BUUENLANDSCH OVERZICHT DE KANS OP EEN BELGISCHE KABINETSCRISIS. DE VERVLAAMSCHING DER GENTSCHE UNIVERSITEIT LANGS DE STRAAT HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 14 NOVEMBER 1929 DERDE BLAD Liberaal-Katholieke wrijving. En de wenschen der minderheden INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct» per regel T BELANGRIJKSTE NIEUWS. Na een zitting van zes weken heeft de or ganisatiecommissie haar werkzaamheden te Baden-Baden besloten. Na afwikkeling der laatste geschilpunten in de trustee-verdra- fen kon overgegaan worden tot ondertee- ening der hier afgehandelde drie docu menten nl. de statuten-charter en trustee verdragen. De onderteekeningen zijn zonder reserve en door alle afgevaardigden verricht, behalve door de Belgische gedelegeerden. De documenten worden thans doorgegeven aan den president der Haagsche Conferentie. Een rapport daarbij is nog niet uitgewerkt. Te vermelden is nog dat over den persoon van den president der wereldbankdirectie in Baden-Baden niet is gesproken. Vandaag zullen de statuten worden gepubliceerd. Het W. B. meldt nog, dat de handteeke- ningen der beide achtergebleven Belgische gedelegeerden ontbraken; zij verklaarden niet tot teekenen gemachtigd te zijn. De se cretaris van het comité zal met het oog op de onderteekening door België zich thans naar Brussel begeven. Geen enkele delegatie maakte voorbehoud, zoodat van een aanne ming met algemeene stemmen kan worden gesDroken. Het organisatiecomité blijft be staan, daar het ook tot taak heeft de inwer kingtreding der Bank te regelen. Officieus wordt medegedeeld, dat de po sitie der Belgische regeering tengevolge van de houding der liberalen in de taalkwestie zeer moeilijk is. De Belgische minister-presi dent Jaspar heeft, naar verder officieus wordt medegedeeld, gedoeld op de buiten gewone moeilijkheden, in welke het land zich zal bevinden, wanneer zijn laatste poging de regeering te redden, zou mislukken. Zooals men weet is dit ernstige copflict veroorzaakt, door de eventueele vervlaam- sching der Gentsche universiteit. De Vlaamsch-Katholieken wenschen volledige vervlaamsching en willen niet dat aan de wenschen der kleinere groepen tegemoetko mingen worden gedaan. (Kleinere groepen die de gelegenheid opengesteld willen zien voor hen, die Fransche leergangen wenschen te volgen). De Liberalen steunen de opvat ting der minderheden, en zij zullen de ver vlaamsching niet in den weg staan, mits hun toegezegd wordt dat er ook een Fran sche gelegenheid om te studeeren, wordt ge schapen. De Liberaal-katholieke regeeringscombi- natie bevindt zich dus zonder twijfel in een uiterst wankelbare positie en men ziet de ontwikkeling der gebeurtenissen met ge rechtvaardigde zorg tegemoet. Vooral nu, volgens de laatste telegram men bekend is geworden, dat de fractie der Roomsch-Katholieken besloten heeft den tot nu toe gevolgden koers onveranderd te blijven volgen en de vervlaamsching der Gentsche universiteit door te voeren, het geen beteekent dat een regeeringscrisis in België wel onvermijdelijk schijnt. L. A. De vlootbasis te Singapore. LONDEN, 13 Nov. (V. D.) De eerste Lord der Admiraliteit, Alexander kondigde heden in het Lagerhuis aan, dat alle werk zaamheden aan den vlootbasis te Singapore zooveel slechts mogelijk is, zullen 'worden opgeschort, hangende het resultaat van de maritieme conferentie van Januari 1930. De Engelsche mijneigenaren draaien bij. LONDEN, 13 Nov. (V.D.) De mijneige naren van Yorkshire hebben heden besloten de voorstellen van de regeering te aan vaarden. Tevens werd een resolutie aange nomen, waarin tot uiting wordt gebracht, dat het in het algemeen belang is van de industrie wanneer de regeering bij het ma ken der wetten den bijstand heeft van de mijneigenaren. Cartius en Hilfferding naar de Haagsche Conferentie. BERLIJN. 