H. D.-VERTELUNGEN
De Mantel der Duisternis
CARR's ■VI OÜTBROOD
FEUILLETON
STADSNIEUWS
Fa. Gebr. BRAKEL
HAARDEN
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 30 OCTOBER 1929
(Nadruk ycrboden; auteursrecht voorbehouden,}
Een mooie intrige
door
HENDRIK LINDT.
De vermaarde short-story schrijver John
D. Barray schoof met afkeer zijn ontbijt
bord cn daarmede een halve boterham van
zich weg.
Het eten wil me niet meer smaken,
klaagde hij. Ook geloof ik dat ik geestelijk
begin op te raken. Sinds gisteren ben ik er
niet ln geslaagd, ook maar één enkele in
trigue voor een behoorlijke novelle te vin
den. Ten einde raad heb ik een ijselijk
langdradigen roman opgezet: een onschuldig
meisje, een knappe jonge held, een laag
hartige belager. Het is wanhopig ouderwetsch
Weet jij nu niet een kleine verwikkeling,
een interessante intrige, waar zich een aar
dige short-story om laat opbouwen, liefste?
Zijn wederhelft trok een wrevelig ge
zicht.
Is het niet genoeg, als ik zorg dat ik
op tijd je eten klaar heb? vroelg zij. Moet
ik soms nog méér ongenoegen aan je ver
telseltjes beleven, dan ik er nu al van heb.
doordat je van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat in jo werkkamer zit te schrijven en je
ternauwernood don tijd gunt, behoorlijk tc
eten? Ik weet niets, en ik zal er mijn hersens
ook zeker niet over afpijnigen!
Neem me niet kwalijk! stamelde John
D. Barray, een weinig verschrikt door dezen
onverwacht-en uitval. Het was mijn bedoeling
niet, je boos te maken. Ik zit alleen ijselijk om
een goede intrige verlegen cn nu dacht ik
dat jij misschienJij staat wat meer in
het volle leven dan Ik. Wilna, jij hebt je
partijen, je picknics. Zie jo, daar laat zich
soms zoo'n origineele verkwikking aan vast-
knoopen. Enfin, ik zal dan wel zelf iets trach
ten te bedenken.
En de groote schrijver stond zuchtfend
op.
Sst! In godsnaam, spreek toch wat
zachter, Wilna- Ik sta doodsangsten uit dat
je man ons hoort.
Kom, Charley, doe niet zoo on-
.noozel. De oude suffert zit in zijn studeer
kamer en schrijft verhaaltjes. Je weet, dat
niets ter wereld dan meer tot hem door
dringt. We hebben geen kind aan hem en
je hoeft nergens bang voor te zijn.
Je hebt goed praten, Wilna, maar hij is
toch altijd nog twee keer zoo sterk als ik
en
Onzin! Bovendien wilde ik je juist ver
tellen. dat we een eind gaan maken aan
dit geheimzinnige gedoe. Morgen, of beter
gezegd vannacht nog, vertrekken we naar
de Rivièra.
Wilna!
Mijn beste Oharley, waarom doe je zoo
verbaasd? Hou je soms niet meer van mij?
Jawel, maar
Welnu, waarom zouden wij dan niet naar
de Rivièra gaan? Dus zooals ik zei: vannacht
vertrekken wij en komen hier niet meer te
rug. Ik zal die oude paplcrwurm wel eens
aan zijn verstand brengen, dat ihij een vrouw
als ik ben, niet maar zoo kan verwaarloo-
zen!
Maar lieve Wilna, als je man
Houd je mond, Charley, en luister. Mijn
plan is goed verzorgd, en er is aan alles ge
dacht. ook aan de omstandigheid, dat jij met
je jongedameshandel wel niet in staat zult
zijn op een behoorlijke wijze den kost voor
me te verdienen. Ook heb ik je een rol toe
bedacht, die in het geheel niet boven je ca
paciteiten gaat. Het eenigc wat je te doen
hebt, is vanavond omstreeks half twaalf van
uit de stad aan mijn man een telegram te
sturen. Sein bij voorbeeld: „Heb onmiddellijk
je hulp noodig. Burke". Die Burke is dikke
vrienden met John, begrijp je? Welnu, mijn
man zal zich bij het ontvangen van dit be
richt direct naar de stad begeven en omdat
er zoo laat van hier uit geen tram meer
gaat, neemt hij stellig den auto. Geen vijf
honderd meter van onze villa is op den weg
de brug weggebroken, 's Avonds is er daar
nooit een sterveling te zien. Als je dus de
roode lantaarns uitdooft, die op die plek
als waarschuwingsteekens zijn geplaatst, be
merkt John niets van het ontbreken van de
brug, voor hij goed en wel de rivier is in
gereden. Zooals je weet kan hij niet zwem
men. Al wat wij dus verder te doen hebben
Uit het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY.
