H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN STADSNIEUWS iiiiiiPfinniiiiRiiM HANDELSBLAD FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 31 DECEMBER 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Toni's mooiste Nieuwjaarsgeschenk door GéRAJtD d'HOUVILLE. Tom Pouce is een kleine Jonden van zes Jaar met een aardig snuitje; hij heeft dien bijnaam gekregen, omdat hij, voor zijn leef tijd, inderdaad zéér klein is. Zijn verstand is echter goed ontwikkeld; soms is hij zelfs wat al te bijdehand, maar daarop zijn zijn bloedverwanten juist trotsch. Het toeval wil, dat er in Tom's familie veel oude mensc'nen zijn, en geen gezinnen met kinderen. Het gevolg is natuurlijk, dat hij vreeselijk verwend wordt. Ten eerste door oom Andoche. dan door de oude tante Eu- phrasie en haar tweelingzuster Pomone, die zich nog altijd kleedt, of ze vijf en twintig is, in tegenstelling met tante Euphrase, die liefst ouderwetsche japonnen en mantels draagt en de haren poedert. Bovendien wordt Tom verwend door zijn grootvader, en door zijn belde grootmoeders, die hij de Rose en de Gele oma noemt, in verband met haar gelaatstint, (maar dat weten de oude dames gelukkig niet). En, als was dit nog niet erg genoeg: de bedienden in zijns vaders huis in Parijs bederven hem. evenals de boeren op zijn vader's landgoed. Zijn vader en moeder zijn gelukkig ver standiger. Zij zijn allang gewend aan het bezit van hun, tot nu toe, eenigen en „onver- gelijkelijken" zoon Tom. En Tom houdt daar om heusch niet minder van hen; alleen met hen heeft-hij buiten een heerlijk Kerstfeest gevierd, en hij was heel tevreden met zijn kerstboomversieringen en lekkers en met het aardige, eenvoudige speelgoed, dat hij 's mor gens in zijn kleine, roode schoentjes vond. Maar Nieuwjaarsdag moet in Parijs gevierd worden met de geheele familie. Daar is niet aan te ontkomen! Tom vindt het natuurlijk wel fijn. dat er zooveel notitie van hem ge nomen wordt, maar innerlijk lijkt het hem toch wat overdreven. Diep in zijn zieltje be treurt hij het, dat hij nu niet meer buiten ls, waar de mooie, witte sneeuw de velden be dekt; ook de heerlijke, groote houtvuren, waar je zoo gezellig naar kunt zitten kijken, mist hij. Maar in Parijs mag hij vriendjes op bezoek vragen en men heeft hem een heele- boel speelgoed beloofd! Dat zal het gemis van het vrije buitenleven moeten vergoe den Men luistert naar hem. als ware hij een orakel; men herhaalt tot in den treure de aardige zinnetjes, die hij gezegd heeft en zijn „rake" opmerkingen; zijn tantes voelen, of hij geen koude voetjes heeft, maar hij is lekker warm oom Andoche voelt hem de pols en constateert een kleine versnelling: een beetje nerveus misschien? Als hij niest, kijken allen verschrikt naar hem en als hij even de kamer uitgaat, roe pen de grootmoeders: „och schat, blijf toch hier, in de gang is 't zoo koud en tochtig!" Tom blijft oogenschljnlijk kalm onder zoo veel lof en bezorgdheid; maar innerlijk be gint dit alles hem toch wel een beetje te ver velen. Door geen blik of beweging verrast hij echter, wat er in hem omgaat. Als een zijner oude tantes eens de vriende lijkheid heeft te zeggen: „wat ls hij flink voor zijn leeftijdweigert hij langer in het salon te blijven. Hij weet bést, dat hij heel klein is. Hij wil liever met rust gelaten worden en niet steeds het middelpunt zijn van de algemeene belangstelling van men- schen, die denken dat ze hem met liefde en vriendelijkheid overladen, doch