BUUENLANDSCH OVERZICHT
DE KANS OP EEN BELGISCHE KABINETSCRISIS.
DE VERVLAAMSCHING DER GENTSCHE UNIVERSITEIT
LANGS DE STRAAT
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 14 NOVEMBER 1929
DERDE BLAD
Liberaal-Katholieke wrijving.
En de wenschen der minderheden
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct» per regel
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Na een zitting van zes weken heeft de or
ganisatiecommissie haar werkzaamheden te
Baden-Baden besloten. Na afwikkeling der
laatste geschilpunten in de trustee-verdra-
fen kon overgegaan worden tot ondertee-
ening der hier afgehandelde drie docu
menten nl. de statuten-charter en trustee
verdragen. De onderteekeningen zijn zonder
reserve en door alle afgevaardigden verricht,
behalve door de Belgische gedelegeerden. De
documenten worden thans doorgegeven aan
den president der Haagsche Conferentie.
Een rapport daarbij is nog niet uitgewerkt.
Te vermelden is nog dat over den persoon
van den president der wereldbankdirectie in
Baden-Baden niet is gesproken. Vandaag
zullen de statuten worden gepubliceerd.
Het W. B. meldt nog, dat de handteeke-
ningen der beide achtergebleven Belgische
gedelegeerden ontbraken; zij verklaarden
niet tot teekenen gemachtigd te zijn. De se
cretaris van het comité zal met het oog op
de onderteekening door België zich thans
naar Brussel begeven. Geen enkele delegatie
maakte voorbehoud, zoodat van een aanne
ming met algemeene stemmen kan worden
gesDroken. Het organisatiecomité blijft be
staan, daar het ook tot taak heeft de inwer
kingtreding der Bank te regelen.
Officieus wordt medegedeeld, dat de po
sitie der Belgische regeering tengevolge van
de houding der liberalen in de taalkwestie
zeer moeilijk is. De Belgische minister-presi
dent Jaspar heeft, naar verder officieus
wordt medegedeeld, gedoeld op de buiten
gewone moeilijkheden, in welke het land zich
zal bevinden, wanneer zijn laatste poging de
regeering te redden, zou mislukken.
Zooals men weet is dit ernstige copflict
veroorzaakt, door de eventueele vervlaam-
sching der Gentsche universiteit. De
Vlaamsch-Katholieken wenschen volledige
vervlaamsching en willen niet dat aan de
wenschen der kleinere groepen tegemoetko
mingen worden gedaan. (Kleinere groepen
die de gelegenheid opengesteld willen zien
voor hen, die Fransche leergangen wenschen
te volgen). De Liberalen steunen de opvat
ting der minderheden, en zij zullen de ver
vlaamsching niet in den weg staan, mits
hun toegezegd wordt dat er ook een Fran
sche gelegenheid om te studeeren, wordt ge
schapen.
De Liberaal-katholieke regeeringscombi-
natie bevindt zich dus zonder twijfel in een
uiterst wankelbare positie en men ziet de
ontwikkeling der gebeurtenissen met ge
rechtvaardigde zorg tegemoet.
Vooral nu, volgens de laatste telegram
men bekend is geworden, dat de fractie der
Roomsch-Katholieken besloten heeft den
tot nu toe gevolgden koers onveranderd te
blijven volgen en de vervlaamsching der
Gentsche universiteit door te voeren, het
geen beteekent dat een regeeringscrisis in
België wel onvermijdelijk schijnt.
L. A.
De vlootbasis te Singapore.
LONDEN, 13 Nov. (V. D.) De eerste
Lord der Admiraliteit, Alexander kondigde
heden in het Lagerhuis aan, dat alle werk
zaamheden aan den vlootbasis te Singapore
zooveel slechts mogelijk is, zullen 'worden
opgeschort, hangende het resultaat van de
maritieme conferentie van Januari 1930.
De Engelsche mijneigenaren
draaien bij.
LONDEN, 13 Nov. (V.D.) De mijneige
naren van Yorkshire hebben heden besloten
de voorstellen van de regeering te aan
vaarden. Tevens werd een resolutie aange
nomen, waarin tot uiting wordt gebracht,
dat het in het algemeen belang is van de
industrie wanneer de regeering bij het ma
ken der wetten den bijstand heeft van de
mijneigenaren.
