Het Tooneel te Amsterdam
MUZIEK.
V. A. R. A. PROPAGANDA-AVOND
Feestelijk vertoon, zooals bij de z.g. Ste-
denavonden van de A.VJR.O. was er niet.
Vrees dat de stormvlagen van Maandagavond
onheil zouden aanrichten, behoefde er niet
te zijn: er waren geen bepluimde paarde
koppen. Maar gezien de overvolle zaal en de
sympathiebetuigingen, waarmee de mede
werkers aan dezen avond werden begroet,
mag men terecht aannemen, dat de V.A.R-A.
beschikt over sterke paarden. Men mocht een
oogenb'.ik de meening zijn toegedaan dat
zulk een avond wel eens kon „verregenen".
Wat nood! Wie geen zitplaats kon bemach
tigen behielp zich graag met een steuntje
aan stoel of muur, en men mag dus veilig
aannemen, dat wie in Haarlem in de VARA.
belang stelden, op dezen propaganda-avond
aanwezig was.
Het leeuwenaandeel aan het concert had
de jeugdige musicus Hugo de Groot, die in
den zeer korten tijd dat hij zijn ensemble
samenstelde, heeft bereikt dat wij, gezien de
resultaten op dit concert, hem zonder voor
behoud een dirigent mogen noemen, van
wien heel mooie dingen zijn te verwachten.
De Groot toonde in alles, hoe hij de goede
werking van het studio-orkest begrijpt. Hoe
het beoogt naast perfect samenspel en inten
se zuiverheid een uiterst verzorgde dyna
miek, we hebben het herhaaldelijk kunnen
ervaren. Ook tijdens deze uitvoering, in weer
wil van de voor de concertzaal noodige ver
sterking, trof ons, hoe de goede eigenschap
pen van het studio-orkest zijn vereenigd in
het V.A.R.A-gezelschap, dat door Hugo de
Groot met uiterste zorg en veel zaakkennis
wordt gecultiveerd. Men kan dit alles hoo-
ren tijdens de draadlooze uitzending. Even
wel mist men dan een mooi ding; deze diri
gent schenkt nog bovendien artistieke bevre
diging, als men ooggetuige is van zijn ver
richting. Hugo de Groot heeft de gedrongen
gestalte van den ras-dirigent, en of 't toeval
is dan wel een uitvloeisel van ongewoon op
merkingsvermogen bij den persoon in quaes-
tie: wij vinden bij hem een frappante over
eenkomst met den orkestleider, onder wien
hij drie jaren werkte: met Willem Mengel
berg. Het zelfbewuste bij De Groot is met
recht een benijdenswaardige eigenschap in
zijn leiding. Die eigenschap doet hem bij
voortduring het juiste accent, de juiste scha
keering, het hoogtepunt treffen en een zeer
levend rhythme geeft daarbij aan zijn mu
ziek die stuwing, waardoor zij ziel en adem
krijgt. Ja, het rhythme beheerscht hij prach
tig. Zoo moet Hugo de Groot, bij zijn mooi
verzorgde dynamiek, wel tot heel bijzondere
dingen komen.
Voor den luisteraar, die over een toestel
beschikt dat de muziek onvervormd weer
geeft, is hier met recht veel te genieten, en
hij mag tevreden zijn, zoo alles hem zoo
prettig in de ooren klinkt als mij, die zich
nog juist kon nestelen in een uiterst hoekje
van het balcon, vanwaar inmiddels de
acous-tiek van onze concertzaal slechts is te
prijzen. Alleen de rede van den voorzitter van
het hoofdbestuur S. v. d. Woude, was van
daar niet te volgen. Van welingelichte zijde
deelde men mij echter mode, dat zijn on
derwerp was: de onrechtmatige verdeeling
van den zendtijd. De Vara eischt voor de
arbeidersklasse van Nederland ddzelfde rech
ten, die ook gelden voor andere cultureele
omroepvereenigingen.
Ook de cello-voordracht van Reinlek Bres-
ser, een der leden van het Vara-orkest,
schonk artistieke bevrediging, al kon hij ons
sinds de meermalen herhaalde audities van
Haydn's concert door Carel van Leeuwen-
Boomkamp geen nieuwe gezichtspunten
openen. Perfect was de begeleiding door het
orkest. Naast Bresser moot genoemd worden
mevrouw Lydia van der Meer—Scager. Haar
klankvolle mezzo, die ook het kopregister
mooi beheerscht, deed ons de overbekende
alt-aria uit Saint-Saëns' „Samson et Dalilah"
hooren en een aria van Elisabeth uit Tann-
hauser; de eerste weliswaar in een naar mijn
smaak te grooto reserve, de tweede echter
met een raak treffen van den j"u!sten tooïï,
waarvoor haar een terecht verdiende hulde
word gebracht.
