FEMINA
©P ÜIlZ©iK GAAN»
HAARLEM'S
DAGBLAD
BONTMANTELS.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
een bontmantel een luxe artikel was, waar
de meeste vrouwen zelfs niet over dachten.
Maar de tijden zijn veranderd, en de zeden
en de Inkomens der echtgenooten en niet
minder ook de prijs van het bont. Het een
met het ander komt hier op neer, dat het
ook voor ongefortuneerden volstrekt niet
meer zoo moeilijk is in het bezit te komen
van een bontmantel. Men ziet al korte jasjes
voor een vijftig a zestig gulden, dus nauwe
lijks veel duurder dan een eenigszins behoor
lijken wintermantel van wollen stof. Natuur
lijk krijgt men voor dien prijs geen zooge
naamd „echt" bont, maar een imitatie in in
de kleur geverfd konijnenbont, geit e.d. Daar
men de kunst verstaat de echte, dure bont-
jsoorten nauwelijks herkenbaar te maken, en
de imitaties qua sterkte vrijwel even goed
zijn, bestaat er feitelijk practisch geen be
zwaar een mantel van namaak bont te dra-
ten. Wel is het waar, dat sommige dezer
laatste niet zoo'n fijnen gloed hebben en
andere bijvoorbeeld veel harder aanvoelen
dan die van dure kwaliteit- Zoo is ook het
geval met het hier afgebeelde model, dat het
aanzien heeft van caracul te zijn gemaakt,
inaar in werkelijkheid van geitevel is. In den
liandel heet de kwaliteit kid caracul. Ons
model is een sportmantel in grijze tint met
kraag en zakken en manchetten van het
delfde bont in een lichtere tint.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
RONDJES EN VIERKANTJES PLAKKEN.
Vandaag willen wij weer eens het een en
ander van rondjes en vierkantjes vervaar
digen. Rondjes plakken is een zeer gemakke
lijk werkje en daarbij ook een heerlijke be
zigheid voor de allerkleinste kleuters. Wat is
het niet heerlijk het kwastje in de lijmpot
teN duwen, daarna de lijm op het rondje aan
te brengen en dan het kleine rondje op een
papiertje te plakken. Heeft men geen rondjes
in huis, dan kan men de rondjes zelf uit een
glanzend papiertje knippen; men trekt een
cirkeltje om een geldstukje heen en krijgt
dan keurige rondjes van gelijke grootte. Ook
de vierkantjes kan men natuurlijk zelf
knippen. Maar het is wel veel gemakkelijker,
wanneer men een zakje klaargemaakte rond
jes heeft. Wij zullen nu een paar gezellige
kleedjes maken. Moeder kan in de eerste
plaats altijd kleedjes gebruiken voor de vele
bloempotjes of het kleedje krijgt een plaatsje
op de theetafel. Ook vader is -heel blij met
een handwerkje van de kleuter en hij is wat
trotsch, wanneer het kleine ding hem met
zoo'n aardig presentje komt verrassen.
Maar de kleuters kunnen ook zelf de
kleedjes gebruiken en de poppenkamer met
de zelf gemaakte
kleedjes versieren.
Het eerste kleedje
wordt geheel uit
rondjes verkregen.
De rondjes worden
óp een stuk stevig
papier geplakt. Men
begint met een
rondje in het mid
den te leggen. Een
vierde gedeelte van
iet kleedje is ais
volgt opgeplakt: Een rondje wordt even over
het eerste rondje heengeplakt, hierop wor
den weer twee rondjes gelegd, terwijl de
laatste rij ^-eer uit drie rondjes bestaat. Op
deze manier maakt men vier hoeken die door
twee rondjes verbonden worden. Afbeelding
a. zal het patroontje wel zoo duidelijk mo
gelijk weergeven.
Het volgende pa
troontje bestaat ge
heel uit vierkantjes.
Afbeelding b. laat U
de twaalf vierkantjes
zien. Zfjn de kleedjes
klaar, dan worden zij
langs den uitersten
rand geheel afge
knipt.
Zelf kunt U na
tuurlijk nog vele patroontjes bedenken en
daarbij rondjes en vierkantjes combineeren.
De belde kleedjes zijn in de Tijdingzaal
van ons blad te vinden.
W. R.
DE VULLING VAN ONZE
MATRASSEN.