Cartius en Hilfferding naar de
Haagsche Conferentie.
BERLIJN. 13 Not. (V.D.) Naar de
„Vorwaerts" verneemt, zal de Rijksregeering
op de tweede Haagsche conferentie worden
vertegenwoordigd door dr. Curtius. minister
van buitenlandsche zaken en dr. Hilfferding
minister van Financiën.
Sir Edmond Ovey gezant in
Moskou.
Sir Esmond Ovey, die onlangs benoemd was
tot Britsch gezant te Rio Janeiro, naar wel
ke standplaats hij echter niet is vertrokken,
is thans benoemd tot gezant te Moskou,- zegt
de Tel.
Sir Esmond was sedert 1925 gezant in
Mexico en bekleedde voor dien diplomatieke
functies in Stockholm, Tanger en Parijs. In
1900 maakte hij een reis naar Moskou, den
kaukasus en de Krim en was later lid
van de diplomatieke missie te Fez,
Sir Ronald Lindsay gezant in
Washington.
Sir Ronald Lindsay onderstaatssecretaris
van buitenlandsche zaken is benoemd tot ge
zant- te Washington, als opvolger van sir Es-
me Howard. Lindsay wordt opgevolgd door
sir Robert van Sittart, meldt de Tel.
Sir Ronald heeft van 1911 tot 1913 deel
uit gemaakt van het Britsche gezantschaps-
personeel te Den Haag en was van 1925 tot
1928 gezant te Berlijn.
Centralisatie in Boekarest.
BOEKAREST. 13 Nov. (V.D.) Minister-
pr 'udent Manioe werd Woendag door den
regentschapsraad in audiëntie ontvangen,
waarbij het het besluit tot samenvoeging
van 6 ministeries in 3 ministeries voorlegde-.
Terzelfdertijd overhandigden de minister
van godsdienst en de minister van gezond
heid him ontslagaanvragen, daar hun mi
nisteries worden opgehesen. De minister
van Arbeid Radoecanoe blijft in het kabinet,
als minister van volkswelvaart. Madgearoe
zal belast worden met de portefc'.ülle van
financiën. De minister voor Zevenburgen,
Hitescoe wordt minister van handel en de
minister van openbare werken wordt minis
ter van het verkeerswezen.
De begindatum-der Haagsche
Conferentie nog niet vast
gesteld.
PARIJS, 13 Nov. (V.D.) Het Fransche
ministerie van Buitenlandsche Zaken ont
kent formeel het door een der Parijsche ocn-
tendbladen gemelde bericht dat de tweede
Haagsche Conferentie op 7 December zou
beginnen. De datum is nog niet bepaald.
Tardieu stelt de vertrouwens-
quaestie
PARIJS, 12 Nov. (Havas). De Kamer Is
begonnen met de behandeling van de be
grooting. De socialisten stelden voor hoofd
stuk I van de begrooting van het ministerie
van financiën, aan te houden om de nood
zakelijkheid te doen uitkomen van een on
derzoek van den toestand der kleine rente
niers, die een kapitaal in gouden francs
stortten en slechts een minamalen interest
ontvangen.
De minister van financiën Chéron ver
klaarde, dat de regeering binnen het kader
der begrooting naar verbetering van hun
lot zal streven.
Tardieu- stelde de questie van vertrouwen
tegen de aanhouding. Het socialistisch voor
stel werd met 317 tegen 257 stemmen ver
worpen.
Na een nachtelijke
vergadering
Het Lagerhuis heeft om 8.20 uur Woens
dagmorgen de zitting opgeheven, na den ge-
heelen nacht te hebben beraadslaagd over het
wetsontwerp inzake het weduwen-pensioen.
Om ongeveer half ach h-tad men twintigmaal
gestemd, doch ten aanzien van het wets
ontwerp was weinig vooruitgang gemaakt,
daar de conservatieven, hoewel zij verklaar
den de zaken zooveel mogelijk te willen be
spoedigen, toch allerlei argumenten naar
voren brachten ten einde den voortgang
der besprekingen te vertragen. De debatten
hadden een vriendschappelijk verloop. Bij
de stemming was de sterkte der conserva
tieven ongeveer 75, terwijl de arbeiders en
liberalen meer dan 200 stemmen hadden.
