H. D.-VERTELUNGEN De Mantel der Duisternis Mum-Zeep FEUILLETON STADSNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 28 OCTOBER 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Het marmeren beeld. dooor FABIO FIALLO. UithetArgentUnsch. Mijn jalouzie? Hf weet werkelijk niet hoe die begonnen is. Tristan, den schilder van exquise bloemen en kieurige landschappen, had ik niet meer kunnen liefhebben en be wonderen als hij mijn broeder was geweest. Aan mijn tafel was zijn plaats tusschen Mar garita en mij zelf; als wij samen naar buiten pingen gaf zij hem haar arm en vroeg hem gedichten op te zeggen, die ik dan vol geest drift toejuichte. Die gave van frisch en gevoelig te kunnen lmprovlseeren, die hij zelf voorgaf verre ten achter te stellen bij zijn schilderkunst, maak te misschien wel zijn grootste bekoring voor vrouwen uit. Ik wist het, en ondanks mijzol- ven kon ik niet nalaten daaraan te denken als lk hem, hand in hand met Margarita over de weiden zag hollen op zoek naar een nach- tegalennest, dat altijd ver weg was, of naar een wilde bloem, die tenslotte altijd de in spiratie werd voor een eerbiedigen lofzang, maar helaas! een lofzang die veel te teeder was en altijd met veel te groot genoe gen werd aangehoord. En dan was er iemand in ons huisje, die altijd mijn achterdocht wakker hield; niet met woorden, maar met een eeuwigen dui- vclsehen lach, wanneer Margarita mij met een morgenzoen of een afscheidskus be groette. Was het geen dwaasheid van mij om toe te geven aan de booze inblazingen van dat marmeren beeld, dat zoo valsch en spottend stond te lachen op zijn tafel? Het was krank zinnigheid, en toch hoeveel malen slaag de ik er niet in om Margarita weg te sturen en alleen te blijven met dat uitdagende, glimlachende, witte gezicht om ongeduldig te vragen: „Wat gebeurt er hier als ik niet thuis ben? Tristaneh? En het vervloekte beeld glimlachteglimlachte... Mijn wanhoop! Mijn woede! Op een morgen, toen zij mij haar lippen bood voor ik wegging, kondigde Margarita aan, dat zij ook uit ging. Mijn verrassing over dit voornemen, dat werkelijk niets vreemds inhield, ging niet op- opgemerkt aan Margarita voorbij. Zij keek mij verwonderd aan en vroeg waarom ik boos was. Ik lachte luidop om haar gerust te stel len, kuste haar en ging. Op straat maakte ik mijn plan op. Het was half acht; ik zou naar mijn kantoor gaan en daar tot negen uur blijven. Anderhalf uur zouden wel voldoende voor haar zijn om haar BEVERWIJK'S BELANGRIJKE BOLLENVEILING. HAAR JAAROMZET ééN MILLIOEN GEPASSEERD. De hollenkweekers tusschen Santpoort en Alkmaar zenden hun producten over het algemeen naar Beverwijk ter veiling. Het spreekt dus vanzelf, dat de geleidelijke om wikkeling der bollencultuur haar terugspie geling vindt in de ontwikkeling van het veilingwezen in onze belangrijke markt-' plaats. Met de ontwikkeling van de bollencultuur kwam meer en meer de behoefte aan een goed veilingsinstituut naar voren. De belde grootste veiling-organisaties daajrtoe aan gezet door hun leden, sloegen in 1924 de handen in elkaar en stichtten de N.V. Bloem bollenveiling „Beverwijk". De eerste jaren ging het op en neer met de nieuwe veiling. Bereikte men het eerste stichtingsjaar een omzet van nog geen ton, in de jaren 1925, 1926 en 1927 waren de omzetcijfers resp. f 218.000, f 118.000 cn f 213.000. Het jaar 1928 bracht een verrassende sprong. Op 8 No vember van dat jaar werd de veiling ge durende eenige oogenblikken onderbroken om een moment