|4arig
zittend
Haar
HAARLEM'S DAGBLAD
LITERATUUR
NIEUWE BOEKEN.
WOFNSOAG ?n MOVrR^Pr'? 1929
VIERDE PT
MUZIEK.
TWEEDE GEMEENTELIJK ORGEL
CONCERT
Vóór den aanvang van het concert betrad
de heer A. Vernout het podium
Ik zie en spreek den heer Vernout gaarne,
maar hij houde het mij ten goede ik
moet bekennen dat mij altijd de schrik om
't ha"t slaat, wanneer hij als spreker het
concertpodium betreedt. Niet dat hij slecht
ter taie of langdradig zou zijn: zijn rede
voeringen munten altijd door kortheid en
kernachtigheid uit. Maar zijn boodschappen
bevatten gewoonlijk proframmawijzigingen,
en sinds de concerten van Dirk Schafer.
eenige jaren geleden, wien het soms lustte
heele of halve programmas door andere te
vervangen, als we eenmaal goed en wel en
vol verwachting gezeten waren, sinds dien
heb ik de schrik beet.
Gelukkig liep het gisteravond nog al goed
ef: de omwenteling beperkte zich tot een
stuivertje-wisselen van de twee programma-
helften. Waarom dat geschiedde heb ik niet
vernomen, maar ik weet wel dat de chro
nologische orde er danig door in de war ge
stuurd werd.
We kregen nu eerst de interessante Koraal
variaties van Karg-Elert en vervolgens de
vioolsoli van Reger en Mozart. De Aria van
Reger begint zoo'n beetje op de manier van
de viooltransscriptie van het Air uit Bachs
D maj.-sulte door Wilhelm. Ook Roger's trio
wordt geheel op de G snaar gespeeld, maar
de natuurlijkheid der melodie is heel wat
minder dan bij Bach en het geheel doet eer
als kunstmatig pathos dan als warmgevoelde
ontboezeming aan. Hoeveel waarach tiger
klinkt dan Mozart's liefelijke stem in zijn
Adagio in E maj-, al vertelt hij daarin niet
veel dat we niet reeds vroeger van hem hoor
den: de wijze waarop het verteld wordt be
koort immer oor en hart. De ingevoegde ca
dens van Hugo Heermann ging wat te veel
een kant der virtuositeit uit om geheel in
het eenvoudig kader van het werkje te pas
sen. Sam Swaap, de Haagsche concertmees
ter en solist op het concert van gisteren,
droeg de beide werkjes met goed stijlbegrip,
schoenen toon en loffalijken eenvoud voor.
In de drie orgelwerkjes van den Parijschen
organist. Charles Tournemlre werden we
langs moderner-Fransche wegen gevoerd. Bil
de „Pastorale" konden we opmerken dat het
landelijke karakter in een moderne omgeving
vaak te loor gaat of althans niet tot zijn
-recht komt.
De oudjes kwamen ditmaal achteraan.
Eerst de oudste van allen: Joh. Pachelbel
(1653—1706), voorlooper van Bach en tot op
zekere hoogte voorbereider van den orgel-
stijl van dezen. In het Preludium, de Fuga
en de Ciaccona bemerkt men dat zonder
moeite: af en toe meent men werk van
Bach te hooren. Maar Pachelbel bezat niet
zooveel rijke fantasie als Bach; daardoor is
zijn Preludium wat breedsprakig en vervalt
zijn Ciaconna in herhalingen, wat trouwens
bij het wel erg korte en simpele ostinato-
thema geen wonder is.
We bleven nu 'binnen de sfèer der klassie
ken. Swaap droeg het bekende d min-concert
van Tartini, den als violist, componist, theo
reticus en schermer beroemden Italiaan-
schen meester (16921770) voor en oogstte
daarmee zóóveel verdiend succes, dat hij nog
'een aria van Handel extra speelde, en George
Robert begeleidde hem zóó goed, dat de vio
list zijn compagnon tweemaal uit zijn veilige
•schuilplaats naar voren haalde om hem, niet
in de winst, maar in den bijval, die toch een
soort van artistieke winst is, te laten deelen.
En na al het in dankbaarheid genotene
mochten we tot slot nog het grandioze Pre
ludium en de Fuga in c min. van Bach hoo
ren, op voortreffelijke wijze door den orga
nist gespeeld, die daarmee onze dankbaar
heid nog vergrootte.
KAREL DE JONG.
HET TOONEEL.
HAARLEM'S TOONEEL.
DE WITTE RAAF.
