TWEEDE KAMER.
EEN NEDERLANDSCH COMMUNIST VERTELT ZIJN
ERVARINGEN OVER RUSLAND.
Fa. Gebr. BRAKEL
HAARDEN
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 NOVEMBER 1929
BINNENLAND
12 November.
De algemeene beschouwingen voortgezet. De re
geering aam het woord. Onze verhouding tot België.
Geen belastingverhooging?
Minister Ruys. Minister üa Lt^er.
De heer De Visser, de communist, heeft
moeilijkheden met zijn partij. Het was hem
dus moeilijk namens haar ln de Kamer te
spreken. Nu is daarbij gekomen, dat hij nog
ziek is ook voor heel de week, deelde hij
den president mede. Gevolg niet alleen, dat
de Kamer hem bij de algemeene beschou
wingen in het geheel niet hooren zal, ook
zijn interpellatie over de nieuwe vervolging
van nationalisten in Indië moet voorloopig
van de agenda worden afgevoerd.
Vandaag hoorde in de algemeene beschou
wingen de Kamer de regeering aan, de mi
nisters van Binn. Zaken en Financiën. Heeft
de eerste de Kamer zeer geboeid de heer
De Geer hield ditmaal een veel te lange
redevoering: de aandacht der dames en hee-
ren zonk telkens in. En begrijpelijk.
Eerst dus minister Ruys.
Deze begon met af te rekenen met de hee-
ren Kersten en Wijnkoop. Van de wenschen
des heeren Kersten zeide de minister, dat
deze krachtige persoonlijkheid wel niet lang
genoeg zal leven, om de verwezenlijking te
zien van al zijn wenschen, die niet naar den
aard van ons volk zijn. En de ideeën des
heeren Wijnkoop noemde hij eenvoudigweg
„zonderling".
Voorts de heer Ruys behandelde eerst
de kleine punten beloofde hij den land
bouw naar vermogen te zullen steunen. Hij
deelde mede, dat de instelling van een
staatscommissie, die de departementale
werkzaamheden moet moderniseeren en
meer efficiency moet doen betrachten in
voorbereiding is de regeering wil op dit
punt actief zijn.
Over de ontwapeningskwestie sprekende,
merkte de minister op, dat de regeering zich
hier op wat Genève doet, richt. Overigens:
nergens is nog van ontwapening sprake
zeide Jhr- Ruijs ook niet in Denemarken
met zijn socialistische regeering, die ook wil
doen wat hare neutrale en volkenbondsver
plichtingen medebrengen. De minister noem
de dat, volgens Deensche gegevens, niet weinig.
De premier merkte op, dat al is de regee
ring er op uit den vrede te bevorderen, het
toch haar plicht is rekening te houden met
het oorlogsgevaar.
Veel verband was er in den aanvang van
des premiers rede niet kon er ook niet
wezen! De handelspolitiek zal in geen geval
in hoofdlijnen worden omgebogen. Maar er
zijn verschijnselen in het buitenland en de
buitenlandsche handelspolitiek, die het noo-
dig maken het geheel nieuw te bezien en te
onderzoeken of wij wel geheel passief kun
nen blijven, nu er tastbaar nadeel is te con-
stateeren. De minister zeide, dat de studie
van een onderhandelingstarief zoover is, dat
het resultaat der studie van de commissie, bij
den Nijverheidsraad om advies is.
Ook de regeering is niet ontgaan het toe
nemen der onzedelijkheid in verband met
den tijdgeest. Het geeft te denken, dat scher
pe maatregelen tegen de toenemende onze
delijkheid van de overheid worden gevraagd.
De bewindsman zag echter in dit gebied de
mogelijkheid als beperkt: de goede krachten
moeten komen uit het volk zelf, uit den en
keling, die zich weet te ontworstelen aan de
dienstbaarheid der genotzucht. Het gaat om
de toekomst van ons volk. Is het vragen om
overheidsmaatregelen het bewijs misschien
van te ver doorwoekeren vroeg de minis
ter, die een krachtig beroep deed op de groo-
te maatschappelijke en zedelijke krachten
die er nog in ons volk leven. Overigens ge
loofde de minister, dat de regeering meer tot
taak heeft de bestaande wetten te handha-
yen, dan nieuwe te ontwerpen.
