moot
EEN SELF-MADE MAN.
Typograaf Soldaat Diplomaat.
BIOSCOOP
Dleugc'S
Piano's
LETTEREN EN KUNST
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 21 DECEMBER 1929
VIERDE BLAD
Over enkele dagen zal de nieuwe, de 38ste
Amerikaansche Gezant, geaccrediteerd bij de
Fransche Regeering, zijn plechtige intrede
doen in de Fransche hoofdstad. Er wacht
den opvolger van Benjamin Franklin, een
Rush, een Sanford, een Myron T. Herrick,
een zware taak. Want de vriendschapsbanden
tussohen de beide groote republieken mogen
hecht zijn, Herrick's werk intact zijn geble
ven, maar het geldduiveltje loert nog steeds
grijnzend om een hoek.
En dat heeft dan ook Hoover's keuze be
paald, toen hij den 24sten Juli j.l. Walter
Evans Edge aanwees als Amerikaanschen
Gezant in Frankrijk.
Voor de meesten is Edge een onbekende.
Tevergeefs zoekt men zijn naam in gewich
tige politieke delegaties op internationale
conferenties. Edge heeft zoo de binnenland-
sche Amerikaansche politiek verlaten, om
zich op het gladde ijs der diplomatie te wa
gen.
Edge is in alle opzichten het type van een
self-made man, wiens carrière een voor
beeld is van geweldige energie. Dank zij
z'n helder inzicht, initiatief en werkkracht,
heeft hij zich uit een zeer bescheiden milieu
opgewerkt tot den hoogen post, waartoe hij
thans is geroepen.
Den 20sten November 1873 in Philadelphia
geboren als zoon uit een eenvoudig arbei-
dersgzin, sleet hij zijn eerste levensjaren in
Pleasantville in den staat New-Jersey. Het is
daar, dat hij in den faubourg van Atlantic
City de lagere school bezocht, tot hij op
15-jarigen leeftijd genoeg kreeg van harde
houten schoolbanken en wegliep om te
trachten zelf zijn kost te verdienen en zich
zoodoende meer vrijheid te verwerven. Er was
een plaats open als leerling-typograaf in
de drukkerij van de Atlantic Revue, de oudste
courant van Atlantic City. Ondanks het har
de werk en de even vuile als vermoeiende
baantjes welke men hem opdroeg, vond Edge
toah nog gelegenheid in de avonduren en
des nachts te studeeren. Zelf heeft hij ver
klaard, dat vooral het lezen van couranten
en van vele onbekende zaken hem prikkelde
om meer te weten en anderszij ds zette de
betrekkelijke armoede waarin hij leefde hem
aan om te trachten zich een betere positie te
veroveren. Na een jaar vond hij een plaats
in een publiciteitsbureau en zoo kwam hij
nader in contact met verschillende periodie
ken en dagbladen. Hij was zoo handig en
toonde zooveel handelsgeest te bezitten, dat
hij twee jaar later, dus op 18-jarigen leeftijd,
vrij gemakkelijk twee rijkaards vond, die
vertrouwen in hem hadden en die het pu
bliciteitsbureau kochten. Edge, wien de
schoonheid en de gunstige ligging van de
badplaats Atlantic City niet ontgaan wa
ren, begon nu over de geheele Vereenigde
Staten een geweldige reclame te maken. Het
succes bleef niet uit: dagelijks, en op alle
plaatsen gewezen op het voordeel van een
verblijf in Atlantic City stroomden de Ame
rikanen weldra naar de nieuwe badplaats en
Edge stelde zich aan het hoofd van een ge
weldige organisatie om Atlantic City te mo-
derniseeren en de noodige vermaken te ge
ven. I?ag en nacht wérkend, daarbij zeer zui
nig en sober voor zichzelf, legde hij weldra
zooveel geld op zij, dat hij met eigen midde
len een courant kon stichten. En het publi
citeitsbureau kreeg overal in Europa filialen:
in Londen. Parijs, Berlijn, enz.
Een tweede courant werd gekocht, om die
ook in dienst te stellen voor de propaganda
van Atlantic City.
Terwijl de twee mannen, die hem het eerst
MUZIEK.
KON. LIEDERTAFEL „ZANG EN
VRIENDSCHAP".
