LETTEREN EN KUNST - HANDELSBLAD INGEZONDEN BURGERLIJKE STAND HAARLEM'S DAGBLAD DE VOETPADEN TE BLOEMENDAAL. EEN OVERDREVEN KLACHT? Een lezer, bewoner van de Julianalaan te Bloemendaal, schrijft ons: „Verleden jaar hebben Gemeentewerken van Bloemendaal eenige werklieden er op uitgezonden om op verschillende wegen (o.a. op de Julianalaan) op de trottoirs de bestaande bestrating te verwijderen "en te vervangen door een schijnbaar cement hou dend product van de hoogovens, tengevolge waarvan de wegen in een ware woestenij veranderden, aangezien de bedekking niet verhardde en wegwoei. Het gevolg hiervan was, dat de trottoirs slechter waren dan ooit en dat de tuinen volwoeien met het zand der bedekking, tot groot ongerief der bewoners. Hiertegen is door mij destijds geprotes teerd; ik ontving ten antwoord, dat het weg waaien van het zand te wijten was aan de droogte en dat het aanbeveiing zou verdie nen wanneer ik de Julianalaan (want het geeft natuurlijk niet, voor één huis te sproeien, aangezien dan toch het zand van andere plaatsen overwaait) eons zelf be spoot. Wanneer men er rekening mede houdt, dat het sproeiwater door mijn meter loopt lijkt mij het voorstel der Gemeentewer ken meer handig dan juist. Niettegenstaande de treurige ervaring, ver leden jaar opgedaan, is men een paar we ken geleden met een nieuwe bedekking ko men aandragen, die nu overal te vinden is behalve waar zij oorspronkelijk is aange bracht. Regen is er, geloof ik, in den laatsten tijd voldoende gevallen, zoodat het weg waaien nu toch niet aan de droogte kan lig gen. Wanneer de weersomstandigheden nu nog niet deugen, moet het toch langzamer hand tot de betrokken autoriteiten gaan doordringen, dat het procédé voor onze we gen niet geschikt is. Met de belangen van de houders van tuinen behoeft blijkbaar geen rekening gehouden te worden. Laat men in dat geval slechts aan de financieele zijde van het vraagstuk denken." De directeur van Gemeentewerken te Bloe mendaal deelde ons mede, dat de Juliana- laanbewoners blijkbaar graag mopperen. De wsgbedekking die verleden jaar is aange bracht voldoet overal goed, behalve blijk baar aan de Julianalaan. Niet alleen de di recteur heeft de wegbedekking voor zijn huis, maar ook de burgemeester. Zij en alle andere bewoners zijn met het nieuwe procédé ingenomen. Niet omdat de gegrondheid van de klacht erkend werd, maar alleen om de mopperen de Julianalaanbewoners tegemoet te ko- mgen, is daar nog een ander procédé toege past. Dat is absoluut afdoende, en het wordt zoo nat aangebracht, dat verstuiven uitge sloten is zoo besloot te directeur. REDACTIE. JONGE LIBERALEN. VOORTBRENGING EN POLITIEK. Maandagavond vergaderde in een der kleine bovenzalen van „De Kroon" de Ver- eeniging van jonge liberalen alhier. Als spreker trad op Ir. C. Wolterbeek, met het onderwerp: „Voortbrenging en politiek". Op het ©ogenblik, zoo begon spr., is van zeer groot gewicht de houding die de over heid inneemt tegenover de voortbrenging. Men begrijpt nu, dat de overheid moet voorzien in sociale nooden, die in zeer nauw verband staat met de voortbrenging. Ongeveer 1850 was het de tijd van de vrije concurrentie; Marx verkondigde toen zijn theorieën en voorspelde het overnemen door aen Staat van de voor tbrengingsbedrij ven. Hoe staan de zaken thans? Het kapitaal is voor de gestie der industrie een allesoverheerschende factor geworden. De verhouding van kapitaal tot arbeid is totaal anders geworden. Sedert 1850. De ka pitaalmacht is niet meer in handen van en kele personen, maar van groote naamlooze vennootschappen. De macht van de bedrijfs leiders is betrekkelijk gering. Gewichtige