Dan sprak de premier over den aard en het
karakter van zijn kabinet. Hij verklaarde te
willen regeeren volgens de beginselen der
rechterzijde, wijl daarin zoo heel veel ge
meenschappelijks is. Toen hij de opdracht
voor een extra-parlementair kabinet kreeg,
zocht hij mannen, die de beginselen der
rechterzijde aanhingen. Ten slotte werd de
zelfde modus gevolgd als door den heer Cort
van der Linden, zij het dat hier de linksche
inslag domineerde.
Voor de oplossing zoo sprak de bewinds
man der groote vraagstukken Is alleen
mogelijkheid bij een steunen op de rechtsche
beginselen. Onder de gegeven omstandighe
den is een rechts georiënteerd kabinet het
eenig mogelijke. Toch van een vermomd
coalitiekabinet is geen sprake. De premier
merkte op, dat het zeer moeilijk is de zuivere
grens te trekken tusschen wat een parlemen
tair en een extra-parlementair kabinet is.
Maar dit kabinet is een extra-parlementair
rechtsch kabinet. En wel omdat het niet de
zekerheid heeft kunnen krijgen van in
stemming met zijn programma en hierin zag
Jhr. Ruys de elementaire voorwaarde voor
een parlementair kabinet liggen.
Toen één der partijen weigerde haar In
stemming te betuigen weigerden de beide
andere rechtsche groepen evenzeer haar
steun. Geen parlementair kabinet dus. Wan
neer ook aldus de minister het kabinet
steun zoekt en hoopt te vinden bij de rech
terzijde, beteekent dit nog niet, dat het parle
mentair van karakter is. Al Is het verstandig,
dat de regeerlngsbeginselen niet botsen op
die Kamermeerderheid toch heeft de mi
nister zich van elk overleg onthouden en dat
stempelt zijn kabinet tot een extra-parle
mentair bewind.
Vervolgens besprak de minister enkele
hoofdpunten van het komend beleid.
Allereerst België!
De minister wees er op, dat er samenwer
king zal zijn tusschen Buitenl. Zaken en
Waterstaat, de eerstdaags optredende Direc
teur-generaal van den Rijkswaterstaat zal
daartoe veel kunnen bijdragen. Er heerscht
bij de regeering goede wil tegenover België
I zij hoopt, dat de periode van lange schrif
turen is afgeloopen- Mondeling overleg is
thans noodig. De regeering hoopt dat spoe
dig een tractaat zal zijn tot stand gekomen.
Alle wenschen van België zijn niet tegemoet
te komen, maar zoover als mogelijk wil het
nieuwe bewind gaan.
De minister sprak van de hechte eenheid
tusschen Nederland en de overzeesche ge
bieden. De waakzaamheid zal niet uit het
oog worden verloren en door de regeerings-
organen met beleid worden toegepast.
Wat moet er in de naaste toekomst ge
daan worden vroeg de heer Ruys t.a.v.
de ontvoogding van de inlandsche bevolking
en van toekenning der staatkundige rechten.
Wij moeten ons neerleggen bij wat tot stand
is gebracht en letten op de volgende pe
riode van opbouw. Men moet weten, dat de
bestuurshervorming niet in eens voldragen
is. Thans wordt overwogen de overdracht
van nieuwe bevoegdheden aan de provincies
op Java, van het gebied van onderwijs en
volksgezondheid. Er zal voorts niet getracht
worden het bestuur der buitengewesten een
copie te maken van die op Java, daar moet
een opbouw plaats hebben op anderen grond
slag, daarin gelden andere verhoudingen
aldus de minister, die hiermede den heer
Colijn zal hebben gewonnen.
Het Kabinet verklaarde te hechten aan
behoud van het financieel evenwicht. Het
geheele kabinet zal overwegen hoeverre daar
mede in verband gebracht kunnen worden
wenschen naar cultureelen of socialen uit
bouw.
Bij behoud van dat evenwicht, wordt het
meerdere besteed voor vermeerdering van
welvaart. Sociale orde is gemoeid met het
behoud van het evenwicht.
Wanneer de regeering iets wil doen t.z.
van de bedrijfsorganisatie, zal zij zich vooral
ten doel stellen het recht te vinden, niet in
de eerste plaats te scheppen. Er is op het
oogenblik een werkelijkheid, die de uitwer
king van sociale wetten aan organisaties uit
het maatschappelijke leven heeft opgedra
gen. Hier ligt een lijn, die zal worden ge
volgd bij het zoeken naar bedrijfsvrede, zoo
wel bij de bindend-verklaring van de C-A.C.
als bij het ontwerpen van een regeling voor
de bedrijfsraden.
