H. D.-VERTELUNGEN
De Mantel der Duisternis
Mum-Zeep
FEUILLETON
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 28 OCTOBER 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Het marmeren beeld.
dooor
FABIO FIALLO.
UithetArgentUnsch.
Mijn jalouzie? Hf weet werkelijk niet hoe
die begonnen is. Tristan, den schilder van
exquise bloemen en kieurige landschappen,
had ik niet meer kunnen liefhebben en be
wonderen als hij mijn broeder was geweest.
Aan mijn tafel was zijn plaats tusschen Mar
garita en mij zelf; als wij samen naar buiten
pingen gaf zij hem haar arm en vroeg hem
gedichten op te zeggen, die ik dan vol geest
drift toejuichte.
Die gave van frisch en gevoelig te kunnen
lmprovlseeren, die hij zelf voorgaf verre ten
achter te stellen bij zijn schilderkunst, maak
te misschien wel zijn grootste bekoring voor
vrouwen uit. Ik wist het, en ondanks mijzol-
ven kon ik niet nalaten daaraan te denken
als lk hem, hand in hand met Margarita over
de weiden zag hollen op zoek naar een nach-
tegalennest, dat altijd ver weg was, of naar
een wilde bloem, die tenslotte altijd de in
spiratie werd voor een eerbiedigen lofzang,
maar helaas! een lofzang die veel te
teeder was en altijd met veel te groot genoe
gen werd aangehoord.
En dan was er iemand in ons huisje, die
altijd mijn achterdocht wakker hield; niet
met woorden, maar met een eeuwigen dui-
vclsehen lach, wanneer Margarita mij met
een morgenzoen of een afscheidskus be
groette.
Was het geen dwaasheid van mij om toe
te geven aan de booze inblazingen van dat
marmeren beeld, dat zoo valsch en spottend
stond te lachen op zijn tafel? Het was krank
zinnigheid, en toch hoeveel malen slaag
de ik er niet in om Margarita weg te sturen
en alleen te blijven met dat uitdagende,
glimlachende, witte gezicht om ongeduldig te
vragen:
„Wat gebeurt er hier als ik niet thuis ben?
Tristaneh? En het vervloekte beeld
glimlachteglimlachte... Mijn wanhoop!
Mijn woede!
Op een morgen, toen zij mij haar lippen
bood voor ik wegging, kondigde Margarita
aan, dat zij ook uit ging.
Mijn verrassing over dit voornemen, dat
werkelijk niets vreemds inhield, ging niet op-
opgemerkt aan Margarita voorbij. Zij keek
mij verwonderd aan en vroeg waarom ik boos
was. Ik lachte luidop om haar gerust te stel
len, kuste haar en ging.
Op straat maakte ik mijn plan op. Het was
half acht; ik zou naar mijn kantoor gaan en
daar tot negen uur blijven. Anderhalf uur
zouden wel voldoende voor haar zijn om haar
BEVERWIJK'S BELANGRIJKE
BOLLENVEILING.
HAAR JAAROMZET ééN MILLIOEN
GEPASSEERD.
De hollenkweekers tusschen Santpoort en
Alkmaar zenden hun producten over het
algemeen naar Beverwijk ter veiling. Het
spreekt dus vanzelf, dat de geleidelijke om
wikkeling der bollencultuur haar terugspie
geling vindt in de ontwikkeling van het
veilingwezen in onze belangrijke markt-'
plaats.
Met de ontwikkeling van de bollencultuur
kwam meer en meer de behoefte aan een
goed veilingsinstituut naar voren. De belde
grootste veiling-organisaties daajrtoe aan
gezet door hun leden, sloegen in 1924 de
handen in elkaar en stichtten de N.V. Bloem
bollenveiling „Beverwijk".
De eerste jaren ging het op en neer met
de nieuwe veiling.
Bereikte men het eerste stichtingsjaar een
omzet van nog geen ton, in de jaren 1925,
1926 en 1927 waren de omzetcijfers resp.
f 218.000, f 118.000 cn f 213.000. Het jaar 1928
bracht een verrassende sprong. Op 8 No
vember van dat jaar werd de veiling ge
durende eenige oogenblikken onderbroken om
een moment stil te staan bij het feit, dat een
jaaromzet van een half millioen was be
reikt! Deze snelle groei deed bij des veiling
directie de gedachte aan uitbreiding rijpen.
