HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 22 OCTOBER 1929 VIERDE BLAD LETTEREN EN KUNST VER. ROTTERDAMSCH- HOFSTAD TOONEEL. GEORG KAISER S „OP EEN DAG IN OCTOBER'. Vrijdag zal hier te Haarlem voor het eerst een stuk van Georg Kaiser worden gespeeld. Het is waarlijk niet te vroeg, want Georg Kaiser is van de modernen een der meest beteekenende zoo niet de meest beteekenende tooneelschrijver in Duitschland. En dat niet van de allerlaatste jaren! Reeds in 1914 schreef hij zijn „Bürger von Calais", een dra ma, dat hem in Duitschland terecht eon grooten naam bezorgde, maar in ons land enkel tot opvoering kwam twee jaar geleden in een openluchtvoorstelling van Wagening- sche Studenten. In Nederland ik schreef het nog on langs in een Amsterdamsche kroniek zijn wij jaren lang al te ver blijven staan van het moderne tooneel. Van de groote beweging, die er in Duitschland en Rusland gaancle was, hebben wij weinig of niets gemerkt. Het expressionisme is ons op een enkele uit voering na van Vrijheid door Het Schouw- tooneel en Jenseits door Het Vereenigd Too neel vrijwel voorbijgegaan. Tot experi menten waagde men zich voorzichtigheids halve niet. Dat is één van de redenen, waarom Georg Kaiser, toen hij nog een van de -vooraan staande vertegenwoordigers was van het ex pressionisme een richting, welke hij reeds lang weer heeft verlaten evenmin als Von Unruh in Holland is gespeeld. Zijn „Gas", dat uit die periode stamt, kwam eerst in Am sterdam twee jaar geleden, toen het expres sionisme in Duitschland reeds lang dood en begraven was, tot opvoering. Toch zijn van Kaiser nog meer stukken in Holland gegaan. Het Hofstad Tooneel heeft indertijd zijn Kolportage op het repertoire gehad en ik meen, dat ook zijn ,.Von Morgen, bis Mitternacht" door Van der Lugt Melsert gespeeld is geworden. Maar deze stukken zijn de provincie onthouden. Zoo was het dus mogelijk, dat in een stad als Haarlem nog nooit iets werd gegeven van den auteur, die door velen onmiddellijk na. door sommigen zelfs naast, zoo niet boven Pirandello wordt geplaatst. Al zou het dus alleen maar om deze eerste „kennismaking zijn, dan zou ik de voorstelling van „Oktob:r- tag" dat door Simon Koster minder juist met „Op een dag in October" is vertaald b'elangrijk mogen noemen. Ik kan dit te meer nu ik Georg Kaiser's stuk Zondagmiddag Van der Lugt Melsert heeft het op een ma- tinée gegeven, nadat het hem niet was ge lukt het werk ter vermijding van de stem ming verbrekende pauze in navolging van Duitschland op een nachtvoorstelling te la ten spelen in een in de eerste twee bedrij ven mooie vertooning van het Rotterdamsch- Hofstad Tooneel in den Koninklijken schouw burg te Den Haag heb gezien. De eerste op voering van Op een dag in October is voor het Haagsche gezelschap en vooral voor den heer en mevrouw Van der Lugt Melsert, die beiden prachtig hebben gespeeld een succes geworden. Groot was blij kens de soms hoorbare stilte de in druk, dien de vertooning van dit knap ge schreven hoogst boeiende, zeer moderne en ondanks het in de oogen van sommigen mis schien scabreuse gegeven toch zoo dichter lijke werk op de stampvolle zaal maakte en velen zullen he'- zeker met Van der Lugt Mel sert hebben betreurd, dat een pauze de teere stemming na II moest breken. Het der de bedrijf bracht geen climax meer en stelde na de prachtige tweede acte eenigszins teleur, ook door dat de vertooning, dié tot aan de pauze voortreffelijk genoemd kon wrden, toen zakte. Nu Op een dag in October hier reeds Vrij dag wordt gespeeld, wil ik met mijn uitvoe rige kritiek over stuk en opvoering tot na de voorstelling te Haarlem wachten. Alleen wil ik waarschuwen dat- Kaiser's drama met zijn kras, precair doch zooals