za ken worden besproken met de vergadering van afdeelingschefs. De macht van de techniek is buitengewoon groot geworden. Telefoon en groote verkeers snelheid helpen daarbij mede. De concen tratie neemt steeds toe. De arbeidsverspilling is opgeheven. De toestanden zijn ordelijker. De vergaande concentratie zal ook komen op handels- en distributiegebied. De verdeeling van de goederen heeft tegen woordig nog te veel te aandacht van den ar beider, de aandacht behoorde meer gericht te zijn op de voortbrenging. Er is meer mede werking van de arbeiders noodig bij de or ganisaties op het gebied der voortbrenging. Bij betere structuur van het distributie systeem zouden vele dingen goedkooper kun nen zijn. De overheid nu moet één groot doei hebben; bevordering van de welvaart. Men wil nog te veel dat de overheid de verdeeling van de goederen meer brengt in de richting van de arbeiders. Er moet een geest van samenwerking ont staan. Deze geest wordt ongetwijfeld aange kweekt tegenwoordig, ook in socialistische kringen. Voor die samenwerking, die verwij ding, moeten zich ook de liberale kringen openstellen. De liberale gedachte kan bij de samenwerking ten opzichte van de voort brenging van ontzettend groot nut zijn. De rechterzijde doet in dit opzicht zeer weinig; van een bepaalde richting gevende politiek is bij de rechtsche partijen weinig gebleken. Het groote geheim is: voor den arbeider te vinden voldoening in zijn arbeid. Hoog loon en korte arbeidstijd hebben nog nergens te vredenheid gegeven. Dit kan tegenwoordig meer dan vroeger, een goed werkman zal plezier hebben in zijn machines, waarvoor hij liefde heeft, waar hij uithaalt wat hij kan. De tijd dat een werk man niet deed dan „draaien aan 'n handle" is voorbij. Wi] moeten in de maatschappij staan, al dus spr., als liberale menschen en in arbei derskringen de ontwikkeling van de waarde van de persoonlijkheid propageeren. Ook het Staatsbestuur moet meer in deze richting worden gestuurd. Meer bepaald nog iets zeggende over de politiek gaf spr. als zijn oordeel te kennen, dat- van den door hem geschetsten geest in de tegenwoordige liberale partij nog weinig te bespeuren valt. Het woord „vrijheid" zal uit den naam van de partij moeten verdwij- DINSDAG 17 DECEMBER 1929 nen; dat woord maakt ons weinig wijzer. De liberale partij moet terugkomen tot die par tijen die haar het naaste staan. Men valle daarbij niet over allerlei kleine verschillen. Geen lange en uitvoerige programma's meer! Spr. zou een programma van vijf pun ten willen. Die groote programma's geven niet de zoo noodige greep op de massa. Spr.'s programma bevat de volgende vijf punten: 1. Actieve bevordering door de overheid van de welvaart en de private kapitaalvor ming voor alle burgers van den Nederland- schen Staat. 2. Verbetering van de organisatie van ons democratisch bestuurstelsel op de grond slagen van bekwaamheid en verantwoorde lijkheid. 3. Handhaving der geestelijke vrijheid. 4. Bevordering van de nationale eenheid en den maatschappelijken vrede. 5. Ondersteuning van de Volkenbondsge dachte en de internationale ontwaoening en handhaving van het stelsel van vrijhandel. Na de pauze was er gelegenheid voor ge- dachtenwisseling en het stellen van vragen, waarvan een vrij ruim gebruik werd ge maakt. Spr. gaf op verschillende punten nog een uitvoerige nadere toelichting, waarna de voorzitter de heer Sorgdrager Jr., de bijeen komst die ook door verschillende ouderen was bezocht, met een woord van dank aan den inleider sloot. AANBESTEDINGEN. Voor Centraal Vervoer. B. en W. van Haarlem hebben Maandag ten raadhuize aanbesteed het laden, vervoeren, lossen en optassen van materialen, en de levering van paarden en wagens in huur met of zonder bediening, ten behoeve van Centraal Vervoer gedurende het jaar 1930. Er waren vijf inschrijvingen. Ingeschreven werd door J. L. Tholen te Haarlem voor keien per duizend 7.wa gen per uur 0.25, per dag 1.paard per uur, 1.per dag 5.paard en begeleider per uur 1.25, per dag 7.50, paard, wagen en begeleider per uur 1.50, per dag 7.75. Door N. van Strien te Haarlem voor res pectievelijk 9.50, 0 25, f 1110, 5 50, 1.45, 9.