Een lezeres vroeg onlangs, uit welke over
wegingen de waarschuwing wordt gegeven,
de kinderen niet op veeren bedjes, doch op
varens te laten slapen. En of Zeegras-vulling
niet even doelmatig is, dan wel, dat er een
bijzondere reden bestaat om aan varens de
voorkeur te geven. Wel, naar onze bescheiden
meening bestaat er geen reden, om varens
boven zeegras te verkiezen. Of het zou moe
ten zijn, dat varens misschien nog wat goed-
kooper konden zijn dan zeegras. En misschien
nog wat luchtiger, losser dan zeegras. Overi
gens zijn er voor vulling van kindermatras
sen met varens of zeegras, in plaats van met
veeren, kapok enz. verschillende goede re
denen aan te voeren. Een van de meest
practische is, dat men de kinderen niet moet
verweekelijken, hun jonge lichamen niet
moet verslappen door al te weeke, zachte
bedden, waarin bovendien gauw kuilen ont
staan, waardoor het lichaam r.iet goed en
voldoende rust. In de tweede plaats is het
goed, de vulling van de matras fi.jch en
schoon te houden. Met zeegras en varens
kan men dit al heel makkelijk, door van tijd
tot tijd de goedkoope vulling eenvoudig te
vervangen door versche. Vooral bij kinaeren,
die nog wel eens een ongelukje hebben, is
dit van veel belang. Op die manier houdt
men de matras frisch, schoon en rein.
En nu wij het toch over matrassen hebben,
kunnen we er meteen op wijzen, dat men
deze minstens ééns per jaar goed onderhan
den neemt, van welke vulling ze dan ook
voorzien mogen zijn. Slappe matrassen moe
ten bijgevuld worden. Dit zelfde geldt, wan
neer er kullen in zijn. De kostbaarder vullin
gen als kapok, veeren, paardenhaar enz. kan
men natuurlijk niet geregeld maar heelemaal
vernieuwen. Deze moeten dus gereinigd en
eventueel bijgevuld worden. Veeren doet men
daartoe in een zak, die men dichtbindt. Deze
zak weekt men in lauw zeepsop, zoodat de
veeren ook schoonweeken. Dan spoelt men in
schoon water goed na, om ze ten slotte uit
den zak te halen en op een winstille plek
(den zolder bijvoorbeeld) uit te spreiden, om
te drogen. De tijk moet natuurlijk intusschen
ook gewasschen worden. Kapokvulling kan
men uitkloppen en de dotten weer uit elkaar
plukken. Paardenhaar spreidt men op een
kleed uit en klopt het goed in de zon. Het
haar geregeld keeren- Op deze manier be
handeld, zullen we altijd frissche, schoone
matrassen hebben, waarop het goed rusten is.
TWEE HOEDEN.
WINTERMANTEL.
Een eenvoudig model voor een winterman
tel van donker paars fluweel en gegarneerd
met grijze opossum. Het overslaande voor
pand Is bij den zoom eenigszins schuin op
geknipt: voor de voering kan men zijde
nemen van de zelfde tint als het bont.
MENU.
Hoewel er in Parijs reeds eenige kentering
valt waar te nemen, hebben in de hoeden-
mode de zoogenaamde Zuidwestermodellen
met de overdreven lage neklijn, nog steeds
de overhand. De voorhoofdslijn van vele
dezer hoeden wordt weer zeer hoog geplaatst,
waarvan bijgaande modellen een goed voor
beeld geven. Ze toonen tevens aan, dat aan
wending van twee kleuren nog steeds mode
is.
Het eerste model is een hoed van zwarte
velours, geïncrusteerd met havannabruin ve
lours. Het tweede model, een calotte van
bruin vilt, is versierd met ingevoegde stroo-
ken beige vilt.
Wanne kalfsvleeschpuddin^
Worteltjes,
Aardappelen,
Ananasbeignets.
Neem voor de vleeschpudding:
200 gr. koud kalfsvleesch,
2 eieren,
1 d.L. jus met water.
1 eetlepel boter,
1 eetlepel bloem,
peper en zout,
nootmuskaat,
1/2 eetlepel gehakte peterselie,
1 uitje.