hem inder daad vervelen- Dien avond slaapt Tom Pouce. Nauwelijks gunt men hem deze rust. Om beurten steken de familieleden hun hoofden om de slaap kamerdeur, teneinde er zich van te overtui gen, dat hij werkelijk nog rustig in zijn bed je ligt en dat niet de een. of andere kwade geest hem heeft ontvoerd. Gelukkig slaapt Tom vast en merkt niets van dit alles. Hij droomt heerlijk van een betooverend schoone wereld, vol geheimzin nigheid, een wereld, waar hij zoo vrij rond kan vliegen als een vogeltje in de lucht. Laat hem met rust, gij ouderen, hij heeft u niet noodig! In de eetkamer verzamelen allen zich rond de groote tafel, waarop zij al hun goede gaven uitstallen. Er is bijna geen ruimte genoeg, om alles neer te leggen. „Wat zeggen jullie van mijn spoortrein?", vraagt grootpapa triomphanteiljk, terwijl hij met moeite een zwaren sleutel omdraait en het samenstel van locomotief en wagens in beweging brengt. „En hoe vind je mijn beer? Is-ie niet prach tig?", zegt tante Pomone. net groote pluche dier llefkoozend tegen zich aandrukkend. „En mijn harlekijn?" ..En mijn beweeg baar varken?" roepen als onj strijd de belde grootmoeders. „Ooh lieve kinderen", zucht tante Euphra- sie bescheiden, „ik alleen weet wat onze kleine Tom het allerliefst wil hebben." En zij toont een reusachtige krokodil (die heusch een beetje op tante zelf lijkt). Jaloersche blikken van de anderen! Het dier beweegt zich voort op zijn korte pooten, terwijl de bek steeds open en dicht gaat met een klikkend geluid; ook de staart kan bewegen. Oom Andoche vindt het een griezelig beest en gaat liever aan den anderen kant van de tafel staan. Van vrienden en kennissen zijn nog andere cadeaux gekomen: stallen met koeien en paarden, wagens, tollen, prentenboeken, auto's, een piano, verschillende dieren, waar onder zelfs een tijger, die met vurige oogen het gezelschap aanstaart. „Wat een Nieuwjaarsdag!" roept Pomone uit. „In onzen tijd kregen we zooveel niet!".. Nog langen tijd wordt net speelgoed beke ken en geprobeerd en als de oude menschen er eindelijk genoeg van genoten hebben, wordt alles zachtjes en voorzichtig in de slaapkamer gebracht van kleinen Tom, die al deze heerlijkheden den volgenden morgen zal vinden „Wat zal hü opkijken, als hij wakker wordt", fluistert oom Andoche. De oudjes hebben zich dien avond uitste kend vermaakt! Als zij den volgenden morgen in Tom's slaapkamer komen, zit hij rechtop in zijn bedje temidden van zijn cadeaux, zonder ze aan te raken. Met groote, verwonderde oogen staart hij naar al het speelgoed, dat rondom hem uitgestald is. ,.Is het naar je zin?", vraagt tante Euphra- sie. Hij antwoordt slechts: „Wind er eens een op." Op denzelfden toon zegt hij even later. „Zet het nu maar weer stil.Ik ben bang. „Dat meen je niet, Poucet", zuchten de grootmoeders. „Had je misschien wat anders voor je nieuwjaar willen hebben?" „Ja", zegt Tom op beslisten toon. „Voor mijn Nieuwjaar wil ik alleen lr. mijn kamer spelen, zonder dat iemand me komt storen!" „Alleen? Maar dan toch met je speel goed, lieveling?" „Mij goed", zegt het kind onverschillig. En de tantes zeggen tot elkaar: „Het is te veel voor hem. Hij heeft werkelijk een heelen dag noodig om aan zooveel rijkdom te wen nen!" Dus gaat Tom na het ontbijt naar zijn kamer zonder veel geestdrift. Hij draait den sleutel om; daarna opent hij het raam. Zijn raam is vlak b\] dat van een buurjongen; de vensterkozijnen raken elkaar bijna en dikwijls ziet hij het