stil te staan bij het feit, dat een jaaromzet van een half millioen was be reikt! Deze snelle groei deed bij des veiling directie de gedachte aan uitbreiding rijpen. Men meende te moeten aannemen, dat vóór dat tijdstip hoogstens 25 pet. van het in het door de Beverwijksche Bollenveiling omvatte rayon geteelde in de nieuwe veiling aan den man werd gebracht. Verwachtingen van een Uit het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. De butler ging weer naar de studeerkamer, waar de bezoekster wachtte en ze hoorde zijn boodschap met een kort bevestigend knikje aan. Er was een uitdrukking van onverzet telijke, vastbesloten-energie op haar hoekig bijna mannelijk gezicht, terwijl zij daar stond te wachten en met een ietwat minachtende nieuwsgierigheid de smaakvol-ingerichte stu deerkamer rondkeek. Plotseling werd ze in haar beschouwing gestoord door een geluid, dat uit de richting van het dichtomgroeide ingebouwde raam kwam. waarvoor de zware gordijnen maar half waren dichtgetrokken. Snel wendde zij haar hoofd in de richting van het geluid en wat zij toen zag, deed haar onwillekeurig een step achteruit gaan. Een man was buiten aan het raam verschenen, een donkerharig man, met een korten zwarten, baard, die iets uit- heemsch aan het gezicht gaf, terwijl onder den rand van een zachten vilten hoed, twee felle oogen schitterden. Hij was er in ge slaagd het raam te openen en nu met zijn eene boen over het kozijn, richtte hij een re volver op de vrouw. Terwijl zij In een natuurlijke reactie haar eene arm beschermend ophief, bleef madame Zarnow een oogenblik verstijfd van verwon dering staan, niet in staat oen geluid uit te brengen. Toen siste de indringer haar één orders te geven en zich met de gewone co- quetterie op te prikken. Een uur! Een uur is lang als jalouzie steeds feller en feller aan je hart gaat knagen. Tenslotte kon ik mij zelf niet langer in houden. en verscheidene minuten voor den door mij zelf vastgestelden tijd nam ik mijn hoed en ging naar ons huisje toe. Toen ik er was had ik bijna berouw. Was dit niet iets onwaardigs? Had ik een plau sibele reden voor een dergelijk gedrag? Was Margarita niet even goed en lief als zij altijd was geweest? Toch ging ik naar binnen. „Margarita?" Het dienstmeisje, verbaasd over mijn on- verwachten terugkeer, stamelde iets. en het marmeren beeld glimlachte, insinueerender dan ooit. „Ik weet waar ik haar vinden kan!" Onderweg dacht ik na. Ik moest verstandig te werk gaan als ik de trouwelooze vrouw en haar minnaar niet wilde laten ontsnappen. Toen ik Tristan's atelier bereikte kwam hij naar buiten om mij te ontvangen. „Wat is er? Heb je iets?" vroeg hij, terwijl hij mij bij de hand nam en mij trachtte te doen neerzitten in de hall. „Of ik iets heb? kom mee, dan zal ik het je zeggen", antwoordde ik, terwijl ik trachtte mij los te worstelen om naar de aangrenzen de kamer te kunnen gaan. Het gordijn was open. En toch bleef een oogenblik mijn hart stil staan. Het was de geur die er hing. Ik kende die, het was de zelfde die zij altijd gebruikte. De geur, die cr hing, die mij longen vulde en mijn ziel ver giftigde, was haar geur Margarita's geur. Ik sloot mijn oogen en wankelde. Tristan greep mij bij den arm. Het duurde niet langer dan een minuut. Toen ik mijn oogen opende speelde de wind even met het gordijn, en ik zag, op de tegels, den witten naakten voet van Margarita. O, trouweloos, trouweloos! Met een sprong viel ik de kamer binnen Toen Tristan naast mij was