Het was een sympathieke gedachte» van
Haar'. ».n's Tooneel om „De Witte Raaf" eens
een kans in onze stad te geven door het
voor zijn leden te laten optreden. Want dit
kleine, serieuse cabaret-ensemble wil werke
lijk het goede, verzorgt zijn voorstellingen
in artistieke decors op zijn best en geeft tons
iets anders dan een programma van enkel
liedjes en nog eens liedjes! Den eersten keer,
dat. ik een opvoering van De Witte Raaf
bijwoonde», was de Stadsschouwburg akelig
leeg en de dames en de heeren stonden er
als verloren in de groote ruimte, wat vooral
voor den conferencier fnuikend was. Wij
weten nu eenmaal, dat de omgeving voor eer,
cabaret bijna alles is en ik zet het den besten
conferencier om contact te krijgen in een zaal
met enkel stod'en!
Nu gisteren was het heel anders! Een ge-
gezellige volle schouwburg, een prettig publiek,
dat- onmiddellijk reageerde op alles, wat daar
ach tor het voetlicht gebeurde en dus van hef
•begin af het zoo noodzakelijk contact! Her
succes voor Holman en zijn troepje was dan
ook groot, zoodat De Witte Raaf en Haarlem's-
Tooneel over den avond heel tevreden kunnen
zijn.
„Wij willen beschaafde en decente klein
kunst brengen!" zei Piet Holman in zijn ope
ningswoord en het is wel zeker, dat dit be
schaafde en decente van het programma
door een vereeniglng als H. T. ten zeerste
■wordt gewaardeerd. Maar mijn opinie ov»r
dit nieuwe cabaret-ensemble is na een terug
zien onder deze guns'ige omstandigheden
toch niet gewijzigd. Wij hoorden Holman om
den anderen zin zeggen „wij artisten" en de
wcorden „klein-kunst" waren niet van de
lucht!
Zonder pretentie is de leider van De Witte
-Raaf zeer zeker niet. Maar.... ,,'n est pas
art'ste aui veul!" Je wordt, heusch geen ar
tist door het aan het publiek zoo herhaalde
lijk en uitdrukkelijk te verzekeren, dat je he:
hent! Laten je faits en gestes maar voor je
getuigen!
De dames en heeren van ..De Witte Raaf"
zijn van zeer goeden wille, maaraltisten?.
Dat ben je nu maar niet zoo één, twee, drie.
al sta je ook in de meest elegante toiletten
in het mooiste, artistieke decor! Pisuisse
overtuigde ons van zijn artisticiteit, ook al
stond hij op kisten en voor een kalen, leegen
witten muur!
LETTEREN EN KUNST
Maar Yvette Marsay en Theo Lodewïch
blijven dilettanten in het kwadraat, ook al
zingen ze „ik verlang naar Holland!" wat
een weinig sentimenteel gedoe tusschen twee
haakjes! in een stemmig Indisch decor!
En in Winnie Wish kan ik ook onmogelijk
een artiste zien!
De totaalindruk van „De Witte Raaf" blijft
bij mij één van beschaafd en decent dilet
tantisme. Oo de echte artistieke vonk, die
van het podium overslaat en je op eens in
vlam zet, heb ik vergeefs gewacht.
Maar het was een programma vol varia
tie en die variatie is door het publiek zeer
geapprecieerd! De dames en heeren van dit
cabaret-ensemble hebben ongetwijfeld een
prettigen indruk bij de leden van H. T. ach
ter gelaten. In het cabaret-genre, dat ons
tegenwoordig in Holland wordt geboden, on
derscheidde dit programma zich zeer gunst-ig
en wij verheugden ons daarom over het suc
ces, dat Piet Holman en zijn ensemble hier
gisteren mochten oogsten.
J. B. SCHUIL.
Er verschijnt weer het een en ander, deze
najaarsdagen. Met Klaas en Kerstmis in het
zicht maken de boekhandelaren hun fraaiste
uitstalling van de gevarieerde productie der
Hollandsehe uitgevers. Ook naar het uiterlijk
heerscht een oneindige verscheidenheid in de
reeksen boekwerken aie ons worden voorge
legd. Een veelal geïllustreerd omslagje mei
manchet, op dun illustraliepapier, vervangt
vaak het behoorlijk zwaar omslagpapier,
maar maakt dat de boeken, na een poosje in
handen geweest te zijn, er schunnig en waar
deloos gaan uitzien en blijkbaar niet van
zichzelf verwacht hebben meer dan éénmaal
in handen genomen te worden. Nu komt die
verwachting vrij wel geregeld uit, het mee-
renüeel van het gebodene is ontspanningslec
tuur en heeft ook geen andere pretentie. Wat
méér is, is in den regel ook naar het uiterlijk
beter verzorgd. Wat maken, in dit opzicht de
keurige boekjes van de volksuniversiteitsbi
bliotheek, een uitgave van de Haarlemsche
uitgeverszaak der Erven Bohn een goed fi
guur! Een handig formaat, een eenvoudig,
toch smakelijk bandje verhoogen de aan
trekkelijkheid dezer kleine boeken, die, al
dienen zij zich niet aan als verpoozingslek-
tuur of belletrie, voor niet al te oppervlakkige
msnschen afwisselende ontspanning en genot
kunnen opleveren. Men zal in die serie allicht
iets naar eigen gading vinden. Van de twee
laatste deeltjes die verschenen, zal dat van
Dr. J. D. Bierens de Haan over „den strijd
tusschen idealisme en naturalisme in de ne
gentiende eeuw" eenig voorafgaand begrip
van wijsgeerig denken vereischen om met ge
not gelezen te worden; dat van Dr. F. W. A.