Uitstekend te verstaan was voorts de» be
kende declamator Willem van Capellen. Voor
deze gelegenheid had hij de alleraardigste
travesti gekozen „Een bezoek aan het Rijks
museum", een raak st-ukje volksleven, dat
door van Capellen's rijke opmerkingsgave
aldus voor ons is vastgelegd en waarmee hij
bij speciale gelegenheden ons recht prettige
oogeniblikkon weet te bezorgen. Dat deze
populaire microfoonkunstenaar bij zijn op
komst een onthaal vond dat evenredig was
aan Hugo de Groot's ontvangst, zij hier
terloops vermeld. We zeiden reeds, hoe aan
den laatste bij de samenstelling van het
programma 't leeuwenaandeel was toebe
dacht. Maar ook naar het gehalte mag men
nog lang in herinnering bewaren zijn in
terpretatie van Mozart's ouverture Fig aio
alsook zijn kleurrijke weergave van het ballet
van Delibes.
Dat de orgelsoli ons niet geheel bevredig
den, lag stellig niet aan Joh. Jong, die ons
ook' als pianist bekend is, maar aan de
onbekendheid met hek orgel. Hoe het Vara-
orgel een willig werktuig is, onder zijn han
den, men heeft gelegenheid om dit te be
luisteren.
G. J- KALT.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
o 60 Ct». per regel.
FOTOGRAFISCH ATELIER „R I C H E1'
Gr. Houtitr. 169 1 ST. NICOLAAS
13472 H..riem j GESCHENKEN
HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT.
TERREIN.
AANKOOP DOOR DE GEMEENTE
AMSTERDAM?
Maandag is een voordracht aan den Raad
van Amsterdam verschenen, waarin B. en
W. der hoofdstad voorstellen de terreinen
van het voormalige Paleis voor Volksvlijt en
de perceelen vormende de Galerij langs Oost
en WestEinde te koopen. De koopsom zal
bedragen voor het Paleis voor Volksvlijt ter
rein f 1.450.000 en voor de perceelen vor
mende de Galerij f 1,350.000. De terreinen
zijn i.espectievelijk groot 19304 M2 en 6466
M2. Niet in den koop zijn begrepen drie per
ceelen welke niet aan de Galerij maatschap
pij toebehooren. Met de eigenaars van deze
perceelen worden nog onderhandelingen ge
voerd.
VEREEN1GING „MACBI".
Wij ontvingen het winterprogramma van
de Vereeniging van Jonge Joden „Macbi",
alhier. Er zullen cursussen gegeven worden
over Joodsche Geschiedenis, Hebreeuwsch en
Handenarbeid. Verder zullen persoverzich
ten worden gegeven en een koor en clubjes
(volgens het mentorsysteem) worden ge
vormd. Het doel van deze clubjes is, door
persoonlijk contact met ouderen, kleine
groepjes jongens begrip van Joodsche waar
den en kennis van Joodsche problemen bij
te brengen.
Om de veertien dagen treden sprekers op
en worden intieme bijeenkomsten georgani
seerd. Voorts hebben algemeen bijeenkom
sten plaats ter viering van de Joodsche
feest- en gedenkdagen.
Ook is er nog een leiderscursus voor de
oudste leden, ter opleiding van aspirant-lei
ders. Dezen zullen te hunner tijd het leiders
examen der Joodsche Jeugdfederatie afleg
gen.
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 12 NOVEMBER 1929
LETTEREN EN KUNST
Nieuw Nederlandsch Tooneel.
Veel leven om niets.
Een belangrijke Tooneelgebeurtenis.
Magda Janssens en Louis Saalborn
De avond van een groote première! Een
stampvolle zaal, „tout Amsterdam" aanwe
zig, meer toilet dan gewoonlijk, vele bekende
kunstenaars, op een der voorste rijen Mon
te ux, Rudolf Mengelberg en Dopper! Een
merkbare spanning bij het publiek, wanneer
de lichten uitdooven en Arntzenius zijn diri
geerstok omhoog heft. Een stilte valt in de
zaal, de eerste tonen van Korngold's mu
ziek klinken op uit het orkest, de voorstelling
van „Veel Leven om Niets" is begonnen. Het
is dezelfde sfeer als op de groote premières,
toen Willem Royaards nog zijn Shakespeare-
opvoeringen bracht. En wanneer 't doek van
een splijt en in een zeer vlug tempo het spel
begint, dan voelen wij, dat de geest van den
vroegeren. leider nog bij deze spelers zijn
leerlingen en volgelingen aanwezig is. Wij
weten dus tegelijk, dat wij weder een
Shakespeare-opvoering in breeden stijl zul
len krijgen, een voorstelling, die Royaards
waardig zou zijn geweest.
