|4arig zittend Haar HAARLEM'S DAGBLAD LITERATUUR NIEUWE BOEKEN. WOFNSOAG ?n MOVrR^Pr'? 1929 VIERDE PT MUZIEK. TWEEDE GEMEENTELIJK ORGEL CONCERT Vóór den aanvang van het concert betrad de heer A. Vernout het podium Ik zie en spreek den heer Vernout gaarne, maar hij houde het mij ten goede ik moet bekennen dat mij altijd de schrik om 't ha"t slaat, wanneer hij als spreker het concertpodium betreedt. Niet dat hij slecht ter taie of langdradig zou zijn: zijn rede voeringen munten altijd door kortheid en kernachtigheid uit. Maar zijn boodschappen bevatten gewoonlijk proframmawijzigingen, en sinds de concerten van Dirk Schafer. eenige jaren geleden, wien het soms lustte heele of halve programmas door andere te vervangen, als we eenmaal goed en wel en vol verwachting gezeten waren, sinds dien heb ik de schrik beet. Gelukkig liep het gisteravond nog al goed ef: de omwenteling beperkte zich tot een stuivertje-wisselen van de twee programma- helften. Waarom dat geschiedde heb ik niet vernomen, maar ik weet wel dat de chro nologische orde er danig door in de war ge stuurd werd. We kregen nu eerst de interessante Koraal variaties van Karg-Elert en vervolgens de vioolsoli van Reger en Mozart. De Aria van Reger begint zoo'n beetje op de manier van de viooltransscriptie van het Air uit Bachs D maj.-sulte door Wilhelm. Ook Roger's trio wordt geheel op de G snaar gespeeld, maar de natuurlijkheid der melodie is heel wat minder dan bij Bach en het geheel doet eer als kunstmatig pathos dan als warmgevoelde ontboezeming aan. Hoeveel waarach tiger klinkt dan Mozart's liefelijke stem in zijn Adagio in E maj-, al vertelt hij daarin niet veel dat we niet reeds vroeger van hem hoor den: de wijze waarop het verteld wordt be koort immer oor en hart. De ingevoegde ca dens van Hugo Heermann ging wat te veel een kant der virtuositeit uit om geheel in het eenvoudig kader van het werkje te pas sen. Sam Swaap, de Haagsche concertmees ter en solist op het concert van gisteren, droeg de beide werkjes met goed stijlbegrip, schoenen toon en loffalijken eenvoud voor. In de drie orgelwerkjes van den Parijschen organist. Charles Tournemlre werden we langs moderner-Fransche wegen gevoerd. Bil de „Pastorale" konden we opmerken dat het landelijke karakter in een moderne omgeving vaak te loor gaat of althans niet tot zijn -recht komt. De oudjes kwamen ditmaal achteraan. Eerst de oudste van allen: Joh. Pachelbel (1653—1706), voorlooper van Bach en tot op zekere hoogte voorbereider van den orgel- stijl van dezen. In het Preludium, de Fuga en de Ciaccona bemerkt men dat zonder moeite: af en toe meent men werk van Bach te hooren. Maar Pachelbel bezat niet zooveel rijke fantasie als Bach; daardoor is zijn Preludium wat breedsprakig en vervalt zijn Ciaconna in herhalingen, wat trouwens bij het wel erg korte en simpele ostinato- thema geen wonder is. We bleven nu 'binnen de sfèer der klassie ken. Swaap droeg het bekende d min-concert van Tartini, den als violist, componist, theo reticus en schermer beroemden Italiaan- schen meester (16921770) voor en oogstte daarmee zóóveel verdiend succes, dat hij nog 'een aria van Handel extra speelde, en George Robert begeleidde hem zóó goed, dat de vio list zijn compagnon tweemaal uit zijn veilige •schuilplaats naar voren haalde om hem, niet in de winst, maar in den bijval, die toch een soort van artistieke winst is, te laten deelen. En na al het in dankbaarheid genotene mochten we tot slot nog het grandioze Pre ludium en de Fuga in c min. van Bach hoo ren, op voortreffelijke wijze door den orga nist gespeeld, die daarmee onze dankbaar heid nog vergrootte. KAREL DE JONG. HET TOONEEL. HAARLEM'S TOONEEL. DE WITTE RAAF. Het was een sympathieke gedachte» van Haar'. ».n's Tooneel om „De Witte Raaf" eens een kans in onze stad te geven door het voor zijn leden te laten optreden. Want dit kleine, serieuse