H. D.-VERTELLINGEN Kreymborg coupe Oe Mantel lier Duisternis STADSNIEUWS FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 1 NOVEMBER 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehoudenA Symbolen. door E. TEMPLE THURSTON. Ik kwam een da» of wat geleden door een Straat ergens in de buurt van Brixton Road, en ik heb er de aspidistra's voor de ramen van de huizen geie:d. Er waren wei vürtig huizen, alle zoo precies gelijk, dat zelfs hun namen in witte letters boven hun voordeuren er niet in slaagden hen tot vijftig aparte wo ningen te verheffen. Er waren er maar twee waar geen aspidistra voor de ramen stond. Acht en veertig aspidistra's! Hier zijn óe namen van een stuk of wat van de huizen, meer kan ik me er niet herinneren. .,De Linden" maar er waren geen linden. „Pangbourne" daar zal wel de herinnering aan een prettige zomervacantie achter geze ten hebben. „Ivydene" één zielige klimop plant klom er langs het huis omhoog, zoe kende naar licht. „Het Reigersnest" en ik bleef stil staan om uit te lachen. Ik kon het niet helpen. Het was een onweerhoudbare proestbui, waar ik niets aan doen kon. Ik dacht aan de Romney Marches, waar ik de reigers stil bij het water had zien staan, tus- schcn hooge rietstengels. Ik dacht aan de stilte, die daar heerschte, toen een reusach tige vrachtwagen voorbij denderde. Ik dacht aan de zonneschijn en den uitgestrekten blauwen hemel, toen ik naar het kleine stuk je grijs boven mijn hoofd keek. Ik dacht aan de wijde stukken moerasland, toen ik de straat afkeek en langs Brixton Road trams en auto's zag suizen, en ik lachte. Maar mijn lach stierf even plotseling weg als hij geko men was. Uit één van de ramen van het Reigersnest werd oen hoofd gestoken en een stem, half nijdig, half nieuwsgierig, vroeg wat ik wilcle. En voor ik wist wat ik deed, had ik, tot mijn eigen grooten schrik, gevraagd of er hier reigers woonden. ..Reigers?" zei de stem, „nee, hier woont Mr. Hatfield". Maar die aspidistra's deden het hem. Acht en veertig aspidistra's in een rij van vijftig huizen, en ccn van de twee waar er geen was, was het Reigersnest. Ik wilde mijn pas aan geknoopte vriendschap tot eiken prijs voort zetten, cn ik vertelde het hoofd, dat het mij een groot genoegen zou zijn als ik het ge sprek aan dc deur zou mogen voortzetten. Ze kwam naar beneden. De deur ging open en ik kon net in de vestibule van het Rei gersnest zien. Ze kon met moeite voorbij de kapstok. Ik kon natuurlijk niet zien, hoe ze dat kunststuk volbracht, want de deur was dicht; maar die berekening heb ik ach teraf gemaakt. „Wat moet u?" vroeg ze mij. „Tk heb", zei ik, „een buitengewoon ;voor- deelig koopje in aspidistra's en daar ik zag, dat u er geen voor uw raam hebt, dacht ik, „We hebben er een gehad", zei ze haastig, alsof ik haar van een afschuwelijke misdaad beschuldigd had, „manr hij is dood gegaan. Ik heb alsmaar tegen Mr. Hatfield gezegd, dat ie een andere mee, moest nemen, maar hij zegt dat het zonde van het geld is. Als de eene dood gaat, zegt. ie, gaan ze allemaal dood". „Maar alle anderen luibben er een", zei ik. „Dach u, dat ik dat nilet wist?" antwoord de ze met diepe droefheid. „Andere men- schen houden er nette kamen op na. Aan den overkant hebben ze Kanten gordijnen". lie beet op mijn tong. „Ik weet niet wat Mr. Hatfield opeens be zielt", zei ze onverwacht vertrouwelijk. „Ik zal u es wat zeggen", zei ze, en haar stem daalde aanmerkelijk, ..ik geloof, dat dat meissie op kantoor het hem is". „Welk meisje?" vroeg ik. Te vragen: „Welk kantoor?" zou een fatale misstap zijn ge weest. ,.Die nieuwe die komt cm te typen". Het werd. op oneindig minachtenden toon gezegd. „Verleden maand is hij een keer met er naar de bioscoop gegaan en dat zal wel niet voor het laatst