En dat is deze opvoering van „Veel Leven
om Niets" geworden! Een evenement
in dit aan belangrijke voorstellingen reeds
thans zoo rijke tooneelseizoen, een daad,
waarop Louis Saalborn met recht trotsch
mag zijn. Een avond, waarop wij weer vol
eerbied en bewondering hebben opgezien
naar het ontzaglijk genie, dat Shakespeare
was en wij wederom volop genoten hebben
van de onuitputtelijke bron van geest en
diepe menschenkennis van dezen dichter.
Met een „symphonie", jubelend van godde-
lijken lust. een „allegro con brio" vergelijkt
Saalborn in zijn voorwoord van het pro
gramma „Veel Leven om Niets". Een werk
„vol juichende vreugde, vol speelschen geest,
vol bruisenden overmoed, vol levensblijheid!"
Ja waarlijk, zoo is het! Met Shakespeare ko
men wij in een andere, een hoogere sfeer,
voelen wij heel den avond de aanraking van
het genie! Wie durft bij dit blijspel van ver
rassingen, waarin personen, in prieelen ver
scholen, gesprekken van anderen beluisteren,
ook maar één oogenblik het woord „ver
ouderd" gebruiken. Bij Shakespeare kan en
mag alles, omdat hij het opvoert tot een
hoogte, die geen ander ooit heeft bereikt.
Als een gouden draad loopt door dit snel
van intrigue het liefdespoëem van Benedict
on Beatrice! Aan Petruccio en Katharina uit
„De Getemde Feeks" denken wij even, maar
Benedict en Beatrice staan ïn veel teerder
licht, in veel milder atmosfeer! Twee over
moedige, jonge menschen. vol bruisende
levenskracht, die hun vrijheid en onafhan
kelijkheid lief hebben en meenen, dat zij de
liefde in het leven kunnen ontberen, doch
onmiddellijk ln verweer, zoodra zij elkander
maar zien, omdat zij beiden onbewust voelen,
dat het gevaar in hun hart als een vuur te
smeulen ligt. Totdat het wordt ontstoken en
onbluschbaar uitlaait!
Hoe diep heeft Shakespeare ln Benedict en
Beatrice de menschenharten gepeild, hoe
meesterlijk en toch aldoor even licht
hoeft hij zijn spel met hen gespeeld! Bea
tricezij behoort tot de mooiste vrouwen
figuren, die ooit op het tooneel zijn gebracht!
Welk een speelsch vernuft, welk een spran- 1
kelende geest-, welk een jeugdige, onstuimige
overmoed eerst, welk een teederheid, welk
een adel van geest, welk een vrouwelijk
medegevoel later, wanneer Hero haar
nicht'en vriendin grievend beleedigd
wordt! En hoe fier en mannelijk staat, eerst
tegenover en later naast haar. de figuur van
Benedict! Twee gelijk gestemde geesten die
enkel in de schepping van een genie als
Shakespeare konden ontstaan.
Zooals Petruccio en Katharina in De Ge
temde Feeks de hoofdpersonen zijn, zoo zijn
het- Benedict en Beatrice in „Veel Leven om
fn Veel leven om niets".
Niets", maar naar deze twee jonge menschen
ging Shakespeare's liefde gansch en al! Hier
geen spoor van spot, hardheid of wreedheid,
enkel genegenheid. In dit van mildheid
overvloeidende blijspel wordt geen vrouw
door een man getemd; het is de liefde die
twee menschen aanraakt, hen verandert en
opvoert tot het allerhoogste.