cabaret-ensemble wil werke lijk het goede, verzorgt zijn voorstellingen in artistieke decors op zijn best en geeft tons iets anders dan een programma van enkel liedjes en nog eens liedjes! Den eersten keer, dat. ik een opvoering van De Witte Raaf bijwoonde», was de Stadsschouwburg akelig leeg en de dames en de heeren stonden er als verloren in de groote ruimte, wat vooral voor den conferencier fnuikend was. Wij weten nu eenmaal, dat de omgeving voor eer, cabaret bijna alles is en ik zet het den besten conferencier om contact te krijgen in een zaal met enkel stod'en! Nu gisteren was het heel anders! Een ge- gezellige volle schouwburg, een prettig publiek, dat- onmiddellijk reageerde op alles, wat daar ach tor het voetlicht gebeurde en dus van hef •begin af het zoo noodzakelijk contact! Her succes voor Holman en zijn troepje was dan ook groot, zoodat De Witte Raaf en Haarlem's- Tooneel over den avond heel tevreden kunnen zijn. „Wij willen beschaafde en decente klein kunst brengen!" zei Piet Holman in zijn ope ningswoord en het is wel zeker, dat dit be schaafde en decente van het programma door een vereeniglng als H. T. ten zeerste ■wordt gewaardeerd. Maar mijn opinie ov»r dit nieuwe cabaret-ensemble is na een terug zien onder deze guns'ige omstandigheden toch niet gewijzigd. Wij hoorden Holman om den anderen zin zeggen „wij artisten" en de wcorden „klein-kunst" waren niet van de lucht! Zonder pretentie is de leider van De Witte -Raaf zeer zeker niet. Maar.... ,,'n est pas art'ste aui veul!" Je wordt, heusch geen ar tist door het aan het publiek zoo herhaalde lijk en uitdrukkelijk te verzekeren, dat je he: hent! Laten je faits en gestes maar voor je getuigen! De dames en heeren van ..De Witte Raaf" zijn van zeer goeden wille, maaraltisten?. Dat ben je nu maar niet zoo één, twee, drie. al sta je ook in de meest elegante toiletten in het mooiste, artistieke decor! Pisuisse overtuigde ons van zijn artisticiteit, ook al stond hij op kisten en voor een kalen, leegen witten muur! LETTEREN EN KUNST Maar Yvette Marsay en Theo Lodewïch blijven dilettanten in het kwadraat, ook al zingen ze „ik verlang naar Holland!" wat een weinig sentimenteel gedoe tusschen twee haakjes! in een stemmig Indisch decor! En in Winnie Wish kan ik ook onmogelijk een artiste zien! De totaalindruk van „De Witte Raaf" blijft bij mij één van beschaafd en decent dilet tantisme. Oo de echte artistieke vonk, die van het podium overslaat en je op eens in vlam zet, heb ik vergeefs gewacht. Maar het was een programma vol varia tie en die variatie is door het publiek zeer geapprecieerd! De dames en heeren van dit cabaret-ensemble hebben ongetwijfeld een prettigen indruk bij de leden van H. T. ach ter gelaten. In het cabaret-genre, dat ons tegenwoordig in Holland wordt geboden, on derscheidde dit programma zich zeer gunst-ig en wij verheugden ons daarom over het suc ces, dat Piet Holman en zijn ensemble hier gisteren mochten oogsten. J. B. SCHUIL. Er verschijnt weer het een en ander, deze najaarsdagen. Met Klaas en Kerstmis in het zicht maken de boekhandelaren hun fraaiste uitstalling van de gevarieerde productie der Hollandsehe uitgevers. Ook naar het uiterlijk heerscht een oneindige verscheidenheid in de reeksen boekwerken aie ons worden voorge legd. Een veelal geïllustreerd omslagje mei manchet, op dun illustraliepapier, vervangt vaak het behoorlijk zwaar omslagpapier, maar maakt dat de boeken, na een poosje in handen geweest te zijn, er schunnig en waar deloos gaan uitzien en blijkbaar niet van zichzelf verwacht hebben meer dan éénmaal in handen genomen te worden. Nu komt die verwachting vrij wel geregeld uit, het mee- renüeel van het gebodene is ontspanningslec tuur en heeft ook geen andere pretentie. Wat méér is, is in den regel ook naar het uiterlijk beter verzorgd. Wat maken, in dit opzicht de keurige boekjes van de volksuniversiteitsbi