H. D.-VERTELUNGEN De Mantel der Duisternis CARR's ■VI OÜTBROOD FEUILLETON STADSNIEUWS Fa. Gebr. BRAKEL HAARDEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 30 OCTOBER 1929 (Nadruk ycrboden; auteursrecht voorbehouden,} Een mooie intrige door HENDRIK LINDT. De vermaarde short-story schrijver John D. Barray schoof met afkeer zijn ontbijt bord cn daarmede een halve boterham van zich weg. Het eten wil me niet meer smaken, klaagde hij. Ook geloof ik dat ik geestelijk begin op te raken. Sinds gisteren ben ik er niet ln geslaagd, ook maar één enkele in trigue voor een behoorlijke novelle te vin den. Ten einde raad heb ik een ijselijk langdradigen roman opgezet: een onschuldig meisje, een knappe jonge held, een laag hartige belager. Het is wanhopig ouderwetsch Weet jij nu niet een kleine verwikkeling, een interessante intrige, waar zich een aar dige short-story om laat opbouwen, liefste? Zijn wederhelft trok een wrevelig ge zicht. Is het niet genoeg, als ik zorg dat ik op tijd je eten klaar heb? vroelg zij. Moet ik soms nog méér ongenoegen aan je ver telseltjes beleven, dan ik er nu al van heb. doordat je van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in jo werkkamer zit te schrijven en je ternauwernood don tijd gunt, behoorlijk tc eten? Ik weet niets, en ik zal er mijn hersens ook zeker niet over afpijnigen! Neem me niet kwalijk! stamelde John D. Barray, een weinig verschrikt door dezen onverwacht-en uitval. Het was mijn bedoeling niet, je boos te maken. Ik zit alleen ijselijk om een goede intrige verlegen cn nu dacht ik dat jij misschienJij staat wat meer in het volle leven dan Ik. Wilna, jij hebt je partijen, je picknics. Zie jo, daar laat zich soms zoo'n origineele verkwikking aan vast- knoopen. Enfin, ik zal dan wel zelf iets trach ten te bedenken. En de groote schrijver stond zuchtfend op. Sst! In godsnaam, spreek toch wat zachter, Wilna- Ik sta doodsangsten uit dat je man ons hoort. Kom, Charley, doe niet zoo on- .noozel. De oude suffert zit in zijn studeer kamer en schrijft verhaaltjes. Je weet, dat niets ter wereld dan meer tot hem door dringt. We hebben geen kind aan hem en je hoeft nergens bang voor te zijn. Je hebt goed praten, Wilna, maar hij is toch altijd nog twee keer zoo sterk als ik en Onzin! Bovendien wilde ik je juist ver tellen. dat we een eind gaan maken aan dit geheimzinnige gedoe. Morgen, of beter gezegd vannacht nog, vertrekken we naar de Rivièra. Wilna! Mijn beste Oharley, waarom doe je zoo verbaasd? Hou je soms niet meer van mij? Jawel, maar Welnu, waarom zouden wij dan niet naar de Rivièra gaan? Dus zooals ik zei: vannacht vertrekken wij en komen hier niet meer te rug. Ik zal die oude paplcrwurm wel eens aan zijn verstand brengen, dat ihij een vrouw als ik ben, niet maar zoo kan verwaarloo- zen! Maar lieve Wilna, als je man Houd je mond, Charley, en luister. Mijn plan is goed verzorgd, en er is aan alles ge dacht. ook aan de omstandigheid, dat jij met je jongedameshandel wel niet in staat zult zijn op een behoorlijke wijze den kost voor me te verdienen. Ook heb ik je een rol toe bedacht, die in het geheel niet boven je ca paciteiten gaat. Het eenigc wat je te doen hebt, is vanavond omstreeks half twaalf van uit de stad aan mijn man een telegram te sturen. Sein bij voorbeeld: „Heb onmiddellijk je hulp noodig. Burke". Die Burke is dikke vrienden met John, begrijp je? Welnu, mijn man zal zich bij het ontvangen van dit be richt direct naar de stad begeven en omdat er zoo laat van hier uit geen tram meer gaat, neemt hij stellig den auto. Geen vijf honderd meter van onze villa is op den weg de brug weggebroken, 's Avonds is er daar nooit een sterveling te zien. Als je dus de roode lantaarns uitdooft, die op die plek als waarschuwingsteekens zijn geplaatst, be merkt John niets van het ontbreken van de brug, voor hij goed en wel de rivier is in gereden. Zooals je weet kan hij niet zwem men. Al wat wij dus verder te doen hebben Uit het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. 