Men meende te moeten aannemen, dat vóór
dat tijdstip hoogstens 25 pet. van het in het
door de Beverwijksche Bollenveiling omvatte
rayon geteelde in de nieuwe veiling aan den
man werd gebracht. Verwachtingen van een
Uit het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY.
De butler ging weer naar de studeerkamer,
waar de bezoekster wachtte en ze hoorde zijn
boodschap met een kort bevestigend knikje
aan. Er was een uitdrukking van onverzet
telijke, vastbesloten-energie op haar hoekig
bijna mannelijk gezicht, terwijl zij daar stond
te wachten en met een ietwat minachtende
nieuwsgierigheid de smaakvol-ingerichte stu
deerkamer rondkeek.
Plotseling werd ze in haar beschouwing
gestoord door een geluid, dat uit de richting
van het dichtomgroeide ingebouwde raam
kwam. waarvoor de zware gordijnen maar
half waren dichtgetrokken. Snel wendde zij
haar hoofd in de richting van het geluid en
wat zij toen zag, deed haar onwillekeurig een
step achteruit gaan. Een man was buiten aan
het raam verschenen, een donkerharig man,
met een korten zwarten, baard, die iets uit-
heemsch aan het gezicht gaf, terwijl onder
den rand van een zachten vilten hoed, twee
felle oogen schitterden. Hij was er in ge
slaagd het raam te openen en nu met zijn
eene boen over het kozijn, richtte hij een re
volver op de vrouw.
Terwijl zij In een natuurlijke reactie haar
eene arm beschermend ophief, bleef madame
Zarnow een oogenblik verstijfd van verwon
dering staan, niet in staat oen geluid uit te
brengen. Toen siste de indringer haar één
orders te geven en zich met de gewone co-
quetterie op te prikken.
Een uur! Een uur is lang als jalouzie steeds
feller en feller aan je hart gaat knagen.
Tenslotte kon ik mij zelf niet langer in
houden. en verscheidene minuten voor den
door mij zelf vastgestelden tijd nam ik mijn
hoed en ging naar ons huisje toe.
Toen ik er was had ik bijna berouw. Was
dit niet iets onwaardigs? Had ik een plau
sibele reden voor een dergelijk gedrag? Was
Margarita niet even goed en lief als zij altijd
was geweest? Toch ging ik naar binnen.
„Margarita?"
Het dienstmeisje, verbaasd over mijn on-
verwachten terugkeer, stamelde iets. en het
marmeren beeld glimlachte, insinueerender
dan ooit.
„Ik weet waar ik haar vinden kan!"
Onderweg dacht ik na. Ik moest verstandig
te werk gaan als ik de trouwelooze vrouw en
haar minnaar niet wilde laten ontsnappen.
Toen ik Tristan's atelier bereikte kwam hij
naar buiten om mij te ontvangen.
„Wat is er? Heb je iets?" vroeg hij, terwijl
hij mij bij de hand nam en mij trachtte te
doen neerzitten in de hall.
„Of ik iets heb? kom mee, dan zal ik het je
zeggen", antwoordde ik, terwijl ik trachtte
mij los te worstelen om naar de aangrenzen
de kamer te kunnen gaan.
Het gordijn was open. En toch bleef een
oogenblik mijn hart stil staan. Het was de
geur die er hing. Ik kende die, het was de
zelfde die zij altijd gebruikte. De geur, die
cr hing, die mij longen vulde en mijn ziel ver
giftigde, was haar geur Margarita's geur.
Ik sloot mijn oogen en wankelde. Tristan
greep mij bij den arm.
Het duurde niet langer dan een minuut.
Toen ik mijn oogen opende speelde de wind
even met het gordijn, en ik zag, op de tegels,
den witten naakten voet van Margarita.