—, 1.50, 10—. Door A. M. Stut te Haarlem voor respec tievelijk 9.50, 0-50, 1.50, 1-25, 5.—, 1.60, 8 20, 1.70, 9 Door A. en D. Barend te Haarlem voor res pectievelijk 9.50, 0.25, 1—, 1.10, 5-'0, 1.50, 9.—. 1-60, 9—. Door H. C- Koster te Haarlem voor res pectievelijk 8.50, 0 35, 1.25, 1.10, 5.50, 1.50, t 8—, 1.60, 9.— Een opzichterswoning op de Al- gemeene Begraaf plaats. Ten raadhuize werd Maandag aanbesteed door B. en W. van Haarlem: I: Het bouwen van een opzichterswoning met kantoor, bergplaats en rijwielenberging op de Algemeene begraafplaatsen aan de Kleverlaan hoek Schoterweg te Haarlem; en HHet verrichten van glas- en verf werken ten behoeve van de onder I bedoelde woning met toebehooren". Ingeschreven werd voor perceel I door: P- Bok te Haarlem voor 13.000, Hanagraaf te Haarlem 14-000, De Vries te Purmerend 13.247, Verberne te Hoorn 13.627, Sanders te Haarlem 13.600, Breevoort te Haarlem 11-500, De Boer te Wormer 14.834, W. Ro- zenhart te Haarlem 11.949, J. Philips te Haarlem 14-630, Seegers te Nijmegen 13.550, Christiaanse te Haarlem 11.975, Offenkamp te Haarlem 18.760, G. A. Jager te Heemstede 13.630, W. de Groot te Haar lem 14450, G. en J. Broertjes te Heem stede en Bloemendaal 12 900, Cobelens te Haarlem 12.800, G. P. Hetem te Haarlem 11.740, Philippo te Haarlem 11.995, Boer- richter te Haarlem 12-090, en N. J. Tromp te Overveen 12-224. Voor perceel n door: Barend voor 750 J. Kraakman: 760, V. Brunis: 660, De Jong: 472, Scheffers: 897, A. de Laat 625, J. Goldsteen: (589, J. Sinnecker: 698, D. Essenius: 680, J. Fengler: 498, Schrijen: 595, Van den Bosch te Heemste de: 790, N-V. Het Schildersgild: 549. MUZIEK. HEEMSTEEDSCHE KUNSTKRING: HET NEDERLANDSCH TRIO. De namen der drie heeren die „het Neder - landsch Trio" vormen: Paul FrenkeL Sam Swaap en Charles van Isterdael, hebben in de muzikale kringen een goeden klank, en dus mochten wij ook van hun samenwerking hooge verwachtingen koesteren. Tot mijn spijt zijn die verwachtingen Maandagavond niet geheel vervuld. Noch het samenspel, noch het ifldividueele spel der heeren was van dien aard dat dit ,Nederlandsch Trio", tenminste wanneer het zoo speelt als in Heemstede, met goed gevolg onze nationale kleuren zou kunnen hooghouden tegen een team, als b.v. het Baden-Badensche, dat we vóór eenige maanden hier in den Stads schouwburg hoorden. Vooral In het Trio op. 87 van Brahms, dat door beide combinaties gespeeld werd en dus de meeste en gemakke lijkste basis voor vergelijking der speelsterkte en spelkwaliteit bood, kwam dat duidelijk aan 't licht. Het terrein der Brahms'sche muze maakt het den spelers niet gemakkelijk schitterend en klaar samenspel te vertoonen; het is licht onderhevig aan drassigheid en alleen groote bekwaamheid en oefening Ieeren die te trotseeren. En zoo verzonk Maandagavond reeds direct bij den aftrap op het Brahms-veld een der spelers op onver klaarbare r wèl krabbelde hij behendig overeind. een schitterend begin kon dit toch n eten. In 't algemeen liet het spel vóór de rust te wenschen over. Talrijke kleine fouten en overtredingen waren bij Beethoven (op. 1 no. 3) te