32) „Laten we hopen, dat ze den kerel spoedig arresteeren", zei lady Taverham", anders durven we geen van allen meer buitenshuis te komen, afgezien nog van het feit, dat wo ook binnenshuis niet eens langer veilig zijn." „Ik geloof niet, dat u zich in eenig op zicht ongerust behoeft te maken, lady Ta verham", stelde de minister haar gerust, en in zijn stem was een lichtelijk spot-tendon toon op te merken. „Behalve, vulde haar echtgenoot schertsend aan," als je buiten ons weten in politieke intrigues verwikkeld zou zijn. „Wat zeg jij Wallace?" De minister glimlachte. „Ik zal voor je vrouw antwoorden. Zij komt niet op onze lijst van verdachte personen voor", „Ik bemoei me nooit met de politiek, noch met de blnnenlandsclie. noch met de buiten- landsche", verzekerde lady Taverham. „Dan bent- u in elk opzicht veilig", zei mr. Wallace. HOOFDSTUK XXIII. AAN IIET RAAM VAN DE DIENKEUKEN. Dien avond ging George Conway naar het stadie Grandin om een korte redevoering te houden op een politieke bijeenkomst van zijn partijHij ging alleen: hij verzekerde, dat de vergadering niet- voldoende interes sant was, om gezelschap mee tc nemen, hij was ook van plan om zoo gauw het. maar eeniaszins mogelijk was, terug te komen. is bet geld van de levensverzekering innen en aan dc Rivièra een prettig leventje gaan leiden. Maar dat is een duivelsch plan, Wilna! Je wilt toch niet een misdaad Charley, ik heb je al eerder gezegd niet zoo onnoozel te doen. Deze man ver waarloost mij. Ik meen dat ik mij dat niet behoef te laten welgevallen. Je bent toch niet bang? Ikik vrees niets ter wereld, liefste, als het geldt iets voor jou te doen! Goed, het is dus afgesproken! Je zendt vanavond uit de stad een telegram aan John, zoodat het omstreeks kwart voor twaalf hier kan zijn. Direct als je op het telegraafkan toor klaar bent, kom je langs den omweg naar hier (denk er om dat de brug in den hoofdweg is opengebroken, lieve Charley!) om de roode lantaarns te dooven. Je wacht een half uur. In dien tijd is John vertrokken cn kun je me met den wagen komen afha len. Die verzekeringsaffaire regelen we dan wel schriftelijk vanuit Mentone, Nice of Can nes. En nu verder geen woord meer, Charley. Tot vanavond twaalf uur! John D. Barray hief wrevelig het hoofd op. Ja! riep hij in antwoord op het beschei den kloppen dat hem zoo juist in zijn arbeid gestoord had Maar een glimlach plooide zijn lippen, toen hij zijn vrouw zag binnentreden. Het was toch een voorbeeld van bescheidenheid, die lieve Wilna, en een vrouw zooals een schrij ver er zich geen betere wenschen kon! Er is 'n telegram voor je gekomen, John ny. En daar het al tamelijk laat is, dacht ik dat het wel eens wat ernstigs kon wezen Barray scheurde haastig het formulier open. Je had gelijk, Wilna, ik moet oogenblik- kelijk naar de stad! Die goeie Burke! Wat zou er wel met hem aan de hand kunnen zijn? En de vermaarde auteur spoedde zich naar de garage Zijn vrouw wierp hem een verachtelijken blik na. Ezel! dacht zij, toen zij den motor dreu nend