bliotheek, een uitgave van de Haarlemsche uitgeverszaak der Erven Bohn een goed fi guur! Een handig formaat, een eenvoudig, toch smakelijk bandje verhoogen de aan trekkelijkheid dezer kleine boeken, die, al dienen zij zich niet aan als verpoozingslek- tuur of belletrie, voor niet al te oppervlakkige msnschen afwisselende ontspanning en genot kunnen opleveren. Men zal in die serie allicht iets naar eigen gading vinden. Van de twee laatste deeltjes die verschenen, zal dat van Dr. J. D. Bierens de Haan over „den strijd tusschen idealisme en naturalisme in de ne gentiende eeuw" eenig voorafgaand begrip van wijsgeerig denken vereischen om met ge not gelezen te worden; dat van Dr. F. W. A. Korff die „Levensproblemen bij Shakespeare" behandelt, zal ieder die voor het dichterlijk tooneelwerk van den Engelschman belang stelling heeft, en dat zijn er de laatste ja ren, door de vele goede vertooningen zijner stukken ten onzent, niet weinigen gaarne lezen. Dr. Korff heeft over eenige hoofdfigu ren uit 't Shakespeareaansche oeuvre als King Lear, Hamlet, Caesar, heel ..interessante, en diepgaande beschouwingen -ten beste gegeven, hij schrijft bovendien een prettig, klaar en eenvoudig Nederlandsch, waardoor de lektuur een geestelijke ontspanning wordt ook voor wie van huis uit beroepsfilosoof noch Shakespeare-specialist is. Zoo behoeft men ook geen historicus van professie te zijn om zich met het aardige boek. van G. Bmgmaas: onledig te houden dat „On der de loupe van het buitenland" getiteld is en door de Baarnsche Hollandiadrukkerij werd uitgegeven. Op zeer onderhoudende wij ze wordt ons hier een bloemlezing gegeven uit alles wat door vreemde reizigers over Hol land, het Hollandsch karakter, de Hollandsehe vrouw, het landschap, de kunst, werd opge merkt en in geschrifte vastgelegd. Uit den aard der zaak trok ons land de belangstelling van buitenlanders het meest toen wij als natie in Europa een rol van beteekenis te spelen hadden; een niet onbelangrijk deel van het boek is dan ook aan het opmerkelijk bestaan van de republiek der vereenigde Nederlanden' gewijd zooals dat door vreemde bezoekers werd opgemerkt en gecommentarieerd. Doch een modern dichter als Verlaine, die over zijn veertiendaagsch verblijf in Hollandsehe kun stenaarskringen een boekje schreef, en Hemd Asselin die in 1921 een uitvoerig boek over Holland samenstelde worden geciteerd ja zelfs het kleine, maar o, zoo fijne boekie van A. de Chateaubriant „Instantanés aux Pays-Bas". dat twee jaar geleden verscheen, is niet ver geten. In 't kort: een aardig, onderhoudend boek, dat we ter lezing gaarne aanbevelen. Mevrouw G. van Nes-Uilkens heeft reeds lang een verdiende reputatie als vlot, onder houdend en beschaafd vertelster. Haar „Ma retakken", ons door Van Holkema en Waren- dorf's UitgeversMaatschappij bezorgd, zal aan die reputatie geen afbreuk doen. Wij lezen belangstellend verder als die goeie Ton maar voortgaat zich onopgemerkt voor haar zussen en broederen op te offeren, alles met een blij moedige berusting, die bijna niet van deze wereld is. Maar Ton is een buitengewoon meisje, een buitengewoon mensch geweest er. de schrijfster heeft haar heur hart verpand Een enkele onwaarschijnlijkheid laten we gaarne glippen om te meer de hartelijke ge negenheid te waardeeren waarmee de schrijf ster het leven der Maretakken heeft uitge beeld. De lotgevallen van een domineesgezin zijn een stof die haar blijkbaar ten volle is toevertrouwd. Leest gij, lezer, gaarne verhalen in dialect? Dan kunt ge uw hart ophalen aan „Vertelsel- van 't Hoogeland deur jan Bos." De schrijver is rentnaier en noemt zijn Bundel „Mooi Volk". Hij is uitgegeven bij de Oetgevers- moatschappei Holland te Amsterdam; Dirk Hart het schilderkes taikend. Dirk Hart heeft ook den omslag taikend, en ik kan het toch niet mooi vinden. Jammer, want de bedoeling schijnt toch wel geweest te