Er zal op de schatkist een beroep kunnen
worden gedaan, al kan niet alles in eens. De
verruiming van Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering gaat vóór de Werkloosheidsver
zekering. De regeering zal streven naar een
zoo spoedig mogelijke volledige uitvoering
van de Arbeidswet, maar houdt het oog op
het buitenland.
Ook beloofde de regeering aandacht voor
de opleiding van geschoolde arbeidskrach
ten. Intrekking van het stopartikel uit de
Nijverheidsonderwijswet- is nog niet raad
zaam.
De minister eindigde met te spreken van
het vertrouwen dat het Kabinet in zijn mi
nisters, door een beginselband verbonden, bij
de rechtsche groepen hoopt te zullen vinden.
Ook vroeg hij objectieve beoordeeling bij de
linkergroepen.
Daarna was het woord aan den minister
van Financiën. Deze betoogde, dat de over
schotten op de rijksrekeningen, niet opzet
telijk zijn uitgelokt: er is nooit te hoog ge
raamd op het stuk van uitgaven. Ook be
toogde de heer de Geer, dat de overschotten
geen kwaad hebben gedaan: zij hebben den
grooten druk der crisislasten verminderd,
wat zei de minister de heer Marehant,
steeds als noodzakelijk heeft gevoeld. Over
schotten voorkomen is heel moeilijk en een
aanwijzing, die deze overschotten zouden
kunnen bevatten voor toekomstverwachtin
gen met rijke toevloeiing van middelen,
achtte minister de Geer onmogelijk.
Toevloeiing van middelen? Minister de Geer
deed de Kamer letten op de vermindering
van de opbrengst van den drankaccijns, ook
door verminderd drankgebruik en op de gel
den, die de uitvoering van de wet op de
financieele verhouding zullen vragen. Van
belastingverlaging zal geen sprake kunnen
zijn. Wel van verlaging van druk om het
groote overschot (240 millioen) dat thans de
crisisdienst heeft aan te wijzen. Hier kwam
de minister met een belangrijke mededee-
ling. Men weet, dat hij voorstelde den sui
keraccijns te verlagen. „Wil men" zoo zei
Mr. de Geer „een andere belasting voor
verlaging uit de crisisheffingen liever het
is mij wel!" Echter: de geslachtsaccijns ver
lagen met de overschotten van den crisis
dienst dat is iets. waartoe de minister niet
zal overgaan, wijl de crisisdienst scherp van
den gewonen dienst moet gescheiden houden
worden. Terecht, want het is niet Juist, wat
degenen die het overschot hebben bewerkt
betaalden, anderen ten goede te doen ko
men.
Wijziging in de ambtenaren-salarieering
onderneemt de heer de Geer niet. In de toe
komst is misschien wel weer iets te verbete
ren, voorloopig moet die wijziging definitief
zijn. De minister rekende voor, dat de totale
vermindering der salarissen had bedragen 22
millioen. maar dat door de herziening der
laatste jaren daarop teruggekomen was met
een bedrag van 14 millioen. Blijft 8 millioen.
Telt men nu nog daarbij het pensioen-ver-
haal, dan zeide Mr. de Geer komt het
dan verkregen bedrag nog lang niet nabij
het dalen van het indexcijfer sedert 1920.
Minister de Geer wil van belastingverhoo-
ging niet weten, van belastingverlaging ziet
hij ook niets komen. Omdat wanneer er
overschotten zijn, deze zullen moeten wor
den gebruikt voor nieuwe uitgaven op cultu
reel en sociaal gebied. Nieuwe bronnen aan
boren? En weeldebelasting heffen? De mi
nister voelt er niet veel voor; nieuwe belas
tingen worden zwaar gedragen.
De minister wees er tenslotte op, dat,
wanneer de regeering zou wijken voor nieu
wen aandrang de klachten toch op haar
hoofd zouden neerkomen, als 't mis ging.
Want zij draagt de verantwoordelijkheid. Hij
waarschuwde: houdt de mogelijkheid van
een kentering in de conjunctuur in het oog.
De replieken!
Daarvan zullen wij alleen de hoofdzaken
natuurlijk m* -deelen.
Vandaag n_ oud-minister Bon-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per re?el.