buurjongetje uit dat raam naar buiten kijken. „Jongen!", roept hij met een heldere stem. „Jongen!" Een kleine Jongen In een donkerblauw ma trozenpakje verschijnt achter het raam; dan wordt dit een weinig opgeschoven. „Zeg jongen, hou je van speelgoed?", vraagt Tom op verleidelijken toon. „Zou je een har lekijn willen hebben en een krokodil en een tol en een spoor?".... Het raam wordt thans zoo wijd mogelijk geopend. En Tom geeft het verrukte buur kind een heeleboel speelgoed. Tijdens de ver huizing vallen de krokodil en de spoortrein onder groot lawaai op de binnenplaats. Op dat leven komt de heele familie aangerend en bemerkt, dat de kamerdeur gesloten is. V/elk een schrik! „Doe open Tom! Gauw doe open!" „Behoef ik niets terug te geven?", vraagt het buurjongetje op angstigen toon. „Neen!, ik geef Je alles, en je moogt zelfs op de plaats gaan opraken, wat er gevallen is „Dank je wel Na het venster gesloten te hebben, springt Tom Pouce vroolijk in de kamer rond, terwijl hij een geïmproviseerd liedje zingt. „Er schuilt een dichter in hem!", zegt oom Andoche in de gang, terwijl hij de armen ten hemel opheft. Deze voorspelling brengt al gemeene ontsteltenis teweeg. Als men er eindelijk in geslaagd ls de. deur met behulp van een smid te openen (Tom heeft beslist geweigerd zijn kamerdeur te ontsluiten) vindt men Tom op een stoeltje zittend met een groot stuk hout, waar een rood lint om gebonden is, dicht tegen zien -aangeklemd. „Zeg toch eens," vraagt grootvader, die als woordvoerder van het heele gezelschap op treedt, „zeg ons nu eens, wat dat speelgoed je dan toch gedaan heeft?" Tom kijkt hem aan met zijn mooie, groote oogen, waaruit een wereld vol kinderlijke ver beelding straalt, en zegt dan eenvoudig: „Het stoort mijn mooie iroomen." ALG. NED. TYPOGRAFENBOND. TENTOONSTELING VAN PRIJSVRAAG- ONTWERPEN. Zaterdag werd in het gebouw „Caecilla" een tentoonstelling gehouden van de prijs vraag-ontwerpen van het Deutsche Bildungs- verband. Een zeer groot aantal ontwerpen, voor een gedeelte landsgewijs bijeengebonden in een aantal banden, waren op overzichtelij ke wijze op tafels tentoongesteld. Een groot aantal vakgenooten bewonderde de veelzij dige collectie. Natuurlijk was er groote belangstelling voor de Nederlandsche ontwerpen, en ook voor de Duitsche, Belgische en Fransche. Zeer duidelijk was aan het Nederlandsche werk een eigen stijl te herkennen evenals aan het Duitsche en Fransche werk. Een aantal van de Belgische ontwerpen waren met de Fran sche op een lijn te stellen, terwijl de overige meer met het Nederlandsche en Duitsche werk waren te vergelijken. Naast de ontwer pen uit de boven reeds genoemde landen za gen wij verdienstelijke teekeningen uit Oos tenrijk, Zweden, Hongarije Tsjecho Slowa kije etc. De heer B. Ponstein, hoofdbestuurder van den A. N. T. B., hield voor een aandachtig gehoor een causerie over het onderwerp „De Vakbond en de Vaktechnische ontwikkeling". Spreker begon zijn betoog met terug te gaan naar den Gildontij d en behandelde voorts het tijdperk waarin de machine voor een groot gedeelte het handwerk verdrong. Hoewel steeds snellere machines in de grafi sche bedrijven worden ingevoerd, is er een aanmerkelijk verschil met het tot stand ko men van verschillende machinaal vervaardig de verbruiksvoorwerpen. In zeer veel gevallen is de arbeider een verlengstuk van de machi ne geworden, die een bepaald onderdeel van het product vervaardigt. De grafische werkers vervaardigen hun