zijn geweest. Ik zeggu, hij is een ander mensch geworden, sinds dat meis sie op kantoor is. We moeten nieuwe anti macassars in het salon hebben. Maar dach' u aattie ze ging koopen?" „O nee?" informeerde ik belangstellend. „Niks ervan!" zei ze. „Hij laat zich niks meer aan het huis gelegen liggen. Elleke keer dat ik menschen voorbij ons raam zie loopen en naar binnen kijken naar onze tafel zon der aspidistra kan ik wel huilen van schaamte. Wat hebben ze ook te kijken'?" „Ik hoop", zei ik. „dal u zoo iets nivi van mij denkt, omdat ik zei dat ik uw aspidistra niet zag". „Nee dat is het niet bovendien Is het uw vak aspidistra's maar het 3fou me anders heelemaal nieo verbaasd hebben. Dat raam ziet er vreeselijk xi.lt met niets erin dat zeg ik ook alsmaar tegen Mr. Hatfield. Maar hij zal geen andere koopen zoolang dat meissie op zijn kantoor zit te tikke. Hoe duur zijn uw aspidistra's?" „Dertig cent", zei ik op goed geluk af. „Dertig centen!" zei ze verbaasd. „Lieve hemel, overal anders staan ze voor een daal der. Ja, dan wil ik er wel een, dan. wil ik er meteen een hebben. Dan kan ie zien, en dan kunnen alle menschen zien, dat ik een fe- soenlijk persoon ben". Ik ben dadelijk naar den dichtstbijzijnden bloemist gegaan om een aspidistra te koo pen maar hij kostte me één tachtig, dat u er misschien een zoudt willen koopen". DE RAAKS. Een lezer schrijft ons: Vier maal daags koon ik over de Raaks en vier maal daags zie ik daar ter hoogte van die practlsche Hoofd-brievenbus wielrij ders over de straat spartelen. Als geïnteres seerd voetganger ben ik nu eens van dichtbij gaan kijken. Minstens een vingerlengt.e liggen de rails boven het plaveisel. Nu ik toch over de Raaks schrijf: wanneer zal die overigens beminnelijke koopman, die op het veel te smalle trottoir allerlei rieten meubelen, enz. pleegt te exposeeren eens aanzegging krijgen daar zijn biezen te pak ken? Dat is geen toestand! OFFICIEREN IN EEN KERK BEëEDIGD. Hét bestuur van de afdeeling Amsterdam van de Vereniging „Kerk en Vrede" heeft, volgens de Tel., aan den kerkeraad van de Ncderduitsch Hei-vormde Gemeente te Am sterdam een schrijven gezonden, waarin het zijn leedwezen uitspreekt over de beëediging der officieren van de vrijwillige bugrenvacht op 18 September in de Nieuwe Kerk aldaar, waardoor naar zijn meening het kerkgebouw is ontwijd en waardoor wederom tot zijn smart de schijn is gewekt, dat de kerk. die zich In de vredesbeweging over het algemeen, voorzichtig afzijdig houdt, meer heil voor de samenleving schijnt te verwachten van de wapenen van geweld dan van de geestelijke wapenen, welke Christus ons verleent. „JACOB VAN LENXEF". De voorzitter van de Tooneelvereeniging „Jacob v. Lennep", de heer Jac. -van Maris, opent avonden van „Jacob van Lennep" al tijd met een kort, kernachtig woord, waarin hij den leden een gezeliigen en. prettigen avond wenscht. Zoo ook Woensdagavond in het gcebouw van den Haarl. Kegelbond. Och, 't was eigenlijk overbodig! 't Was een avond van „Jacob van Lennep" en dus was 't een gezellige, prettige avond! Daar werd gedanst dat het een lust was: het nieuwste op dit gebied hebben de leden alweer onder de knie fin letterlijke en figuur lijke beteekehis) en de animo, nog gestimu leerd door het uitmuntende dansorfcest van den heer Stoeken, was zeer groot. En dan de humoristische zangers Floor en Klaar! Of zij nu van de vacantie Zingen of van een verpleegstertje of van het kapitaal, 't is alti,jd boeiend en ofschoon wijja wie is het Floor of Klaar? Enfin wij bedoelen den zanger, niet den pianist-zangerofschoon wij vooral dezen heer liever boertig dan hu moristisch zouden willen noemen, was toch het succes van dit artistenpaar. dat over meer dan voldoende stemmiddelen beschikt om boven het kegelgeraas boven hun hoofd uit te zingen, buitengewoon groot en zeer zeker verdiend. ..Jacob van Lennep" heeft de reeks van ge zellige avonden weer héél goed ingezet! INCEZONDEN MEDEDEELINGF.N a 60 Cu. per regel. KLENE's ZOUTEDROP een zalfje voor de keel en tevens lekkernij KLENE's TURKEY DRORS (met anijs) ARROND.