Voor het eerst na zijn langdurige ziekte
stond Lieven Duvosel, geheel hersteld en vol
jeugdig vuur en ontembare energie, weer op
het dirigeergestoelte. De wederkomst van den
beminden dirigent was de gebeurtenis van
dezen avond, den vóóravond van de vele die
gepland zijn om Z. en V.'s eeuwfeest te her
denken en dén roem der aloude liedertafel te
dragen tot ver buiten onze grenzen. Maar
niet alleen als koorleider is Duvosel Vrijdag
avond opgetreden: ook wat hij als componist
vermag heeft hij op dit concert wederom
getoond. Drie liederen van hem heeft Annie
Woud, voorbeeldig door Emmy van Eden ge
secondeerd, uitgebeeld met al het enonne ta
lent dat zij bezit, al de groote toewijding,
waarmee zij zich steeds aan de door haar
voor te dragen werken geeft: behoeven we te
zeggen dat het resultaat schoon was?
Duvosel's „Liebesweihe" doet voor de beste
liederen van Rich. Strauss uit diens jonge
ren tijd niet onder; de innige poëtische woor
den van Hermann Wirth bleken wèl in staat
den toondichter te inspireeren. „De Mulder"
is geestig en raak; „in het Woud" schijnt
me minder sterk toe: in deze ode aan het
Woud hebben we Annie Woud meer bewon
derd dan de compositie zelve. Een schrij
nend beeld van oorlogsellende gaf Duvosel's
muzikaal tafereel „Wereldwee", al kon des
componisten klavierspel het gemis van het
orkest niet vergoeden; het kwintet, de da
mes Veurman en Van Tienhoven—Kauwling,
de heeren Heusen, De Wilde en Valent- zong
zeer goed; vooral de alt en de bas blonken
uit, en de heer A. van der Velden gaf een
zeer te waardeeren ondersteuning door zijn
harmoniumspel.
Behalve de liederen van Duvosel heeft An
nie Woud ook nog een viertal liederen van
Schubert voorgedragen en daarmee oor en
hart verrukt. Ik houd haar voor een van de
weinige uitverkorenen onder de talrijke
Schubert-interpreten; zij voelt den geest
van Schubert's liederen in hun meest uit
een loopende verscheidenheid aan, en weet
die bovendien op treffende wijze te verklan
ken. Dat Emmy van Eden goed begeleidde,
spreekt vanzelf.
Het duet „Milenka" van Jan Blocks, ge
zongen door de heeren Hansen en Hoefman
had gevoegelijk achterwege kunnen blijven:
wel zongen de heeren verdienstelijk, maar de
zoetige compositie was als kauwgom zonder
een pepermuntsmaakje en verwekte een ge
voel van muzikale indigestie.
Ik heb ditmaal eerst de solovoordrachten
de revue laten passeeren en kom nu pas aan
pie praestatles der Liedertafel, Deze had geen
vertrouwen hadden geschonken, aan het
hoofd van deze bladen werden geplaatst,
wijdde Edge al zijn krachten aan het publi
citeitsbureau. Het politieke leven moest hem
wel aantrekken en in 1897 creëerde hij voor
zichzelf de betrekking van „Journal-Clerk"
aan den Senaat van New-Jersey, een be
trekking welke hij in 1898 plotseling verliet,
om zich als vrijwilliger aan te melden bij de
infanterie in den oorlog tegen Spanje. Ook
hier, in deze absoluut nieuwe loopbaan wist
Edge zich door zijn buitengewone kwali
teiten dadelijk te onderscheiden van de me
nigte. Zijn helder betoog en zijn inzicht in
militaire aangelegenheden trok weldra zoo
zeer den aandacht van zijn chefs, dat wij
hem al heel kort hierop bevorderd tot kapi-
teit en tot lid van den Generalen Staf terug
vinden. Na de verwikkelingen werd hij be
noemd tot Commandant van de Nationale
Garde. Maar deze zeldzame man had een wa
re behoefte aan activiteit en toen het mili
taire zich bepaalde tot feestelijkheden en re
cepties vroeg Edge eervol ontslag, hetwelk
hem op de meest loffelijke wijze werd ver
leend.