product nog steeds, al is dan door het invoeren van verschillende ma chines de productie-mogelijkheid van een be paalde groep arbeiders aanmerkelijk ver groot. Na een en ander over het Duitsche Bil- dungsverband te hebben medegedeeld en op gewekt te hebben tot vakstudie eindigde spre ker zijn rede. De voorzitter van de Commissie voor Maat schappelijk Werk, de heer A. Valbracht, dankte den spreker voor zijn uiteenzetting. HET VOORBEREIDEND ONDER- WIJS. OVER DE SALARIEERING. In ons blad van Zaterdag heeft een op roeping van het Haarlemsche gemeente bestuur gestaan, voor de benoeming van twee hoofden van scholen van voorbereidend on derwijs. De jaarwedde is 1700. met 8 jaar- lljksche verhoogingen van f 100, tot een maximum van 2300. De vraag werd ons gesteld: i? het juist, dat een gemeente aan het hoofd van een school een salaris geeft dat gelijk is aan de salaris sen van boden, portiers, bewaarders en ver pleegsters. Wij hebben op het Stadhuis een onderzoek ingesteld. Daarbij bleek, dat de gemeente raad in 1925 het salaris heeft vastgesteld. Men moet zoo werd ons verklaard geen te hoogen dunk hebben van bedoelde betrek king. De opleiding voor fröbel-onderwijzeres is eenvoudig. Zij berust dan ook geheel In handen van particulieren- De onderwijzeres sen moeten de kinderen beneden de 6 'jaar alleen wat kunnen bezighouden met spelle tjes, versjes zingen, enzoovoort. Het diploma voor hoofd van een voorbereidende school is dan ook in de verste verte niot gelijk te stellen met de akte voor onderwijzer (es) bij het gewone lager onderwijs. De salarissen voor de onderwijzeressen bij het voorbereidend onderwijs loopen van 1500 tot 2000, plus 100 voor de hoofd akte. Toen de raad ln 1925 dbze salarissen ^ast- stelde, 'waren de betrokkenen daarmede zeer ingenomen, want toen het voorbereidend onderwijs nog in handen van particulieren was, bedroegen de salarissen f 500, 600 of 700. De gemeente heeft thans 5 voorbereidende scholen. Aan de besturen van de bijzondere voorbe reidende scholen wordt door de gemeente voor het onderwijzend personeel hetzelfde salaris betaald als voor de onderwijzeressen der gemeentelijke scholen. Het is evenwel gebleken, dat niet alle schoolbesturen die volle jaarwedden ook uitbetalen, maar een gedeelte daarvan voor andere doeleinden be steden. Daartegen is, hoewel het niet juist geacht wordt, met de bestaande bepalingen over de subsidieering niets te doen. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1530 OUDEJAARSAVOND. vader leest het ver haal in zijn tijd schrift uit en vraagt zich af of hü ook maar niet naar zal gaan bed moeder is al boven, het is half twaalf, maar kom, laat hij nog maar even op het nieuwe jaar wachten neemt zijn tijdschrift weer op, maar vindt niets meer om te lezen speelt met de radio maar ontdekt dat de accu büna uitgeput is doet niets tot zijn horloge moeizaam op twee minuten voor twaalven is gekomen gaat naar buiten om het schieten en de sirenes te hooren en bedenkt dat zijn hor loge een kwartier achter is gaat naar boven, wenscht moeder een gelukkig nieuwjaar en krijgt ten antwoord dat ze net bijna sliep, wat praat ic nou nog is overtuigd dat hij leelük moet hebben kou gevat toen hij buiten stond en be peinst dat hij het nieuwe jaar slecht be gonnen is. (Nadruk verboden). DE 750.000 AMSTERDAMMER. OP KOMST, OF REEDS GEARRIVEERD Op den 31 sten October van dit jaar bedroeg het aantal bij den Burgex-lijken Stand inge schreven inwoners van Amsterdam 