Fruit het gesnipperde uitje in de boter
lichtbruin, roer in een kom de bloem met
een dooier glad, voeg er nog een heel ei bij
de koude jus met water, de kruiden, het fijn
gehakte vleesch en de boter met de ui. Sla
het eiwit dan stijf, roer dit er luchtig door
en doe de pudding in een warmen pudding
vorm die met boter besmeerd en met paneer
meel bestrooid, is. Kook de pudding ander -
nalf uur in waterbad, en presenteer er een
gebonden, bruine saus bij.
Neem voor het beslag van ananasbeignets:
125 gr. bloem,
2 d.L. lauwe melk,
10 gr. gist,
wat zout,
1 blikje schijven ananas,
frituurvet.
Maak het beslag op de bekende wijze, laat
het een paar uur dichtgedekt rijzen. Snijd
de plakken ananas in vieren, laat ze goed
uitdruipen, dompel ze in het beslag en bak
ze in het heete frituurvet, waarna ze op
grauw papier nog moeten uitlekken.
EEN GOEDE WENK BEWAARD,
IS VEEL MOEITE BESPAARD.
Krassen op meubelen kan men dikwijls
aldus verwijderen. Maak een mengsel van
gelijke deelen azijn en sla-olie. Maak van
een zachte lap (flanel bijvoorbeeld) een kus
sentje en wrijf daarmee het mengsel in de
krassen. Vervolgens op de gewone manier
met meubelwas wrijven.
Kringen op gladde tafelbladen enz. ver
oorzaakt door hee'^| borden, schalen, pannen
enz. zullen verdwijnen, wanneer men het blad
eenige malen met paraffine met een zachten
doek inwrijft.
Vlekken en kringen op mahoniehout ver
wijdert men met wat zuringzout en water.
Wrijf de plekken met een kurk, die men in
de vloeistof gedoopt heeft, totdat de natuur
lijke kleur weer hersteld is. Dan het hout
goed afnemen met schoon water, afdrogen en
op de gewone manier wrijven.
DE VERZORGING VAN ONS
HAAR.
Het „gemakkelijke" kapsel heeft ons
geenszins een gemakkelijke haarverzorging
veroorloofd. Veel meer dan vroeger schen
ken we onze aandacht aan ons haar, daar
bij het kort geknipte kopje de toestand van
het haar veel spoediger aan den dag komt,
dan vroeger met onze lange lokken het ge
val was- Is ons haar vet, dan valt het sluik
langs het hoofd en splijt het vaneen, bij de
minste beweging. Is het haar dor, zoodat de
groei en de vitaliteit zeer miniem zijn, ook
dan valt dat spoediger op bij de korte-haren-
mode.
Het is dus niet voldoende dat we onzen
kapper van tijd tot tijd met een bezoek ver
eeren om onze haren te laten wasschen en
ondulatie aan te brengen; neen, zelf moeten
we tusschentijds steeds mede werken aan de
verzorging.
Borstelen vooral, en dan op de goede ma
nier, (van binnen uit) is een goede gewoon
te. Hoofdmassage, die den bloedsomloop be
vordert en daardoor bijdraagt tot den haar
groei, moeten we zelf toepassen. We bevoch
tigen de vingertoppen met lotion of eau ae
cologne,en bewegen, met een stevigen druk
der vingers, de hoofdhuid heen en weer, tot
we iedere plek daarvan in beweging hebben
gebracht, en de huid tintelt.
Vet haar moet vaker gewasschen worden
dan droog haar. Hoe dikwijls, is niet met
zekerheid vast te stellen, dit hangt van de
gesteldeid van het haar af. 's Zomers zal vet
haar bijvoorbeeld veel meer gewasschen
moeten worden dan 's winters. Tweemaal per
maand is in het koude jaargetijde voldoen
de. 's Zomers daarentegen is eens per week
niet te veel. Sommigen haarspecialisten
hebben beweerd, dat door al te vaak was
schen, vet haar nog vetter wordt. Daarom
wordt door hen aangeraden voor het was
schen het haar met olie te behandelen. Men
bestrijdt de vettigheid van het haar. door
meer vettigheid aan te brengen. De hoofd
huid wordt 's avonds flink ingewreven met
warme amandel- of olijfolie, welke 's nachts
in het haar blijft, dat met een doek bedekt
wordt, 's Morgens wascht men het haar met
zeep en water, en spoele flink na met schoon
water, waarna met eau dc cologne gemas
seerd wordt.
