H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
iiiiiiPfinniiiiRiiM
HANDELSBLAD
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 31 DECEMBER 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Toni's mooiste Nieuwjaarsgeschenk
door GéRAJtD d'HOUVILLE.
Tom Pouce is een kleine Jonden van zes
Jaar met een aardig snuitje; hij heeft dien
bijnaam gekregen, omdat hij, voor zijn leef
tijd, inderdaad zéér klein is. Zijn verstand
is echter goed ontwikkeld; soms is hij zelfs
wat al te bijdehand, maar daarop zijn zijn
bloedverwanten juist trotsch.
Het toeval wil, dat er in Tom's familie veel
oude mensc'nen zijn, en geen gezinnen met
kinderen. Het gevolg is natuurlijk, dat hij
vreeselijk verwend wordt. Ten eerste door
oom Andoche. dan door de oude tante Eu-
phrasie en haar tweelingzuster Pomone, die
zich nog altijd kleedt, of ze vijf en twintig is,
in tegenstelling met tante Euphrase, die
liefst ouderwetsche japonnen en mantels
draagt en de haren poedert.
Bovendien wordt Tom verwend door zijn
grootvader, en door zijn belde grootmoeders,
die hij de Rose en de Gele oma noemt, in
verband met haar gelaatstint, (maar dat
weten de oude dames gelukkig niet). En, als
was dit nog niet erg genoeg: de bedienden
in zijns vaders huis in Parijs bederven hem.
evenals de boeren op zijn vader's landgoed.
Zijn vader en moeder zijn gelukkig ver
standiger. Zij zijn allang gewend aan het
bezit van hun, tot nu toe, eenigen en „onver-
gelijkelijken" zoon Tom. En Tom houdt daar
om heusch niet minder van hen; alleen met
hen heeft-hij buiten een heerlijk Kerstfeest
gevierd, en hij was heel tevreden met zijn
kerstboomversieringen en lekkers en met het
aardige, eenvoudige speelgoed, dat hij 's mor
gens in zijn kleine, roode schoentjes vond.
Maar Nieuwjaarsdag moet in Parijs gevierd
worden met de geheele familie. Daar is niet
aan te ontkomen! Tom vindt het natuurlijk
wel fijn. dat er zooveel notitie van hem ge
nomen wordt, maar innerlijk lijkt het hem
toch wat overdreven. Diep in zijn zieltje be
treurt hij het, dat hij nu niet meer buiten
ls, waar de mooie, witte sneeuw de velden be
dekt; ook de heerlijke, groote houtvuren,
waar je zoo gezellig naar kunt zitten kijken,
mist hij. Maar in Parijs mag hij vriendjes op
bezoek vragen en men heeft hem een heele-
boel speelgoed beloofd! Dat zal het gemis
van het vrije buitenleven moeten vergoe
den
Men luistert naar hem. als ware hij een
orakel; men herhaalt tot in den treure de
aardige zinnetjes, die hij gezegd heeft en
zijn „rake" opmerkingen; zijn tantes voelen,
of hij geen koude voetjes heeft, maar hij is
lekker warm oom Andoche voelt hem de
pols en constateert een kleine versnelling:
een beetje nerveus misschien?
Als hij niest, kijken allen verschrikt naar
hem en als hij even de kamer uitgaat, roe
pen de grootmoeders: „och schat, blijf toch
hier, in de gang is 't zoo koud en tochtig!"
Tom blijft oogenschljnlijk kalm onder zoo
veel lof en bezorgdheid; maar innerlijk be
gint dit alles hem toch wel een beetje te ver
velen. Door geen blik of beweging verrast hij
echter, wat er in hem omgaat.
Als een zijner oude tantes eens de vriende
lijkheid heeft te zeggen: „wat ls hij flink
voor zijn leeftijdweigert hij langer in
het salon te blijven. Hij weet bést, dat hij
heel klein is. Hij wil liever met rust gelaten
worden en niet steeds het middelpunt zijn
van de algemeene belangstelling van men-
schen, die denken dat ze hem met liefde en
vriendelijkheid overladen, doch hem inder
daad vervelen-
Dien avond slaapt Tom Pouce. Nauwelijks
gunt men hem deze rust. Om beurten steken
de familieleden hun hoofden om de slaap
kamerdeur, teneinde er zich van te overtui
gen, dat hij werkelijk nog rustig in zijn bed
je ligt en dat niet de een. of andere kwade
geest hem heeft ontvoerd.