In zijn hoedanigheid van oud-Comman
dant van de Garde en nog steeds als eigenaar
van een zoo machtige onderneming als die
van het publiciteitsbureau vond Edge den
weg open liggen naar de officieele regee-
ringsgebouwen. In 1901 werd hij benoemd
tot secretaris van den Staat New-Jersey en
drie jaar later stond hij aan het hoofd. Zijn
promotie volgt nu snel: in 1909 bij de verkie
zingen krijgt hij een meerderheid van bijna
8000 stemmen op zijn tegenstander van de
Democratische partij en het werk door hem
in die hooge positie verricht is zoo geweldig,
getuigt van zooveel goed verstand, helder
inzicht, initiatief en durf, dat hij in 1916 een
meerderheid van 70.000 stemmen krijgt.
De Republikeinsche partij zond hem. als
afgevaardigde naar den Senaat der Ver
eenigde Staten en tot voor kort was hij daar
een van de meest geziene_ persoonlij kir eden.
De belangen van de groote industrieën: pe
troleum, textiel, scheepsbouw, heeft hij
steeds verdedigd, en overal geholpen, waar
het hem mogelijk was.
Business man en „efficiency man" is hij
evenals Hoover, wiens candidatuur in New-
Jersey hij herhaaldelijk krachtig onder
steund heeft, nadat hij had geweigerd om
zichzelf candidaat te stellen voor het Presi
dentschap van de Vereenigde Staten. Hoover
heeft hem op het Witte Huis geroepen en
hem den post van Amerikaansch Ambassa
deur te Parijs aangeboden en zeer beschei
den heeft Edge daarop geantwoord: „Ik weet
niet of ik v/el de aangewezen persoon ben
voor deze betrekking, aangezien ik hoege
naamd niet op de hoogte ben van de tradi-
tioneele diplomatie".
Maar er is reeds het voorbeeld van Dwight
Morrow en generaal Dawes, wier benoeming
aantoont, dat men, sedert de schuldenkwes
tie alles overvleugelt, meer belang er in
ziet om Amerika in de verschillende^ Euro-
peesche landen, die nog een rekening' m§t de
Vereenigde Staten hebben te vereffenen, te
lateit vertegenwoordigen door „allround
business man", dan door balletmeesters in
de internationale balzaal.
Frankrijk begroet in Mr. Edge den typi-
schen vertegenwoordiger van den huidigen
geest van de activiteit en de realiteit van
het Amerikaansche volk.
HENRY A. TH LESTURGEON.
gelukkigen avond. In twee nummers: „Dem
Sonnengott" van Hermann Suter en „Lied
des Storms" van Sem Dresden hebben ern
stige déraillementen plaats gehad; in het
laatste heeft de diligent zelfs moeten aftik
ken en opnieuw aanvangen, wat bij men-
schenheugenis nog nooit op een concert van
Z. en V. is voorgekomen, en van het andere
werk heeft Duvosel een gedeelte laten over-
zingen- Nu zijn de moeilijkheden waarvoor
Suter het zangerskoor plaatst ook wel bui
tengewoon, maar een vereeniging als Z. en
V. is daar onder Duvosel's leiding wel tegen
opgewassen, mits de leden bedenken, dat
harde studie noodig is om bij de aanstaande
feestuitvoeringen met succes tegenover an
dere beroemde koren in verschillende plaat
sen, ook in het buitenland, in het krijt te
treden en haar naam en vaan hoog te hou
den. Op die met tallooze medailles en kran
sen omhangen vaan mag zelfs geen denk
beeldig smetje komen! „Noblesse oblige" zij
haar ongeschreven zinspreuk.
Een tegenwicht tegen de beide minder ge
lukkig uitgevoerde werken vormden de
prachtig gezongen, voor koor bewerkte Lita-
nei van Schubert en het majestueus vertolk
te „Groot is de Heer" van Roeske, waarvoor
de in de zaal aanwezige componist een war
me ovatie had in ontvangst te nemen en we
zagen met instemming hoe hartelijk de
grijze koorleider zijn kunstbroeder Duvosel
dankte.
Het programma was rijk, te rijk zelfs, over
laden. Het had zeker een half uur korter
kunnen zijn. Ook van het goede schaadt een
teveel. We mogen den voorzitter van Z. en V-,
Dr. Broese van Groenou, vragen voor de vol
gende uitvoeringen dieet, of althans nauw
keurige doseering voor te schrijven. Ditmaal
was de maximaal dosis belangrijk overschre
den en nog wel zonder!!