-RECHTBANK. „Mijn en Dijn" in een café. Een 30-jarig los werkman uit Haarlem had zich te verantwoorden wegens het gelegen heid geven voor hazardspel in oen café hier ter stede. Er was „Mijn en Dijn" gespeeld en verdachte had de bank gehouden. De dagvaarding bevatte een volledige om schrijving van de techniek van „Mijn en Dijn". En ook verluidde het, dat de rechter commissaris bij de instructie het spel ge speeld heeft. Inderdaad is zulks noodig wil men een duidelijk inzicht hebben in de mo gelijkheden, die Mijn en Dijn als hazardspel biedt. Wij willen er nochtans geen handlei ding van geven. Drie arbeiders hebben het spel meegespeeld. Dat er gedobbeld werd is ontdekt, toen de recherche een inval deed en gelastte het spel te staken. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de betrokken arbeiders meermalen met verdachte speelden, maar dat was slechts „miesemousen" geweest, „Mijn en Dijn" speelden ze voor de eerste maal, zij kenden het spel niet heelemaal. Verdachte zeide niet te weten wat onder hazardspel verstaan wordt en wat niet. Dè officier van justitie meende, dat „Mijn en Dijn" er zeer zeker onder valt. Het berust geheel op toeval. Spr. vroeg een gevangenis straf van 14 dagen, gezien verdachte's ver leden en strafregister. Mr. H. O. Drilsma, de verdediger achtte den voor hazardspel onmisbaren factor „toeval" niet overtuigend aanwezig, noch is dit het geval met opzet tot het gelegenheid geven voor hazardspel. Pleiter bestreed voorts, dat aan het publiek gelegenheid gegeven zou zijn tot hazardspel. Het werd slechts gespeeld in een besloten clubje. Derhalve vroeg pl. vrijspraak, subsidiair achtte hij de strafmaat te hoog. Uitspraak 14 November. GEVAARLIJKE INDIVIDUEN. DE DRONKEN AUTOMOBILISTEN. Met het aantal verkeersovertredingen voor het Kantongerecht, stijgt ook het aan tal appèlzaken voor de Rechtbank. Bijna alle bestuurders van motorrijtuigen, die ver oordeeld zijn tot hechtenis wegens het be sturen daarvan in dronkenschap, probeeren er door hooger beroep aan te teekenen nog van af te komen. Daar hebben ze echter al heel weinig kans op, want het Openbaar Ministerie bij de Rechtbank is in dit opzicht gelukkig niet minder streng dan dat bij het Kantonge recht, zoo niet strenger. Donderdag werd er weder tegen verschei dene appèlianten bevestiging van hot von nis van den kantonrechter geëischt. En dat is ten zeerste toe te juichen, want het aan tal derzulken, wier gedrag tot de groote ge varen in onze samenleving gerekend mag worden, neemt niettegenstaande alle maat regelen onrustbarend toe. En daarbij wordt de veiligheid op den weg niet meer dan een illusie. Hier volgen eenige zaken uit vele: „Een knap glaasje gedronken". De kantonrechter te Haarlem heeft eeni- gen tijd geleden een melkrijder uit Haarlem mermeer veroordeeld tot een week hechtenis en een jaar intrekking van rijbewijs wegens het in dronkenschap besturen van een motor rijtuig. Verdachte is 31 Mol op de Brouwerskade met zijn auto tegen een boom en vervolgens tegen een stoep gereden en daarna in de Brouwersvaart terecht gekomen. Een inspecteur van politie heeft later op het bureau geconstateerd, dat verdachte dronken was. Verdachte heeft appèl aan- geteekend en stond thans in hooger be roep terecht. Hij ontkende de auto bestuurd te heb ben. Hij zou slechts naast den chauffeur gezeten hebben. Togen den inspecteur heeft hij 's nacht om half een gemoedelijk ver teld, dat hij den heelen