746741; op den 30sten November jongstleden: 748.769. En thans is men op het Bevolkingsregister ernstig zoekende of de 750.000ste reeds arri veerde. Hij is er, of althans op komst en alle teekenen wijzen er op, dat Amsterdam het nieuwe jaar zal ingaan met het respectabele inwonertal van driekwart mlllioen. Het kind krijgt het goed, vanwege de aan geboden zeep, eau de cologne, karnemelk, gratis advertenties, hectoliters anthraciet, champagne, uitrusting, fopspenen, sehool- meubelen enz. enz. De baker zal nog nimmer zulk een voor spoedige baby het daglicht hebben helpen aanschouwen, want potten oude Bols, fles- schen Curasao en een heele bezending andere „zoete slokjes" worden haar deel! schrijft het Hbld. De gelukkige moeder zal in het bezit wor den gesteld van een berg artikelen voor de luiermand, van statiewiegen, van versterken de middelen! En de vader zal zeer sterke beenen moeten bezitten om de weelde te kunnen dragen van alles, door goedgeefsche firma's en Am sterdammers geoffreerd! WAARSCHUWING Dc commissaris van politie te Bloemendaal geeft een ieder in overweging om, ter voorko ming van teleurstelling, alvorens in relatie te treden met Leo M. van Keulen en Co., te Vogelenzang, gemeente Bloemendaal, waarbij betrokken zijn zekere L. M. van Keulen, wo nende te Vogelenzang, en J. Gijselaar, wonen de te Hillegom, inlichtingen in te winnen aan het bureau van politie te Overveen, gemeente Bloemendaal. Dez.elfde personen maken ook gebruik van de namen „Kweekerij de Anjer" en „Nils An derson". VERKOOP GROND. B. en W- stellen den Raad voor, hen te machtigen aan mevrouw E. G. RozemaKok te 's Gravenha'ge, tegen den prijs van f 15 per M2. n koop af te staan, grond, gelegen aan de Westzijde van den Rijksstraatweg, groot pl.m. 42 M2., zulks met de bestemming om die grond te gebruiken als tuin ten be hoeve van het aangrenzend perceel. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. De agenda voor de 37ste vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken, te houden op Don derdag 2 Januarn 1930 des namiddags te 7.30 uur, luidt: 1. Opening en Installatie nieuwgekozen en herkozen leden. 2. Verkiezing algemeen voorzitter. 3. Verkiezing voorzitter afdeeling Groot* bedrijf. 4. Verklezng voorzitter afdeeling kleinbe* drijf. 5. Verkiezing plaatsvervangende voorzit* ters af deelingen groot- en kleinbedrijf. 6. Verkiezing leden vaste commissies. 7. Notulen. 8. Ingekomen stukken. 9. Mededeelingen. 10. Concept-schrijven Bureau aan Direc teur-Generaal der Posterijen, Telegrafie, en; Telefonie, inzake brieftelegrammn. 11. Rondvraag. 12. Besloten zitting. KINDERVOEDING De vereeniging Kindervoeding reikte tö de afgeloopen week aan warm voedsel uit, in de Zoetestraat: Maandag 182, Dinsdag 119. Vrijdag 140, Zaterdag 97 porties, en in de Cronjéstraat: Maandag 92, Dinsdag 78, Vrijdag 72, Zaterdag 77 porties. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl», per regel. DEZE MAAND GRATIS. Zü. die zich thans als kwartaal- abonné opgeven, ontvangen het Handelsblad tot 1 Januari gratis. Abonnement 1-90 p. maand en 5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam verhoogd met 20 cent per maand voor verzending. Abonnementen op te geven bij het Bijkantoor Handelsblad (Wensing's Alg. Advert.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 TELEFOON 10209 Uit liet Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 31) „Ja. Ik zou niet gaan als het niij niet was Ingevallen dat het misschien een middel is om u te redden". „Om mij te redden?