BUITENLANDSCH OVERZICHT
Stalin de Verschrikkelijke.
CLéMENTEL KABI NETSFORMATEUR.
REPUBLIKEINSCHE CONCENTRATIE.
Hoe Rusland door een man
getyranniseerd wordt.
LETTEREN EN KUNST
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 31 OCTOBER 1929
VIERDE BLAD
Maar Briand inspirateur!
En wat daarna?
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Aldus is senator Olémentel de man die
nu Daladier gefaald is de opdracht heeft
ontvangen (en heeft aanvaard) om een nieu
we regeering' te vormen. Clémentel heeft tot
de persvertegenwoordigers gezegd: „Ik zal
(mijn kabinet snel of in het geheel niet tot
stand brengen. Ik zal direct met mijn be
sprekingen beginnen, deze morgen teneinde
brengen en morgenavond zes uur aan den
president der republiek verslag uitbrengen
van den stand der onderhandelingen".
Als Clémentel slaagt, ziet Briand zijn
wensch vervuld: republikeinsche concen
tratie die een kabinet zal opleveren dat het
allicht langer zal uithouden dan een radi
caal-socialistische en een socialistische com
binatie.
Is het nu vreemd, dat, terwijl gisteren te
2 uur Briand als de aanstaand formateur
wordt uitgekreten, zich nauwelijks een
uur later Clémentel als zoodanig ontpopt?
Neen. Geenszins. Het eerste bericht was na
tuurlijk ten deele waar. Briand was bij
Doumergue, en het was Briand, die Dou-
mergue inspireerde, toen deze Clémentel
de opdracht verstrekte. Briand, die Dala
dier's echec waarschijnlijk voorzien had, had
deze manoeuvre reeds van te voren geregis
seerd. Hij zelf blijft een weinig achter de
schermen.
De dubbele taak van premier en minister
van buitenlandsche zaken lokt hem niet
meer aan. Dat hij in de laatste functie aan
zal blijven is bijna zeker. Even waarschijnlijk
is het, dat zijn taak voltooid zal zijn als de
buitenlandsche kwesties, waardoor hij ten
val kwam, achter den rug liggen.
Waarschijnlijk zullen dan andere, nieuwe
sterren, aan Frankrijks politiek firmament
verschijnen. Er staat een nieuwe generatie
klaar. De generatie die nu de kans had en
popelde van verlangen, doch zich de kans
juist ontglippen zag.
L. A.
Wie is Clémentel?
Clémentel, aan wien thans de opdracht
tot vorming van het kabinet is, behoort tot
dezelfde partij als Daladier, want hij zit in
den Senaat in de „gauche démocratique", al
dus het Hbld., die correspondeert met de
radicaal-socialistische groep in de Kamer.
Maar hij is ongetwijfeld een vertegenwoor
diger van de meer gematigde richting in de
partij. Hij heeft zich van ouds gespeciali
seerd in economische en financieele vraag
stukken en was één van de stichters en de
eerste voorzitter van de Internationale Ka
mer van Koophandel. Het laatst was hij mi
nister van financiën in het eerste kabinet-
Herriot in 1924, na reeds vóór en tijdens den
oorlog herhaaldelijk minister te zijn geweest.
Men geeft hem, wegens de vriendschappe
lijke betrekkingen die hij met tal van oudere
parlementsleden uit allerlei partijen onder
houdt, in Kamerkringen thans een goede
kans van slagen.
De ontstemming over
Daladierys pech
De Parijsche correspondent van het Hbld.
schrijft:
De uitspraak van den Nation alen Raad
der socialisten is een groote teleurstelling
geweest voor den heer Daladier. Zwas dat
trouwens niet minder voor de socialistische
Kamerleden, die gehoopt hadden nu einde
lijk eens een portefeuille te mogen aan-
m-Lnen, en de opwinding in dezen kring
was zoo groot, dat er in de Kamergangen
ernstig gesproken werd van een aanstaande
scheuring. Het schijnt dat men thans een
congres zal bijeenroepen om het vraagstu!
der participatie nog eens in zijn geheel te
bespreken. Maar intusschen is deze unieke
kans voorbij, en daarover zijn de zoo bitter
teleurgestelde canaidaten slecht te spre
ken.
