H. D.-VERTELLINGEN
Kreymborg
coupe
Oe Mantel lier Duisternis
STADSNIEUWS
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 1 NOVEMBER 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehoudenA
Symbolen.
door
E. TEMPLE THURSTON.
Ik kwam een da» of wat geleden door een
Straat ergens in de buurt van Brixton Road,
en ik heb er de aspidistra's voor de ramen
van de huizen geie:d. Er waren wei vürtig
huizen, alle zoo precies gelijk, dat zelfs hun
namen in witte letters boven hun voordeuren
er niet in slaagden hen tot vijftig aparte wo
ningen te verheffen. Er waren er maar twee
waar geen aspidistra voor de ramen stond.
Acht en veertig aspidistra's!
Hier zijn óe namen van een stuk of wat van
de huizen, meer kan ik me er niet herinneren.
.,De Linden" maar er waren geen linden.
„Pangbourne" daar zal wel de herinnering
aan een prettige zomervacantie achter geze
ten hebben. „Ivydene" één zielige klimop
plant klom er langs het huis omhoog, zoe
kende naar licht. „Het Reigersnest" en ik
bleef stil staan om uit te lachen. Ik kon het
niet helpen. Het was een onweerhoudbare
proestbui, waar ik niets aan doen kon. Ik
dacht aan de Romney Marches, waar ik de
reigers stil bij het water had zien staan, tus-
schcn hooge rietstengels. Ik dacht aan de
stilte, die daar heerschte, toen een reusach
tige vrachtwagen voorbij denderde. Ik dacht
aan de zonneschijn en den uitgestrekten
blauwen hemel, toen ik naar het kleine stuk
je grijs boven mijn hoofd keek. Ik dacht aan
de wijde stukken moerasland, toen ik de
straat afkeek en langs Brixton Road trams
en auto's zag suizen, en ik lachte. Maar mijn
lach stierf even plotseling weg als hij geko
men was.
Uit één van de ramen van het Reigersnest
werd oen hoofd gestoken en een stem, half
nijdig, half nieuwsgierig, vroeg wat ik wilcle.
En voor ik wist wat ik deed, had ik, tot
mijn eigen grooten schrik, gevraagd of er
hier reigers woonden.
..Reigers?" zei de stem, „nee, hier woont
Mr. Hatfield".
Maar die aspidistra's deden het hem. Acht
en veertig aspidistra's in een rij van vijftig
huizen, en ccn van de twee waar er geen was,
was het Reigersnest. Ik wilde mijn pas aan
geknoopte vriendschap tot eiken prijs voort
zetten, cn ik vertelde het hoofd, dat het mij
een groot genoegen zou zijn als ik het ge
sprek aan dc deur zou mogen voortzetten.
Ze kwam naar beneden. De deur ging open
en ik kon net in de vestibule van het Rei
gersnest zien. Ze kon met moeite voorbij de
kapstok. Ik kon natuurlijk niet zien, hoe
ze dat kunststuk volbracht, want de deur was
dicht; maar die berekening heb ik ach
teraf gemaakt.
„Wat moet u?" vroeg ze mij.
„Tk heb", zei ik, „een buitengewoon ;voor-
deelig koopje in aspidistra's en daar ik zag,
dat u er geen voor uw raam hebt, dacht ik,
„We hebben er een gehad", zei ze haastig,
alsof ik haar van een afschuwelijke misdaad
beschuldigd had, „manr hij is dood gegaan.
Ik heb alsmaar tegen Mr. Hatfield gezegd,
dat ie een andere mee, moest nemen, maar
hij zegt dat het zonde van het geld is. Als
de eene dood gaat, zegt. ie, gaan ze allemaal
dood".
„Maar alle anderen luibben er een", zei ik.
„Dach u, dat ik dat nilet wist?" antwoord
de ze met diepe droefheid. „Andere men-
schen houden er nette kamen op na. Aan
den overkant hebben ze Kanten gordijnen".
lie beet op mijn tong.