* Hij knikte. „Hij zal niet op een schandaal gesteld zijn". „Waarin mijn neef bPt.rokken is. U bedoelt dat u blijft volhouden dat u tot mijn bende behoort". HU schrok. „Hoe weet u dat?" „Uw moeder is bij mij geweest". „Wat heeft ze tegen u gezegd?" vroeg hij nieuwsgierig. „Er is nu geen gelegenheid om dat te ver tellen, u zult uw trein missen". Zij liepen samen den kant van het station uit Toen mijn moeder van u wegvtev. was zii toen nog van plan om naar. de politie te én-1"0" vroeg hij. Ik kreeg den indruk dat. ze van mij rechtstreeks naar het politiebureau zou 8aJHcèftheeft zij u ook voorwaarden ge- StL ja dezelfde die-zij u gesteld heeft". Hebt u zg aangenomen?" vroeg hij ang- Ik stond op het- punt ze aan te nenvm. iv.o*vr ze beeft'mij crof beledigd en ik heb geïlscht dat ze onmiddellijk het huis ver liet". „Dus u wilde ze aannemen?" „Eerst wel". Zij spraken niet meer tot zij bij het sta tion waren. Voor het kaartjesloket bleef hij staan. „Tot ziens", zei hij en hij stak zijn hand uit. Ze glimlachte. „Ik ga ook naar de stad, daar Is het veili ger voor mij". „Natuurlijk". HU nam twee kaartjes eerste klas. maar niettegenstaande zijn protest, leg de zij het geld voor den loketbeambte neer. „U gaat. zeker rooken zitten", vroeg ze. toen ze op het perron stonden. „Ik ga in een da- mescoupé". „O, komt u bij mij zitten", smeekte hij. Zij schudde het hoofd. „Ik reis heusch lie ver alleen". Hij was diep teleurgesteld. „Ik had u zoo veel te vertellen". Ze aarzelde en opeens riep ze verschrikt: „Kijk!" Ze wees naar de forsche figaiur van Joseph Warden, die aan de kiosk een krant kocht. George zegende de plotselinge verschijning van den „paardenhandelaar". „Ziet u nu wel dat het veiliger is om niet alleen te reizen?" ..Misschien hebt. u gelijk", gaf zij met dui- dehjken tegenzin toe. Ze zei niets meer en toen de trein even la ter binnenreed ging ze hem voor in een coupé. ..Wat. zou die man aan het station doen?" zei ze peinzend. „Dat. zult u beter weten dan ik". „O ja. u denkt dat hii een van de bende is. maar dat. is niet zoo. Weet u waarom niet?" „Neen?" „Omdat, er geen bende is, die bestaat al leen maar in de verbeelding van uw moeder en van u". George fronste de wenkbrauwen. „Ik had gehoopt", zei hij stijfjes, „dat u mij de heele waarheid zou willen vertellen". „Dat ls juist wat ik van plan was. Maar dan moet u dat sprookje uit uw hoofd zetten. Die is een product van een verhitte fantasie". George sprak niet meer voor de trein zich in beweging had gezet. Hij keek haar met een teleurgestelde uitdrukking aan. Bleef zij in haar bedrog volharden? dacht hij. Zij moest nu het nuttelooze daarvan toch langzamerhand wel inzien. „is er geen bende?" vroeg hij eindelijk on- geloovig". „Neen". „Ik veronderstel", zei hij sarcastisch, „dat u het slachtoffer bent van een betreurens waardig misverstand?" „Dat ben ik inderdaad". Hij haalde een krant uit zijn zak. „Ik heb geen zin om verder met u over dit onder werp te praten". ZU weerhield met moeite een scherpe op merking. „Meneer Hemmings". begon ze na een korte pauze, hoewel ik niet den schijn wil wekken mij aan u op te dringen, vind ik toch dat het oogenblik nu gekomen is dat ik u alles uit moet leggen. Ik zal het als een persoonlijke gunst beschouwen als u mij wilt toestaan mij in uw oogen te rechtvaardi gen?". „Zeg dan maar wat u op het hart hebt", intwoordde hij koel, „maar denk er om dat ik geen kind ben". „Dat