Als plechtige bezoeker of als belangstellend menscb.
Het zal ons allemaal wel hetzelfde gaan:
wanneer wij, als nuchter toeschouwer, door
de ramen kijken In een kamer vol visite, dan
heeft dat altijd iets, alsof het niet heele
maal echt is: ieder bezoeker en bezoekster
zet een echt salongezicht, zeggen we min of
meer spottend en niemand is er eigenlijk
volkomen zichzelf. Maar op den hoek van
diezelfde straat ontmoeten wij een opper
vlakkige kennis, en als wij in onszelf eens
konden zien, zouden wij bemerken dat we
net zoo'n salongezicht hebben als die heele
kamer vol menschen van zooeven. We kun
nen daarover nu mooie en nuchtere theorieën
houden, het is en blijft een feit, dat men
een ander gezicht zet, wanneer men in een
kamer vol menschen zit dan wanneer men
zich op straat voorbijspoedt en al die gele
genheidsgezichten te zien krijgt.
De eene zet een gezicht van: jullie moeten
vooral niet denken, dat het mij iets schelen
kan; een ander doet zoo plechtstatig alsof
hij heel Haarlem heeft te vergeven, terwijl
hij inwendig misschien allesbehalve op zijn
gemak is. Een derde is ongemanierd van
verlegenheid, een vierde brutaal, een vijfde
als geslagen, enzoovoorts; bijna ieder rea
geert weer anders.
Daarom moet men een kamer vol bezoek
ook niet beoordeelen naar wat men ervan
ziet, maar wat men ervan hoort, daarop
komt het veel meer aan. Want al die men
schen, welke met een echt gelegenheids
gezicht zitten te praten, kunnen een aller-
genoegelijkste conversatie voeren en dat is
toch de hoofdzaak.
Menige spotternij is er al opgegaan over
zulke echte damesbezoekjes, waarbij dan
eerst de geijkte vragen werden gedaan en be
antwoord, waarna vast en zeker de heele
kennissenrij de revue moest passeeren, en
dat dan wel op minder waardeerende wijze.
Het gebeurt zeker vaak genoeg op die ma
nier, hoewel de dames lang niet ae eenlgen
zijn, die zich daaraan-schuldig maken. Merk
waardig is echter, dat de menschen die er
aan meedoen, niet begrijpen, dat zij op hun
beurt weer bij de anderen over den tong
zullen gaan, een gevolgtrekking, die toch
nogal voor de hand ligt.
Het is echter ook waar, dat dergelijke
kamers vol bezoekers of bezoeksters
een slechte reputatie hebben, die zij niet
geheel en al verdienen- Want stel U eens
voor, hoe saai de wereld zou zijn, wanneer
de menschen elkaar nooit meer bezoeken
brachten. Een verjaardag zou een van zijn
kenmerken van feestelijkheid moeten mis
sen, een herstellende zieke zou gevoel
van afgesloten zijn van de wereld, wat zoo
vele zieken hebben, nog sterker gaan voelen,
elk feestje zou aan glans missen stel u voor
een trouwpartij zonder bezoekers, in het
kort: wij kunnen bezoekers niet missen in
onze tegenwoordige samenleving. En bew,e-
ren wij, dat we dit wel kunnen, dan komen
wij toch bedrogen uit, zooals degene die uit
gevonden had, dat verjaardagbezoeken maar
onzin waren, zij deed er in het vervolg ten
minste niet meer aan, dat moesten de ken
nissen nu maar eens en vooral weten. Maar
ziet, toen haar eigen verjaardag aanbrak,
kwam ook niemand haar opzoeken, want zij
vond het immers zoo'n onzin! En de verjaar
dag verliep als een doodgewone dag, saai
van gewoonheid, omdat het zoo anders had
kunnen zijn.
Nu ligt de antipathie van sommigen tegen
bezoeken niet zoozeer in de bezoeken op
zichzelf, als wel in de bezoekers en bezoek
sters die er alle fleur aan ontnemen, hetzij
door hun koppige stilzwijgendheid, ofwel
wat meer voorkomt door nun eeuwig pra
ten over zichzelf en hun eigen pieterige be
langetjes. Ook anderen die het steeds over
hun kinderen of over hun kleinkinderen
hebben, waardoor bij een echtpaar een nieuw
werkwoord ontstond: We gaan weer een
avond Jaapen. Waarmee zij dan bedoelden
dat hun bezoekers nergens anders over
praten konden, dan over hun aangebeden
zoon Jaap.