Gelukkig slaapt Tom vast en merkt niets
van dit alles. Hij droomt heerlijk van een
betooverend schoone wereld, vol geheimzin
nigheid, een wereld, waar hij zoo vrij rond
kan vliegen als een vogeltje in de lucht.
Laat hem met rust, gij ouderen, hij heeft u
niet noodig!
In de eetkamer verzamelen allen zich rond
de groote tafel, waarop zij al hun goede
gaven uitstallen. Er is bijna geen ruimte
genoeg, om alles neer te leggen.
„Wat zeggen jullie van mijn spoortrein?",
vraagt grootpapa triomphanteiljk, terwijl hij
met moeite een zwaren sleutel omdraait en
het samenstel van locomotief en wagens in
beweging brengt.
„En hoe vind je mijn beer? Is-ie niet prach
tig?", zegt tante Pomone. net groote pluche
dier llefkoozend tegen zich aandrukkend.
„En mijn harlekijn?" ..En mijn beweeg
baar varken?" roepen als onj strijd de belde
grootmoeders.
„Ooh lieve kinderen", zucht tante Euphra-
sie bescheiden, „ik alleen weet wat onze
kleine Tom het allerliefst wil hebben." En zij
toont een reusachtige krokodil (die heusch
een beetje op tante zelf lijkt). Jaloersche
blikken van de anderen! Het dier beweegt
zich voort op zijn korte pooten, terwijl de bek
steeds open en dicht gaat met een klikkend
geluid; ook de staart kan bewegen. Oom
Andoche vindt het een griezelig beest en
gaat liever aan den anderen kant van de
tafel staan.
Van vrienden en kennissen zijn nog andere
cadeaux gekomen: stallen met koeien en
paarden, wagens, tollen, prentenboeken,
auto's, een piano, verschillende dieren, waar
onder zelfs een tijger, die met vurige oogen
het gezelschap aanstaart.
„Wat een Nieuwjaarsdag!" roept Pomone
uit. „In onzen tijd kregen we zooveel niet!"..
Nog langen tijd wordt net speelgoed beke
ken en geprobeerd en als de oude menschen
er eindelijk genoeg van genoten hebben,
wordt alles zachtjes en voorzichtig in de
slaapkamer gebracht van kleinen Tom, die
al deze heerlijkheden den volgenden morgen
zal vinden
„Wat zal hü opkijken, als hij wakker
wordt", fluistert oom Andoche.
De oudjes hebben zich dien avond uitste
kend vermaakt!
Als zij den volgenden morgen in Tom's
slaapkamer komen, zit hij rechtop in zijn
bedje temidden van zijn cadeaux, zonder ze
aan te raken. Met groote, verwonderde oogen
staart hij naar al het speelgoed, dat rondom
hem uitgestald is.
,.Is het naar je zin?", vraagt tante Euphra-
sie.
Hij antwoordt slechts: „Wind er eens een
op."
Op denzelfden toon zegt hij even later.
„Zet het nu maar weer stil.Ik ben bang.
„Dat meen je niet, Poucet", zuchten de
grootmoeders. „Had je misschien wat anders
voor je nieuwjaar willen hebben?"
„Ja", zegt Tom op beslisten toon. „Voor
mijn Nieuwjaar wil ik alleen lr. mijn kamer
spelen, zonder dat iemand me komt storen!"
„Alleen? Maar dan toch met je speel
goed, lieveling?"
„Mij goed", zegt het kind onverschillig.
En de tantes zeggen tot elkaar: „Het is te
veel voor hem. Hij heeft werkelijk een heelen
dag noodig om aan zooveel rijkdom te wen
nen!"
Dus gaat Tom na het ontbijt naar zijn
kamer zonder veel geestdrift.
Hij draait den sleutel om; daarna opent hij
het raam. Zijn raam is vlak b\] dat van een
buurjongen; de vensterkozijnen raken elkaar
bijna en dikwijls ziet hij het buurjongetje uit
dat raam naar buiten kijken.