O, trouweloos, trouweloos! Met een sprong
viel ik de kamer binnen
Toen Tristan naast mij was had ik vol
schaamte het gezicht in de handen verbor
gen. De geur kwam van een reusachtigen
mand bloemen. Een prachtige witte lelie lag
op de tegels
Ik heb Margarita nooit verteld, hoe het
kwam dat ik dien morgen toen ik naar ons
eigen nestje terug ging. het marmeren beeld
in duizend stukken op den grond vond; dat
beeld, dat zoo spottend en insinueerend ge
glimlacht had.
goede toekomst waren dus alleszins gerecht
vaardigd. Voor dit jaar verwachtte men, door
uitbreiding der teelgronden wel eenige stij
ging, alhoewel de schade tengevolge van de
strenge vorst wel niet zou nalaten, het om
zetcijfer ongunstig te beïnvloeden. Aan den
anderen kant echter deed het aanbieden van
veel plantgoed en liet verkoopen daarvan
tegen goeden prijs de omzet zeor belangrijk
stijgen.
De nieuwe veilinghal bleek geen overdadige
weelde te zijn, want Donderdag j.l. wezen de
boeken een omzetcijfer van f 1.000.000 aan.
waardoor deze jonge veiling binnen een
tijdsverloop van eenige jaren is gegroeid
tot. een der belangrijkste veilingen in het
land. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat
ook de opbrengst der groene veilingen in dit
bedrag begrepen is.
En al mag niet verwacht worden, dat de
volle 100 pet. der productie in deze streek
in de veiling van „Beverwijk" zal worden
verkoocht, toch zijn de uitbreidingsmoge
lijkheden zeer groot. Het uitzetten van veel
plantgoed belooft veel voor de toekomst van
de bollencultuur ten Noorden van het Noord
zeekanaal. Daarbij komt dat de» gronden voor
deze teelt zeer geschikt is, al is de onge
regelde waterstand een factor, die geen
gunstigen invloed op het gewas uitoefent. Het
risico voor den kweeker is daardoor in deze
streek grooter dan in het Zuiden, waar de
waterstand geregeld is.
Thans wordt maar eenmaal per week ge
veild. De aanvoer is echter van dien aard,
dat het volgend jaar tweemaal per week een
veiling zal worden gehouden n.l. Dinsdag en
Vrijdags.
Plannen zijn in bewerking om de inrichting
dienstbaar te maken aan de snijbloemen-
veiling. Alhoewel hieromtrent nog geen om
lijnde plannen bestaan, komt ze er onge
twijfeld, zooals ons de directeur van de
enkel woord toe: „Miserable!" terwijl hij
snel achter elkaar twee schoten op haar af
vuurde.
HOOFDSTUK XXI
DE ONDOORGRONDELIJKE ROLT.
Het volgende oogenblik was de aanvaller
weer in de duisternis verdwenen, terwijl ma
dame Zarnow luid om hulp roepend en haar
arm vastgrijpend, achteruit wankelde. Toen
kreeg ze haar zelfbeheersching terug, vloog
naar de deur en wierp die open, en kwam bij
na terecht in de armen van Dorman, die juist
kwam aanrennen op den voet gevolgd door
George.
„Er is op mij geschoten", antwoordde zij
kalm in antwoord op de vragen, waarmee de
beide broers haar bestormden.
„Geschoten? Door wien?" riep Dorman.
„Door een man, die het raam opende en
tweemaal achtereen een schot op mij loste".
Inmiddels waren de mannelijke bedienden
toe geschoten terwijl ook mevrouw Conway
kwam aanloopen.
„Geschoten? Door een man? Hier in deze
kamer?" riep nu ook George, terwijl hij uit
het raam keek. „Er is geen mensch te zien",
wendde hij zich tot Derman, die hem was
gevolgd. „Maar het raam is niet gesloten.
Laat direct Rolt en zijn assistent halen. Der
man. jij loopt het hardst, ga jij gauw naar
de „Witte Leeuw" en kijk of ze er zijn".
Derman ging naar de vestibule, zette een
hoed op en ging haastig de opdracht van zijn
broer uitvoeren, terwijl George zich naar zijn
bezoekster begaf, die op een dor groote
eikenhouten stoelen zat te wachten. Mevrouw
Conway stond bij haar.
„Ik hoop niet, dat u ernstig gewond bent,
mevrouw Zarnow", zei hij op bezorgden toon.