13 Not. (V.D.) Naar de „Vorwaerts" verneemt, zal de Rijksregeering op de tweede Haagsche conferentie worden vertegenwoordigd door dr. Curtius. minister van buitenlandsche zaken en dr. Hilfferding minister van Financiën. Sir Edmond Ovey gezant in Moskou. Sir Esmond Ovey, die onlangs benoemd was tot Britsch gezant te Rio Janeiro, naar wel ke standplaats hij echter niet is vertrokken, is thans benoemd tot gezant te Moskou,- zegt de Tel. Sir Esmond was sedert 1925 gezant in Mexico en bekleedde voor dien diplomatieke functies in Stockholm, Tanger en Parijs. In 1900 maakte hij een reis naar Moskou, den kaukasus en de Krim en was later lid van de diplomatieke missie te Fez, Sir Ronald Lindsay gezant in Washington. Sir Ronald Lindsay onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken is benoemd tot ge zant- te Washington, als opvolger van sir Es- me Howard. Lindsay wordt opgevolgd door sir Robert van Sittart, meldt de Tel. Sir Ronald heeft van 1911 tot 1913 deel uit gemaakt van het Britsche gezantschaps- personeel te Den Haag en was van 1925 tot 1928 gezant te Berlijn. Centralisatie in Boekarest. BOEKAREST. 13 Nov. (V.D.) Minister- pr 'udent Manioe werd Woendag door den regentschapsraad in audiëntie ontvangen, waarbij het het besluit tot samenvoeging van 6 ministeries in 3 ministeries voorlegde-. Terzelfdertijd overhandigden de minister van godsdienst en de minister van gezond heid him ontslagaanvragen, daar hun mi nisteries worden opgehesen. De minister van Arbeid Radoecanoe blijft in het kabinet, als minister van volkswelvaart. Madgearoe zal belast worden met de portefc'.ülle van financiën. De minister voor Zevenburgen, Hitescoe wordt minister van handel en de minister van openbare werken wordt minis ter van het verkeerswezen. De begindatum-der Haagsche Conferentie nog niet vast gesteld. PARIJS, 13 Nov. (V.D.) Het Fransche ministerie van Buitenlandsche Zaken ont kent formeel het door een der Parijsche ocn- tendbladen gemelde bericht dat de tweede Haagsche Conferentie op 7 December zou beginnen. De datum is nog niet bepaald. Tardieu stelt de vertrouwens- quaestie PARIJS, 12 Nov. (Havas). De Kamer Is begonnen met de behandeling van de be grooting. De socialisten stelden voor hoofd stuk I van de begrooting van het ministerie van financiën, aan te houden om de nood zakelijkheid te doen uitkomen van een on derzoek van den toestand der kleine rente niers, die een kapitaal in gouden francs stortten en slechts een minamalen interest ontvangen. De minister van financiën Chéron ver klaarde, dat de regeering binnen het kader der begrooting naar verbetering van hun lot zal streven. Tardieu- stelde de questie van vertrouwen tegen de aanhouding. Het socialistisch voor stel werd met 317 tegen 257 stemmen ver worpen. Na een nachtelijke vergadering Het Lagerhuis heeft om 8.20 uur Woens dagmorgen de zitting opgeheven, na den ge- heelen nacht te hebben beraadslaagd over het wetsontwerp inzake het weduwen-pensioen. Om ongeveer half ach h-tad men twintigmaal gestemd, doch ten aanzien van het wets ontwerp was weinig vooruitgang gemaakt, daar de conservatieven, hoewel zij verklaar den de zaken zooveel mogelijk te willen be spoedigen, toch allerlei argumenten naar voren brachten ten einde den voortgang der besprekingen te vertragen. De debatten