„Jongen!", roept hij met een heldere stem.
„Jongen!"
Een kleine Jongen In een donkerblauw ma
trozenpakje verschijnt achter het raam; dan
wordt dit een weinig opgeschoven.
„Zeg jongen, hou je van speelgoed?", vraagt
Tom op verleidelijken toon. „Zou je een har
lekijn willen hebben en een krokodil en een
tol en een spoor?"....
Het raam wordt thans zoo wijd mogelijk
geopend. En Tom geeft het verrukte buur
kind een heeleboel speelgoed. Tijdens de ver
huizing vallen de krokodil en de spoortrein
onder groot lawaai op de binnenplaats. Op
dat leven komt de heele familie aangerend
en bemerkt, dat de kamerdeur gesloten is.
V/elk een schrik! „Doe open Tom! Gauw
doe open!"
„Behoef ik niets terug te geven?", vraagt
het buurjongetje op angstigen toon.
„Neen!, ik geef Je alles, en je moogt zelfs
op de plaats gaan opraken, wat er gevallen
is
„Dank je wel
Na het venster gesloten te hebben, springt
Tom Pouce vroolijk in de kamer rond, terwijl
hij een geïmproviseerd liedje zingt.
„Er schuilt een dichter in hem!", zegt oom
Andoche in de gang, terwijl hij de armen ten
hemel opheft. Deze voorspelling brengt al
gemeene ontsteltenis teweeg.
Als men er eindelijk in geslaagd ls de. deur
met behulp van een smid te openen (Tom
heeft beslist geweigerd zijn kamerdeur te
ontsluiten) vindt men Tom op een stoeltje
zittend met een groot stuk hout, waar een
rood lint om gebonden is, dicht tegen zien
-aangeklemd.
„Zeg toch eens," vraagt grootvader, die als
woordvoerder van het heele gezelschap op
treedt, „zeg ons nu eens, wat dat speelgoed
je dan toch gedaan heeft?"
Tom kijkt hem aan met zijn mooie, groote
oogen, waaruit een wereld vol kinderlijke ver
beelding straalt, en zegt dan eenvoudig:
„Het stoort mijn mooie iroomen."
ALG. NED. TYPOGRAFENBOND.
TENTOONSTELING VAN PRIJSVRAAG-
ONTWERPEN.
Zaterdag werd in het gebouw „Caecilla"
een tentoonstelling gehouden van de prijs
vraag-ontwerpen van het Deutsche Bildungs-
verband. Een zeer groot aantal ontwerpen,
voor een gedeelte landsgewijs bijeengebonden
in een aantal banden, waren op overzichtelij
ke wijze op tafels tentoongesteld. Een groot
aantal vakgenooten bewonderde de veelzij
dige collectie.
Natuurlijk was er groote belangstelling
voor de Nederlandsche ontwerpen, en ook
voor de Duitsche, Belgische en Fransche. Zeer
duidelijk was aan het Nederlandsche werk
een eigen stijl te herkennen evenals aan het
Duitsche en Fransche werk. Een aantal van
de Belgische ontwerpen waren met de Fran
sche op een lijn te stellen, terwijl de overige
meer met het Nederlandsche en Duitsche
werk waren te vergelijken. Naast de ontwer
pen uit de boven reeds genoemde landen za
gen wij verdienstelijke teekeningen uit Oos
tenrijk, Zweden, Hongarije Tsjecho Slowa
kije etc.
De heer B. Ponstein, hoofdbestuurder van
den A. N. T. B., hield voor een aandachtig
gehoor een causerie over het onderwerp „De
Vakbond en de Vaktechnische ontwikkeling".
Spreker begon zijn betoog met terug te
gaan naar den Gildontij d en behandelde
voorts het tijdperk waarin de machine voor
een groot gedeelte het handwerk verdrong.
Hoewel steeds snellere machines in de grafi
sche bedrijven worden ingevoerd, is er een
aanmerkelijk verschil met het tot stand ko
men van verschillende machinaal vervaardig
de verbruiksvoorwerpen. In zeer veel gevallen
is de arbeider een verlengstuk van de machi
ne geworden, die een bepaald onderdeel van
het product vervaardigt. De grafische werkers
vervaardigen hun product nog steeds, al is
dan door het invoeren van verschillende ma
chines de productie-mogelijkheid van een be
paalde groep arbeiders aanmerkelijk ver
groot.