K. DE JONG.
HET TOONEEL.
VARIA TE IJMUIDEN.
DE BUTLER.
Detective is troef! Bij het Hofstad Tooneel
De Man in de Monnikspij, bij het Oost-Ne-
derlandsch Tooneel Moordromance, bij Het
Schouwtooneel Het Kamermeisje. bij Het
Vereenigd Tooneel Dicky, bij Het Nieuw Ne-
derlandsch Tooneel Kwart voor Tien, en als
of dat nog niet genoeg is, wordt ook het di-
lettantentooneel door de detective-ziekte
aangetast en kregen wij van Cremer in Uni
form, van Van Lennep Het Halssnoer en nu
Donderdagavond van Varia te IJmuiden,
zoo waar De Butler!.
Als je zooveel dieven-historle ziet,
dan moet je zoo langzamerhand wel 'n speur
neus krijgen, zou je zoo denken, maar ik
schijn den waren knobbel er maar niet voor
te bezitten. Gisteren had ik het al weer mis,
terwijl ik er toch zeker van was, dat noch
de butler, noch Rob. Fttzwilliam de dader
was! Maar George Fairfax? Nee, dien zou ïk
heelemaal hebben vrij gepleit! Ligt dat nu
aan mij? vroeg ik mezelf af. „Ben ik nu zoo'n
ezel, aat ik er maar niet achter kan komen?"
Ik zat bij de eerste ontdekking met be
schaamde kaken, maar toen ik er even over
nadacht, begreep ik toch, dat niet ik. doch
Fabricius de schuldige was. Er moet toch een
schakel zijn, we moeten toch aan het slot
kunnen zeggen: „o ja, da's waar, daar heb
ik niet op gelet!"
In De Butler echter is geen enkele aanwij
zing, wij vallen zóó uit de lucht, wanneer wij
hooren, dat Fairfax Flying Jack is! Ja, als je
op die manier doorgaat, dan kan de schrij
ver wel zeggen, dat mijn oud-tante de da
der is! Het zou even logisch zijn geweest, als
wij tenminste nog van logica bij zoo'n stuk
kunnen spreken.
Maar het dient- erkend, dat het publiek
in 't laatste bedrijf dat verreweg 't beste
in het detective-genre is in opperste span
ning verkeerde! Fabricius heeft in dit stuk
twee pijlen op zijn boog durven nemen, zoo
dat wij twee raadseltjes kregen op te lossen.
De Butler zou een uitstekend detectivestuk
zijn geworden, wanneer de inleiding niet zoo
lang en ingewikkeld ware geweest! Al dat
gezaag over de zaagvisschen er uit, de ge
sprekken in I tot de helft teruggebracht en
een klein schakelt-je er in, waardoor wij aan
het slot tot de erknning komen, dat het- een
lapsus van ons was niet te hebben begrepen,
dat Fairfax de dader is, en het is een de
tective-stuk. dat de vergelijking met andere
thrillers in alle opzichten kan doorstaan!
Dat Fabricius wel degelijk in dit genre wat
presteert, bewijst hij met het derde bedrijf,
dat- vol spanning en afwisseling is!
Varia heeft er een over het algemeen uit
stekende voorstelling van gegeven. In het
eerste bedrijf was men er nog niet zoo in,
ontbrak op het tooneel te veel de Engelsche
society-sfeer, en leed het geheel min of meer
aan te weinig rolvastheid van enkele spelers!
Maar het ging hoe langer hoe beter, er was
in de voorstelling evenals in het stuk
een flinke climax en het derde bedrijf werd
door Holtslag en Boeree zoo sterk en in den
julsten stijl gespeeld, dat men daar waarlijk
even vergat met dilettanten te doen hebben!
Een zoo stevig gespeeld tooneel als tusschen
deze twee dilettanten in m zien wij van lief
hebbers maar zelden! Daar zat spanning in
en die spanning werd bereikt met sober, in
gehouden en toch steeds forsch spel! Zelden
zagen wij Holtslag en Boeree beter dan in
'die knap gespeelde scène!
Onze Haarlemsche vereenigingen mogen
Varia die twee spelers benijden! Boeree
wordt elk seizoen beter! Zijn spel was van
een prettige rust, beheersclu, en beschaafd
en wat slechts aan heel weinige dilet
tanten gegeven is ook in zijn stille spel is
hij zeer expressief!