had ik vol schaamte het gezicht in de handen verbor gen. De geur kwam van een reusachtigen mand bloemen. Een prachtige witte lelie lag op de tegels Ik heb Margarita nooit verteld, hoe het kwam dat ik dien morgen toen ik naar ons eigen nestje terug ging. het marmeren beeld in duizend stukken op den grond vond; dat beeld, dat zoo spottend en insinueerend ge glimlacht had. goede toekomst waren dus alleszins gerecht vaardigd. Voor dit jaar verwachtte men, door uitbreiding der teelgronden wel eenige stij ging, alhoewel de schade tengevolge van de strenge vorst wel niet zou nalaten, het om zetcijfer ongunstig te beïnvloeden. Aan den anderen kant echter deed het aanbieden van veel plantgoed en liet verkoopen daarvan tegen goeden prijs de omzet zeor belangrijk stijgen. De nieuwe veilinghal bleek geen overdadige weelde te zijn, want Donderdag j.l. wezen de boeken een omzetcijfer van f 1.000.000 aan. waardoor deze jonge veiling binnen een tijdsverloop van eenige jaren is gegroeid tot. een der belangrijkste veilingen in het land. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat ook de opbrengst der groene veilingen in dit bedrag begrepen is. En al mag niet verwacht worden, dat de volle 100 pet. der productie in deze streek in de veiling van „Beverwijk" zal worden verkoocht, toch zijn de uitbreidingsmoge lijkheden zeer groot. Het uitzetten van veel plantgoed belooft veel voor de toekomst van de bollencultuur ten Noorden van het Noord zeekanaal. Daarbij komt dat de» gronden voor deze teelt zeer geschikt is, al is de onge regelde waterstand een factor, die geen gunstigen invloed op het gewas uitoefent. Het risico voor den kweeker is daardoor in deze streek grooter dan in het Zuiden, waar de waterstand geregeld is. Thans wordt maar eenmaal per week ge veild. De aanvoer is echter van dien aard, dat het volgend jaar tweemaal per week een veiling zal worden gehouden n.l. Dinsdag en Vrijdags. Plannen zijn in bewerking om de inrichting dienstbaar te maken aan de snijbloemen- veiling. Alhoewel hieromtrent nog geen om lijnde plannen bestaan, komt ze er onge twijfeld, zooals ons de directeur van de enkel woord toe: „Miserable!" terwijl hij snel achter elkaar twee schoten op haar af vuurde. HOOFDSTUK XXI DE ONDOORGRONDELIJKE ROLT. Het volgende oogenblik was de aanvaller weer in de duisternis verdwenen, terwijl ma dame Zarnow luid om hulp roepend en haar arm vastgrijpend, achteruit wankelde. Toen kreeg ze haar zelfbeheersching terug, vloog naar de deur en wierp die open, en kwam bij na terecht in de armen van Dorman, die juist kwam aanrennen op den voet gevolgd door George. „Er is op mij geschoten", antwoordde zij kalm in antwoord op de vragen, waarmee de beide broers haar bestormden. „Geschoten? Door wien?" riep Dorman. „Door een man, die het raam opende en tweemaal achtereen een schot op mij loste". Inmiddels waren de mannelijke bedienden toe geschoten terwijl ook mevrouw Conway kwam aanloopen. „Geschoten? Door een man? Hier in deze kamer?" riep nu ook George, terwijl hij uit het raam keek. „Er is geen mensch te zien", wendde hij zich tot Derman, die hem was gevolgd. „Maar het raam is niet gesloten. Laat direct Rolt en zijn assistent halen. Der man. jij loopt het hardst, ga jij gauw naar de „Witte Leeuw" en kijk of ze er zijn". Derman ging naar de vestibule, zette een hoed op en ging haastig de opdracht van zijn broer uitvoeren, terwijl George zich naar zijn bezoekster begaf, die op een dor groote eikenhouten stoelen zat