De minister voor Openbare Gezondheid
Greenwood legde er den nadruk op. dat of
schoon 27 uur aan, de discussies over de ar
tikelen van het wetsontwerp waren gewijd,
men nog niet varder gekomen was, dan de
helft van het eerste artikel. Ten slotte werd
een compromis gesloten, waarbij de oppositie
aan de regeering den avond van Dinsdag
in plaats van Maandagavond aanbood om
het wetsontwerp zooals dit door de re
geering was voorgesteld, af te handelen. De
debatten werden daarop tot Donderdag ver
daagd,
HET ITALIAANSCHE GEZANT-
SCHAP IN DEN HAAG.
Een verandering.
COMTE MARCHI NAAR BERN.
Door de benoeming van den Italiaanschen
gezant, te Bern, conté Bonifacio Pignatti
Morano di Custoza, tot ambassadeur te
Buenos Aires, is de gezantschapspost te Bern
vacant.
Naar. de Tel verneemt, komt hiervoor
ernstig in aanmerking de Italiaansche ge
zant te Den Haag, Z.Exc. Giovanni Marchi.
Dit bericht werd reeds eerder in de Zwit-
sersche pers gelanceerd, waarop geen tegen
spraak volgde. Het blad kan er nu aan toe
voegen, dat dit aftreden inderdaad vaststaat;
de heer Marchi zal Den Haag vermoedelijk
in den loop van de maand December verla
ten.
Het aantal der diplomatieke mutaties bij
de verschillende Italiaansche legaties is wèl
groeiende. Zooals bekend werd de gezant te
Berlijn het slachtoffer van een verduistering,
hetgeen zijn aftreden ten gevolge had. Te
Berlijn werd benoemd Luca Orsini Baroni,
tot dusver ambassadeur te Angora- De af
getreden gezant te Berlijn, graaf Luigi Al-
drovandi Marescotti werd „ter beschikking
gesteld", welk lot hij deelde met den afge
treden gezant te Santiago, Carlo Garbasso.
De ambassadeur tc Tokio, baron Pompeo
Aloisi, werd naar Angora overgeplaatst, ter
wijl de gezant te Boedapest, comm. Ercole
Durini di Monza tot ambassadeur te San
tiago werd benoemd.
Bij deze mutaties sluit zich nu waarschijn
lijk de verplaatsing van den Italiaanschen
gezant te Den Haag naar Bern aan.
Gezelligheid.
Langs den weg veegde de wind, kreunend
en ruischend bogen de boomen onder zijn
geweld. De regen zwiepte in gutsende vlagen
tegen de huizen, over de daken, en de men-
schen worstelden zwijgend tegen het nood
weer in.
Half acht. In het tramhuisje stonden een
paar menschen, verkleumd en rillend, te
wachten op de vaste schouwburgtram van
vijf minuten over half. De druppels liepen
langs hun gezichten, de straaltjes dropen
van hun hoeden, langs hun Jassen op hun
doorweekte schoenen. Zwijgend staarden zij
het duister van den unheimischen avond in.
en schoven ritselend ter zijde als weer een
volgende hijgend van het worstelen tegen
den storm, binnen kwam waaien. Het werd
er vo! menschen. die zich huiverend uit
schudden als in het water gevallen poedels
en gelaten hun steeds weer beslaande bril
lenglazen afveegden.
Iemand had. der traditie getrouw, geen
hoed op willen zetten voor dit schouwburg
bezoek in noodweer, en betastte nu zwijgend
en eenigszins onzeker haar verregende, ver
waaide, uit de krul gezakte coiffure. Haar
man staarde haar geïrriteerd aan, en bromde
iets onaangenaams. Zij zei niets terug, in
zielige spijt over haar eigen koppigheid en
in het hinderlijk bewustzijn, dat zij er alles
behalve op haar voordeeligst moest uitzien.
Buiten kletste de regen en de plassen blon
ken in het armzalige schijnsel van een hoog
hangende, zwaaiende lamp.