Aan haar gezicht was te zien, dat zij pijn
Veiling „Kcnnemerïand", do heer de Groot
mededeelde.
Het spreekt vanzelf, dat men de gewichtige
gebeurtenis, het bereiken van het millioen,
niet ongemerkt heeft laten voorbijgaan, zoo
als men reeds in ons blad van j.l. Donder
dag heeft kunnen lezen.
HET INDUSTRIE-TERREIN IN
DEN WAARDERPOLDER.
WELKE VOORZORGEN TEGEN
BRAND ZIJN NOODIG?
In verband met den brand die Zaterdag
middag in den Waarderpolder plaats had is
door ons medegedeeld, dat de staf van de
brandweer het gewenscht zou vinden als een
weg langs het Noorder Buiten Spaarne zou
worden aangeiegd, waardoor de brandspuiten
bij alle fabrieksterreinen zouden kunnen ko
men Er werd bij opgemerkt, dat het Spaarne
voldoende breed is om een strook land te
winnen door demping.
Een der belanghebbende fabrikanten
schrijft ons evenwel:
„Het gevolg van een en ander zou echter
zijn, dat, indien werkelijk een dergelijk plan
ooit tot uitvoering zou komen, dat de aan
het Noorder Buiten Spaarne gevestigde in
dustrieën niet meer direct aan het groote
vaarwater zoudgn liggen, doch dat er een
weg zou komen tusschen het industrie-ter-
rein en het vaarwater.
Wij gelooven, dat de meeste in den Waar
der-Polder gevestigde industrieën zich juist
daar gevestigd hebben, omdat zij zoodoende
een eigen laad en los-wal, ongehinderd door
het verkeer en dergelijke, konden verkrijgen.
Voor de meeste industrieën aan het Noor
der Buiten Spaarne, men denke slechts aan
de aldaar gevestigde scheepswerven, is het
een absolute eisch, dat zij direct aan her
vaarwater blijven liggen. Wij vinden het
plan van de Haarlenische Brandweer dan ook
op de meest absolute wijze verwerpelijk. De
eenige verbetering welke o.i. kans van uit
voering heeft en waarop wij herhaaldelijk bij
de autoriteiten hebben aangedrongen, is ver
betering van den Waarderweg, zoomede van
een enkelen zijweg. Door het maken van
enkele korte aansluitingen, zijn dan vrijwel
alle fabrieken in den Waarder-Polder gele
gen, behoorlijk te bereiken Dit is de eenigste
oplossing welke zonder belangrijke kosten
maakt, dat de brandweerauto's en ook andere
wagens de fabrieken behoorlijk kunnen berei
ken.
DE LUCHTPOST NAAR INDIë
De Directeur van het postkantoor alhier
deelt mede, dat de correspondentie, welke den
17den dezer werd medegegeven met het vlieg
tuig naar Indië, het welk te Constantinopel
een hoodlanding moest uitvoeren, als volgt
zal worden doorgezonden:
Per trein naar Aleppo, aankomst 25 Oct.
Per autodienst DamascusBagdad naar
Bagdad, aankomst 30 Oct.
Per luchtdienst LondonKarachi (Bushire
Karachi, Allahabad, Akyab) aankomst
Bushire 1 Nov., aankomst Karachi 2 Nov..
voorts por Engelsche mail en per stoomboot
„Patria" aankomst te Medan 13 Nov., aan
komst te Batavia 16 Nov.
ALGEM. MILITAIREN
PENSIOENBOND.
IN EEN MOTIE WORDT
VERBETERING GEVRAAGD.
De afd. Haarlem van den Algem. Militai
ren Pensioenbond hield een ledenvergadering
die zeer goed bezocht was.
Besproken werd een brief van het hoofd
bestuur betreffende de te voeren actie in de
komende maanden.