te wachten. Mevrouw Conway stond bij haar. „Ik hoop niet, dat u ernstig gewond bent, mevrouw Zarnow", zei hij op bezorgden toon. Aan haar gezicht was te zien, dat zij pijn Veiling „Kcnnemerïand", do heer de Groot mededeelde. Het spreekt vanzelf, dat men de gewichtige gebeurtenis, het bereiken van het millioen, niet ongemerkt heeft laten voorbijgaan, zoo als men reeds in ons blad van j.l. Donder dag heeft kunnen lezen. HET INDUSTRIE-TERREIN IN DEN WAARDERPOLDER. WELKE VOORZORGEN TEGEN BRAND ZIJN NOODIG? In verband met den brand die Zaterdag middag in den Waarderpolder plaats had is door ons medegedeeld, dat de staf van de brandweer het gewenscht zou vinden als een weg langs het Noorder Buiten Spaarne zou worden aangeiegd, waardoor de brandspuiten bij alle fabrieksterreinen zouden kunnen ko men Er werd bij opgemerkt, dat het Spaarne voldoende breed is om een strook land te winnen door demping. Een der belanghebbende fabrikanten schrijft ons evenwel: „Het gevolg van een en ander zou echter zijn, dat, indien werkelijk een dergelijk plan ooit tot uitvoering zou komen, dat de aan het Noorder Buiten Spaarne gevestigde in dustrieën niet meer direct aan het groote vaarwater zoudgn liggen, doch dat er een weg zou komen tusschen het industrie-ter- rein en het vaarwater. Wij gelooven, dat de meeste in den Waar der-Polder gevestigde industrieën zich juist daar gevestigd hebben, omdat zij zoodoende een eigen laad en los-wal, ongehinderd door het verkeer en dergelijke, konden verkrijgen. Voor de meeste industrieën aan het Noor der Buiten Spaarne, men denke slechts aan de aldaar gevestigde scheepswerven, is het een absolute eisch, dat zij direct aan her vaarwater blijven liggen. Wij vinden het plan van de Haarlenische Brandweer dan ook op de meest absolute wijze verwerpelijk. De eenige verbetering welke o.i. kans van uit voering heeft en waarop wij herhaaldelijk bij de autoriteiten hebben aangedrongen, is ver betering van den Waarderweg, zoomede van een enkelen zijweg. Door het maken van enkele korte aansluitingen, zijn dan vrijwel alle fabrieken in den Waarder-Polder gele gen, behoorlijk te bereiken Dit is de eenigste oplossing welke zonder belangrijke kosten maakt, dat de brandweerauto's en ook andere wagens de fabrieken behoorlijk kunnen berei ken. DE LUCHTPOST NAAR INDIë De Directeur van het postkantoor alhier deelt mede, dat de correspondentie, welke den 17den dezer werd medegegeven met het vlieg tuig naar Indië, het welk te Constantinopel een hoodlanding moest uitvoeren, als volgt zal worden doorgezonden: Per trein naar Aleppo, aankomst 25 Oct. Per autodienst DamascusBagdad naar Bagdad, aankomst 30 Oct. Per luchtdienst LondonKarachi (Bushire Karachi, Allahabad, Akyab) aankomst Bushire 1 Nov., aankomst Karachi 2 Nov.. voorts por Engelsche mail en per stoomboot „Patria" aankomst te Medan 13 Nov., aan komst te Batavia 16 Nov. ALGEM. MILITAIREN PENSIOENBOND. IN EEN MOTIE WORDT VERBETERING GEVRAAGD. De afd. Haarlem van den Algem. Militai ren Pensioenbond hield een ledenvergadering die zeer goed bezocht was. Besproken werd een brief van het hoofd bestuur betreffende de te voeren actie in de komende maanden. Nadat de voorzitter nog een opwekkend woord had laten hoor en om vooral moedig den strijd voor verbetering van de pensioenen vol te houden werd de volgende motie aan genomen De afdeeling Haarlem van den Algem. Mi litairen Pensioenbond, in vergadering bijeen, constateert, dat de regeering nog steeds in gebreke is