LETTEREN EN KUNST
- HANDELSBLAD
INGEZONDEN
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM'S DAGBLAD
DE VOETPADEN TE
BLOEMENDAAL.
EEN OVERDREVEN KLACHT?
Een lezer, bewoner van de Julianalaan te
Bloemendaal, schrijft ons:
„Verleden jaar hebben Gemeentewerken
van Bloemendaal eenige werklieden er op
uitgezonden om op verschillende wegen (o.a.
op de Julianalaan) op de trottoirs de
bestaande bestrating te verwijderen "en te
vervangen door een schijnbaar cement hou
dend product van de hoogovens, tengevolge
waarvan de wegen in een ware woestenij
veranderden, aangezien de bedekking niet
verhardde en wegwoei. Het gevolg hiervan
was, dat de trottoirs slechter waren dan
ooit en dat de tuinen volwoeien met het
zand der bedekking, tot groot ongerief der
bewoners.
Hiertegen is door mij destijds geprotes
teerd; ik ontving ten antwoord, dat het weg
waaien van het zand te wijten was aan de
droogte en dat het aanbeveiing zou verdie
nen wanneer ik de Julianalaan (want
het geeft natuurlijk niet, voor één huis te
sproeien, aangezien dan toch het zand van
andere plaatsen overwaait) eons zelf be
spoot. Wanneer men er rekening mede
houdt, dat het sproeiwater door mijn meter
loopt lijkt mij het voorstel der Gemeentewer
ken meer handig dan juist.
Niettegenstaande de treurige ervaring, ver
leden jaar opgedaan, is men een paar we
ken geleden met een nieuwe bedekking ko
men aandragen, die nu overal te vinden is
behalve waar zij oorspronkelijk is aange
bracht. Regen is er, geloof ik, in den laatsten
tijd voldoende gevallen, zoodat het weg
waaien nu toch niet aan de droogte kan lig
gen. Wanneer de weersomstandigheden nu
nog niet deugen, moet het toch langzamer
hand tot de betrokken autoriteiten gaan
doordringen, dat het procédé voor onze we
gen niet geschikt is. Met de belangen van de
houders van tuinen behoeft blijkbaar geen
rekening gehouden te worden. Laat men in
dat geval slechts aan de financieele zijde
van het vraagstuk denken."
De directeur van Gemeentewerken te Bloe
mendaal deelde ons mede, dat de Juliana-
laanbewoners blijkbaar graag mopperen. De
wsgbedekking die verleden jaar is aange
bracht voldoet overal goed, behalve blijk
baar aan de Julianalaan. Niet alleen de di
recteur heeft de wegbedekking voor zijn
huis, maar ook de burgemeester. Zij en alle
andere bewoners zijn met het nieuwe procédé
ingenomen.
Niet omdat de gegrondheid van de klacht
erkend werd, maar alleen om de mopperen
de Julianalaanbewoners tegemoet te ko-
mgen, is daar nog een ander procédé toege
past. Dat is absoluut afdoende, en het wordt
zoo nat aangebracht, dat verstuiven uitge
sloten is zoo besloot te directeur.
REDACTIE.
JONGE LIBERALEN.
VOORTBRENGING EN POLITIEK.
Maandagavond vergaderde in een der
kleine bovenzalen van „De Kroon" de Ver-
eeniging van jonge liberalen alhier.
Als spreker trad op Ir. C. Wolterbeek, met
het onderwerp: „Voortbrenging en politiek".
Op het ©ogenblik, zoo begon spr., is van
zeer groot gewicht de houding die de over
heid inneemt tegenover de voortbrenging.
Men begrijpt nu, dat de overheid moet
voorzien in sociale nooden, die in zeer nauw
verband staat met de voortbrenging.
Ongeveer 1850 was het de tijd van de vrije
concurrentie; Marx verkondigde toen zijn
theorieën en voorspelde het overnemen door
aen Staat van de voor tbrengingsbedrij ven.
Hoe staan de zaken thans?
Het kapitaal is voor de gestie der industrie
een allesoverheerschende factor geworden.
De verhouding van kapitaal tot arbeid is
totaal anders geworden. Sedert 1850. De ka
pitaalmacht is niet meer in handen van en
kele personen, maar van groote naamlooze
vennootschappen. De macht van de bedrijfs
leiders is betrekkelijk gering. Gewichtige za
ken worden besproken met de vergadering
van afdeelingschefs.
