TWEEDE KAMER. EEN NEDERLANDSCH COMMUNIST VERTELT ZIJN ERVARINGEN OVER RUSLAND. Fa. Gebr. BRAKEL HAARDEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 NOVEMBER 1929 BINNENLAND 12 November. De algemeene beschouwingen voortgezet. De re geering aam het woord. Onze verhouding tot België. Geen belastingverhooging? Minister Ruys. Minister üa Lt^er. De heer De Visser, de communist, heeft moeilijkheden met zijn partij. Het was hem dus moeilijk namens haar ln de Kamer te spreken. Nu is daarbij gekomen, dat hij nog ziek is ook voor heel de week, deelde hij den president mede. Gevolg niet alleen, dat de Kamer hem bij de algemeene beschou wingen in het geheel niet hooren zal, ook zijn interpellatie over de nieuwe vervolging van nationalisten in Indië moet voorloopig van de agenda worden afgevoerd. Vandaag hoorde in de algemeene beschou wingen de Kamer de regeering aan, de mi nisters van Binn. Zaken en Financiën. Heeft de eerste de Kamer zeer geboeid de heer De Geer hield ditmaal een veel te lange redevoering: de aandacht der dames en hee- ren zonk telkens in. En begrijpelijk. Eerst dus minister Ruys. Deze begon met af te rekenen met de hee- ren Kersten en Wijnkoop. Van de wenschen des heeren Kersten zeide de minister, dat deze krachtige persoonlijkheid wel niet lang genoeg zal leven, om de verwezenlijking te zien van al zijn wenschen, die niet naar den aard van ons volk zijn. En de ideeën des heeren Wijnkoop noemde hij eenvoudigweg „zonderling". Voorts de heer Ruys behandelde eerst de kleine punten beloofde hij den land bouw naar vermogen te zullen steunen. Hij deelde mede, dat de instelling van een staatscommissie, die de departementale werkzaamheden moet moderniseeren en meer efficiency moet doen betrachten in voorbereiding is de regeering wil op dit punt actief zijn. Over de ontwapeningskwestie sprekende, merkte de minister op, dat de regeering zich hier op wat Genève doet, richt. Overigens: nergens is nog van ontwapening sprake zeide Jhr- Ruijs ook niet in Denemarken met zijn socialistische regeering, die ook wil doen wat hare neutrale en volkenbondsver plichtingen medebrengen. De minister noem de dat, volgens Deensche gegevens, niet weinig. De premier merkte op, dat al is de regee ring er op uit den vrede te bevorderen, het toch haar plicht is rekening te houden met het oorlogsgevaar. Veel verband was er in den aanvang van des premiers rede niet kon er ook niet wezen! De handelspolitiek zal in geen geval in hoofdlijnen worden omgebogen. Maar er zijn verschijnselen in het buitenland en de buitenlandsche handelspolitiek, die het noo- dig maken het geheel nieuw te bezien en te onderzoeken of wij wel geheel passief kun nen blijven, nu er tastbaar nadeel is te con- stateeren. De minister zeide, dat de studie van een onderhandelingstarief zoover is, dat het resultaat der studie van de commissie, bij den Nijverheidsraad om advies is. Ook de regeering is niet ontgaan het toe nemen der onzedelijkheid in verband met den tijdgeest. Het geeft te denken, dat scher pe maatregelen tegen de toenemende onze delijkheid van de overheid worden gevraagd. De bewindsman zag echter in dit gebied de mogelijkheid als beperkt: de goede krachten moeten komen uit het volk zelf, uit den en keling, die zich weet te ontworstelen aan de dienstbaarheid der genotzucht. Het gaat om de toekomst van ons volk. Is het vragen om overheidsmaatregelen het bewijs misschien van te ver doorwoekeren vroeg de minis ter, die een krachtig beroep deed op de groo- te maatschappelijke en zedelijke krachten die er nog in ons volk leven. Overigens ge loofde de minister, dat de regeering meer tot taak heeft de bestaande wetten te handha- yen, dan nieuwe te ontwerpen. Dan sprak