HAARLEM'S DAGBLAD J. Lottgering MAANDAG 4 NOVEMBER 1929 VIERDE BLAD LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. CABARET-AVOND ADRIANI-ENSEMBLE. Hot bestuur van de afdeeling Haarlem van de Herstellingsoord-Vereeniging was van te voren reeds verzekerd van het succes van den liefdadigheidsavond, die het ter viering van zijn eerste lustrum in de Bloemhof-zaal had georganiseerd, toen het Adriani-ensemble Uit Den Haag zich bereid had verklaard zijn medewerking te verleenen. Want dit clubje van dilettanten-cabaretiers heeft te Haarlem waar het o.a. tweemaal voor den kring van „Jacob van Lennep" optrad een goe den naam. Het is een beschaafd en zeer ge routineerd ensemble, dat in zijn programma's maat weet te houden en nooit iets brengt, dat ook maar eenigszins „equivoque" is! Deze da mes en heeren bij wie zich thans ook onze stadgenoote, mevrouw Co van den Berg heeft gevoegd zingen nu eens afzonderlijk en dan weer gemeenschappelijk, liedjes, waarvan de heer Herman Stenz meestal den tekst en de muziek heeft gemaakt. Er waren onder die liedjes eenigc zeer goed geslaagde ik noem bijvoorbeeld dat van de muziektheorie, voorgedragen door den heer Stenz zelf, en heel aardig en ook een der levendigste in de voordracht was de serenade aan Evelien tje van de drie heeren met in het midden de voor al die liefde ongevoelige hoe is het mogelijk zou men zeggen? Evelientje in de gedaante van mevrouw Co van den Bfwij kregen het ensemble knus-knus zittend In clubfauteuils om een tafeltje in een ka mer, later als straatzangers en aan het slot als Volendammer visschers in roode boeze roenen en met pikbroeken, maar altijd weer aan waren het liedjes liedjes, en nog eens liedjes. Dit geeft hoe aardig ze dan ook worden uitgevoerd aan het programma op den duur iets eentonigs en men zou voor het Adriani-ensemble wenschen, dat er eens iemand in hun midden kwam met wat meer verbeeldingskracht, een regisseur, in staat om eenige nummers in elkaar te zetten, die van wat meer fantasie blijk geven. Wanneer men zoo iets niet uit zich zelf kan bedenken, wel nu, laat men zich dan de Timbertown-Follies uit de oorlogsjaren herinneren! En hebben de vele programma's van „De Blauwe Vogel" nooit eens op nieuwe ideeën gebracht? Een weinig imitatie zou heusch geen kwaad kun nen, vooral niet bij een publiek, dat niet ge woon is de voorstellingen van „De Blauwe Vogel" te bezoeken. Het is zoo jammer, dat onze dilettanten en de dilettanten wer kelijk niet alleen altijd maar weer meenen, dat met uitsluitend liedjes-zingen een caba ret-programma al in elkaar zit. Maar nog eens, in dit genre heeft net Adriani-ensemble een flinke hoogte bereikt.. Herman Stenz en Jan van Gelder zingen so ber. beschaafd en in goeden toon hun lied jes en mevrouw Co van den Berg die ik in lang niet in dit genre had gehoord en die zeer vooruit bleek te zijn gegaan maakt een uitstekend figuur in dit milieu. Zij ont wikkelt zich tot een aardige soubrette. Vooral haar kindergebedjes, met geestige voordracht en een heldere welluidende stem zeer zuiver gezongen hadden een verdiend succes. Den heer Adriani kennen wij als een vlot confe rencier en gelukkig nooit opdrlngerigen- moppenverteller, mcj. Tilly Leening als een muzikale begeleidster. Jammer, dat de heer Pitlo niet meer met dit ensemble kan mede werken. De heer Louis Moran een karak ter-humorist. die ons in zijn optreden, zijn „neuzen" en zijn costuums deed denken aan de karakter-komieken van de „café-chan- tants" van 40 jaar geleden was niet in staat hem te vervangen. Maar het lachsucces bij het publiek was er niet minder om. De dames en heeren van het Adriani- ensemble hebben de afdeeling Haarlem van het Herstellingsoord van het Spoorwegperso neel weer aan zich verplicht