gebleven om de pensioenen van de oud-ge- pensionneerden van Zee- en Landmacht en Koloniën van vóór de wet 1920, te verbeteren en de weduwen en weezen van de zulken die vallen buiten de pensioenwet 1909, in de wet op te nemen; dat door de regeering een steunverleening in het leven is geroepen, die voor de oud- Landsdienaren zeer grievend is, dooh aan en kelen daadwerkelijk en dan nog zeer onvol doende steun verleent; gezien en gehoord de nooden waarin deze had, maar zij antwoordde: „O, neen, het heeft niets te beteekenen, geloof ik. Het eer ste schot miste en het tweede raakte mijn onderarm maar even". „Ik heb James gestuurd om dr. Hargrave te halen", mengde mevrouw Conway zich in het gesprek. Het was duidelijk dat, hoewel zij uit beleefdheid wel eenige bezorgdheid moest toonen, het heele voorval haar verre van aangenaam was. „Wat was het voor iemand?" vroeg George. „Ik had nauwelijks den tijd om hem duide lijk op te nemen," antwoordde mevrouw Zar now. „Het was een donkerharige man met een baard. Van zijn gezicht kon ik echter niet veel zien, hij had den hoed diep in de oogen gedrukt". „Zou het de man geweest kunnen zijn, die gravin Mornay heeft vermoord?" opperde mevrouw Conway. „Het lijkt er tenminste veel op", oordeelde George. Mevrouw Zarnows oogen schitterden van verontwaardiging. „Waarom zou hij of iemand anders ons aanvallen?" protesteerde zij. „Maar we zullen wel gauw weten, wat die afschuwelijke ge welddaden eigenlijk te beteekenen hebben". „Dat hoop ik ook", zei George met nadruk. Inmiddels was mevrouw Conway's kame nier met verbandmateriaal en een karaf port verschenen. Mevrouw Zarnow bedankte voor deze verkwikking, maar gaf te kennen dat ze wel graag haar arm verbonden wilde hebben. „Ik geloof, dat het knapjes aan het bloeden is", zei ze op zakelijken toon. Toen zij de hand wegtrok, die zij tot dus ver op het gewonde deel had gehouden, bleek deze heejemaal met bloed bedekt. „O, hemel riep mevrouw Conway onthutst, waarschijnlijk meer omdat ze ht vervelend vond hulp te moeten vorleenen, dan uit me delijden. „Wilcox, ga jij eens een kom warm gepensionneerden en weduwen en weezen verkeeren draagt het hoofdbestuur op met alle hem ten dienste staande wettige middelen bij de regeering er op aan te dringen, dat de pen sioenen van de oud-gepensionneerden ten spoedigste worden herzien en aan de wedu wen en weezen een pensioen worde verzekerd besluit deze motie ter kennis te brengen van den voorzitter van den Ministerraad, de Tweede Kamer der Staten Generaal en de Pers. EEN PADDESTOELEN TENTOONSTELLING. Van de Natuurhistorische Ver- eeniging in de HB.S. aan het San tpoorterplein. In deze herfstige dagen van regen, mist en vallend blad, van soms ook 'n stralend zonne tje boven grauwe landen en kleurend geboom te, bloeit, nu de tinten der bloemen verbleekt en verdwenen zijn, de wondere kleurenweelde van paddestoelen open, verschijnt het „sa tansgebroed" plots op boomstronken, tus schen 't mos, in weideland, en hangen bont en overdadig bessen in rood en blauw en zwart tusschen het struikgewas. Veel schoons valt in dezen tijd buiten te genieten, maar de meeste menschen weten het niet. De Natuurhistorische Vereeniging, die het belangstellend rondzwerven in, de studie van de rijke natuur steeds propa geert heeft met hulp van verschillende zij den in de lijnteekenzaal van de H.B S.