Na een en ander over het Duitsche Bil-
dungsverband te hebben medegedeeld en op
gewekt te hebben tot vakstudie eindigde spre
ker zijn rede.
De voorzitter van de Commissie voor Maat
schappelijk Werk, de heer A. Valbracht,
dankte den spreker voor zijn uiteenzetting.
HET VOORBEREIDEND ONDER-
WIJS.
OVER DE SALARIEERING.
In ons blad van Zaterdag heeft een op
roeping van het Haarlemsche gemeente
bestuur gestaan, voor de benoeming van twee
hoofden van scholen van voorbereidend on
derwijs. De jaarwedde is 1700. met 8 jaar-
lljksche verhoogingen van f 100, tot een
maximum van 2300.
De vraag werd ons gesteld: i? het juist, dat
een gemeente aan het hoofd van een school
een salaris geeft dat gelijk is aan de salaris
sen van boden, portiers, bewaarders en ver
pleegsters.
Wij hebben op het Stadhuis een onderzoek
ingesteld. Daarbij bleek, dat de gemeente
raad in 1925 het salaris heeft vastgesteld.
Men moet zoo werd ons verklaard geen
te hoogen dunk hebben van bedoelde betrek
king. De opleiding voor fröbel-onderwijzeres
is eenvoudig. Zij berust dan ook geheel In
handen van particulieren- De onderwijzeres
sen moeten de kinderen beneden de 6 'jaar
alleen wat kunnen bezighouden met spelle
tjes, versjes zingen, enzoovoort. Het diploma
voor hoofd van een voorbereidende school is
dan ook in de verste verte niot gelijk te
stellen met de akte voor onderwijzer (es) bij
het gewone lager onderwijs.
De salarissen voor de onderwijzeressen bij
het voorbereidend onderwijs loopen van
1500 tot 2000, plus 100 voor de hoofd
akte.
Toen de raad ln 1925 dbze salarissen ^ast-
stelde, 'waren de betrokkenen daarmede zeer
ingenomen, want toen het voorbereidend
onderwijs nog in handen van particulieren
was, bedroegen de salarissen f 500, 600
of 700.
De gemeente heeft thans 5 voorbereidende
scholen.
Aan de besturen van de bijzondere voorbe
reidende scholen wordt door de gemeente
voor het onderwijzend personeel hetzelfde
salaris betaald als voor de onderwijzeressen
der gemeentelijke scholen. Het is evenwel
gebleken, dat niet alle schoolbesturen die
volle jaarwedden ook uitbetalen, maar een
gedeelte daarvan voor andere doeleinden be
steden. Daartegen is, hoewel het niet juist
geacht wordt, met de bestaande bepalingen
over de subsidieering niets te doen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1530
OUDEJAARSAVOND.
vader leest het ver
haal in zijn tijd
schrift uit en vraagt
zich af of hü ook
maar niet naar
zal gaan
bed
moeder is al boven,
het is half twaalf,
maar kom, laat hij
nog maar even op het
nieuwe jaar wachten
neemt zijn tijdschrift
weer op, maar vindt
niets meer om te
lezen
speelt met de radio
maar ontdekt dat de
accu büna uitgeput is
doet niets tot zijn
horloge moeizaam op
twee minuten voor
twaalven is gekomen
gaat naar buiten om
het schieten en de
sirenes te hooren en
bedenkt dat zijn hor
loge een kwartier
achter is
gaat naar boven,
wenscht moeder een
gelukkig nieuwjaar en
krijgt ten antwoord
dat ze net bijna sliep,
wat praat ic nou nog
is overtuigd dat hij
leelük moet hebben
kou gevat toen hij
buiten stond en be
peinst dat hij het
nieuwe jaar slecht be
gonnen is.
(Nadruk verboden).
DE 750.000 AMSTERDAMMER.
OP KOMST, OF REEDS GEARRIVEERD
Op den 31 sten October van dit jaar bedroeg
het aantal bij den Burgex-lijken Stand inge
schreven inwoners van Amsterdam 746741;
op den 30sten November jongstleden: 748.769.