Daladier heeft na het negatieve antwoor
van de socialisten geaarzeld, wat hij doen
zou. Bij hPt polsen van de meer gematigde
groepen uit het centrum was hem gebleken
dat hij van dien kant weinig steun te ver
wachten had. Moest hij nu toch voortgaan,
een zuiver radicaal ministerie te vormen en
een zekere nederlaag in do Kamer tegemoe
gaan? Ja, zeiden de jongere leden der partij,
die toezeggingen van portefeuilles van hem
gekregen hadden en daardoor zeer ond.
nemend geworden waren. Maar de ouder'
en wijzere radicalen meenden, dat het nut
teloos was een kabinet te vormen, dat reeds
bij voorbaat tot een snAlen ondergang ge
doemd was en adviseerden Daladier, het
maar liever op te geven.
De statuten van de Internatio
nale Bank goedgekeurd.
BADEN-BADEN. 30 October (VXl.) In
de zitting van heden van de Organisatie
commissie voor de Internationale Bank,
werden alle nog te behandelen kwesties tot
oplossing gebracht, behalve die welke den
zetel van de Bank betreft. Het uit Bern af
komstige gerucht dat Zwitserland nie'
meer in aanmerking komt, doch dat men zich
tot Brussel zal bepalen, wordt door bevoegde
kringen onjuist genoemd. De artikelen die
zich bezig houden met de mogelijkheid van
herziening der statuten, zijn voorzooverre
hunne verandering wijziging van de grond
wet noodzakelijk maakt, alle op een aparte
lijst geplaatst. Even-tueele wijzigingen zullen
echter weer door d-e betreffende regeering
moeten warden. goedgekeurd.
Vögler consequent.
Dr. Vögler, de bekende Duitsche herstel-
expert, die tijdens de onderhandelingen over
het Young-plan Parijs verliet, heeft dezer
dagen, consequent, ook Hugenberg's „Volks
beg-ehren" onderteekend.
Vögler is nog steeds lid van de Duitsche
Volkspartij. Thans verluidt evenwel, dat liet
partijbestuur hem zal verzoeken uit
partij te treden, zegt de Tel.
Opzienbarende onthullingen over Stalin's methoden.
Door M. BESSEDOWSKY, den vroegeren zaakgelastigde bij het
Russisch gezantschap te Parijs.
Naar mijn meening zal het niet lang meer
duren dat de tegenwoordige Sovjet-republiek
zal plaats maken voor een republiek, ge
grondvest op andere principes, die meer ge
lijken op die van de democratische landen
van West-Europa. Ik geloof dat het tegen
woordig regiem inéén zal storten omdat het
geen goede eigenschappen te stellen heeft
tegenover de talrijke fouten en misgrepen,
waarvan ik hier alleen de 't meest in 't oog
loopende zal behandelen.
Dictatuur van één partij is een toestand
die niet altijd kan voortduren en «in het
tegenwoordige Rusland hebben wij niet alleen
zulk een dictatuur maar de neiging wordt
steeds grooter alle macht in handen van
één man: Stalin, te stellen. Op het oogenblik
wordt het geheele openbare leven in Rusland
door dezen verschrikkelijken man geregeerd
zooals hem dat goeddunkt- Hij oefent inder
daad een echt Aziatisch despotisme uit, het
geen het best geïllustreerd kan worden door
de volgende ware feiten.
Een oud vriend van Stalin, Kamo, woonde
te Tiflis en op een zekeren dag werd hij
door een auto overreden en gelood. Toen
deze tijding Stalin bereikte, werd hij woe
dend. Hij onderzocht de omstandigheden
niet, onder welke het ongeval had plaats
gehad en nam ook niet in aanmerking dat
het een gewoon ongeluk kon zijn, zooals eiken
dag plaats vindt. Hij gaf den vertegenwoor
digers van de Tscheka te Tiflis bevel den
chauffeur te arresteeren en hem zonder vorm
van proces te fusilleeren. Stalin gebruikte
eenvoudig de macht van den Staat om den
dood van zijn vriend te wreken op een man,
die geen misdaad had begaan en arbeider en
communist was.
Niemand kan iets tegen St-alin onderne
men. De mannen die zich in de revolutie
onderscheidden zijn aan zijn genade en gril
len overgeleverd en ieder die openlijk zijn
inzichten bestrijdt- moet daarvoor boeten.