Iemand stapte met een plons midden in
de reusachtige plas. die den toegang tot dit
veilig oord bemoeilijkte zooals de rijsteberg
het eertijds dien tot Luilekkerland deed. Hij
vloekte ongegeneerd en schilderachtig en
bekeek met afgrijzen de modderspatten, die
hem van top tot teen garneerden.
Wij namen zelfs niet eens de moeite om
gechoqueerd te kijken. De tram kwam niet.
Regen en wind woedden door.
Toen zingzangde opeens door die onver
schillige stilte het snoezige stemgeluid van
een zeer dikke dame, en wij konden niet an
ders doen dan geïnteresseerd opkijken. Want
genoeglijk inviteerend had zij haar arm door
dien van haar man gestoken, en klagelijk
zei haar ietwat geaffecteerd stemgeluid;
„Hè toe, willen we naar buiten gaan? Het
is hier niets geze-e-ellig!"
Hij had een schok van schrik, maar on
derwierp zich gedwee. Samen verdwenen zij,
de gezelligheid in.
En wij, die achterbleven, vroegen ons wei
felend af. of het waarlijk waar zou zijn, dat
gezelligheid geen tijd kent.
Want de tram ging weg zonder hen.
W. T.
MUZIEK.
LEDENCONCERT DER H. O. V.
Het interessante programma van gister
avond, dat een tweetal voor ons muziekcen
trum nieuwe werken van landgenooten be
vatte, bleek niet zonder aantrekkingskracht:
behalve het gewone H. O. V. publiek kon men
verschillende bekende muziekbeoefenaren,
vaklieden zoowel als liefhebbers in de Ge
meentelijke Concertzaal opmerken.
Merkwaardig van samenstelling was het
programma zeker. De lijn liep van den schep
per van den concertvorm Vivaldi over de
meest moderne werken op dit gebied, om
dan eenigszins terug te buigen naar Ravel.
Dat men nu reeds, weinige jaren na den
tijd waarin de muziek van Ravel als het
summum van nieuwerwetschheid en niets
ontziende gedurfdheid, van een terugbuigen
naar zijn stijl kan spreken is een bewijs met
welk een snelheid de toonkunst, daarin gelij
ken tred houdende met de techniek, zich
evolueert. Inderdaad klonk Ravel's Suite „Ma
mère l'Oye", waarvan op verzoek een zeer
gewaardeerde herhaling gegeven werd, na
Willem Pijpers Pianoconcert gemoedelijk-
eenvoudig. En toch is deze muziek in haar
eenvoud (er komen heele bladzijden nage
noeg zonder kruizen of mollen in) zeer sterk
individueel gekleurd en ook uiting van een
krachtige persoonlijkheid. Maar de figuur-
Ra vel begint, evenals die van Richard
Strauss voor ons idee reeds iets afgeslotens
te krijgen, al behooren beiden tot de nog
levende en werkzame toondichters. Met Wil
lem Pijper en zijn leerlinge Henriëtte Bos
nians is dit anders: beider innerlijke groei
schijnt nog niet geëindigd: er is nog een
wordings- en metamorphoseeringsproces
aan den gang, dat ons voor wie weet wat
voor nieuwe verschijnselen kan stellen.
Verleden jaar hoorde ik op een concert een
vioolstukje van Henriëtte Bosnians, dat een
bijzondere melodische begaafdheid aan het
licht bracht. Het leek me een werkje uit
vroeger tijden, omdat een kamermuziekwerk
van haar hand, op een concert van Kunst
aan het Volk gespeeld, in heel andere rich
ting wees. De melodische begaafdheid komt
in haar gisteren gespeeld „Concertino" voor
piano en orkest ook op een paar plaatsen
aan den dag. Groot-endeels toont het haar
als zeer talentvol volgelinge van Pijper's rich
ting. Klavier- zoowel als orkest-partij geven
den indruk, met- veel instrumentale kennis
behandeld te zijn. De veelvuldige kwinten
en kwartenparallelgangen in de pianopartij,
de voorliefde voor gestopte trompetten, de
bitonale combinaties, de kortademigheid der
gedachten, zijn enkele voorbeelden van fac
toren die ik persoonlijk niet bewonderen
kan; de rhythmisclie kracht en het streven
naar eenheid door logischen opbouw mogen
als tegenwichten bij een waardebepaling gel
den.