En thans is men op het Bevolkingsregister
ernstig zoekende of de 750.000ste reeds arri
veerde. Hij is er, of althans op komst en alle
teekenen wijzen er op, dat Amsterdam het
nieuwe jaar zal ingaan met het respectabele
inwonertal van driekwart mlllioen.
Het kind krijgt het goed, vanwege de aan
geboden zeep, eau de cologne, karnemelk,
gratis advertenties, hectoliters anthraciet,
champagne, uitrusting, fopspenen, sehool-
meubelen enz. enz.
De baker zal nog nimmer zulk een voor
spoedige baby het daglicht hebben helpen
aanschouwen, want potten oude Bols, fles-
schen Curasao en een heele bezending andere
„zoete slokjes" worden haar deel! schrijft het
Hbld.
De gelukkige moeder zal in het bezit wor
den gesteld van een berg artikelen voor de
luiermand, van statiewiegen, van versterken
de middelen!
En de vader zal zeer sterke beenen moeten
bezitten om de weelde te kunnen dragen van
alles, door goedgeefsche firma's en Am
sterdammers geoffreerd!
WAARSCHUWING
Dc commissaris van politie te Bloemendaal
geeft een ieder in overweging om, ter voorko
ming van teleurstelling, alvorens in relatie
te treden met Leo M. van Keulen en Co., te
Vogelenzang, gemeente Bloemendaal, waarbij
betrokken zijn zekere L. M. van Keulen, wo
nende te Vogelenzang, en J. Gijselaar, wonen
de te Hillegom, inlichtingen in te winnen aan
het bureau van politie te Overveen, gemeente
Bloemendaal.
Dez.elfde personen maken ook gebruik van
de namen „Kweekerij de Anjer" en „Nils An
derson".
VERKOOP GROND.
B. en W- stellen den Raad voor, hen te
machtigen aan mevrouw E. G. RozemaKok
te 's Gravenha'ge, tegen den prijs van f 15
per M2. n koop af te staan, grond, gelegen
aan de Westzijde van den Rijksstraatweg,
groot pl.m. 42 M2., zulks met de bestemming
om die grond te gebruiken als tuin ten be
hoeve van het aangrenzend perceel.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
De agenda voor de 37ste vergadering van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en omstreken, te houden op Don
derdag 2 Januarn 1930 des namiddags te 7.30
uur, luidt:
1. Opening en Installatie nieuwgekozen en
herkozen leden.
2. Verkiezing algemeen voorzitter.
3. Verkiezing voorzitter afdeeling Groot*
bedrijf.
4. Verklezng voorzitter afdeeling kleinbe*
drijf.
5. Verkiezing plaatsvervangende voorzit*
ters af deelingen groot- en kleinbedrijf.
6. Verkiezing leden vaste commissies.
7. Notulen.
8. Ingekomen stukken.
9. Mededeelingen.
10. Concept-schrijven Bureau aan Direc
teur-Generaal der Posterijen, Telegrafie, en;
Telefonie, inzake brieftelegrammn.
11. Rondvraag.
12. Besloten zitting.
KINDERVOEDING
De vereeniging Kindervoeding reikte tö
de afgeloopen week aan warm voedsel uit,
in de Zoetestraat: Maandag 182, Dinsdag
119. Vrijdag 140, Zaterdag 97 porties, en in
de Cronjéstraat: Maandag 92, Dinsdag 78,
Vrijdag 72, Zaterdag 77 porties.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cl», per regel.
DEZE MAAND GRATIS.
Zü. die zich thans als kwartaal-
abonné opgeven, ontvangen het
Handelsblad tot 1 Januari gratis.
Abonnement 1-90 p. maand
en 5.50 per kwartaal. Buiten
Amsterdam verhoogd met 20
cent per maand voor verzending.
Abonnementen op te geven bij het
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
TELEFOON 10209
Uit liet Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
31)
„Ja. Ik zou niet gaan als het niij niet was
Ingevallen dat het misschien een middel is
om u te redden".
„Om mij te redden?*
Hij knikte. „Hij zal niet op een schandaal
gesteld zijn".