ik reeds scl^eef dichterlijk uitgewerkt gegeven allerminst een stuk voor „kinderen" is. Het zal bij velen waarschijnlijk zelfs verzet wekken. De inhoud van 't stuk uitvoerig weer te geven is onmo gelijk, ja zou eigenlijk schennis zijn, het zou het drama vermoorden. Want voor hen, die dit stuk gaan zien. nuchter, om het verhaal tje alleen, als realiteit, is het reeds van te voren ten doode gedoemd. Maar zij, die het willen zien met de oogen van den dichter, zullen een diepen indruk er van mede nemen. Top Naeff heeft in de Groene van 10 No vember 1928 het gegeven op teere. vrouwe lijke wijze in enkele zinnen aangeduid. Laat ik deze zinnen, die in het programma zijn overgedrukt, hier mogen overnemen. Het is „het verhaal van een zeer jong meisje, dat een kindje ter wereld brengt, in haar ver beelding van den man, dien zij lief heeft, terwijl in de werkelijkheid een geheel ander de vader van dit kind isNiemand zal de vraag kunnen ontwijken, die achter deze le gende opdoemt en maar zelden in de wereld zoo openhartig beantwoord wordt als hier: hoeveel kinderen zouden, indien zij in de ziel. inplaats van in de schoot hunner moeder ge boren werden, de trekken verraden van een anderen man dan den toevalligen vader". Dat het Vrijdag eendeer bijzondere too- neelavond belooft te worden, zullen mijn le zers uit dit „voorloopig" artikel zeker wel hebben begrepen. J. B. SCHUIL. KUNST ZIJ ONS DOEL. Eere-tentoonstelling A. L. Koster. Een aantal werken van al reeds wat oude ren datum geven aan deze expositie, die een voortzetting der viering van Koster's 70sten verjaardag bedoelt/ zeker relief. Zij toonen wel zeer sterk aan hoezeer de schilder tot de Haagsche school in haar bloeitijd behoort, tevens hoe stevig de innerlijke samenhang van de kunst in die dagen gebonden was. Zoodat ook kunstenaars die niet op het eer ste plan werkten, in hun arbeid iets meekre gen van het algemeen élan, die algemeene zekerheid van doen, waardoor de kunst van een dertig jaar geleden in ons land werd gekenmerkt. Zien wij hier de groote schilderij op aan. die door vrienden van den schilder aan het Frans Halsmuseum geschonken werd. en die een zandafgraving in Gelderland voorstelt, dan gevoelen wij gemakkelijk dien samen hang met een bepaalde periode in de Hol- landsche kunstproductie. Daar zit een bree- de. royale manier van schilderen in. en een vastheid van treffen bij de uitbeelding der materie, die een reeks van soortgelijke wer ken voor den geest roept en waarnaast zulk een werk van Koster het dan best uithoudt. Ieder met zijn eigen nuance is het qualitatief verschil niet zoo verbijsterend tusschen de zanderijen buiten Den Haag, die in dien tijd door Tholen en Willem de Zwart werden ge schilderd. De eigen nuance is bij Koster in de eerste jaren van zijn bollenvelden aan het openbaar worden terwijl daar dan nog de breedheid-van-doen, de haast ongegeneerde zekerheid van zichzelf, die de beste Hage naars kenmerkt, in bewaard blijft. Zoo zou mij de schilderij uit de collectie Smit-Kin derdijk, hier aanwezig en het „vervoer dor afgesneden hyacinthen" voorstellend, een prachtig staal lijken, als ik voor eenvmuscum een typeerend en tevens sterk werk van on zen schilder moest aanwijzen. Het Hangsch gemeentemuseum stuurde uit haar bezit een soortgelijk werk hierheen, een kweekerij met paarse hyacinthen waarop het niet al leen de Tijd is die de kleuren zoo harmonious verzadigd heeft, doch ge tevens den zekeren toets van den eersten aanleg herkent. Een Hyacinthenkweekerij op het voormalig Lakenveld uit de collectie Van Waveren houdt in factuur en waarde verband met dat Haagsche Schilderij. Als aardige souvenirs vindt ge hier dan een fijne paardenstudie hoe juist is er de spanning .van stand van het nobele dier gegeven en een paar reis herinneringen uit Zuid-Frankrijk,, die de onderwetsch-solide zekerheid van een Bil- ders hebben. Koster's werk is, met. den tijd mee, veran derd. Zijn palet wordt lichter, de kleur wat ieler niet alleen, maar ook de zekerheid die een gevolg was van de eerste emoties, maakte plaats voor een zekerheid die routine ver schafte. Maar hij blijft een bewonderaar van het immer wisselend spel van licht op kleur, blijft een devoot aanschouwer, een aanhan kelijk dienaar der natuur. Daardoor treft, op exposities, ook het latere werk steeds door fijne intenties en een warsheid van zich anders voor te doen dan hij is, die. bij jonge ren eene rariteit, bij een artist van zijn leef tijd er niet minder aantrekkelijk om is. Wilt ge een mooi staal zijner fijnzinnigheid uit het latere werk. beschouw dan het vaart-je langs het bollenveld (dat links van den schoorsteen hangt.) Hoe trillend van licht is er de lucht en hoe fijn staat op den achtergrond die houten schutting omspoeld door licht terwijl met een paar haaltjes het brugje is aangeduid met zijn schaduw in het water als had een oude Japanner en niet een immer jeugdig Heem- stedenaar dat geval bekeken. Ook voor wie, als wij, Koster's werk mee- nen te kennen, is er op deze tentoonstelling nog wel iets nieuws uit het werk af te lezen. Wat goed is verandert niet, in den zin van waardeloos worden. Wie zoo serieus als Kos ter. zijn kunst beoefend heeft, laat zonder twijfel veel, zeer veel goeds achter. J. H. DE BOIS. 20 October 192&. EEN LEZING VOOR DE RADIO. MICROPHOON-FIEBER. 'n Wonderlijke sensatieziedaar de hoofdindruk van mijn eerste lezing voor de radio! Te Hilversum, op weg naar het gebouw van de A.V.R.O. kwam ik tot de ontdekking, dat ik zenuwachtig was als een jong meisje', dat haar eerste rol op de planken zal gaan spelen Merkwaardige sensatie voor iemand, die toch zeker meer dan honderd maal voor het publiek is opgetreden en op het podium nog nooit last van zijn zenuwen heeft gehad! En nu voelde ik iets, dat werkelijk op „hart kloppingen" ging gelijken! Wat- moest dat worden straks voor de microphoon! Als oud-militair gewoon stipt op tijd te zijn, st-ond ik precies om kwart voor twee het uur, waarop men mij „besteld" had voor het gebouw van den Radio-Omroep op den Ouden Enghweg te Hilversum. Een heel gewone, niet eens groote villa, die bij de voor bijgangers zeker in geen enkel opzicht het vermoeden zal wekken, dat van daaruit de in heel het land zoo bekende uitzendingen van „Hilversum" plaats hebben. Ik bel en word binnen gelaten door den heer Hildebrand, den eenigen persoon, dien ik in lit':, gebouw, van waaruit mijn stem straks misschien tot- eenigen duizenden zal spreken, te zien krijg. De heer Hildebrand gaat mij voor naar de „studio", voor de sprekers, een niet groote, geheel rondom met gordijnen behangen kamer. In het midden een vaste» bank met lessenaar, waarop een wit eleetrisch lichtje geheimzinnig te branden staat-. Verder een zachttikkend klokje en anders niets! Boven den lessenaar hangt de microphoon, die mij doe't denken aan een groot vierkant stuk naphthaline, zooals men die wel eens als „reukverdrijver" aantreft. De heer Hildebrandt geeft mij een enkele aanwijzing en vertrekt; ik ben in de studio alleen Ik heb een gevoel van in een „zweet kamertje" vlak voor een examen te zitt-en. Uit een ander vertrek de tweede „studio", van waar de muziek wordt uitgezonden klinkt kamermuziek tot mij door; verder is het in het huis heel stil! Het maakt al les op mij een eenigszins mysterieuzen in druk, zoo ongeveer alsof ik in een kamer te wachten zat om straks als lid in een geheim zinnig voemverbond te worden opgenomen. Dan neem ik