avond achter het stuur heeft gezeten. Getuigen zeiden dit ook inderdaad gezien te hebben. Zij hebben de mannen uit het water getrokken. Iemand die met verdachte in de auto heeft gezeten en met hem „een knap glaasje" gedronken had, word als getuige a décharge gehoord. Getuige was stomdronken, maar meende toch met zekerheid te kunnen zeggen dat hij achter het stuur zat, en de auto in het water goreden heeft. Deze verklaring wilde het O.M. uitschake len, omdat de getuige dronken was. Spr. vrodg bevestiging van het vonnis, doch wegens den ernst van het feit verandering van de strafmaat in 14 dagen hechtten is. Mr. L. J. Venhuizen hechtte als verdedi TNCEZONDEN MEDEDEELTNCEN a 60 Cts per regel. ger geen waarde aan het verdachte in dron kenschap door den inspecteur afgenomen verhoor. Omtrent de plaats waar verdachte zat heeft men slechts vermoedens. Wegens gebrek aan bewijs vroeg pleiter vrijspraak, subsidiair geldboete en geen introkking van rijbewijs. Uitspraak Donderdag. Nog een dronken autorijder. Een 23-jarig chauffeur uit Heemstede is 28 Augustus door den kantonrechter te Haarlem veroordeeld tot 3 dagen hechtenis met ont zegging van de bevoegdheid om een motor rijtuig te besturen voor den tijd van 3 maan den. Hij is 13 Juni te Heemstede op den Leid- schevaartweg met zijn auto» tegen een paal van de lichtleiding gereden. Hij en een ge tuige ontkenden dit. Van het vonnis is de chauffeur in appèl gekomen. Het baatte hem echter niet veel, want het O. M. requireerde bevestiging van het in eersten aanleg gewezen vonnis. De verdediger, mr. dr. F. A. Bijvoet, vestig de de aandacht op den slechten toestand van den weg ter plaatse waar de paal staat, n.l. even voorbij de Boekenroodebrug. Daar om mag het ongeluk verdachte niet als extra bezwarende omstandigheid aangere kend worden. Verdachte is thans doende zich aan te slui ten bij een geheelonthoudersvereeniging, waarvan hij het adres ontving uit de Vragen- rubriek van Haarlem's Dagblad. Pleiter drong er ten sterkte op aan dezen chauffeur vooral het rijbewijs niet te ont nemen dn tevens de hechtenisstraf te ver vangen door boete. Uitspraak 14 November. VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHE JONGEREN ORGANISATIE. Bovengenoemde organisatie houdt op 9 November a.s. haar Jaarlij kschen propagan- da-feestavond in de nieuw gei'estaureer&e zalen van „De Kroon", Groote Markt Na de opening zal door den Amsterdam- schen Wethouder Dr. E. J. Abrahams een rede gehouden worden. Verder zullen aan dezen avond medewerken: een Argentijnscn. danspaar, Daverno en „De kleine Bekende".. Zooals ieder jaar het geval geweest is, zal ook deze avond weer besloten worden met een bal, met muzikale medewerking van de „band" van het Gemeentelijk Lyceum, onder leiding van den heer H. van Olphen. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN Terug te bekomen bij: Radsma, Kamper straat 19, actetasch, Martens. Bleeker.berg- straat 7, cape, Haak, Dubbele Buurt 72, étui met inhoud, Hesseling, Alb. Thijmstraat 22, handschoen, Kennel Fauna, gestroomde herder, Kennel Haerlem, grijs-witte kat. zwart-witte kat, zwart-witte kat, v. Dende ren, Nassaulaan 32 rood, pet. Timhout, Kle verlaan 170, portemonnaie met inhoud, Le- maire. Santpoorterstraat 63, portemonnaie met- inhoud, Wagener, Dr. Leijdsstraat 12, rij— wielbelastingmerk, Zomerdijk, Oranjeboom straat 180, rij wielbelastingmerk, Broek- meijer, Busken Huetstraat 1, rijwielbelasting- merk, Warmerdam. Colensost-raat 31 zwart, stempel, Teeuwen, Spoorwegstraat 44, kin- dertaschje, Bruwman, Pepijnstraat 37, tasch- je met inhoud. Uit het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. 