„Waarin mijn neef bPt.rokken is. U bedoelt
dat u blijft volhouden dat u tot mijn bende
behoort".
HU schrok. „Hoe weet u dat?"
„Uw moeder is bij mij geweest".
„Wat heeft ze tegen u gezegd?" vroeg hij
nieuwsgierig.
„Er is nu geen gelegenheid om dat te ver
tellen, u zult uw trein missen".
Zij liepen samen den kant van het station
uit Toen mijn moeder van u wegvtev. was
zii toen nog van plan om naar. de politie te
én-1"0" vroeg hij.
Ik kreeg den indruk dat. ze van mij
rechtstreeks naar het politiebureau zou
8aJHcèftheeft zij u ook voorwaarden ge-
StL ja dezelfde die-zij u gesteld heeft".
Hebt u zg aangenomen?" vroeg hij ang-
Ik stond op het- punt ze aan te nenvm.
iv.o*vr ze beeft'mij crof beledigd en ik heb
geïlscht dat ze onmiddellijk het huis ver
liet".
„Dus u wilde ze aannemen?"
„Eerst wel".
Zij spraken niet meer tot zij bij het sta
tion waren. Voor het kaartjesloket bleef hij
staan. „Tot ziens", zei hij en hij stak zijn
hand uit.
Ze glimlachte.
„Ik ga ook naar de stad, daar Is het veili
ger voor mij".
„Natuurlijk". HU nam twee kaartjes eerste
klas. maar niettegenstaande zijn protest, leg
de zij het geld voor den loketbeambte neer.
„U gaat. zeker rooken zitten", vroeg ze. toen
ze op het perron stonden. „Ik ga in een da-
mescoupé".
„O, komt u bij mij zitten", smeekte hij.
Zij schudde het hoofd. „Ik reis heusch lie
ver alleen".
Hij was diep teleurgesteld. „Ik had u zoo
veel te vertellen".
Ze aarzelde en opeens riep ze verschrikt:
„Kijk!"
Ze wees naar de forsche figaiur van Joseph
Warden, die aan de kiosk een krant kocht.
George zegende de plotselinge verschijning
van den „paardenhandelaar".
„Ziet u nu wel dat het veiliger is om niet
alleen te reizen?"
..Misschien hebt. u gelijk", gaf zij met dui-
dehjken tegenzin toe.
Ze zei niets meer en toen de trein even la
ter binnenreed ging ze hem voor in een coupé.
..Wat. zou die man aan het station doen?" zei
ze peinzend.
„Dat. zult u beter weten dan ik".
„O ja. u denkt dat hii een van de bende is.
maar dat. is niet zoo. Weet u waarom niet?"
„Neen?"
„Omdat, er geen bende is, die bestaat al
leen maar in de verbeelding van uw moeder
en van u".
George fronste de wenkbrauwen.
„Ik had gehoopt", zei hij stijfjes, „dat u
mij de heele waarheid zou willen vertellen".
„Dat ls juist wat ik van plan was. Maar
dan moet u dat sprookje uit uw hoofd zetten.
Die is een product van een verhitte fantasie".
George sprak niet meer voor de trein zich
in beweging had gezet. Hij keek haar met
een teleurgestelde uitdrukking aan. Bleef zij
in haar bedrog volharden? dacht hij.
Zij moest nu het nuttelooze daarvan toch
langzamerhand wel inzien.
„is er geen bende?" vroeg hij eindelijk on-
geloovig".
„Neen".
„Ik veronderstel", zei hij sarcastisch, „dat
u het slachtoffer bent van een betreurens
waardig misverstand?"
„Dat ben ik inderdaad".
Hij haalde een krant uit zijn zak. „Ik heb
geen zin om verder met u over dit onder
werp te praten".
ZU weerhield met moeite een scherpe op
merking.
„Meneer Hemmings". begon ze na een
korte pauze, hoewel ik niet den schijn wil
wekken mij aan u op te dringen, vind ik
toch dat het oogenblik nu gekomen is dat ik
u alles uit moet leggen. Ik zal het als een
persoonlijke gunst beschouwen als u mij wilt
toestaan mij in uw oogen te rechtvaardi
gen?".
„Zeg dan maar wat u op het hart hebt",
intwoordde hij koel, „maar denk er om dat
ik geen kind ben".