Hebt ge echter weieens opgemerkt, dat een
enkel persoon in zoo'n saaie oezoekerscon-
versatle plotseling verandering kan brengen?
Wanneer die de kamer binnenkomt, veran
dert het gespeek plotseling, er komt een
veel levendiger geest, iedereen doet mee of
luistert anders naar wat de anderen bewe
ren. Het geheim van deze menschen, dat zij
zelf meestal totaal niet als een geheim be
schouwen, is eenvoudig genoeg en het be
staat uit dit eene: belangstelling voor de
medemenschen. Wanneer zij niet een onder
werp opwerpen dat anderen interesseert,
luisteren zij met groote aandacht naar wat
er gezegd wordt, en zelden of nooit komen
zij met hun eigen belangen op de proppen.
Wanneer zoo iemand verdwenen is, vraagt
men zich verwonderd af, hoe het komt dat
die persoon nu juist zooveel waard is in ge
zelschap, waarna men moet concludeeren, dat
het komt, doordat hij zichzelf en eigen be
langen op den achtergrond houdt. Zulke
menschen hebben een onzelfzuchtige na
tuur, maar het eigenaardige is, dat, door
dat zij zichzelf allerminst zoeken, zij door
anderen gezocht worden.
En wie hen ontmoet, of wie, mooier nog,
zichzelf ook zoo kan leeren wegcijferen,
voelt dat in zulke oppervlakkige bezoekjes
nog heel wat goeds kan zitten, namelijk de
wrijving met onze medemenschen en daar
door de toetsing van eigen verdriet en eigéh
geluk aan dat van anderen. En daardoor
zien wij onszelf en ons eigen karakter ook
dikwijls in een ander licht, een licht dat
nogal eens aanleiding kan zijn tot een gron
dige herziening van onze eigenschappen.
E. E. J.—P.
OVER KLEINIGHEDEN, DIE DE MODE AANGEVEN.
Ja, mijn beste zussen, we hebben vrijwel
altijd nog kragen en manchetten op onze
mantels en japonnen en blouse gehad. Dat
we die dit nieuwe seizoen dus weer hebben,
is niets bijzonders. Het bijzondere is dit keer
echter gelegen in het feit, dat er aan onze
kragen en manchetten een extra zorg is be
steed, dat men een buitengewone fantasie
heeft betoond, juist ten opzichte van deze
détails van ons toilet-, met het gevolg, dat
het deze kleinigheden zijn geworden, die de
nieuwe mode voor een belangrijk deel ty
peeren: de manier waarop onze manchetten,
onze bontmanchetten op de mouwen van
onze mantels zijn gezet. En de manier waar
op men de fantasie den vrijen loop liet voor
het bedenken van de meest buitengewone
kragen.
Het cachet van ons toilet is dus thans ge
legen in kraag en manchetten. Of de pelte
rijenhandelaren daarvan de lucht hebben
gekregen, weet ik niet, maar een feit is, dat
de goede bontvelletjes dit seizoen zeer prijzig
zijn. Gelukkig is er keus. Het model van
kraag en manchetten op een mantel van
«UA ftnnt ctFiumi-
1 zwarte stof, zooals links op het plaatje aan
gegeven, is nu wel gedacht van grijs astra
kan, maar niemand zal U er leelijk om aan
kijken behalve de bontvelletjesverkooper
misschien wanneer U daarvoor in de plaats
neemt het velletje van een onschuldig lam
metje, of anders chevrette, oftewel geitjes
bont. Het bont is in punten op de mouwen
gezet, terwijl de rechte kraag doorboord
wordt door een driehoekige das van het
zelfde bont. De andere twee teekeningetjes
laten origineele kraagjes en manchetjes voor
japonnen zien. De gestipte japon (zwart ve
lours met wit bedrukt) heeft een kraagje en
manchetjes van cerise crêpe georgette. Het
laatste speciaal bedoeld voor een blond,
fijn meiske, met een tenger figuurtje
toont een wit japonnetje, met lange mouwen,
dat bovendien aan de schouder kleine vo«
lannetjes van zilverkant heeft, waarvan ook
de manchetten zijn en de strik van voren.