Een andere groote fout van het tegen
woordig regiem is dat de boeren gedwongen
worden hun graan te verkoopen voor een
bespottelijk lagen prijs: een zesde van den
prijs die op de wereldmarkt wordt gemaakt.
Als een gevolg hiervan missen zij den prikkel
tot verhooging van de productie en, wat nog
erger is, zij moeten van den Staat nijver-
heidsproducten koopen tegen hoogere prij
zen dan die welke in 't algemeen op de
wereldmarkt gelden.
Een derde verkeerdheid is de monopolisee
ring van den buitenlandschen handel en een
vierde: de politiek van onderdrukking der
handwerkers er. van de kleine en middelma-
tig-groote industrieën die door de Sovjets
niet genationaliseerd zijn maar wier bestaan
bemoeilijkt en zelfs onmogelijk gemaakt
wordt door kunstmatige middelen. En dan is
er als vijfde fout de propaganda in het bui
tenland door de Komintern, met den steun
van de tegenwoordige regeering. Stalin en
zijn vrienden wenschen de werkzaamheden
van de Komintern niet te doen ophouden en
zoo maken zij het onmogelijk voor Rusland
om de economische betrekkingen met andere
Europeesche volken te hervatten en buiten
landsche leeningen te sluiten-
Ik heb geprotesteerd tegen deze verkeerd
heden en een nieuwe politiek aanbevolen,
waarbij het dictatorschap van thans zou
worden afgeschaft, en het zwaartepunt van
de macht naar den rechtervleugel zou wor
den verplaatst, waardoor zou veroorzaakt
worden wat ik een democratisch Thermidor
zou noemen. Ik ben er zeker van dat dit ten
slotte toch zal gebeuren. Herstel van de
vroegere monarchie en het czaristisch regiem
is uitgesloten Door wat ik gezien en gehoord
heb gedurende mijn reizen in Rusland en
door nauw contact met het volk ben ik tot
de overtuiging gekomen dat de groote massa
der Russen een democratische republiek
wenscht-
Op het oogenblik echter is alle macht nog
in handen van Stalin en zijn kliek en de man
die zich tegenover hem zou stellen is ten
doode opgeschreven. De Tscheka is machti
ger en actiever dan ooit en zij bepaalt haar
werkzaamheid niet- tot Rusland alleen. Haar
intriges strekken zich uit over de geheele
wereld, zelfs tot Parijs, het hart van de
Fransche republiek. Zij werkt ongezien en
vaak ook onverdacht. Zij is volkomen op de
hoogte van wat de contra-revolutionnairen
doen, van de positie der Russische commu
nisten in het buitenland en der voornaamste
uitgewekenen. Zij is verschrikkelijk omdat
zij zoo alomtegenwoordig is en aan alle na
sporingen ontsnapt.
Men schijnt buiten Rusland te gelcoven dat
alle Russische politici zonder uitzondering
geestdriftige communisten zijn. Dit is een
groote misvatting. Laat mij mijn eigen geval
ter illustratie nemen.
Ik werd geboren in de Ockraine in 1896.
Toen ik nog heel jong was haatte ik het
Czaristisch despotisme en vocht er tegen. Op
15-jarigen leeftijd kwam ik al in aanraking
met de politie en werd ik om redenen van
politieken aard gearresteerd. Later emigreer
de ik naar Frankrijk en studeerde te Tou
louse. Ik ging terug naar Rusland toen de
oorlog uitbrak om mijn plicht tegenover mijn
vaderland te doen. Toen ik nog student was
nam ik een werkzaam aandeel in het vak-
vereen igingsleven. Vóór de revolutie uitbrak
was ik lid van de gematigd-democratische
groep. Later sloot ik mij aan bij cicn rechter
vleugel van de revolutionnaire socialisten. In
1919 dwong de loop der gebeurtenissen mij
dezen vleugel te verlaten en in 1920, toen
mijn partij zich met de communisten ver-
eenigde, werd ik automatisch lid der nieuwe
partij. Van het eerste begin af was ik in de
oppositie of, om nauwkeurig te zijn: in de
democratische oppositie, die in dien tijd het
minst in de gratie stond bij de machtheb
bers. Ik was voorzitter van den Nationalen
Economischen Raad te Poeltawa, mijn ge
boortestad, daarna voorzitter van de Vak-
vereenigingscommissie en tenslotte lid van
den Pan-Oekrajinischen Raad. Ik was met
de leidende persoonlijkheden van het poli
tieke leven in de Oekraine verbonden door
banden van persoonlijke vriendschap en
sympathie met hun denkbeelden.