de premier over den aard en het karakter van zijn kabinet. Hij verklaarde te willen regeeren volgens de beginselen der rechterzijde, wijl daarin zoo heel veel ge meenschappelijks is. Toen hij de opdracht voor een extra-parlementair kabinet kreeg, zocht hij mannen, die de beginselen der rechterzijde aanhingen. Ten slotte werd de zelfde modus gevolgd als door den heer Cort van der Linden, zij het dat hier de linksche inslag domineerde. Voor de oplossing zoo sprak de bewinds man der groote vraagstukken Is alleen mogelijkheid bij een steunen op de rechtsche beginselen. Onder de gegeven omstandighe den is een rechts georiënteerd kabinet het eenig mogelijke. Toch van een vermomd coalitiekabinet is geen sprake. De premier merkte op, dat het zeer moeilijk is de zuivere grens te trekken tusschen wat een parlemen tair en een extra-parlementair kabinet is. Maar dit kabinet is een extra-parlementair rechtsch kabinet. En wel omdat het niet de zekerheid heeft kunnen krijgen van in stemming met zijn programma en hierin zag Jhr. Ruys de elementaire voorwaarde voor een parlementair kabinet liggen. Toen één der partijen weigerde haar In stemming te betuigen weigerden de beide andere rechtsche groepen evenzeer haar steun. Geen parlementair kabinet dus. Wan neer ook aldus de minister het kabinet steun zoekt en hoopt te vinden bij de rech terzijde, beteekent dit nog niet, dat het parle mentair van karakter is. Al Is het verstandig, dat de regeerlngsbeginselen niet botsen op die Kamermeerderheid toch heeft de mi nister zich van elk overleg onthouden en dat stempelt zijn kabinet tot een extra-parle mentair bewind. Vervolgens besprak de minister enkele hoofdpunten van het komend beleid. Allereerst België! De minister wees er op, dat er samenwer king zal zijn tusschen Buitenl. Zaken en Waterstaat, de eerstdaags optredende Direc teur-generaal van den Rijkswaterstaat zal daartoe veel kunnen bijdragen. Er heerscht bij de regeering goede wil tegenover België I zij hoopt, dat de periode van lange schrif turen is afgeloopen- Mondeling overleg is thans noodig. De regeering hoopt dat spoe dig een tractaat zal zijn tot stand gekomen. Alle wenschen van België zijn niet tegemoet te komen, maar zoover als mogelijk wil het nieuwe bewind gaan. De minister sprak van de hechte eenheid tusschen Nederland en de overzeesche ge bieden. De waakzaamheid zal niet uit het oog worden verloren en door de regeerings- organen met beleid worden toegepast. Wat moet er in de naaste toekomst ge daan worden vroeg de heer Ruys t.a.v. de ontvoogding van de inlandsche bevolking en van toekenning der staatkundige rechten. Wij moeten ons neerleggen bij wat tot stand is gebracht en letten op de volgende pe riode van opbouw. Men moet weten, dat de bestuurshervorming niet in eens voldragen is. Thans wordt overwogen de overdracht van nieuwe bevoegdheden aan de provincies op Java, van het gebied van onderwijs en volksgezondheid. Er zal voorts niet getracht worden het bestuur der buitengewesten een copie te maken van die op Java, daar moet een opbouw plaats hebben op anderen grond slag, daarin gelden andere verhoudingen aldus de minister, die hiermede den heer Colijn zal hebben gewonnen. Het Kabinet verklaarde te hechten aan behoud van het financieel evenwicht. Het geheele kabinet zal overwegen hoeverre daar mede in verband gebracht kunnen worden wenschen naar cultureelen of socialen uit bouw. Bij behoud van dat evenwicht, wordt het meerdere besteed voor vermeerdering van welvaart. Sociale orde is gemoeid met het behoud van het evenwicht. Wanneer de regeering iets wil doen t.z. van de bedrijfsorganisatie, zal zij zich vooral ten doel stellen het recht te vinden, niet in de eerste plaats