Nadat de voorzitter nog een opwekkend
woord had laten hoor en om vooral moedig
den strijd voor verbetering van de pensioenen
vol te houden werd de volgende motie aan
genomen
De afdeeling Haarlem van den Algem. Mi
litairen Pensioenbond, in vergadering bijeen,
constateert,
dat de regeering nog steeds in gebreke is
gebleven om de pensioenen van de oud-ge-
pensionneerden van Zee- en Landmacht en
Koloniën van vóór de wet 1920, te verbeteren
en de weduwen en weezen van de zulken die
vallen buiten de pensioenwet 1909, in de wet
op te nemen;
dat door de regeering een steunverleening
in het leven is geroepen, die voor de oud-
Landsdienaren zeer grievend is, dooh aan en
kelen daadwerkelijk en dan nog zeer onvol
doende steun verleent;
gezien en gehoord de nooden waarin deze
had, maar zij antwoordde: „O, neen, het
heeft niets te beteekenen, geloof ik. Het eer
ste schot miste en het tweede raakte mijn
onderarm maar even".
„Ik heb James gestuurd om dr. Hargrave
te halen", mengde mevrouw Conway zich in
het gesprek. Het was duidelijk dat, hoewel
zij uit beleefdheid wel eenige bezorgdheid
moest toonen, het heele voorval haar verre
van aangenaam was.
„Wat was het voor iemand?" vroeg George.
„Ik had nauwelijks den tijd om hem duide
lijk op te nemen," antwoordde mevrouw Zar
now. „Het was een donkerharige man met
een baard. Van zijn gezicht kon ik echter
niet veel zien, hij had den hoed diep in de
oogen gedrukt".
„Zou het de man geweest kunnen zijn, die
gravin Mornay heeft vermoord?" opperde
mevrouw Conway.
„Het lijkt er tenminste veel op", oordeelde
George.
Mevrouw Zarnows oogen schitterden van
verontwaardiging.
„Waarom zou hij of iemand anders ons
aanvallen?" protesteerde zij. „Maar we zullen
wel gauw weten, wat die afschuwelijke ge
welddaden eigenlijk te beteekenen hebben".
„Dat hoop ik ook", zei George met nadruk.
Inmiddels was mevrouw Conway's kame
nier met verbandmateriaal en een karaf port
verschenen. Mevrouw Zarnow bedankte voor
deze verkwikking, maar gaf te kennen dat ze
wel graag haar arm verbonden wilde hebben.
„Ik geloof, dat het knapjes aan het bloeden
is", zei ze op zakelijken toon.
Toen zij de hand wegtrok, die zij tot dus
ver op het gewonde deel had gehouden, bleek
deze heejemaal met bloed bedekt.
„O, hemel riep mevrouw Conway onthutst,
waarschijnlijk meer omdat ze ht vervelend
vond hulp te moeten vorleenen, dan uit me
delijden. „Wilcox, ga jij eens een kom warm
gepensionneerden en weduwen en weezen
verkeeren
draagt het hoofdbestuur op met alle hem
ten dienste staande wettige middelen bij de
regeering er op aan te dringen, dat de pen
sioenen van de oud-gepensionneerden ten
spoedigste worden herzien en aan de wedu
wen en weezen een pensioen worde verzekerd
besluit deze motie ter kennis te brengen
van den voorzitter van den Ministerraad, de
Tweede Kamer der Staten Generaal en de
Pers.
EEN PADDESTOELEN
TENTOONSTELLING.
Van de Natuurhistorische Ver-
eeniging in de HB.S. aan het
San tpoorterplein.
In deze herfstige dagen van regen, mist en
vallend blad, van soms ook 'n stralend zonne
tje boven grauwe landen en kleurend geboom
te, bloeit, nu de tinten der bloemen verbleekt
en verdwenen zijn, de wondere kleurenweelde
van paddestoelen open, verschijnt het „sa
tansgebroed" plots op boomstronken, tus
schen 't mos, in weideland, en hangen bont
en overdadig bessen in rood en blauw en
zwart tusschen het struikgewas.