Ook Holtslag had een heel gelukkigen
avond! Hij beheerschte zijn rol al evenzeer
als Boeree! Uitstekend was dat verschil in
optreden tegenover het kamermeisje en de
Fairfaxen! Jack Roza was de butler. Hij
maakte van dezen „verdachte" wel een
mysterieuse figuur, en hij wist den butler
ook wel aardig te spelen, maar een groot
acteur leek mij Harry toch niet! Het bleef
alles wat klein van proportie! Boeree en
Holtslag overvleugelden hem in hun spel al
te veel! Ook de heer Van den Berg kan tegen
twee zulke spelers niet op !~Het- was niet ge
makkelijk in James Reed, eon gepension-
neerd Engelsch kolonel te herkennen, al was
zijn spel dan ook niet onverdienstelijk.
Mevrouw Boeree hebben wij wel èens beter
gezien dan gisteren. Het was, of zij er maar
niet- in kon komen, haar tekst kwam dikwijls
niet over het voetlicht en ook haar spel
miste de ongedwongen natuurlijkheid van
anders! Maar ik erken, dat het ook de
slechtst geschreven rol is in het stuk! Voor
al tegen het slot wordt die Jane een wonder
lijk wezen, waaraan je geen touw vast kunt
knoopen! Maak er dan maai eens een
mensch van, als je maar een gewone dilet
tante bent!
Mevrouw Roza—Peek had als de half
dwaze Nancy zoo'n dame hoort er in
Engelsche detective-stukken blijkbaar altijd
bij een dankbaarder rol en zij speelde haar
met komische verve! En een woord van spe
ciale lof voor mej- St. Peek, die als het
kamermeisje toonde speeltaient te bezitten!
Dat was een levendig, vlot en aardig spel.
De man achter de schermen de stille
kracht van Varia heeft ook bij de voorbe
reiding van deze voorstelling weer kranig
werk geleverd! De regie van den heer Roza
viel te prijzen! Vooral in het derde bedrijf
klopte alles prachtig! Alleen het muzikale
intermezzo hadden wij wat- korter gewenscht-
De Butler had behalve na het veel te
lange eerste bedrijf een flink succes, en
het lijkt mij wel zeker, dat de leden van
Varia er volstrekt niets op tegen hebben, als
de proef met het detectivestuk nog eens
herhaald wordt.
J. B. SCHUIL.
REMBRANDT THEATER.
AI Jolson en Sonny Boy
The Singing Fool.
De lof van The Singing Fool is al
in alle toonaarden gezongen. In groote
trekken is de inhoud van deze film
vrijwel aan iedereen bekend. Al Jolson. de
musikale vroolijke kelner bemint met geheel
zijn eerlijke hart Molly, een zangeresje.
Molly heeft hoogere aspiraties, „voortaan is
een kelner alleen nog maar goed om mij ie
bedienenen", zooals ze zegt. Wanneer Al even
wel een belangrijk engagement, aan een be
kend theater krijgt, ziet Molly er haar voor
deel in. Al in genade aan te nemen. Al com
poneert en schrijft liedjes voor Molly waar
mee ze zeer groot succes heeft. Al zelf is de
lieveling van het publiek, zoodat ze in hun
huwelijk groot financieel geluk hebben. Ais
geluk wordt nog grooter acor zijn drie-jari-
gen boy. zijn Sonny Boy. Mollv. die nooit echt
van Al gehouden heeft, veelt zich hce langer
hoe meer van hem verwijderen. A! veelt na
tuurlijk ook die kloof, waardoor hij zich nog
sterker hecht aan zijn Sonny Boy. Als na
vier j.aar Molly hem verlaat, en hun jongen
meeneemt-, is Al den wanhoop ten prooi, hij
zinkt al lager en lager, totdat hij door Grace,
een meisje, dat- altijd van hem gehouden
heeft er weer bovenop wordt geholpen. Hij
verbindt zich weer aan het theater waar
hij zijn groote triomfen heeft gevierd en zijr.
leven glijdt weer gelijkmatiger voort, al be-
heerscht het verlangen naar zijn Boy zijn
leven. Tot plotseling een bericht hem roept
naar het ziekenhuis waar het kind ernstig
ziek is. Het doodzieke kindje herkent zijn
„daddy" (vadertje), strekt met zwak ge
baartje zijn beide armpjes naar daddy uit
en vraagt hem „zijn" liedje voor hem te
zingen. Met een gelukkig lachje ligt Sonny
Boy in vaders armen en luistert voor de laat
ste maal naar het liedje waar hij zoo van
houdt. Langzaam slaapt kindje inzijn
laatste slaapmaar de vader denkt, dat
hij ingesluimerd is en legt hem in zijn bedje.