SOPHIAPLE;N 6-14
gaerts daaraan deel, om de regeering te drin
gen (en dat n.a.v. de publicatie van Jhr. van
Eijsinga) zich duidelijk uit te spreken over
de competentie van de Rijnvaartcommissie
en de andere daarin genoemde aangelegen
heden.
Avondvergadering. Buiten
landsche Zaken.
In de avondvergadering Buitenlandsche
Zaken.
Een „tutti frutti"
De heer Vliegen toekende de beteekenis
van den Volkenbond als zeer groot hij
betreurde 't alleen, dat de ontwapenings
mogelijkheden zoo weinig succes hebben.
Over België sprak hij ook hij hoopte, dat
België en Nederland tot overeenstemming
zouden komen over sommige grondbeginselen
voor de onderhandelingen. De heer Knot
tenbelt geloofde, dat die overeenstemming
heel moeilijk zal zijn, wanneer de Belgen blij
ven vasthouden aan een Moerdijkkanaal.
Ook de heer Krijger sprak over België om te
betoogen, dat België niet het recht heeft te
klagen over het kanaal van Hansweert naar
Wemeldinge op de Belgische kanalen rond
Antwerpen, waar heel moeilijk te varen is
en het schutten heel lang duurt. En ook niet
het recht heeft te klagen over het Hellegat.
Immers het Hellegat behoort tot de wateren
die er in 1839 waren. Bovendien de vaart bij
den Moerdijk is nog veel lastiger! En die
vaart willen de Belgen zoo gaarne houden.
De heer Lovink zag de resultaten der eco
nomische conferentie als niet zoo ongunstig,
als zij wel eens worden voorgesteld ware
die conferentie er niet geweest, de tarief s-
verhoo gingen zouden ongelimiteerd zijn
voortgegaan. Overigens geloofde Dr. Lovink
niet, dat de conventie spoedig daadwerkelijk
zou zijn doorgevoerd. Ook hield Dr. Lovink
zijn jaarlijksch pleidooi tot een doorgaand
optreden bij de Vereenigde Staten, om den
uitvoer van planten geen totaal ongemoti
veerde belemmeringen in den weg te leggen.
De heeren Feskens en Knottenbelt vroegen
om Duitschland nu eens eindelijk te dwingen
tot een betalen der door haar aan Nederlan
ders toegebrachte oorlogsschade. De heer
Knottenbelt was in het algemeen weinig
vriendelijk voor Duitschland: hij gespte 't,
dat Duitschland zijn beloften inzake den in
voer van Nederlandsche kolen niet nakomt,
beloften afgelegd toen Nederland Duitsch-
lahd net groote crediet heeft gegeven.
De heer Marehant drong de regeering heel
wat meer activiteit te betrachten in den Vol
kenbond, vooral op het stuk van de ont
wapening. Mevr. Bakker-Nort wilde in de
Nederlandsche delegatie ter komende con-
ferenie tot codificatie van het Internatio
naal recht een flinke vrouwenvertegenwoor
diging hebben, omdat het daar ook gaat om
de nationaliteit van de vrouw.
En tenslotte de heer Wijnkoop. De we
reld kan volgens hem alleen maar groeien,
wanneer Russische methoden worden toege
past. Ook vroeg hij de erkenning van Sovjet-
Rusland.
Donderdagavond is de minister van Bui
tenlandsche Zaken aan het woord.
INTIMUS.
DE MOORD IN DEN POLDER
BLIJDORP.
VISSER OP 9 OCTOBER IN
ROTTERDAM GEZIEN.'
Zaterdagmorgen heeft zich, zooals wij
reeds meldden, bij de politie te Middelburg
een reizend koopman vervoegd, die mee
deelde, dat hij belangrijke mededeelingen
kon doen over den moord in don polder Biij-
dorp.
Voorloopig kon men niets mededeelen om
trent den inhoud van het verhaal van den
koopman, maar het staat, volgens het Volk,
vrijwel vast,.dat hij die meermalen met W.
Visser, den verdachte in de moordzaak, in
logementen logeerde, V. te Rotterdam heeft
gezien. Wel is men reeds in het bezit van
enkele getuigen, die ook Visser op 9 October
in Rotterdam hebben gezien, doch een ge
tuigenverklaring als van dezen koopman
versterkt hot bewijsmateriaal tegen V. zeer,
temeer, daar deze steeds verklaarde, niet in
de Maasstad geweest te zijn. Bovendien
heeft de marskramer zeer nauwkeurige bij
zonderheden verteld, waaruit hij de con
clusie trekt, dat Visser en niemand anders
den moord in Blijdorp gepleegd moet heb
ben.