Korff die „Levensproblemen bij Shakespeare"
behandelt, zal ieder die voor het dichterlijk
tooneelwerk van den Engelschman belang
stelling heeft, en dat zijn er de laatste ja
ren, door de vele goede vertooningen zijner
stukken ten onzent, niet weinigen gaarne
lezen. Dr. Korff heeft over eenige hoofdfigu
ren uit 't Shakespeareaansche oeuvre als King
Lear, Hamlet, Caesar, heel ..interessante, en
diepgaande beschouwingen -ten beste gegeven,
hij schrijft bovendien een prettig, klaar en
eenvoudig Nederlandsch, waardoor de lektuur
een geestelijke ontspanning wordt ook voor
wie van huis uit beroepsfilosoof noch
Shakespeare-specialist is.
Zoo behoeft men ook geen historicus van
professie te zijn om zich met het aardige boek.
van G. Bmgmaas: onledig te houden dat „On
der de loupe van het buitenland" getiteld is
en door de Baarnsche Hollandiadrukkerij
werd uitgegeven. Op zeer onderhoudende wij
ze wordt ons hier een bloemlezing gegeven
uit alles wat door vreemde reizigers over Hol
land, het Hollandsch karakter, de Hollandsehe
vrouw, het landschap, de kunst, werd opge
merkt en in geschrifte vastgelegd. Uit den
aard der zaak trok ons land de belangstelling
van buitenlanders het meest toen wij als natie
in Europa een rol van beteekenis te spelen
hadden; een niet onbelangrijk deel van het
boek is dan ook aan het opmerkelijk bestaan
van de republiek der vereenigde Nederlanden'
gewijd zooals dat door vreemde bezoekers
werd opgemerkt en gecommentarieerd. Doch
een modern dichter als Verlaine, die over zijn
veertiendaagsch verblijf in Hollandsehe kun
stenaarskringen een boekje schreef, en Hemd
Asselin die in 1921 een uitvoerig boek over
Holland samenstelde worden geciteerd ja zelfs
het kleine, maar o, zoo fijne boekie van A. de
Chateaubriant „Instantanés aux Pays-Bas".
dat twee jaar geleden verscheen, is niet ver
geten. In 't kort: een aardig, onderhoudend
boek, dat we ter lezing gaarne aanbevelen.
Mevrouw G. van Nes-Uilkens heeft reeds
lang een verdiende reputatie als vlot, onder
houdend en beschaafd vertelster. Haar „Ma
retakken", ons door Van Holkema en Waren-
dorf's UitgeversMaatschappij bezorgd, zal aan
die reputatie geen afbreuk doen. Wij lezen
belangstellend verder als die goeie Ton maar
voortgaat zich onopgemerkt voor haar zussen
en broederen op te offeren, alles met een blij
moedige berusting, die bijna niet van deze
wereld is. Maar Ton is een buitengewoon
meisje, een buitengewoon mensch geweest er.
de schrijfster heeft haar heur hart verpand
Een enkele onwaarschijnlijkheid laten we
gaarne glippen om te meer de hartelijke ge
negenheid te waardeeren waarmee de schrijf
ster het leven der Maretakken heeft uitge
beeld. De lotgevallen van een domineesgezin
zijn een stof die haar blijkbaar ten volle is
toevertrouwd.
Leest gij, lezer, gaarne verhalen in dialect?
Dan kunt ge uw hart ophalen aan „Vertelsel-
van 't Hoogeland deur jan Bos." De schrijver
is rentnaier en noemt zijn Bundel „Mooi
Volk". Hij is uitgegeven bij de Oetgevers-
moatschappei Holland te Amsterdam; Dirk
Hart het schilderkes taikend.