plaats voor den lessenaar en begin eenige zinnen bij wijze van proef te lezen. Mijn blik gaat tersluiks naar de mi crophoon, die daar voor mij hangt-. Ik weet, dat dat ding nu nog onschadelijk is, dat mijn stom niet buiten het vertrek met de gordijnen doordringt, maar zoo straks zal ik geen geluid kunnen maken, niet kunnen kuchen of hoesten, of het zal worden gehoord door menschen in Haarlem, Leeuwarden, Groningen, Den Helder Bons niet zoo sterk, mijn hart, wees kalm! Het is bespottelijk, maar ik ben be paald onder den indruk van de ongewone situatie. Ik loop zenuwachtig heen en weer, kijk om de minuut naar de "wijzers van het klokje op den lessenaar. Vijf minuten voor twee, drie minuten voor tweekomt er dan. niemand om mij „wegwijs" te maken? Wat moet ik doen. als de wij zeer op her fatale „twee" staat? Daar zwijgt de muziek! Nu komt- mijn beurt! Straks zal een stem zeggen: „Hier is Radio-omroep Hilversum, golflengte 298 M. Nu zal voor u lezen de hoer J. B. Schuil. Hé, hé, wat hebben de zenuwen mij te pakken! Als er nu maar iemand kwam! Gelukkig, het gordijn splijt, ae heer Hilde brandt treedt binnen. Hij geeft mij de laatste aanwijzingen. „Als ik u heb aangekondigd waar u niets van hoort dan gaat het witte lichtje uit en het middelste lichtje dat biauwe gaa; aan. Dat is 'n bewijs, dat u uw gang kunt. gaan! moet dan dit kleine knopje naar boven duwen! Op hetzelfde oogenblik zult u een rood lichtje zien gloeien. Dat is het teeken, dat U bent aangesloten en kunt beginnen!" Ik herhaal het, doodsbang mij te zullen vergissen! Verbeeld je, ciai ik straks zou zitten lezen en niemand mij zou hooren! „Wit lichtje uil, blauw lichtje aan, knop omhoog, blauw lichtje uit, rood lichtje aan en dan beginnen!" „Precic-si" Dan geeft de heer Hildebrand mij nog een waarschuwing, dat ik geen bekenden mag groeten: Eigenlijk jammer! Het zou wel aar dig zijn en mij op mijn gemak stellen, maar ik beloof de zeer pertinent- klinkende order ie zullen opvolgen. Dan zit ik weer heelemaal alleen; het klokje wijst één minuut voor twee aan. Ik staar naar het witte lichtje en wacht'. Op eens merk ik tot mijn schrik, dat er door het staren in het witte licht sterretjes voor mijn oogen gaan dwarrelen! Hemeltje lief, als ik dan nog maar lezen kan! Ja, ja, ge lukkig, het gaat! Dan op eens is het, of mijn hart stil st-aat, het witte lichtje is uit, het blauwe lichtje brandt. Nu zal het dus moeten gebeuren! Ik schraap nog eens even voor het laatst mijn keel! In het eerste half uur mag ik dat immers niet meer doen! Mijn bevende hand gaat naar het knopje, drukt het omhoog. het roode lichtje brandt! Ik besef nu eerst recht goed, dat ik, die daar moederziel alleen in dat mysterieuze kamertje zit, opeens con tact hebt met de buitenwereld, tot honder den mijlen ver! Dan vat ik moet en zeg harop: „Goeden middag, jongelui!" Het is, of mijn stem nooit zoo vreemd mij in de ooren heeft geklonken. Even zie ik op. benauwend voor de stilte en leegte om mij heen. Ik vang te spreken aan en mijn hart houdt tegelijk met bonzen op; ik ben mijn zenuwen weer de baasl^ Daar zit ik op mijn eentje voor den lesse naar en gesticuleer, alsof een heele schare jongens en meisjes voor mij zit. Ik grijp in mijn haren, sla op mijn knieën, zwaai met mijn handen door de lucht, trek rare gezich ten, alles op mijn eentje, want ik weet nu immers, dat overal, waar Hilversum is „in gesteld", mijn stem wordt gehoord. Spreek ik te luid? Te vlug? Articuleer ik genoeg?niemand, die het mij zeggen kan! Ik zit immers alleen opgesloten! „Als u niet goed spreekt komen wij u wel waarschuwen! Dan leggen we een briefje op uw lessenaar!" heeft de heer Hildebrandt mij gezegd. Ik kijk nu en dan met spanning naar het groene