Mijn sympathie voor de oppositie haalde
mijv evenwel den haat van Moskou op den
hals. De leiders daar achtten het raadzaam
zich van mij te ontdoen en om den schijn te
bewaren veroordeelden zij mij tot een eer
volle ballingschap. Ik werd eerst benoemd tot
consul-generaal te Weenen; daarna werd ik
zaakgelastigde te Warschau, vanwaar ik naar
Tokio gezonden werd. Vervolgens ging ik
naar Parijs als gezantschapsraad en deze
post had ik bekleed gedurende een jaar toen
Rakowsky vertrok. Ik bleef aan onder zijn
opvolger Dovgalevsky tot den gedenkwaardl-
gen datum van den 4en October, toen ik mij
gedwongen zag te ontsnappen onder de dra
matische omstandigheden die uitvoerig in de
couranten zijn vermeld. Roisenmann, de ge
zant der Tscheka, speelde mijn gematigde
inzichten tegen mij uit en beval mij naar
Rusland terug te keeren, opdat de partij over
mij zou kunnen oordeelen. Ik wist maar al
tegoed wat dit oordeel zou beteekenen. Ik zou
naar Rusland gaan en nooit terugkeeren en
niemand zou ooit weten, wat er van mij ge-
•orden was. Ik besloot daarom onmiddellijk
uit het gezantschap te ontsnappen door over
twee tuinmuren te klimmen en met de hulp
van de Fransche politie, bevrijdde ik mijn
rouw en kind uit de Sovjet-gevangenis. Het
gezantschap nam natuurlijk zijn toevlucht
tot het klassieke systeem van démenti's en
zeide, dat ik altijd conflicten veroorzaakt,
had, dat niemand mij vertrouwde en dat ik
een contra-revolutionnair was, waarna men
mij, blijkbaar inziende dat dit alles mij nog
niet voor de wereld in een voldoend ongun
stig licht stelde, beschuldigde van diefstal
van documenten uit het gezantschap. Het
lijkt mij eigenlijk niet noodig deze belache
lijke beschuldigingen te weerleggen, maar ik
hoop er toch voldoening voor te krijgen door
een beroep te doen op een Fransche Recht
bank. ofschoon de gezant en zijn vrienden
schijnen te denken dat hun diplomatieke
privileges hen tegen alles kunnen bescher
men.
Mijn gedragslijn voor de toekomst zie ik
duidelijk uitgestippeld vóór mij. Ik zal voort
gaan met de dictatuur te bestrijden, die de
groote vlek is op het thans in Rusland be
staand regiem en mijn best doen een nieuw
werkelijk democratisch regeeringssysteem
tot stand te brengen dat. naar ik meen.
spoedig een feit zal zijn. omdat de groote
massa van het volk denkt als ik.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per reeeï.
(Nadruk verboden).
DE COMEDIE VAN HET GELUK.
De N.V. Het Oost Nederlandsch Tooneel
(Dir. Dr. Wijnand Frans en Albert van Dal-
sum) zal op Zondag 3 November een tweede
opvoering van „De Comedie van het Geluk"
te Haarlem in den Schouwburg Jansweg
geven.
Door de velerlei verbintenissen is het voor
het gezelschap onmogelijk op een anderen
avond een vertooning van dit stuk te Haar
lem te geven, doch het zeer groote artistieke
succes van de eerste vertooning wettigt het
vertrouwen, dat het publiek dat bij voor
keur niet op Zondagavond naar den schouw
burg gaat. deze gelegenheid zal aangrijpen om
een der belangrijkste stukken van het re
pertoire te gaan zien.
Wij herinneren er aan dat in dit stuk on
der leiding van Albert van Dalsum het ge
heele gezelschap optreedt, spelen in de spe
ciaal daarvoor ontworpen decors.
MUZIEK.
LEDENCONCERT DER ILO.V.