constateeren; ware er een muzikale Eilers, Mutters of Groothof! in de zaal geweest, aan had deze zeker den toon van zijn instrument herhaaldelijk doen klinken. Bij den aanvangsstormloop in de finale kwam het schot van den middenvoor Frenkel tot tweemaal toe tegen de lat in plaats van in het doel terecht. Na de rust kregen we een weinig bekend Trio van den in 1369 geboren Duitschen com ponist Hans Pfitzner te hooren. Dit Trio, op. 8 is een jeugdwerk: allerlei invloeden woelen er in doorevm: men hoort veel Brahms, wat Schumann, een beetje Franck en wat Puc cini en nog een heele boel meer; vaak ook, in het „Langsam", hoort men in t geheel niets, want dit stuk is rijk aan generale pauzes. Het geheel maakt echter een vrij onsamenhan- genden indruk, ook de opvolging van de toonsoorten der onderdeeien: F maj. cis min. es min. en f min. is eenigszins ongewoon, en bovendien is het werk lang, zeer lang. In het tweede deel, het „Langsam" schijnt de com ponist het einde niet te hebben kunnen vin den. Interessante momenten kwamen wel voor, doch sporadisch. Het. .scheen me alsof de drie spelers zich voor de vertolking van dit zeer lastige opus de meeste moeite hadden gegeven. Bij hun soel in de andere werken kwamen natuur lijk ook wel oogenblikken waarin hun indi- vidueele kwaliteiten schitterden, een mooie cantilene van een der strijkers, een brillante passage van den pianist, en hun samenspel getuigde van groote routine, zooals men ver wachten kon. Maar het kwam me toch voor dat de heeren het spelen in Heemstede wat te gemakkelijk hebben opgenomen. Ik be twijfel of zij het in Amsterdam of Den Haag zóó zouden ondernemen. En dat snijt me èn voor hun reputatie, èn voor den Heemsteed- schen Kunstkring, welks best-uur tracht den leden iets zeer goeds te doen hooren en recht heeft op dezelfde toewijding van de zijde der uitgenoodigde kunstenaars als een concert- bestuur in een groote stad. K. DE JONG. HET TOONEEL. HAARLEM'S TOONEEL NUMMER ZEVENTIEN. Het geldt als een axioma, dat leden van dilettanten-vereenigingen tot de slechtste bezoekers van de voorstellingen van het be- roepstooneel behoor en. Van dit axioma is het bestuur van Haarlem's Tooneel waar schijnlijk uitgegaan, toen het „Nummer zeventien of De Noodlottige Gelijkenis" uit koos voor den avond van gisteren! Zeker is het, dat Nummer Zeventien de stampvolle zaal heeft doen schateren van lachen, als of dit door Heyermans bewerkte blijspel hier voor het eerst in plaats voor de tiende maai werd gespeeld; zoodat Haarlem's Tooneel al even tevreden over dezen „beroepsavond" kan zijn als verleden jaar over Mary Dugan. Haarlem's Tooneel is de eenige dilettanten club die het aandurft nu en dan ook het beroepstooneel uit te noodïgen om in zijn kring te spelen en de groote bloei van deze vereeniging is wel het beste bewijs, dat het experiment de club eerder goed aan kwaad doet. Ik heb ln deze rubriek zoo dikwijls voor de combinatie beroeps- en dilettanten- tooneel gepleit, dat ik nauwelijks behoeft te zeggen, hoe mij deze geste van Het Haar lem's Tooneel verheugt! En nog meer, dat de proef zoo uitstekend geslaagd is! Want ook gisteren bleek het weer overduidelijk zoowel door de houding van het publiek als uit gesprekken in de pauze hoe zeer zoo'n voorstelling van het beroepstooneel door de leden van Haarlem's Tooneel wordt gewaar deerd Over Nummer zeventien behoef ik niet veel meer te schrijven. Het blijspel is overbekend en in de bezetting is zoo goed als geen veran dering gekomen! Dat Antoinette Sohns gis teren in doublure ook de vorstin speelde, is een bewijs dat het Nieuw Nederlandsch Too neel wel heel arm aan vrouwenkrachten