Veel zal afhangen van het onderzoek naar
de juistheid van de verkregen inlichtingen.
De politie is naar het blad nog verneemt,
niet alleen in het bezit van belangrijke aan-
wijzingen, maar beschikt ook over stille ge
tuigen, die van buitengewoon belang zijn.
Men heeft dan ook de overtuiging in Visser
den dader van den afgrijselijken moorci te
hebben.
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
PROEVEN MET FLIKKERLICHTEN.
De minister van Waterstaat, heeft aan de
Commissarissen der Koningin geschreven:
Ik heb beslist, dat door de Nederlandsche
Spoorwegen proeven zullen moeten worden
genomen met 't aanbrengen van flikkerlich
ten op overwegen, gelegen in wegen met
snelverkeer, waar de plaats van den overweg
weinig de aandacht trekt. Deze flikkerlichten
zullen waarschijnlijk worden aangebracht op
de nabij de overwegen geplaatste andreas
kruisen (waarschuwingsborden).
Uit den aard der zaak is het wenschelijk,
dat deze lichten, zooals trouwens ook de
waarschuwingsborden, reflectoren en andere
seinen, welke dienen om onbewaakte overwe
gen aan te duiden, door het publiek worden
ontzien, daar vernieling of beschadiging hier
van ernstige gevolgen kan hebben.
In aansluiting aan den brief van 30 No
vember 1922 noodig ik u uit, het vorenstaan
de onder de aandacht van de gemeentebestu
ren te brengen, met verzoek, daaraan alge
meene bekendheid te geven en alle inrichtin
gen van onderwijs te willen uitnoodigen de
leerlingen ernstig te doen wijzen op het on
verantwoordelijke van vernieling en bescha-
diging als vorenbedoeld, en op de ernstige ge
volgen, die daaruit kunnen voortvloeien.
Hoe men in 5 jaar de Russische
OVER DE VERHOOGING VAN HET
De heer Koos Visch oud-Haarlemmer
die na een langdurig verblijf in Rusland tij
delijk in ons land terugkeerde, heeft aan het
Deventer Dagblad zijn ervaringen verteld.
Het volgt hier:
De heer Visch is, naar men zich zal herin
neren, een ex-dienstweigeraar, die deswege
een gevangenisstraf heeft ondergaan. Om
zijn levensprincipe geheel te kunnen volgen,
g.ng hij naar Sovjet-Rusland, vanwaar hij
.hans, om een vacantie van vier weken
hunnen genieten, terugkeerde. Hij verblijf,
daartoe ten huize van zijn ouders aan de
Brucestraat te Deventer, waar hij ons een
vraaggesprek toestond over allebei maat
schappelijke dingen in den Sovjetstaat.
In 1922, zoo zeide hij, ben ik naar Rusland
getrokken. Dat was in den tijd van den
hongersnood. Al de jaren, gedurende welke
ik in Rusland heb gewerkt, kon ik daar ge
heel en al de veranderingen gadeslaan en
medemaken, die in Rusland hebben plaats
gevonden. En dat wel in de bedrijven zelf,
zoodat ik over dit alles vrij positief kan oor-
deelen.
De heer Visch vertelde dan, hoe hij zelf ar
beidt op een technisch bureau en zijn vrouw
in een apotheek.
Het allereerst wilde hij iets mededeelen
over de Russische economische toestanden
ln het bedrijfsleven.
Sedert October 1928 is in uitvoering een
5-jarig plan voor de staatsindustrie, welk
plan is uitgewerkt door een Algemeen Staats
plannenbureau voor de productiviteit van ae
industrie in Sovjet-Rusland. Dat plan is
daarom van zooveel belang, omdat particu-
lieve industrie in Rusland weinig meer be
staat. De toestand vóór den oorlog was, dat
de industrie nagenoeg uitsluitend werd uit
geoefend met behulp van buitenlandsch ka
pitaal, in hoofdzaak Fransch en Engelsch.
Na de revolutie was in Rusland van goede
industrie eigenlijk geen sprake meer, vooral
wat aangaat de metaal-, de kolen- en de
textielindustrie.