De macht van de techniek is buitengewoon
groot geworden. Telefoon en groote verkeers
snelheid helpen daarbij mede. De concen
tratie neemt steeds toe. De arbeidsverspilling
is opgeheven. De toestanden zijn ordelijker.
De vergaande concentratie zal ook komen
op handels- en distributiegebied.
De verdeeling van de goederen heeft tegen
woordig nog te veel te aandacht van den ar
beider, de aandacht behoorde meer gericht
te zijn op de voortbrenging. Er is meer mede
werking van de arbeiders noodig bij de or
ganisaties op het gebied der voortbrenging.
Bij betere structuur van het distributie
systeem zouden vele dingen goedkooper kun
nen zijn. De overheid nu moet één groot doei
hebben; bevordering van de welvaart. Men
wil nog te veel dat de overheid de verdeeling
van de goederen meer brengt in de richting
van de arbeiders.
Er moet een geest van samenwerking ont
staan. Deze geest wordt ongetwijfeld aange
kweekt tegenwoordig, ook in socialistische
kringen. Voor die samenwerking, die verwij
ding, moeten zich ook de liberale kringen
openstellen. De liberale gedachte kan bij de
samenwerking ten opzichte van de voort
brenging van ontzettend groot nut zijn.
De rechterzijde doet in dit opzicht zeer
weinig; van een bepaalde richting gevende
politiek is bij de rechtsche partijen weinig
gebleken.
Het groote geheim is: voor den arbeider te
vinden voldoening in zijn arbeid. Hoog loon
en korte arbeidstijd hebben nog nergens te
vredenheid gegeven.
Dit kan tegenwoordig meer dan vroeger,
een goed werkman zal plezier hebben in zijn
machines, waarvoor hij liefde heeft, waar hij
uithaalt wat hij kan. De tijd dat een werk
man niet deed dan „draaien aan 'n handle"
is voorbij.
Wi] moeten in de maatschappij staan, al
dus spr., als liberale menschen en in arbei
derskringen de ontwikkeling van de waarde
van de persoonlijkheid propageeren. Ook het
Staatsbestuur moet meer in deze richting
worden gestuurd.
Meer bepaald nog iets zeggende over de
politiek gaf spr. als zijn oordeel te kennen,
dat- van den door hem geschetsten geest in
de tegenwoordige liberale partij nog weinig
te bespeuren valt. Het woord „vrijheid" zal
uit den naam van de partij moeten verdwij-
DINSDAG 17 DECEMBER 1929
nen; dat woord maakt ons weinig wijzer. De
liberale partij moet terugkomen tot die par
tijen die haar het naaste staan. Men valle
daarbij niet over allerlei kleine verschillen.
Geen lange en uitvoerige programma's
meer! Spr. zou een programma van vijf pun
ten willen. Die groote programma's geven
niet de zoo noodige greep op de massa.
Spr.'s programma bevat de volgende vijf
punten:
1. Actieve bevordering door de overheid
van de welvaart en de private kapitaalvor
ming voor alle burgers van den Nederland-
schen Staat.
2. Verbetering van de organisatie van ons
democratisch bestuurstelsel op de grond
slagen van bekwaamheid en verantwoorde
lijkheid.
3. Handhaving der geestelijke vrijheid.
4. Bevordering van de nationale eenheid
en den maatschappelijken vrede.
5. Ondersteuning van de Volkenbondsge
dachte en de internationale ontwaoening en
handhaving van het stelsel van vrijhandel.
Na de pauze was er gelegenheid voor ge-
dachtenwisseling en het stellen van vragen,
waarvan een vrij ruim gebruik werd ge
maakt. Spr. gaf op verschillende punten nog
een uitvoerige nadere toelichting, waarna de
voorzitter de heer Sorgdrager Jr., de bijeen
komst die ook door verschillende ouderen
was bezocht, met een woord van dank aan
den inleider sloot.
AANBESTEDINGEN.
Voor Centraal Vervoer.
B. en W. van Haarlem hebben Maandag ten
raadhuize aanbesteed het laden, vervoeren,
lossen en optassen van materialen, en de
levering van paarden en wagens in huur met of
zonder bediening, ten behoeve van Centraal
Vervoer gedurende het jaar 1930.
Er waren vijf inschrijvingen.