heb je getoond", dacht ze bij zichzelf maar ze was voorzichtig genoeg om het niet te zeggen. „Laat ik beginnen met toe te geven dat mijn verhaal u misschien ongelooflijk in de ooren zal klinken. Uw moeder vond het ten minste te onzinnig om los te loopen". „Ik heb nooit ontkend dat mijn moeder in zekeren zin een scherpzinnige vrouw is". Lilian onderdrukte weer een boosaardlgen uitval. „Ik ben te ver gegaan", vervolgde ze dee moedig, „en het is mijn schuld dat u in moei lijkheden bent geraakt. Ik heb mU onver antwoordelijk gedragen, en ik geef eerlijk toe dat ik een heeleboel dwaasheden op mijn geweten heb". „Dwaasheden! Dat is wel erg zacht uitge drukt". „Toch is het niet anders". Toen de verontwaardigde uitdrukking in zijn gezicht niet week, voelde zij dat zU boos werd. „Ik geloof haast dat u de gedachte dat ik een misdadigster ben, zoo prettig vindt, dat u er geen afstand van kunt doen. Ik geef toe dat ik lichtzinnig ben geweest, maar al deze moeilijkheden vinden voor een belangrijk deel ook hun oorzaak in het feit dat u geen manieren hebt. Als u wat meer tact bezeten had zou er niets gebeurd zijn". „Heeft mijn gebrak aan tact'mij misschien in de cel gebracht?" „Ja zeker", antwoordde ze energiek. „Als u in dat vroege uur toe nu ons on die stoen zag zitten, de tact had gehad, om stilletjes uw weg te vervolgen, dan zouden we elkaar nooit gesproken hebben en de rust van uw moeder zou nooit verstoord zijn". „Die ontmoeting betreur ik anders heele- maal niet. ik heb het gevoel dat ik op uw weg ben gezonden om u er voor te behoe den dieper en dieper te zinken". „O", riep ze wanhopend, kan ik u er dan absoluut niet van overtuigen dat. u het mis hebt? Luister nu eens een ooeenblik. Ik be hoor tot. de beste kringen van Londen, wij gaan met vooraanstaande families om, mijn vader ls heel gefortuneerd, hij is lid. van het parlement. Op een nacht dat wc van een bal thuiskwamen, was onze electrische bel kapot. Het regende. Mijn vader had den sleu tel van de voordeur op zijn club laten lig gen. We hebben geen klopper, de bedienden slapen aan den achterkant van het huis. We gingen op een stoep aan den overkant zitten wachten tot een van de bedienden den sleu tel van de club had gehaald. Toen verscheen u opeens en wilde ons met alle geweld hel pen. U stond er ook op om langs een balustra de naar beneden te klimmen en een huis binnen te dringen, het huis van onze buur vrouw, die op het oogenblik mijn stiefmoe der is. Natuurlijk konden de bewoners dat niet goedkeuren. Het is allemaal zoo eenvou dig als wat". „Heel eenvoudig!", klonk het schamper. Toen ging ik een poosje logeeren bij mijn tante in Woollacombe, die een lunchroom heeft. Ik zie niet in waarom ik geen tante zou hebben die het prettiger vindt om haar eigen brood te verdienen, dan een jaargeld van mijn vader aan te nemen. Een jongeman een klant, geeft me een diadeem in bewa ring. Het blijkt me dat dat sieraad gestolen is. Terwijl ik op weg ben om het kleinood aan zijn rechtmatige eigenares terug te brengen, probeert een ongunstig type het mij af te nemen. U komt tusschenbeide en neemt den diadeem naar huis". „Het verzinsel ls nog niet eens vernuftig bedacht", zei George smalend. „Uw moeder neemt hem weer van u weg. ZU blUkt te gelooven dat u van den diefstal afweet. Misschien heeft zij reden om zoo iets van u te veronderstellen!" „U bént werkelijk ongelooflijk onbe schaamd!" (Wordt vervolgd.)!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6