„Ik weet niet wat Mr. Hatfield opeens be
zielt", zei ze onverwacht vertrouwelijk. „Ik
zal u es wat zeggen", zei ze, en haar stem
daalde aanmerkelijk, ..ik geloof, dat dat
meissie op kantoor het hem is".
„Welk meisje?" vroeg ik. Te vragen: „Welk
kantoor?" zou een fatale misstap zijn ge
weest.
,.Die nieuwe die komt cm te typen".
Het werd. op oneindig minachtenden toon
gezegd.
„Verleden maand is hij een keer met er
naar de bioscoop gegaan en dat zal wel niet
voor het laatst zijn geweest. Ik zeggu, hij is
een ander mensch geworden, sinds dat meis
sie op kantoor is. We moeten nieuwe anti
macassars in het salon hebben. Maar dach' u
aattie ze ging koopen?"
„O nee?" informeerde ik belangstellend.
„Niks ervan!" zei ze. „Hij laat zich niks
meer aan het huis gelegen liggen. Elleke keer
dat ik menschen voorbij ons raam zie loopen
en naar binnen kijken naar onze tafel zon
der aspidistra kan ik wel huilen van
schaamte. Wat hebben ze ook te kijken'?"
„Ik hoop", zei ik. „dal u zoo iets nivi van
mij denkt, omdat ik zei dat ik uw aspidistra
niet zag".
„Nee dat is het niet bovendien Is het
uw vak aspidistra's maar het 3fou me
anders heelemaal nieo verbaasd hebben. Dat
raam ziet er vreeselijk xi.lt met niets erin
dat zeg ik ook alsmaar tegen Mr. Hatfield.
Maar hij zal geen andere koopen zoolang dat
meissie op zijn kantoor zit te tikke. Hoe duur
zijn uw aspidistra's?"
„Dertig cent", zei ik op goed geluk af.
„Dertig centen!" zei ze verbaasd. „Lieve
hemel, overal anders staan ze voor een daal
der. Ja, dan wil ik er wel een, dan. wil ik er
meteen een hebben. Dan kan ie zien, en dan
kunnen alle menschen zien, dat ik een fe-
soenlijk persoon ben".
Ik ben dadelijk naar den dichtstbijzijnden
bloemist gegaan om een aspidistra te koo
pen maar hij kostte me één tachtig,
dat u er misschien een zoudt willen koopen".
DE RAAKS.
Een lezer schrijft ons:
Vier maal daags koon ik over de Raaks en
vier maal daags zie ik daar ter hoogte van
die practlsche Hoofd-brievenbus wielrij
ders over de straat spartelen. Als geïnteres
seerd voetganger ben ik nu eens van dichtbij
gaan kijken. Minstens een vingerlengt.e
liggen de rails boven het plaveisel.
Nu ik toch over de Raaks schrijf: wanneer
zal die overigens beminnelijke koopman, die
op het veel te smalle trottoir allerlei rieten
meubelen, enz. pleegt te exposeeren eens
aanzegging krijgen daar zijn biezen te pak
ken? Dat is geen toestand!
OFFICIEREN IN EEN KERK BEëEDIGD.
Hét bestuur van de afdeeling Amsterdam
van de Vereniging „Kerk en Vrede" heeft,
volgens de Tel., aan den kerkeraad van de
Ncderduitsch Hei-vormde Gemeente te Am
sterdam een schrijven gezonden, waarin het
zijn leedwezen uitspreekt over de beëediging
der officieren van de vrijwillige bugrenvacht
op 18 September in de Nieuwe Kerk aldaar,
waardoor naar zijn meening het kerkgebouw
is ontwijd en waardoor wederom tot zijn
smart de schijn is gewekt, dat de kerk. die
zich In de vredesbeweging over het algemeen,
voorzichtig afzijdig houdt, meer heil voor de
samenleving schijnt te verwachten van de
wapenen van geweld dan van de geestelijke
wapenen, welke Christus ons verleent.