zijn iets aardigs, iets luchtigs, iets vroolijks te maken. Wat ook de bedoeling van den schrijver in (Overijselsch?) dialect geweest moet zijn. Maar de omslag is wel erg laag bij óen grondsch en de verhalen van Jan Bos al loopen er aardige en geestig-aangevoelde episodes doorheen zijn als serie toch niet •he. inspanning waard, die lectuur in een meer of minder lokaal brabbeltaaltje vordert. Als curiosum voor de linguïstiek kan dat mis schien meer beteekenis hebben, voor een ':unstprestatie levert het schrijven in een be- ^aa'd dialect moeilijkheden op. waaraan zelfs een artist als Querido niet ontkomt. De ge vaarlijkste is, dat hij vervelend wordt, éér dan een ander die geen linguistische puzzles voorlegt en ik durf niet beweren dat Jan Bos die gevaarlijke moeilijkheid geheel heeft kun nen ontwijken. Met zijn kijk op menschen en dingen zou hij ook in normaal-Nederlandsch iets aardigs hebben gemaakt; nu heeft hij zelf den kring der waardeering rondom zijn arbeid eng getrokken. De laatste weken ontvingen wij: Van de Uitg.mij. Kosmos, Amsterdam: De Klokken luiden. Fantasieën over den zin des levens door C. L. Sleich (Martien Beversluis bewerker). Van Van Holkema en Warendorf* uitg. Mij. ,X>aer Slae Gheluk Toe", een verhaal uit den tachtigjarigen oorlog door Lettice L. Cooper en „Palle Jarmer" door Morten Korch. Uit het Deensch door E. KoefoedPennings. Van de Uitg. Mij. Holland te Amsterdam; „Literatuur en Levensverdieping" door J. Peir. <48 pag. gedrukt met de Grotiusletter van De Roos door Nijpels) en De lichte Nacht, door Wilma, roman 271 pag. Van Andries Blitz, uitgever, A'dam: „Oproe: der Kinderen*' door Arnold Ulitz, vertaling Th. Wink, 238 pag. Van Tjeenk Willink Zoon, Haarlem: De Kleine Scholen van Port-Royal en Pierre Tho mas du Fossé, door M. Baronesse van Tuyll van Serooskerken, 441 pag. Van Aliert de Lange te Amsterdam: Tus schen goed en kwaad. Oorspr. roman door Siegfried van Praag, 235 pag. Van J. M. Meulenhoff, A'dam: De Bande- loozen. Oorspr. Roman door Jo Manders, 275 pag. Tenslotte van de Erven Bijleveld te Utrecht De Reünie, de geschiedenis van een Schuld uit de jeugd door Franz Werfel, vertaald door P. van Schift gaarde. 268 pag. J. H. DE BOIS. Laat ons zingen (Twaalf kin derliedjes) en Twaalf Speellied- jes „Van alles wat". Muziek van M. OvermanZüllner, woor den van W. J. van Assendelft. Uitgave W. J. Tliieme en Cie. Zutfen. Men kan bezwaarlijk zeggen, dat er In ons land gebrek is aan boeken met kinder liedjes, maar anderzijds is het waar dat er van deze nooit genoeg kan zijn. En vooral niet van de aantrekkelijke soort, samenge steld door deze muziekleerares te Rotterdam en dit hoofd eener voorbereidende school te Rotterdam. Het zijn heel eenvoudige liedjes voor jonge kinderen en sinds schrijver de zes ze op een zware proef heeft gesteld door ze aan de eenige meetellende en onverbidde lijke critici in dit geval, kinderen zelf, ter beoordeeling voor te leggen, kan hij ze met een gerust hart aanbevelen, het alleen be treurende dat voor het grijsbruine van den harden omslag niet een meer fleurig effect gevonden is. EEN GOED JONGENSBOEK. Twee H.B.S.'ers en het Chlneeschc Teelten, door Floris van der Aemstel (uitg. P. D. Bolle, Rotterdam) Eenige weken geleden zag ik een mijner neefjes verdiept in een boek. Hij las met een hoogroode kleur, de vingers diep in beide ooren gestopt, om maar door niets en nie mand te worden afgeleid. Ik tikte hem op zijn schouder en vroeg: „Wat lees je daar?" Hij noemde den naam van een boek, dat ik verleden jaar ongenadig had „afgekraakt". „En hoe vind je hefc&' „Prachtig, oom!" Eigenlijk had hij het mij niet eens behoe ven te zeggen, want zijn schitterende oogen waren reeds antwoord genoeg. Onmiddellijk gingen de vingers weer in de ooren en he! was duidelijk aan heel zijn houding te mer ken, dat hij dacht: „Loop nou maar door en 'stoor mij niet verder!" Ik