Ingeschreven werd door J. L. Tholen te
Haarlem voor keien per duizend 7.wa
gen per uur 0.25, per dag 1.paard per
uur, 1.per dag 5.paard en begeleider
per uur 1.25, per dag 7.50, paard, wagen
en begeleider per uur 1.50, per dag 7.75.
Door N. van Strien te Haarlem voor res
pectievelijk 9.50, 0 25, f 1110, 5 50,
1.45, 9.—, 1.50, 10—.
Door A. M. Stut te Haarlem voor respec
tievelijk 9.50, 0-50, 1.50, 1-25, 5.—,
1.60, 8 20, 1.70, 9
Door A. en D. Barend te Haarlem voor res
pectievelijk 9.50, 0.25, 1—, 1.10, 5-'0,
1.50, 9.—. 1-60, 9—.
Door H. C- Koster te Haarlem voor res
pectievelijk 8.50, 0 35, 1.25, 1.10, 5.50,
1.50, t 8—, 1.60, 9.—
Een opzichterswoning op de Al-
gemeene Begraaf plaats.
Ten raadhuize werd Maandag aanbesteed
door B. en W. van Haarlem:
I: Het bouwen van een opzichterswoning
met kantoor, bergplaats en rijwielenberging
op de Algemeene begraafplaatsen aan de
Kleverlaan hoek Schoterweg te Haarlem; en
HHet verrichten van glas- en verf werken
ten behoeve van de onder I bedoelde woning
met toebehooren".
Ingeschreven werd voor perceel I door: P-
Bok te Haarlem voor 13.000, Hanagraaf te
Haarlem 14-000, De Vries te Purmerend
13.247, Verberne te Hoorn 13.627, Sanders
te Haarlem 13.600, Breevoort te Haarlem
11-500, De Boer te Wormer 14.834, W. Ro-
zenhart te Haarlem 11.949, J. Philips te
Haarlem 14-630, Seegers te Nijmegen
13.550, Christiaanse te Haarlem 11.975,
Offenkamp te Haarlem 18.760, G. A. Jager
te Heemstede 13.630, W. de Groot te Haar
lem 14450, G. en J. Broertjes te Heem
stede en Bloemendaal 12 900, Cobelens te
Haarlem 12.800, G. P. Hetem te Haarlem
11.740, Philippo te Haarlem 11.995, Boer-
richter te Haarlem 12-090, en N. J. Tromp
te Overveen 12-224.
Voor perceel n door: Barend voor 750
J. Kraakman: 760, V. Brunis: 660, De
Jong: 472, Scheffers: 897, A. de Laat
625, J. Goldsteen: (589, J. Sinnecker:
698, D. Essenius: 680, J. Fengler: 498,
Schrijen: 595, Van den Bosch te Heemste
de: 790, N-V. Het Schildersgild: 549.
MUZIEK.
HEEMSTEEDSCHE KUNSTKRING:
HET NEDERLANDSCH TRIO.
De namen der drie heeren die „het Neder -
landsch Trio" vormen: Paul FrenkeL Sam
Swaap en Charles van Isterdael, hebben in
de muzikale kringen een goeden klank, en dus
mochten wij ook van hun samenwerking
hooge verwachtingen koesteren. Tot mijn
spijt zijn die verwachtingen Maandagavond
niet geheel vervuld. Noch het samenspel,
noch het ifldividueele spel der heeren was
van dien aard dat dit ,Nederlandsch Trio",
tenminste wanneer het zoo speelt als in
Heemstede, met goed gevolg onze nationale
kleuren zou kunnen hooghouden tegen een
team, als b.v. het Baden-Badensche, dat
we vóór eenige maanden hier in den Stads
schouwburg hoorden. Vooral In het Trio op.
87 van Brahms, dat door beide combinaties
gespeeld werd en dus de meeste en gemakke
lijkste basis voor vergelijking der speelsterkte
en spelkwaliteit bood, kwam dat duidelijk
aan 't licht. Het terrein der Brahms'sche muze
maakt het den spelers niet gemakkelijk
schitterend en klaar samenspel te vertoonen;
het is licht onderhevig aan drassigheid en
alleen groote bekwaamheid en oefening
Ieeren die te trotseeren. En zoo verzonk
Maandagavond reeds direct bij den aftrap op
het Brahms-veld een der spelers op onver
klaarbare r wèl krabbelde hij behendig
overeind. een schitterend begin kon
dit toch n eten. In 't algemeen liet het
spel vóór de rust te wenschen over. Talrijke
kleine fouten en overtredingen waren bij
Beethoven (op. 1 no. 3) te constateeren; ware
er een muzikale Eilers, Mutters of Groothof!
in de zaal geweest, aan had deze zeker den
toon van zijn instrument herhaaldelijk doen
klinken. Bij den aanvangsstormloop in de
finale kwam het schot van den middenvoor
Frenkel tot tweemaal toe tegen de lat in
plaats van in het doel terecht.