hoorde aanslaan. Bij 't raam staande zag ze den grooten wagen onder John's vaste hand het hek uit en den weg op rijden. Van den anderen kant naderde pijlsnel een fietser. Wat beteekende dat? Charley zou toch niet Maar het was een vreemde man. Hij belde aan, overhandigde Wilna een enveloppe en verdween weer in de duisternis. In het sche merig licht van de vestibule herkende zij het handschrift van Charley. Koortsachtig scheurde zij het omslag stuk en las: „Liefste Wilna! Ik heb het telegram ver zonden, maar bij alle goden, ik durf niet ver der. Vergeef het mij. Nog dezen avond ver trek ik naar Parijs met Tilly, die niet zulke vreeselljke dingen van mij verlangt. Vaarwel voor altijd! Charley". En terwijl Wilna nog stampvoette van woede over dezen onverwachten tegenslag, ronkte de auto van John D. Barray reeds weer voor de deur. Met een gelaat dat van vreugdevolle opwinding straalde, snelde hij op zijn vrouw toe. Je raadt nooit, liefste, wat ik nog geen vijfhonderd meter hiervandaan heb beleefd! Stel je voor, dat ze daarginds de brug heb ben weggebroken. Als er geen roode lan taarns bij hadden gestaan, was ik pardoes het water in gereden. Wat een prachtig ge geven voor een spannende novelle! Met een paar kleine veranderingen wordt het waar lijk een onvergetelijke intrige. Je neemt een schrijver: hoe beroemder hoe beter natuur lijk! Zijn ontrouwe vrouw en een valsche huisvriend staan hem naar het leven en sturen hem een gefingeerd telegram dat hem met zijn auto langs een weg lokt waar de brug is weggebroken De roode waarschu wingslantaarns hebben ze natuuurlijk ge doofd. De stakker rijdt het water in en die twee gaan aan den haal. Is het niet een pracht-historie? Neem me niet kwalijk lieve Wilna, als ik wat later boven kom, maar ik moet deze geschiedenis in elk geval nu nog opschrijven Het was een donkere avond maar heerlijk weer, en daar George een groot paardenlief hebber was en eigenlijk veel liever mende dan chauffeerde, besloot hij met de dogcar te gaan. Het vurige paardje dat er voor ge spannen was, voerde hem spoedig naar het stadje dat op 8 K.M. afstand van het land goed gelegen was. Hij stalde zijn wagentje bij het voor naamste logement en ging te voet door de hoofdstraat naar de vergaderzaal, blijkbaar zonder ook maar in het minst te beseffen, dat hij, sinds hij het stadje was binnen gereden. werd gevolgd door een slanken, donkeren man met een zwarten baard, wiens geheelc uiterlijk den vreemdeling verried. Zooals George terecht had voorspeld, was de meeting absoluut niet interessant en het eenige lichtpunt in de monotonie van saaie sprekers van kleine-stadsgroothcden, was zijn eigen, pittige kernachtige toespraak. Toen hij na twintig minuten onder daveren de toejuichingen weer ging zitten, fluisterde hij don voorzitter iets toe. Deze stond op en deelde, de vergadering mede, dat mr. Conway in verband met een afspraak verzocht hem te willen verontschuldigen. „Komt u vooral hier nog eens het woord voeren", animeerde een vooraanstaand plaatselijk politicus, t-oen George zich naai den uitgang begaf. „Dat zal ik zeker doen!" beloofde George, terwijl hij de hem toegestoken grove boe- renknuist hartelijk drukte. „Waarschuwt u mij maar als u me noodig hebt." „U hoeft niet bang te zijn. dat we dat zul len vergeten", luidde het antwoord, waarna George, half verdoofd door het daverend ap plaus dat hem uitgeleide deed, tenslotte in dc frlsschc lucht belandde. Met een paar vriendelijke woorden maakte hij zich af van een paar jongelieden, die