Pijper's werk ademt, voorzoover ik na kon
gaan, eenzelfden geest. Maar het wei-k van
den meester biedt, naar het mij voorkomt,
meer verscheidenheid, meer groei uit zijn
elementaire bouwstoffen, dan dat van de
leerlinge. In hoeverre deze muziek blijvend
bestaan zal hebben valt volstrekt niet te zeg
gen; mogelijk vertegenwoordigt zij een zich
voltrekkend ontwikkelingsproces van de mu
zikale kunst- in 't algemeen. De indrukken die
zijn werk en dat van Henriëtte Bosmans nu
gemaakt hadden bleken bij verschillende
hoorders van zeer uiteenloopenden aard te
zijn. Er werd geprezen, hoog geprezen zelfs
aan de eene zijde, er werd gelaakt of schou
der opgehaald aan den anderen kant. Voor
velen van de oude generatie is het moeilijk
in te zien of zich achter de onbetwistbare
constructieve merkwaardigheid diepere men-
sc-helijke gedachten en impulsen verschui
len. Op velen maakt dit constructieve werk,
dat in zijn oer-materiaal- de ontwikkelings
mogelijkheden en dus ook de grenzen van
den groei vindt, den indruk van zuiver cerc-
bralen arbeid, hoewel we toch in de fuga's
van Bach verwante voorbeelden moeten er
kennen. En over het al of niet welluidende
der uit die ontwikkeling resulteerende com
binaties wordt ook al heel verschillend ge
oordeeld. De gustibus non est dïsputandum.
Misschien zal die muzikale glandula pitui-
taria eenmaal den bouw cn den groei beslis
sen van werken die wij, of onze nakome
lingen allen zullen tfcwonderen.
Van Vivaldi tot de bovengenoemde werken
was een geweldige sprong. Het machtige ta
lent van den ouden Italiaanschen, door nie
mand minder dan Seb. Bach ijverig nage-
volgden meester doet ons een werk als zijn
Concerto grosso met nog onverflauwde be
langstelling aanhooren. En de verschillende
solisten: twee violisten, een altist en een cel
liste wekten ook om hun individueele pres
taties belangstelling en groote waardeering.
Bij Ravel's werk was een celesta in gebruik.
Heeft de H. O. V. dus het levendig-gewensch-
te instrument verkregen?
Het auditorium betoonde zich jegens alle
uitvoerenden en in 't bijzonder ook jegens
de componisten Henr. Bosmans en Willem
Pijper ivan die de eerste in beide werken de
solopianopartij vertolkte, de tweede zijn
eigen werk dirigeerde), al zeer sympathiek.
Henriëtte Bosmans toonde zich bovendien
als een duchtige pianiste en het orkest heeft
zich in de moeilijke orkestpartij kranig ge
houden. Voor zoover het werk van Henr. Bos
mans betreft komt een deel van de eer aan
Van Beinum toe, die ook Vivaldi en Ravel
met smaak leidde.
K. DE JONG.
ARBEIDERS MANDOLINECLUB „APOLLO".
JUBILEUM-CONCERT.
Apollo viert feest. Het gezelschap, waar
van wij de mooie uitvoeringen onder leiding
van zijn directeur Joh. B. Kok meerdere
malen hebben besproken, herdenkt den dag
dat 121/2 jaar geleden formeel werd be
slot/en tot het fundeeren van een mandoline
club. Uit. het inloidend woord dat de direc
teur richtte tot de aanwezigen, vernamen
wij, hoe in die dagen de mandoline om
velerlei redenen bijzonder in trek begon te
komen. Slechts weinige van de toen opge
richte clubs hebben den strijd tegen het juist
toen sterke vooroordeel tegen het instrument
kunnen winnen. De grootste tekortkoming
lag eigenlijk wel in het feit, dat geheel on
bevoegden zich opwierpen als instructeur,
met al de treurige gevolgen van dien. Wel
bracht het stichten van een tweetal bon
den verbetering, n.l. van den alg. bond van
mandolineclubs, die concoursen organiseer
de, en van den bond van arbeiders-mando
lineclubs. waar men door festivals de mooie
eigenschappen van een goed ensemble leerde
kennen, doch waar ook de tekortkomingen
aan liet licht kwamen. In hoofdzaak kwamen
deze zeer op twee dingen: 1. het ensemble
was te veel van gelijke kleur, waardoor net
timbre monotoon bleef en spoedig verveelde:
2. de toonomvang was te klein, zoodat de
componist zich immer tot hetzelfde toor.ge-
bied moest beperken. Aan het laatste feit
kwam nien al spoedig tegemoet, door de
groep instrumenten uit te breiden, zoodat
wij nu bij een goed geformeerd gezelschap
drie duidelijk te onderscheiden groepen
kunnen aanwijzen.