32)
„Laten we hopen, dat ze den kerel spoedig
arresteeren", zei lady Taverham", anders
durven we geen van allen meer buitenshuis
te komen, afgezien nog van het feit, dat wo
ook binnenshuis niet eens langer veilig zijn."
„Ik geloof niet, dat u zich in eenig op
zicht ongerust behoeft te maken, lady Ta
verham", stelde de minister haar gerust, en
in zijn stem was een lichtelijk spot-tendon
toon op te merken. „Behalve, vulde haar
echtgenoot schertsend aan," als je buiten
ons weten in politieke intrigues verwikkeld
zou zijn. „Wat zeg jij Wallace?"
De minister glimlachte. „Ik zal voor je
vrouw antwoorden. Zij komt niet op onze
lijst van verdachte personen voor",
„Ik bemoei me nooit met de politiek, noch
met de blnnenlandsclie. noch met de buiten-
landsche", verzekerde lady Taverham.
„Dan bent- u in elk opzicht veilig", zei mr.
Wallace.
HOOFDSTUK XXIII.
AAN IIET RAAM VAN DE DIENKEUKEN.
Dien avond ging George Conway naar het
stadie Grandin om een korte redevoering te
houden op een politieke bijeenkomst van
zijn partijHij ging alleen: hij verzekerde,
dat de vergadering niet- voldoende interes
sant was, om gezelschap mee tc nemen, hij
was ook van plan om zoo gauw het. maar
eeniaszins mogelijk was, terug te komen.
is bet geld van de levensverzekering innen
en aan dc Rivièra een prettig leventje gaan
leiden.
Maar dat is een duivelsch plan, Wilna!
Je wilt toch niet een misdaad
Charley, ik heb je al eerder gezegd
niet zoo onnoozel te doen. Deze man ver
waarloost mij. Ik meen dat ik mij dat niet
behoef te laten welgevallen. Je bent toch
niet bang?
Ikik vrees niets ter wereld, liefste,
als het geldt iets voor jou te doen!
Goed, het is dus afgesproken! Je zendt
vanavond uit de stad een telegram aan John,
zoodat het omstreeks kwart voor twaalf hier
kan zijn. Direct als je op het telegraafkan
toor klaar bent, kom je langs den omweg
naar hier (denk er om dat de brug in den
hoofdweg is opengebroken, lieve Charley!)
om de roode lantaarns te dooven. Je wacht
een half uur. In dien tijd is John vertrokken
cn kun je me met den wagen komen afha
len. Die verzekeringsaffaire regelen we dan
wel schriftelijk vanuit Mentone, Nice of Can
nes. En nu verder geen woord meer, Charley.
Tot vanavond twaalf uur!
John D. Barray hief wrevelig het hoofd op.
Ja! riep hij in antwoord op het beschei
den kloppen dat hem zoo juist in zijn arbeid
gestoord had
Maar een glimlach plooide zijn lippen, toen
hij zijn vrouw zag binnentreden. Het was
toch een voorbeeld van bescheidenheid, die
lieve Wilna, en een vrouw zooals een schrij
ver er zich geen betere wenschen kon!
Er is 'n telegram voor je gekomen, John
ny. En daar het al tamelijk laat is, dacht ik
dat het wel eens wat ernstigs kon wezen
Barray scheurde haastig het formulier
open.
Je had gelijk, Wilna, ik moet oogenblik-
kelijk naar de stad! Die goeie Burke! Wat
zou er wel met hem aan de hand kunnen
zijn?