gordijn, waarachter ik de deur weet, maar er komt geen beweging in. Dat stelt mij gerust! O, la, lawat zal mij nu overkomen? Het gordijn wijkt uiteen, iemand treedt geheim zinnig loopend op zijn teenen, de studio binnen. Ik kijk niet op, lees kalm door, maar wacht toch in spanning of er een briefje op den lessenaar zal woraen neergelegd. Gelukkig, de geheimzinnige bezoeker ver dwijnt; het is dus blijkbaar niet om mij te doen geweest. Ik zit weer alleen tegenover de microphoon, het witte, vierkante stuk „naphthaline", dat mijn stem in zich op neemt en naar alle windrichtingen uitzendt Het loopt tegen het slot! Ik kijk naar het klokje dat één minuut voor half drie wijst. Dus nog een minuut.... dat stelt mij gerust! Want dat is een heel belangrijk iets: je bent precies aan je half uur gebonden! Geen mi nuut langer is je toegestaan! Mooi zoo, het klopt, ik kom prachtig op tijd aan de fi nish! Ji^ist om half drie zeg ik den laatsten zin! Dan nog even een afscheidswoord en mijn nu niet meer bevende hand gaat naar het knopje van het roode lichtje, drukt het naar beneden; het roode licht dooft uit, het witte lichtje brandt ik ben nu weer van de buitenwereld afgesloten. Op hetzelfde oogenblik kriebelt mij iets in.de keel! Wat een verademing, ik mag weer hoesten, zon der dat iemand daarbuiten het hoort. Ik kuch en hoest voor twee! Ik rek mijn beenen en wacht op den heer Hildebrandt-. Ik heb een gevoel alsof ik voor een examen geslaagd ben. Vijf minuten later sta ik weer met mijn boek onder den arm op den Ouden Enghweg en kijk nog eens op naar de villa, naar dat geheimzinnige gebouw, van waaruit mijn stem over Nederland geklonken heeft en ik glimlach bij de gedachte, dat ik drie kwar tier geleden met een kloppend hart daar binnen ben getreden. Zou mijn hart opnieuw zoo zenuwachtig bonzen, als ik een volgen den keer weer voor de radio lezen moet? J. B. SCHUIL. BINNENLAND DE LICHTWEEK. EEN BOODSCHAP VAN EDISON. Ter gelegenheid van de lichtweek te Am sterdam heeft Edison de volgende „bood schap" aan het Alg. Hbld. gestuurd: Aan het Nederlandsche volk. Het doet mij genoegen in staat te zijn, tot u te spreken door middel van het Algemeen Handelsblad te Amsterdam en u mijn be wondering te uiten voor de vorderingen door u gedurende de laatste halve eeuw gemaakt op alle gebieden van het menschelijk stre ven. Onder leiding van een bekwame regeering. die haar taak ernstig opvat en van een groo te schare mannen en vrouwen der weten schap, schaart Nederland zich in de eerste rijen onder de beschaafde volkeren. Ik beschouw het als een persoonlijk voor recht, dat ik, zij het dan op de meest beschei den wijze, heb mogen medewerken aan uw vooruitgang op het gebied van comfort en bevredigende levensomstandigheden en ik uit den wensch dat Nederland steeds moge voortgaan om de menschelijke bedrijvigheid te ontwikkelen, die het in het verleden waar lijk groot heeft gemaakt. Thomas Edison. MOTORWIELRIJDER VERDRONKEN. Men seint ons uit Den Haag: Een 26-jarige inwoner van Naaldwijk is hedenmorgen nabij Monster met zijn motor rijwiel te water geraakt en verrronken. De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst van 's-Gravenhagc heeft het lijk naar het Zie kenhuis vervoerd. DE MOORD IN ROTTERDAM. BELANGRIJKE GETUIGEN VERKLARING. Ovtv tie aanwijzingen, welke de Rotterdam- sche politie heeft gekregen tegen den te Heerlen gearresteerden man, voordat deze werd aangehouden, mag nog niets worden gepubliceerd, meldt de N.R.C. Er mag dus nog n:.