„Dat heb je getoond", dacht ze bij zichzelf
maar ze was voorzichtig genoeg om het niet
te zeggen.
„Laat ik beginnen met toe te geven dat
mijn verhaal u misschien ongelooflijk in de
ooren zal klinken. Uw moeder vond het ten
minste te onzinnig om los te loopen".
„Ik heb nooit ontkend dat mijn moeder in
zekeren zin een scherpzinnige vrouw is".
Lilian onderdrukte weer een boosaardlgen
uitval.
„Ik ben te ver gegaan", vervolgde ze dee
moedig, „en het is mijn schuld dat u in moei
lijkheden bent geraakt. Ik heb mU onver
antwoordelijk gedragen, en ik geef eerlijk
toe dat ik een heeleboel dwaasheden op mijn
geweten heb".
„Dwaasheden! Dat is wel erg zacht uitge
drukt".
„Toch is het niet anders".
Toen de verontwaardigde uitdrukking in
zijn gezicht niet week, voelde zij dat zU boos
werd.
„Ik geloof haast dat u de gedachte dat ik
een misdadigster ben, zoo prettig vindt, dat
u er geen afstand van kunt doen. Ik geef toe
dat ik lichtzinnig ben geweest, maar al deze
moeilijkheden vinden voor een belangrijk
deel ook hun oorzaak in het feit dat u geen
manieren hebt. Als u wat meer tact bezeten
had zou er niets gebeurd zijn".
„Heeft mijn gebrak aan tact'mij misschien
in de cel gebracht?"
„Ja zeker", antwoordde ze energiek. „Als
u in dat vroege uur toe nu ons on die stoen
zag zitten, de tact had gehad, om stilletjes
uw weg te vervolgen, dan zouden we elkaar
nooit gesproken hebben en de rust van uw
moeder zou nooit verstoord zijn".
„Die ontmoeting betreur ik anders heele-
maal niet. ik heb het gevoel dat ik op uw
weg ben gezonden om u er voor te behoe
den dieper en dieper te zinken".
„O", riep ze wanhopend, kan ik u er dan
absoluut niet van overtuigen dat. u het mis
hebt? Luister nu eens een ooeenblik. Ik be
hoor tot. de beste kringen van Londen, wij
gaan met vooraanstaande families om, mijn
vader ls heel gefortuneerd, hij is lid. van het
parlement. Op een nacht dat wc van een
bal thuiskwamen, was onze electrische bel
kapot. Het regende. Mijn vader had den sleu
tel van de voordeur op zijn club laten lig
gen. We hebben geen klopper, de bedienden
slapen aan den achterkant van het huis. We
gingen op een stoep aan den overkant zitten
wachten tot een van de bedienden den sleu
tel van de club had gehaald. Toen verscheen
u opeens en wilde ons met alle geweld hel
pen. U stond er ook op om langs een balustra
de naar beneden te klimmen en een huis
binnen te dringen, het huis van onze buur
vrouw, die op het oogenblik mijn stiefmoe
der is. Natuurlijk konden de bewoners dat
niet goedkeuren. Het is allemaal zoo eenvou
dig als wat".
„Heel eenvoudig!", klonk het schamper.
Toen ging ik een poosje logeeren bij mijn
tante in Woollacombe, die een lunchroom
heeft. Ik zie niet in waarom ik geen tante
zou hebben die het prettiger vindt om haar
eigen brood te verdienen, dan een jaargeld
van mijn vader aan te nemen. Een jongeman
een klant, geeft me een diadeem in bewa
ring. Het blijkt me dat dat sieraad gestolen
is. Terwijl ik op weg ben om het kleinood
aan zijn rechtmatige eigenares terug te
brengen, probeert een ongunstig type het
mij af te nemen. U komt tusschenbeide en
neemt den diadeem naar huis".
„Het verzinsel ls nog niet eens vernuftig
bedacht", zei George smalend.
„Uw moeder neemt hem weer van u weg.
ZU blUkt te gelooven dat u van den diefstal
afweet. Misschien heeft zij reden om zoo
iets van u te veronderstellen!"
„U bént werkelijk ongelooflijk onbe
schaamd!"
(Wordt vervolgd.)!