Dirk Hart heeft ook den omslag taikend,
en ik kan het toch niet mooi vinden. Jammer,
want de bedoeling schijnt toch wel geweest
te zijn iets aardigs, iets luchtigs, iets vroolijks
te maken. Wat ook de bedoeling van den
schrijver in (Overijselsch?) dialect geweest
moet zijn. Maar de omslag is wel erg laag bij
óen grondsch en de verhalen van Jan Bos
al loopen er aardige en geestig-aangevoelde
episodes doorheen zijn als serie toch niet
•he. inspanning waard, die lectuur in een meer
of minder lokaal brabbeltaaltje vordert. Als
curiosum voor de linguïstiek kan dat mis
schien meer beteekenis hebben, voor een
':unstprestatie levert het schrijven in een be-
^aa'd dialect moeilijkheden op. waaraan zelfs
een artist als Querido niet ontkomt. De ge
vaarlijkste is, dat hij vervelend wordt, éér
dan een ander die geen linguistische puzzles
voorlegt en ik durf niet beweren dat Jan Bos
die gevaarlijke moeilijkheid geheel heeft kun
nen ontwijken. Met zijn kijk op menschen en
dingen zou hij ook in normaal-Nederlandsch
iets aardigs hebben gemaakt; nu heeft hij
zelf den kring der waardeering rondom zijn
arbeid eng getrokken.
De laatste weken ontvingen wij:
Van de Uitg.mij. Kosmos, Amsterdam: De
Klokken luiden. Fantasieën over den zin des
levens door C. L. Sleich (Martien Beversluis
bewerker).
Van Van Holkema en Warendorf* uitg. Mij.
,X>aer Slae Gheluk Toe", een verhaal uit den
tachtigjarigen oorlog door Lettice L. Cooper
en
„Palle Jarmer" door Morten Korch. Uit het
Deensch door E. KoefoedPennings.
Van de Uitg. Mij. Holland te Amsterdam;
„Literatuur en Levensverdieping" door J. Peir.
<48 pag. gedrukt met de Grotiusletter van De
Roos door Nijpels) en
De lichte Nacht, door Wilma, roman 271
pag.
Van Andries Blitz, uitgever, A'dam: „Oproe:
der Kinderen*' door Arnold Ulitz, vertaling
Th. Wink, 238 pag.
Van Tjeenk Willink Zoon, Haarlem: De
Kleine Scholen van Port-Royal en Pierre Tho
mas du Fossé, door M. Baronesse van Tuyll
van Serooskerken, 441 pag.
Van Aliert de Lange te Amsterdam: Tus
schen goed en kwaad. Oorspr. roman door
Siegfried van Praag, 235 pag.
Van J. M. Meulenhoff, A'dam: De Bande-
loozen. Oorspr. Roman door Jo Manders, 275
pag.
Tenslotte van de Erven Bijleveld te Utrecht
De Reünie, de geschiedenis van een Schuld
uit de jeugd door Franz Werfel, vertaald door
P. van Schift gaarde. 268 pag.
J. H. DE BOIS.
Laat ons zingen (Twaalf kin
derliedjes) en Twaalf Speellied-
jes „Van alles wat". Muziek
van M. OvermanZüllner, woor
den van W. J. van Assendelft.
Uitgave W. J. Tliieme en Cie.
Zutfen.
Men kan bezwaarlijk zeggen, dat er In
ons land gebrek is aan boeken met kinder
liedjes, maar anderzijds is het waar dat er
van deze nooit genoeg kan zijn. En vooral
niet van de aantrekkelijke soort, samenge
steld door deze muziekleerares te Rotterdam
en dit hoofd eener voorbereidende school te
Rotterdam. Het zijn heel eenvoudige liedjes
voor jonge kinderen en sinds schrijver de
zes ze op een zware proef heeft gesteld door
ze aan de eenige meetellende en onverbidde
lijke critici in dit geval, kinderen zelf, ter
beoordeeling voor te leggen, kan hij ze met
een gerust hart aanbevelen, het alleen be
treurende dat voor het grijsbruine van den
harden omslag niet een meer fleurig effect
gevonden is.
EEN GOED JONGENSBOEK.
Twee H.B.S.'ers en het Chlneeschc
Teelten, door Floris van der Aemstel
(uitg. P. D. Bolle, Rotterdam)
Eenige weken geleden zag ik een mijner
neefjes verdiept in een boek. Hij las met een
hoogroode kleur, de vingers diep in beide
ooren gestopt, om maar door niets en nie
mand te worden afgeleid.
Ik tikte hem op zijn schouder en vroeg:
„Wat lees je daar?"
Hij noemde den naam van een boek, dat
ik verleden jaar ongenadig had „afgekraakt".
„En hoe vind je hefc&'
„Prachtig, oom!"