„JACOB VAN LENXEF".
De voorzitter van de Tooneelvereeniging
„Jacob v. Lennep", de heer Jac. -van Maris,
opent avonden van „Jacob van Lennep" al
tijd met een kort, kernachtig woord, waarin
hij den leden een gezeliigen en. prettigen
avond wenscht.
Zoo ook Woensdagavond in het gcebouw van
den Haarl. Kegelbond.
Och, 't was eigenlijk overbodig!
't Was een avond van „Jacob van Lennep"
en dus was 't een gezellige, prettige avond!
Daar werd gedanst dat het een lust was:
het nieuwste op dit gebied hebben de leden
alweer onder de knie fin letterlijke en figuur
lijke beteekehis) en de animo, nog gestimu
leerd door het uitmuntende dansorfcest van
den heer Stoeken, was zeer groot.
En dan de humoristische zangers Floor en
Klaar! Of zij nu van de vacantie Zingen of
van een verpleegstertje of van het kapitaal,
't is alti,jd boeiend en ofschoon wijja wie
is het Floor of Klaar? Enfin wij bedoelen den
zanger, niet den pianist-zangerofschoon
wij vooral dezen heer liever boertig dan hu
moristisch zouden willen noemen, was toch
het succes van dit artistenpaar. dat over meer
dan voldoende stemmiddelen beschikt om
boven het kegelgeraas boven hun hoofd uit
te zingen, buitengewoon groot en zeer zeker
verdiend.
..Jacob van Lennep" heeft de reeks van ge
zellige avonden weer héél goed ingezet!
INCEZONDEN MEDEDEELINGF.N a 60 Cu. per regel.
KLENE's ZOUTEDROP
een zalfje voor de keel en tevens lekkernij
KLENE's TURKEY DRORS (met anijs)
ARROND.-RECHTBANK.
„Mijn en Dijn" in een café.
Een 30-jarig los werkman uit Haarlem had
zich te verantwoorden wegens het gelegen
heid geven voor hazardspel in oen café hier
ter stede. Er was „Mijn en Dijn" gespeeld en
verdachte had de bank gehouden.
De dagvaarding bevatte een volledige om
schrijving van de techniek van „Mijn en
Dijn". En ook verluidde het, dat de rechter
commissaris bij de instructie het spel ge
speeld heeft. Inderdaad is zulks noodig wil
men een duidelijk inzicht hebben in de mo
gelijkheden, die Mijn en Dijn als hazardspel
biedt. Wij willen er nochtans geen handlei
ding van geven.
Drie arbeiders hebben het spel meegespeeld.
Dat er gedobbeld werd is ontdekt, toen de
recherche een inval deed en gelastte het
spel te staken. Uit het getuigenverhoor bleek,
dat de betrokken arbeiders meermalen met
verdachte speelden, maar dat was slechts
„miesemousen" geweest, „Mijn en Dijn"
speelden ze voor de eerste maal, zij kenden
het spel niet heelemaal.
Verdachte zeide niet te weten wat onder
hazardspel verstaan wordt en wat niet.
Dè officier van justitie meende, dat „Mijn
en Dijn" er zeer zeker onder valt. Het berust
geheel op toeval. Spr. vroeg een gevangenis
straf van 14 dagen, gezien verdachte's ver
leden en strafregister.
Mr. H. O. Drilsma, de verdediger achtte den
voor hazardspel onmisbaren factor „toeval"
niet overtuigend aanwezig, noch is dit het
geval met opzet tot het gelegenheid geven
voor hazardspel.
Pleiter bestreed voorts, dat aan het publiek
gelegenheid gegeven zou zijn tot hazardspel.
Het werd slechts gespeeld in een besloten
clubje.
Derhalve vroeg pl. vrijspraak, subsidiair
achtte hij de strafmaat te hoog.
Uitspraak 14 November.
GEVAARLIJKE INDIVIDUEN.