Beethoven-programma: Tweede Leonore-
Ouverture, Tweede Symphonie. Vioolconcert,
met Louis Zimmerman als solist. Geen won
der dat een bijzonder talrijk auditorium was
opgekomen om het spel van Louis Zimmer
man, wiens vertolking van Beethovens con
cert vermaard is, te hooren. Doch een kleine
teleurstelling wachtte: voor den aanvang
deelde de voorzitter mede dat 's ochtends van
Zimmerman bericht ontvangen was dat hij
door een lichte ongesteldheid verhinderd
was dien avond zijn medewerking te verlee-
nen. De teleurstelling zou groot geweest zijn,
indien niet de spreker er terstond had bij
gevoegd dat men Willem Andriessen bereid
gevonden had, inplaats van den soloviolist
op te treden en Beethovens vierde Piano
concert voor te dragen. Wel riep spr. de toe
gevendheid van het gehoor in, wijl er niet
gerepeteerd had kunnen worden, maar „ieder
zou zijn best doen!"
Welnu, het beroep op de toegevendheid der
toehoorders is gelukkig volkomen onnoodig
gebleken, en de voordracht van het piano
concert is zelfs verreweg het schoonst ge
slaagd van de werken die gisteravond tot
uitvoering kwamen.
Andriessen speelde de solopartij met volko
men beheersching, mannelijk en frisch. met
brillant figurenwerk en kernachtige rhyth-
miek, in het Andante ook met de noodige
poëzie. Wel denk ik mij het eerste Allegro
over 't geheel wat meer lyrisch, maar dat
doet aan de waarde van Andriessens vertol
king niets af. Slechts scheen mij zijn cadens
in dit deel wat te zwaar en robuust opgezet,
om in het geheel volkomen te passen. De
samenwerking van solist en orkest was uit
stekend; men kon bemerken dat ieder zijn
best deed en op de langdurige toejuichingen
aan het einde mocht elk der uitvoerenden
solist, dirigent en orkestleden zijn recht doen
gelden. Onbegrijpelijk vond ik het echter dat
de solist in die toejuichingen een aanleiding
meende te moeten zien om de hoorders nog
op een toetje te vergasten, en dat zij den
indruk van Beethovens concert cloor een
Nocturne van Chopin, die in dit Beethoven
programma volstrekt niet paste, verzwakte-
Dat hij goed en mooi piano speelt weten we
allen toch wel en dat Zimmerman in zijn
plaats zeker geen toegift gespeeld zou heb'
ben, durf ik ook wel aan te nemen. Het was
wel geen mosterd, maar dan toch honig na
den maaltijd. Maar voor zijn ondanks het
onvoorbereide zoo voortreffelijk spel in Beet
hovens concert brengen wij hem gaarne
hulde-
Ik zei al dat dit concert het beste uitge
voerd werd van alles wat we gisteravond
hoorden. De vertolking der tweede Leonore-
Ouverture, minder vaak gespeeld dan de
„groote" derde, die slechts een omwerking
van de tweede is, maar in haar dramatischen
opbouw eigenlijk logischer en treffender dan
haar beroemde zuster, leed onder de vele
pneumatische onzuiverheden, en de tweede
Symphonie kwam er tamelijk vlakjes af. Te
prijzen waren de schoone klank van het
strijkensemble in het Andante en de pittige
uitvoering van het slotrondo. Naar mooier
klankontwikkeling en grooter zuiverheid in
het blazersensemble moet in 't algemeen nog
gestreefd worden. De slagvaardigheid van
orkest en leider zijn bij de begeleiding van
het pianoconcert weer schitterend voor den
dag gekomen.
K. DE JONG.
CONCERT RELIGIEUZE KRING
AERDENHOUT.