Veel schoons valt in dezen tijd buiten te
genieten, maar de meeste menschen weten
het niet. De Natuurhistorische Vereeniging,
die het belangstellend rondzwerven in, de
studie van de rijke natuur steeds propa
geert heeft met hulp van verschillende zij
den in de lijnteekenzaal van de H.B S.-B. aan
het Santpoorterplein een keurige collectie
paddestoelen en takken beshout bijeenge
bracht en Zaterdagmiddag werd deze ten
toonstelling door den heer J. van Schaik.
leeraar aan die H.B.S. namens het bestuur
der Natuurhistorische Vereeniging geopend,
in het bijzijn van oa. den wethouder van
onderwijs, den heer W. Roodenimrg; den
directeur der H B.S.-B., den heer Donk
en den directeur van Hout en Plantsoe
nen, den heer J- Bouwer. De heer Van Schaik
dankte allen die geholpen hadden voor hun
medewerking, wees er op, dat veel jongeren,
o-a. van den Jeugdbond voor Natuurstudie
het materiaal in Kennemerland verzameld
hebben.
Honderden paddestoelen, zeker al die niet-
zeldzame soorten, waren op mos en tegen
een achtergrond van herfstbouquetten op
tafels langs de wanden en in het midden van
de zaal uitgestald met verschillend gekleurde
naamkaartjes voor vergiftige, eetbare en
niet-vergiftige, niet eetbare soorten. Er wa
ren prachtige groepen vliegenzwammen en
kleurige russula's, forsche parasolzwammen,
heele pollen stuifballen, verschillende soor
ten bovisten, waarbij éen van zeker wel een
twintig centimeter doorsnee, en allerlei
zwammen die op boomen en dood hout
groeien. Voor ingewijden interessant was ook
de collectie lagere zwammen- In de gang bij
het lokaal was eenige lectuur neergelegd en
bij de ramen lagen alle plaatjes uit het
nieuwe Verkade-abum. Voorts stonden er
eenige aquaria met visschen en planten.
De organisatie van deze tentoonstelling is
zeer goed geweest. Op groote landgoederen
en in de duinen is het materiaal verzameld,
enkele personen hebben alles gedetermineerd
en van naamkaartjes voorzien en smaakvol
op de tafels uitgestald. En de bossen takken
met kleurige bessen geven nog meer fleur
aan het geheel.
Zaterdag. Zondag en ook vandaag, was de
tentoonstelling te bezoeken, Zaterdagmiddag
kwamen reeds velen een kijkje nemen en
werd in een der andere lokalen van de
school een film van de „Multtfilra". waarop
versneld het ontluiken van bloemen te zien
was, vertoond.
Inderdaad een goede propaganda voor de
Natuurhistorische Vereeniging.
STICHTING NOORDERKERK EN
SCHOOL.
OPENING VAN HET „NOORDER
KLEUTERHUIS".
Zaterdagmiddag had in het met palmen
versierde gymnastieklokaal van de Chr.
School in de Velserstraat de opening plaats
van het aangrenzende en pas voltooide nieu
we „Noorder Kleuterhuis" der stichting
„Noorderkerk en School".
Vele belangstellenden waren aanwezig, on
der wie de wethouder van Onderwijs, de heer
W. Roodenburg, verschillende raadsleden en
de secretaresse der Plaatselijke Commissie
van Toezicht op het L.O., mej. M. C. Berdenis
van Berlekom.
De voorzitter der Stichting, de heer A. J. de
Landmeter, heette de aanwezigen welkom en
vestigde er de aandacht op dat thans een
lang gekoesterde werisch, zoowel van het be
stuur als van den stichter, wijlen Ds. P. E.
Barbas, in vervulling is gegaan, nl.: op het,
ongeveer 30 jaar geleden door Ds. Barbas
met vooruitzienden blik uitgekozen en daar
na van mej. Van Wickevoort Crommelin ten
geschenke ontvangen terrein, een complex
van gebouwen te stichten als centrum van
water halen". En tot de bezoekster vervolgde
ze: „Ik zal er voorloopig verband om doen,
in afwachting van de komst van dr Hargra
ve. Het is een vervelend geval!"
„Ja, het is zeker onaangenaam", gaf de
gewonde toe, „en wat voor mij het ergste is,
is het feit dat ik u last moet veroorzaken".
Deze laatste woorden werden op een zóó
veelbeteekenenden toon geuit, dat mevrouw
Conway de bezoekster verbaasd aankeek.
Maar het harde vastbesloten gezicht bleef
on doorgronden j k.