door hun be langeloos optreden. Hoe zeer dit werd ge waardeerd kwam duidelijk uit in de toespra ken van den voorzitter der Haarlemsche af deeling den heer J. de Wit en den vice- voorzitter van den Bond, den heer Van Es. Het succes van het ensemble bij het nu en dan wel eens wat rumoerige publiek was groot en wel het uitbundigst na het be kende „O Pepita" door het mannenkwartet in Volendammerdracht gezongen. Deze liefdadigheidsavond waaraan ook medewerkte de jazz-band „The Rascals" zal wel een flink batig saldo hebben opgeleverd en hierom is het in de eerste plaats te doen geweest. J. B. SCHUIL. MUZIEK. ZANGKOREN DER VEREEN. „ONDERLING GENOEGEN". Hdt was jammer, dat niet de heele avond gereserveerd bleef voor den leider dezer mooi geschoolde kinderkoren. Want ofschoon wij Harry Woodward zijn succes graag gunnen, bracht hij de attentie der toshoorders toch in een richting waarin zij de opmerkelijk mooie dingen die de heer j. Post deed met zijn beide koren of met de combinatie er van, niet wel meer naar de volle waarde wisten te schatten. Jammer genoeg kwam dit het me'est uit, wanneer Post als hoofdwerk Hullebroeck's cantate deed uitvoeren, wijl dit plaats had na de pauze. Daar het zaal- toezicht beslist ontoereikend was, konden zij die achter zaten, evengoed naar huis gaan. Kritisch luisteren was vrijwel onmogelijk: alleen bij de mooiste momenten kon men het dubbel 'betreuren, dat den handjevol jonge mensdien, die om zang. om kinderzang niet geven, veler genot bedierven en den directeur bijna verhinderden, zijn moeilijk werk, dat den heeldn mensch vraagt, ongestoord voort- te zetten. Die mooiste momenten dan waren zóó opvallend goed, dat men een koorleider die onder zulke omstandigheden kan werken, te hartelijker kan bewonderen. In deze woud cantate viel letterlijk alles te prijzen: het mooi-zuivere en goed geschoolde zingen, de goede, duidelijke uitspraak, het prettige pit tige rythme. De Vlaamsche zanger-compo nist vervalt niet in het eeuwige gezeur tonika- dominant, waardoor de meesten onzer school liedjes dat pietluttige krijgen, dat ook de kin deren bar-gauw verveelt en op hen even slaapwekkend werkt als op den hoorder. Die dingen, een paar keer uitgevoerd, gaan dan in een sleur, waarin t-enleste ook de direc tum geraakt, zoodat hem de lust ontbreekt de heel spoedig insluipende fouten tegen het woordverband te corrigeeren. We kunnen van die tot usantie geworden misgrepen ti'gen den tekst een heele rij uit het hoofd citeeren, en zelfs in „Ruim baan" van Catharina vaai Rennes, dat ook nu heel frisch werd uitgevoerd, waren ze reeds aan te wijzen. Bij Hullebroeck is daar geen kans voor; want ofschoon Cath. van Rennes zóó goed schrijft voor de zangstem, dat het zelfs de» aandacht trekt van niet-Hollanders, bij Hullebroojk is het als bij intuïtie uit den weg gaan van alle mogelijke ontsieringen die het volgus de vrijheid neemt, naar eigen smaak (lees: wansmaak) aan te brengen. Het is een frisch werk, dat verdient, veel te worden gezongen. Maar het eischt veel van den leider. Voor zulk een opmerkelijk mooie uitvoering daarom onze hulde aan den heer J. Post. Dat ook van de daar juist genoemde com poniste de uitvoering van „De schoonste feestdag" frisch bleef en als nieuw, mag men danken aan de heel opmerkelijke gaven van den dirigent, den kindertoon ongerept te houden. Hij toonde dat nog onlangs met de kleine Zandvoortertjes, en ik gaf de mee ning weer van het publiek, toen ï'k een zoo prettig gebeuren in de concertzaal c'ens extra belichtte. A propos, wie zong zoo mooi die solopartij in „De schoonste feestdag"? Dat heb ik, door extra genoodigde solisten wel minder, nooit beter hooren doen. Ja, het was een mooie avond. Maar, al zingen de kinderen heel mooi, „wij