-B. aan het Santpoorterplein een keurige collectie paddestoelen en takken beshout bijeenge bracht en Zaterdagmiddag werd deze ten toonstelling door den heer J. van Schaik. leeraar aan die H.B.S. namens het bestuur der Natuurhistorische Vereeniging geopend, in het bijzijn van oa. den wethouder van onderwijs, den heer W. Roodenimrg; den directeur der H B.S.-B., den heer Donk en den directeur van Hout en Plantsoe nen, den heer J- Bouwer. De heer Van Schaik dankte allen die geholpen hadden voor hun medewerking, wees er op, dat veel jongeren, o-a. van den Jeugdbond voor Natuurstudie het materiaal in Kennemerland verzameld hebben. Honderden paddestoelen, zeker al die niet- zeldzame soorten, waren op mos en tegen een achtergrond van herfstbouquetten op tafels langs de wanden en in het midden van de zaal uitgestald met verschillend gekleurde naamkaartjes voor vergiftige, eetbare en niet-vergiftige, niet eetbare soorten. Er wa ren prachtige groepen vliegenzwammen en kleurige russula's, forsche parasolzwammen, heele pollen stuifballen, verschillende soor ten bovisten, waarbij éen van zeker wel een twintig centimeter doorsnee, en allerlei zwammen die op boomen en dood hout groeien. Voor ingewijden interessant was ook de collectie lagere zwammen- In de gang bij het lokaal was eenige lectuur neergelegd en bij de ramen lagen alle plaatjes uit het nieuwe Verkade-abum. Voorts stonden er eenige aquaria met visschen en planten. De organisatie van deze tentoonstelling is zeer goed geweest. Op groote landgoederen en in de duinen is het materiaal verzameld, enkele personen hebben alles gedetermineerd en van naamkaartjes voorzien en smaakvol op de tafels uitgestald. En de bossen takken met kleurige bessen geven nog meer fleur aan het geheel. Zaterdag. Zondag en ook vandaag, was de tentoonstelling te bezoeken, Zaterdagmiddag kwamen reeds velen een kijkje nemen en werd in een der andere lokalen van de school een film van de „Multtfilra". waarop versneld het ontluiken van bloemen te zien was, vertoond. Inderdaad een goede propaganda voor de Natuurhistorische Vereeniging. STICHTING NOORDERKERK EN SCHOOL. OPENING VAN HET „NOORDER KLEUTERHUIS". Zaterdagmiddag had in het met palmen versierde gymnastieklokaal van de Chr. School in de Velserstraat de opening plaats van het aangrenzende en pas voltooide nieu we „Noorder Kleuterhuis" der stichting „Noorderkerk en School". Vele belangstellenden waren aanwezig, on der wie de wethouder van Onderwijs, de heer W. Roodenburg, verschillende raadsleden en de secretaresse der Plaatselijke Commissie van Toezicht op het L.O., mej. M. C. Berdenis van Berlekom. De voorzitter der Stichting, de heer A. J. de Landmeter, heette de aanwezigen welkom en vestigde er de aandacht op dat thans een lang gekoesterde werisch, zoowel van het be stuur als van den stichter, wijlen Ds. P. E. Barbas, in vervulling is gegaan, nl.: op het, ongeveer 30 jaar geleden door Ds. Barbas met vooruitzienden blik uitgekozen en daar na van mej. Van Wickevoort Crommelin ten geschenke ontvangen terrein, een complex van gebouwen te stichten als centrum van water halen". En tot de bezoekster vervolgde ze: „Ik zal er voorloopig verband om doen, in afwachting van de komst van dr Hargra ve. Het is een vervelend geval!" „Ja, het is zeker onaangenaam", gaf de gewonde toe, „en wat voor mij het ergste is, is het feit dat ik u last moet veroorzaken". Deze laatste woorden werden op een zóó veelbeteekenenden toon geuit, dat mevrouw Conway de bezoekster verbaasd aankeek. Maar het harde vastbesloten gezicht bleef on doorgronden j k. Met hulp van haar kamenier legde» me vrouw