Van 1924 af, nadat Rusland zich eenlgszlns
van den hongersnood had hersteld, begon
het met een eigen industrieele voorziening,
die in 1926 zoo ver was gevorderd, dat met
nog slechts weinig eigen nieuw kapitaal kon
worden gedacht aan uitbreiding der in
dustrie. Om een beeld te geven van het
geen daarbij is bereikt dienen de volgende
statistische gegevens:
De productie van steenkolen bedroeg, in
duizend tonnen, in 1924-'25 16.792, in 1925-'26
25.785, d.i. 87.9 pCt. van de productie in 1913,
in 1926-'27 332.061, of 111.1 pCt. der produc
tie van 1913.
In dezefde volgorde zijn deze cijfers voor:
naphta 5.297, 6.065, 7.185, 8.525, 90.8 pCt.,
10.437, 109 pCt.;
ijzererts 481, 1.043, 0.84, 3.318, 36 pCt., 4802,
51.9 pCt.;
ruw ijzer 300, 661, 1.292, 52.8 pCt., 2.964, 70.4
pCt.;
landbouwmachines, productie in vooroor-
logsche roebels in 1922-'23 11.8, vervolgens
'23-'24 16.4, en verdere jaren tot 1927 40, 70
en 97;
cement in duizend vaten in diezelfde ja
ren 1390, 2250, 4.54, 8 079. 10.100, waarbij in
het laatste productiejaar 78.9 pCt. van de
vooroorlogsche productie werd bereikt, tegen
69.1 pCt. in '25-'26;
katoen en verwerkte wol in duizend ton
nen: achtereenvolgens 75, 112, 189, 240, 274,
waarbij in het laatste productiejaar 102.2
pCt. van de vooroorlogsche productie werd
bereikt, tegen 88.9 pCt. in '25-'26;
rubber overschoenen in millioenen paar
11.6, 16.25, 30, waarbij in het laatste produc
tiejaar 105-7 pCt. van het vooroorlogsche
werd bereikt, tegen 89,6 in '25-'26;
suiker, in duizenden tonnen, 196, 374, 466,
875, 1.076, waarbij in het laatste jaar 82.5
pCt. van het voor-oorlogsche werd bereikt,
tegen 68.1 pCt. in '25-'26.
Na 1927 kwam voor de industrie zooveel
kapitaal vrij,» dat men kon overgaan tot in
voering van het bedoelde productieplan, wat
eerst geschiedde in het productiejaar dat be
gon in October 1928. Dit 5-jarig productie-
pïan moest in de eerste jaren worden uitge
voerd voor 21,2 pCt. en is in werkelijkheid
uitgevoerd voor 24.4 pCt. Het thans loopende
jaar zal een versnelling van de uitvoering
van het plan beleven in nog sterkere mate.
Dit is van veel beteekenis voor Rusland,
b.v. voor de kolenindustrie, waarbij Rusland
in de wereldproductie thans de 5de plaats in
neemt. Is de ranglijst thans: Amerika,
Duitschland, Engeland, Frankrijk, Rusland,
men zal zien, dat Rusland thans in de vier
de plaats zal treden.
De cementindustrie produceert momenteel
11.9 millioen vaten, doch moet na vier jaren
de productie hebben opgevoerd tot 40 mil
lioen vaten.
De steenfabrieken brengen nu per jaar 1.8
milliard stuks voort, deze productie moet in
1932 9 milliard bedragen. Voor de chemische
industrie (superfosfaat) moet de productie
klimmen van 260.000 ton tot 7 millioen ton.
Dit alles zou nog niet baten, als het trans
portwezen zich niet daarbij aansloot. De
lengte aan spoorlijnen bedraagt thans 16000
KM. meer dan voor den oorlog, of 30 pCt.,
doch na 5 jaren moet de spoorlengte zijn
vermeerderd met 92COQ K.M.
Het plan bevat den bouw van nieuwe fa
brieken, als: 2 tractor-fabrieken, elk met een
capaciteit van 50.000 machines, een groote
automobielfabriek, een fabriek voor groot
type locomotieven en capaciteit van 350 per
jaar, een Dieselmotorenfabriek, thans wer
kende met een productie van 65-000 P.K., na
5 jaren opgevoerd tot 202000 P.K., een turbi-
nefabriek, nu produceerend 600.000 K.W.,
over 5 jaar 650.000 K.W.