hadden een vriendschappelijk verloop. Bij de stemming was de sterkte der conserva tieven ongeveer 75, terwijl de arbeiders en liberalen meer dan 200 stemmen hadden. De minister voor Openbare Gezondheid Greenwood legde er den nadruk op. dat of schoon 27 uur aan, de discussies over de ar tikelen van het wetsontwerp waren gewijd, men nog niet varder gekomen was, dan de helft van het eerste artikel. Ten slotte werd een compromis gesloten, waarbij de oppositie aan de regeering den avond van Dinsdag in plaats van Maandagavond aanbood om het wetsontwerp zooals dit door de re geering was voorgesteld, af te handelen. De debatten werden daarop tot Donderdag ver daagd, HET ITALIAANSCHE GEZANT- SCHAP IN DEN HAAG. Een verandering. COMTE MARCHI NAAR BERN. Door de benoeming van den Italiaanschen gezant, te Bern, conté Bonifacio Pignatti Morano di Custoza, tot ambassadeur te Buenos Aires, is de gezantschapspost te Bern vacant. Naar. de Tel verneemt, komt hiervoor ernstig in aanmerking de Italiaansche ge zant te Den Haag, Z.Exc. Giovanni Marchi. Dit bericht werd reeds eerder in de Zwit- sersche pers gelanceerd, waarop geen tegen spraak volgde. Het blad kan er nu aan toe voegen, dat dit aftreden inderdaad vaststaat; de heer Marchi zal Den Haag vermoedelijk in den loop van de maand December verla ten. Het aantal der diplomatieke mutaties bij de verschillende Italiaansche legaties is wèl groeiende. Zooals bekend werd de gezant te Berlijn het slachtoffer van een verduistering, hetgeen zijn aftreden ten gevolge had. Te Berlijn werd benoemd Luca Orsini Baroni, tot dusver ambassadeur te Angora- De af getreden gezant te Berlijn, graaf Luigi Al- drovandi Marescotti werd „ter beschikking gesteld", welk lot hij deelde met den afge treden gezant te Santiago, Carlo Garbasso. De ambassadeur tc Tokio, baron Pompeo Aloisi, werd naar Angora overgeplaatst, ter wijl de gezant te Boedapest, comm. Ercole Durini di Monza tot ambassadeur te San tiago werd benoemd. Bij deze mutaties sluit zich nu waarschijn lijk de verplaatsing van den Italiaanschen gezant te Den Haag naar Bern aan. Gezelligheid. Langs den weg veegde de wind, kreunend en ruischend bogen de boomen onder zijn geweld. De regen zwiepte in gutsende vlagen tegen de huizen, over de daken, en de men- schen worstelden zwijgend tegen het nood weer in. Half acht. In het tramhuisje stonden een paar menschen, verkleumd en rillend, te wachten op de vaste schouwburgtram van vijf minuten over half. De druppels liepen langs hun gezichten, de straaltjes dropen van hun hoeden, langs hun Jassen op hun doorweekte schoenen. Zwijgend staarden zij het duister van den unheimischen avond in. en schoven ritselend ter zijde als weer een volgende hijgend van het worstelen tegen den storm, binnen kwam waaien. Het werd er vo! menschen. die zich huiverend uit schudden als in het water gevallen poedels en gelaten hun steeds weer beslaande bril lenglazen afveegden. Iemand had. der traditie getrouw, geen hoed op willen zetten voor dit schouwburg bezoek in noodweer, en betastte nu zwijgend en eenigszins onzeker haar verregende, ver waaide, uit de krul gezakte coiffure. Haar man staarde haar geïrriteerd aan, en bromde iets onaangenaams. Zij zei niets terug, in zielige spijt over haar eigen koppigheid en in het hinderlijk bewustzijn, dat zij er alles behalve op haar voordeeligst moest uitzien. Buiten kletste de regen en de plassen blon ken in het armzalige schijnsel van een hoog hangende, zwaaiende lamp. Iemand stapte met een plons midden in de reusachtige plas. die den toegang tot