De eerste tekortkoming, die natuurlijk door
de onder 1 genoemde remedie voor een groot
deel werd opgeheven, meende men aanvan
kelijk te kunnen verhelpen, door strijkin
strumenten toe te voegen. Voldoening
schonk dit niet. waarom men proeven nam
met blaasinstrumenten. Op liet te Berlijn
gehouden congres, waar een houtblazers-
groep van het pliilharmonisch orkest mee
werkte, was de critiek alleszins gunstig.
Joh. B. Kok heeft ons op dit jubileumcon
cert een werk doen hooren, dat voor de be
zetting mandoline-houtblazers (en contra
bas) opzettelijk is geschreven. En voor deze
uitvoering had hij de beschikking over een
drietal gezelschappen, want behalve Apollo
werkten hieraan mee „Palvu" en „Sempre
vivo" beide uit Amsterdam: ook de laatste
twee clubs staan onder zijn leiding. Aanvan
kelijk zou ook nog een stuk worden uitge
voerd met koor, doch door onvoorziene om
standigheden kon dit plan niet tot uitvoe
ring komen. Voorts moest nog een stuk ver
vallen, daar het genootschap voor auteurs
recht ..Burna" volgens zijn gewoonte op 't
laatste nippertje kwam met voor de uitvoe
ring een bedrag te eischen, waarvan menig
gezin een week moet leven. Wat nood: er
bleef nog genoeg muziek over om den avond
te vullen. En al werd er dezen avond niets
in den breede uitgemeten, een huldebetui
ging aan den directeur mocht toch niet ach
terwege blijven. Hiervoor zorgde mevr. Hen-
ny v. d. Meer, die als presidente den direc
teur een fraai boekwerk ter hand stelde.
Inmiddels was er al heel wat gemusiceerd.
Apollo speelde naast een ouverture van den
directeur (we bespraken het werk al eerder)
en een fantasie van Florian Jullian heel
kleurrijk een transcriptie van Mendelssohn's
Lied ohne Worte in A. Meestal is Kok, even
als wij, afkcerig van arrangementen, maar
ais het een enkele maal gebeurt met een
fijnheid van dynamiek en nuancecring zoo
als dezen keer, dan kunnen wij daarmee
hartelijk instemmen. Ook werd nog. te za-
men met „Jong Apollo" een drietal stukken
gespeeld, waarin de groep jongeren zich on
berispelijk aanpaste bij de meer gevorder
den. En als later bij deze twee clubs zich
„Palvu" aansloot, om de bekende Mei-fan
tasie van den directeur klank- en stijlvol
uit te voeren, dan kende de bewondering
geen grenzen.
Maar het hoofdwerk, waarin ook de liout-
blazcrsgroep zou meewerken werd bewaard
tot na de pauze. En nog steeds groepten zich
meerdere spelers op het podium, want nu
voegde zich ook „Semper Vivo" bij de ande
ren terwijl de blazers (in partituurvolgorde:
fluit, hobo, klarinet, fagot) zich langs het
achterscherm nestelden en nog juist een
plaatsje lieten voor den contrabas.
Hier hadden we nu de combinatie, waar
naar we zoo nieuwsgierig waren, er de klank
werking van te hooren. Alles cn alles geno
men kon ik die zeer bevredigend vinden, al
was 't jamnier. dat de hobo te laag stemde.