Naast goede bekenden in de concc'rtza:
den zanger Boris Peiskv, aan den vleugel
bege.eid door mevrouw B. Frensel W er»r
hoorden wij den violist J. Hekster, dis met
den pianist J. Goudsmit werken van Hardel
en Beethoven speelde, benevens bewerkingen
van Kreisler. De pianist vertolkte bovendien
arie Chopin-tudes en Debussy's .,1' Isle
joyeuse". Als men nu weet dat de zang
solist een achttal liederen voordroeg, aan
heeft men nog geen juiste vooretelling van
de lengte van het programma. Daai-voor
behoor ik dan te vermelden dat naast de
Handelsonate in D nog werd gespeeld het....
vioolconcert van Beethoven. En hier lig:-
het zwakke punt van dit programma, ca:
hierdoor niet alleen word geschaad m zijn
omvang, maar ook in zijn gehalte. Want zoo
een orkestsurrogaat ons nooit vermag te
bevredigen, net heerlijk Beethovenconcert
verdraagt allerminst, een weergave u;;»
piano. En dubbel spijtig was het, dat- bij
den violist juist zijn Beethoven-interpretatie
de meeste zwakke plekken vertoonde.
De heer Hekster bespeelt een heel wel
luidende Itaiiaansche viool, en in zijn uit
stekend beheerschte stokvoering wist hij de
groote lijn van Handel's vïoolsonate met
vaste hand te teekenen. Naast een moo;
weergegeven cantilène mocht men bewon
dering hebben voor de wijze waarop hij uit
het, straffe rythme der beide hoekdeelen de
muziek deed opbloeien. Met de voordracht
dezer sonate toonde de heer Hekster afdoend
dat hij beschikt over zuiver violistische gaven,
die een verder ontwikkelen alleszins recht
vaardigen. De onrustige linkerhand was welis
waar voor den Hanaelstijl minder geëigend,
en deed bovendien de goede eigenschappen
der viool minder goed uitkomen dan de t
violist allicht zelf vermoedt, maar ook buiten
de dingen om die minder aantrekkelijk zijn
kan men lm Groszen und Ganzen zijn oer
deel vormen en dat oordeel luidt alleszins
gunstig.
Hoe bieef echter bij het concert van
Beethoven de violist de schuldenaar tegen
over de muziek. Want al mag 't- waar zijn -dat
hij vooral in het Larghetto en in 't eerste
deel onmiddellijk na de cadens herinnerin
gen opriep aan de momenten waar men met
de honderden in de concertzaal zich be
voorrecht rekent boven de velen die van de
muziek verstoken zijn. oogcnblikken die in
den geest niet beter zijn vast te leggen dan
door de letterteekens die den naam Beet
hoven vormen, zoo waren die herinnerin
gen ioch :e schaarsch om te rechtvaardi
gen den langen tUd dien men gedwongen
was, deze uitvoering tot het eind te hooren;
uitvoering die zich voor een belangrijk deel
moest bepalen tot de poging, het orkest te
benaderen en wo.ke poging alweer beperkt
bleef tot hoe kon het anders luid
ruchtig pianospel. Allerminst wil ik afdingen
op de spelkwaliteiten van den heer J. Goud-
smit, die later overtuigend toonde», hoe aard
en wezen der Chopinsche klavierkunst Sn
hem een goed interpreet vinden. Maar net
geheel verkeerde dezer greep wil ik laken,
dezer greep naar het schoonste der viool
concerten. om dit openlijk ten gehoore te
brengen in een kleed, dat zeker niemand
kan bevredigen.
Het is dan bU mijn weten nog nooit
gebeurd dat op een concert Beethovens
vioolconcert anders werd uitgevoerd dan in
het koninklijk gewaad van den orkestklank.
En in deze ongelukkige omstandigheid was
dubbel hinderlijk het tekort aan overwicht»
dat vooral ryt-hmisch de violist toonde tegen
over de muziek die hij ongetwijfeld lief
heeft. maar waarvan hij ons de mate zijner
deferentie slechts bij geheel los van e'.kaar
staande momenten kon toonen. Dat de violist
rythmisch prachtig werk kon ieveren,
Handel was het bewijs. Beethoven's viool
concert. spoelt slechts hij, voor wien de
techniek geen problemen meer heeft. En de
weg der kunst is lang.
De instrumentale solisten hadden het
trouwens zich niet gemakkelijk gemaakt.
Wie de eischen kent die een Chopin-ocUiven-
étude tb klein uit opus 25) stelt aan den
speler, mag respect hebben voor do be
heersching en het uithoudingsvermogen
waarmee de heer J. Goudsmit haar ter,
einde bracht Uit opus 10 speelde hij boven
dien naast de étude in Ges nog, wat- Chopln
als summum van poëzie legde in het klanken
beeld dat als no. 3 in E bekend* is. Daar
voor brengen wij hem gaarne hulde.