Na de rust kregen we een weinig bekend
Trio van den in 1369 geboren Duitschen com
ponist Hans Pfitzner te hooren. Dit Trio, op.
8 is een jeugdwerk: allerlei invloeden woelen
er in doorevm: men hoort veel Brahms, wat
Schumann, een beetje Franck en wat Puc
cini en nog een heele boel meer; vaak ook, in
het „Langsam", hoort men in t geheel niets,
want dit stuk is rijk aan generale pauzes. Het
geheel maakt echter een vrij onsamenhan-
genden indruk, ook de opvolging van de
toonsoorten der onderdeeien: F maj. cis min.
es min. en f min. is eenigszins ongewoon, en
bovendien is het werk lang, zeer lang. In het
tweede deel, het „Langsam" schijnt de com
ponist het einde niet te hebben kunnen vin
den. Interessante momenten kwamen wel
voor, doch sporadisch.
Het. .scheen me alsof de drie spelers zich
voor de vertolking van dit zeer lastige opus
de meeste moeite hadden gegeven. Bij hun
soel in de andere werken kwamen natuur
lijk ook wel oogenblikken waarin hun indi-
vidueele kwaliteiten schitterden, een mooie
cantilene van een der strijkers, een brillante
passage van den pianist, en hun samenspel
getuigde van groote routine, zooals men ver
wachten kon. Maar het kwam me toch voor
dat de heeren het spelen in Heemstede wat
te gemakkelijk hebben opgenomen. Ik be
twijfel of zij het in Amsterdam of Den Haag
zóó zouden ondernemen. En dat snijt me èn
voor hun reputatie, èn voor den Heemsteed-
schen Kunstkring, welks best-uur tracht den
leden iets zeer goeds te doen hooren en recht
heeft op dezelfde toewijding van de zijde der
uitgenoodigde kunstenaars als een concert-
bestuur in een groote stad.
K. DE JONG.
HET TOONEEL.
HAARLEM'S TOONEEL
NUMMER ZEVENTIEN.
Het geldt als een axioma, dat leden van
dilettanten-vereenigingen tot de slechtste
bezoekers van de voorstellingen van het be-
roepstooneel behoor en. Van dit axioma is
het bestuur van Haarlem's Tooneel waar
schijnlijk uitgegaan, toen het „Nummer
zeventien of De Noodlottige Gelijkenis" uit
koos voor den avond van gisteren! Zeker is
het, dat Nummer Zeventien de stampvolle
zaal heeft doen schateren van lachen, als of
dit door Heyermans bewerkte blijspel hier
voor het eerst in plaats voor de tiende maai
werd gespeeld; zoodat Haarlem's Tooneel
al even tevreden over dezen „beroepsavond"
kan zijn als verleden jaar over Mary Dugan.
Haarlem's Tooneel is de eenige dilettanten
club die het aandurft nu en dan ook het
beroepstooneel uit te noodïgen om in zijn
kring te spelen en de groote bloei van deze
vereeniging is wel het beste bewijs, dat het
experiment de club eerder goed aan kwaad
doet. Ik heb ln deze rubriek zoo dikwijls voor
de combinatie beroeps- en dilettanten-
tooneel gepleit, dat ik nauwelijks behoeft
te zeggen, hoe mij deze geste van Het Haar
lem's Tooneel verheugt! En nog meer, dat
de proef zoo uitstekend geslaagd is! Want
ook gisteren bleek het weer overduidelijk
zoowel door de houding van het publiek als
uit gesprekken in de pauze hoe zeer zoo'n
voorstelling van het beroepstooneel door de
leden van Haarlem's Tooneel wordt gewaar
deerd
Over Nummer zeventien behoef ik niet veel
meer te schrijven. Het blijspel is overbekend
en in de bezetting is zoo goed als geen veran
dering gekomen! Dat Antoinette Sohns gis
teren in doublure ook de vorstin speelde, is
een bewijs dat het Nieuw Nederlandsch Too
neel wel heel arm aan vrouwenkrachten is!