is! Hageman zal zich wel dood geschrokken hebben, toen bij deze vorstin zag binnen treden, die verdacht veel in alles op de vroed vrouw in n leek! Trouwens er zijn vele zwak ke plekken in deze uitgebreide spelerslijst, maar wij zien ze over het hoofd door lief- geestige spel van Kreeft die ondanks zijn 73 jaar nog altijd de fijne komiek van vroeger blijft en het sappige spel van Van Praag, die het gisteren in de rol van den kruier er veel minder dik op legde dan vroeger, wat een groote verbetering genoemd mag worden. En vergeten wij ook niet Hageman den neef van Lutz uit Oud-Keidelberg te noe men! Hageman is een der beste rollen van Alex Frank en wij hebben hem er gisteren met vreugde in teruggezien. Een allergenoegelijkste vroolijke stemming, éen voortdurende lach, een aardig blijspe*. een stampvolle zaalin het kort een even groot succes voor Haarlem's- zoowel als voor Het Nieuw Nederlandsch Tooneel J. B. SCHUIL. EEN BIJZONDERE TENTOONSTELLING. ARTI'S NEGENTIGJARIG BESTAAN. „De tentoonstelling van Nederlandsche por tretkunst ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan der Maatschappij Arti et Amicitiae, wil een overzicht geven van het beste dat op dit gebied, sedert 1839, hier te lande is voort gebracht. De verzameling kan geen aan spraak maken op volledigheid, ook reeds, omdat in verband met de beschikbare ruimte de thans levende portretschilders niet er in zijn vertegenwoordigd". Het voorafgaande schrijven wij over uit het voorwoord tot den catalogus. Aanleiding en omvang der expositie zijn daarmee aan geduid. En wij kunnen ons verder met het gebodene rustig bezighouden en, in velerlei opzicht, ongestoord genieten, om als con sequentie daarvan, weer onze kunst-minnende lezers aan ie sporen, die tentoonstelling niet ongezien te laten. Er is zoo veel aardigs, moois en interes sants wat men nu niet zoo gauw weer te zien krijgt, en zeker niet in een zoo instruc tieven samenhang. Zeker, we weten wel dat Jozef Israëls een aantal zeer mooie portretten geschilderd heeft, maar één der allermooiste dat van zijn collega den ouden Roelofs, kent men alleen wanneer men vast bezoeker van het Haagsch Gemeente-museum is. en een ander gelukkig specimen uit latere tijden dat van Prof. Stokvis is alleen aan bezoekers der Senaatskamer van de Universiteit in Am sterdam ^meenzaam. Er liggen heel wat jaren tusschen die beide portretten. Ik meen dat Israëls het portret van Stokvis in 1899 schilderde; dat van Roeiofs moet uit de tachtiger jaren der vorige eeuw zijn. Maar ik weet dat ik ais karakter-expressie en als schildertechniek dat portret van Roelofs al tijd als een der allermooiste portretten uit de moderne schilderkunst beschouwd heb en dat het terugzien ervan in Amsterdam mij niet van meening heeft doen veranderen. Roelofs en de oude Veltman uit het Rijks museum blijven een paar hoogtepunten in Israëls' werk en het eerste een meesterwerk voor iederen tijd. Wat men aan Therèse Schwartze en aan Jan Veth gehad heeft zal men zich nog ge makkelijk te binnen kunnen brengen; hoe1 ulteenloopend van wezen die beide kunste naars mogen geweest zijn, het waren figuren van een beteekenis, die bij deze gelegenheid nog weer eens in het licht komt: men zie hier de oude-üames-portretten van de eerste err den blinden professor Loman van Veth. Haverman's zelfportret uit zijn jonge jaren is als een voorspelling van wat diens speelsch vernuft later in andermans portret ten zou inlasschen doch met liet portret, van Prof. Quack en de beide kindertjes is hij niet op de wijze vertegenwoordigd die hem als derde portrettist van professie onder zijn tij dgenooten toekomt-. Dan