbreiding van personeel
niet urgent was. Wij zijn eriiter de overtui
ging toegedaan, dat de jongste gebeurtenis
sen de bevestiging van ons inzicht hebben
gebracht.
Reden, waarom wij ons opnieuw tot 'Ged.
Staten hebben gewend, met het verzoek om,
als het college nog niet van gevoelen is ver
anderd. een diepgaand onderzoek in te
stellen naar de organisatie van den arbeid
in het ziekenhuis te Santpoort en de vak-
vereeniging daarbij gelegenheid te geven
door middel van een vertegenwoordiger aan
dat onderzoek deel te m«men. Menschcn-
levens zijn te kostbaar, dan dat niet alles
dient gedaan om hen tc sparen".
LANGS DE STRAAT
Herfstdag. t
Ik zat in de tram en naast mij vergleed
de donkergrijze, glimmende asfaltweg, onder
de overwelving van een troost-eloozon hemel,
waaruit traag de :\»;m neersijpelde. Een
eindeloozc rij spichtige boompjes s^ond lang
zaam zijn schaarsche bruine bladeren te
laten vallen en daarachter verdwenen de
fletsgroene weilanden in een mistige vi»;te.
Bij een halte st-ond een jongen in een arm
zalige regenjas met een in kranten gewik
keld pakje boterhammen onder zijn arm te
wacht m: hij huiverde en zijn oogen keken
moe uit zijn bleek gezicht. Wa: verder kroop
traag een zwarte lijkwagen voort; op de bok
zat de koetsier in een grauwe jas en liet het
water langs zijn afhangende schouders af
druipen. De paarden sloften met gebogen
koppen.
Waarheen ging die leege wagen op den
rechten, eentoniger) weg? Waarheen ging ik?
Waarheen gaat alles?
Door mij gingen woorden, die ik iemand
niet lang geleden had hooren zeggen: ..Dood
rijn lijkt mij niet erg, maar dood gaan
Toen had ik gelachen en overmoedig ge
zegd: „Het- leven is te goed. ik wil nog niet
doodEn in mij had ik den leugen ge
weten.
Nu zat ik hier, ln mijn hoofd was
doffe gevoelloosheid en mijn oogleden waren
zwaar: om mij heen was al lts leeg en leehjk.
Naast, mij schoven een man en een paard oni
een mensch naar het onveranderlijk slot van
zijn leven te brengen. Hoe was hij gestorven?
Had hij iets gekregen van het weinige dat
hij verlangde? Of was het allemaal kil ge
weest. en teleurstellend, met weinig liefde
en veel vervlogen illusies? In mij viel zwaar
het gevoel, dat- deze dag er sU'.-hts één was
van de vele. die nog zouden komen en zich
aaneen zouden rUcn als spichtige boompjes,
die telkens een verdord bruin blad zouden
laten vallen op een eentonlgen rechten weg,
die onafzienbaar was.
Toen opeens kwam er langzaam, heel
langzaam breking in den grauwen hemel en
een schuchtere zonnestraal schoof traag, ais
zoekend, langs de natte weilanden. We kwa
men langs een boerenhuisje, waar een kleine
kleuter, wild met zijn armen zwaaiend, een
juichkreet uitstootte naar het flauwe zon
licht. Zijn moeder kwam naar buiten klot
sen op haar klompen en zette hem hoog op
haar schouders.
We stonden stil. Tegenover mij stond een
oude dame met een vief sprongetje op. En
met een glimlach naar mij zei ze: ,,'t Lijkt
soms erger dan het is. hè? En dan komt de
zon weer door und 's ist alles wieder gut!"
En ik lachte ook en zei: „Past u op. u ver
geet uw paraplu, het mocht wear eens gaan
regenen".
Toen lachten we samen en zü stapte uit
en ik bedacht-, dat ik in Amsterdam een
prettige ontmoeting voor den boeg had. en
ik was tevreden, hoewel het werkelijk weer
regende.
W. T.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen bij: Ottes, Leidschc-
vaart 82, aardappelen. Visser, Brederode-
str^at 2, abonnement. Kuipers, Tetterode-
straat 67, armbandhorloge. Porre, Doelstraat
42, kerkboek R.K. Ajestic, Kloosterstraat
26rood, bril. Ringeling. Oude Groenmarkt
8rood, broche. Straatman, Velserstraat 79,
ceintuur, v. Lierop, Indischestraat 35, eend.