dit veilig oord bemoeilijkte zooals de rijsteberg het eertijds dien tot Luilekkerland deed. Hij vloekte ongegeneerd en schilderachtig en bekeek met afgrijzen de modderspatten, die hem van top tot teen garneerden. Wij namen zelfs niet eens de moeite om gechoqueerd te kijken. De tram kwam niet. Regen en wind woedden door. Toen zingzangde opeens door die onver schillige stilte het snoezige stemgeluid van een zeer dikke dame, en wij konden niet an ders doen dan geïnteresseerd opkijken. Want genoeglijk inviteerend had zij haar arm door dien van haar man gestoken, en klagelijk zei haar ietwat geaffecteerd stemgeluid; „Hè toe, willen we naar buiten gaan? Het is hier niets geze-e-ellig!" Hij had een schok van schrik, maar on derwierp zich gedwee. Samen verdwenen zij, de gezelligheid in. En wij, die achterbleven, vroegen ons wei felend af. of het waarlijk waar zou zijn, dat gezelligheid geen tijd kent. Want de tram ging weg zonder hen. W. T. MUZIEK. LEDENCONCERT DER H. O. V. Het interessante programma van gister avond, dat een tweetal voor ons muziekcen trum nieuwe werken van landgenooten be vatte, bleek niet zonder aantrekkingskracht: behalve het gewone H. O. V. publiek kon men verschillende bekende muziekbeoefenaren, vaklieden zoowel als liefhebbers in de Ge meentelijke Concertzaal opmerken. Merkwaardig van samenstelling was het programma zeker. De lijn liep van den schep per van den concertvorm Vivaldi over de meest moderne werken op dit gebied, om dan eenigszins terug te buigen naar Ravel. Dat men nu reeds, weinige jaren na den tijd waarin de muziek van Ravel als het summum van nieuwerwetschheid en niets ontziende gedurfdheid, van een terugbuigen naar zijn stijl kan spreken is een bewijs met welk een snelheid de toonkunst, daarin gelij ken tred houdende met de techniek, zich evolueert. Inderdaad klonk Ravel's Suite „Ma mère l'Oye", waarvan op verzoek een zeer gewaardeerde herhaling gegeven werd, na Willem Pijpers Pianoconcert gemoedelijk- eenvoudig. En toch is deze muziek in haar eenvoud (er komen heele bladzijden nage noeg zonder kruizen of mollen in) zeer sterk individueel gekleurd en ook uiting van een krachtige persoonlijkheid. Maar de figuur- Ra vel begint, evenals die van Richard Strauss voor ons idee reeds iets afgeslotens te krijgen, al behooren beiden tot de nog levende en werkzame toondichters. Met Wil lem Pijper en zijn leerlinge Henriëtte Bos nians is dit anders: beider innerlijke groei schijnt nog niet geëindigd: er is nog een wordings- en metamorphoseeringsproces aan den gang, dat ons voor wie weet wat voor nieuwe verschijnselen kan stellen. Verleden jaar hoorde ik op een concert een vioolstukje van Henriëtte Bosnians, dat een bijzondere melodische begaafdheid aan het licht bracht. Het leek me een werkje uit vroeger tijden, omdat een kamermuziekwerk van haar hand, op een concert van Kunst aan het Volk gespeeld, in heel andere rich ting wees. De melodische begaafdheid komt in haar gisteren gespeeld „Concertino" voor piano en orkest ook op een paar plaatsen aan den dag. Groot-endeels toont het haar als zeer talentvol volgelinge van Pijper's rich ting. Klavier- zoowel als orkest-partij geven den indruk, met- veel instrumentale kennis behandeld te zijn. De veelvuldige kwinten en kwartenparallelgangen in de pianopartij, de voorliefde voor gestopte trompetten, de bitonale combinaties, de kortademigheid der gedachten, zijn enkele voorbeelden van fac toren die ik persoonlijk niet bewonderen kan; de rhythmisclie kracht en het streven naar eenheid door logischen opbouw mogen als