34) „Zooals u verkiest, mevrouw," antwoordde George op den toon van iemand, die tegen zijn zin oen lang relaas moet aanhooren. „Cyrille Mornay, zooals we haar zullen blij ven noemen", vervolgde de bezoekster, „blijkt namelijk op jeugdigen leeftijd in het geheim mei een vreemdeling in hel huwelijk te zijn getreden iemand wiens zaken of beroep hem naar het buitenland hadden gebracht. Het huwelijk bleef echter niet lang gelukkig, misschien we! door haar eigen schuld cn ze besloten uit eikaar te gaan; echtscheiding was onmogelijk, zooals ik al zei. Daar het hu welijk een geheim was werd hun uit elkaar gaan ook niet In het publiek bekend. Man en vrouw schijnen met elkaar te hebben afge sproken. dat hun echtverbintenis door hen zou worden beschouwd, alsof ze nooit had bestaan, daar ze zouden doen of ze formeel gescheiden waren en dat beiden hun eigen weg zouden gaan. een vrije man en een vrije vrouw. De man verdween kort daarop; vermoedelijk is hij naar zijn eigen land te rug gegaan. Cyrille hervatte haar oude leven in haar niet al te weelderig huis. Eenigen •tijd daarna schijnt zij de aandacht van den ouden graaf te hebben getrokken. Hij vroeg haar ton huwelijk cn zij in overeenstem ming met dc afspraak, die zij met haar ccr- si, u f.fin gemaakt, die had haar trouwens den gegeven, om te hertrouwen, als zj&ji een geschikte candidaat mocht aanmelden, stemde toe. De oude graaf wist toen al, dat hij niet lang meer te leven had en zijn eenig doel was om als een uiting van zijn genegen heid aan Cyrille zijn naam en zijn titel te geven en ook het vermogen dat hij zou na laten. Een paar maanden later was Cyrille al een weduwe met een titel en een klein vermogen.- Dit, gepaard met haar groote geestesgaven stelde haar in staat toegang tot de hooger e kringen te krijgen, maar haar inkomsten veroorloofden haar niet, om in overeenstemming met haar nieuwen stand te leven, zoodat zij naar bronnen moest zoe ken. om dat inkomen te vermeerderen. Dank zij de protectie van een minister, die oog had voor haar talenten, kreeg zij een goedbetaalde functie bij den geheimen in lichtingendienst als spion zult u als En- gelschman misschien zeggen. Zij werd naar Engeland gestuurd, waar u kennis met haar maakte." „Dit is haar levensgeschiedenis, voor zoo ver ik heb kunnen nagaan, tot aan den tijd sinds u haar kent. Misschien kunt u het re laas verder aanvullen?" George schudde het hoofd. „Ik moet u al weer zeggen dat ik u tot mijn spijt geen in lichtingen kan geven. U zelf lijkt me overi gens uitstekend op de hoogte met de levens omstandigheden van wijlen gravin Mornay, beter zou ik haast zeggen, dan iemand an ders het zou kunnen zijn." „Althans met één uitzondering!" ant woordde madame Zarnow, terwijl zij op stond. „En die cene persoon moeten we nu nog trachten op te sporen." „U bedoelt haar man?" Zij knikte koel, „Ja, haar man," herhaalde zij, terwijl zij haar oogen, waarin een uitda gende blik was, onafgewend op de zijne ge richt hield, „En zelfs als we hem mochten vinden", merkte George op, terwijl hij standvastig haar blikken doorstond, „is het nog volstrekt niet zeker, dat hij in staat zal zijn, licht te verschaffen over het mysterie van haar dood." „Maar voordat we dit kunnen vaststellen, zullen we hem toch eerst dienen te hebben", was het rake antwoord. „Het lijkt mij overigens nog al onwaar schijnlijk", meende George, „dat haar man na zooveel jaren opeens op het idee zou zijn gekomen, om zich op zoo'n manier van haar te ontdoen." „Tenzij," antwoordde madame Zarnow, „hij misschien zou willen hertrouwen en bigamie een beetje te riskant vond." „Dat is zoo" gaf George toe. „Daaraan had ik zoo gauw niet gedacht." „O, neen?" vroeg madame Zarnow bit-s en met een van de onaangename glimlachjes die George nu al zoo vaak gezien had. „En toöh ligt het feitelijk voor de hand." Ze ging naar de deur. „Kom ik zal u