Vos, Nagtzaamstraafc 16, jonge herdershond.
Kennel Haerlem, Hollandsche herder (jong)
gebracht door: Holgen, Bloemendaalscheweg
182, v. d. Eijkhof, Vinkenstraat 8, hoed. Bur.
v. Politie, Smedestraat, hondenhalsband,
v. Boekei. Oranjeboomstraat 14, Iersche Set
ter- Luiken, De GenesteLstraat 36. insigne.
Pijnakker, Duvenvoordestraat 65rd. jas. Ken
nel Haerlem. zwart-wit katje, gebracht door:
Vellinga, Pcpijnstraat 38. Buiten. Ruljcha-
verstraat 6. kaasje. Schouten, v. Zeggelen-
straat 23. muts. Graaff, v- 't Hoffstraat 61,
muts. Jansen. Reitzstraat 45, nummerplaat.
Scheffer. Z-B. Spaarne 144rood, pet. v. Eer
den, Zomcrzorgcrlaan 40. Bloemendaal, ring.
Kok, Brouwersplein 6rood, rijwieibelasting-
merk. v. Terstal. Tulpenstraat 2a, idem. v. d.
Berg. Hofdijkplein 35. idem. Den H&rtog,
Zocherstraat 30, ring. v. d. Weele, Spaarn-
damschcweg 53, lierspeld. Posma, Rozen-
hagestraat 67. schoen. Heiligers. Lange Hee
renstraat 9, schoenen. Scheelings, Schoter
singel 2!rö. sleutel. Bur. v. Politie. Smede
straat. gym. schoen. Remmé, Harmenjans-
weg 82, taschje met inhoud. De Rcos, M. v.
Heemskerkstraat 73, idem. v. Leeuwen, le
Hoogewoerddwarsstraat, idem. v. d. Gevel,
2e Hoogewoerddwarsstraat 52. geld.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
U kunt eten wat U wilt
zonder corpulent te worden.
Eet wat U wilt en zooveel U wilt; wanneer U
regelmatig eiken dag KRUSCHEN SALTS
gebruikt, zult u geen last van corpulentie
krijgen.
Vermageren, door weinig voedsel te nemen,
zal Uw lichaam verzwakken. Doch door het
gebruik van KRUSCHEN SALTS verdrijft U.
al het overtollige vet en voorkomt vetaanzet-
ting. KRUSCHEN SALTS maakt Uw lichaam
steeds gezonder. Het verwijdert alle onzuiver
heden uit Uw bloed, ingewanden, nieren en
lever. U zult U daarbij opgewekter en ener
gieker gaan voelen een blakende gezond
heid genieten. Gebruikt KRUSCHEN SALTS
regelmatig eiken morgen op een glas water
of ln Uw kopje thee. Het heeft geen smaak.
KRUSCHEN SALTS is verkrijgbaar bij allo
apothekers cn drogisten a 0.90 per flacon.
De groote flesch n 1.60 bevat 3 maal den
inhoud van de kleine flacon.
Imp.: N.V. Rowntree Handels Mij., Keizers
gracht 124, Amsterdam C.
GRATIS PROEFAANBOD.
Wanneer U nog nooit Kruschen geprobeerd
hebt probeert het dan nu op onze kosten.
Wij hebben onder de Apothekers en Drogis
ten 100.000 speciale „Groote Procfpakken"
gedistribueerd, welke het gemakkelijk voor U
maken om te ondervinden of de door ons ge
stelde elschen U voldoen. Vraagt Uw apothe
ker of drogist naar het nieuwe „Groote Procf-
pak". Dit bestaat uit onze gewone flacon a
1.60 met een aparte proef-flacon toe
reikend voor ongeveer een week. Open eerst
de procfflacon. Onderwerp haar aan een
proef. En wanneer U er dan niet volkomen
van overtuigd zijt. dat Kruschen al die
eigenschappen bezit, welke wij tot eisch ge
steld hebben, is de gewone flacon nog onge
schonden: breng deze terug. De apotheker of
drogist zal U onmiddellijk cn zonder omwe
gen Uw 1.60 teruggeven. U hebt Kruschen
geprobeerd op onze kosten. Wat ls royaler0