DE DRONKEN AUTOMOBILISTEN.
Met het aantal verkeersovertredingen
voor het Kantongerecht, stijgt ook het aan
tal appèlzaken voor de Rechtbank. Bijna
alle bestuurders van motorrijtuigen, die ver
oordeeld zijn tot hechtenis wegens het be
sturen daarvan in dronkenschap, probeeren
er door hooger beroep aan te teekenen nog
van af te komen.
Daar hebben ze echter al heel weinig
kans op, want het Openbaar Ministerie bij
de Rechtbank is in dit opzicht gelukkig niet
minder streng dan dat bij het Kantonge
recht, zoo niet strenger.
Donderdag werd er weder tegen verschei
dene appèlianten bevestiging van hot von
nis van den kantonrechter geëischt. En dat
is ten zeerste toe te juichen, want het aan
tal derzulken, wier gedrag tot de groote ge
varen in onze samenleving gerekend mag
worden, neemt niettegenstaande alle maat
regelen onrustbarend toe. En daarbij wordt
de veiligheid op den weg niet meer dan een
illusie.
Hier volgen eenige zaken uit vele:
„Een knap glaasje
gedronken".
De kantonrechter te Haarlem heeft eeni-
gen tijd geleden een melkrijder uit Haarlem
mermeer veroordeeld tot een week hechtenis
en een jaar intrekking van rijbewijs wegens
het in dronkenschap besturen van een motor
rijtuig.
Verdachte is 31 Mol op de Brouwerskade
met zijn auto tegen een boom en vervolgens
tegen een stoep gereden en daarna in de
Brouwersvaart terecht gekomen.
Een inspecteur van politie heeft later op
het bureau geconstateerd, dat verdachte
dronken was. Verdachte heeft appèl aan-
geteekend en stond thans in hooger be
roep terecht.
Hij ontkende de auto bestuurd te heb
ben. Hij zou slechts naast den chauffeur
gezeten hebben. Togen den inspecteur heeft
hij 's nacht om half een gemoedelijk ver
teld, dat hij den heelen avond achter het
stuur heeft gezeten.
Getuigen zeiden dit ook inderdaad gezien
te hebben. Zij hebben de mannen uit het
water getrokken.
Iemand die met verdachte in de auto
heeft gezeten en met hem „een knap glaasje"
gedronken had, word als getuige a décharge
gehoord. Getuige was stomdronken, maar
meende toch met zekerheid te kunnen zeggen
dat hij achter het stuur zat, en de auto in
het water goreden heeft.
Deze verklaring wilde het O.M. uitschake
len, omdat de getuige dronken was. Spr.
vrodg bevestiging van het vonnis, doch
wegens den ernst van het feit verandering
van de strafmaat in 14 dagen hechtten is.
Mr. L. J. Venhuizen hechtte als verdedi
TNCEZONDEN MEDEDEELTNCEN a 60 Cts per regel.
ger geen waarde aan het verdachte in dron
kenschap door den inspecteur afgenomen
verhoor. Omtrent de plaats waar verdachte
zat heeft men slechts vermoedens. Wegens
gebrek aan bewijs vroeg pleiter vrijspraak,
subsidiair geldboete en geen introkking van
rijbewijs.
Uitspraak Donderdag.
Nog een dronken autorijder.
Een 23-jarig chauffeur uit Heemstede is 28
Augustus door den kantonrechter te Haarlem
veroordeeld tot 3 dagen hechtenis met ont
zegging van de bevoegdheid om een motor
rijtuig te besturen voor den tijd van 3 maan
den.
Hij is 13 Juni te Heemstede op den Leid-
schevaartweg met zijn auto» tegen een paal
van de lichtleiding gereden. Hij en een ge
tuige ontkenden dit.
Van het vonnis is de chauffeur in appèl
gekomen. Het baatte hem echter niet veel,
want het O. M. requireerde bevestiging van
het in eersten aanleg gewezen vonnis.