hem met alle geweld een eind weg wilden bren gen. Ilij liep vlug naar het logement waar hij „SPAAR EN HOUT". OP 31 DECEMBER GEREED. Dc bouw van de Stichting „Spaar en Hout", Rusthuis voor ouden van dagen uit den be schaafden stand, aan de Hildebrandslaan bij den Kleinen Houtweg nadert zijn voltooiing, zoo lezen wij in „De Zondagsbode", Doops gezind Weekblad. Uitwendig is het vrij wel gereed, inwendig is er nog heel wat te doen. De aannemer hoopt het werk 31 December a.s. op te leveren. Hier is inderdaad een rustig en van alle gemakken voorzien Rustoord gesticht. Hoe wel de trappen zeer gemakkelijk zijn, is in het middengebouw een lift aangebracht, die van den kelder tot den zolder doorloopt. Ieder vertrek krijgt een huistelefoon en op iedere verdieping zijn telefooncellen ge maakt, waar de penslonnaires over het stads net kunnen telefoneeren. Ei- zijn negen bad kamers ter beschikking. Reeds hebben zich een paar honderd solli citanten aangemeld om een of twee kamers te mogen huren. Bij deze aanvragen zijn vele van niet-Doopsgezinden. Het bestuur vreest dat die zullen moeten afvallen, daar de Doopsgezinden de voorkeur genieten. De pensionprijzen zijn nog niet vastgesteld, maar vermoedelijk zal de minimumprijs 1200 per jaar bedragen. Hiervoor ontvangt men volledig pension, een eigen slaapkamer en het gebruik van conversatiezaal en lees zaal. Voor de heeren is een aparte rookka mer en biljartkamer beschikbaar. Voor hen die wat meer comfort- wenschen zijn zit- slaapkamers te krijgen en ook afzonderlijke zitkamers en slaapkamers. De inwonenden brengen hun eigen meubilair mee, zoodat het intieme van het eigen milieu bewaard blijft. Het terrein, waarop het Rusthuis staat, is 3 H.A. groot, met prachtig geboomte. Aan de zijde van het Spaarne is een verrukkelijk uit zicht en in den tuin worden tal van heerlijke „zitjes" aangebracht. Zoodra het huis ook inwendig gereed 1s, zullen de sollicitanten een prospectus ont vangen. HET EL.ECTRISCH WARM WATERTOESTEL. IN WEZEN EN TOEPASSING. Voor de leden der afdeelingen Haarlem en omstreken der Nationale R.K. en Nedsr- landsche Vereeniging .van Electro-Technische werkgevers werd Dinsdagavond in het café restaurant „Centraal" een lezing- en demon stratie-avond gehouden. De hoer Leenderts, uit Rotterdam, sprak over het onderwerp: „Het electrisch warm- watertoestel in wezen en toepassing". De heer Leenderts deelde mede dat in Den Haag reeds 6000 warmwatertoestellen zijn geplaatst. Het doel van het toestel is: warm water te maken op tijden, waarop door elec- trische bedrijven goedkoop stroom wordt ge leverd en dit water daarna op dezelfde 'temperatuur te bewaren. Spr. zette den bouw van het todstel uiteen. Vroeger werden ijzeren binnenketeils ge maakt; tegenwoordig zijn die ketels van koper omdat het water vrij spoedig het ijzer aantastte. Om warm water te krijgen heeft men slechts de koudwaterkraan te openen; het toestel is zóóingericht, dat dan het warme water er uit wordt gedrukt. Wanneer het water een temperatuur van 85 graden Clesius bereikt heeft worden de verwarmingselementen automatisch uitge schakeld; koelt het watef daarna af dan gaan de verwarmingselementen weer automatisch werken. Dit is tenminste het geval wanneer het toestel continu is ingeschakeld. Gedu rende den nacht kan met goedkoopen stroom het water in 7 a 8 uur verwarmd worden. Voor groote huizen waar op verschillende plaatsen warm water gewenscht wordt, /er- dient het aanbeveling eenige kleinere toestel len aan te brengen, omdat anders