Hij moet naar het theater en heeft de deur
al achter zich gesloten, als een doordrin
gende gil van Molly hem in de kamer terug
brengt- en hij de waarheid begrijpt-.
Hij moet 's avonds optreden en buiten zich
zelf van verdriet en wanhoop, zingt hij zijn
Sonny Boy, zooals hij het nog nooit gezongen
heeft.
„The Singing Fool" dankt zijn succes in
de eerste plaats aan het feit dat hei
een Sound-film is. Was er Iemand in de zaal.
die niet onder de bekoring was van Sonny
Boy? Het wezen van het ventje, zijn ma
niertjes en dan zijn stemmetje. Donderdag is
in Haarl. Dagblad al geschreven over de in
stallatie voor het vertoonen van de geluids
films en over de weergave van het geluid.
We herhalen hier nog even de laatste zin
snede uit dat artikeltje het is goed,
dat zegt alles".
Daar al de aandacht gericht is op de
hoofdfilm, heeft Jonny Bing die op het
tooneel werkt, een vrij ondankbare taak, hij
amuseert het publiek, maar de gedachte aan
hem en zijn prestaties wordt direct wegge
vaagd, zoodra de film aanvangt. En dat is
niet zijn schuld.
CINEMA PALACE.
Buster Keaton in ,.De Camera
man".
O kostelijkste aller filmdwazenBuster
Keaton! Er zijn maar weinig woorden die
jouw verdiensten naar waarde kunnen
schetsen. Heele volksstammen heb je in hun
grauwe, grootstedelijke bestaant-je wat klein
en wat fleur gegeven.
En in dezen geest zou men nog een paar
kolommen vol kunnen schrijven om Charlie
Chaplin's broeder in de kunst Buster Kea
ton den lof te doen geworden dien hij ver
dient. Evenals Charlie is Keaton er in ge
slaagd een zwart-en-wit-wezen op het pro
jectiedoek te scheppen, dat alleen maar be
staanbaar is op het doek, een wezen dat met
onbegrensde argeloosheid de booze wereld
tegemoettreedt en als een moderne Don-
Quichotte zich in het harnas der belachelijk
heid steekt en op het asphalt van den me
tropolis de dolste dingen beleeft.
Ook in „De Camera-man" is Buster Kea
ton de belachelijke met het groote hart en
de onnoozele ziel. maar de filmvoorzienig
heid laat hem altijd weer op zijn pootjes te
recht komen en na een reeks zeer goed ge
slaagde avonturen, het- paradijs der liefde en
der belooning betreden.
Keaton is als steeds: Een voortreffelijk
acteur, in hoogen mate geestig en onweer
staanbaar grappig. Men zorge er voor dat
men deze kans om zich nog eens kinderlijk
te verheugen, niet voorbij laat gaan.
Van het overige gedeelte van het program
ma noemen we de geluidsfilm van de be
roemde Revellers; een zeer goed geslaagd
experiment.
Op het tooneel zagen we de komische
gochelaars Hermes en Coxtez, die voor een
aardig intermezzo zorgen.
LUXOR-THEATEH.
De familie „Sport" en „Tinus, do
de Kruier".
Gedurende de Kerstweek wordt er in het
bovengenoemde theater een mooi gevarieerd
programma vertoond. De liefhebbers van
sport kunnen genieten van het eerste hoofd
nummer en het tweede bevat zooveel komi
sche situaties, dat telkens de lach hoog op
klinkt.