De verdediger, mr. dr. F. A. Bijvoet, vestig
de de aandacht op den slechten toestand
van den weg ter plaatse waar de paal staat,
n.l. even voorbij de Boekenroodebrug. Daar
om mag het ongeluk verdachte niet als
extra bezwarende omstandigheid aangere
kend worden.
Verdachte is thans doende zich aan te slui
ten bij een geheelonthoudersvereeniging,
waarvan hij het adres ontving uit de Vragen-
rubriek van Haarlem's Dagblad.
Pleiter drong er ten sterkte op aan dezen
chauffeur vooral het rijbewijs niet te ont
nemen dn tevens de hechtenisstraf te ver
vangen door boete.
Uitspraak 14 November.
VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHE JONGEREN
ORGANISATIE.
Bovengenoemde organisatie houdt op 9
November a.s. haar Jaarlij kschen propagan-
da-feestavond in de nieuw gei'estaureer&e
zalen van „De Kroon", Groote Markt
Na de opening zal door den Amsterdam-
schen Wethouder Dr. E. J. Abrahams een
rede gehouden worden. Verder zullen aan
dezen avond medewerken: een Argentijnscn.
danspaar, Daverno en „De kleine Bekende"..
Zooals ieder jaar het geval geweest is, zal
ook deze avond weer besloten worden met
een bal, met muzikale medewerking van de
„band" van het Gemeentelijk Lyceum, onder
leiding van den heer H. van Olphen.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN
Terug te bekomen bij: Radsma, Kamper
straat 19, actetasch, Martens. Bleeker.berg-
straat 7, cape, Haak, Dubbele Buurt 72, étui
met inhoud, Hesseling, Alb. Thijmstraat 22,
handschoen, Kennel Fauna, gestroomde
herder, Kennel Haerlem, grijs-witte kat.
zwart-witte kat, zwart-witte kat, v. Dende
ren, Nassaulaan 32 rood, pet. Timhout, Kle
verlaan 170, portemonnaie met inhoud, Le-
maire. Santpoorterstraat 63, portemonnaie
met- inhoud, Wagener, Dr. Leijdsstraat 12, rij—
wielbelastingmerk, Zomerdijk, Oranjeboom
straat 180, rij wielbelastingmerk, Broek-
meijer, Busken Huetstraat 1, rijwielbelasting-
merk, Warmerdam. Colensost-raat 31 zwart,
stempel, Teeuwen, Spoorwegstraat 44, kin-
dertaschje, Bruwman, Pepijnstraat 37, tasch-
je met inhoud.
Uit het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY.
34)
„Zooals u verkiest, mevrouw," antwoordde
George op den toon van iemand, die tegen
zijn zin oen lang relaas moet aanhooren.
„Cyrille Mornay, zooals we haar zullen blij
ven noemen", vervolgde de bezoekster, „blijkt
namelijk op jeugdigen leeftijd in het geheim
mei een vreemdeling in hel huwelijk te zijn
getreden iemand wiens zaken of beroep
hem naar het buitenland hadden gebracht.