En de vermaarde auteur spoedde zich naar
de garage
Zijn vrouw wierp hem een verachtelijken
blik na.
Ezel! dacht zij, toen zij den motor dreu
nend hoorde aanslaan.
Bij 't raam staande zag ze den grooten
wagen onder John's vaste hand het hek uit
en den weg op rijden.
Van den anderen kant naderde pijlsnel
een fietser. Wat beteekende dat? Charley
zou toch niet
Maar het was een vreemde man. Hij belde
aan, overhandigde Wilna een enveloppe en
verdween weer in de duisternis. In het sche
merig licht van de vestibule herkende zij het
handschrift van Charley. Koortsachtig
scheurde zij het omslag stuk en las:
„Liefste Wilna! Ik heb het telegram ver
zonden, maar bij alle goden, ik durf niet ver
der. Vergeef het mij. Nog dezen avond ver
trek ik naar Parijs met Tilly, die niet zulke
vreeselljke dingen van mij verlangt. Vaarwel
voor altijd! Charley".
En terwijl Wilna nog stampvoette van woede
over dezen onverwachten tegenslag, ronkte de
auto van John D. Barray reeds weer voor de
deur. Met een gelaat dat van vreugdevolle
opwinding straalde, snelde hij op zijn vrouw
toe.
Je raadt nooit, liefste, wat ik nog geen
vijfhonderd meter hiervandaan heb beleefd!
Stel je voor, dat ze daarginds de brug heb
ben weggebroken. Als er geen roode lan
taarns bij hadden gestaan, was ik pardoes
het water in gereden. Wat een prachtig ge
geven voor een spannende novelle! Met een
paar kleine veranderingen wordt het waar
lijk een onvergetelijke intrige. Je neemt een
schrijver: hoe beroemder hoe beter natuur
lijk! Zijn ontrouwe vrouw en een valsche
huisvriend staan hem naar het leven en
sturen hem een gefingeerd telegram dat
hem met zijn auto langs een weg lokt waar
de brug is weggebroken De roode waarschu
wingslantaarns hebben ze natuuurlijk ge
doofd. De stakker rijdt het water in en die
twee gaan aan den haal. Is het niet een
pracht-historie? Neem me niet kwalijk lieve
Wilna, als ik wat later boven kom, maar ik
moet deze geschiedenis in elk geval nu nog
opschrijven
Het was een donkere avond maar heerlijk
weer, en daar George een groot paardenlief
hebber was en eigenlijk veel liever mende
dan chauffeerde, besloot hij met de dogcar
te gaan. Het vurige paardje dat er voor ge
spannen was, voerde hem spoedig naar het
stadje dat op 8 K.M. afstand van het land
goed gelegen was.
Hij stalde zijn wagentje bij het voor
naamste logement en ging te voet door de
hoofdstraat naar de vergaderzaal, blijkbaar
zonder ook maar in het minst te beseffen,
dat hij, sinds hij het stadje was binnen
gereden. werd gevolgd door een slanken,
donkeren man met een zwarten baard, wiens
geheelc uiterlijk den vreemdeling verried.
Zooals George terecht had voorspeld, was
de meeting absoluut niet interessant en het
eenige lichtpunt in de monotonie van saaie
sprekers van kleine-stadsgroothcden, was
zijn eigen, pittige kernachtige toespraak.
Toen hij na twintig minuten onder daveren
de toejuichingen weer ging zitten, fluisterde
hij don voorzitter iets toe. Deze stond op en
deelde, de vergadering mede, dat mr. Conway
in verband met een afspraak verzocht hem
te willen verontschuldigen.
„Komt u vooral hier nog eens het woord
voeren", animeerde een vooraanstaand
plaatselijk politicus, t-oen George zich naai
den uitgang begaf.
„Dat zal ik zeker doen!" beloofde George,
terwijl hij de hem toegestoken grove boe-
renknuist hartelijk drukte. „Waarschuwt u
mij maar als u me noodig hebt."
„U hoeft niet bang te zijn. dat we dat zul
len vergeten", luidde het antwoord, waarna
George, half verdoofd door het daverend ap
plaus dat hem uitgeleide deed, tenslotte in
dc frlsschc lucht belandde.