Hageman zal zich wel dood geschrokken
hebben, toen bij deze vorstin zag binnen
treden, die verdacht veel in alles op de vroed
vrouw in n leek! Trouwens er zijn vele zwak
ke plekken in deze uitgebreide spelerslijst,
maar wij zien ze over het hoofd door lief-
geestige spel van Kreeft die ondanks zijn 73
jaar nog altijd de fijne komiek van vroeger
blijft en het sappige spel van Van Praag, die
het gisteren in de rol van den kruier er veel
minder dik op legde dan vroeger, wat een
groote verbetering genoemd mag worden. En
vergeten wij ook niet Hageman den neef
van Lutz uit Oud-Keidelberg te noe
men! Hageman is een der beste rollen van
Alex Frank en wij hebben hem er gisteren
met vreugde in teruggezien.
Een allergenoegelijkste vroolijke stemming,
éen voortdurende lach, een aardig blijspe*.
een stampvolle zaalin het kort een even
groot succes voor Haarlem's- zoowel als voor
Het Nieuw Nederlandsch Tooneel
J. B. SCHUIL.
EEN BIJZONDERE
TENTOONSTELLING.
ARTI'S NEGENTIGJARIG BESTAAN.
„De tentoonstelling van Nederlandsche por
tretkunst ter gelegenheid van het 90-jarig
bestaan der Maatschappij Arti et Amicitiae,
wil een overzicht geven van het beste dat op
dit gebied, sedert 1839, hier te lande is voort
gebracht. De verzameling kan geen aan
spraak maken op volledigheid, ook reeds,
omdat in verband met de beschikbare ruimte
de thans levende portretschilders niet er in
zijn vertegenwoordigd".
Het voorafgaande schrijven wij over uit
het voorwoord tot den catalogus. Aanleiding
en omvang der expositie zijn daarmee aan
geduid. En wij kunnen ons verder met het
gebodene rustig bezighouden en, in velerlei
opzicht, ongestoord genieten, om als con
sequentie daarvan, weer onze kunst-minnende
lezers aan ie sporen, die tentoonstelling niet
ongezien te laten.
Er is zoo veel aardigs, moois en interes
sants wat men nu niet zoo gauw weer te
zien krijgt, en zeker niet in een zoo instruc
tieven samenhang. Zeker, we weten wel dat
Jozef Israëls een aantal zeer mooie portretten
geschilderd heeft, maar één der allermooiste
dat van zijn collega den ouden Roelofs,
kent men alleen wanneer men vast bezoeker
van het Haagsch Gemeente-museum is. en
een ander gelukkig specimen uit latere tijden
dat van Prof. Stokvis is alleen aan bezoekers
der Senaatskamer van de Universiteit in Am
sterdam ^meenzaam. Er liggen heel wat
jaren tusschen die beide portretten. Ik meen
dat Israëls het portret van Stokvis in 1899
schilderde; dat van Roeiofs moet uit de
tachtiger jaren der vorige eeuw zijn. Maar
ik weet dat ik ais karakter-expressie en als
schildertechniek dat portret van Roelofs al
tijd als een der allermooiste portretten uit de
moderne schilderkunst beschouwd heb en
dat het terugzien ervan in Amsterdam mij
niet van meening heeft doen veranderen.
Roelofs en de oude Veltman uit het Rijks
museum blijven een paar hoogtepunten in
Israëls' werk en het eerste een meesterwerk
voor iederen tijd.
Wat men aan Therèse Schwartze en aan
Jan Veth gehad heeft zal men zich nog ge
makkelijk te binnen kunnen brengen; hoe1
ulteenloopend van wezen die beide kunste
naars mogen geweest zijn, het waren figuren
van een beteekenis, die bij deze gelegenheid
nog weer eens in het licht komt: men zie
hier de oude-üames-portretten van de eerste
err den blinden professor Loman van Veth.
Haverman's zelfportret uit zijn jonge jaren
is als een voorspelling van wat diens
speelsch vernuft later in andermans portret
ten zou inlasschen doch met liet portret, van
Prof. Quack en de beide kindertjes is hij niet
op de wijze vertegenwoordigd die hem als
derde portrettist van professie onder zijn
tij dgenooten toekomt-.