Het- eerste hoofdnummer bevat de ge
schiedenis van twee families, die elkaar al
tijd op het sportveld heftig bestreden heb
ben. Reeds gedurende drie generaties is dit
gebeurd en steeds weer was de familie Brown
als overwinnaar te voorschijn gekomen. Als
een der families een baby opleidt tot voet
baller, moet dit zoo spoedig mogelijk bij de
Norton's ook kunnen gebeuren. De derde
Norton verschijnt'in den vorm van een baby
van twee pond en twee ons. En nu krijgen we
de geschiedenis van Norton III, de jongen
die altijd pech heeft als hij voor zijn univer
siteit moet uitkomen. Maar eens weet hij
toch voor zijn club de overwinning te beha
len. Door dit gegeven is nog een romannetje
gevlochten.
Het tweede hoofdnummer is van geheel
ander genre. Hier zien we een man die zoo
bescheiden is dat hij, als hij er voor in de ge
legenheid is, zelfs de beste betrekking niet
voor zich opeischt. De vrienden van dien man
zorgen voor het komische deel van dit num
mer, vooral als Tinus „chef van de adeeling
gevonden voorwerken" aan het station wordt.
Achtereenvolgens worden door Piet en Slim
„gevonden" een paar geiten, een kind, een
aap, een stel konijnen, twee paarden, reizi
gersbagage enz. enz. tot een paarlen hals
snoer toe. Als 't halssnoer door Tinus terug
gevonden wordt krijgt hij een begeerd baan
tje aan den trein.
Victor Mac Laglen ls een uitstekende
kruier.
Voorts bestaat het programma nog uit een
komische 2-acter, een bezoek aan Bremen en
het Journaal.
Een uitstekend vacantieprogramma dat we
idereen kunnen aanbevelen.
EEN NIEUWE SLAGERIJ IN DE GROOTE
HOUTSTRAAT.
De welbekende N.V. van der Sluys' Vee- en
Vleeschhandel heeft een nieuw filiaal ge
opend in de Groote Houtstraat op no. 181,
vlak bij de Groote Houtbrug. Het blanke
vleesch hangt hier In een kraakzindelijke
omgeving, lever en ham, rookvleesch en
hoofdkaas zijn geborgen in glazen stofvrije
vitrines en overvloedig licht, dat terugkaatst
op de helder witte wanden en binnen valt
door een melkglazen plafond doet alles op
zijn best- uitkomen. Bedomptheid kan in de
zen winkel niet heerschen want een ventila
tor in het plafond vervangt elke 5 minuten
300 kubieke meter met vleeschgeur bezwan
gerde lucht door versche.
In deze zaak wordt het systeem toegepast:
Zelf halen Ls het voordeeligst; het stelsel van
bezorgen aan huis is uitgeschakeld, ten bate
van de prijzen. Het vleesch dat verkocht
wordt, is versch uit de eigen werkplaats in de
Kleine Houtstraat. De buurt om de Groote
Houtstraat zal" meenen wij, zeker priftee-
ren van de aanwezigheid van de nieuwe
zaak.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct« per regeL
ongeëvenaard in
artistieke waarde
en duurzaamheid
BLOEMENDAAL.
SAMENWERKING VAN
GEMEENTEN.
OP BRANDWEERGEBIED.
Donderdagavond werd in hotel Roozendaal
te Overveen een vergadering gehouden van
afgevaardigden van de Vrljw. Brandweer
corpsen uit eenige naburige gemeenten.
De geweldige brand te Middelburg, waarbij
de funeste gevolgen gebleken zijn van 't ge
bruiken van uiteenloopend brandblusch-
materiaal in verschillende gemeenten had
de Bloemendaalsche Vrijwillige Brandweer
op de gedachte gebracht, maatregelen te be
spreken, om zoo iets in deze omgeving on
mogelijk te maken. Vandaar deze bijeen
komst, die geleid werd door den heer J. D.
Meeuwig, commandant der Bloemend. Vrijw.
Brandweer.
Voor deze vergadering waren uitgenoodigd
de staven van de Haarlemsche, Zandvoorl-
sclie, Hillegomsche, Velsensche en Heem-
steedsche Vrijw. Brandweer. Van al deze
corpsen waren één of meer afgevaardigden
ter vergadering aanwezig.