Het huwelijk bleef echter niet lang gelukkig,
misschien we! door haar eigen schuld cn ze
besloten uit eikaar te gaan; echtscheiding
was onmogelijk, zooals ik al zei. Daar het hu
welijk een geheim was werd hun uit elkaar
gaan ook niet In het publiek bekend. Man en
vrouw schijnen met elkaar te hebben afge
sproken. dat hun echtverbintenis door hen
zou worden beschouwd, alsof ze nooit had
bestaan, daar ze zouden doen of ze formeel
gescheiden waren en dat beiden hun eigen
weg zouden gaan. een vrije man en een
vrije vrouw. De man verdween kort daarop;
vermoedelijk is hij naar zijn eigen land te
rug gegaan. Cyrille hervatte haar oude leven
in haar niet al te weelderig huis. Eenigen
•tijd daarna schijnt zij de aandacht van den
ouden graaf te hebben getrokken. Hij vroeg
haar ton huwelijk cn zij in overeenstem
ming met dc afspraak, die zij met haar ccr-
si, u f.fin gemaakt, die had haar trouwens
den gegeven, om te hertrouwen, als zj&ji
een geschikte candidaat mocht aanmelden,
stemde toe. De oude graaf wist toen al, dat
hij niet lang meer te leven had en zijn eenig
doel was om als een uiting van zijn genegen
heid aan Cyrille zijn naam en zijn titel te
geven en ook het vermogen dat hij zou na
laten. Een paar maanden later was Cyrille
al een weduwe met een titel en een klein
vermogen.- Dit, gepaard met haar groote
geestesgaven stelde haar in staat toegang
tot de hooger e kringen te krijgen, maar
haar inkomsten veroorloofden haar niet, om
in overeenstemming met haar nieuwen stand
te leven, zoodat zij naar bronnen moest zoe
ken. om dat inkomen te vermeerderen.
Dank zij de protectie van een minister, die
oog had voor haar talenten, kreeg zij een
goedbetaalde functie bij den geheimen in
lichtingendienst als spion zult u als En-
gelschman misschien zeggen. Zij werd naar
Engeland gestuurd, waar u kennis met haar
maakte."
„Dit is haar levensgeschiedenis, voor zoo
ver ik heb kunnen nagaan, tot aan den tijd
sinds u haar kent. Misschien kunt u het re
laas verder aanvullen?"
George schudde het hoofd. „Ik moet u al
weer zeggen dat ik u tot mijn spijt geen in
lichtingen kan geven. U zelf lijkt me overi
gens uitstekend op de hoogte met de levens
omstandigheden van wijlen gravin Mornay,
beter zou ik haast zeggen, dan iemand an
ders het zou kunnen zijn."
„Althans met één uitzondering!" ant
woordde madame Zarnow, terwijl zij op
stond. „En die cene persoon moeten we nu
nog trachten op te sporen."
„U bedoelt haar man?"
Zij knikte koel, „Ja, haar man," herhaalde
zij, terwijl zij haar oogen, waarin een uitda
gende blik was, onafgewend op de zijne ge
richt hield,
„En zelfs als we hem mochten vinden",
merkte George op, terwijl hij standvastig
haar blikken doorstond, „is het nog volstrekt
niet zeker, dat hij in staat zal zijn, licht te
verschaffen over het mysterie van haar
dood."
„Maar voordat we dit kunnen vaststellen,
zullen we hem toch eerst dienen te hebben",
was het rake antwoord.
„Het lijkt mij overigens nog al onwaar
schijnlijk", meende George, „dat haar man
na zooveel jaren opeens op het idee zou zijn
gekomen, om zich op zoo'n manier van haar
te ontdoen."
„Tenzij," antwoordde madame Zarnow,
„hij misschien zou willen hertrouwen en
bigamie een beetje te riskant vond."
„Dat is zoo" gaf George toe. „Daaraan had
ik zoo gauw niet gedacht."
„O, neen?" vroeg madame Zarnow bit-s en
met een van de onaangename glimlachjes
die George nu al zoo vaak gezien had. „En
toöh ligt het feitelijk voor de hand."
Ze ging naar de deur. „Kom ik zal u niet
langer ophouden. Het spijt- me dat ik zoolang
beslag op uw tijd heb gele/d, maar ik had
een vaag idee, dat u wel wat meer van Cy
rille en haar Engelschen echtgenoot zoudt
hebben afgeweten."
„Engelschen?" herhaalde George verrast.
„Was hij dan een Engelschman?"
„Dat was hij", verzekerde mevrouw Zarnow
nadrukkelijk. Toen ik straks zei, dat hij een
vreemdeling was, bedoelde ik daarmee: voor
ons. Ja, hij was een Engelschman. Misschien
dat we dezer dagen zijn naam wel te weten
zullen komen. Dag meneer Conway en nog
wel bedankt clat u mij hebt willen ontvan
gen".