Het best voldeed de werking der fagote. die
men haast als onmisbaar mag wanen bij de
mandoline combinatie. De compositie op zich
zelf (Konrad Völki is de auteur dezer ouver
ture in b-klein) blijft op platgetreden
paden, en de enkele malen dat de parallel-
toonsoort d groot wordt genomen (al is 't
heele slot in dezen toon) kan toch den in
druk van monotonie niet wegnemen. Waar
om niet ook een b-groot gebruikt? Dit zou
het werk heel wat frisscher maken. Prettig
echter, dat er niet animo en ook met veel
geluk werd gespeeld. En ook aan de leiding kon
men zijn reine vreugde hebben. Joh. B. Kok
toonde nog eens overduidelijk, hoe hij hier
is: de rechte man op de rechte plaats. Zijn
opgewektheid brengt in Apollo een frisschen
geest, die zich ook meedeelt aan de luiste
raars die deze concerten plegen te bezoeken,
en die zich gewis in den groei en den bloei
van Apollo zullen verheugen.
Twee fraaie bloemenmanden sierden het
podium, sprekende getuigen van sympathie,
den jubilaris bewezen. Zij waren geschonken
door de belde gezelschappen uit de hoofd
stad), die ook aan dit concert hun mede
werking verleenden en zeer bijdroegen tot
het welslagen daarvan. Ook de blazcrsgrocp
(die tot liet muziekkorps „Excelsior" behoor
de) mag men dank weten voor de mede
werking.
Onnoodig te zeggen, dat bij deze gelegen
heid de Schouwburg-Jansweg prachtig ge
vuld was met belangstellenden.
G. J. KALT.
ONTVANGEN BOEKEN
Een wonderreis door het Heelal
door Gerard Meyer. Uitgave Vak-
hoff Co., Amersfoort.
De schrijver van het hierboven genoemde
werk heeft zich tot taak gesteld in een be
perkt bestek de antwoorden te geven op lal
van vragen, die bij den leek rijzen omtrent
zulke dingen als de sterren, de zon, de maan
en alle andere hemellichamen, vooral de
aarde en haar ontwikkelingsgang, planten,
dieren en menschen. Hij heeft dit zonder
Wetenschappelijke pretentie willen doen op
populaire, dwz. bevattelijke en prettig lees
bare wijze en hij is hierin zonder twijfel ge
slaagd. Het behoort zeker tot onze algemeene
ontwikkeling om van zulke zaken als den
sterrenhemel, de stoffelijke evolutie van
onzen aardbol, den ontwikkelingsgang van
het leven van dieren, planten en menschen
op onze eigen planeet eenige elementaire
kennis te bezitten. De heer Meyer heeft ons
in staat gesteld ons deze wetenschap op ge
makkelijke wijze eigen te maken in een tekst,
die verduidelijkt wordt door crayonteekenm-
gen van den schrijver en een serie groote ge
kleurde platen van Henk Meyer.
De Negende Thermidor door M.
Aldanov. Uitgave W. J. Thieme
Cie, Zutphen.
Dr. B. Raptschinsky, onzen lezers welbe
kend. heeft voor Thieme Cic de vertaling
bezorgd van Aldanov's historische roman De
negende Thermidor.
Een jong Russisch edelman wordt, als
werktuig van een hofintrige, in de nabijheid
van keizerin Catharina H gebracht en de
gunsteling van het oogenblik. vorst Soebow,
die het gevaar doorziet, zendt hem met een
diplomatieke zending naar het buitenland.
Zoo komt hij eerst in Duitschland, waar hij
Kaus, den wijsgeer ontmoet, daarna in En
geland, waar hij in contact komt met den
staatsman Pitt, in België bij de vereenigde
legers en eindelijk in het Parijs van de re
volutie, dat zucht onder de bloedige tyranrile
van Robespierre en waar juist de koning is
terechtgesteld.
De basis van dezen roman Is de geschie
denis. maar het is geschiedschrijvcrij in een
zeer eigen en bijzonder aantrekkelijkcn vorm,
vol sprankelenden geest, in een praehtigen
stijl en met volkomen beheersching van het
onderwerp. Het boek Ls een der beste ant
woorden op de vraag, hoe de geschiedenis,
welker kennis zoo leerrijk voor het mensch-
dom is, boeiend kan worden voorgedragen.