Boris Peisky heeft in de jaren dat wij
niet in de gelegenheid waren hem te hoor;
zich ontwikkeld tot een zanger die zich ook
de opgaven van het bel canto heeft eigen
gemaakt. In antieke Itaiiaansche aria's eon
madrigalen rond tijd en sfeer van Monte-
verde toonde hij dit op overtuigende, en
ons hoogst aangename wijze,
Hoe hij de liederen van Rachmaninof
zingt, hoe hij het lied uitbeeldt dat ln Hol-
landsche vertaling begint met „Alles is mij
ontnomen", waar wij 't gemis van de kennis
der Russische taal niet meer voelen, dit be
hoef ik slechts in herinnering te brongen.
En mevrouw B. Frensel Wegener begeleidde.
Dit zegt genoeg, naast de bloemen die men
haar bracht.
G. J. KALT.
HET TOONEEL.
KINDERKOMEDIE.
„DE NARREN".
Hans en Grietje
Denken de leiders van tooncelgezelschap-
pen niet al te gemakkelijk over ..kinderko
medie"? Die gedachte kwam gisterenmiddag
weer bij mij op bij het zien der opvoering
van Hans en Grietje door het ge
zelschap ,.Dc Narren" onder leiding van Pau
la de Waard. Men heeft bij komedie voor
kinderen niet alleen te maken met artistieke
elementen, maar ook wel degelijk rekening
te houden met de gevoelige kinderziel! Wan
neer Paula de Waard dat had gedaan zou zij
misschien niet Hans en Grietje op haar re
pertoire hebben genomen en het zeker niet
zoo hebben opgevoerd als zij dat met haar
gezelschap deed. Zij vond het noodig de kin
deren te voren reeds te waarschuwen, dat
zij niet moesten gaan „huilen" bij den hek
sendans en maar moesten bedenken, dat er
geen heksen waren! Maar waarom dan zoo'n
heksendans te doen uitvoeren? Want meende
zij nu werkelijk dat kleine kinderen bij het
zien van die phantastische spookachtige fi
guren en die griezelige heks zich die woor
den nog zouden herinneren? Voor hen werd
het werkelijkheid! Een kind ziet de ko
medie immers als „echt". En het gevolg? Dat
verscheidenen van die kleine hummels be
gonnen te huilen en weg moesten worden
gebracht en met geen stokken meer naar
binnen wilden! En dat noemen ze dan piel—
zier! Hoeveel kinderen zullen er van nacht
niet een nachtmerrie gehad hebben of ang
stig hebben gedroomd van de verschrikke
lijke heks. die kinderen vet mest om ze op
te eten! De goede afloop en de vreugde aan
het slot nemen die indrukken niet weg!
Zij. die kindervoorstellingen organiseeren
moeten niet aan het ongevoelige kind. maar
in de eerste plaats aan het gevoelige kind
denken! Ik zou niet gaarne de verantwoor
ding op mij genomen hebben kinderen naar
deze voorstelling van Hans en Grietje mede
te hebben genomen. Wat geef ik er om. of
die heksendans artistiek wordt uitgevoerd en
de costumes fraai en fantastisch zijn? Kin
deren zien dat nauwelijks en wij hebben al
leen met de teere kinderziel te maken! Ik
hoop. dat mevrouw Paula de Waard hierme
de in de toekomst rekening zal houden, want
anders zou ik onmogelijk haar kindervoor
stellingen kunnen aanbevelen. Voor kinder
voorstellingen stellen wij nu eenmaal heel
andere eischen dan voor voorstellingen voor
groote menschen.
Gelukkig komt Paula de Waard volgende
week met „Zeven Katten op het Dak" van H.
C. Cannegieter! Zie, dat Ls nu een stuk „ge
knipt" voor kinderen en ik ben ervan over
tuigd. dat dit een alleraardigste kindervoor
stelling zal worden. Want dc krachten voor
goede opvoeringen hebben „De Narren" zeer
zeker. Ik schort echter mijn oordeel op totdat
ik 'net gezelschap van Paula de Waard in
„Zeven Katten op het Dak" heb gezien.
J. B. SCHUIL.