het water in de buizen, die van één groot toestel leiden ■naar verschiUende vertrekken, het water ongeveer 20 pet. van zijn warmte verliest. In Haarlem mogen alleen toestel'ldn worden gebruikt, waarin geen druk in het water reservoir kan ontstaan. Nadat door eenige der aanwezigen vragen waren gesteld, die door den spreker werden beantwoord, behandelde de heer Leenderts enkele draaistroommoteren met centrifugaal- aanzetweerstand. Ook deelde spr. nog het een en ander mede betreffende beveiliging van motoren en het bedienen van motoren op afstand. Aan deze laatste onderwerpen waren eenigt demonstaties ver-bonden. zijn dogcar gestald had, en een paar minu ten later bevond hij zich op den terugweg. Toen hij het stadje een eind achter zich had. verliet hij den directen weg, die naar Tempel Westford leidde, en sloeg een zijweg in, die hem naar een anderen, veel mooie- ren weg voerde, die een paar K. M. langer was. En terwijl hij langs dien door hooge boomen omzoomden weg voort reed, had hij er alweer geen flauw besef van dat een don kere figuur hem volgde op een rijwiel, waar van de lantaarn brandde. Deze ongeziene begeleider verloor hem geen oogenblik uit het. oog en bewaarde regelmatig denzelfden afstand. Toen George de oprijlaan van het land goed indraaide, kwam zijn broer hem haas tig tegemoet. Derman was voor zijn doen buitengewoon opgewonden. „Wil je eens wat hooren, George", riep hij hem reeds uit de verte toe. Die buitenland- sche schurk heeft hier vanavond opnieuw rondgespookt." „Wat zeg je?" riep George verbluft. „Murrell zag hem door het raam van de dienkamer loeren en hij schijnt even buiten het dorp ook door iemand te zijn gesigna leerd". „Murrell heeft hem vanavond gezien." Stom van verbazing was George van zijn wa gentje gesprongen toen hij den hoofdingang bereikt had en keek met een ongeloovig gezicht naar de mannen, die zich in de vesti bule hadden verzameld, toen ze hem hadden hooren aankomen. „Ja, meneer" bevestigde Murrell, wiens bleek gezicht nog duidelijk de sporen droeg van den angst dien hij had uitgestaan. „Ik meende dat ik buiten het raam van de dien keuken iets hoorde en daarom trok ik het gordijn op zij. Toen zag ik daar den bewus- ten man staan,even duidelijk als ik u nu voor mij zie." „Den man?" herhaalde George verbaasd. TERWIJL DE NIEUWE HOUT- BRUG GEBOUWD WORDT OVER DE REGELING VAN HET VERKEER. Over eenige weken er verloopt meestal een maand tusschen aanbesteding en gun ning is de gunning van den bouw van de nieuwe Iloutbrug te verwachten. Van groot belang is de vraag hoe dan tijdelijk het verkeer geregeld zal worden. Reeds hebben wij in verband daarmede eenige weken geleden medegedeeld, dat er t«an hulpbrug zal komen voor voetgangers en fietsers van 4 meter breed- Het afbre ken van de oude brug en het bouwen van de nieuwe brug zal vermoedelijk wel zoo geregeld worden, dat de tram, althans over één spoor, zal kunnen blijven rijden. Bij de aanbesteding hebben de aannemers twee prijzen moeten opgeven: één voor uitvoering van het- werk bij een gestremd tramverkeer en één bij hot instandhouden van de tram verbinding. De cijfers die daarvoor gegeven werden liepen zeer sterk uiteen. De aan nemer die voor het geheele werk h'J; laagst had ingeschreven nam met f 750 vergoeding genoegen, maar anderen gingen zelfs tot f 6000. Bij den bouw van de nieuwe Manegebrug is ook zoo gehandöld. De N.Z.H.T.M. heeft toen een gedeelte van de hoogere kosten aan de gemeente vergoed. Ongetwijfeld zullen B. en W. het werk gunnen met