te scheppen. Er is op het oogenblik een werkelijkheid, die de uitwer king van sociale wetten aan organisaties uit het maatschappelijke leven heeft opgedra gen. Hier ligt een lijn, die zal worden ge volgd bij het zoeken naar bedrijfsvrede, zoo wel bij de bindend-verklaring van de C-A.C. als bij het ontwerpen van een regeling voor de bedrijfsraden. Er zal op de schatkist een beroep kunnen worden gedaan, al kan niet alles in eens. De verruiming van Invaliditeits- en Ouderdoms- verzekering gaat vóór de Werkloosheidsver zekering. De regeering zal streven naar een zoo spoedig mogelijke volledige uitvoering van de Arbeidswet, maar houdt het oog op het buitenland. Ook beloofde de regeering aandacht voor de opleiding van geschoolde arbeidskrach ten. Intrekking van het stopartikel uit de Nijverheidsonderwijswet- is nog niet raad zaam. De minister eindigde met te spreken van het vertrouwen dat het Kabinet in zijn mi nisters, door een beginselband verbonden, bij de rechtsche groepen hoopt te zullen vinden. Ook vroeg hij objectieve beoordeeling bij de linkergroepen. Daarna was het woord aan den minister van Financiën. Deze betoogde, dat de over schotten op de rijksrekeningen, niet opzet telijk zijn uitgelokt: er is nooit te hoog ge raamd op het stuk van uitgaven. Ook be toogde de heer de Geer, dat de overschotten geen kwaad hebben gedaan: zij hebben den grooten druk der crisislasten verminderd, wat zei de minister de heer Marehant, steeds als noodzakelijk heeft gevoeld. Over schotten voorkomen is heel moeilijk en een aanwijzing, die deze overschotten zouden kunnen bevatten voor toekomstverwachtin gen met rijke toevloeiing van middelen, achtte minister de Geer onmogelijk. Toevloeiing van middelen? Minister de Geer deed de Kamer letten op de vermindering van de opbrengst van den drankaccijns, ook door verminderd drankgebruik en op de gel den, die de uitvoering van de wet op de financieele verhouding zullen vragen. Van belastingverlaging zal geen sprake kunnen zijn. Wel van verlaging van druk om het groote overschot (240 millioen) dat thans de crisisdienst heeft aan te wijzen. Hier kwam de minister met een belangrijke mededee- ling. Men weet, dat hij voorstelde den sui keraccijns te verlagen. „Wil men" zoo zei Mr. de Geer „een andere belasting voor verlaging uit de crisisheffingen liever het is mij wel!" Echter: de geslachtsaccijns ver lagen met de overschotten van den crisis dienst dat is iets. waartoe de minister niet zal overgaan, wijl de crisisdienst scherp van den gewonen dienst moet gescheiden houden worden. Terecht, want het is niet Juist, wat degenen die het overschot hebben bewerkt betaalden, anderen ten goede te doen ko men. Wijziging in de ambtenaren-salarieering onderneemt de heer de Geer niet. In de toe komst is misschien wel weer iets te verbete ren, voorloopig moet die wijziging definitief zijn. De minister rekende voor, dat de totale vermindering der salarissen had bedragen 22 millioen. maar dat door de herziening der laatste jaren daarop teruggekomen was met een bedrag van 14 millioen. Blijft 8 millioen. Telt men nu nog daarbij het pensioen-ver- haal, dan zeide Mr. de Geer komt het dan verkregen bedrag nog lang niet nabij het dalen van het indexcijfer sedert 1920. Minister de Geer wil van belastingverhoo- ging niet weten, van belastingverlaging ziet hij ook niets komen. Omdat wanneer er overschotten zijn, deze zullen moeten wor den gebruikt voor nieuwe uitgaven op cultu reel en sociaal gebied. Nieuwe bronnen aan boren? En weeldebelasting heffen? De mi nister voelt er niet veel voor; nieuwe belas tingen worden zwaar gedragen. De minister wees er tenslotte op, dat, wanneer de regeering zou wijken voor nieu wen aandrang de