had weer eens het bewijs gekregen, dat jongens boeken heel anders beoordelen dar. een criticus, zelfs al is die criticus iemand, die zelf jongensboeken schrijft. Toch ben ik er vrij zeker van, dat mijn neefje mij niet zal afvallen bij do lezing van het boek van Floris van der Aemstel: „Twee H.B.S.'ers en het Chineesche Teeken!" en hij het net als ik 'n fijn boek val vinden. Ja, waarschijnlijk zal hij dat lezen met even gloeiende wangen en schitterende oogen als het door mij afgekeurde boek en het „prach tig!" noemen. „Twee H. B. S.'ers en ho, Chineesche Teeken" bevat alle elementen om door jongens mooi gevonden te worden. Het is spannend en daarbij zoo geschreven, da: het ondanks de wonderbaarlijke avon turen, die Henk van Vuuren en Wim Beukers beleven den jeugdigen lezers als „echt" zal toeschijnen! Ik zou dit boek met zijn lading romantiek dan ook niet graag willen afkeuren. Verbeeld je, dat je» de fantasie en de romantiek uit jongensboeken zoudt willen bannen! Ais de fantasie maar in goede banen geleid wordt en de romantiek niet valsch is! Heeft Jules Verne daaraan niet zijn groot succes te danken gehad? Aan Jules Verne deed Floris van der Aem stel mij in zijn Twee H. B. S.'ers en Het Chineesche Teeken nu en dan denken, al staat hij bij den zeer grooten leermeester ook nog een heel eind ten achter. Zijn boek getuigt van een niet minder stoute fantasie en het zeer actueele onderwerp, dat hij be handelt. opent voor de jeugdige lezers pers pectieven, die eens zooals ook bij Jules Verne herhaaldelijk het geval is geweest tijdens hun leven misschien nog werkelijk heid zullen worden. Wie zegt ons, dat in de toekomst niet een geniaal man zooals in dit boek wordt beschreven een uitvinding zal doen, welke den oorlog totaal onmogelijk zal maken, dat de wereld eens zal worden verblijd met- een apparaat, dat langs raaio- grafischen weg zulke krachtige electrische energie zal kunnen uitzenden, dat het op zeer verre afstanden alle electrische toe stellen van oorlogsschepen en vliegmachines buiten werking zal kunnen stellen! En welk weldenkend mensch zou met Floris van der Aemstel niet wenschen, dat zulk een uitvin ding spoedig werd gedaan? Het is aardige en voor het jeugdig ge moed der jonge Hollandsehe lezers een vleiend gevoel, dat het juist een landgenoot is, die in „De Twee H.B.S'ers en het Chi neesche Teeken" deze grootste en belangrijk ste aller uitvindingen doet en ons land in de heele wereld beroemd maakt! En nog mooier wordt het wanneer twee Hollandsehe jongens een groote rol bij deze door de Nederlandsche regeering aangekochte en aan den Volkerenbond aangeboden uitvin ding spelen en zij en ziedaar de roman tiek de spionnen, die deze uitvinding wil len vernietigen, helpen ontmaskeren! Henk van Vuuren en Wim Beukers zijn twee hel den als zij dat niet waren, deugden zij im mers niet voor hoofdpersonen in een jon gensboek maar dit zijn nu eens niet hel- j den in den oorlog, maar helden van den vre- J de en dat. is een nieuw element in onze jon- gensliteratüur. Dat is ook de reden, waarom ik het boek van Floris van der Aemstel zoo actueel heb genoemd wij lezen er zelfs in van Remarque's „lui Westen Nichts Neues" cn ik het in handen van vele jonge lezers wensch. Of ik er geen aanmerkingen op heb? O, ze ker, vele zelfs, maar de goede eigenschappen winnen het ditmaal verre van de slechte en dan blijf 'ik bij de zwakheden niet te lang stil staan, vooral niet, omdat- ae meeste jon gens zeker over deze zwakheden niet te lang niet in de kern schaden, heenlezen. Een Ivans en een Conan Doyle zouden ongetwij feld bij de lezing van dit boek nog al eens bedenkelijk hun hoofd schudden en mis schien de opmerking maken, dat Floris van der Aemstel het detective-bloed toch nog niet in de aderen heeft. Zeifs een jongen met een scherp verstand zal nu en dan even verbaasd zijn om een enkele naïviteit en zich zeker