Eigenlijk had hij het mij niet eens behoe
ven te zeggen, want zijn schitterende oogen
waren reeds antwoord genoeg. Onmiddellijk
gingen de vingers weer in de ooren en he!
was duidelijk aan heel zijn houding te mer
ken, dat hij dacht: „Loop nou maar door en
'stoor mij niet verder!"
Ik had weer eens het bewijs gekregen, dat
jongens boeken heel anders beoordelen dar.
een criticus, zelfs al is die criticus iemand,
die zelf jongensboeken schrijft.
Toch ben ik er vrij zeker van, dat mijn
neefje mij niet zal afvallen bij do lezing van
het boek van Floris van der Aemstel: „Twee
H.B.S.'ers en het Chineesche Teeken!" en hij
het net als ik 'n fijn boek val vinden.
Ja, waarschijnlijk zal hij dat lezen met even
gloeiende wangen en schitterende oogen als
het door mij afgekeurde boek en het „prach
tig!" noemen. „Twee H. B. S.'ers en ho,
Chineesche Teeken" bevat alle elementen om
door jongens mooi gevonden te worden. Het
is spannend en daarbij zoo geschreven, da:
het ondanks de wonderbaarlijke avon
turen, die Henk van Vuuren en Wim Beukers
beleven den jeugdigen lezers als „echt"
zal toeschijnen! Ik zou dit boek met zijn
lading romantiek dan ook niet graag willen
afkeuren. Verbeeld je, dat je» de fantasie en
de romantiek uit jongensboeken zoudt willen
bannen! Ais de fantasie maar in goede banen
geleid wordt en de romantiek niet valsch
is! Heeft Jules Verne daaraan niet zijn groot
succes te danken gehad?
Aan Jules Verne deed Floris van der Aem
stel mij in zijn Twee H. B. S.'ers en Het
Chineesche Teeken nu en dan denken, al
staat hij bij den zeer grooten leermeester
ook nog een heel eind ten achter. Zijn boek
getuigt van een niet minder stoute fantasie
en het zeer actueele onderwerp, dat hij be
handelt. opent voor de jeugdige lezers pers
pectieven, die eens zooals ook bij Jules
Verne herhaaldelijk het geval is geweest
tijdens hun leven misschien nog werkelijk
heid zullen worden. Wie zegt ons, dat in de
toekomst niet een geniaal man zooals in
dit boek wordt beschreven een uitvinding
zal doen, welke den oorlog totaal onmogelijk
zal maken, dat de wereld eens zal worden
verblijd met- een apparaat, dat langs raaio-
grafischen weg zulke krachtige electrische
energie zal kunnen uitzenden, dat het op
zeer verre afstanden alle electrische toe
stellen van oorlogsschepen en vliegmachines
buiten werking zal kunnen stellen! En welk
weldenkend mensch zou met Floris van der
Aemstel niet wenschen, dat zulk een uitvin
ding spoedig werd gedaan?
Het is aardige en voor het jeugdig ge
moed der jonge Hollandsehe lezers een
vleiend gevoel, dat het juist een landgenoot
is, die in „De Twee H.B.S'ers en het Chi
neesche Teeken" deze grootste en belangrijk
ste aller uitvindingen doet en ons land in
de heele wereld beroemd maakt! En nog
mooier wordt het wanneer twee Hollandsehe
jongens een groote rol bij deze door de
Nederlandsche regeering aangekochte en
aan den Volkerenbond aangeboden uitvin
ding spelen en zij en ziedaar de roman
tiek de spionnen, die deze uitvinding wil
len vernietigen, helpen ontmaskeren! Henk
van Vuuren en Wim Beukers zijn twee hel
den als zij dat niet waren, deugden zij im
mers niet voor hoofdpersonen in een jon
gensboek maar dit zijn nu eens niet hel- j
den in den oorlog, maar helden van den vre- J
de en dat. is een nieuw element in onze jon-
gensliteratüur. Dat is ook de reden, waarom
ik het boek van Floris van der Aemstel zoo
actueel heb genoemd wij lezen er zelfs in
van Remarque's „lui Westen Nichts Neues"
cn ik het in handen van vele jonge lezers
wensch.