Conway een voorloopig verband om het bloed te stelpen en enkele minuten latei- kwam Derman terug in gezelschap van Rolt en Johnson. Mevrouw Conway was de eerste die sprak. „O, ik ben u zoo dankbaar mr. Rolt, dat u direct hierheen bent gekomen. Er is hier weer iets verschrikkelijks gebeurd en ik ben erg bang dat deze dame ernstig gewond is". „Ik wil hopen van niet", antwoordde Rolt op zijn bijna zenuwachtige, bijna veront schuldigende manier. „We hebben al van mr- Derman gehoord, wat er aan de hand is. Het gebeurde toch in deze kamer?" „Ja", antwoordde madame Zarnow. „De man schoot op mij van het raam daarginds". Rolt liep naar de aangewezen plek, waar hij een vluchtig onderzoek instelde, terwijl zijn collega afwachtte of zijn hulp ook ver- eischt werd. Na korten tijd gingen zij samen naar buiten, om daar bij het licht van sterke electrische zaklantaarns den grond onder het venster aan een nauwkeurige inspectie te onderwerpen. Kort daarop kwam ook de dokter. Toen hij de wond had onderzocht, verklaarde hij, dat ze niet van ernstigen aard was. De kogel had alleen maar een vrij diepe vleeschwond veroorzaakt, maar daar de patiënte nogal vrij veel bloed verloren had, achtte de dokter het raadzaam dat ze zoo Protestantsch leven in (toen nog) Noord- Haarlem. Spr. bracht een woord van dank aan wijlen den stichter en aan de schenkster van den grond (die bij de opening van het Kleuterhuis niet aanwezig kon zijn). Dat de school na een jaar reeds geopend kon worden, is te danken aan de medewer king, die het bestuur van verschillende vol leges heeft ondervonden, vooral ook van den Gemeenteraad en van B. en W. Het bestuur der Stichting is hiervoor zeer erkentelijk. Het nieuw gebouw beantwoordt zooveel mogelijk aan moderne eischen. Daarmede is ook rekening gehouden wat betreft de bezig heid der kinderen. Het bestuur acht zich gelukkig in het Hoofd, de onderwijzeressen en de kweekelin- gen uitstekende krachten te hebben gevon den. In 't bijzonder richtte spr. waardeeren- de woorden tot het Hoofd der Kleuterschool, mej. Wens en dankte haar en de andere dames voor de onvermoeide medewerking in de laatste dagen ondervonden. Voorts huldigde spr. den architect, den heer H. Korringa voor het mooie ontwerp van het gebouw en de heeren C. A. M. Jonck bloedt en Jonckbloedt Jr., en De Graaff, aannemer, uitvoerder en opzichter, voor hun voortvarendheid. Met de bede dat Godszegen op de nieuwe school moge rusten eindigde spr. Den heer W. Roodenburg was het bijzon der aangenaam, bij deze plechtigheid als wethouder van onderwijs het gemeentebe stuur te vertegenwoordigen. Spr. vestigde er de aandacht op dat het kleuteronderwijs in een periode is van opleving. Men heeft ge broken met het oude systeem van bewaar scholen. Dat het bestuur der Stichting „Noorderkerk en School" ook deze opvatting deelt, blijkt al uit den naam der school en verder uit het mooie gebouw zelf en de ge- heele moderne inrichting. Spr. eindigde met den wensch dat de nieu we instelling tot grooten bloei zou komen. Het hoofd, mej. Wens, dankte ook namens het personeel, voor de aangename samenwer king met het bestuur en bood mevr. De Land meter een bloemstuk aan en het bestuur een gong voor de school. Hierna was het woord aan Ds. P. W, Foeken, wijkpredikant en voorzitter der Wijk vereeniging van Wijk 7. Ook voor het Wijkbestuur, aldus spr., is dit een heuglijke dag. Wij hebben dan ook, als huurlieden, onze blijdschap getoond en de vlag uit het Wijkhuis uitgestoken. Ons