verwonderen over de lichtvaardigheid van onze Hollandsehe marine-autoriteiten, die een spion van wien z!J wéten, dat hij spion is stilletjes maar laten ont vluchten. in plaats van hem dadelijk gevan gen te nemen. Zoo is er meer, waarbij een critisch aangelegd lezer een dik vraagteeken zal kunnen zetten en het Is wel Jammer, dat de schrijver die onwaarschijnlijkheden niet heeft weggewerkt. Mij dunkt., met een beetje meer inspanning zou hem dit toch niet moeilijk zijn gevallen. Herhaaldelijk toch geeft Van der Aemstel het bewijs de span ning op de juiste wijze te kunnen opvoeren, vooral, wanneer hij den beroemden Hol- landschen detective „Van Hulzen Lederbos" wat bekende klanken in dien naam, niet waar? aan het werk zet. De uitvinding van de heil-brengende vredes-machine door een Nederlander is een gelukkige vondst als onderwerp van een jon gensboek! En buiten dat is er veel in dit le vendig geschreven verhaal, dat de jongens boeien zal. Ik voorspel De Twee H. B. S.'ers en het Chineesche Teeken een flink aantal lezers en ik wensch het dit boek toe, al was het alleen maar om aan onze jongens, de idee bij te brengen dat het werken voor den vrede in dezen tijd een edeler taak is dan het werken voor den oorlog! J. B. SCHUIL. LECTUUR VOOR ONZE JEUGD. Onze jongens zullen wel blij zijn, dat ei- bij de uitgevers Kluitman een herdruk is verschenen van Cor Bruyn's boek Langs den Waterkant. Die waterkant bevindt zich zeker in de Zaanstreek. Cor Bruvn geeft ons in dit verhaal een echt- frisch stukje jeugd leven. We vieren .Sint-Maarten mee, we beleven allerlei avonturen met de jongens club in de kattengang, we hooren grieze lige spookverhalen. De schrijver vertelt dat alles zoo onopgesmukt en toch zoo boeiend Ook de karakterbeschrijvingen zijn zoo raak Kees-buur en Jannetje, Boer Krelis en zijn Griet je ziet ze voor je met hun deugden en gebreken. De winterpret- is één heerlijk heid. Allerleukst is dan geschetst de man. die met ster en rommelpot loopt. De illustra ties van Pol Dom doen af en toe wat druk aan. Ik geloof echter zeker, dat „Langs den Waterkant nog eens een derden druk zal beleven. Hoe gansch anders, hoe veel minder ln alle opzichten is 't Bakvlsschenverhaal van Jenny IJselstein. getiteld Cora en Imp naai de Wintersport. De overgang van Langs der. Waterkant naar* dit frivole verhaal geeft je een gevoel of Je zoo van een frissc'ne wandeling in een overvolle balzaal komt. En toch is 't gegeven niet onaardig- De familie Hoveland zal de Kerstvacantie i Zwitserland doorbrengen. We worden da delijk verplaatst in een eersteklas hotel waar men wel niet is in „full evening dress", maar waar men zich „de gloeiende wangen toch bewaast met een zijden zakdoekje". De stijl is vrij levendig, vooral waar het ski- loopen beschreven wordt. Waarom wordt er nu dadelijk maar weer geflirt en nota bene nog al met een Phiiip van Dorien, die in dc- 4e "klas van 't gymnasium zit.? Er komt ook een zekere Charlie in 't spel. die de schijn wekt van aan twee meisjes het hof te maken dat natuurlijk weer tot gevolg heeft, dat beide dames elkander haten met een diepen haat. Philip van Dorten is een heel zwakke» jon gen. De 18-jarige Cora wil uit medelijden met hem trouwen. De ouders nemen dat au serieux! Omdat 't uit medelijden en niet uit liefde is, weet de moeder het Cora ge lukkig uit 't hoofd te praten. Dit gedeelte liet ik een jong meisje lezen. Uit den grond van haar hart, zei ze heel onparlementair: „Ze zijn daar allemaal van Lotje getikt". Gelijk heeft ze- En dan die viering van Kerstnacht en Kerstavond. Ze krijgen „de klem van 't lachen" en „de kaken zijn moe van 't eten. omdat alles ook zóó exorbitant lekker was". Als er heusch ook nog kerst liedjes gezongen worden, komen er tranen in veler oogen. 