Iets heel fijns, maar dat niet door mijn
brave, dikke zussen zoo die er nog zijn
gedragen kan worden.
MADELEINE.
NOG EENS OVER VAAT
WASSCHEN.
Mevrouw H. M., te Aerdenhout schrijft
een en ander naar aanleiding van het arti
keltje „De snelste manier van vaat was
schen" in de Femina-rubriek van Zaterdag
23 Nov. j.l.
Mevr. II. meent dat geen enkele huisvrouw
borden durft wasschen in 120 gr., wat ook
inderdaad wel heet zal zijn; maar zeepsop
van kokend water zal ook wel voldoende
zijn, dat ligt voor de hand. Verder vindt de
schrijfster het onaesthetisch om de borden
in de kamer af te schrappen. Goed, wie dat
niet wil, kan het toch in de keuken doen
of laten doen!
De gootsteen zou ook te klein zijn voor
het bergen van een spoelmand, maar als
dat het geval is, is er toch nog wel een flinke
teil of de mand kan op de aanrecht op een
waschbord, dat naar den gootsteen afloopt,
staan.
Inderdaad is vaten wasschen nog een pro
bleem, of echter Ford zich hiermee zal willen
bemoeien, zooals Mevr. M. veronderstelt,
lijkt me zeer twijfelachtig, terwijl de papie
ren serviezen allerminst aanlokkelijk zijn.
Naar mijn meening zijn zij juist goed genoeg
voor spoorrestauraties en melkinrichtingen.
En wat tenslotte de electrische borden-
waschmachines betreft, die mevr. M noemt,
daarmee ben ik het in 't geheel niet eens.
Ze zullen wel uitkomst kunnen geven, maar
dat twee a driehonderd gulden in dit geval
niet te hoog zou zijn, lijkt me wel wat over
dreven. Al die electrische machines staan
nog maar aan het begin, zoodat deze prijs
wel ervoor betaald zal moeten worden, maar
welke huisvrouw kan dit bedrag missen voor
een dergelijke machine. Denkt u niet, dat
de meeste huismoeders, als zij dit bedrag
hebben overgespaard, er wel honderd andere
bestemmingen voor hebben, voordat een
bordenwaschmachine voor haar eigen gemak
want het is toch het dringendst voor de
huisvrouw zonder dienstbode aan de
beurt komt!
vond J0rdt- n°? steeds ^ocht haar vereen-
IwJS?.®,."!. huishouding, en dat de
elect, .citeit daarin nog veel grooter rol zal
gaan spelen, is wel zeker. Maar zoolang elec
trische apparaten tot de weelde-artikelen
behooren, moet de vereenvoudiging voor de
meeste huisvrouwen in andere richting ge
zocht worden.
BOEKBESPREKING.
Door de firma Wed. J. Leupen en Zoon te
Haarlem is een boek uitgegeven: „Onze
Nederlandsche Jeugd in Nationale Dracht"
van den bekenden folkloreschrijver D. J. van
der Ven.
Zooals de titel reeds aanduidt, worden er
de kleederdrachten die door kinderen ge
dragen worden in beschreven, waarbij dan
ettelijke aardige bijzonderheden worden ge
voegd, wat trouwens de naam van den
schrijver reeds waarborgt. En interessant is
het onderwerp zeker, omdat er van onze
kleederdrachten meer en meer verdwijnt,
wat uit een oogpunt van hygiëne wel een
vooruitgang zal beteekenen, maar wat met
het oog op de historische waarde en de
schilderachtigheid zeer valt te betreuren-
In eenige harer artikelen verpakt de firma
Leupen plaatjes, die ter illustratie van bet
boek dienen en die tusschen den tekst ge
plakt behooren te worden. Het boek wint
daardoor natuurlijk zeer aan duidelijkheid,
alleen is het jammer, dat de plaatjes, die
mij voorkomen gekleurde kiekjes te zijn niet
wat fijner zijn uitgevallen.
Een prettig boek voor ieder die zich voor
folklore interesseert, terwijl het bij anderen
allicht belangstelling zal gaan wekken voor
dit onderwerp.
E. E. J.—P.