Met een paar vriendelijke woorden maakte
hij zich af van een paar jongelieden, die hem
met alle geweld een eind weg wilden bren
gen. Ilij liep vlug naar het logement waar hij
„SPAAR EN HOUT".
OP 31 DECEMBER GEREED.
Dc bouw van de Stichting „Spaar en Hout",
Rusthuis voor ouden van dagen uit den be
schaafden stand, aan de Hildebrandslaan bij
den Kleinen Houtweg nadert zijn voltooiing,
zoo lezen wij in „De Zondagsbode", Doops
gezind Weekblad. Uitwendig is het vrij wel
gereed, inwendig is er nog heel wat te doen.
De aannemer hoopt het werk 31 December
a.s. op te leveren.
Hier is inderdaad een rustig en van alle
gemakken voorzien Rustoord gesticht. Hoe
wel de trappen zeer gemakkelijk zijn, is in
het middengebouw een lift aangebracht, die
van den kelder tot den zolder doorloopt.
Ieder vertrek krijgt een huistelefoon en op
iedere verdieping zijn telefooncellen ge
maakt, waar de penslonnaires over het stads
net kunnen telefoneeren. Ei- zijn negen bad
kamers ter beschikking.
Reeds hebben zich een paar honderd solli
citanten aangemeld om een of twee kamers
te mogen huren. Bij deze aanvragen zijn vele
van niet-Doopsgezinden. Het bestuur vreest
dat die zullen moeten afvallen, daar de
Doopsgezinden de voorkeur genieten.
De pensionprijzen zijn nog niet vastgesteld,
maar vermoedelijk zal de minimumprijs
1200 per jaar bedragen. Hiervoor ontvangt
men volledig pension, een eigen slaapkamer
en het gebruik van conversatiezaal en lees
zaal. Voor de heeren is een aparte rookka
mer en biljartkamer beschikbaar. Voor hen
die wat meer comfort- wenschen zijn zit-
slaapkamers te krijgen en ook afzonderlijke
zitkamers en slaapkamers. De inwonenden
brengen hun eigen meubilair mee, zoodat
het intieme van het eigen milieu bewaard
blijft.
Het terrein, waarop het Rusthuis staat, is
3 H.A. groot, met prachtig geboomte. Aan de
zijde van het Spaarne is een verrukkelijk uit
zicht en in den tuin worden tal van heerlijke
„zitjes" aangebracht.
Zoodra het huis ook inwendig gereed 1s,
zullen de sollicitanten een prospectus ont
vangen.
HET EL.ECTRISCH WARM
WATERTOESTEL.
IN WEZEN EN TOEPASSING.
Voor de leden der afdeelingen Haarlem
en omstreken der Nationale R.K. en Nedsr-
landsche Vereeniging .van Electro-Technische
werkgevers werd Dinsdagavond in het café
restaurant „Centraal" een lezing- en demon
stratie-avond gehouden.
De hoer Leenderts, uit Rotterdam, sprak
over het onderwerp: „Het electrisch warm-
watertoestel in wezen en toepassing".
De heer Leenderts deelde mede dat in Den
Haag reeds 6000 warmwatertoestellen zijn
geplaatst. Het doel van het toestel is: warm
water te maken op tijden, waarop door elec-
trische bedrijven goedkoop stroom wordt ge
leverd en dit water daarna op dezelfde
'temperatuur te bewaren.
Spr. zette den bouw van het todstel uiteen.
Vroeger werden ijzeren binnenketeils ge
maakt; tegenwoordig zijn die ketels van
koper omdat het water vrij spoedig het ijzer
aantastte. Om warm water te krijgen heeft
men slechts de koudwaterkraan te openen;
het toestel is zóóingericht, dat dan het
warme water er uit wordt gedrukt.
Wanneer het water een temperatuur van
85 graden Clesius bereikt heeft worden de
verwarmingselementen automatisch uitge
schakeld; koelt het watef daarna af dan gaan
de verwarmingselementen weer automatisch
werken. Dit is tenminste het geval wanneer
het toestel continu is ingeschakeld. Gedu
rende den nacht kan met goedkoopen stroom
het water in 7 a 8 uur verwarmd worden.