tegenwichten bij een waardebepaling gel den. Pijper's werk ademt, voorzoover ik na kon gaan, eenzelfden geest. Maar het wei-k van den meester biedt, naar het mij voorkomt, meer verscheidenheid, meer groei uit zijn elementaire bouwstoffen, dan dat van de leerlinge. In hoeverre deze muziek blijvend bestaan zal hebben valt volstrekt niet te zeg gen; mogelijk vertegenwoordigt zij een zich voltrekkend ontwikkelingsproces van de mu zikale kunst- in 't algemeen. De indrukken die zijn werk en dat van Henriëtte Bosmans nu gemaakt hadden bleken bij verschillende hoorders van zeer uiteenloopenden aard te zijn. Er werd geprezen, hoog geprezen zelfs aan de eene zijde, er werd gelaakt of schou der opgehaald aan den anderen kant. Voor velen van de oude generatie is het moeilijk in te zien of zich achter de onbetwistbare constructieve merkwaardigheid diepere men- sc-helijke gedachten en impulsen verschui len. Op velen maakt dit constructieve werk, dat in zijn oer-materiaal- de ontwikkelings mogelijkheden en dus ook de grenzen van den groei vindt, den indruk van zuiver cerc- bralen arbeid, hoewel we toch in de fuga's van Bach verwante voorbeelden moeten er kennen. En over het al of niet welluidende der uit die ontwikkeling resulteerende com binaties wordt ook al heel verschillend ge oordeeld. De gustibus non est dïsputandum. Misschien zal die muzikale glandula pitui- taria eenmaal den bouw cn den groei beslis sen van werken die wij, of onze nakome lingen allen zullen tfcwonderen. Van Vivaldi tot de bovengenoemde werken was een geweldige sprong. Het machtige ta lent van den ouden Italiaanschen, door nie mand minder dan Seb. Bach ijverig nage- volgden meester doet ons een werk als zijn Concerto grosso met nog onverflauwde be langstelling aanhooren. En de verschillende solisten: twee violisten, een altist en een cel liste wekten ook om hun individueele pres taties belangstelling en groote waardeering. Bij Ravel's werk was een celesta in gebruik. Heeft de H. O. V. dus het levendig-gewensch- te instrument verkregen? Het auditorium betoonde zich jegens alle uitvoerenden en in 't bijzonder ook jegens de componisten Henr. Bosmans en Willem Pijper ivan die de eerste in beide werken de solopianopartij vertolkte, de tweede zijn eigen werk dirigeerde), al zeer sympathiek. Henriëtte Bosmans toonde zich bovendien als een duchtige pianiste en het orkest heeft zich in de moeilijke orkestpartij kranig ge houden. Voor zoover het werk van Henr. Bos mans betreft komt een deel van de eer aan Van Beinum toe, die ook Vivaldi en Ravel met smaak leidde. K. DE JONG. ARBEIDERS MANDOLINECLUB „APOLLO". JUBILEUM-CONCERT. Apollo viert feest. Het gezelschap, waar van wij de mooie uitvoeringen onder leiding van zijn directeur Joh. B. Kok meerdere malen hebben besproken, herdenkt den dag dat 121/2 jaar geleden formeel werd be slot/en tot het fundeeren van een mandoline club. Uit. het inloidend woord dat de direc teur richtte tot de aanwezigen, vernamen wij, hoe in die dagen de mandoline om velerlei redenen bijzonder in trek begon te komen. Slechts weinige van de toen opge richte clubs hebben den strijd tegen het juist toen sterke vooroordeel tegen het instrument kunnen winnen. De grootste tekortkoming lag eigenlijk wel in het feit, dat geheel on bevoegden zich opwierpen als instructeur, met al de treurige gevolgen van dien. Wel bracht het stichten van een tweetal bon den verbetering, n.l. van den alg. bond van mandolineclubs, die concoursen organiseer de, en van den bond van arbeiders-mando lineclubs. waar men door festivals