klachten toch op haar hoofd zouden neerkomen, als 't mis ging. Want zij draagt de verantwoordelijkheid. Hij waarschuwde: houdt de mogelijkheid van een kentering in de conjunctuur in het oog. De replieken! Daarvan zullen wij alleen de hoofdzaken natuurlijk m* -deelen. Vandaag n_ oud-minister Bon- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per re?el. SOPHIAPLE;N 6-14 gaerts daaraan deel, om de regeering te drin gen (en dat n.a.v. de publicatie van Jhr. van Eijsinga) zich duidelijk uit te spreken over de competentie van de Rijnvaartcommissie en de andere daarin genoemde aangelegen heden. Avondvergadering. Buiten landsche Zaken. In de avondvergadering Buitenlandsche Zaken. Een „tutti frutti" De heer Vliegen toekende de beteekenis van den Volkenbond als zeer groot hij betreurde 't alleen, dat de ontwapenings mogelijkheden zoo weinig succes hebben. Over België sprak hij ook hij hoopte, dat België en Nederland tot overeenstemming zouden komen over sommige grondbeginselen voor de onderhandelingen. De heer Knot tenbelt geloofde, dat die overeenstemming heel moeilijk zal zijn, wanneer de Belgen blij ven vasthouden aan een Moerdijkkanaal. Ook de heer Krijger sprak over België om te betoogen, dat België niet het recht heeft te klagen over het kanaal van Hansweert naar Wemeldinge op de Belgische kanalen rond Antwerpen, waar heel moeilijk te varen is en het schutten heel lang duurt. En ook niet het recht heeft te klagen over het Hellegat. Immers het Hellegat behoort tot de wateren die er in 1839 waren. Bovendien de vaart bij den Moerdijk is nog veel lastiger! En die vaart willen de Belgen zoo gaarne houden. De heer Lovink zag de resultaten der eco nomische conferentie als niet zoo ongunstig, als zij wel eens worden voorgesteld ware die conferentie er niet geweest, de tarief s- verhoo gingen zouden ongelimiteerd zijn voortgegaan. Overigens geloofde Dr. Lovink niet, dat de conventie spoedig daadwerkelijk zou zijn doorgevoerd. Ook hield Dr. Lovink zijn jaarlijksch pleidooi tot een doorgaand optreden bij de Vereenigde Staten, om den uitvoer van planten geen totaal ongemoti veerde belemmeringen in den weg te leggen. De heeren Feskens en Knottenbelt vroegen om Duitschland nu eens eindelijk te dwingen tot een betalen der door haar aan Nederlan ders toegebrachte oorlogsschade. De heer Knottenbelt was in het algemeen weinig vriendelijk voor Duitschland: hij gespte 't, dat Duitschland zijn beloften inzake den in voer van Nederlandsche kolen niet nakomt, beloften afgelegd toen Nederland Duitsch- lahd net groote crediet heeft gegeven. De heer Marehant drong de regeering heel wat meer activiteit te betrachten in den Vol kenbond, vooral op het stuk van de ont wapening. Mevr. Bakker-Nort wilde in de Nederlandsche delegatie ter komende con- ferenie tot codificatie van het Internatio naal recht een flinke vrouwenvertegenwoor diging hebben, omdat het daar ook gaat om de nationaliteit van de vrouw. En tenslotte de heer Wijnkoop. De we reld kan volgens hem alleen maar groeien, wanneer Russische methoden worden toege past. Ook vroeg hij de erkenning van Sovjet- Rusland. Donderdagavond is de minister van Bui tenlandsche Zaken aan het woord. INTIMUS. DE MOORD IN DEN POLDER BLIJDORP. VISSER OP 9 OCTOBER IN ROTTERDAM GEZIEN.' Zaterdagmorgen heeft zich, zooals wij reeds meldden, bij de politie te Middelburg een reizend koopman vervoegd, die mee deelde, dat hij belangrijke mededeelingen kon doen over den moord in don polder Biij- dorp. Voorloopig kon men niets mededeelen om trent den inhoud van het verhaal van den koopman, maar het staat, volgens het Volk, vrijwel vast,.dat hij die meermalen met W. Visser, den verdachte in de moordzaak, in logementen