Of ik er geen aanmerkingen op heb? O, ze
ker, vele zelfs, maar de goede eigenschappen
winnen het ditmaal verre van de slechte en
dan blijf 'ik bij de zwakheden niet te lang
stil staan, vooral niet, omdat- ae meeste jon
gens zeker over deze zwakheden niet te lang
niet in de kern schaden, heenlezen. Een
Ivans en een Conan Doyle zouden ongetwij
feld bij de lezing van dit boek nog al eens
bedenkelijk hun hoofd schudden en mis
schien de opmerking maken, dat Floris van
der Aemstel het detective-bloed toch nog
niet in de aderen heeft. Zeifs een jongen
met een scherp verstand zal nu en dan even
verbaasd zijn om een enkele naïviteit en zich
zeker verwonderen over de lichtvaardigheid
van onze Hollandsehe marine-autoriteiten,
die een spion van wien z!J wéten, dat hij
spion is stilletjes maar laten ont
vluchten. in plaats van hem dadelijk gevan
gen te nemen. Zoo is er meer, waarbij een
critisch aangelegd lezer een dik vraagteeken
zal kunnen zetten en het Is wel Jammer, dat
de schrijver die onwaarschijnlijkheden niet
heeft weggewerkt. Mij dunkt., met een beetje
meer inspanning zou hem dit toch niet
moeilijk zijn gevallen. Herhaaldelijk toch
geeft Van der Aemstel het bewijs de span
ning op de juiste wijze te kunnen opvoeren,
vooral, wanneer hij den beroemden Hol-
landschen detective „Van Hulzen Lederbos"
wat bekende klanken in dien naam, niet
waar? aan het werk zet.
De uitvinding van de heil-brengende
vredes-machine door een Nederlander is een
gelukkige vondst als onderwerp van een jon
gensboek! En buiten dat is er veel in dit le
vendig geschreven verhaal, dat de jongens
boeien zal. Ik voorspel De Twee H. B. S.'ers
en het Chineesche Teeken een flink aantal
lezers en ik wensch het dit boek toe, al was
het alleen maar om aan onze jongens, de
idee bij te brengen dat het werken voor den
vrede in dezen tijd een edeler taak is dan het
werken voor den oorlog!
J. B. SCHUIL.
LECTUUR VOOR ONZE JEUGD.
Onze jongens zullen wel blij zijn, dat ei-
bij de uitgevers Kluitman een herdruk is
verschenen van Cor Bruyn's boek Langs den
Waterkant. Die waterkant bevindt zich zeker
in de Zaanstreek. Cor Bruvn geeft ons in
dit verhaal een echt- frisch stukje jeugd
leven. We vieren .Sint-Maarten mee, we
beleven allerlei avonturen met de jongens
club in de kattengang, we hooren grieze
lige spookverhalen. De schrijver vertelt dat
alles zoo onopgesmukt en toch zoo boeiend
Ook de karakterbeschrijvingen zijn zoo raak
Kees-buur en Jannetje, Boer Krelis en zijn
Griet je ziet ze voor je met hun deugden
en gebreken. De winterpret- is één heerlijk
heid. Allerleukst is dan geschetst de man.
die met ster en rommelpot loopt. De illustra
ties van Pol Dom doen af en toe wat druk
aan. Ik geloof echter zeker, dat „Langs den
Waterkant nog eens een derden druk zal
beleven.
Hoe gansch anders, hoe veel minder ln
alle opzichten is 't Bakvlsschenverhaal van
Jenny IJselstein. getiteld Cora en Imp naai
de Wintersport. De overgang van Langs der.
Waterkant naar* dit frivole verhaal geeft
je een gevoel of Je zoo van een frissc'ne
wandeling in een overvolle balzaal komt.
En toch is 't gegeven niet onaardig- De
familie Hoveland zal de Kerstvacantie i
Zwitserland doorbrengen. We worden da
delijk verplaatst in een eersteklas hotel waar
men wel niet is in „full evening dress",
maar waar men zich „de gloeiende wangen
toch bewaast met een zijden zakdoekje". De
stijl is vrij levendig, vooral waar het ski-
loopen beschreven wordt. Waarom wordt er
nu dadelijk maar weer geflirt en nota bene
nog al met een Phiiip van Dorien, die in dc-
4e "klas van 't gymnasium zit.? Er komt ook
een zekere Charlie in 't spel. die de schijn
wekt van aan twee meisjes het hof te maken
dat natuurlijk weer tot gevolg heeft, dat
beide dames elkander haten met een diepen
haat.
Philip van Dorten is een heel zwakke» jon
gen. De 18-jarige Cora wil uit medelijden
met hem trouwen. De ouders nemen dat
au serieux! Omdat 't uit medelijden en niet
uit liefde is, weet de moeder het Cora ge
lukkig uit 't hoofd te praten. Dit gedeelte
liet ik een jong meisje lezen. Uit den grond
van haar hart, zei ze heel onparlementair:
„Ze zijn daar allemaal van Lotje getikt".