zijn zoo graag daarboven", dan moeten zij in de pauze niet dadelijk dien wensch verwezenlijken door de concert zaal om te scheppen in t»jn duin waar je zooveel kunt hollen als je verkiest. Een mooi lied anders, dat „Duinlied". En 't klonk prachtig. Je zou haast gaan mee hollen en rollen. In de duinen natuurlijk! G. J. KALT. HET EERSTE ORGELCONCERT IN HET WINTERSEIZOEN. SOLISTE ANNIE WOUD. Nu Dinsdag het eerste van de nieuwe reeks van gemeentelijke orgelconcerten in de ge meentelijke concertzaal gegeven wordt, wil len wij nog eens de aandacht vestigen op den goeden roep, die steeds van deze concer ten is uitgegaan. Wij herinneren er aan, hoe onze stadsorganist, de heer George Robert, de programma's steeds met zorg heeft ge kozen; zijn spel aan te bevelen bij het Haarlemsche publiek mag wel overbodig heeten. Bovendien heel't hij zich steeds we ten te verzekeren van de medewerking van de beste solisten. Zoo is het ook op dit eerste concert van Dinsdag weer Soliste is mejuffrouw Annie Woud, zangeres van in ternationale reputatie thans. Het lijdt geen twijfel, of de Haarlemmers zullen in grooten getale opkomen om haar weer te hooren. Daarenboven worden de concerten thans in zooveel aangenamer omgeving gegeven, nu de concertzaal gerestaureerd is. En daarbij is de entree zeer laag. Het programma luidt als volgt: 1. Variaties: Mein junges Leben hat ein End, J. P. Sweelinck. (orgel.) 2. a. Aria uit „Saul", b. aria uit „Esther", G.-F. Handel. (zang.) 3. Passacaglia en Dubbelfuga c kl. t. J. S. Bach. (orgel.) 4. Magnificat, Marcel Dupré. (Versets et Final.) (orgel.) 5. a. Les feuiUes sont mortes, Doret. b. Agnus Dei, Bizet. (zang.) 6. Choral a kl. t., César Franck. (orgel.) Annie Woud is leerlinge van mevrouw A. SchuilHol te Haarlem en studeerde het laatste jaar te Weenen onder leiding van Frau Prof. Irene SchlemmerAmbrosz, leerares o.a. van Maria Ivogün en Sigrid Onegin. Nog geen twee jaar na het begin harer zangstudies debuteerde Annie Woud op een concert voor abonnés van Haarlem's Dag blad. Haar bijzonder mooie altstem en groote muzikaliteit trokken dadelijk sterk de aandacht zoodat zij na twee keer met de H. O. V. onder Nico Gerharz (Haarlem en Delft) te zijn opgetreden, nog hetzelfde jaar werd uit-genoodigd als soliste op een extra Bachconcert. In verband met haar studie trad zij het daarop volgende jaar niet dan bij hooge uitzondering op doch in het seizoen 1927-1928 heef zij aan verschillende concerten haar medewerking verleend. Zoo was zij o.a. de alt-soliste bij de uitvoeringen van Toonkunst te Haarlem, Leiden, Zaan dam en Dordrecht, te Enkhuizen, Velp en Leiden, en zong onder Hubert Cuypers in het Concertgebouw te Amsterdam op een concert te Utrecht met het U. S. O. onder Cornells, en bij Der Fliegende Hollander, van Wagner, door gemengd koor. Te Haarlem was zij voorts meermalen soliste bij Zang en Vriendschap en de mannenzangvereeniging Caecilia, en twee maal zóng zij bij Apollo te Amsterdam, bij welke vereeniging zij even eens met het Concertgebouworkest onder ANNIE WOUD. Roeske, de solopartij in Brahm's Alt Rhap- sodie zong, op het feestconcert ter gelegen heid van het 75-jarig bestaan dezer be kende zangvereeniging. Ook in Juli zong zij in het Kurhaus te Scheveningen de alt- Rhapsodie met de Haghesangers en het Residentieorkest onder directie van Louis Boer. In Mei van dit jaar is zij voor het eerst te Weenen opgetreden bij de Wiener Manner- gesang Verein onder leiding van Prof. Gross man, waar zij de Bratschen-Lieder van Brahms heeft gezongen, terwijl Annie Woud 14 Dec. a.s. te Weenen de altpartij zal ver vullen in Sursum-Corda, een noviteit van Arthur Piechler, uitgevoerd door de Wiener Konzerthaus Gesellschaft en in Januari on der Prof. Robert Heger