Als in De Getemde Feeks stonden Magda
Janssens en Louis Saalborn weer tegenover
en later naast elkander! Zij tweeën Mag
da Janssens wel het meest hebben de
voox-stelling ook nu weer regelrecht naar den
triomf gedragen. In breeden, grooten stijl
hebben zij beiden gespeeld. Hun eerste ont
moeting reeds, wanneer zij tegenover elkan
der komen te staan en elkaar met de oogen
meten, was een moment en heel den avond
heeft het samenspel van deze twee een on
verdeeld genot geschonken. Geestig, rap,
dartel, gracieus, overmoedig, onstuimig was
deze Beatrice! En daarbij steeds vrouw en
nicht van een edelman! Hoe prachtig
gaf zij het ontluiken der liefde, hoe vrouwe
lijk en van welk een noblesse was zij in haar
strijd voor Hero! Een krachtige, mannelijke
Benedict, in vernuft en geest deze Beatrice
volkomen waardig, was Saalborn! Hoe
voortreffelijk lanceerden dezen beiden ook al
door hun tekst! Door het meeslepende, al
door voorname spel van deze twee ras-artis-
ten kwamen Beatrice en Benedict in het
volle licht te staan, waarin zij door
Shakespeare in dit blijspel zijn geplaatst.
Wanneer ik Saalborn en Magda Janssens
het eerst noem, dan is dat niet uit gebrek
aan waardeering voor de omgeving! Aller
minst, want heel deze Shakespeare-opvoe
ring stond op een zoo hoog peil, dat ons na
tionaal tooneel er trotsch op mag zijn.
Enkele te zwakke krachten zooals de
Don Pedro, Leonato en de Ursula uitgezon
derd, speelden allen in een stijl, die aan
paste bij het spel der twee hoofdpersonen.
Veel Leven om Niets werd ook in de opvoe
ring vooral tot aan de pauze een sym
phonie, gespeeld „allegro con brio".
Een in een heerlijk vlug tempo gehouden
vroolijke vertooning, warm van kleur, waar
in toch ook de schaduw ik denk hier aan
den door Jacq. Reule met indrukwekkende
plastiek gespeelde, sombere figuur van Don
Juan niet vergeten was. Mijn kritiek zou te
uitvoerig worden, wanneer ik in detail het
spel der vele medespelenden zou gaan be
spreken. Misschien, dat ik dat later kan doen,
als het Nieuw Nederlandsch Tooneel nog
eens te Haarlem met Veel Leven om Niets
mocht komen, wat ik recht hartelijk wensch.
Laat ik thans alleen Gobau mogen noemen,
die vooral vóór de pauze een zeer
knappe Claudio gaf te zien later leek deze
Claudio mij wat ongevoelig Flor La
Roche, een zeer goede en levendige Borachio
en Oscar Tourniaire, die bij zijn vele koste
lijke Shakespeare-figuren thans weer die van
Brummel, den gerechtsdienaar, heeft ge
voegd.
Een Shakespeare opvoering dus, die
ook door de aankleeding en de decors een
waardig vervolg is op de vertooningen van
Driekoningenavond, Midzomernachtsdroom
en Het Winteravondsprookje van Royaards,
De Storm en De Getemde Feeks van Saal
born. De muziek van Korngold, uitgevoerd
door een orkest onder leiding van L. M. G
Arntzenius, versterkte den indruk en vorm
de wat een deel van het publiek helaas
nu en dan vergat een integreerend deel
van deze zeer bijzondere en hoogstaande
voorstelling. Ik durf mij niet wagen op het
terrein van collega Karei de Jong, maar wel
wil ik zeggen, dat ik niet gaarne deze illus-
treerende muziek zou hebben gemist, al
vond ik haar dan ook een enkele maal tij
dens de actie te opdringerig.
De opvoering werd een triomf! Toen aan
het slot de spelers waarbij zich ook de
heer Arntzenius had gevoegd te midden
van een bloementuin stonden, kwam aan het
gejuich van het geestdriftig publiek schier
geen einde. Telkens en telkens weer moest
het doek omhoog, galmden de bravo's door
de zaal! Allen beseften, dat zij getuige van
een voor ons land belangrijke tooneelgebeur-
tenis waren geweest.
Waarlijk, wij mogen spreken van een ver
blijdend opleven van ons tooneel! Een zoo
belangrijk tooneelseizoen hebben wij in jaren
niet meegemaakt en wij zijn nog pas in de
eerste helft van November!
J. B. SCHUIL.
DANSAVOND.
ESCUDERO.