Gelijk heeft ze- En dan die viering van
Kerstnacht en Kerstavond. Ze krijgen „de
klem van 't lachen" en „de kaken zijn moe
van 't eten. omdat alles ook zóó exorbitant
lekker was". Als er heusch ook nog kerst
liedjes gezongen worden, komen er tranen
in veler oogen. 't Is alles oppervlakkig mooi
gedoe, holle frazen, maar van wijding is
geen sprake. Aan 't eind van het boek ver
loven beide meisjes zich nog in ae gauwig
heid. Zoo op 't alleronverwachtst vernemen
we ook even, dat Imp een aangenomen kind
is. Daarover worden vele tranen gestort, vele
booze wcorden gesproken, maar Charlie weet
de situatie te retfden dor haar „met een
stem vol diepe innigheid toe te voegen:
„Wanneer je met mij trouwt liefste, neb ie
wc»er eigen ouders". Eind goed, al goed.
Toch lijkt het mij beter, dat onze jonge
mesjes dit nonsens-boek maar niet lezen.
Het Kathe-Xruse Sportboek van Caroline
van Dommelen, ziet er zoo allergezelligst uit,
dat hc'„ voor onze kleintjes een heerlijk St.
Nicolaasgeschenk zal zijn. De beeldige pop-
peplaatjes gaan wel ver boven den tekst uit.
Over "t algemeen zijn de gedichtjes te moei
lijk. In een der gedichtjes wordt b.v. gespro
ken over Zus Braun de kampioen en over
Baron, die al zooveel prijzen won. Dit is niet
kinderlijk meer. Overigens een eere-saiuut
aan de gebroeders Kluitman voor de schit
terende uitgave.
Het lichtend verschiet door Emmy Belin-
fanteBelinfante is een der mooiste meisjes
boeken, die ik dit jaar las. 't Is een verhaal
van zorg en strijd. Greet en Lot, de heldin
nen van dit verhaal leeren al vroeg den har
den kant van het leven kennen. Hun vader
kunstschilder Gonders, heeft een zwakke ge
zondheid. Een verblijf in Zwitserland geeft
geen herstel. Als hij sterft, moet er geld ko
men. De dappere Lot zal als winkeljuffrouw
in een kunstzaak pogen een bestaan te
vinden en Greet gaat uit naaien. Er komen
moeilijke dagen, maar moedig slaan belde
zusters er zich doorheen. In de beschrijving
van het groote men'schenleven zit zooveel
echte humor. Echt raak zijn cok de karak
ters der zusters beschreven. Lot., die altijd
licht ziet en daarom anderen licht brengt en
Greet, die het zooveel moeilijker heeft, omdat
ze't leven zooveel zwaarder opneemt. En wat
moeten we ook veel van moeder Gonders
houden.
„Kleine, sterke Moeps" zegt Greet zoo te
recht.
Door het heele verhaal voel Je die goede,
reine sfeer die verheffend werkt. Als aan het
slot van dit boek ook de liefde komt in liet
leven van Greet en Lot dan zal cüe liefde bei
der leven heiligen en mooier maken. De il
lustrator Pieck toont in zijn fijne Illustraties
hoe goed hU met de personen uit het verhaal
heeft meegeleefd. Het lichtend Verschiet is
een der mooiste boeken van de uitgevers
Kluitman.
Van Herdersjongen tot Diamantkoning,
door Hans Dominik, bewerkt door N. J. P.
Smith is een boeiend en leerzaam verhaal
voor onze Jongens. Hein Huyser, de zoon van
een herder toont zich in t begin van het
boek al een fllnken kerel door den razenden
stier heel kwiek tot rust te brengen.. Hij
heeft daardoor het leven van architect Kar
stens gered en die zal nu als tegenprestatie
Hein helpen om een goede positie te verkrij
gen. Hein brengt het ver in de wereld. Eerst
wordt hij assistent bij landmeter Wendt, dan
wordt hij spoorweg-techniker. Dan gaat hij
als vrijwilliger naar Zuid-Afrika. De reis
daarheen ls al buitengewoon levendig be
schreven. Die gevechten met de inlanders
zou ik er liever uitgelaten hebben. Een En
gelschman kan toch moeilijk iets als trots
voelen wanneer hij aan deze vechtpartijen
terugdenkt. Gelukkig doet Huyser ook betere
dingen. Hij redt o.a. den heer Karsten uit
een moeras. Het geluk is met hem: hij vindt
diamanten. Hein wordt rijk, maar hij vergeet
zijn ouders en broers en zusters niet. De
schrijver laat hier wel heel goed uitkomen,
dat kapitaal ook zorgen met zich brengt.
Hem koopt een farm en weet er een model
boerderij van te ma ken .Dan breekt dc groote
oorlog uit. Bein had kans om als koionlst
gevangen genomen te worden, maar hij weet
gauw scheep te gaan naar zijn vaderland. Na
den oorlog keert Hein terug naar de Trans
vaal. Hij vindt nieuwe steenen, komt tot
grooten rijkdom, laat tenslotte ook zijn
ouders overkomenè En ten slotte krijgen we
nog iets te hooren van claims, gelukszoekers
en een crisis, die de diamantmarkt moet
doormaken. Maar we gunnen het Hein Huy
ser van harte, dat hij diamantkoning ls ge
worden. Pol Dom heeft door zijn illustraties
meegeholpen om dit boek tot een fijn Jon
gensboek te maken. Een alleszins aanbeve-
lenswaaardlge uitgave van de GebrJGuitman.