de altpartij in Han del's Esther te Weenen zingt. HAARLEM'S GEMENGD KOOR. EEN INTERESSANT CONCERT. Nina Maro. Zooals in het kort re.eds is medegedeeld, zal op Vrijdag 8 November a s. door Haarlem's Gemengd Koor, onder leiding van den heer Jan Booda, in het Gemeentelijk Concertge bouw een zeer interessant concert gegeven worden, n.l. de eerste uitvoering te Haarlem van 2 wereldlijke Bachcantaten. Velen zullen bij deze betiteling vreemd op zien, daar wij Bach voornamelijk kennen door zijn kerkelijke Cantaten en Passionen. Echter ook in deze en in de instrumentale werken hebben wij zijn zin voor humor dik wijls kunnen aantreffen. Die zin voor humor leeft zich volledig uit in zijn wereldlijke can taten en wel voornamelijk in die twee welke „H.G-K." zal uitvoeren, n.l. „Wir haben einen neuen Obermeister" en „Schweigt stille, plaudert nicht". De uitvoering ?al worden gegeven met Or kestbegeleiding. Er is nog een andere bijzonderheid aan dit concert. Tot heden werden de cembalopar tijen steeds door een piano geïmiteerd, doch op dit concert zal een werkelijke Clave-Cem- balo aanwezig zijn (eigendom van den Heer Booda). De Cembalopartij zal vervuld worden door mej. Bets Nederkoorn en den heer Jan Booda. Als solisten werken mede: Fraulein Nina Maro, uit Kalisz (Polen) en de heer Jan Dekker. De eerstgenoemde heeft hare mede werking bij deze cantaten verleend in Parijs en Lyon. Wat Jan Dekker in dit genre werk pres- teert behoeft niet nader te worden uiteen gezet. Met verwijzing naar zijne medewerking bij concerten van „H.G.K." van „De Schip breuk" en „Jupiter Amans" kan worden vol staan. Bovendien zal door het koor nog worden uitgevoerd: „Jesu meine Freude", 5-stem- mig Motet van Bach. Dit werk is reeds eenige malen in de Groote Kerk uitgevoerd en gun stig beoordeeld. DE NIEUWE AVONTUREN VAN BILLY BOE. VOOR DE KINDEREN. De kleine zanger aarzelde. „Misschien willen de vogels niet antwoorden als ik roep, nu jullie hier bent," zeide hij. „Vroe# ger had ik maar even te fluiten of te roepen en ze kwamen." Doch Billy, Jerrv en Redneb bleven bij den zanger er op aandringen dat hij de vogels zou roepen en ten slotte stemde hij toe. Hij legde zijn luit neet- bracht zijn handen aan den mond en onmiddellijk liet hij den kreet van een kraai hooren, een kreet, die opsteeg tot boven de boomen en heel ver hoorbaar was. Toen volgde een stilte. Billy en zijn vrienden hielden den adem in en wachtten in spanning. Opnieuw bracht de kleine man zijn handen aan den mond en opnieuw flcot hij en toen Plotseling werd het klapwieken van vogels ge. hoord. Billy zag dat de lucht boven de laan verdon» kerd werd door de vleugels van myriaden van vogels. „Kom hier, kom hier," zeide de zanger met een zachte, kahneerende stem. „Kom gerust hier. Deze drie jongens hij wees daarbij op Billy, Redneb en Jerry zijn mijn vrienden en zullen jullie geen kwaad doen. Komt naar be» ncden en een beetje met ons praten." Waarop de kraaien ophielden in de lucht te vliegen en als een wolk naar beneden kwamen en op den grond gingen zitten. Hebben jullie wel meer dergelijke vogels gezien? George Robert. HET TOONEEL. HET SCHOUWTOONEEL. ELIAS WEET HET BETER. EEN GROOT SUCCES VOOR JAN MUSCH. Jan Musch is weer in Holland terug en te gelijk heeft Het Schouwtooneel zijn eerste „Schlager" na twee jaar binnen. Want het is wel zeker, dat allen, die in ons land nog iets voor tooneel voelen, Musch zullen willen zien als Elias, het Joodje, dat alles altijd beter weet! Jan Musch is in die rol_ van een zoo verrukkelijken humor, zoo sappig en vol leven, zoo sprankelend van geest en daarbij aldoor zoo zuiver menschelijk, dat hij het publiek na zijn lange afwezigheid onmiddel lijk weer stormerhand veroverd heeft! Wij zien Musch in dit