Ziet men nu de uitvoering van het plan in
het eerste productiejaar in vergelijking met
de toeneming der industrie in andere landen,
dan komt het uit, dat het tempo der ver
meerdering in Rusland veel sneller is. In
Amerika bedraagt de vooruitgang der indus
trie gemiddeld 3 a 4 pCt., tegen in Rusland
gemiddeld 20 pCt. De hoogste vooruitgang
heeft in Amerika 8 a 9 pCt. bedragen.
De vooruitgang der Russische industrie be
draagt voor de electrische energie 391 pCt.
boven 1913, steenkolen 142 pCt., naphta 140
pCt., superfosfaat 474 pCt.
Voor den oorlog bezat Rusland bepaalde
industrieën niet, die er nu wel zijn. Voor het
ruwijzer is men reeds op 92 pCt. van het
vooroorlogsche peil.
Dat alles is het gevolg van de verhooging
der mechanisatie, waardoor in October van
het volgend jaar 120 pCt. van het vooroorlog
sche peil moet zijn bereikt.
De heer Vis wenschte daarop de gevolgen
van een en ander voor de arbeiders te bezien.
Door de invoering van machines is de pro
ductiviteit van eiken arbeider met 110 pCt.
gestegen, vergeleken bij vóór den oorlog. In
een kapitalistischen staat beteekent dat
werkloosheid. Doch in Rusland, waar de in
dustrie door een „warenhonger" voldoende
afzetgebied heeft en zal houden, moet de
industrie tot bloei toil brengen.
LEVENSPEIL VAN DEN ARBEIDER.
industrie steeds nieuwe werkkrachten zoe
ken.
Bij de textielindustrie b.v. is de vraag naar
producten veel grooter dan de productie.
Door de voortdurende verhooging der loonen
krijgen de arbeiders hun deel in de produc
tieverbetering. Hun levenspeil is verhoogd
nl. 35 pet. vergeleken bij vóór den oorlog. Het
5-jarig plan beoogt een verhooging van dat
peil met 69 pet.
De heer Visch vertelt daarna over de z.g.
„week-zonder-eind" in Rusland. Ook omdat
juist daarover zulke verkeerde voorstellingen
worden gegeven. Het heet dan, dat de Zon
dag is afgeschaft. Ik zelf, zei hij, werk van 1
October Jl. in de week zonder eind. Dat be
teekent, dat ik mijn vrijen dag heb. regel
matig, vandaag ik, morgen een ander. De
week heeft vijf dagen, waarvan men er vier
werkt en den vijfden vrij is. Eiken dag werk
ik 7 uren, langer mag het niet.
In Rusland is ingevoerd een nieuwe pro
ductiekalender. Van de 365 dagen nam men
er 5 af, nl. de algemeene feestdagen, als
daar zijn: 1 en 2 Mei, 7 en 8 November, (her
denking der revolutie) en 22 Januari (her
denking van den dood van Lenin en de
1905-rèvolutle). De overblijvende 360 dagen
zijn verdeeld in 72 weken van 5 dagen. Iedere
maand heeft 30 dagen. In de plaats van de
52 Zondagen kwamen de 72 vrije dagen. De
week heeft nu Maandag, Dinsdag, Woens
dag, Donderdag en Vrijdag, de Maandag
valt steeds op den eersten der maand, de 30e
is steeds een Vrijdag. Zoo is liet gebeurd met
de instemming van de overgroote meerder
heid der arbeiders. In geen enkele fabriek
echter is de nieuwe tijdsindeeling doorge
voerd. als de arbeiders dat niet wilden. De
praktijk wees uit dat men het in geen en
kele fabriek niet wenschte. Het loon der ar
beiders is door deze werkindeeling niet ver
minderd. Elke stap van dezen aard strekte
tot socialen vooruitgang der arbeiders.
In een der Hollandsche bladen, aldus de
heer Visch, las ik van ondervoeding der kin
deren te Moskou. Ik woon dear zelf en mijn
zoontje van twee jaar is een jongen als een
wolk. Van ondervoeding der kinderen te
Moskou is geen sprake. Die praatjes zijn on
zin. Wat den woningnood aangaat, die is er
ontstaan, doordat te veel menschen naar de
steden zijn getrokken. Doch er wordt met
groote energie gebouwd en ik geloof, dat
men er over eenige jaren voldoende wonin
gen zal hebben. Mijn gezin beschikt over
drie kamers, een keuken en een badkamer.