ge schenk aan u zal zijn een bepaald aandeel in de opbrengst van den bazar, dien wij deze week houden. Tevens overhandigde spr. den voorzitter eenige platen met kindervoorstellingen voor de school. Als wijkpredikant verheugde spr. er zich over dat hier in de Velserstraat nu een mooi complex van vier gebouwen bij elkaar staat, dat een symbolische beteekenis heeft. Wij moeten, aldus spr., elkaar steunen en elkaar voeden. „Mogen", zoo besloot Ds. Foeken, „uwe idealen worden vervuld en aan de teere eischen der kinderziel worden voldaan". Nadat de heer De Landmeter nog dank had gebracht aan den heer Jonckbloedt voor het door hem gezonden fraaie bloemstuk, maak ten de aanwezigen een rondgang door het gebouw, dat uitmunt door ruimte, frischheid en door moderne, gezellige en hygiënische inrichting. Er zijn drie lokalen, een speellokaal en een speelplaats, en verder een melkkeuken, toi letten en waschgelegenheid. Het kleuterhuis is voor belangstellenden te bezichtigen Dinsdag en Woensdag, van 3\V>- en 89/4 uur. „ZIEKENZORG". Vrijdagavond hield het arbeiderszieken fonds „Ziekenzorg" zijn jaarvergadering on der voorzitterschap van den heer P Bruyn. Aanwezig waren 161 leden. De jaarversla gen werden goedgekeurd. De aftredende be stuursleden de heeren P Bruyn als voorzitter, W. Hoogerbeets en A. Scholten als bestuurs leden werden herkozen. Tot lid van den Raad van Toezicht werd gekozen de heer A. Mars, in de plaats van den heer M. de Braai die niet herkiesbaar was. De voorzitter bracht woorden van dank aan den heer De Braai voor alles wat hij in het belang van Ziekenzorg had gedaan. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Een Zuivere zeep zooals de beroemde FranSche Cadum Zeep ig onont- beerlyk voor de ver- Zor<êinó van de huid. Bovendien wordt zy Slechts £oed éedrooéd verkocht,blyft daar door tot "t laatste toe hard en is Zoodoende veel voordeeliéor int gebruik.dan iedere an dere Zeep. gauw mogelijk naar bed zou gaan. Mevrouw Conway bood onmiddellijk aan, madame Zarnow naar het logement te laten brengen, maar dit aanbod werd koel afge wezen en pas nadat de dokter erop had aan gedrongen, dat mevrouw Zarnow niet alleen zou gaan, zuchtte zij. Voor zij vertrok, onderwierp Rolt haar met toestemming van den dokter aan een kort verhoor. Ze scheen er niet van te houden om zich uit te putten in bijzonderheden over iets, dat haar persoonlijk was overkomen, zoodat zij in den beknopst-mogelijken vorm een overzicht gaf van het gebeurde. Daarop nam zij met een koele buiging af scheid en op een wenk van George ging Derman met haar mee. Het onderzoek van dón grond aan den buitenkant van het raam had niet lang ge duurd en nadat mevrouw Zarnow was weg gegaan, verklaarde Rolt: „We hebben alles gedaan, wat we van avond konden doen. Morgenochtend zullen wij het onderzoek voortzetten". George Conway keek hem verwonderd aan. „Maar zou die ellendeling zich intusschen niet uit de voeten hebben gemaakt?" Rolt glimlachte op zijn zenuwachtige ma nier. „Natuurlijk veronderstel ik niet dat hij hier buiten op straat op ons staat te wachten. Maar voordat ik hier heenging heb lk de politie in Fuiborough telefonisch ge waarschuwd en die zal alle noodige maat regelen nemen". „Dat hoop ik tenminste", antwoordde George op een toon. die verried dat hij eigen lijk niet heelemaal voldaan was. „Want aLs dat zoo moet doorgaan „Het zal nic»t veel langer doorgaan", ver klaarde Rolt gedecideerd. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10