behoud van het tramverkeer, anders zouden de verkeersmoeilijkheden on- noodig sterk vermeerderd worden. De ver- keersstoornis belooft toch al ernstig genoeg te worden. Er kan gedurende den tijd, dat de nieuwe brug gebouwd wordt ook geen ge bruik gemaakt worden van den Raamsingel en den Gasthuissingel, omdat er belangrijke werken noodig zijn om de nieuwe landhoof- den te maken, waarvoor een gedeelte van hdt water zal worden aangeplempt. Ook het verkeer op den hoek Groote Houtstraat GasthuisvestRaamvest zal wel eenigen tijd gestremd moeten worden, al zal wel ge tracht worden dit tot het uiterste te be perken. Bovendien zal ook het gedeelte van de Groote Houtstraat tusschen de Korte Houtstraat en de Houtbrug, geasphalteerd moeten worden. Het rij verkeer dat nu over de Houtbrug gaat zal geleid worden over de Wilsons- en Kleine Houtbrug. Er zai evenwel gewacht moeten worden met het stremmen van het rij verkeer over de Houtbrug tot de verbree ding van den Kampersingel gereed is. Even als nu reads bij den Gasthuissingel gedaan is, zal ook langs den Kampersingel een ge deelte van het water gedempt worden om den aldus verkregen grond bij den rijweg te trekken, die daardoor belangrijk verbreed zal worden. Het zal dus noodig zijn dat met dit werk spoed betracht wordt. Het vc.keer Zuid-Noord zal dan geleid worden: Dreef of WagenwegBaanKleine HoutwegKleine Houtstraat, enz. Naar Am sterdam gaat het dan via den Kampersin.: '1 naar de» Lange Brug. Het verkieer Noord-Zuid moet door de Wilhelminastraat, over de Wilsonsbrug gaan langs Van Edenstraat of Koninginneweg, Als de Gasthuisvest tijdelijk wordt afgeslo ten zal het verkeer uit Amsterdam vermoe delijk langs de* Ged. Oude Gracht naar de Wilhelminastraat geleid worden. Deze regelingen zijn evenwel nog niet definitief vastgesteld. Zeker is, dat gedurende den tijd dat de Houtbrug gebouwd zal worden, het Plein, dac- nu levensgevaarlijk vanwege de» drukte is, sterk ontlast- zal worden van verkeer. Na tuurlijk zal die tijd ook benut worden om het Plein te asphattesren. Het is nog niet beslist hoe de nieuwe indeeling op hc»; Plel.i zal worden, deze zaak is nog in studie bij B. en W. Reeds schreven wij, dat er tw^e plannen zijn, een van den Commissaris van Politie en een van Openbare Werken. OUDERAVOND SCHOOL 40. Door de Oudercommissie van School 40 (hulpschool aan den Middenweg) is besloten op Donderdag een ouderavond te beleggen in genoemde school. Op dezen ouderavond zal het hoofd der school, de heer E. Marema, een lezing houden over het onderwerp: „Iets over Jan Ligthart", terwijl de heer G. Brou wer een inleiding geeft over het onderwerp: „Scholenbouw in Haarlem-Noord". EERLIJKE VINDER BELOOND. Maandag maakten wij er melding van, dat iemand op de Groote Markt een portefeuille met f 1100 verloren had en dat deze door den vinder onmiddellijk aan het in de por tefeuille staande adres is terugbezorgd. Wij spraken er de verwachtig bij uit, dat de vin der wel een goede belooning zou ontvangen. Naar wij thans vernemen is dat inderdaad zoo geweest. De man heeft bij het terugbe zorgen een bedrag van 150 gekregen. „Hoe weet je dat hij het was?" „Wel, meneer, van het signalement, na tuurlijk. Een donkerharige man met felle oogen en een zwarten baard. Het voorkomen van een vreemdeling." „Maar wat voerde hij daar uit?" „Dat zou ik u met geen mogelijkheid kun nen zeggen!" „En wat deed jij daarop", vervolgde George. „Ik rende onmiddellijk naar den salon en vertelde aan meneer Derman, wat ik had gezien." „En", zei