niet langer ophouden. Het spijt- me dat ik zoolang beslag op uw tijd heb gele/d, maar ik had een vaag idee, dat u wel wat meer van Cy rille en haar Engelschen echtgenoot zoudt hebben afgeweten." „Engelschen?" herhaalde George verrast. „Was hij dan een Engelschman?" „Dat was hij", verzekerde mevrouw Zarnow nadrukkelijk. Toen ik straks zei, dat hij een vreemdeling was, bedoelde ik daarmee: voor ons. Ja, hij was een Engelschman. Misschien dat we dezer dagen zijn naam wel te weten zullen komen. Dag meneer Conway en nog wel bedankt clat u mij hebt willen ontvan gen". Zij maakte een lichte buiging en daar in haar houding niets was dat er op wees, dat zij op een wat meer vriendschappelijke wijze afscheid van haar gastheer wilde ne men, drukte George op de bel en ging haar vervolgens voor, om de deur van de studeer kamer voor haar open te houden. Een on deelbaar oogenblik scheen het alsof hij nog Iets wilde zeggen, maar hij onderdrukte dit verlangen en liet haar gaan, zonder verder een woord. HOOFDSTUK XXV. WAT „DIK. JOHNSON" ERAAN TOEVOEGDE Nog lang nadat zijn bezoekster was ver trokken, zat George diep in gedachten ver zonken aan zijn schrijftafel. Aan de uit drukking van zijn gezicht te oordeelen, wa ren die gedachten niet van zeer aangenamen aard, hoewel hij een paar malen glimlachte. Maar het was meer de glimlach van iemand die zich verheugt over een fout, welke door een ander is gemaakt, van een schaakspeler bijvoorbeeld over een zwakken zet van zijn tegenstander. Maar opeens sprong hij ver schrikt op, want eensklaps viel de schaduw van iemand, die zich buiten het raam be vond, in de kamer. Maar op zijn gefronst gezicht kwam de glimlach terug toen hij zag dat het Rosamund was. Even later was ze bij hem. „Heb je erg veel te doen, George", vroeg zij. of kun je nog een eind met me mee gaan wandelen voor de lunch? Goddank dat die vervelende visite eindelijk haar biezen heeft gepakt." „Ja, die vrouw is gloeiend vervelend", antwoordde hij, terwijl hij haar een kus gaf. „Maar nu is ze dan toch eindelijk weg en, naar ik hoop, voorgoed. Hè, ik ben blij. dat je me er even uithaalt, Rosamund. Die el lendige geschiedenis, waaraan maar geen eind wil komen, is goed om een mensch ze nuwziek te maken. Kom, laten we even rus tig praten." „Ga je niet mee wandelen?" vroeg het meisje, toen zij zag dat George de deur sloot. „Direct. Zooals Marion me heeft verteld, komen je vader en moeder vandaag hier terug." „Ja." „Zou je denken, dat ze er bezwaar tegen hebben, als we zoo gauw mogelijk trouwen?", vroeg George, terwijl hij haar hand greep. „Ik zou niet weten waarom", antwoordde het meisje. „Maar ik zou zeggen dat er eerst nog een heeleboel te regelen is; met advoca ten en zoo. En onze verloving is immers nog niet eens publiek." „O, dat is gauw genoeg gebeurd!" Op dat oogenblik werd er aan de deur ge klopt en Murrell kwam binnen. „Neemt u me niet kwalijk, meneer", zei hij op verontschul digenden toon. „Maar mr. Rolt en mr. John son vragen of het u gelegen komt- om hen te ontvangen." „Nu erg schikken doet het me niet, ik heb het op het oogenblik buitengewoon druk", antwoordde George. „Zeg hun dat, Murrell, maar als er werkelijk haast bij de zaak is, zal ik ze natuurlijk te woord staan. In dat geval kun je ze hier wel binnenlaten." „Mijn wandeling in de zonneschijn in dubbele zonneschijn schiet er helaas bij in, liefste", wendde George zich teeder tot Rosamund en hij gaf haar weer een kus. Daarop opende hij de glazen deuren van het terras. „Als die kerels me nu niet direct hoe ven te spreken, kom ik direct bij je. Blijf dus een oogenblik bulten wachten, wil je? Maar ik ben erg bang dat er niet veel kans is, dab ik wégkom." (Wordt vervolgcL).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6