Dat is genoeg ruimte voor man, vrouw en
kind.
Op de vraag, of de heer Visch financieel
kon uitkomen, zeide hij, dat het toch zeker
anders hem niet mogelijk ware, zijn vacantie
in Nederland te gaan doorbrengen.
De Rus hecht weinig waarde aan kleeren
en pronk. De hoofdzaak is voor hem goed
eten en drinken. De Russische arbeider eet
en leeft goed, zeker niet slechter dan de
doorsnee-arbeider in Deventer. Daarbij heeft
de Rus een vacantie van twee weken met
behoud van loon, vrije verpleging en medi
cijnen bij ziekte, met behoud van 100 pet,
van zijn loon. De huishuur wordt bepaald
naar zijn loon.
Wat het arbeidstempo van den Russischen
arbeider betreft, dat is niet boven dat van
den Nederiandschen arbeider, die werkt on
der het systeem der kapitalistische ratio
nalisatie. De mentaliteit van den Russischen
arbeider is een andere. Religieus is hij niet.
Op het land is dat echter anders. Doch ook
in de dorpen steunen de boeren voor 100
procent de Sovjetregeering.
Op de vraag of er dan op het land geen
opstanden zijn voorgekomen, verklaarde de
heer van der Visch, dat er nog klassenstrijd
is op het platteland, doch deze is van ka
rakter veranderd. De rijke boeren trachten
nog soms, als ze er de kans toe krijgen, hun
vroegere macht te hernemen, doch bij elke
sabotage van deze rijke boeren steunt dan
de Sovjet de arme boeren.
Rusland houdt er zoo goed als geen poli
tie op na. Op straat ziet men geen agent.
Het verkeer wordt geregeld door een ver-
keersmilitie. Verder helpt iedere Sovietbur-
ger de orde handhaven en zoo noodig grijpt
men in. Voor crimineele vergrijpen waakt
een kleine militiegroep. Voor de politieke
vergrijpen is de Gepeoe. Deze is samenge
steld uit vertrouwde arbeiders uit de bedrij
ven onder controle der arbeidersorganisaties.
Dat men aan deze politie een misdadig ka
rakter toeschrijft, zoo zeide de heer Visch,
komt voort uit de zielsverwantschap derge
nen, die zoo iet-s beweren, met de contra
revolutionairen. Men mag het den Russi
schen arbeiders niet kwalijk nemen, dat zij
met alle hun ten dienste staande middelen
streng optreden tegen hen, die probeeren,
hun de zuur veroverde fabrieken te ontne
men. De z.g. gehate Gepeoe is bij de arbeiders
juist geliefd.
Het leven van den arbeider in Rusland is
goed en vrij goedkoop. Hij gaat veel uit. De
Rus probeert zich op algemeen gebied te ont
wikkelen, waarbij de Soviet-staat hem helpt.
Verschillende arbeiders met bij zonderen aan
leg worden van staatswege naar bepaalde
scholen gezonden, zoo noodig naar de uni
versiteiten. Hij kende een 17-jarigen hout
hakker uit Siberië, die muzikaal is. Deze
jonge man studeerde twee jaren op het con
servatorium en wordt nu nog van staatswege
twee jaren naar het buitenland gezonden.
De heer Visch vertelde nog, te werken als
constructeur op een technisch bureau. Daar
hij lid is van de Communistische Partijmag
hij niet meer verdienen dan 225 roebel per
maand, d.i. circa 281. Anderen dan com
munisten mogen iets hooger gaan. De ver
houdingen in levensstandaard tusschen in-
tellectueelen en arbeiders zijn in Rusland
veel minder afwijkend dan in kapitalistische
landen. Een arbeider in Moskou verdient on
geveer 160 per maand, terwijl het hoogste
loon van intellectueelen. als ingenieurs, dok
ters e.a. van 275 tot 300 roebel bedraagt.
Daarbij komt, dat hooger betaalden meer
moeten afdragen aan huishuur, belasting etc.
dan arbeiders.
De heer Visch wilde nog doen uitkomen,
dat niet waar is. dat steeds Russische legers
invallen doen in Chineesche grensstreken,
doch dat daarentegen wel Chineesche troe
pen, aangevoerd door wit-gardisten, onbe
schermde Russische grensdorpen aanvallen
en plunderen.
Tot zoover de mededeelingen en beschou
wingen van den heer van der Visch, die wij
geheel voor zijn rekening laten.