de mooie eigenschappen van een goed ensemble leerde kennen, doch waar ook de tekortkomingen aan liet licht kwamen. In hoofdzaak kwamen deze zeer op twee dingen: 1. het ensemble was te veel van gelijke kleur, waardoor net timbre monotoon bleef en spoedig verveelde: 2. de toonomvang was te klein, zoodat de componist zich immer tot hetzelfde toor.ge- bied moest beperken. Aan het laatste feit kwam nien al spoedig tegemoet, door de groep instrumenten uit te breiden, zoodat wij nu bij een goed geformeerd gezelschap drie duidelijk te onderscheiden groepen kunnen aanwijzen. De eerste tekortkoming, die natuurlijk door de onder 1 genoemde remedie voor een groot deel werd opgeheven, meende men aanvan kelijk te kunnen verhelpen, door strijkin strumenten toe te voegen. Voldoening schonk dit niet. waarom men proeven nam met blaasinstrumenten. Op liet te Berlijn gehouden congres, waar een houtblazers- groep van het pliilharmonisch orkest mee werkte, was de critiek alleszins gunstig. Joh. B. Kok heeft ons op dit jubileumcon cert een werk doen hooren, dat voor de be zetting mandoline-houtblazers (en contra bas) opzettelijk is geschreven. En voor deze uitvoering had hij de beschikking over een drietal gezelschappen, want behalve Apollo werkten hieraan mee „Palvu" en „Sempre vivo" beide uit Amsterdam: ook de laatste twee clubs staan onder zijn leiding. Aanvan kelijk zou ook nog een stuk worden uitge voerd met koor, doch door onvoorziene om standigheden kon dit plan niet tot uitvoe ring komen. Voorts moest nog een stuk ver vallen, daar het genootschap voor auteurs recht ..Burna" volgens zijn gewoonte op 't laatste nippertje kwam met voor de uitvoe ring een bedrag te eischen, waarvan menig gezin een week moet leven. Wat nood: er bleef nog genoeg muziek over om den avond te vullen. En al werd er dezen avond niets in den breede uitgemeten, een huldebetui ging aan den directeur mocht toch niet ach terwege blijven. Hiervoor zorgde mevr. Hen- ny v. d. Meer, die als presidente den direc teur een fraai boekwerk ter hand stelde. Inmiddels was er al heel wat gemusiceerd. Apollo speelde naast een ouverture van den directeur (we bespraken het werk al eerder) en een fantasie van Florian Jullian heel kleurrijk een transcriptie van Mendelssohn's Lied ohne Worte in A. Meestal is Kok, even als wij, afkcerig van arrangementen, maar ais het een enkele maal gebeurt met een fijnheid van dynamiek en nuancecring zoo als dezen keer, dan kunnen wij daarmee hartelijk instemmen. Ook werd nog. te za- men met „Jong Apollo" een drietal stukken gespeeld, waarin de groep jongeren zich on berispelijk aanpaste bij de meer gevorder den. En als later bij deze twee clubs zich „Palvu" aansloot, om de bekende Mei-fan tasie van den directeur klank- en stijlvol uit te voeren, dan kende de bewondering geen grenzen. Maar het hoofdwerk, waarin ook de liout- blazcrsgroep zou meewerken werd bewaard tot na de pauze. En nog steeds groepten zich meerdere spelers op het podium, want nu voegde zich ook „Semper Vivo" bij de ande ren terwijl de blazers (in partituurvolgorde: fluit, hobo, klarinet, fagot) zich langs het achterscherm nestelden en nog juist een plaatsje lieten voor den contrabas. Hier hadden we nu de combinatie, waar naar we zoo nieuwsgierig waren, er de klank werking van te hooren. Alles cn alles geno men kon ik die zeer bevredigend vinden, al was 't jamnier. dat de hobo te laag stemde. Het best voldeed de werking der fagote. die men haast als onmisbaar mag wanen bij de mandoline combinatie. De compositie op zich zelf (Konrad Völki is