Met hulp van haar kamenier legde» me
vrouw Conway een voorloopig verband om
het bloed te stelpen en enkele minuten latei-
kwam Derman terug in gezelschap van Rolt
en Johnson.
Mevrouw Conway was de eerste die sprak.
„O, ik ben u zoo dankbaar mr. Rolt, dat u
direct hierheen bent gekomen. Er is hier
weer iets verschrikkelijks gebeurd en ik ben
erg bang dat deze dame ernstig gewond is".
„Ik wil hopen van niet", antwoordde Rolt
op zijn bijna zenuwachtige, bijna veront
schuldigende manier. „We hebben al van
mr- Derman gehoord, wat er aan de hand
is. Het gebeurde toch in deze kamer?"
„Ja", antwoordde madame Zarnow. „De
man schoot op mij van het raam daarginds".
Rolt liep naar de aangewezen plek, waar
hij een vluchtig onderzoek instelde, terwijl
zijn collega afwachtte of zijn hulp ook ver-
eischt werd. Na korten tijd gingen zij samen
naar buiten, om daar bij het licht van sterke
electrische zaklantaarns den grond onder
het venster aan een nauwkeurige inspectie te
onderwerpen. Kort daarop kwam ook de
dokter. Toen hij de wond had onderzocht,
verklaarde hij, dat ze niet van ernstigen aard
was. De kogel had alleen maar een vrij diepe
vleeschwond veroorzaakt, maar daar de
patiënte nogal vrij veel bloed verloren had,
achtte de dokter het raadzaam dat ze zoo
Protestantsch leven in (toen nog) Noord-
Haarlem.
Spr. bracht een woord van dank aan wijlen
den stichter en aan de schenkster van den
grond (die bij de opening van het Kleuterhuis
niet aanwezig kon zijn).
Dat de school na een jaar reeds geopend
kon worden, is te danken aan de medewer
king, die het bestuur van verschillende vol
leges heeft ondervonden, vooral ook van den
Gemeenteraad en van B. en W. Het bestuur
der Stichting is hiervoor zeer erkentelijk.
Het nieuw gebouw beantwoordt zooveel
mogelijk aan moderne eischen. Daarmede is
ook rekening gehouden wat betreft de bezig
heid der kinderen.
Het bestuur acht zich gelukkig in het
Hoofd, de onderwijzeressen en de kweekelin-
gen uitstekende krachten te hebben gevon
den. In 't bijzonder richtte spr. waardeeren-
de woorden tot het Hoofd der Kleuterschool,
mej. Wens en dankte haar en de andere
dames voor de onvermoeide medewerking in
de laatste dagen ondervonden.
Voorts huldigde spr. den architect, den heer
H. Korringa voor het mooie ontwerp van
het gebouw en de heeren C. A. M. Jonck
bloedt en Jonckbloedt Jr., en De Graaff,
aannemer, uitvoerder en opzichter, voor hun
voortvarendheid.
Met de bede dat Godszegen op de nieuwe
school moge rusten eindigde spr.
Den heer W. Roodenburg was het bijzon
der aangenaam, bij deze plechtigheid als
wethouder van onderwijs het gemeentebe
stuur te vertegenwoordigen. Spr. vestigde er
de aandacht op dat het kleuteronderwijs in
een periode is van opleving. Men heeft ge
broken met het oude systeem van bewaar
scholen. Dat het bestuur der Stichting
„Noorderkerk en School" ook deze opvatting
deelt, blijkt al uit den naam der school en
verder uit het mooie gebouw zelf en de ge-
heele moderne inrichting.
Spr. eindigde met den wensch dat de nieu
we instelling tot grooten bloei zou komen.
Het hoofd, mej. Wens, dankte ook namens
het personeel, voor de aangename samenwer
king met het bestuur en bood mevr. De Land
meter een bloemstuk aan en het bestuur een
gong voor de school.
Hierna was het woord aan Ds. P. W,
Foeken, wijkpredikant en voorzitter der Wijk
vereeniging van Wijk 7.
Ook voor het Wijkbestuur, aldus spr., is
dit een heuglijke dag. Wij hebben dan ook,
als huurlieden, onze blijdschap getoond en de
vlag uit het Wijkhuis uitgestoken. Ons ge
schenk aan u zal zijn een bepaald aandeel in
de opbrengst van den bazar, dien wij deze
week houden.