de aardige verrassingen, de werken der gelegenheidsportrettis.en, der groote mannen onzer kunst die van het portret niet hun hoofdbezigheid maakten, maar het drommels goed verstonden. Zoo Albert Neuhuys met zijn portret van den chirurg Dr. Timmer on dat van Jacob Maris' echtge- r.oote. Zoo Matthijs Maris, met het- ietwat hautaine zelfportret. Van de generatie die op hem volgt zal Willem Wltsers u als portrettist verrassen; zooals hij zijn zwager Verwey schildert ln 1887 en zooals hij in 1915 Julia Culp portretteert, ligt daar hot groeien, het anders-worden van een interessant artist gemanifesteerd en blijft alsnog het verband zichtbaar. Twee mooie kunstwerken zijn dat. Breitner's Mevrouw Mann blijft een knal effect. schitterend ln zijn soort. De Josselin de Jong een noble seigneur, die in den ouden Charles Rochussen een overeenkomstig model vond. Een zelfportret van Kamerlingh Onnes uit 1888 is opmerkelijk en mooi voor den dan 28-jarlgen schilder. Daarentegen is zijn zwager Verster hier met een damesportret dat aan suikergoed met waterschade doet denken, allerminst gelukkig vertegenwoordigd Is het te veel gewaagd te beweren dat Ver ster, door zijn wezen, slechts in de allerlaat ste plaats portrettist was? Zijn belangrijk heid als artist wordt daarmee niet aangetast; alleen op een mogelijk valsche noot in de hymne der Ver ster-cultus van heden beschei- denlijk gewezen. Van Gogh-religie, Mankes- adoratie en Verster-cultus, het zijn alle din gen van voorbij gaanden aard: wat blijft is het werk en de tijd. ais eenlg onpartijalg en onbaatzuchtig criticus, zal dat werk wei schiften en opnieuw rangschikken. Dat is des tijds eeuwigdurende bezigheid en wij, leven den, behoeven ons er niet over op te winden als onze waardeeringen eens verschillen. Dat is van minder belang dan wij zelf denken. Ik zeg dit omdat Ik geen ruzie met Verster- adoranten wensch. Daarvoor heb ik te veel eerbied voor veel van zijn werk. Doch keeren wij op onze schreden terug (om in den stijl te komen van de periode die met Artl's jeugd samenvalt). Van die schilderende lieden van vóór 1860 hebben wij gemeenlijk een te lagen dunk. En om dat te verbeteren, kunnen wij niet beter doen dar. nu naar Arti gaan. Alles wat Pienemant en Krusemant stond te lang reeds op een slecht blaadje. Natuurlijk hebben die heeren affreuse dingen gemaakt, maar.... ontstaan die vandaag-den-dag soms niet? En nu be gint de tijd weer eens mee te critlseeren; we komen weer eens frisch voor hun werk te staan, waarvan de beste specimens „ontdekt" worden en de rest ter zijde geschoven en die heeren blijken lang niet van gisteren vooral bij vandaag vergeleken. Jan Adam Kruseman, met zijn Regentenstuk van het Leprozenhuis, glimlacht ons tegen. Wc vin den die kapsels der dames nog wel een beetje lappedotterig en de vader-moorders der heeren te weinig sportlef maarwat kon die sinjeur technisch mooi stofexpressie geven. In de onderdeeien: een stoel waarover een shawitje hangt, een paar boeken tegen de tafel op den grond staande, en zooveel meer nogwat is dat alles knap en sma kelijk neergezet en vooral wat een levende geest huist er in dat geheel. Die Waalsche predikant van Jan Willem Pleneman en het. portret van Ariti's penningmeester van denzelfden zijn sterke prestaties waar een Jan Veth niet tegen gesputterd zal hebben en door het kinderportretje door Nlcolaas Pleneman wordt gij ongetwijfeld gecharmeerd, terwijl ge in zijn klein zelfportret hem als het kind van zijn tijd, die een Borüngton, een Delacroix voortbracht, gemakkelijk herkent. Nog meer naar den Franschen kant staat Ary Scheffer; welk een nobele Lord is hij