George, terwijl hij zich met eén ongeduldige beweging tot zijn broer wend de, „was er nog iets van den kerel te ont dekken?" „Geen spoor", antwoordde Denman. „Ik was in een oogenblik buiten, maar er was geen kip te zien. Natuurlijk is het op een donkeren avond tusschen het struikgewas een blind zoeken. Hij kon al op zijn dooie gemak er van door zijn." „Hoe lang is het geleden?" vroeg George weer. „Het was zoowat negen uur, meneer," lichtte Murrell hem in. „Zoo, dus zoowat anderhalf uur geleden." „Ik was buiten aan het zoeken", vervolgde Derman, „elk oogenblik verwachtend dat er een schot zou vallen. Ik wilde juist Rolt gaan waarschuwen, toen hij op een kippen draf op ons huis toekwam. Het bleek dat de vreemdeling ook bij het dorp is gezien, zoodat Rolt veronderstelde, dat hij op weg naar het landgoed was." „Zoo," zei George op een peinzenden toon. In zijn oogen was een opgewonden uitdruk king gekomen. „We hebben het heele personeel een klein uur in den omtrek laten zoeken. Toen gaven we het maar op. Rolt vond ook. dat het geen nut meer had. De man kon inmiddels al mij len ver weg zijn," INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl», per regel. SO IlAPLEiN 6-14 VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR SCHOOL KINDEREN. Verslag over het eerste jaar. Verschenen is het verslag over het eerste jaar van de Vereeniging „Vacantiebezig- heden voor Schoolkinderen". De secretaresse, mevrouw L. Boerma Boerma constateert dat het ledental zich langzaam in stijgende lijn beweegt en dat het dank zij veler medewerking gelukt is, de zen zomer nuttig werk voor een groot aan tal kinderen te doen. Om aan geld te komen heeft het bestuur een avond georganiseerd, welke dank zij ve ler belangelooze medewerking, ongeveer f 400 opleverde. Een avond in Haarlem-Noord, bracht f 38 op. Gememoreerd wordt de medewerking die o.m. werd ondervonden van het college van B. en W., den heer Brants, hoofdinspec teur bij het L. O., de directie van de N. Z. H. T. M. en vooral van de dames Brandon— Grondel en A. v. DamCohen. Het aantal kinderen dat dit jaar van het werk der vereeniging heeft geprofiteerd, is 172. Het bestuur is vol lof over de leiders. Van vele ouders mocht het bestuur bewij zen van erkentelijkheid ontvangen. Over het gedrag der kinderen had het be stuur niet te klagen. De secretaresse eindigt het verslag met de volgende opmerkingen: „Toen ik die lange rij kinderen voor de laatste maal in rijen weg zag marcheeren, dacht ik: dit is een goed en gezegend werk geweest. Het zal stellig groeien." Vermelden we nog dat een krachtige op roeping wordt gedaan voor nieuwe leden en begunstigers. Het geldt hier een zeer nood zakelijk werk. Uit het, verslag van den penningmeester, den heer F. Geerts, blijkt, dat het door zui nig en voorzichtig beheer gelukt is zelfs nog een heel klein bedrag over te houden. Om het werk het volgend jaar krachtiger te kunnen aanpakken is bij het gemeente bestuur om een subsidie gevraagd. Wij zijn er zeker van dat het gelukken zal de aan dacht voor dit nuttige werk in grootere mate te krijgen en daarvoor ook de financiën ruimer te doen toevloeien. VERGADERING DER „NEDERLANDSCHE VEREENIGING". In een zaaltje van gebouw „Excelsior" hield Dinsdagavond de afdeeling Haarlem van de Nederlandsche Vereeniging tot af schaffing van alcoholhoudende dranken een huishoudelijke vergadering, waaraan een in tiem karakter was gegeven De vergadering was niet druk bezocht. Zij stond onder leiding van den secretaris, den heer P. Mooyman, daar