Voor groote huizen waar op verschillende
plaatsen warm water gewenscht wordt, /er-
dient het aanbeveling eenige kleinere toestel
len aan te brengen, omdat anders het water
in de buizen, die van één groot toestel leiden
■naar verschiUende vertrekken, het water
ongeveer 20 pet. van zijn warmte verliest.
In Haarlem mogen alleen toestel'ldn worden
gebruikt, waarin geen druk in het water
reservoir kan ontstaan.
Nadat door eenige der aanwezigen vragen
waren gesteld, die door den spreker werden
beantwoord, behandelde de heer Leenderts
enkele draaistroommoteren met centrifugaal-
aanzetweerstand.
Ook deelde spr. nog het een en ander mede
betreffende beveiliging van motoren en het
bedienen van motoren op afstand.
Aan deze laatste onderwerpen waren eenigt
demonstaties ver-bonden.
zijn dogcar gestald had, en een paar minu
ten later bevond hij zich op den terugweg.
Toen hij het stadje een eind achter zich
had. verliet hij den directen weg, die naar
Tempel Westford leidde, en sloeg een zijweg
in, die hem naar een anderen, veel mooie-
ren weg voerde, die een paar K. M. langer
was. En terwijl hij langs dien door hooge
boomen omzoomden weg voort reed, had hij
er alweer geen flauw besef van dat een don
kere figuur hem volgde op een rijwiel, waar
van de lantaarn brandde. Deze ongeziene
begeleider verloor hem geen oogenblik uit
het. oog en bewaarde regelmatig denzelfden
afstand.
Toen George de oprijlaan van het land
goed indraaide, kwam zijn broer hem haas
tig tegemoet. Derman was voor zijn doen
buitengewoon opgewonden.
„Wil je eens wat hooren, George", riep hij
hem reeds uit de verte toe. Die buitenland-
sche schurk heeft hier vanavond opnieuw
rondgespookt."
„Wat zeg je?" riep George verbluft.
„Murrell zag hem door het raam van de
dienkamer loeren en hij schijnt even buiten
het dorp ook door iemand te zijn gesigna
leerd".
„Murrell heeft hem vanavond gezien."
Stom van verbazing was George van zijn wa
gentje gesprongen toen hij den hoofdingang
bereikt had en keek met een ongeloovig
gezicht naar de mannen, die zich in de vesti
bule hadden verzameld, toen ze hem hadden
hooren aankomen.
„Ja, meneer" bevestigde Murrell, wiens
bleek gezicht nog duidelijk de sporen droeg
van den angst dien hij had uitgestaan. „Ik
meende dat ik buiten het raam van de dien
keuken iets hoorde en daarom trok ik het
gordijn op zij. Toen zag ik daar den bewus-
ten man staan,even duidelijk als ik u nu voor
mij zie."
„Den man?" herhaalde George verbaasd.
TERWIJL DE NIEUWE HOUT-
BRUG GEBOUWD WORDT
OVER DE REGELING VAN HET
VERKEER.
Over eenige weken er verloopt meestal
een maand tusschen aanbesteding en gun
ning is de gunning van den bouw van
de nieuwe Iloutbrug te verwachten.
Van groot belang is de vraag hoe dan
tijdelijk het verkeer geregeld zal worden.
Reeds hebben wij in verband daarmede
eenige weken geleden medegedeeld, dat er
t«an hulpbrug zal komen voor voetgangers
en fietsers van 4 meter breed- Het afbre
ken van de oude brug en het bouwen van
de nieuwe brug zal vermoedelijk wel zoo
geregeld worden, dat de tram, althans over
één spoor, zal kunnen blijven rijden. Bij de
aanbesteding hebben de aannemers twee
prijzen moeten opgeven: één voor uitvoering
van het- werk bij een gestremd tramverkeer
en één bij hot instandhouden van de tram
verbinding. De cijfers die daarvoor gegeven
werden liepen zeer sterk uiteen. De aan
nemer die voor het geheele werk h'J; laagst
had ingeschreven nam met f 750 vergoeding
genoegen, maar anderen gingen zelfs tot
f 6000.
Bij den bouw van de nieuwe Manegebrug
is ook zoo gehandöld. De N.Z.H.T.M. heeft
toen een gedeelte van de hoogere kosten
aan de gemeente vergoed.