logeerde, V. te Rotterdam heeft gezien. Wel is men reeds in het bezit van enkele getuigen, die ook Visser op 9 October in Rotterdam hebben gezien, doch een ge tuigenverklaring als van dezen koopman versterkt hot bewijsmateriaal tegen V. zeer, temeer, daar deze steeds verklaarde, niet in de Maasstad geweest te zijn. Bovendien heeft de marskramer zeer nauwkeurige bij zonderheden verteld, waaruit hij de con clusie trekt, dat Visser en niemand anders den moord in Blijdorp gepleegd moet heb ben. Veel zal afhangen van het onderzoek naar de juistheid van de verkregen inlichtingen. De politie is naar het blad nog verneemt, niet alleen in het bezit van belangrijke aan- wijzingen, maar beschikt ook over stille ge tuigen, die van buitengewoon belang zijn. Men heeft dan ook de overtuiging in Visser den dader van den afgrijselijken moorci te hebben. ONBEWAAKTE OVERWEGEN. PROEVEN MET FLIKKERLICHTEN. De minister van Waterstaat, heeft aan de Commissarissen der Koningin geschreven: Ik heb beslist, dat door de Nederlandsche Spoorwegen proeven zullen moeten worden genomen met 't aanbrengen van flikkerlich ten op overwegen, gelegen in wegen met snelverkeer, waar de plaats van den overweg weinig de aandacht trekt. Deze flikkerlichten zullen waarschijnlijk worden aangebracht op de nabij de overwegen geplaatste andreas kruisen (waarschuwingsborden). Uit den aard der zaak is het wenschelijk, dat deze lichten, zooals trouwens ook de waarschuwingsborden, reflectoren en andere seinen, welke dienen om onbewaakte overwe gen aan te duiden, door het publiek worden ontzien, daar vernieling of beschadiging hier van ernstige gevolgen kan hebben. In aansluiting aan den brief van 30 No vember 1922 noodig ik u uit, het vorenstaan de onder de aandacht van de gemeentebestu ren te brengen, met verzoek, daaraan alge meene bekendheid te geven en alle inrichtin gen van onderwijs te willen uitnoodigen de leerlingen ernstig te doen wijzen op het on verantwoordelijke van vernieling en bescha- diging als vorenbedoeld, en op de ernstige ge volgen, die daaruit kunnen voortvloeien. Hoe men in 5 jaar de Russische OVER DE VERHOOGING VAN HET De heer Koos Visch oud-Haarlemmer die na een langdurig verblijf in Rusland tij delijk in ons land terugkeerde, heeft aan het Deventer Dagblad zijn ervaringen verteld. Het volgt hier: De heer Visch is, naar men zich zal herin neren, een ex-dienstweigeraar, die deswege een gevangenisstraf heeft ondergaan. Om zijn levensprincipe geheel te kunnen volgen, g.ng hij naar Sovjet-Rusland, vanwaar hij .hans, om een vacantie van vier weken hunnen genieten, terugkeerde. Hij verblijf, daartoe ten huize van zijn ouders aan de Brucestraat te Deventer, waar hij ons een vraaggesprek toestond over allebei maat schappelijke dingen in den Sovjetstaat. In 1922, zoo zeide hij, ben ik naar Rusland getrokken. Dat was in den tijd van den hongersnood. Al de jaren, gedurende welke ik in Rusland heb gewerkt, kon ik daar ge heel en al de veranderingen gadeslaan en medemaken, die in Rusland hebben plaats gevonden. En dat wel in de bedrijven zelf, zoodat ik over dit alles vrij positief kan oor- deelen. De heer Visch vertelde dan, hoe hij zelf ar beidt op een technisch bureau en zijn vrouw in een apotheek. Het allereerst wilde hij iets mededeelen over de Russische economische toestanden ln het bedrijfsleven. Sedert October 1928 is in uitvoering een 5-jarig plan voor de staatsindustrie, welk plan is uitgewerkt door een Algemeen Staats plannenbureau voor de productiviteit van ae industrie in Sovjet-Rusland. Dat plan is daarom van zooveel belang, omdat particu- lieve industrie in Rusland weinig meer be staat. De toestand vóór den oorlog was, dat de industrie nagenoeg