Escudero en Garcia in Dans uit da Faïla's
I'Amour Sorcier",
Een vurig bewonderaar van Escudero's
danskunst noemde mij den naam van La
Argentina. Mij dunkt, dat Escudero en zijn
twee danseressen moeilijk met Argentina te
vergelijken zijn. Argentina is een zeer per
soonlijk talent. Alle dansen worden door
haar als het ware geadeld en zij* krijgen
daardoor een uitzonderlijk cachet. Het is
met Argentina zooals het met Eleonora Duse
was; zij heft alles, wat zij aanraakt tot zich
op. Een cordoba, een flamenco, door Argen
tina gedanst, krijgen een geheel eigen ka
rakter. Wij zouden ons La Argentina niet
kunnen voorstellen, dansend in een danszaal
van een Spaansche haven; haar kunst is er
te voornaam, te aristocratisch voor.
Bij Escudero en Carmencita Garcia de
beste van de twee danseressen, die den Span
jaard vergezellen is dit geheel anders. Zij
brengen ons de Spaansche dansen in hun
oorspronkelijlcen vorm, zij geven zich geheel
over aan hun dans, zij worden er als het
ware door bezeten. Het is het oer-instinct
van een heel volk, dat zich uitleeft in dit
dansen. Bij La Argentina is het de kunste-
n a r e s, bij Escudero is het de d a n s, die ons
vasthoudt en boeit.
Maar dit is zeker, beiden zijn in hun kunst
phenomenaal! Het dansen ven Escudero is
rhythme, rhythme en nog eens rhythme!
Hij danst niet op muziek, maar zijn dansen
is muziek! Dat is het opwindende, ook voor
de toeschouwers ja, ik zou hier kunnen
spreken van de toehoorders van deze dansen'
Escudero's bewegingen zijn bijna aldoor
mannelijk, krachtig en forsch.
Daarom schenkt zijn dansen met Carmen
cita Garcia of Almeria oen zoo bijzonder
genot; er is in al die dansen steeds het
sterke contrast tusschen den man en de
vrouw; in al die dansen zien wij altijd weer
den strijd tusschen het manneljesdier en het
vrouw tjesdier. Escudtvo en Carmencita
G-arcia geven dien strijd met zijn verlok
kingen en afs too ten voortdurend in geva-
rieerdon vorm, maar aldoor boeiend en mee-
sleepend, hij krachtig, overheerschend, forsch,
zij verleidelijk, speelsch, gracieus en sen
sueel. De Danse de la Frayeur maakte als
samendans wel het meesten indruk op ons;
wij dachten bij dezen dans aan den strijd
tusschen de slang en de duif.
Ik zeide reeds, dat dit dansen muziek soms
is. Bij geen enkele dans komt dit sterker
naar voren dan bij de „Rhytmes", een dans,
dien men meer hoort dan ziet! In dezen
dans, die zonder begeleiding van instrumen
ten, ja zelfs zonder castagnetten wordt ge
danst, is Escudero het levend geworden
rhytme; het is of Escudero dan gansch en
al muziek wordt! De voeten en handen van
Escudero zingen, zijn nagels fluisterc'a, het
lichaam wordt een orkest, dat de danser
bespeelt. Het is van een verbluffende vir
tuositeit! Welk een muziek ook in den slot-
dans, begeleid door castagnetten van zilver,
ijzer en aluminium.
Van de twee Escudero begeleidende dansev
ressen is Carmencita Garcia verreweg de
beste. Haar dansen is van een prachtige
elasticiteit, jong, lenig en vurig! Almeria had
vooral succes met haar guitige boerendansen,
welke men soms van Russischen oorsprong
zou wanen.
Het was een prachtige avond! Maar waar
was het uitgaande Haarlem gebleven? Stelt
men in Haarlem zoo weinig belang in deze
sterke Spaansche kunst, dat er slechte een
200 menschen opkwamen om zoo iets bijzon
ders te zien! En dat terwijl Pawlowa toch
eenige malen voor uitverkochte zalen danste!
Het publiek, dat opgekomen was, was uit
gelaten geestdriftig. Ook de zaal werd muziek
en men dacht den Spanjaarden hulde met
voeten, handen en stem! Zij waren onver
moeid en bleken bijzonder gul met hun da
capo's!
Een avond van onvergetelijke danskunst!
J. B. SCHUIL.
KUNST AAN HET VOLK.
De beroemde zanger Panzéra zal dezer da
gen in enkele plaatsen van ons land optre
den. Het is het bestuur van „Kunst aan het
Volk" gelukt hem te engageeren voor a.s.
Donderdag; hij zal dan in het Gem. Con
certgebouw een liederavond geven.
De Friesche schaatsenfdbricatie is wereldberoemd en de Friesche scJiaatsenslijpers ver
staan hun vak. Een kijkje bij het werk in Ylst. Het steken van het blok, het z.g.n. bifr
werken.