Dan de aardige verrassingen, de werken
der gelegenheidsportrettis.en, der groote
mannen onzer kunst die van het portret
niet hun hoofdbezigheid maakten, maar het
drommels goed verstonden. Zoo Albert
Neuhuys met zijn portret van den chirurg
Dr. Timmer on dat van Jacob Maris' echtge-
r.oote. Zoo Matthijs Maris, met het- ietwat
hautaine zelfportret. Van de generatie die op
hem volgt zal Willem Wltsers u als portrettist
verrassen; zooals hij zijn zwager Verwey
schildert ln 1887 en zooals hij in 1915 Julia
Culp portretteert, ligt daar hot groeien, het
anders-worden van een interessant artist
gemanifesteerd en blijft alsnog het verband
zichtbaar. Twee mooie kunstwerken zijn dat.
Breitner's Mevrouw Mann blijft een knal
effect. schitterend ln zijn soort. De Josselin
de Jong een noble seigneur, die in den ouden
Charles Rochussen een overeenkomstig model
vond. Een zelfportret van Kamerlingh Onnes
uit 1888 is opmerkelijk en mooi voor den
dan 28-jarlgen schilder. Daarentegen is zijn
zwager Verster hier met een damesportret
dat aan suikergoed met waterschade doet
denken, allerminst gelukkig vertegenwoordigd
Is het te veel gewaagd te beweren dat Ver
ster, door zijn wezen, slechts in de allerlaat
ste plaats portrettist was? Zijn belangrijk
heid als artist wordt daarmee niet aangetast;
alleen op een mogelijk valsche noot in de
hymne der Ver ster-cultus van heden beschei-
denlijk gewezen. Van Gogh-religie, Mankes-
adoratie en Verster-cultus, het zijn alle din
gen van voorbij gaanden aard: wat blijft is
het werk en de tijd. ais eenlg onpartijalg
en onbaatzuchtig criticus, zal dat werk wei
schiften en opnieuw rangschikken. Dat is des
tijds eeuwigdurende bezigheid en wij, leven
den, behoeven ons er niet over op te winden
als onze waardeeringen eens verschillen. Dat
is van minder belang dan wij zelf denken.
Ik zeg dit omdat Ik geen ruzie met Verster-
adoranten wensch. Daarvoor heb ik te veel
eerbied voor veel van zijn werk.
Doch keeren wij op onze schreden terug
(om in den stijl te komen van de periode
die met Artl's jeugd samenvalt). Van die
schilderende lieden van vóór 1860 hebben wij
gemeenlijk een te lagen dunk. En om dat te
verbeteren, kunnen wij niet beter doen dar.
nu naar Arti gaan. Alles wat Pienemant en
Krusemant stond te lang reeds op een
slecht blaadje. Natuurlijk hebben die heeren
affreuse dingen gemaakt, maar.... ontstaan
die vandaag-den-dag soms niet? En nu be
gint de tijd weer eens mee te critlseeren;
we komen weer eens frisch voor hun werk te
staan, waarvan de beste specimens „ontdekt"
worden en de rest ter zijde geschoven en die
heeren blijken lang niet van gisteren
vooral bij vandaag vergeleken. Jan Adam
Kruseman, met zijn Regentenstuk van het
Leprozenhuis, glimlacht ons tegen. Wc vin
den die kapsels der dames nog wel een
beetje lappedotterig en de vader-moorders
der heeren te weinig sportlef maarwat
kon die sinjeur technisch mooi stofexpressie
geven. In de onderdeeien: een stoel waarover
een shawitje hangt, een paar boeken tegen
de tafel op den grond staande, en zooveel
meer nogwat is dat alles knap en sma
kelijk neergezet en vooral wat een levende
geest huist er in dat geheel. Die Waalsche
predikant van Jan Willem Pleneman en
het. portret van Ariti's penningmeester van
denzelfden zijn sterke prestaties waar een Jan
Veth niet tegen gesputterd zal hebben en door
het kinderportretje door Nlcolaas Pleneman
wordt gij ongetwijfeld gecharmeerd, terwijl
ge in zijn klein zelfportret hem als het kind
van zijn tijd, die een Borüngton, een Delacroix
voortbracht, gemakkelijk herkent. Nog meer
naar den Franschen kant staat Ary Scheffer;
welk een nobele Lord is hij in zijn zelfportret,
uit 1838 dat hij voor zijn moeder bestemde!
Niet in de houding alleen, ook in de voor
dracht is grandezza. En wat weten wij van
Bastiaan de Poorter? Was hij niet Directeur
van de Haagsche Academie vóór Koelman?