Ongetwijfeld zullen B. en W. het werk
gunnen met behoud van het tramverkeer,
anders zouden de verkeersmoeilijkheden on-
noodig sterk vermeerderd worden. De ver-
keersstoornis belooft toch al ernstig genoeg
te worden. Er kan gedurende den tijd, dat
de nieuwe brug gebouwd wordt ook geen ge
bruik gemaakt worden van den Raamsingel
en den Gasthuissingel, omdat er belangrijke
werken noodig zijn om de nieuwe landhoof-
den te maken, waarvoor een gedeelte van
hdt water zal worden aangeplempt. Ook het
verkeer op den hoek Groote Houtstraat
GasthuisvestRaamvest zal wel eenigen tijd
gestremd moeten worden, al zal wel ge
tracht worden dit tot het uiterste te be
perken. Bovendien zal ook het gedeelte van
de Groote Houtstraat tusschen de Korte
Houtstraat en de Houtbrug, geasphalteerd
moeten worden.
Het rij verkeer dat nu over de Houtbrug
gaat zal geleid worden over de Wilsons- en
Kleine Houtbrug. Er zai evenwel gewacht
moeten worden met het stremmen van het
rij verkeer over de Houtbrug tot de verbree
ding van den Kampersingel gereed is. Even
als nu reads bij den Gasthuissingel gedaan
is, zal ook langs den Kampersingel een ge
deelte van het water gedempt worden om
den aldus verkregen grond bij den rijweg
te trekken, die daardoor belangrijk verbreed
zal worden. Het zal dus noodig zijn dat met
dit werk spoed betracht wordt.
Het vc.keer Zuid-Noord zal dan geleid
worden: Dreef of WagenwegBaanKleine
HoutwegKleine Houtstraat, enz. Naar Am
sterdam gaat het dan via den Kampersin.: '1
naar de» Lange Brug.
Het verkieer Noord-Zuid moet door de
Wilhelminastraat, over de Wilsonsbrug gaan
langs Van Edenstraat of Koninginneweg,
Als de Gasthuisvest tijdelijk wordt afgeslo
ten zal het verkeer uit Amsterdam vermoe
delijk langs de* Ged. Oude Gracht naar de
Wilhelminastraat geleid worden.
Deze regelingen zijn evenwel nog niet
definitief vastgesteld.
Zeker is, dat gedurende den tijd dat de
Houtbrug gebouwd zal worden, het Plein, dac-
nu levensgevaarlijk vanwege de» drukte is,
sterk ontlast- zal worden van verkeer. Na
tuurlijk zal die tijd ook benut worden om
het Plein te asphattesren. Het is nog niet
beslist hoe de nieuwe indeeling op hc»; Plel.i
zal worden, deze zaak is nog in studie bij
B. en W. Reeds schreven wij, dat er tw^e
plannen zijn, een van den Commissaris van
Politie en een van Openbare Werken.
OUDERAVOND SCHOOL 40.
Door de Oudercommissie van School 40
(hulpschool aan den Middenweg) is besloten
op Donderdag een ouderavond te beleggen
in genoemde school. Op dezen ouderavond zal
het hoofd der school, de heer E. Marema, een
lezing houden over het onderwerp: „Iets
over Jan Ligthart", terwijl de heer G. Brou
wer een inleiding geeft over het onderwerp:
„Scholenbouw in Haarlem-Noord".
EERLIJKE VINDER BELOOND.
Maandag maakten wij er melding van, dat
iemand op de Groote Markt een portefeuille
met f 1100 verloren had en dat deze door
den vinder onmiddellijk aan het in de por
tefeuille staande adres is terugbezorgd. Wij
spraken er de verwachtig bij uit, dat de vin
der wel een goede belooning zou ontvangen.
Naar wij thans vernemen is dat inderdaad
zoo geweest. De man heeft bij het terugbe
zorgen een bedrag van 150 gekregen.
„Hoe weet je dat hij het was?"
„Wel, meneer, van het signalement, na
tuurlijk. Een donkerharige man met felle
oogen en een zwarten baard. Het voorkomen
van een vreemdeling."
„Maar wat voerde hij daar uit?"