Tevens overhandigde spr. den voorzitter
eenige platen met kindervoorstellingen voor
de school.
Als wijkpredikant verheugde spr. er zich
over dat hier in de Velserstraat nu een mooi
complex van vier gebouwen bij elkaar staat,
dat een symbolische beteekenis heeft. Wij
moeten, aldus spr., elkaar steunen en elkaar
voeden. „Mogen", zoo besloot Ds. Foeken,
„uwe idealen worden vervuld en aan de
teere eischen der kinderziel worden voldaan".
Nadat de heer De Landmeter nog dank had
gebracht aan den heer Jonckbloedt voor het
door hem gezonden fraaie bloemstuk, maak
ten de aanwezigen een rondgang door het
gebouw, dat uitmunt door ruimte, frischheid
en door moderne, gezellige en hygiënische
inrichting.
Er zijn drie lokalen, een speellokaal en een
speelplaats, en verder een melkkeuken, toi
letten en waschgelegenheid.
Het kleuterhuis is voor belangstellenden te
bezichtigen Dinsdag en Woensdag, van 3\V>-
en 89/4 uur.
„ZIEKENZORG".
Vrijdagavond hield het arbeiderszieken
fonds „Ziekenzorg" zijn jaarvergadering on
der voorzitterschap van den heer P Bruyn.
Aanwezig waren 161 leden. De jaarversla
gen werden goedgekeurd. De aftredende be
stuursleden de heeren P Bruyn als voorzitter,
W. Hoogerbeets en A. Scholten als bestuurs
leden werden herkozen.
Tot lid van den Raad van Toezicht werd
gekozen de heer A. Mars, in de plaats van
den heer M. de Braai die niet herkiesbaar
was. De voorzitter bracht woorden van dank
aan den heer De Braai voor alles wat hij in
het belang van Ziekenzorg had gedaan.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Een Zuivere zeep zooals
de beroemde FranSche
Cadum Zeep ig onont-
beerlyk voor de ver-
Zor<êinó van de huid.
Bovendien wordt zy
Slechts £oed éedrooéd
verkocht,blyft daar
door tot "t laatste toe
hard en is Zoodoende
veel voordeeliéor int
gebruik.dan iedere an
dere Zeep.
gauw mogelijk naar bed zou gaan.
Mevrouw Conway bood onmiddellijk aan,
madame Zarnow naar het logement te laten
brengen, maar dit aanbod werd koel afge
wezen en pas nadat de dokter erop had aan
gedrongen, dat mevrouw Zarnow niet alleen
zou gaan, zuchtte zij.
Voor zij vertrok, onderwierp Rolt haar met
toestemming van den dokter aan een kort
verhoor. Ze scheen er niet van te houden om
zich uit te putten in bijzonderheden over
iets, dat haar persoonlijk was overkomen,
zoodat zij in den beknopst-mogelijken vorm
een overzicht gaf van het gebeurde.
Daarop nam zij met een koele buiging af
scheid en op een wenk van George ging
Derman met haar mee.
Het onderzoek van dón grond aan den
buitenkant van het raam had niet lang ge
duurd en nadat mevrouw Zarnow was weg
gegaan, verklaarde Rolt:
„We hebben alles gedaan, wat we van
avond konden doen. Morgenochtend zullen
wij het onderzoek voortzetten".
George Conway keek hem verwonderd aan.
„Maar zou die ellendeling zich intusschen
niet uit de voeten hebben gemaakt?"
Rolt glimlachte op zijn zenuwachtige ma
nier. „Natuurlijk veronderstel ik niet dat
hij hier buiten op straat op ons staat te
wachten. Maar voordat ik hier heenging heb
lk de politie in Fuiborough telefonisch ge
waarschuwd en die zal alle noodige maat
regelen nemen".
„Dat hoop ik tenminste", antwoordde
George op een toon. die verried dat hij eigen
lijk niet heelemaal voldaan was. „Want aLs
dat zoo moet doorgaan
„Het zal nic»t veel langer doorgaan", ver
klaarde Rolt gedecideerd.
(Wordt vervolgd.)