Maar zie nu hier zijn portret van Andreas
Schelfhout. Documentair tot op de wrat op
Schelfhout's neus, maar wat is dat portret
mooi als kleurensemble, welk een rustige
voornaamheid spreekt er uit. Dan die belang
rijke dingen uit de overgangsperiode, die
men hier nu in hun samenhang met vroeger
en later zien kan. Hoe Allebé zijn vader schil
derde in 1858, (de zoon is dan twintig jaar
oud), hoe Artz den violist De Graan (even
als hijzelf protégé van Kneppelhout) por
tretteerdehet zijn even zoovele interes
sante kunstprestaties, die het verheugend
is bijeen te kunnen zien.
Opmerkelijk tenslotte nog is het te be
speuren hoe Toorop (Prof. Lanz) en Van
Gogh (met twee zelfportretten) hier met
groote sprongen uit het kader wippen. Met
hen begint, ook in het Nederlandsche portret,
iets anders, iets nieuws. Zij komen buiten de
traditie der negentiende eeuw; de rusteloos
heid. de nerveusitelt der moderne productie
doet zich geiden; een fellere psychische
expansie zal echter niet immer de beheersch-
:e hartstochtelijkheid der beste voorgangers
doen voorbijzien.
14 Dec. 1929.
J. H. DE BOIS.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Ct*. per regel.
DEZE MAAND GRATIS. I
h .j ZD. die zich thans als kwartaal-
pps abonné opgeven, ontvangen het
Handelsblad tot 1 Januari gratis. MM
Abonnement 1 1.90 p. maand
en 5-30 per kwartaal Buiten |J
Amsterdam verhoogd met 20 IöbK
cent per maand voor verzending.
Abonnementen op te geven bU het
Bijkantoor Handelsblad
(Wcnsing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
TELEFOON 10209
a a
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redattid
zich n:ct verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
Zeer geachte Redactie,
Tegen de bestrijding van den heer Op 't
Eynde zij mij een kort wederwoord vergund.
Wie zich sterk voelt staan kan kort zijn. Een
lange omhaal van woorden verzwakt de argu
menteering en voert bezijden de hoofdzaak
in kwestie. Mijn geachte opponent maakt het
zich zóó druk met het induwen van open deu
ren en het schermen met waarheden, die
niet door mij zijn aangevallen, dat- ik mij
genoodzaakt, zie, nogmaals scherp in het
üeht te stellen, waarom het hier voorname
lijk gaat. Ik zou den heer O. en de zijnen
rustig hun gang hebben laten gaan met hun
krijgsrumoer tegen den oorlog, ware het r.iet
dat zij .de schoolgaande jeugd, kinderen be
neden 18 Jaar in hun actie hadden betrok
ken. De tegenwerpingen van den heer O.
kunnen deze groote fout niet goedpraten, en
zoo ergens, dan wordt- hier het beroemde
waar gemaakt, dat „een fout erger is dan een
misdaad". Is de jeugd ouder en haar oordeel
wat meer gerijpt-, dan is het nog vroeg ge
noeg, èn voor haar èn voor elke te voeren
actie, om zich een standpunt te kiezen. In cle
door mij gewraakte gevallen is zij. veel te
jong nog, dupe geworden van de niets ont
ziende propaganda der N. M. O. F, Werd niet
speciaal voor kinderen de toegang tot de ten
toonstelling op 10 ets. bepaald? Ouders treft
hierin geen blaam: menig ouder heeft, noch
tijd. noch gelegenheid gehad, zijn kind te
beletten er heen te gaan. Ik besluit met een
kleinen variant op de woorden van den heer
O., dat ik eveneens „met kracht zal voort
paan", om te trachten dc schooljeugd, wier
belang ik moet helpen behartigen, in be
scherming te nemen tegen elke voor haar
fatale actie.
Hoogachtend,
A. J. A. VON WOLZOGEN KÜHR.
Wij gaven dit stuk ter Inzage aan den heer
Op 't Eynde. die meende, dat hij, omdat in
dit tweede stuk geen nieuwe gezichtspunten
geopend worden, met. zijn antwoord op het
eerste stuk kan volstaan.
Redactie.
NOOD ONDER DE ARMEENSCHE
VLUCHTELINGEN.