„Dat zou ik u met geen mogelijkheid kun
nen zeggen!"
„En wat deed jij daarop", vervolgde
George.
„Ik rende onmiddellijk naar den salon en
vertelde aan meneer Derman, wat ik had
gezien."
„En", zei George, terwijl hij zich met eén
ongeduldige beweging tot zijn broer wend
de, „was er nog iets van den kerel te ont
dekken?"
„Geen spoor", antwoordde Denman. „Ik
was in een oogenblik buiten, maar er was
geen kip te zien. Natuurlijk is het op een
donkeren avond tusschen het struikgewas
een blind zoeken. Hij kon al op zijn dooie
gemak er van door zijn."
„Hoe lang is het geleden?" vroeg George
weer.
„Het was zoowat negen uur, meneer,"
lichtte Murrell hem in.
„Zoo, dus zoowat anderhalf uur geleden."
„Ik was buiten aan het zoeken", vervolgde
Derman, „elk oogenblik verwachtend dat er
een schot zou vallen. Ik wilde juist Rolt
gaan waarschuwen, toen hij op een kippen
draf op ons huis toekwam. Het bleek dat de
vreemdeling ook bij het dorp is gezien,
zoodat Rolt veronderstelde, dat hij op weg
naar het landgoed was."
„Zoo," zei George op een peinzenden toon.
In zijn oogen was een opgewonden uitdruk
king gekomen.
„We hebben het heele personeel een klein
uur in den omtrek laten zoeken. Toen gaven
we het maar op. Rolt vond ook. dat het geen
nut meer had. De man kon inmiddels al mij
len ver weg zijn,"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cl», per regel.
SO IlAPLEiN 6-14
VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR SCHOOL
KINDEREN.
Verslag over het eerste jaar.
Verschenen is het verslag over het eerste
jaar van de Vereeniging „Vacantiebezig-
heden voor Schoolkinderen".
De secretaresse, mevrouw L. Boerma
Boerma constateert dat het ledental zich
langzaam in stijgende lijn beweegt en dat
het dank zij veler medewerking gelukt is, de
zen zomer nuttig werk voor een groot aan
tal kinderen te doen.
Om aan geld te komen heeft het bestuur
een avond georganiseerd, welke dank zij ve
ler belangelooze medewerking, ongeveer f 400
opleverde. Een avond in Haarlem-Noord,
bracht f 38 op.
Gememoreerd wordt de medewerking die
o.m. werd ondervonden van het college
van B. en W., den heer Brants, hoofdinspec
teur bij het L. O., de directie van de N. Z. H.
T. M. en vooral van de dames Brandon—
Grondel en A. v. DamCohen.
Het aantal kinderen dat dit jaar van het
werk der vereeniging heeft geprofiteerd, is
172.
Het bestuur is vol lof over de leiders.
Van vele ouders mocht het bestuur bewij
zen van erkentelijkheid ontvangen.
Over het gedrag der kinderen had het be
stuur niet te klagen.
De secretaresse eindigt het verslag met de
volgende opmerkingen:
„Toen ik die lange rij kinderen voor de
laatste maal in rijen weg zag marcheeren,
dacht ik: dit is een goed en gezegend
werk geweest. Het zal stellig groeien."
Vermelden we nog dat een krachtige op
roeping wordt gedaan voor nieuwe leden en
begunstigers. Het geldt hier een zeer nood
zakelijk werk.
Uit het, verslag van den penningmeester,
den heer F. Geerts, blijkt, dat het door zui
nig en voorzichtig beheer gelukt is zelfs nog
een heel klein bedrag over te houden.
Om het werk het volgend jaar krachtiger
te kunnen aanpakken is bij het gemeente
bestuur om een subsidie gevraagd. Wij zijn
er zeker van dat het gelukken zal de aan
dacht voor dit nuttige werk in grootere mate
te krijgen en daarvoor ook de financiën
ruimer te doen toevloeien.
VERGADERING DER „NEDERLANDSCHE
VEREENIGING".
In een zaaltje van gebouw „Excelsior"
hield Dinsdagavond de afdeeling Haarlem
van de Nederlandsche Vereeniging tot af
schaffing van alcoholhoudende dranken een
huishoudelijke vergadering, waaraan een in
tiem karakter was gegeven De vergadering
was niet druk bezocht. Zij stond onder leiding
van den secretaris, den heer P. Mooyman,
daar de voorzitter, de heer Kruiff niet ge
komen was.