In zijn openingswoord zette de heer Meeu
wig 't doel der bijeenkomst uiteen, n-1. maat
regelen te beramen, om te komen tot onder
linge hulp van verschillende gemeenten en
die hulp dan ook mogelijk te maken. Hier
voor za! noodig zijn, dat- (ie gebruikte mate
rialen in elke gemeente, hetzij dat men
werkt met schroef- of met bajonetsluiting,
gebruikt kunnen worden. De heer Meeuwig
wees er op, dat men door toepassing van z.g-
..verloop"- en „verbindingsstukken dit doel
kan bereiken. Deze verbindingsstukken,
welke een combinatie van bajonet- en
sch roef sluiting mogelijk maken, komen on
geveer op 25 per stuk. Met 2 van zulke
stukken kan elk corps volstaan. Door middel
van deze verbindingsstukken, zijn gevallen
als die te Middelburg uitgesloten. Ook zal 't.
noodig zijn, aldus cic heer Meeuwig, dat een
commandant vrijheid heeft-, onmiddellijk uit
te rukken, zonder een speciale vergunning
van autoriteiten, die vaak moeilijk te berei
ken zijn. waardoor veel tijd kan verloren
gaan. 't doel is dus een combinatie.tot stand
te brengen, die dit. beginsel voorstaat.
Over deze gedachte ontstond een lang
durige bespreking.
Tenslotte werd een voorstel van den heer
Van Keulen uit Bloemendaal aangenomen
om een commissie te benoemen, welke zal
trachten, de medewerking der betrokken ge
meentebesturen te verkrijgen.
Deze commissie bestaat uit de heeren Van
den Broek (Haarlem), Wit (IJmuiden>,
Meeuwig (Bloemendaal), Van den Bosch
(Zandvoort). Schelling (Heemstede) cn Bos
sen (Hillegom). Begin Januari zal deze
commissie aan 't werk gaan.
HEEMSTEDE
ONDERLINGE TUÏNLIEDENVEREENIGING
AERDENHOUT EN OMSTREKEN.
Bovengenoemde vereeniging hield Woens
dagavond een zeer drukbe:- 'te ledenverga
dering in het lokaal voor Cnr. Belangen.
Uit het verslag van don secretaris bleek
dat het ledental steeds toeneemt en nu
reeds 51 bedraagt.
Van de bibliotheek wordt steeds meer ge
bruik gemaakt.
Uit het verslag van den penningmeester bleek
een klein nadeelig saldo, dat- echter gedekt,
wordt door de voordeelige saldi van vorige
jaren.
Als bestuursleden worden herkozen de
heeren M- Bloemendaal en J. Bot-ing.
Ter keuring was door den heer B. Nieuwen-
huis ingezonden een prachtcollcctie Begonia
Gloir de Lorraine en Witte Cyclamen, waar
voor de keuringscommissie 10 punten met lof
en 10 punten toekenden.
Hierna de uitreiking van den wlsselbekcker
waarbij den winner, den heer C. v. Iperen
dank werd gebracht voor zijn vele en goede
inzendingen.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te ontvangen bij: G. Tukker, Mo-
lenwerfslaa 56, een hoed. Kinkhouwers. Bil-
litonstraat 33, een broodzak. J. Neeskens,
Molenwerfslaan 116, een zilveren armband.
Opstal, Bankastraat 71, een doos met hoo
gen hoed enz. C. Broertjes, Laan van Olden-
barneveld 15 Haarlem, een rijwielbelasting-
merk. M. N. Visser. Heerenweg 124. een
nappa heerenhandschoen; de Vries, Glipper-
weg. twee zakken cokes. Loohman, Haven
straat 26, een leerboek. V. van Vessem, Ei
kenlaan 21. een portemonnaie met inhoud.
H. van Keeken, Celebesstraat 18, een glacé
heerenhandschoen. Bedoen. Kerklaan 121,
een gouden medaillon. Q. Schouten. Berken
laan 1, een bruine glacé dameshandschoen.
H. Arnoldus. Laan van Insulinde 28, een
zakmes. Van Vessem, Eikenlaan 21. een zil
veren armbandhorloge. Bureau van politie,
Raadhuisstraat, 5 strengetjes zijde, ring m.
twee sleutels en nikkelen rozenkrans.
HILLEGOM.
UITSLAG VEILING
Donderdag werd bij afslag geveild net kof
fiehuis met woning en woonhuis Molenstraat,
1 en la te Hillegom. Koopster de wed. C. P.
SchramaKokkclkoren te Hillegoin vooi:
ZIJLWEG 57