Wanneer de Adventstijd gekomen is en de
Christenen tot milddadigheid zijn gestemd,
dan komt telken jare opnieuw de bede tot u
mede te helpen aan de leniging van don nood
onder de Armeensche vluchtelingen. Het Ar-
meensche volk is ln de Jaren 19151922 uit
hun vaderland verdreven en zwerft sedert
dien als bannelingen in den vreemde. Tien
duizenden kwamen ook naar Syrië en sedert
dien begon de strijd tecen werkloosheid, hon
ger en gebrek. Vooral het lot der Armeniërs
to Aleppo is ondragelijk. Opeengehoopt, in
oen groot vluchtelingenkamp ln stalachtige
barakken hebben ze niettegenstaande dit al
les getracht tot een nieuw bestaan te komen,
wat aan de meesten hunner echter niet is
gelukt. Om een einde aan deze ellendige wo
ningtoestanden te maken, greep de Regee-
rlr.g enkele maanden geleden ln en besloten
werd het geheele kamp af te breken en op
een ander gedeelte buiten Alepno een nieuwe
vluchtelinpenstad te doen verrijzen met wo
ningen. die wel is waar slechts uit ccn kamer
bestaan, doch een beter dak hebben, zoodat
in den zomer de hitte dank zij de betere dak
constructie gemakkelijker te dragen is. tor-
wijl men in den winter geen angst behoeft
te hebben, dat de regen voortdurend door het
dak heendruppelt. Dc grond, waarop gebouwd
wordt, het materiaal, dat voor den bouw
noodig is. alles moet. worden betaald. Hoe ech
ter aan geld te komen, wanneer er zelfs niet
voldoende Is voor het eenvoudigste maal? Het
vluchtelingenkamp telt vele weduwen. Ook
zij moeten bouwen Gebrek aan geld. om het
materiaal te koopen. maakt ze tot dakloozen.
Drze dakloozen roepen uw steun In. De win
ter komt en de nachen in Aleppo zijn reeds
bitter koud. Geheele gezinnen kampeeren
onder den blooten hemel. Gij. die in dezen
tijd geniet van uw verwarmd vertrek, gedenkt
ook den nood van het Armeensche volk van
vluchtelingen en laat uw hart tot mildheid
worden bewogen. De kosten voor een dak be
dragen 40.
Wie helpt de dakloozen aan een dak boven
het hoofd? Gaven voor dit doel worden gaar
ne in ontvangst genomen door het secre
tariaat van het Nederl. Comité der Action
Chrétienne en Orient, een werk van Bijstand
en Evangelisatie onder de vluchtelingen in
Syrië.
Dc secretaresse:
MeJ. CATO DE WITTE, Utrecht.
J. W. Frtsostraat 38, Glronr. 18757.
BENNEBROEK.
Overleden: W. van Dalen, 81 Jaar.
VELSEN.
Ondertrouwd: N. Kollaard en J. Woord: J.
Schouten en G. Brasser. J. A. van Bel en S.
W. de Visser. J. Aldcrllefste en A. v. d. Toom,
W. F. C. B. Schmidt en F. Felusch, A. F. van
Batenburg en M. Overduln.
Gehuwd: C. Blom en G. J. Grapcndaal. L.
v. d. Gaag en A. Schouten, P. Perisutti cn
J. 't Hart.
Geboorten: M. ZuidamNukoop d. A. C.
VerzijlenbergBergman d. K. Verschoor
Hoogerwerf d. M. VosGuyt d. J. van Kam
pen—Prins d. A. Jongejan—Meines d. J. Kcur-
Schipper d. A. C. M. Dekker-Smit d. M. R.
RumsteStrobbe z. M. W. ZuurbierVermeu
len d. H. P. Kooimanv. Santvoort d. A. M.
A. LagendijkOverzier z. H. van AalstZui
derduin z.
Overleden: Catharlna van Duin. 54 Jaar,
echtgen. van C. v. d. Zwet Slotemaker;
Harm Jager, 48 j.. echtgen van G. de Groo<
Diderika A. Eigenhuis. 56 jaar. echtgen. van
H. Dlepgrond; Gerrit van Vuren, 28 jaar,
ongehuwd.
BLOEMENDAAL.
Bevallen; J. M. M. Kenbeok—Belitz d.
Getrouwd: J. Mastenbroek en K. van
Heusden.
Overleden: J. Hulsbosch, 65 J., A. Mooie-
naar, 37 jaar; W. S. Jansen, 68 j., G. C.
Kooyker, 53 jaar,