Besloten werd een adres te zenden aan B.
en W. met verzoek er voor te waken, dat
geen verlof voor verkoop van alcoholhou
denden drank verleend wordt in huizen, ge
bouwd met overheidssteun.
Verder werden verschillende propaganda
middelen. o.a. ter gelegenheid van de Blau
we Maand besproken,
In de plaats van den heer M. H. Groenen-
daal, die wegens drukke werkzaamheden als
bestuurslid bedankt, werd. zonder stemming
de heer v. d. Steylen gekozen. Den heer
Groenendaal zal dank gebracht worden. De
vergadering droeg het bestuur op om den
voorzitter haar misnoegen te betuigen over
zijn herhaald wegblijven en hem uit te noo-
digen zijn opvattingen over het voorzitter
schap uiteen te zetten.
De heer A. Klok hield vervolgens een cau
serie naar aanleiding van de inleiding op de
algemeene vergadering gehouden over „Toe
stand en toekomst der Ned. Vereeniging".
Spreker constateerde een minder gunstigen
toestand in de N. V. Het ledental gaat steeds
sterker achteruit, hoewel het in verhouding
tot de daling bij andere 'vereenigingen toch
nog gering is. En daarin maken de groote
steden, en vooral Haarlem geen goed figuur.
De heer Klok toonde den goeden invloed van
schriftelijke propaganda aan. Daarom beval
hij die propaganda ten sterkste aan. Omdat
de toestanden den laatsten tijd wat drank
misbruik betreft zooveel beter geworden zijn
moeten wij niet ophouden, maar juist door
gaan met den strijd. In dit alles ziet spreker
een reden tot krachtiger actie. Daarbij be
hoeft het geringe getal geen beletsel te zijn.
Na deze causerie gaven vele leden zich op
voor de colportage.
Na nog eenige besprekingen over de pro
paganda werd de vergadering gesloten.
George zweeg even. „Wat zegt Rolt ervan?"
vroeg hij, toen.
„Dat zou ik niet kunnen vertel
len. Hij zegt weinig", antwoordde Derman
„Ik vind dat het hoog tijd wordt, dat we
den kerel te pakken krijgen, al moet ik toe
geven, dat deze opwindende avonturen ten
minste wat afwisseling brengen in het een
tonige leven hier."
„Bij je er absoluut zeker van Murrell. dat
het een vreemdeling was?" wendde George
zich nogmaals tot den butler, den luchtigen
toon van zijn broer negeerend. „Je kunt
den man toch eigenlijk nauwelijks hebben
gezien."
„Toch wel meneer", hield Murrell vol. „Zijn
gezicht zag ik duidelijk. En de heele ver
schijning kwam precies overeen met de be
schrijving, die Sparkes gegeven heeft van
den man, dien hij op den avond dat de
gravin verdwenen is, hij het hek heeft zien
staan".
„Ik begrijp er niets van", zuchtte George.
„Ik kan me niet voorstellen, wat de man hier
zocht, welkebedoeling hij ermee had. zich
hier weer te laten zien. En wat anders,"
ging hij voort, „hoe zit dat, dat men den
man in de buurt van het dorp heeft gezien?
Wat zei Rolt daarvan?"
„Niets anders dan dat een vrouw iemand
heeft ontmoet, wiens uiterlijk, overeen kwam
met het signalement van den .kerel, dien we
zoeken", vertelde Derman, „Zwarte baard,
diep over de oogen getrokken hoed en heele-
maal het voorkomen van een buitenlander.
In elk geval geen man hier uit de buurt en
iemand, die allemachtig geheimzinnig doet.
Toen de vrouw hem goed en wel was ge
passeerd, liep ze zou gauw mogelijk naar Pal
mers, den veldwachter en samen gingen ze
daarop naar den „Witten Leeuw", om Rolt in
te lichten."
(Wordt vervolgd.?
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per resrel.
EET UW GOESTING;
IS ZOO LICHT VERTEERBAAR ALS HET LEKKER IS.