't Is alles oppervlakkig mooi gedoe, holle frazen, maar van wijding is geen sprake. Aan 't eind van het boek ver loven beide meisjes zich nog in ae gauwig heid. Zoo op 't alleronverwachtst vernemen we ook even, dat Imp een aangenomen kind is. Daarover worden vele tranen gestort, vele booze wcorden gesproken, maar Charlie weet de situatie te retfden dor haar „met een stem vol diepe innigheid toe te voegen: „Wanneer je met mij trouwt liefste, neb ie wc»er eigen ouders". Eind goed, al goed. Toch lijkt het mij beter, dat onze jonge mesjes dit nonsens-boek maar niet lezen. Het Kathe-Xruse Sportboek van Caroline van Dommelen, ziet er zoo allergezelligst uit, dat hc'„ voor onze kleintjes een heerlijk St. Nicolaasgeschenk zal zijn. De beeldige pop- peplaatjes gaan wel ver boven den tekst uit. Over "t algemeen zijn de gedichtjes te moei lijk. In een der gedichtjes wordt b.v. gespro ken over Zus Braun de kampioen en over Baron, die al zooveel prijzen won. Dit is niet kinderlijk meer. Overigens een eere-saiuut aan de gebroeders Kluitman voor de schit terende uitgave. Het lichtend verschiet door Emmy Belin- fanteBelinfante is een der mooiste meisjes boeken, die ik dit jaar las. 't Is een verhaal van zorg en strijd. Greet en Lot, de heldin nen van dit verhaal leeren al vroeg den har den kant van het leven kennen. Hun vader kunstschilder Gonders, heeft een zwakke ge zondheid. Een verblijf in Zwitserland geeft geen herstel. Als hij sterft, moet er geld ko men. De dappere Lot zal als winkeljuffrouw in een kunstzaak pogen een bestaan te vinden en Greet gaat uit naaien. Er komen moeilijke dagen, maar moedig slaan belde zusters er zich doorheen. In de beschrijving van het groote men'schenleven zit zooveel echte humor. Echt raak zijn cok de karak ters der zusters beschreven. Lot., die altijd licht ziet en daarom anderen licht brengt en Greet, die het zooveel moeilijker heeft, omdat ze't leven zooveel zwaarder opneemt. En wat moeten we ook veel van moeder Gonders houden. „Kleine, sterke Moeps" zegt Greet zoo te recht. Door het heele verhaal voel Je die goede, reine sfeer die verheffend werkt. Als aan het slot van dit boek ook de liefde komt in liet leven van Greet en Lot dan zal cüe liefde bei der leven heiligen en mooier maken. De il lustrator Pieck toont in zijn fijne Illustraties hoe goed hU met de personen uit het verhaal heeft meegeleefd. Het lichtend Verschiet is een der mooiste boeken van de uitgevers Kluitman. Van Herdersjongen tot Diamantkoning, door Hans Dominik, bewerkt door N. J. P. Smith is een boeiend en leerzaam verhaal voor onze Jongens. Hein Huyser, de zoon van een herder toont zich in t begin van het boek al een fllnken kerel door den razenden stier heel kwiek tot rust te brengen.. Hij heeft daardoor het leven van architect Kar stens gered en die zal nu als tegenprestatie Hein helpen om een goede positie te verkrij gen. Hein brengt het ver in de wereld. Eerst wordt hij assistent bij landmeter Wendt, dan wordt hij spoorweg-techniker. Dan gaat hij als vrijwilliger naar Zuid-Afrika. De reis daarheen ls al buitengewoon levendig be schreven. Die gevechten met de inlanders zou ik er liever uitgelaten hebben. Een En gelschman kan toch moeilijk iets als trots voelen wanneer hij aan deze vechtpartijen terugdenkt. Gelukkig doet Huyser ook betere dingen. Hij redt o.a. den heer Karsten uit een moeras. Het geluk is met hem: hij vindt diamanten. Hein wordt rijk, maar hij vergeet zijn ouders en broers en zusters niet. De schrijver laat hier wel heel goed uitkomen, dat kapitaal ook zorgen met zich brengt. Hem koopt een farm en weet er een model boerderij van te ma ken .Dan breekt dc groote oorlog uit. Bein had kans om als koionlst gevangen genomen te worden, maar hij weet gauw scheep te gaan naar zijn vaderland. Na den oorlog keert Hein terug naar de Trans vaal. Hij vindt nieuwe steenen, komt tot grooten rijkdom, laat tenslotte ook zijn ouders overkomenè En ten slotte krijgen we nog iets te hooren van claims, gelukszoekers en een crisis, die de diamantmarkt moet doormaken. Maar we gunnen het Hein Huy ser van harte, dat hij diamantkoning ls ge worden. Pol Dom heeft door zijn illustraties meegeholpen om dit boek tot een fijn Jon gensboek te maken. Een alleszins aanbeve- lenswaaardlge uitgave van de GebrJGuitman. Blinde Hanske, door J. Faber is een uitga ve vanValkhoff Co. 