uitsluitend werd uit geoefend met behulp van buitenlandsch ka pitaal, in hoofdzaak Fransch en Engelsch. Na de revolutie was in Rusland van goede industrie eigenlijk geen sprake meer, vooral wat aangaat de metaal-, de kolen- en de textielindustrie. Van 1924 af, nadat Rusland zich eenlgszlns van den hongersnood had hersteld, begon het met een eigen industrieele voorziening, die in 1926 zoo ver was gevorderd, dat met nog slechts weinig eigen nieuw kapitaal kon worden gedacht aan uitbreiding der in dustrie. Om een beeld te geven van het geen daarbij is bereikt dienen de volgende statistische gegevens: De productie van steenkolen bedroeg, in duizend tonnen, in 1924-'25 16.792, in 1925-'26 25.785, d.i. 87.9 pCt. van de productie in 1913, in 1926-'27 332.061, of 111.1 pCt. der produc tie van 1913. In dezefde volgorde zijn deze cijfers voor: naphta 5.297, 6.065, 7.185, 8.525, 90.8 pCt., 10.437, 109 pCt.; ijzererts 481, 1.043, 0.84, 3.318, 36 pCt., 4802, 51.9 pCt.; ruw ijzer 300, 661, 1.292, 52.8 pCt., 2.964, 70.4 pCt.; landbouwmachines, productie in vooroor- logsche roebels in 1922-'23 11.8, vervolgens '23-'24 16.4, en verdere jaren tot 1927 40, 70 en 97; cement in duizend vaten in diezelfde ja ren 1390, 2250, 4.54, 8 079. 10.100, waarbij in het laatste productiejaar 78.9 pCt. van de vooroorlogsche productie werd bereikt, tegen 69.1 pCt. in '25-'26; katoen en verwerkte wol in duizend ton nen: achtereenvolgens 75, 112, 189, 240, 274, waarbij in het laatste productiejaar 102.2 pCt. van de vooroorlogsche productie werd bereikt, tegen 88.9 pCt. in '25-'26; rubber overschoenen in millioenen paar 11.6, 16.25, 30, waarbij in het laatste produc tiejaar 105-7 pCt. van het vooroorlogsche werd bereikt, tegen 89,6 in '25-'26; suiker, in duizenden tonnen, 196, 374, 466, 875, 1.076, waarbij in het laatste jaar 82.5 pCt. van het voor-oorlogsche werd bereikt, tegen 68.1 pCt. in '25-'26. Na 1927 kwam voor de industrie zooveel kapitaal vrij,» dat men kon overgaan tot in voering van het bedoelde productieplan, wat eerst geschiedde in het productiejaar dat be gon in October 1928. Dit 5-jarig productie- pïan moest in de eerste jaren worden uitge voerd voor 21,2 pCt. en is in werkelijkheid uitgevoerd voor 24.4 pCt. Het thans loopende jaar zal een versnelling van de uitvoering van het plan beleven in nog sterkere mate. Dit is van veel beteekenis voor Rusland, b.v. voor de kolenindustrie, waarbij Rusland in de wereldproductie thans de 5de plaats in neemt. Is de ranglijst thans: Amerika, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Rusland, men zal zien, dat Rusland thans in de vier de plaats zal treden. De cementindustrie produceert momenteel 11.9 millioen vaten, doch moet na vier jaren de productie hebben opgevoerd tot 40 mil lioen vaten. De steenfabrieken brengen nu per jaar 1.8 milliard stuks voort, deze productie moet in 1932 9 milliard bedragen. Voor de chemische industrie (superfosfaat) moet de productie klimmen van 260.000 ton tot 7 millioen ton. Dit alles zou nog niet baten, als het trans portwezen zich niet daarbij aansloot. De lengte aan spoorlijnen bedraagt thans 16000 KM. meer dan voor den oorlog, of 30 pCt., doch na 5 jaren moet de spoorlengte zijn vermeerderd met 92COQ K.M. Het plan bevat den bouw van nieuwe fa brieken, als: 2 tractor-fabrieken, elk met een capaciteit van 50.000 machines, een groote automobielfabriek, een fabriek voor groot type locomotieven en capaciteit van 350 per jaar, een Dieselmotorenfabriek, thans wer kende met een productie van 65-000 P.K., na 5 jaren opgevoerd tot 202000 P.K., een turbi- nefabriek, nu produceerend 600.000 K.W., over 5 jaar 650.000 K.W. Ziet men nu de uitvoering van het plan in het eerste