*, worden meegedeeld, welke motieven de politie ertoe hebben geleid, naar dezen man te laten zoeken maar uit de uitgebreide maatregelen, welke men heeft genomen om dezen man te pakken to krijgen, kan worden afgeleid, dat deze aanwijzingen van zeer ernstigen aard moeten zijn geweest. Ook mag thans neg niet het resultaat worden meege deeld van het te Heerlen ingestelde onder zoek, De heeren Beekman en Grevelink heb ben dit onderzoek Maandag nog voortgezet. Bij de aanwijzingen, op welke hierboven gedoeld werd, is thans een nieuwe gekomen, welke wel gepubliceerd mag worden. Naar aanleiding van den oproep in de dag bladen. waarin f 100 werd uitgeloofd aan hem of haar, die zulke aanwijzingen zou kunnen geven, dat daardoor de fiets van den dader zou kunnen worden opgespoord, heeft zich in het bureau van de Groote Paauwensteeg gemeld de knecht van eer. houder van een rijwielstalling aan het Weenaplcin te Rotterdam. Deze man heeft verklaard, dat op 15 October een man bij hem is gekomen, om een fiets af te halen, welke blijkens het re$u, op 9 October, dus op den dag van den moord in den Blijdorp- polder, in bewaring is gegeven. De getuige heeft dezen man niet op dien dag gezien, waaruit kon worden afgeleid, dat- de fiets in bewaring is gegeven na 6 uur 's avonds het uur, waarop deze knecht naar huis gaat en door een ouden man wordt vervangen. De man. die de fiets kwam afhalen, had enkel groot geld bij zich, hetgeen hij aan den knecht lu«.. zien. Deze had geen geld terug en daarom heeft de man de fiets laten staan. De Inspecteur Kalkman, die als derde van de drie niet het onderzoek belast.-? inspecteurs hier achter is gebleven om het werk te Rot terdam voort te zetten, vroeg daarop aan den getuige, of hij soms de portefeuille of de beurs had gezien, in welke de man. die ae fiets kwam terughalen, zijn geld had geborgen. De getuige antwoordde bevestigend en gaf een zeer nauwkeurige beschrijving van de beurs, welke geheel klopt op de beurs, welke op den te Heerlen gearresteerden verdachte in beslag is genomen en welke beurs deze getuige op dat oogenblik natuurlijk nog niet- had gezien. Bedoelde beurs is niet van een erg algemeen model. Daarna is deze getuige met den verdachte geconfronteerd, waarbij hij den man positief heeft herkend als te zijn de man, die de fiets was komen halen. De fiets is den volgenden dag teruggehaald op een uur, waarop deze getuige niet aan wezig was. Zijn plaatsvervanger, de reeds eer der genoemde oude man, verklaart zich niet te kunnen herinneren, wie de fiets heeft, ge haald, noch wie haar op 9 October des avonds heeft gebracht. De verdachte blijft bij zijn pertinente ont kenning. Hij heeft een alibi opgegeven, waar bij hij zich op enkele punten, zij het ook van ondergeschikt belang, heeft tegenge sproken. ONDERWIJS IN HET FRIESCH PER RADIO? Op de Zaterdag in Utrecht gehouden ver gadering van den Bond van Friesche vereeni- gingen buiten Friesland, werd na een inlei ding van dr. J. B. Schepers uit Haarlem, be sloten dat het Bondsbestuur de mogelijkheid zal onderzoeken om onderwijs in de Friesche taal te geven buiten Friesland. Daarbij zal in overleg met de Vereenigingen in Fries land besprekingen worden gevoerd over ver eenvoudiging in de spelling. Getracht zal worden voor het geven van dit onderwijs gebruik te maken van de radio. DE ONGELUKKEN IN HET PROV. ZIEKENHUIS. OP AANSTELLING VAN MEER PERSONEEL AANGEDRONGEN. Omtrent de ongevallen die zich den laat sten tijd in het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort hebben voorgedaan, schrijft het orgaan van den Centralen Ned. Ambtenaars- bond: Wij zijn het met Ged. Staten eens, dat in een gesticht voor geesteszieken zelfs de scherpste maatregelen geen waarborg bieden dat ongevallen niet zullen voorkomen. Maar niettemin vragen wij ons met schrik af, of er aan het organisatie-systeem van Santpoort niet een en ander mankeert, waar door de ongevallen elkander zoo snel konden