't Is oen heel rustig jongensboek over een blind Jongetje en diens jeugdervaringen. Veel spannende momenten komen in dit verhaal niet voor. maar de schrijver weet toch de aandacht der lezers bezig te houden, door te vertellen, hoe Hans de natuur leert kennen, hoe ook hij Sint- Maarten en Slnt-Nicolaas mee geniet. We krijgen ook een aardigen kijk op volksge bruiken en gewoonten van de Groningers en de Drentenaars. Aan het slot van het boek vernemen we, dat Hans naar 't Bllnden-In- stltuut zal gaan. Eind goed, al goed. We krij gen ook nog een brief van Hanske te lezen. We hopen en gelooven dat het Blinde Hanske in de toekomst goed zal gaan en het papieren kind eveneens. Woudloopers door J. D. Meijere is van den zelfden uitgever, 't Is een echt fijn Jongens boek en speelt evenals het vorige in de pro vincie Drente. Jan en Jaap kampeeren een week bij Zeegse. Ze ontmoetten er Platvoet, die mooie Indianenverhalen kan vertel len. Allerlei heerlijkheden van het kample ven worden samengenoten. Er komen nog een paar kampeerders bij, die ook hun kampeerservaringen ten boste geven en de kampvreugde op hun 'wijze helpen verhoogen. Ze vermaken zich met spoorzoeken en houden aan het eind dor week een reuze-slotavond, waar roerende kampliederen gezongen worden, o.a. van een vroegrijpe baby uit Rome, die speelde biljart met zijn oome. enz. Een eenig-leuk boek, ook wat de teekenlngcn van Lecser be treft. Uit één gezin, door Ella Vémor van dezelf de uitgevers is een fijn meisjesboek. Bob, Miek, Tom en Rudi zijn kinderen uit een goed gezin, waar een sfeer van zorgzame trouw is. Hoe mooi vooral ls mevrouw Ver voort geschetst. De heer Vervoort wordt di recteur van een fabriek op het dorpje Vel- denaar. Ze krijgen daar een groot landhuis en genieten van het buitenleven, tot va der opeens wordt ontslagen. Nu komen er dagen van groote zorg. Dc kinderen worden bij familie uitgesteed en het is altijd weer moeder, die er den moed ln houdt. Eindelijk krijgt vader weer een be trekking. Ze vereenigen zich weer als kinde ren van één gezin. Uit één gezin is door Pleck goed geïl lustreerd. Het verdient zeker een plaatsje op het boekenplankje van onze bakvischjes. W. B.-Z. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct* per ragal. H wk Al» men zoo nu en dan des morgens ti«chl# v QV een weinig Purol even tusschen do nanden I «vrijft. dan wordt dit bij het uitstrijken door de haren. I onmiddellijk daarin opgenomenen hot gevolg hiervan I is dat na het kammon Uw haar den goheelen dag neung I blijft zitten. VERKOOP VAN GROND. Ingevolge het besluit der Prov. Staten van Noordholland van 18 Juni 1929, werd ten be hoeve van het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort aangekocht voor den prijs van f 100.060 oen perceel weiland ter grootte van ongeveer 15 H.A. Thans heeft de heer Herbert Cremer, eige naar van het landgoed Duin en Kruldbcrg, medegedeeld, dat hij gaarne hot geheel noordelijk gelegen gedeelte van bedoeld per ceel, welk gedeelte aan drie zijden door dat landgoed omsloten wordt, zou willen aan- koopen voor een prijs van f 1 per M2. Het terrein, waarvan de heer Cremer den eigen dom zou willen verwerven, heeft om opper vlakte van ongeveer 10.000 M2.. het moest in den aankoop van bovenbedoeld perceel weiland worden begrepen, omdat hot daar mede één geheel uitmaakte, doch heeft voor het Ziekenhuis geen bijzonder belang. Aangezien de geboden prijs aannemelijk is, steilon Gea. Staten voor op het aanbod in te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13