Zij maakte een lichte buiging en daar in
haar houding niets was dat er op wees,
dat zij op een wat meer vriendschappelijke
wijze afscheid van haar gastheer wilde ne
men, drukte George op de bel en ging haar
vervolgens voor, om de deur van de studeer
kamer voor haar open te houden. Een on
deelbaar oogenblik scheen het alsof hij nog
Iets wilde zeggen, maar hij onderdrukte dit
verlangen en liet haar gaan, zonder verder
een woord.
HOOFDSTUK XXV.
WAT „DIK. JOHNSON" ERAAN TOEVOEGDE
Nog lang nadat zijn bezoekster was ver
trokken, zat George diep in gedachten ver
zonken aan zijn schrijftafel. Aan de uit
drukking van zijn gezicht te oordeelen, wa
ren die gedachten niet van zeer aangenamen
aard, hoewel hij een paar malen glimlachte.
Maar het was meer de glimlach van iemand
die zich verheugt over een fout, welke door
een ander is gemaakt, van een schaakspeler
bijvoorbeeld over een zwakken zet van zijn
tegenstander. Maar opeens sprong hij ver
schrikt op, want eensklaps viel de schaduw
van iemand, die zich buiten het raam be
vond, in de kamer. Maar op zijn gefronst
gezicht kwam de glimlach terug toen hij zag
dat het Rosamund was. Even later was ze bij
hem.
„Heb je erg veel te doen, George", vroeg
zij. of kun je nog een eind met me mee gaan
wandelen voor de lunch? Goddank dat die
vervelende visite eindelijk haar biezen heeft
gepakt."
„Ja, die vrouw is gloeiend vervelend",
antwoordde hij, terwijl hij haar een kus gaf.
„Maar nu is ze dan toch eindelijk weg en,
naar ik hoop, voorgoed. Hè, ik ben blij. dat
je me er even uithaalt, Rosamund. Die el
lendige geschiedenis, waaraan maar geen
eind wil komen, is goed om een mensch ze
nuwziek te maken. Kom, laten we even rus
tig praten."
„Ga je niet mee wandelen?" vroeg het
meisje, toen zij zag dat George de deur
sloot.
„Direct. Zooals Marion me heeft verteld,
komen je vader en moeder vandaag hier
terug."
„Ja."
„Zou je denken, dat ze er bezwaar tegen
hebben, als we zoo gauw mogelijk trouwen?",
vroeg George, terwijl hij haar hand greep.
„Ik zou niet weten waarom", antwoordde
het meisje. „Maar ik zou zeggen dat er eerst
nog een heeleboel te regelen is; met advoca
ten en zoo. En onze verloving is immers nog
niet eens publiek."
„O, dat is gauw genoeg gebeurd!"
Op dat oogenblik werd er aan de deur ge
klopt en Murrell kwam binnen. „Neemt u me
niet kwalijk, meneer", zei hij op verontschul
digenden toon. „Maar mr. Rolt en mr. John
son vragen of het u gelegen komt- om hen te
ontvangen."
„Nu erg schikken doet het me niet, ik heb
het op het oogenblik buitengewoon druk",
antwoordde George. „Zeg hun dat, Murrell,
maar als er werkelijk haast bij de zaak is,
zal ik ze natuurlijk te woord staan. In dat
geval kun je ze hier wel binnenlaten."
„Mijn wandeling in de zonneschijn in
dubbele zonneschijn schiet er helaas bij
in, liefste", wendde George zich teeder tot
Rosamund en hij gaf haar weer een kus.
Daarop opende hij de glazen deuren van het
terras. „Als die kerels me nu niet direct hoe
ven te spreken, kom ik direct bij je. Blijf dus
een oogenblik bulten wachten, wil je? Maar
ik ben erg bang dat er niet veel kans is, dab
ik wégkom."
(Wordt vervolgcL).