in zijn zelfportret, uit 1838 dat hij voor zijn moeder bestemde! Niet in de houding alleen, ook in de voor dracht is grandezza. En wat weten wij van Bastiaan de Poorter? Was hij niet Directeur van de Haagsche Academie vóór Koelman? Maar zie nu hier zijn portret van Andreas Schelfhout. Documentair tot op de wrat op Schelfhout's neus, maar wat is dat portret mooi als kleurensemble, welk een rustige voornaamheid spreekt er uit. Dan die belang rijke dingen uit de overgangsperiode, die men hier nu in hun samenhang met vroeger en later zien kan. Hoe Allebé zijn vader schil derde in 1858, (de zoon is dan twintig jaar oud), hoe Artz den violist De Graan (even als hijzelf protégé van Kneppelhout) por tretteerdehet zijn even zoovele interes sante kunstprestaties, die het verheugend is bijeen te kunnen zien. Opmerkelijk tenslotte nog is het te be speuren hoe Toorop (Prof. Lanz) en Van Gogh (met twee zelfportretten) hier met groote sprongen uit het kader wippen. Met hen begint, ook in het Nederlandsche portret, iets anders, iets nieuws. Zij komen buiten de traditie der negentiende eeuw; de rusteloos heid. de nerveusitelt der moderne productie doet zich geiden; een fellere psychische expansie zal echter niet immer de beheersch- :e hartstochtelijkheid der beste voorgangers doen voorbijzien. 14 Dec. 1929. J. H. DE BOIS. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Ct*. per regel. DEZE MAAND GRATIS. I h .j ZD. die zich thans als kwartaal- pps abonné opgeven, ontvangen het Handelsblad tot 1 Januari gratis. MM Abonnement 1 1.90 p. maand en 5-30 per kwartaal Buiten |J Amsterdam verhoogd met 20 IöbK cent per maand voor verzending. Abonnementen op te geven bU het Bijkantoor Handelsblad (Wcnsing's Alg. Advert.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 TELEFOON 10209 a a Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redattid zich n:ct verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. Zeer geachte Redactie, Tegen de bestrijding van den heer Op 't Eynde zij mij een kort wederwoord vergund. Wie zich sterk voelt staan kan kort zijn. Een lange omhaal van woorden verzwakt de argu menteering en voert bezijden de hoofdzaak in kwestie. Mijn geachte opponent maakt het zich zóó druk met het induwen van open deu ren en het schermen met waarheden, die niet door mij zijn aangevallen, dat- ik mij genoodzaakt, zie, nogmaals scherp in het üeht te stellen, waarom het hier voorname lijk gaat. Ik zou den heer O. en de zijnen rustig hun gang hebben laten gaan met hun krijgsrumoer tegen den oorlog, ware het r.iet dat zij .de schoolgaande jeugd, kinderen be neden 18 Jaar in hun actie hadden betrok ken. De tegenwerpingen van den heer O. kunnen deze groote fout niet goedpraten, en zoo ergens, dan wordt- hier het beroemde waar gemaakt, dat „een fout erger is dan een misdaad". Is de jeugd ouder en haar oordeel wat meer gerijpt-, dan is het nog vroeg ge noeg, èn voor haar èn voor elke te voeren actie, om zich een standpunt te kiezen. In cle door mij gewraakte gevallen is zij. veel te jong nog, dupe geworden van de niets ont ziende propaganda der N. M. O. F, Werd niet speciaal voor kinderen de toegang tot de ten toonstelling op 10 ets. bepaald? Ouders treft hierin geen blaam: menig ouder heeft, noch tijd. noch gelegenheid gehad, zijn kind te beletten er heen te gaan. Ik besluit met een kleinen variant op de woorden van den heer O., dat ik eveneens „met kracht zal voort paan", om te trachten dc schooljeugd, wier belang ik moet helpen behartigen, in be scherming te nemen tegen elke voor haar fatale actie. Hoogachtend, A. J. A. VON WOLZOGEN KÜHR. Wij gaven dit stuk ter Inzage