blijspel op zijn best en dat zegt wat bij dezen veelzijdigen, genialen acteur! Elias is een braaf, goedig joodje, dat alles altijd beter weet! Als anderen kaarten, v/eet hij geregeld, welke kaart je moet spelen, hij weet precies op welk paard je wedden moet en welke effecten naar boven of naar bene den gaan! Elias is een „gokker" in z'n hart en altijd schatrijkop papier! Hij heeft millioenen winst «gemaaktin zijn notitie boekje! Als hij geld had, wist hij het beter nog te gebruiken dan de beroemde bankier Livingstone! Maar Elias heeft zoo weinig contanten, dat als een Ford twee dollar kostte hij d'er nog geen halve kon koopen! Totdat Elias zijn kans krijgt! Hij redt den schatrijken Livingstone het leven door een oplichter, die den bankier naar het leven staat, juist op tijd een prullemand over zijn hoofd te gooien! Hij trilt wel als een riet, als hij het helden stuk bedreven heeft en de revolver, die hij van den grond opraapt, gaat wel van zelf af in zijn bevende handen, maarhij heeft Livingstone toch het leven gered en door dat feit alleen zweven de millioenen voor hem door de lucht! De rijke bankier zit met het chèque-boek in de hand en Elias mag zeg gen welk bedrag hij moet invullen! Maar dit keer weet Elias het niét beter: Wat moet hij vragen: 500 dollar, 5000 dollar.... och neb- biseh, wat 'n strijd! „Zeg maar, hoe veel het leven u waard is!" Als hij die som krijgt, dan zal 't wel voldoen de wezen. Livingstone komt met 'n voorstel: hij geeft hem 10.000 aandeelen American Steels om mee te speculeeren! De winst zal voor hen samen zijn, het verlies is voor den bankier alleen! 'n Pracht van 'n voorstel voor Elias, die tot nu toe altijd nog maar alleen gegokt heeft in zijn notitieboekje! Dadelijk zit hij te rekenen! Elk puntje omhoog beteekent voor hem 5000 dollar winst! Hij duizelt bij de ge dachte alleen! „Doe je chèque-boekje maar weg, meneer, ik neem het aan!" roept hij! „Nou zijn we Livingstone en Co. ik de Co.!" en zijn gezicht glundert van trots! Men moet deze scène door Jan Musch en Ko van Dijk samen zien spelen! Het is ver rukkelijk tooneel en men lacht voor maan den genoeg! Het kostte soms moeite den dialoog te volgen door het daverend gelach van de stampvolle zaal. Men genoot van dit van prachtige details overvloeiende spel van Musch en het in zijn soort even fijne tegenspel van Ko van Dijk! Reeds dadeiijk de entree van Elias bij den schatrijken ban kier is kostelijk! De bewondering voor den millionnalr straalt van het glimmende ge zicht af! En dat hij daar nou binnen mag komen, hij, de eenvoudige Elias! En dan het loven en bieden om den prijs, de verrukking als de gebraden duiven hem om den mond vliegen! Zie Musch daar zitten in zijn fauteuil, scheukend van louter ple zier, zie hem kijken naar Livingstone met zijn pientere oogjes, volg dat aan verrassen de wisselingen rijke oer-komische spel en het hart zal u opspringen van vreugde! En wat zoo verwonderlijk en verblijdend is: aldoor blijft deze Elias 'n mensch, 'n mensch zelfs, waarvan wij gaan houden! Wij leven geheel met hem mee, wij wrijven ons de han den van louter vreugde, als hij „Co" wordt van den rijken Livingstone! Geen gebaar van dit joodje is te veel. geen moment overdrijft hij, het is alles sprudelnd van echt leven en daarom juist is het zoo heerlijk, dat spel te volgen! En Van Dijk is als de rijke bankier in zijn heimelijk pleizier om dit gokkertje zoo goed op dreef, dat het een tooneel van voortreffelijk samenspel wordt tusschen deze twee ras-acteurs! Voor Elias komt na de pauze de strijd van verkoopen of niet verkoopen! Natuurlijk weet hij ook dan het beter! Als hij een winst van bijna 100.000 dollar zoo goed als in handen heeft, verkoopt hij niet. omdat hij weet zeker weet) dat