productiejaar in vergelijking met de toeneming der industrie in andere landen, dan komt het uit, dat het tempo der ver meerdering in Rusland veel sneller is. In Amerika bedraagt de vooruitgang der indus trie gemiddeld 3 a 4 pCt., tegen in Rusland gemiddeld 20 pCt. De hoogste vooruitgang heeft in Amerika 8 a 9 pCt. bedragen. De vooruitgang der Russische industrie be draagt voor de electrische energie 391 pCt. boven 1913, steenkolen 142 pCt., naphta 140 pCt., superfosfaat 474 pCt. Voor den oorlog bezat Rusland bepaalde industrieën niet, die er nu wel zijn. Voor het ruwijzer is men reeds op 92 pCt. van het vooroorlogsche peil. Dat alles is het gevolg van de verhooging der mechanisatie, waardoor in October van het volgend jaar 120 pCt. van het vooroorlog sche peil moet zijn bereikt. De heer Vis wenschte daarop de gevolgen van een en ander voor de arbeiders te bezien. Door de invoering van machines is de pro ductiviteit van eiken arbeider met 110 pCt. gestegen, vergeleken bij vóór den oorlog. In een kapitalistischen staat beteekent dat werkloosheid. Doch in Rusland, waar de in dustrie door een „warenhonger" voldoende afzetgebied heeft en zal houden, moet de industrie tot bloei toil brengen. LEVENSPEIL VAN DEN ARBEIDER. industrie steeds nieuwe werkkrachten zoe ken. Bij de textielindustrie b.v. is de vraag naar producten veel grooter dan de productie. Door de voortdurende verhooging der loonen krijgen de arbeiders hun deel in de produc tieverbetering. Hun levenspeil is verhoogd nl. 35 pet. vergeleken bij vóór den oorlog. Het 5-jarig plan beoogt een verhooging van dat peil met 69 pet. De heer Visch vertelt daarna over de z.g. „week-zonder-eind" in Rusland. Ook omdat juist daarover zulke verkeerde voorstellingen worden gegeven. Het heet dan, dat de Zon dag is afgeschaft. Ik zelf, zei hij, werk van 1 October Jl. in de week zonder eind. Dat be teekent, dat ik mijn vrijen dag heb. regel matig, vandaag ik, morgen een ander. De week heeft vijf dagen, waarvan men er vier werkt en den vijfden vrij is. Eiken dag werk ik 7 uren, langer mag het niet. In Rusland is ingevoerd een nieuwe pro ductiekalender. Van de 365 dagen nam men er 5 af, nl. de algemeene feestdagen, als daar zijn: 1 en 2 Mei, 7 en 8 November, (her denking der revolutie) en 22 Januari (her denking van den dood van Lenin en de 1905-rèvolutle). De overblijvende 360 dagen zijn verdeeld in 72 weken van 5 dagen. Iedere maand heeft 30 dagen. In de plaats van de 52 Zondagen kwamen de 72 vrije dagen. De week heeft nu Maandag, Dinsdag, Woens dag, Donderdag en Vrijdag, de Maandag valt steeds op den eersten der maand, de 30e is steeds een Vrijdag. Zoo is liet gebeurd met de instemming van de overgroote meerder heid der arbeiders. In geen enkele fabriek echter is de nieuwe tijdsindeeling doorge voerd. als de arbeiders dat niet wilden. De praktijk wees uit dat men het in geen en kele fabriek niet wenschte. Het loon der ar beiders is door deze werkindeeling niet ver minderd. Elke stap van dezen aard strekte tot socialen vooruitgang der arbeiders. In een der Hollandsche bladen, aldus de heer Visch, las ik van ondervoeding der kin deren te Moskou. Ik woon dear zelf en mijn zoontje van twee jaar is een jongen als een wolk. Van ondervoeding der kinderen te Moskou is geen sprake. Die praatjes zijn on zin. Wat den woningnood aangaat, die is er ontstaan, doordat te veel menschen naar de steden zijn getrokken. Doch er wordt met groote energie gebouwd en ik geloof, dat men er over eenige jaren voldoende wonin gen zal hebben. Mijn gezin beschikt over drie kamers, een keuken en een badkamer. Dat is genoeg ruimte voor man, vrouw en kind. Op de vraag, of de heer Visch financieel kon uitkomen, zeide hij, dat