aan den heer Op 't Eynde. die meende, dat hij, omdat in dit tweede stuk geen nieuwe gezichtspunten geopend worden, met. zijn antwoord op het eerste stuk kan volstaan. Redactie. NOOD ONDER DE ARMEENSCHE VLUCHTELINGEN. Wanneer de Adventstijd gekomen is en de Christenen tot milddadigheid zijn gestemd, dan komt telken jare opnieuw de bede tot u mede te helpen aan de leniging van don nood onder de Armeensche vluchtelingen. Het Ar- meensche volk is ln de Jaren 19151922 uit hun vaderland verdreven en zwerft sedert dien als bannelingen in den vreemde. Tien duizenden kwamen ook naar Syrië en sedert dien begon de strijd tecen werkloosheid, hon ger en gebrek. Vooral het lot der Armeniërs to Aleppo is ondragelijk. Opeengehoopt, in oen groot vluchtelingenkamp ln stalachtige barakken hebben ze niettegenstaande dit al les getracht tot een nieuw bestaan te komen, wat aan de meesten hunner echter niet is gelukt. Om een einde aan deze ellendige wo ningtoestanden te maken, greep de Regee- rlr.g enkele maanden geleden ln en besloten werd het geheele kamp af te breken en op een ander gedeelte buiten Alepno een nieuwe vluchtelinpenstad te doen verrijzen met wo ningen. die wel is waar slechts uit ccn kamer bestaan, doch een beter dak hebben, zoodat in den zomer de hitte dank zij de betere dak constructie gemakkelijker te dragen is. tor- wijl men in den winter geen angst behoeft te hebben, dat de regen voortdurend door het dak heendruppelt. Dc grond, waarop gebouwd wordt, het materiaal, dat voor den bouw noodig is. alles moet. worden betaald. Hoe ech ter aan geld te komen, wanneer er zelfs niet voldoende Is voor het eenvoudigste maal? Het vluchtelingenkamp telt vele weduwen. Ook zij moeten bouwen Gebrek aan geld. om het materiaal te koopen. maakt ze tot dakloozen. Drze dakloozen roepen uw steun In. De win ter komt en de nachen in Aleppo zijn reeds bitter koud. Geheele gezinnen kampeeren onder den blooten hemel. Gij. die in dezen tijd geniet van uw verwarmd vertrek, gedenkt ook den nood van het Armeensche volk van vluchtelingen en laat uw hart tot mildheid worden bewogen. De kosten voor een dak be dragen 40. Wie helpt de dakloozen aan een dak boven het hoofd? Gaven voor dit doel worden gaar ne in ontvangst genomen door het secre tariaat van het Nederl. Comité der Action Chrétienne en Orient, een werk van Bijstand en Evangelisatie onder de vluchtelingen in Syrië. Dc secretaresse: MeJ. CATO DE WITTE, Utrecht. J. W. Frtsostraat 38, Glronr. 18757. BENNEBROEK. Overleden: W. van Dalen, 81 Jaar. VELSEN. Ondertrouwd: N. Kollaard en J. Woord: J. Schouten en G. Brasser. J. A. van Bel en S. W. de Visser. J. Aldcrllefste en A. v. d. Toom, W. F. C. B. Schmidt en F. Felusch, A. F. van Batenburg en M. Overduln. Gehuwd: C. Blom en G. J. Grapcndaal. L. v. d. Gaag en A. Schouten, P. Perisutti cn J. 't Hart. Geboorten: M. ZuidamNukoop d. A. C. VerzijlenbergBergman d. K. Verschoor Hoogerwerf d. M. VosGuyt d. J. van Kam pen—Prins d. A. Jongejan—Meines d. J. Kcur- Schipper d. A. C. M. Dekker-Smit d. M. R. RumsteStrobbe z. M. W. ZuurbierVermeu len d. H. P. Kooimanv. Santvoort d. A. M. A. LagendijkOverzier z. H. van AalstZui derduin z. Overleden: Catharlna van Duin. 54 Jaar, echtgen. van C. v. d. Zwet Slotemaker; Harm Jager, 48 j.. echtgen van G. de Groo< Diderika A. Eigenhuis. 56 jaar. echtgen. van H. Dlepgrond; Gerrit van Vuren, 28 jaar, ongehuwd. BLOEMENDAAL. Bevallen; J. M. M. Kenbeok—Belitz d. Getrouwd: J. Mastenbroek en K. van Heusden. Overleden: J. Hulsbosch, 65 J., A. Mooie- naar, 37 jaar; W. S. Jansen, 68 j., G. C. Kooyker, 53 jaar,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11