Blinde Hanske, door J. Faber is een uitga
ve vanValkhoff Co. 't Is oen heel rustig
jongensboek over een blind Jongetje en diens
jeugdervaringen. Veel spannende momenten
komen in dit verhaal niet voor. maar de
schrijver weet toch de aandacht der lezers
bezig te houden, door te vertellen, hoe Hans
de natuur leert kennen, hoe ook hij Sint-
Maarten en Slnt-Nicolaas mee geniet. We
krijgen ook een aardigen kijk op volksge
bruiken en gewoonten van de Groningers en
de Drentenaars. Aan het slot van het boek
vernemen we, dat Hans naar 't Bllnden-In-
stltuut zal gaan. Eind goed, al goed. We krij
gen ook nog een brief van Hanske te lezen.
We hopen en gelooven dat het Blinde
Hanske in de toekomst goed zal gaan en het
papieren kind eveneens.
Woudloopers door J. D. Meijere is van den
zelfden uitgever, 't Is een echt fijn Jongens
boek en speelt evenals het vorige in de pro
vincie Drente. Jan en Jaap kampeeren een
week bij Zeegse. Ze ontmoetten er Platvoet,
die mooie Indianenverhalen kan vertel
len. Allerlei heerlijkheden van het kample
ven worden samengenoten.
Er komen nog een paar kampeerders bij,
die ook hun kampeerservaringen ten boste
geven en de kampvreugde op hun 'wijze
helpen verhoogen. Ze vermaken zich met
spoorzoeken en houden aan het eind dor
week een reuze-slotavond, waar roerende
kampliederen gezongen worden, o.a. van
een vroegrijpe baby uit Rome, die speelde
biljart met zijn oome. enz. Een eenig-leuk
boek, ook wat de teekenlngcn van Lecser be
treft.
Uit één gezin, door Ella Vémor van dezelf
de uitgevers is een fijn meisjesboek. Bob,
Miek, Tom en Rudi zijn kinderen uit een
goed gezin, waar een sfeer van zorgzame
trouw is. Hoe mooi vooral ls mevrouw Ver
voort geschetst. De heer Vervoort wordt di
recteur van een fabriek op het dorpje Vel-
denaar. Ze krijgen daar een groot landhuis
en genieten van het buitenleven, tot va
der opeens wordt ontslagen.
Nu komen er dagen van groote zorg. Dc
kinderen worden bij familie uitgesteed en
het is altijd weer moeder, die er den moed ln
houdt. Eindelijk krijgt vader weer een be
trekking. Ze vereenigen zich weer als kinde
ren van één gezin.
Uit één gezin is door Pleck goed geïl
lustreerd. Het verdient zeker een plaatsje op
het boekenplankje van onze bakvischjes.
W. B.-Z.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct* per ragal.
H wk Al» men zoo nu en dan des morgens ti«chl#
v QV een weinig Purol even tusschen do nanden
I «vrijft. dan wordt dit bij het uitstrijken door de haren.
I onmiddellijk daarin opgenomenen hot gevolg hiervan
I is dat na het kammon Uw haar den goheelen dag neung
I blijft zitten.
VERKOOP VAN GROND.
Ingevolge het besluit der Prov. Staten van
Noordholland van 18 Juni 1929, werd ten be
hoeve van het Provinciaal Ziekenhuis nabij
Santpoort aangekocht voor den prijs van
f 100.060 oen perceel weiland ter grootte
van ongeveer 15 H.A.
Thans heeft de heer Herbert Cremer, eige
naar van het landgoed Duin en Kruldbcrg,
medegedeeld, dat hij gaarne hot geheel
noordelijk gelegen gedeelte van bedoeld per
ceel, welk gedeelte aan drie zijden door dat
landgoed omsloten wordt, zou willen aan-
koopen voor een prijs van f 1 per M2. Het
terrein, waarvan de heer Cremer den eigen
dom zou willen verwerven, heeft om opper
vlakte van ongeveer 10.000 M2.. het moest
in den aankoop van bovenbedoeld perceel
weiland worden begrepen, omdat hot daar
mede één geheel uitmaakte, doch heeft voor
het Ziekenhuis geen bijzonder belang.
Aangezien de geboden prijs aannemelijk is,
steilon Gea. Staten voor op het aanbod in
te gaan.