het toch zeker anders hem niet mogelijk ware, zijn vacantie in Nederland te gaan doorbrengen. De Rus hecht weinig waarde aan kleeren en pronk. De hoofdzaak is voor hem goed eten en drinken. De Russische arbeider eet en leeft goed, zeker niet slechter dan de doorsnee-arbeider in Deventer. Daarbij heeft de Rus een vacantie van twee weken met behoud van loon, vrije verpleging en medi cijnen bij ziekte, met behoud van 100 pet, van zijn loon. De huishuur wordt bepaald naar zijn loon. Wat het arbeidstempo van den Russischen arbeider betreft, dat is niet boven dat van den Nederiandschen arbeider, die werkt on der het systeem der kapitalistische ratio nalisatie. De mentaliteit van den Russischen arbeider is een andere. Religieus is hij niet. Op het land is dat echter anders. Doch ook in de dorpen steunen de boeren voor 100 procent de Sovjetregeering. Op de vraag of er dan op het land geen opstanden zijn voorgekomen, verklaarde de heer van der Visch, dat er nog klassenstrijd is op het platteland, doch deze is van ka rakter veranderd. De rijke boeren trachten nog soms, als ze er de kans toe krijgen, hun vroegere macht te hernemen, doch bij elke sabotage van deze rijke boeren steunt dan de Sovjet de arme boeren. Rusland houdt er zoo goed als geen poli tie op na. Op straat ziet men geen agent. Het verkeer wordt geregeld door een ver- keersmilitie. Verder helpt iedere Sovietbur- ger de orde handhaven en zoo noodig grijpt men in. Voor crimineele vergrijpen waakt een kleine militiegroep. Voor de politieke vergrijpen is de Gepeoe. Deze is samenge steld uit vertrouwde arbeiders uit de bedrij ven onder controle der arbeidersorganisaties. Dat men aan deze politie een misdadig ka rakter toeschrijft, zoo zeide de heer Visch, komt voort uit de zielsverwantschap derge nen, die zoo iet-s beweren, met de contra revolutionairen. Men mag het den Russi schen arbeiders niet kwalijk nemen, dat zij met alle hun ten dienste staande middelen streng optreden tegen hen, die probeeren, hun de zuur veroverde fabrieken te ontne men. De z.g. gehate Gepeoe is bij de arbeiders juist geliefd. Het leven van den arbeider in Rusland is goed en vrij goedkoop. Hij gaat veel uit. De Rus probeert zich op algemeen gebied te ont wikkelen, waarbij de Soviet-staat hem helpt. Verschillende arbeiders met bij zonderen aan leg worden van staatswege naar bepaalde scholen gezonden, zoo noodig naar de uni versiteiten. Hij kende een 17-jarigen hout hakker uit Siberië, die muzikaal is. Deze jonge man studeerde twee jaren op het con servatorium en wordt nu nog van staatswege twee jaren naar het buitenland gezonden. De heer Visch vertelde nog, te werken als constructeur op een technisch bureau. Daar hij lid is van de Communistische Partijmag hij niet meer verdienen dan 225 roebel per maand, d.i. circa 281. Anderen dan com munisten mogen iets hooger gaan. De ver houdingen in levensstandaard tusschen in- tellectueelen en arbeiders zijn in Rusland veel minder afwijkend dan in kapitalistische landen. Een arbeider in Moskou verdient on geveer 160 per maand, terwijl het hoogste loon van intellectueelen. als ingenieurs, dok ters e.a. van 275 tot 300 roebel bedraagt. Daarbij komt, dat hooger betaalden meer moeten afdragen aan huishuur, belasting etc. dan arbeiders. De heer Visch wilde nog doen uitkomen, dat niet waar is. dat steeds Russische legers invallen doen in Chineesche grensstreken, doch dat daarentegen wel Chineesche troe pen, aangevoerd door wit-gardisten, onbe schermde Russische grensdorpen aanvallen en plunderen. Tot zoover de mededeelingen en beschou wingen van den heer van der Visch, die wij geheel voor zijn rekening laten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10