de aandeelen nog meer de hoogte in zullen gaan! Maar de aandeelen gaan niet verder naar boven en in het laat ste bedrijf is hij 'n verloren man! En ook dan geeft Musch daar met 'n enkel trekje dezen van zijn toren van illusies op den grond neergeploft mensch zoo prachtig weer, dat na al dat uitbundig-vroolijk gedoe plotseling de zaal heel stil wordt! De Amerikaansche schrijvers zouden geen gevoel hebben gehad als ze dit brave Joodje „in de dalles" hadden gelaten. Daarom heb ben zij er tijdig voor gezorgd, dat de halt suffe broer per ongeluk door de tele foon op een vraag van den effectenma kelaar den order heeft gegeven tot ver koopen en Elias zit tot zijn starre verbazing op eens met een winst van bijna 40.000 dol lar! In de wolken is Elias, maar hij kan toch. niet nalaten, om zijn suffe broer toe te voegen: „Waarom heb je niet verkocht, toen ze twee punten hooger stonden!" Elias weet het immers altijd beter! Dit dood-onschuldige na het eerste bedrijf ook vermakelijk blijspel zal zijn groot succes in Nederland te danken hebben enkel en al leen aan Musch! Zaterdag en Zondag was onze Stadsschouwburg al flink vol en het publiek, dat in één voortdurenden daveren den lach dit verrukkelijke spel heeft gevolgd, bracht beide avonden na elk bedrijf Musch een ovatie. Na de bloemenhulde Zaterdag aan het slot kwam er aan de bravo's schier geen eind! Het is een glorie-volle rentree van onzen grooten acteur! Hij zal Elias zeker wel 'n paar honderd maal nog spelen. De spelerslijst bevat heel veel namen, maar zij allen hebben enkel voor de entourage te zorgen. De eenige vrouwenrol Josie, Elias' dochter wordt vlot en los gespeeld door Mary Smithuysen, een jonge actrice, die wij Haarlemmers, alleen nog maar als dan seres kenden. Wij wenschen Het Schouwtooneel van harte geluk met den terugkeer van Musch en met den „Schlager" dien hij als surprise uit Indië voor zijn gezelschap heeft meege bracht. J. B. SCHUB./. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Verven Sioomen Stoppage Hoeden vormen Groote Houtstraat 5a 3!9 DE NOBELPRIJZEN. De volgende Nederlanders verwierven tot nu toe den Nobelprijs: 1901. Ir. H. van 't Hoff, chemie. 1902. H. A. Lorentz en P. Zeeman, beiden physica. 1910. J. D. van der Waals, physica. 1911. T. M. C. Asser met den Oostenrijker A. H. Fried, beiden, vrede. 1913. O. Kamerlingh Onnes: physica. 1924. W. Einthoven, geneeskunde. 1929. C. Eykman met den Engelschman F. G. Hopkins, beiden, geneeskunde. DE SNELSTE TREIN OP HET ZUIDELIJK HALFROND. De „Eendaagsche" van Batavia naar Soerabaya. Op 1 November denzelfden dag dat de luchtlijn BatariaSoerabaya v.v. werd ge opend (een afstand van 800 K.M.. die wordt afgelegd in 4 1/2 uur), hebben de Staats spoorwegen op Java de nieuwe dagelijksche céndagsverbinding BatariaSoerabaja en omgekeerd geopend. Deze trein is een express trein, samengesteld uit een beperkt aantal rijtuigen. Zij legt den afstand in dertien uur af en bijna vdortdurend met maximum-snel heid. Deze trein is de snelste express op deze spoorbreedte van het Zuidelijk halfrond en samengesteld uit bijzonder comfortabele rij tuigen. De eerste trein ondernam Vrijdag de reis, versierd met nationale vlaggen. Geheel Ned.- Indië is zeer verheugd met de belangrijke verbetering van den verkeerstoestand op Java seint Aneta. De afstand Batavia—Soerabaja komt in vogelvlucht overeen met dien van Amster damMilaan. En een express die, 's mor gens uit Nederland's hoofdstad vertrekkende vroeg in den avond reeds zou aankomen in de hoofdstad van Lombardije, zou hier te lan de algemeene bewondering trekken. Zoodat de prestatie der S.S. op Java zeker buitenge woon is! teekent het Hbld. bij het Aneta-be- richt aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14