de auteur dezer ouver ture in b-klein) blijft op platgetreden paden, en de enkele malen dat de parallel- toonsoort d groot wordt genomen (al is 't heele slot in dezen toon) kan toch den in druk van monotonie niet wegnemen. Waar om niet ook een b-groot gebruikt? Dit zou het werk heel wat frisscher maken. Prettig echter, dat er niet animo en ook met veel geluk werd gespeeld. En ook aan de leiding kon men zijn reine vreugde hebben. Joh. B. Kok toonde nog eens overduidelijk, hoe hij hier is: de rechte man op de rechte plaats. Zijn opgewektheid brengt in Apollo een frisschen geest, die zich ook meedeelt aan de luiste raars die deze concerten plegen te bezoeken, en die zich gewis in den groei en den bloei van Apollo zullen verheugen. Twee fraaie bloemenmanden sierden het podium, sprekende getuigen van sympathie, den jubilaris bewezen. Zij waren geschonken door de belde gezelschappen uit de hoofd stad), die ook aan dit concert hun mede werking verleenden en zeer bijdroegen tot het welslagen daarvan. Ook de blazcrsgrocp (die tot liet muziekkorps „Excelsior" behoor de) mag men dank weten voor de mede werking. Onnoodig te zeggen, dat bij deze gelegen heid de Schouwburg-Jansweg prachtig ge vuld was met belangstellenden. G. J. KALT. ONTVANGEN BOEKEN Een wonderreis door het Heelal door Gerard Meyer. Uitgave Vak- hoff Co., Amersfoort. De schrijver van het hierboven genoemde werk heeft zich tot taak gesteld in een be perkt bestek de antwoorden te geven op lal van vragen, die bij den leek rijzen omtrent zulke dingen als de sterren, de zon, de maan en alle andere hemellichamen, vooral de aarde en haar ontwikkelingsgang, planten, dieren en menschen. Hij heeft dit zonder Wetenschappelijke pretentie willen doen op populaire, dwz. bevattelijke en prettig lees bare wijze en hij is hierin zonder twijfel ge slaagd. Het behoort zeker tot onze algemeene ontwikkeling om van zulke zaken als den sterrenhemel, de stoffelijke evolutie van onzen aardbol, den ontwikkelingsgang van het leven van dieren, planten en menschen op onze eigen planeet eenige elementaire kennis te bezitten. De heer Meyer heeft ons in staat gesteld ons deze wetenschap op ge makkelijke wijze eigen te maken in een tekst, die verduidelijkt wordt door crayonteekenm- gen van den schrijver en een serie groote ge kleurde platen van Henk Meyer. De Negende Thermidor door M. Aldanov. Uitgave W. J. Thieme Cie, Zutphen. Dr. B. Raptschinsky, onzen lezers welbe kend. heeft voor Thieme Cic de vertaling bezorgd van Aldanov's historische roman De negende Thermidor. Een jong Russisch edelman wordt, als werktuig van een hofintrige, in de nabijheid van keizerin Catharina H gebracht en de gunsteling van het oogenblik. vorst Soebow, die het gevaar doorziet, zendt hem met een diplomatieke zending naar het buitenland. Zoo komt hij eerst in Duitschland, waar hij Kaus, den wijsgeer ontmoet, daarna in En geland, waar hij in contact komt met den staatsman Pitt, in België bij de vereenigde legers en eindelijk in het Parijs van de re volutie, dat zucht onder de bloedige tyranrile van Robespierre en waar juist de koning is terechtgesteld. De basis van dezen roman Is de geschie denis. maar het is geschiedschrijvcrij in een zeer eigen en bijzonder aantrekkelijkcn vorm, vol sprankelenden geest, in een praehtigen stijl en met volkomen beheersching van het onderwerp. Het boek Ls een der beste ant woorden op de vraag, hoe de geschiedenis, welker kennis zoo leerrijk voor het mensch- dom is, boeiend kan worden voorgedragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9