opvolgen. Wordt bij het geven van wat meer vrijheid van sommige patiënten en vooral bij het ver strekken van gevaarlijke gereedschappen (als schoppen, hamers, beitels, scharen enz.) wol voldoende selectie van de patiënt-en toege past? En vooral, zijn de ploegen van werken de patiënten niet te groot in verhouding tot- het leidinggevend en toezichthoudend aantal personeelleden? Worden er wel voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen? Reeds eerder hebben wij ons tot Gedep. Staten gewend met t'en adres, waarin wij de aandacht vroegen voor de personeelsbezet ting aan het ziekenhuis nabij Santpoort. Na onderzoek kwam het college echter tot de conclusie, dat uitbreiding van personeel niet urgent was. Wij zijn eriiter de overtui ging toegedaan, dat de jongste gebeurtenis sen de bevestiging van ons inzicht hebben gebracht. Reden, waarom wij ons opnieuw tot 'Ged. Staten hebben gewend, met het verzoek om, als het college nog niet van gevoelen is ver anderd. een diepgaand onderzoek in te stellen naar de organisatie van den arbeid in het ziekenhuis te Santpoort en de vak- vereeniging daarbij gelegenheid te geven door middel van een vertegenwoordiger aan dat onderzoek deel te m«men. Menschcn- levens zijn te kostbaar, dan dat niet alles dient gedaan om hen tc sparen". LANGS DE STRAAT Herfstdag. t Ik zat in de tram en naast mij vergleed de donkergrijze, glimmende asfaltweg, onder de overwelving van een troost-eloozon hemel, waaruit traag de :\»;m neersijpelde. Een eindeloozc rij spichtige boompjes s^ond lang zaam zijn schaarsche bruine bladeren te laten vallen en daarachter verdwenen de fletsgroene weilanden in een mistige vi»;te. Bij een halte st-ond een jongen in een arm zalige regenjas met een in kranten gewik keld pakje boterhammen onder zijn arm te wacht m: hij huiverde en zijn oogen keken moe uit zijn bleek gezicht. Wa: verder kroop traag een zwarte lijkwagen voort; op de bok zat de koetsier in een grauwe jas en liet het water langs zijn afhangende schouders af druipen. De paarden sloften met gebogen koppen. Waarheen ging die leege wagen op den rechten, eentoniger) weg? Waarheen ging ik? Waarheen gaat alles? Door mij gingen woorden, die ik iemand niet lang geleden had hooren zeggen: ..Dood rijn lijkt mij niet erg, maar dood gaan Toen had ik gelachen en overmoedig ge zegd: „Het- leven is te goed. ik wil nog niet doodEn in mij had ik den leugen ge weten. Nu zat ik hier, ln mijn hoofd was doffe gevoelloosheid en mijn oogleden waren zwaar: om mij heen was al lts leeg en leehjk. Naast, mij schoven een man en een paard oni een mensch naar het onveranderlijk slot van zijn leven te brengen. Hoe was hij gestorven? Had hij iets gekregen van het weinige dat hij verlangde? Of was het allemaal kil ge weest. en teleurstellend, met weinig liefde en veel vervlogen illusies? In mij viel zwaar het gevoel, dat- deze dag er sU'.-hts één was van de vele. die nog zouden komen en zich aaneen zouden rUcn als spichtige boompjes, die telkens een verdord bruin blad zouden laten vallen op een eentonlgen rechten weg, die onafzienbaar was. Toen opeens kwam er langzaam, heel langzaam breking in den grauwen hemel en een schuchtere zonnestraal schoof traag, ais zoekend, langs de natte weilanden. We kwa men langs een boerenhuisje, waar een kleine kleuter, wild met zijn armen zwaaiend, een juichkreet uitstootte naar het flauwe zon licht. Zijn moeder kwam naar buiten klot sen op haar klompen en zette hem hoog op haar schouders. We stonden stil. Tegenover mij stond een oude dame met een vief sprongetje op. En met een glimlach naar mij zei ze: ,,'t Lijkt soms erger dan het is. hè? En dan komt de zon weer door und 's ist alles wieder gut!" En ik lachte ook en zei: „Past u op. u ver geet uw paraplu, het mocht wear eens gaan regenen". Toen lachten we samen en zü stapte uit en ik bedacht-, dat ik in Amsterdam een prettige ontmoeting voor den boeg had. en ik was tevreden, hoewel het werkelijk weer regende. W. T. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen bij: Ottes, Leidschc- vaart 82, aardappelen. Visser, Brederode- str^at 2, abonnement. Kuipers, Tetterode- straat 67, armbandhorloge. Porre, Doelstraat 42, kerkboek R.K. Ajestic, Kloosterstraat 26rood, bril. Ringeling. Oude Groenmarkt 8rood, broche. Straatman, Velserstraat 79, ceintuur, v. Lierop, Indischestraat 35, eend. Vos, Nagtzaamstraafc 16, jonge herdershond. Kennel Haerlem, Hollandsche herder (jong) gebracht door: Holgen, Bloemendaalscheweg 182, v. d. Eijkhof, Vinkenstraat 8, hoed. Bur. v. Politie, Smedestraat, hondenhalsband, v. Boekei. Oranjeboomstraat 14, Iersche Set ter- Luiken, De GenesteLstraat 36. insigne. Pijnakker, Duvenvoordestraat 65rd. jas. Ken nel Haerlem. zwart-wit katje, gebracht door: Vellinga, Pcpijnstraat 38. Buiten. Ruljcha- verstraat 6. kaasje. Schouten, v. Zeggelen- straat 23. muts. Graaff, v- 't Hoffstraat 61, muts. Jansen. Reitzstraat 45, nummerplaat. Scheffer. Z-B. Spaarne 144rood, pet. v. Eer den, Zomcrzorgcrlaan 40. Bloemendaal, ring. Kok, Brouwersplein 6rood, rijwieibelasting- merk. v. Terstal. Tulpenstraat 2a, idem. v. d. Berg. Hofdijkplein 35. idem. Den H&rtog, Zocherstraat 30, ring. v. d. Weele, Spaarn- damschcweg 53, lierspeld. Posma, Rozen- hagestraat 67. schoen. Heiligers. Lange Hee renstraat 9, schoenen. Scheelings, Schoter singel 2!rö. sleutel. Bur. v. Politie. Smede straat. gym. schoen. Remmé, Harmenjans- weg 82, taschje met inhoud. De Rcos, M. v. Heemskerkstraat 73, idem. v. Leeuwen, le Hoogewoerddwarsstraat, idem. v. d. Gevel, 2e Hoogewoerddwarsstraat 52. geld. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. U kunt eten wat U wilt zonder corpulent te worden. Eet wat U wilt en zooveel U wilt; wanneer U regelmatig eiken dag KRUSCHEN SALTS gebruikt, zult u geen last van corpulentie krijgen. Vermageren, door weinig voedsel te nemen, zal Uw lichaam verzwakken. Doch door het gebruik van KRUSCHEN SALTS verdrijft U. al het overtollige vet en voorkomt vetaanzet- ting. KRUSCHEN SALTS maakt Uw lichaam steeds gezonder. Het verwijdert alle onzuiver heden uit Uw bloed, ingewanden, nieren en lever. U zult U daarbij opgewekter en ener gieker gaan voelen een blakende gezond heid genieten. Gebruikt KRUSCHEN SALTS regelmatig eiken morgen op een glas water of ln Uw kopje thee. Het heeft geen smaak. KRUSCHEN SALTS is verkrijgbaar bij allo apothekers cn drogisten a 0.90 per flacon. De groote flesch n 1.60 bevat 3 maal den inhoud van de kleine flacon. Imp.: N.V. Rowntree Handels Mij., Keizers gracht 124, Amsterdam C. GRATIS PROEFAANBOD. Wanneer U nog nooit Kruschen geprobeerd hebt probeert het dan nu op onze kosten. Wij hebben onder de Apothekers en Drogis ten 100.000 speciale „Groote Procfpakken" gedistribueerd, welke het gemakkelijk voor U maken om te ondervinden of de door ons ge stelde elschen U voldoen. Vraagt Uw apothe ker of drogist naar het nieuwe „Groote Procf- pak". Dit bestaat uit onze gewone flacon a 1.60 met een aparte proef-flacon toe reikend voor ongeveer een week. Open eerst de procfflacon. Onderwerp haar aan een proef. En wanneer U er dan niet volkomen van overtuigd zijt. dat Kruschen al die eigenschappen bezit, welke wij tot eisch ge steld hebben, is de gewone flacon nog onge schonden: breng deze terug. De apotheker of drogist zal U onmiddellijk cn zonder omwe gen Uw 1.60 teruggeven. U hebt Kruschen geprobeerd op onze kosten. Wat ls royaler0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13