de voorzitter, de heer Kruiff niet ge komen was. Besloten werd een adres te zenden aan B. en W. met verzoek er voor te waken, dat geen verlof voor verkoop van alcoholhou denden drank verleend wordt in huizen, ge bouwd met overheidssteun. Verder werden verschillende propaganda middelen. o.a. ter gelegenheid van de Blau we Maand besproken, In de plaats van den heer M. H. Groenen- daal, die wegens drukke werkzaamheden als bestuurslid bedankt, werd. zonder stemming de heer v. d. Steylen gekozen. Den heer Groenendaal zal dank gebracht worden. De vergadering droeg het bestuur op om den voorzitter haar misnoegen te betuigen over zijn herhaald wegblijven en hem uit te noo- digen zijn opvattingen over het voorzitter schap uiteen te zetten. De heer A. Klok hield vervolgens een cau serie naar aanleiding van de inleiding op de algemeene vergadering gehouden over „Toe stand en toekomst der Ned. Vereeniging". Spreker constateerde een minder gunstigen toestand in de N. V. Het ledental gaat steeds sterker achteruit, hoewel het in verhouding tot de daling bij andere 'vereenigingen toch nog gering is. En daarin maken de groote steden, en vooral Haarlem geen goed figuur. De heer Klok toonde den goeden invloed van schriftelijke propaganda aan. Daarom beval hij die propaganda ten sterkste aan. Omdat de toestanden den laatsten tijd wat drank misbruik betreft zooveel beter geworden zijn moeten wij niet ophouden, maar juist door gaan met den strijd. In dit alles ziet spreker een reden tot krachtiger actie. Daarbij be hoeft het geringe getal geen beletsel te zijn. Na deze causerie gaven vele leden zich op voor de colportage. Na nog eenige besprekingen over de pro paganda werd de vergadering gesloten. George zweeg even. „Wat zegt Rolt ervan?" vroeg hij, toen. „Dat zou ik niet kunnen vertel len. Hij zegt weinig", antwoordde Derman „Ik vind dat het hoog tijd wordt, dat we den kerel te pakken krijgen, al moet ik toe geven, dat deze opwindende avonturen ten minste wat afwisseling brengen in het een tonige leven hier." „Bij je er absoluut zeker van Murrell. dat het een vreemdeling was?" wendde George zich nogmaals tot den butler, den luchtigen toon van zijn broer negeerend. „Je kunt den man toch eigenlijk nauwelijks hebben gezien." „Toch wel meneer", hield Murrell vol. „Zijn gezicht zag ik duidelijk. En de heele ver schijning kwam precies overeen met de be schrijving, die Sparkes gegeven heeft van den man, dien hij op den avond dat de gravin verdwenen is, hij het hek heeft zien staan". „Ik begrijp er niets van", zuchtte George. „Ik kan me niet voorstellen, wat de man hier zocht, welkebedoeling hij ermee had. zich hier weer te laten zien. En wat anders," ging hij voort, „hoe zit dat, dat men den man in de buurt van het dorp heeft gezien? Wat zei Rolt daarvan?" „Niets anders dan dat een vrouw iemand heeft ontmoet, wiens uiterlijk, overeen kwam met het signalement van den .kerel, dien we zoeken", vertelde Derman, „Zwarte baard, diep over de oogen getrokken hoed en heele- maal het voorkomen van een buitenlander. In elk geval geen man hier uit de buurt en iemand, die allemachtig geheimzinnig doet. Toen de vrouw hem goed en wel was ge passeerd, liep ze zou gauw mogelijk naar Pal mers, den veldwachter en samen gingen ze daarop naar den „Witten Leeuw", om Rolt in te lichten." (Wordt vervolgd.? INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per resrel. EET UW GOESTING; IS ZOO LICHT VERTEERBAAR ALS HET LEKKER IS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6